pauliaanse vordering, impugnação pauliana. · acción pauliana en portugal van impugnação...

53
337 Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2 Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rol van de Pauliana in het Belgische en Portugese (faillissements)recht. Jan Loosen Onder wetenschappelijke leiding van Prof. Dr. Melissa Vanmeenen 1. INLEIDING 1.1. CASUS Schuldenaar A verkeert reeds geruime tijd in financiële problemen. Daar hij de hete adem van schuldeiser B in de nek voelt, besluit hij zijn luxewagen, die een actuele waarde heeft van 70.000 EUR aan zijn broer C te verkopen tegen de spotprijs van 10.000 EUR. Wanneer enkele weken later schuldeiser B bij schuldenaar A komt aankloppen wegens achterstallige betalingen, stoot hij enkel op een som van 10.000 EUR baar geld. Het rollend materieel dat deze som vertegenwoordigt, bevindt zich immers niet meer in het vermogen van schuldenaar A. Het is dan ook zonneklaar dat schuldeiser B benadeeld is door de verkoop die plaatsvond tussen schuldenaar A en zijn broer C: daar waar hij zich vóór de verkoop nog kon verhalen op een luxewagen ter waarde van 70.000 EUR kan hij na de verkoop nog slechts 10.000 EUR verhalen op schuldenaar A. Schuldeiser B is echter een derde bij deze verkoopovereenkomst en kan dus krachtens de principes van het verbintenissenrecht in de regel niets beginnen tegen de, op zijn minst verdachte, verkoop. 1.2. DE PAULIAANSE VORDERING ALS UITZONDERING OP DE DERDENWERKING VAN EEN OVEREENKOMST In het Belgische rechtsbestel zou schuldeiser B zich kunnen beroepen op de zogenaamde pauliaanse vordering / action paulienne, uitgedrukt in art. 1167 Burgerlijk Wetboek (hierna verkort B.W.) voor wat betreft het gemene recht, en art. 20 Faillissementswet (hierna verkort Faill.W.) voor wat betreft het

Upload: others

Post on 31-Oct-2019

13 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

337

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana.

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rol van de

Pauliana in het Belgische en Portugese

(faillissements)recht.

Jan Loosen

Onder wetenschappelijke leiding van Prof. Dr. Melissa Vanmeenen

1. INLEIDING

1.1. CASUS

Schuldenaar A verkeert reeds geruime tijd in financiële problemen. Daar hij de

hete adem van schuldeiser B in de nek voelt, besluit hij zijn luxewagen, die

een actuele waarde heeft van 70.000 EUR aan zijn broer C te verkopen tegen

de spotprijs van 10.000 EUR.

Wanneer enkele weken later schuldeiser B bij schuldenaar A komt aankloppen

wegens achterstallige betalingen, stoot hij enkel op een som van 10.000 EUR

baar geld. Het rollend materieel dat deze som vertegenwoordigt, bevindt zich

immers niet meer in het vermogen van schuldenaar A.

Het is dan ook zonneklaar dat schuldeiser B benadeeld is door de verkoop die

plaatsvond tussen schuldenaar A en zijn broer C: daar waar hij zich vóór de

verkoop nog kon verhalen op een luxewagen ter waarde van 70.000 EUR kan

hij na de verkoop nog slechts 10.000 EUR verhalen op schuldenaar A.

Schuldeiser B is echter een derde bij deze verkoopovereenkomst en kan dus

krachtens de principes van het verbintenissenrecht in de regel niets beginnen

tegen de, op zijn minst verdachte, verkoop.

1.2. DE PAULIAANSE VORDERING ALS UITZONDERING OP DE

DERDENWERKING VAN EEN OVEREENKOMST

In het Belgische rechtsbestel zou schuldeiser B zich kunnen beroepen op de

zogenaamde pauliaanse vordering / action paulienne, uitgedrukt in art. 1167

Burgerlijk Wetboek (hierna verkort B.W.) voor wat betreft het gemene recht,

en art. 20 Faillissementswet (hierna verkort Faill.W.) voor wat betreft het

Page 2: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

338

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

faillissementsrecht. Deze vordering biedt schuldeisers de mogelijkheid om op

te komen tegen overeenkomsten die de schuldenaar heeft gesloten met

bedrieglijke benadeling van hun rechten.1 Bij het succesvol instellen van de

pauliaanse vordering dient de schuldeiser, die een derde is ten opzichte van

deze overeenkomst, zich het bestaan ervan niet te laten tegenwerpen. In die zin

vormt de pauliaanse vordering vanuit het oogpunt van het verbintenissenrecht

een belangrijke uitzondering op het beginsel van tegenwerpbaarheid van het

bestaan van overeenkomsten aan derden.2

In zo goed als alle West-Europese landen, met inbegrip van Engeland, vinden

we deze rechtsfiguur terug. Zo hebben Frankrijk en Luxemburg het in dit

verband over action paulienne, spreekt Duitsland van paulianische

Anfechtungsklage, Engeland van transaction avoidance, Nederland van

1 A. KLUYSKENS, Beginselen van burgerlijk recht, I, Gent, Van Rysselberghe & Rombaut, 1931,

173, nr. 94 (hierna verkort A. KLUYSKENS, Beginselen, 1931); H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, III, Brussel, Bruylant, 1967, 222, nr. 203 (hierna verkort H. DE PAGE, Traité,

1967); R. DEKKERS, Handboek burgerlijk recht, IV, Brussel, Bruylant, 1971, 229, nr. 402

(hierna verkort R. DEKKERS, Handboek, 1971); P. VAN DER PUTTEN, “De actio pauliana in grote lijnen”, (noot onder Antwerpen 1 maart 1995), A.J.T. 1994-95, (493) 493 (hierna verkort P.

VAN DER PUTTEN, “De actio pauliana”, A.J.T. 1994-95); I. BANMEYER, “L‟action paulienne

et la tierce complicité: points de contact” in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, Luik, Formation Permanente CUP, 1998, (239) 243 (hierna verkort I. BANMEYER, “L‟action

paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, 1998); I. VERVOORT, “De

Pauliana naar Belgisch en Nederlands recht: hoofdzakelijk gelijkend in het gemene recht, fundamenteel verschillend bij faling.” in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de

overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht, Antwerpen, Intersentia, 2005, (365) 365 (hierna

verkort I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005); C. CAUFFMAN, “Pauliaanse

vordering” in Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2007, (159) 164 (hierna verkort C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007); A. VAN OEVELEN, Algemeen

Verbintenissenrecht Volume I1, Antwerpen, Universitas, 2007, 458 (hierna verkort A. VAN

OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007); A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering: draagwijdte van de anterioriteitsvoorwaarde en rechtsgevolgen”, T.B.B.R. 2009, (494)

494 (hierna verkort A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009). 2 E. DIRIX, “De vergoedende functie van de actio pauliana”, (noot onder Cass. 15 mei 1992), R.W. 1992-93, 331; P. VAN DER PUTTEN, “De actio pauliana”, A.J.T. 1994-95, supra noot 1, (493)

493; I. BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des

obligations, 1998, supra noot 1, (239) 243; S. LOOSVELD, “L‟action paulienne: une institution séculaire en pleine vogue”, T.B.B.R. 2001, (153) 165 (hierna verkort S. LOOSVELD, “L‟action

paulienne”, T.B.B.R. 2001); V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio pauliana en haar band met

de ongerechtvaardigde verrijking”, T.B.B.R. 2001, (569) 570 (hierna verkort V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio pauliana”, T.B.B.R. 2001); F. CORYN, “De derde medeplichtigheid van de

verkrijger ten bezwarenden titel als voorwaarde voor het welslagen van de pauliaanse vordering”,

(noot onder Gent 12 maart 2003), T.B.B.R. 2005, (149) 150 (hierna verkort F. CORYN, “De derde-medeplichtigheid”, T.B.B.R. 2005); I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en

Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst,

2005, supra noot 1, (365) 379-382; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 164; A. VAN OEVELEN, Algemeen

Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 458; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”,

T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 494.

Page 3: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

339

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

pauliaanse vordering, Italië van azione revocatoria ordinaria, Spanje van

acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3

Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere

rechtsrechtstelsels dan het Belgische toepassing vindt, wordt in België het

rechtsvergelijkend onderzoek maar al te vaak tot een minimum beperkt. Op

enkele beknopte bijdragen in verzamelwerken na, waarbij de nadruk vooral ligt

op de Nederlandse, Duitse, Franse en Engelse pauliana4, beperkt de bestaande

literatuur zich dan ook veeleer tot de nationale context.

In dit verband heeft wel reeds veelvuldig onderzoek plaatsgevonden, zowel

naar de gemeenrechtelijke pauliana als naar de faillissementspauliana. Dit

volgt uit de aard van de bepalingen zelf, die gekenmerkt worden door geringe

wetgevende ondersteuning en aldus ruime invulling behoeven van rechtspraak

en rechtsleer.5 In zo goed als alle klassieke handboeken burgerlijk recht

6

alsmede faillissementsrecht7 vindt men dan ook hele leerstukken gewijd aan de

3 Respectievelijk art. 1167 Code Civil (FR), art. 1167 Code Civil (LUX), §3 Anfechtungsgesetz, S.240(3) en S.424 Insolvency Act 1986, art. 3:45 Burgerlijk Wetboek, art. 2901 Codice Civile, art.

2491 Código Civil en art. 610 Código Civil. 4 I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, 365-392; C. CAUFFMAN,

“Relationship between transfer rules and rules on creditor's avoidance of debtor's transactions” in

W. FABER en B. LURGER (eds.), Rules for the transfer of movables: a candidate for European harmonization or national reforms?, München, Sellier, 2008, 123-140. 5 Cass. 9 januari 1890, Pas. 1890, I, 60; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 223, nr. 206; E.

DE LUYCK, “Het bedrog vanwege de schuldenaar en de derde medeplichtigheid in de actio pauliana. Een onderzoek van het Belgische en Franse recht”, Jura Falc. 1978-79, 622. 6 Zie onder andere F. LAURENT, Principes de droit civil, XVI, Brussel, Bruylant, 1878, 431-499;

A. KLUYSKENS, Beginselen, 1931, supra noot 1, 172-184, nrs. 94-100; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 222-261, nrs. 203-256; R. DEKKERS, Handboek, 1971, supra noot 1, 229-

237, nrs. 402-417; L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia,

2000, 380-391, nrs. 306-314 (hierna verkort L. CORNELIS, Algemene theorie, 2000); S. STIJNS, Leerboek Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, 231-235, nrs. 324-327 (hierna verkort S.

STIJNS, Leerboek, 2005); R. DEKKERS, A. VERBEKE, N. CARETTE en K. VANHOVE,

Handboek burgerlijk recht, III, Antwerpen, Intersentia, 2007, 259-266, nrs. 438-451; A. VAN OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 458-467. 7 Zie onder andere L. FREDERICQ, Précis de droit commercial, Brussel, Bruylant, 1970, 507; L.

FREDERICQ, Handboek van Belgisch Handelsrecht, IV, Brussel, Bruylant, 1981, 160-161 (hierna verkort L. FREDERICQ, Handboek, 1981); I. VEROUGSTRAETE, Manuel du curateur de

faillite, Brussel, Editions Swinnen H., 1987, 232-236 (hierna verkort I. VEROUGSTRAETE,

Manuel, 1987); R. BÜTZLER, M. DE MEUE, H. GEINGER, N. HEIJERICK en M. FLAMEE, Inleiding tot het handelsrecht, Brugge, Die Keure, 1998, 209-210; K. BYTTEBIER en R.R.

FELTKAMP, Faillissement en gerechtelijk akkoord, Antwerpen, Maklu, 1998, 55-71 (hierna

verkort K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998); A. ZENNER, Faillites et concordats 2002, Brussel, Larcier, 2003, 341-345; F. T‟KINT en W. DERIJCKE, La faillite,

Brussel, Larcier, 2006, 278-283 (hierna verkort F. T‟KINT en W. DERIJCKE, La faillite, 2006);

E. DIRIX, Y. MONTANGIE en H. VANHEES, Handels- en economisch recht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2008, 495-498; E. VAN CAMP en I. MERTENS, Nieuwe wetgeving

Faillissementswet anno 2008, Mechelen, Kluwer, 2008, 100-101 (hierna verkort E. VAN CAMP

en I. MERTENS, Nieuwe Wetgeving, 2008); G.-L. BALLON, K. GEENS, J. STUYCK en E. TERRYN, Inleiding tot het economisch recht: studieboek voor economiestudenten, Antwerpen,

Kluwer , 2009, 346-349 (hierna verkort G.-L. BALLON et al., Inleiding tot het economisch recht,

2009).

Page 4: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

340

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

pauliaanse vordering. Voorts bestaan er ook tal van tijdschriftartikelen,

monografieën en bijdragen in verzamelwerken.8 Handboeken die louter

betrekking hebben op de pauliaanse vordering zijn evenwel niet terug te

vinden.

1.3. CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG

De bedoeling van deze verhandeling is te breken met de Belgische

terughoudendheid door een diepgaand rechtsvergelijkend onderzoek te voeren

naar de verhouding tussen de Belgische pauliaanse vordering en een andere

„buitenlandse‟ pauliana. In dit verband valt de keuze op de Portugese

impugnação pauliana, niet in het minst door het totale gebrek aan informatie

dat in België bestaat over deze rechtsfiguur, en vice versa. Zo zijn juridische

verhandelingen van Belgische respectievelijk Portugese makelei betreffende

het Portugees respectievelijk Belgisch burgerlijk dan wel faillissementsrecht

zo goed als onbestaande. De Portugese pauliaanse vordering komt al helemaal

niet voor in Belgische rechtsliteratuur en dit geldt ook in omgekeerde zin.

Wel wijdt ook in Portugal de rechtsleer veel aandacht aan de impugnação

pauliana. Naast tal van hoofdstukken gewijd aan de pauliaanse vordering in

klassieke handboeken, monografieën en tijdschriftartikelen burgerlijk9 dan wel

faillissementsrecht10

, is één auteur11

nog verder gegaan door een handboek te

8 Zie onder andere P. VAN DER PUTTEN, “De actio pauliana”, A.J.T. 1994-95, supra noot 1,

493-496; I. BANMEYER, “L‟action paulienne” in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, 1998, supra noot 1, 239-275; B. WINDEY, “Art. 16-21 Faillissementswet 1997”, in

Handels- en Economisch Recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtsleer en

rechtspraak, Mechelen, Kluwer, 1998, 175-198 (hierna verkort B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998); S. LOOSVELD, “L‟action paulienne”, T.B.B.R. 2001,

supra noot 2, 153-168; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten,

Mechelen, Kluwer, 2007, supra noot 1, 159-196; C. CAUFFMAN, “Het faillissement” in T. LYSENS, H. BRAECKMANS, F. DE TANDT, E. DIRIX en E. VAN CAMP (eds.), Gerechtelijk

akkoord & Faillissement, Mechelen, Kluwer, 2009, 36-41 (hierna verkort C. CAUFFMAN, “Het

faillissement” in T. LYSENS et al. (eds.), Gerechtelijk akkoord & Faillissement, 2009). 9 Zie onder andere J.A. REIS, “Eficácia do caso julgado em relação a terceiros”, Boletim da

Faculdade de Direito da Universidade de Coimbra 1940-1941, 206-273; F. DE VASCONCELOS,

“Do fundamento da rescisão pauliana”, R.O.A. 1948, 125-164; V. SERRA, “Responsabilidade patrimonial”, BMJ 1960, n.° 75, 5-410; V. SERRA, “Prescrição extintiva e caducidade”, BMJ

1965, n.°105, 5-248; M.J. COSTA, “Nótula a propósito da impugnação pauliana”, R.L.J. 1999,

165-167; A.R. MENDES, “Exercìcio da impugnação pauliana e a concorrência entre credores” in B. MORENO (ed.), Estudos em Homenagem à Prof. Dr. Isabel de Magalhães Collaço, II,

Coimbra, Coimbra Editora, 2003, 417-455; P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil Anotado,

I, Coimbra, Wolters Kluwer, 2010, 624-636 (hierna verkort P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil, 2010). 10 Zie onder andere C. SERRA, “Efeitos da declaração de fâlencia sobre o falido (após a alteração

do DL n.° 315/98, de 20 Outubro, ao Código dos Processos Especiais de Recuperação da Empresa e de Fâlencia)”, SI 1998, nr. 274, 267-275; P. COSTA SILVA, “Impugnação pauliana e

execução”, BOA 2004, nr. 7, 46-56; J.L. DE FREITAS, “Pedido de declaração de insolvência” in

MINISTÉRIO DA JUSTIÇA, GABINETE DE POLÍTICA LEGISLATIVA E PLANEAMENTO (ed.), Código da Insolvência e da Recuperação de Empresas – Communicações sobre o

Anteprojecto de Código, Coimbra, Coimbra Editora, 2004, 13-16; I. ALEXANDRE, “O processo

de insolvência: pressupostos processuais, tramitação, medidas cautelares e impugnação da

Page 5: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

341

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

schrijven dat meer dan driehonderd pagina‟s beslaat en enkel en alleen over de

pauliaanse vordering handelt. Zowel de gemeenrechtelijke pauliana als de

faillissementspauliana komen hierbij aan bod. Daarnaast valt ook nog een

overzicht van rechtspraak op, dat bestaat uit de opname van meer dan

driehonderd vonnissen en arresten specifiek betreffende de impugnação

pauliana.12

Rechtsvergelijkend onderzoek is er echter eveneens schaars. Het behoeft geen

verbazing dat hierbij vooral aandacht wordt geschonken aan de Braziliaanse

impugnação pauliana en de Macause impugnação pauliana, een land

respectievelijk regio waar Portugal nog steeds nauwe banden mee onderhoudt.

Toch vinden we hier en daar enkele werken terug die een redelijk ruime

bespreking inhouden van de Spaanse, Italiaanse, Duitse, Franse en Engelse

pauliana.13

Dit onderzoek vermag dan ook de bestaande lacune enigszins op te vangen,

door na te gaan in welke mate de pauliana in het Belgische en Portugese

rechtssysteem overeenstemmen. Of nog anders gesteld: dekt de Belgische

pauliaanse vordering dezelfde lading als de Portugese impugnação pauliana?

De verhandeling zal dan ook toewerken naar een antwoord op en grotendeels

opgebouwd worden rond deze vraag. Dit niet enkel in termen van

toepassingsvoorwaarden, maar ook wat betreft gevolgen (met andere woorden:

sanctieregeling) en grondslag (op welke fundamenten is de pauliana

gebaseerd).

In dit werk zal ik vooral de nadruk leggen op de faillissementspauliana

(impugnação pauliana colectiva), overeenkomstig de Meesterproefmodule:

ondernemingsrecht. Toch is het onontbeerlijk om de lezer tevens een overzicht

aan te reiken betreffende de gemeenrechtelijke pauliana, daar de

faillissementspauliana hiervan een toepassing vormt.14

sentença”, Themis 2005, 43-50 (hierna verkort I. ALEXANDRE, “O processo”, Themis 2005); C.

SERRA, “O Código da Insolvência e da Recuperação de Empresas e o direito registal” in A.

JUSTO (ed.), Nos 20 Anos do Código das Sociedades Comerciais – Homenagem aos Profs. Doutores A. Ferrer Correia, Orlando de Carvalho e Vasco Lobo Xavier, II, Coimbra, Coimbra

Editora, 2007, 520-530; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução em Benefício da Massa

Insolvente, Coimbra, Livraria Almadina, 2008, 230p. (hierna verkort F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008); L.C. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência e da

Recuperação de Empresas anotado (actualizado de acordo com o Decreto-Lei n.° 282/2007),

procedimento de conciliação anotado, legislação complementar, índices idegráfico e sistemático, Lissabon, Quid Juris, 2008, 435-443 (hierna verkort L.C. FERNANDES en J. LABAREDA,

Código da Insolvência, 2008); L.T. LEITÃO, Código da Insolvência e da Recuperação de

Empresas Anotado, Coimbra, Almedina, 2008, 160-165; C. SERRA, O Novo Regime Português da Insolvência. Uma Introdução, Coimbra, Almedina, 2008, 71-75 (hierna verkort C. SERRA, O

Novo Regime, 2008). 11 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, Lissabon, Livraria Almedina, 2008, 372p. (hierna verkort J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008). 12 R. C. DE SOUSA, Impugnação Pauliana, Lissabon, Quid Juris, 2002, 189p. 13 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 70-120; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 54-78. 14 Cass. 9 juli 1953, Pas. 1953, 909; Cass. 15 maart 1985, R.W. 1985-86, 2611; Cass. 11 februari

1993, R.W. 1993-94, 124; J. MAHAUX, “L‟action paulienne et les nullités de la période suspecte :

Page 6: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

342

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Het zou echter niet van bescheidenheid getuigen en naïef zijn om te denken om

met betrekking tot dergelijk ambitieus project een exhaustief onderzoek te

kunnen voeren op minder dan twee academiejaren. Ik heb dan ook keuzes

moeten maken. Zo is het niet mijn betrachting in dit werk op allesomvattende

wijze de gehele regeling betreffende zowel de Belgische pauliaanse vordering

alsmede de Portugese impugnação pauliana tot in detail weer te geven, maar

wel de lezer een algemeen kader te schetsen en een houvast te bieden met

betrekking tot deze onderzoeksvraag.

1.4. METHODOLOGIE

Een rechtsvergelijkend onderzoek vereist een specifieke aanpak. Kernachtig

gezegd, omvat de wetenschap15

van de rechtsvergelijking het onderzoek van

gelijkenissen en verschillen tussen twee of meer rechtsstelsels.16

Klassiek

wordt een onderscheid gemaakt tussen „micro-rechtsvergelijking‟ en „macro-

rechtsvergelijking‟.17

In deze verhandeling staat de micro-rechtsvergelijking

centraal, die betrekking heeft op elementen of onderdelen van verschillende

rechtsstelsels waarbij men rechtsregels (de pauliana), rechtsinstellingen (de

rechtspositie van de schuldeisers van een gefailleerde schuldenaar) of zelfs

hele disciplines of gebieden vergelijkt (het faillissementsrecht).

In het algemeen worden vier fasen onderscheiden, die allen succesvol dienen

te worden doorlopen, wil men aan zinvol rechtsvergelijkend onderzoek doen.

Vooreerst dient het onderzoeksdomein vastgelegd te worden. De vraag naar

het „hoe‟ van de rechtsvergelijking wordt dus voorafgegaan door de vraag naar

het „wat‟: welke zullen de rechtsvergelijkende termen zijn?18

In casu moet dus

worden nagegaan of het begrip impugnação pauliana dezelfde betekenis

draagt als de Belgische pauliaanse vordering, dan wel heil gezocht moest

conditions et effets respectifs”, (noot onder Cass. 15 maart 1985), R.C.J.B. 1989, (318) 318 (hierna

verkort J. MAHAUX, “L‟action paulienne”, R.C.J.B. 1989); F. T‟KINT en W. DERIJCKE, La

faillite, 2006, supra noot 7, 279. 15 Merk echter op dat er discussie plaatsvindt tussen comparatisten, of de rechtsvergelijking

daadwerkelijk als een „wetenschap‟ moet worden beschouwd, dan wel een „methode‟. Zie R.

LEGEAIS, Grand systèmes de droit contemporains. Approche comparative, Parijs, Litec, 2004, 404-409; F. GORLÉ, G. BOURGEOIS, H. BOCKEN, F. REYNTJENS, W. DE BONDT, en K.

LEMMENS, Rechtsvergelijking (studentenuitgave), Mechelen, Kluwer, 2007, 16, nr. 24 (hierna

verkort F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007). 16 M. BOGDAN, Comparative Law, Deventer, Kluwer, 1994, 18; K. ZWEIGERT en H. KÖTZ,

Introduction to Comparative Law, Oxford, Oxford University Press, 1998, 3 (hierna verkort K.

ZWEIGERT en H. KÖTZ, Introduction to Comparative Law, 1998); F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 1, nr. 1; M. REIMANN en R. ZIMMERMANN, The

Oxford Handbook of Comparative Law, Oxford, Oxford University Press, 2008, 3 (hierna verkort

M. REIMANN en R. ZIMMERMANN, Comparative Law, 2008). 17 K. ZWEIGERT en H. KÖTZ, Introduction to Comparative Law, 1998, supra noot 16, 4; P. DE

CRUZ, Comparative law in a changing world, Londen, Cavendish Publishing, 1999, 227 (hierna

verkort P. DE CRUZ, Comparative law, 1999); J. HUSA, “Legal families”, in J.M. SMITS (ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law, Massachusetts, Edward Elgar Publishing, 2006, (382)

382; F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 1, nr. 1. 18 F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 21, nr. 26.

Page 7: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

343

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

worden in andere beschermingsmechanismen voor schuldeisers. Niet enkel is

hiervoor dus een grondige analyse van de Belgische privaatrechtelijke bronnen

en denkstructuren vereist, maar tevens moet het vreemde recht, in casu het

Portugese recht, van binnenuit worden bestudeerd (kennisfase).

Vervolgens vindt de eigenlijke rechtsvergelijking plaats, dat wil zeggen het

leggen van verbanden tussen de te vergelijken elementen van de verschillende

rechtssystemen (vergelijkingsfase).19

Belangrijk hierbij is dat de

rechtsvergelijker zich niet beperkt tot een louter blootleggen van de

gelijkenissen en verschillen tussen beide rechtssystemen, maar ze tevens

probeert te plaatsen (verklaringsfase) en vooral: te evalueren

(waarderingsfase)20

.

Opmerkelijk is dat op het gebied van de vergelijkingsfase geen algemeen

toegepaste methodologie voorhanden is; er bestaat een waaier aan scholen met

elk hun eigen methodes.21

In die zin moet men dan ook vaststellen dat de

rechtsvergelijking gebaseerd is op een erg zwakke epistemologische basis.22

Wie tegenwoordig het woord „rechtsvergelijking‟ in de mond neemt kan mijn

inziens echter niet meer omheen de theorie van „de functionele methode‟23

die

werd gelanceerd in het boek An Introduction to Comparative Law (eerste

editie: 1987), geschreven door de Duitse juristen ZWEIGERT en KÖTZ.

Ondanks het feit dat men deze theorie niet mag afdoen als heiligmakend24

, of

zoals GORLÉ stelt: haar een monopolie toekennen25

, is de functionele

methode door haar veelomvattend karakter misschien wel de vruchtbaarste

onder de methoden van de rechtsvergelijking.26

Het uitgangspunt van deze theorie luidt dat om een ander rechtssysteem dan

het eigen rechtssysteem te doorgronden, de rechtsvergelijker afstand dient te

nemen van de begrippen en denkmethoden van zijn eigen rechtsstelsel daar

feiten nogal de neiging vertonen om de waarheid te verbergen: the problem

19 F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 31, nr. 46; M. REIMANN en R.

ZIMMERMANN, Comparative Law, 2008, supra noot 16, 383-420. 20 F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 31, nr. 51. 21 Voor een overzicht hiervan, zie E. ÖRÜCÜ, The Enigma of Comparative Law. Variations on a

theme for the Twenty-First Century, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2004, 51-60. 22 F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 21, nr. 28. 23 Het begrip „functionele methode‟ mag evenwel niet verward worden met „functionele

rechtsvergelijking‟, dat een bredere draagwijdte bevat en uitgaat van de functie van de rechtsregel. Niet het law in the books („dogmatische rechtsvergelijking‟) maar het law in action wordt hierbij

bestudeerd. Voor meer informatie betreffende dit onderscheid, zie F. GORLÉ et al.,

Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 3, nr. 5. 24 Zie bijvoorbeeld de kritiek van CONSTANTINESCO en MICHAELS: L.-J.

CONSTANTINESCO, Traité de droit comparé, III, Parijs, Economica, 1983, 127-136 (hierna

verkort L.-J. CONSTANTINESCO, Traité, 1983); R. MICHAELS, The Functional Method of Comparative Law, http://eprints.law.duke.edu/archive/000001249/01/Functional_Method.pdf 25 F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 33, nr. 49; M. REIMANN en R.

ZIMMERMANN, Comparative Law, 2008, supra noot 16, 339-382. 26 Een methode die heden ten dage ook veel bijval krijgt is deze van CONSTANTINESCO (de

theorie van de determinerende elementen). Zie L.-J. CONSTANTINESCO, Traité, 1983, supra

noot 24, 1-511; F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 25, nr. 33.

Page 8: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

344

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

must be freed from the context of its own system.27

Met andere woorden: enkel

en indien men er daadwerkelijk in slaagt om zich een insiderperspectief aan te

meten kan men aan zinvol rechtsvergelijkend onderzoek doen. Hierbij mag de

rechtsvergelijker zich niet beperken tot een louter juridische benadering van

het rechtsstelsel; ook de sociologische achtergrond en de historische evolutie

ervan spelen een belangrijke rol.28

Bij het schrijven van deze verhandeling heb ik zoveel mogelijk getracht de

functionele methode op een consequente manier toe te passen. Het spreekt

echter voor zich dat dit implementatieproces niet zonder slag of stoot is

verlopen. Zo hanteren het Belgische en Portugese rechtssysteem bijvoorbeeld

een geheel andere aanpak met betrekking tot de rechtsbronnen van de

pauliaanse vordering. Portugal hecht hierbij veel minder belang aan juridische

elektronische databanken; deze zijn de facto zo goed als onbestaande. Dat

maakt het bij momenten moeilijk om er zeker van te zijn alle belangrijke

informatie aangaande een juridisch vraagstuk te hebben verzameld, en als een

gevolg hiervan: zich volop, als een insider (lees: „de Portugese jurist‟), te

nestelen in het Portugese rechtsbestel.

Daarnaast vormen ook taalkundige factoren bij momenten een belangrijke

hinderpaal, omwille van de specificiteit van de rechtstermen. Tot op zekere

hoogte schaar ik mij in dit verband achter het adagium traddutore traditori29

,

daar juridische concepten en begrippen zich mijn inziens zeer moeilijk laten

vertalen. Ik heb er dan ook zoveel mogelijk voor gekozen om de terminologie

in deze verhandeling uit het Portugees over te nemen. Soms heb ik mij wel

gewaagd aan een Nederlandse vertaling. Als beslissingscriteria om al dan niet

de Portugese term te gebruiken heb ik de juridische juistheid en de

leesbaarheid vooropgesteld. Er is naar gestreefd om telkens de Portugese term

in italics weer te geven.

1.5. STRUCTUUR

Om de centrale onderzoeksvraag op een adequate manier te kunnen

beantwoorden is niet enkel een diepgaand rechtsvergelijkend onderzoek naar

de rol van de pauliana in het huidige rechtsbestel van beide landen

noodzakelijk, maar moet tevens aandacht geschonken worden aan haar

gemeenschappelijk verleden: het Romeins recht, alsook de receptie ervan door

de eeuwen heen. Dit vormt meteen het onderwerp van het eerste hoofdstuk van

deze verhandeling.

27 K. ZWEIGERT en H. KÖTZ, Introduction to Comparative Law, 1998, supra noot 16, 33-40. 28 Een mooie illustratie hiervan is de Engelse instelling van de trust, dat vanuit een niet-Engelse

invalshoek onbegrijpelijk is zonder een historisch inzicht in de ontwikkeling van common law en

equity. Zie F. GORLÉ et al., Rechtsvergelijking, 2007, supra noot 15, 33, nr. 48. Zie ook de kritiek van CONSTANTINESCO op deze illustratie: L.-J. CONSTANTINESCO, Traité, 1983,

supra noot 24, 130-131. 29 „Vertalers zijn verraders‟.

Page 9: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

345

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

In het tweede hoofdstuk wordt kort nagegaan hoe men in de academische

middens van beide landen denkt over de grondslag van de pauliaanse

vordering, iets wat reeds eeuwenlang voer tot debat geeft. MARIANO30

merkt

mijn inziens hierbij terecht op dat de discussie over de grondslag van de

pauliana toch ook een zeker praktisch belang, anders dan een louter theoretisch

belang, met zich meedraagt. De vraag naar het „waarom‟ staat hier voorop:

waarom bestaat er zoiets als de pauliaanse vordering respectievelijk

impugnação pauliana? Waarop is dit geënt? Hoe valt dit te rechtvaardigen?

We zullen zien dat de Belgische en Portugese auteurs in dit verband

soortgelijke antwoorden hebben geformuleerd.

Vervolgens wordt in hoofdstuk drie ingegaan op de gemeenrechtelijke

pauliana / impugnação pauliana singular. Ondanks de totaal verschillende

wetgevingsstijl -België: uiterst beknopt, Portugal: zeer extensief- zullen we

vaststellen dat er in de praktijk echter bijzonder weinig verschillen zijn waar te

nemen tussen beide rechtsfiguren. In de eerste plaats wordt hierbij onderzoek

verricht naar de toepassingsvoorwaarden: bestaan met betrekking tot de

gemeenrechtelijke pauliana op papier (lees: de wetgeving) dezelfde

toepassingsvoorwaarden naar Belgisch en Portugees recht? Indien ja, worden

zij in gelijke mate geïnterpreteerd door rechtspraak en rechtsleer? Dezelfde

vragen doen zich voor met betrekking tot de gevolgen (lees: sanctieregeling)

van de gemeenrechtelijke pauliana, wat dan ook het tweede luik omvat van dit

hoofdstuk.

Hoofdstuk vier contrasteert volledig met hoofdstuk drie: hoewel de Belgische

faillissementspauliana op wetgevend vlak ietwat dichter aansluit bij haar

Portugese variant (impugnação pauliana colectiva), bestaat er in de praktijk

een brede waaier aan verschillen. Deze talrijke verschillen die zich

voornamelijk situeren op het vlak van de bewijsregeling, het toepassingsgebied

ratione materiae alsmede ratione temporis, doen de gelijkenissen (onder meer

op het vlak van de zogenaamde „vereenvoudigde pauliana / resolução‟)

grotendeels in het niets verbleken. We zullen zien dat dit verklaard wordt door

de radicaal andere filosofie met betrekking tot de faillissementspauliana die de

Portugese wetgever hanteert in vergelijking met haar Belgische collega. An

sich is deze vaststelling uiterst merkwaardig, daar, zoals hiervoor reeds

aangehaald, de faillissementspauliana net een toepassing vormt van de

gemeenrechtelijke pauliana.31

Dit hoofdstuk leent zich dan ook toe tot

uitermate interessante rechtsvergelijkende bevindingen, en vormt het

werkelijke sluitstuk van deze verhandeling.

Tot slot, in hoofdstuk vijf, volgt dan het algemeen besluit van deze

verhandeling. Alvorens aan te vatten met de bespreking van dit alles rest mij

nog één opmerking. Met name met betrekking tot het derde hoofdstuk -de

30 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 80-81. 31 Supra 10, nr. 6.

Page 10: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

346

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

gemeenrechtelijke pauliana naar Belgisch en Portugees recht- is het niet de

bedoeling om allesomvattend te werken, gegeven de keuze van de

meesterproefmodule. De betrachting van deze verhandeling is dan ook eerder

om de lezer inzicht te verschaffen in de complexiteit van de materie en de

belangrijkste punten van verschil en gelijkenis aan te duiden op het vlak van

het faillissementsrecht.

2. HISTORISCH OVERZICHT VAN DE PAULIANA

NAAR BELGISCH EN PORTUGEES GEMEEN- EN

FAILLISSEMENTSRECHT

2.1. INLEIDING

Zowel de Belgische pauliaanse vordering als de Portugese impugnação

pauliana vindt haar oorsprong in het Romeinse recht.32

Tal van stellingen met

betrekking tot de actio pauliana die reeds tweeduizend jaar geleden door onze

voorouders ingenomen werden vinden tot op de dag van vandaag in grote mate

bijval in zowel het Belgische als Portugese rechtssysteem. Onontbeerlijk is dan

ook om de lezer een historisch overzicht aan te reiken. In dit hoofdstuk geef ik

vooreerst een beknopt overzicht van de werking van de pauliana in de

Romeinse tijd (2). Vervolgens ga ik kort in op de situatie van de pauliana in de

zogenaamde „tussenperiode‟, dat wil zeggen: vanaf de post-Romeinse tijd,

incluis receptie, tot aan de codificatieprocessen die zich voordoen vanaf de 18e

eeuw (3). Tenslotte wordt ingegaan op de zogenaamde „nieuwe

codificatiebeweging‟ en bespreek ik de huidige wettelijke regeling van de

Belgische en Portugese pauliana (4).33

2.2. DE ACTIO PAULIANA IN HET ROMEINSE RECHT

In de tweede eeuw voor Chr. beschikte de schuldeiser -via de praetor- over

twee beschermingsmechanismen die in sterke mate doen denken aan de

pauliana heden ten dage. Vooreerst de restitutio in integrum ob fraudem, die

32 België: Cass. 6 november 1902, Pas. 1903, I, 25; A. KLUYSKENS, Beginselen, 1931, supra noot 1, 172, nr. 94; R. DEKKERS, Handboek, 1971, supra noot 1, 229, nr. 402; H. DE PAGE,

Traité, 1967, supra noot 1, 223, nr. 204; P.F. GIRARD, Manuel élémentaire de droit romain,

Parijs, Rousseau, 1924, 444-452 (hierna verkort P.F. GIRARD, Manuel, 1924); A. VAN OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 458.

Portugal: F.M. DE SOUSA, “Antecedentes da acção pauliana”, S.I. 1962, 322-323; S. CRUZ,

Direito Romano, Coimbra, Coimbra Editora, 1984, 326 (hierna verkort ; A. COSTA, Direito das obrigações, Coimbra, Livraria Almedina, 2006, 856 (hierna verkort A. COSTA, Direito das

obrigações, 2006); J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 17-33. 33 Voor een uitgebreid overzicht verwijs ik naar de bijdrage van ANKUM, die een zeer extensieve verhandeling schreef over de geschiedenis van de actio pauliana. Zie J.A. ANKUM, Geschiedenis

der actio pauliana, Zwolle, Tjeenk Willink, 1962, 1-470 (hierna verkort J.A. ANKUM,

Geschiedenis der actio pauliana, 1962).

Page 11: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

347

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

kon ingesteld worden tegen degene die met de bedrieglijke schuldenaar had

gehandeld indien hij met wetenschap van de schuldenaars‟ consilium fraudis

of om niet had verkregen. Daarnaast stond ook het interdictum fraudatorium

beschikbaar, dat zowel tegen directe verkrijgers als tegen derdeverkrijgers te

kwader trouw of om niet kon worden ingesteld.34

Het is pas nadien, in de na-klassieke tijd, dat de naam actio pauliana voor het

eerst opduikt, als een voortzetting van het interdictum. Het dient echter te

worden benadrukt dat in die tijd, alsook vele eeuwen daarna, eerder sprake was

van actio revocatoria,35

veeleer dan actio pauliana.36

De actio pauliana werd neergelegd in zowel de Digesten, de Instituten als de

Codex Justinianus37

, allen onderdeel van het Corpus Iuris Civilis, een

verzameling van wetten en rechtskundige uitspraken betreffende burgerlijk

recht, samengesteld in opdracht van de Romeinse keizer Justianianus tussen

529 en 534.38

Er is hieromtrent heel wat Romeinse rechtsleer beschikbaar. Zo

vormde destijds een groot discussiepunt of de actio pauliana een persoonlijke

dan wel een zakelijke vordering is.39

Net zoals vandaag de dag40

slaagden ook

de Romeinen er niet in een eensgezind standpunt te formuleren.

34 P. COLINNET, “L”origine byzantine du nom de la Paulienne”, Nouvelle Revue Historique de

Droit Français e Étranger 1919, (43) 187 (hierna verkort P. COLINNET, “L‟origine”, NRHDFE 1919); P.F. GIRARD, Manuel, 1924, supra noot 32, 446; J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio

pauliana, 1962, supra noot 33, 16-17; M. KASER, Direito privado romano, Lissabon, Fundação

Calouste Gulbenkian, 1999, 460-462 (hierna verkort M. KASER, Direito privado romano, 1999); S. JUSTO, Direito privado romano – I. Parte geral (Introdução, Relação jurídica. Defesa dos

Direitos, Coimbra, Coimbra Editora, 2000, 295-299 ; A. VAQUER, “From revocation to non-

opposability: modern developments of the Paulian action” in H.L. MACQUEEN, A. VAQUER en S.E. ESPIAU (eds.), Regional Private Laws Codification in Europe, Cambridge, University Press,

2003, (199) 199; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 24 (hierna verkort

A. VAQUER, “Paulian action” in H.L. MACQUEEN et al. (eds.), Regional Private Laws, 2003). 35 Merk op dat de wetgever in Italië nog steeds spreek van actio revocatoria als hij doelt op de

pauliaanse vordering (art. 2901 Codice Civile). Zie ook supra 7, nr. 3. 36 De toevoeging „pauliana‟ is waarschijnlijk te danken aan een na-klassieke glossator, die de actio de naam heeft gegeven van de jurist in wiens werk hij de actie aantrof. Zie P. COLINNET,

“L‟origine”, NRHDFE 1919, supra noot 34, (43) 187; J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio

pauliana, 1962, supra noot 33, 68; R. DEKKERS, Handboek, 1971, supra noot 1, 229, nr. 402; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 223, nr. 204; G. VAN DIJCK, Pauliana, Amsterdam,

Kluwer, 2008, 1 (hierna verkort G. VAN DIJCK, Pauliana, 2008); J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 21. 37 Respectievelijk Inst. 4.6.6, D. 4.2.8 en D. 42.14.26 en C. 7.75. 38 J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio pauliana, 1962, supra noot 33, 17; R. ZIMMERMAN,

The law of obligations: Roman foundations of the civil tradition, Oxford, Oxford University Press, 1996, 357 (hierna verkort R. ZIMMERMAN, The law, 1996); A. VAQUER, “Paulian action” in

H.L. MACQUEEN et al. (eds.), Regional Private Laws, 2003, supra noot 34, (199) 199; L.

WAELKENS, Civium Causa. Handboek Romeins Recht, Leuven, Acco, 2006, 75-79 (hierna verkort L. WAELKENS, Civium Causa, 2006); G. VAN DIJCK, Pauliana, 2008, supra noot 36,

1; A.M. RIGGSBY, Roman Law and the Legal World of the Romans, Cambridge, Cambridge

University Press, 2010, 25-35. 39 J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio pauliana, 1962, supra noot 33, 21-104; J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 22-23. 40 Infra 25, nr. 37.

Page 12: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

348

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Om de actio pauliana in te stellen, diende de schuldeiser in de eerste plaats te

bewijzen dat hij door de handeling werd benadeeld (eventus damni). Dit begrip

werd redelijk breed uitgelegd: het kon zowel een vermeerdering van het

passief als een vermindering van het actief omvatten.41

De actio pauliana

stond evenwel niet open tegen een schuldenaar die weigerde zich te verrijken

(bijvoorbeeld door het niet aanvaarden van een legaat).

Daarnaast moest de schuldeiser ook een subjectief element aantonen, namelijk

het consilium fraudis, wat betekent dat de schuldenaar de bedoeling moet

hebben gehad om de schuldeiser te benadelen. Ook deze vereiste werd ruim

geïnterpreteerd, daar wetenschap van het ontstaan of de toename van eigen

insolventie voldoende werd geacht.

Tenslotte moest het consilium fraudis van de schuldenaar gepaard gaan met de

wetenschap daarvan (scientia fraudis) bij de verkrijger. Wel werd een

duidelijke grens getrokken: de wetenschap van het bestaan van schulden werd

niet voldoende geacht.42

Het gevolg van het succesvol instellen van de actio pauliana was de terugkeer

van alle goederen. Zoals we verder in deze verhandeling nog zullen zien,

leunen de drie „Romeinse‟ toepassingsvoorwaarden alsmede het gevolg van de

actio pauliana enorm dicht aan bij deze van de pauliaanse vordering dan wel

impugnação pauliana vandaag de dag.

2.3. DE PAULIANA IN DE EUROPESE ROMANISTISCHE

RECHTSWETENSCHAP

Van zodra de macht van het Romeinse rijk verschuift naar de Germaanse

invallers breken zogenaamde „donkere eeuwen‟ aan, niet in het minst voor de

actio pauliana. Het zou pas rond 1100 te Bologna, Italië, zijn, dat de

rechtsfiguur terug intensief bestudeerd en uitgewerkt werd. Centraal stond

hierbij het Corpus Iuris Civilis, waarbij men tal van „glossen‟, dat wil zeggen

korte opmerkingen geschreven tussen de regels van de tekst of in de marge,

noteerde.43

Het werk van deze „glossatoren‟ werd voortgezet door de

41 P.F. GIRARD, Manuel, 1924, supra noot 32, 445; J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio

pauliana, 1962, supra noot 33, 65-70; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot

11, 29-30. 42 P.F. GIRARD, Manuel, 1924, supra noot 32, 446-447; J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio

pauliana, 1962, supra noot 33, 70-73; M. KASER, Direito privado romano, 1999, supra noot 34,

460-462; A. VAQUER, “Paulian action” in H.L. MACQUEEN et al. (eds.), Regional Private Laws, 2003, supra noot 34, (199) 200; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot

11, 31-32. 43 P. DE CRUZ, Comparative law, 1999, supra noot 16, 56; J.E. SPRUIT, Cunabula Iuris. Elementen van het Romeinse privaatrecht, Deventer, Kluwer, 2003, 93 (hierna verkort J.E.

SPRUIT, Cunabula Iuris, 2003); R. LESAFFER, Inleiding tot de Europese rechtsgeschiedenis,

Leuven, Universitaire Pers, 2004, 231-233 (hierna verkort R. LESAFFER, Inleiding, 2004); L. WAELKENS, Civium Causa, 2006, supra noot 38, 92-93; G.C.J.J. VAN DEN BERGH, Geleerd

recht: een geschiedenis van de Europese rechtswetenschap in vogelvlucht, Deventer, Kluwer,

2007, 162 (hierna verkort G.C.J.J. VAN DEN BERGH, Geleerd recht, 2007).

Page 13: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

349

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Ultramontani en de postglossatoren, via de beroemde Universiteit van

Orléans.44

Opmerkelijk is dat alle drie de scholen niet het besef hadden dat het

Corpus Iuris Civilis het neergelegd resultaat is van een historische

ontwikkeling, waardoor zij een heel aantal zeer theoretische discussies zijn

aangegaan die voor de moderne jurist niet al te veel belang vormen. Zo voerde

men eerder discussies over de aard van de actio pauliana (waarbij de

meerderheid van de rechtsleer haar een persoonlijk karakter toedichtte) en

plaatste men haar tegenover andere rechtsfiguren (zoals bvb. simulatie).45

Desalniettemin werd een uiterst belangrijke basis gelegd waarop de latere

Europese juristen, vanaf de humanisten en de juristen van de Hollandse

elegante school tot en met de aanhangers van de usus modernus Pandectarum,

hebben voortgebouwd.46

Ondertussen begint de handel zich volop te (her)ontwikkelen, en dringt de

nood van een aangepaste pauliana regeling op faillissementsvlak zich op.

Hoewel net in faillissementszaken schuldenaars vaak tal van bedrieglijke

handelingen stellen, bood de gerecipieerde actio pauliana van het Corpus Iuris

aan de schuldeisers van een failliete schuldenaar onvoldoende bescherming; de

bewijslast om bedrog aan te tonen is immers zeer zwaar.47

Om hierop een

krachtdadig antwoord te kunnen bieden, verschijnen in alle landen van Europa

dan ook bepalingen48

krachtens welke bepaalde handelingen, door de

schuldenaar verricht gedurende een zekere periode voorafgaand aan zijn

faillissement, geacht worden te zijn verricht ter benadeling der schuldeisers.

2.4. DE PAULIANA EN DE „NIEUWE CODIFICATIEBEWEGING‟

Tijdens de 18e eeuw wint onder de aanhangers van de Verlichting de idee veld

om het bestaande recht te vervangen door een stelsel van wetboeken. Deze

„moderne codificatiebeweging‟ onderscheidt zich fundamenteel van de

Justiniaanse codificatie. Daar waar het Corpus Iuris Civilis louter een

compilatie en selectie van bestaand recht betreft, gaan de voorstanders van een

44 J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio pauliana, 1962, supra noot 33, 107-135; E.M. MEIJERS,

Études d’histoire du droit: Le droit romain au Moyen Âge, Leiden, Universitaire Pers, 1966, 52; J.E. SPRUIT, Cunabula Iuris, 2003, supra noot 43, 94. 45 J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio pauliana, 1962, supra noot 33, 134-135. 46 Voor meer informatie over de drie scholen, zie H J. WOLFF, Roman law: an historical introduction, Oklahoma, University Press, 1951, 292 ; J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio

pauliana, 1962, supra noot 33, 187-263; R. LESAFFER, Inleiding, 2004, supra noot 43, 315-325;

R. ZIMMERMAN, The law, 1996, supra noot 38, 1085 ; G.C.J.J. VAN DEN BERGH, Geleerd recht, 2007, supra noot 43, 83. Over het algemeen sloten zij op dogmatisch vlak eerder aan bij de

Middeleeuwe Romanisten, hoewel zij ook enkele nieuwe punten aanhaalden (bvb. door de actio

pauliana te plaatsen tegenover de actio doli). 47 J.A. ANKUM, Geschiedenis der actio pauliana, 1962, supra noot 33, 17-19; I. VERVOORT,

“De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en

werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 382-384. 48 Weliswaar nog niet onder de vorm van wetboeken (infra 19, nr. 24: codificatie). Het betreft

onder andere statuten, provinciale keuren en ordonnantiën. Zie J.A. ANKUM, Geschiedenis der

actio pauliana, 1962, supra noot 33, 18.

Page 14: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

350

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

nieuwe codificatie een stap verder door de wetboeken nieuw recht te laten

invoeren.49

2.4.1. De codificatie van de pauliana in het gemeen recht

Hoewel de eerste wetboeken van de „nieuwe codificatiebeweging‟ afstammen

uit het Heilig Roomse Rijk50

, is in het kader van deze verhandeling vooral de

Franse codificatiebeweging van belang. Eerste consul Napoléon Bonaparte

stelde in 1800 een beperkte Commissie van vier eminente juristen aan om een

burgerlijk wetboek voor Frankrijk op te stellen. Nadat het ontwerp aan het Hof

van Cassatie werd voorgelegd en uitgebreid in de Raad van State werd

besproken, werd uiteindelijk in 1804 de Code Civil, ook wel Code Napoléon

genoemd, ingevoerd.51

Wat de pauliaanse vordering betreft, werd in de Code

Civil een specifiek art. 1167 opgenomen dat kort maar krachtig stelt dat

schuldeisers in eigen naam kunnen opkomen tegen de handelingen die hun

schuldenaar verricht heeft met bedrieglijke benadeling van hun rechten. Lid 2

omschrijft twee uitzonderingen hierop: inzake erfenissen en huwelijkscontract

en wederzijdse rechten van de echtgenoten moeten de daar voorgeschreven

regels gevolgd worden.

Uitermate belangrijk is dat het wetboek, incluis art. 1167, niet enkel van kracht

werd in wat nu Frankrijk is, maar tevens in alle door Frankrijk veroverde

gebieden zoals België en Portugal.52

a. De gemeenrechtelijke pauliana en de Belgische wetgever

De Belgische wetgever is er nooit toe gekomen een eigen Burgerlijk Wetboek

op te stellen en aldus geldt de Franse Code Civil, net zoals in Frankrijk en

Luxemburg, nog steeds, weliswaar met de nodige aanpassingen.53

Ook art.

1167 geldt in België nog steeds zo goed als onverkort. Het artikel werd

doorheen haar geschiedenis immers slechts eenmaal gewijzigd, en betreft een

eerder familierechtelijk aspect. Art. 10 van artikel 4 van de Wet van 14 juli

1976 vermeldt het als volgt: in art. 1167 tweede lid van hetzelfde Wetboek

49 R. LESAFFER, Inleiding, 2004, supra noot 43, 412. 50 In dit verband moet gewezen worden op de Codex Maximilianeus Bavaricus civilis (1756) en het Allgemeines Lanrecht für die Preussischen Staaten (1794). Zie onder andere R. LESAFFER,

Inleiding, 2004, supra noot 43, 412-414. 51 R. LESAFFER, Inleiding, 2004, supra noot 43, 413-414. Voor een goed overzicht van de Franse codificatie zie onder andere R. CASSIN, “Codification and National Unity” in B. SCHWARTZ

(ed.), The Code Napoleon and the common-law world: the sesquicentennial lectures delivered at

the law center of New York University, New Jersey, The Lawbook Exchange, 2008, 46-55. 52 A. VAQUER, “Paulian action” in H.L. MACQUEEN et al. (eds.), Regional Private Laws, 2003,

supra noot 34, (199) 208-209. 53 Interessant in dit verband is het werk van HEIRBAUT die een onderzoek heeft gevoerd naar het falen van de Belgische codificatie. Zie D. HEIRBAUT, “Codificatie in België en Nederland: een

voorbeeld van hoe het (niet) moet? Een onderzoek naar de factoren van het succes en het falen van

de pogingen tot codificatie van het civielrecht in België en Nederland”, TPR 2006, 1683-1745.

Page 15: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

351

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

worden de woorden ‘Huwelijkscontract en wederzijdse rechten van de

echtgenoten’ vervangen door ‘Huwelijksvermogensstelsels’.54

Ondanks het feit dat er wel expliciete verwijzingen worden gemaakt naar

bijvoorbeeld de bedrogvereiste toe, schept het artikel weinig duidelijkheid

voor wat betreft de toepassingsvoorwaarden van de actio pauliana. De

summiere beschrijving die wordt gegeven in art. 1167 B.W. moet dan ook

eerder beschouwd worden als een bevestiging van de legitimiteit van de

pauliaanse vordering aldus VERVOORT.55

De leemte gecreëerd door de

wetgever moet dan ingevuld worden door de traditie (lees: het Romeinse

recht), rechtspraak en rechtsleer, aldus het Hof van Cassatie in 1890.56

b. De impugnação pauliana singular en de Portugese wetgever

Portugal maakt zich, in tegenstelling tot België, al snel los van de Franse

invloed57

, en voert, na een periode waarin een mengeling van Portugese

Koninklijke Ordonnanties58

en Romeins recht gold, in 1867 een eigen

burgerlijk wetboek in: de Código Civil Português, ook wel Código de Seabra

genoemd -naar de belangrijkste opsteller ervan-, dat inhoudelijk sterk

geïnspireerd is op het Franse, en in mindere mate het Duitse, Spaanse,

Oostenrijkse en Zwitserse model. De Portugese gemeenrechtelijke pauliana, de

impugnação pauliana singular59

, werd hierbij geregeld in niet minder dan

veertien artikelen60

, wat naar Belgisch/Frans aanvoelen iets weg heeft van een

juridisch tijdschriftartikel, veeleer dan wetgevend werk. De Portugese

wetgever had, onder invloed van de Italiaanse wetgever, bewust gekozen om

54 Art. 10 van art. 4 Wet 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels, B.S. 18 september 1976, Pasin. 1976, 1694-1695. 55 I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS

(eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 367. 56 Cass. 9 januari 1890, Pas. 1890, I, 60; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 223, nr. 206; E.

DE LUYCK, “Het bedrog vanwege de schuldenaar en de derde medeplichtigheid in de actio

pauliana. Een onderzoek van het Belgische en Franse recht”, Jura Falc. 1978-79, (621) 622. 57 Britse interventie in de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog herstelde de onafhankelijkheid van

Portugal en de laatste Franse troepen werden in 1812 het land uitgezet. Zie G.A. MOREIRA,

Instituições do direito civil português, Coimbra, Coimbra Editora, 1911, 32 (hierna verkort G.A. MOREIRA, Instituições, 1911); J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 48. 58 Meer specifiek betrof het de Ordenações Afonsinas (1446), Ordenações Manuelinas (1514-

1521) en Ordenações Filipinas (1603), die tot in 1867 alle drie tegelijkertijd toepassing vonden. De codificatie van een burgerlijk wetboek liet lang op zich wachten door de politieke strijd tussen

liberalen en conservatieven. Voor meer informatie, zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana,

2008, supra noot 11, 41-44. 59 Onder de Código de Seabra was eigenlijk sprake van het begrip acção pauliana, en niet

impugnação pauliana. Pas later, in de rechtspraak en rechtsleer, en uiteindelijk in de wetgeving

wordt het desbetreffende begrip naar voren geschoven. Zie A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 856. 60 Artt. 1033-1045 Código Civil 1867. Voor een artikelsgewijze bespreking, zie J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 49-51.

Page 16: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

352

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

een extensieve regeling op te nemen met betrekking tot de pauliana, om zo

rechtszekerheid dienaangaande te bevorderen.61

In 1967, precies een eeuw later, wordt een nieuw Portugees Burgerlijk

Wetboek ingevoerd, ook Código Civil Português (hierna verkort C.C.P.), of

naar zijn belangrijkste opsteller genoemd: Código de Varela. Dit wetboek dat

onder een commissie van Portugal‟s meest vooraanstaande juristen tot stand

kwam, kent een grote invloed van het Duitse recht, en meer specifiek het Duits

Burgerlijk Wetboek: Bürgerliches GesetzBuch (1900). Met name de

doordachte structuur van het Duitse Wetboek werd integraal overgenomen,

hoewel ook in zekere mate inhoudelijk inspiratie werd gezocht in het Duitse

recht.62

De impugnação pauliana singular kreeg een grondige opknapbeurt en werd

aangepast aan ontwikkelingen in de rechtspraak en rechtsleer. Voortaan

handelen negen artikelen over de Portugese gemeenrechtelijke pauliana, wat

nog steeds in schril contrast staat met de Belgische variant. Alle

toepassingsvoorwaarden van de pauliana worden expliciet opgenomen in het

Portugees Burgerlijk Wetboek; centraal in dit verband staat art. 610 C.C.P., dat

letterlijk de titel „toepassingsvoorwaarden‟ (requisitos gerais) draagt. Vertaald

naar het Belgische rechtssysteem komen hierbij zowel de

anterioriteitsvoorwaarde, de benadeling, het bedrog en kwade trouw

(medeplichtigheid) aan bod.63

Vervolgens wordt in de artikelen daarna

(meerbepaald artt. 611 tot 615 C.C.P.) bijkomende duiding verstrekt over

zowel de benadeling- als de bedrog-/kwade trouwvereiste. De artt. 616 en 617

C.C.P. bespreken de gevolgen van de impugnação pauliana singular; art. 618

C.C.P. tenslotte, regelt de verjaring.

2.4.2. De codificatie van de pauliana in het faillissementsrecht

Ook in het kader van het faillissementsrecht vormt het Franse recht de basis

van zowel de Belgische als de Portugese faillissementspauliana. In 1807

wordt, tevens onder Napoleon‟s bewind, en in navolging van de codificatie van

het burgerlijk recht, de Code de Commerce ingevoerd.64

Dit wetboek heeft,

zoals de naam reeds doet vermoeden, niet louter betrekking op het

61 G.A. MOREIRA, Instituições, 1911, supra noot 57, 167; F. DE QUADROS, Da acção pauliana

no direito civil português, Nova Goa, Imprensa Nacional, 1918, 168; J. TAVARES, Os princípios

fundamentais do direito civil, Coimbra, Coimbra Editora, 1922, 553; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 51-55. 62 N. SILVA, História do direito português, Lissabon, Fundação Calouste Gulbenkian, 2000, 22

(hierna verkort N. SILVA, História, 2000); A.M. CORDEIRO, Tratado de Direito Civil Português, Coimbra, Editoria Almedina, 2009, 82; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008,

supra noot 11, 55-56. 63 Infra 21, nr. 28. 64 P. THÉRY, “The Evolution of Insolvency Law in France” in W.-G. RINGE, L. GULLIFER en

P. THERY (eds.), Current Issues in European Financial and Insolvency Law. Perspectives from

France and the UK, Oxford, Hart Publishing, 2009, 1-16.

Page 17: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

353

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

faillissementsrecht maar strekt zich uit tot het gehele domein van het handels-

en economisch recht.65

In art. 447 wordt een „faillissementspauliana‟

opgenomen. Voorts somt het wetboek, in navolging van de evolutie die zich

voordeed reeds voor de nieuwe codificatiebeweging plaatsvond, een aantal

handelingen op die nietig zijn ten opzichte van de boedel, indien zij werden

verricht gedurende de „verdachte periode‟ (période suspecte). Het betreft

zowel hypotheekverleningen (art. 443), schenkingen van onroerend goed (art.

444) en alle betalingen (art. 446).

a. De faillissementspauliana, de vereenvoudigde pauliana en de Belgische

wetgever

Net zoals op het domein van het burgerlijk recht, is de Belgische wetgever er

nooit in geslaagd een (volledig) eigen Wetboek van Koophandel op te

stellen.66

Wel werden na verloop van tijd hele hoofdstukken uitgelicht en

vormgegeven in afzonderlijke wetten zoals het hoofdstuk „vennootschappen‟67

.

Vooral belangrijk in het licht van deze verhandeling is het hoofdstuk

„faillissement‟, dat voortaan geregeld werd door de Wet van 18 april 1851 op

het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling (hierna verkort

oude Faill.W.). Met betrekking tot de pauliana, sloten de bepalingen echter

zeer nauw aan bij de Franse regeling vervat in de Code de Commerce.68

De huidige Faillissementswet kwam pas anderhalve eeuw later tot stand, in de

schoot van een parlementaire commissie onder voorzitterschap van dhr.

KRINGS (8 augustus 1997). De nood aan hervorming was destijds uitermate

groot, en in feite trad met deze „nieuwe‟ Faillissementswet een geheel nieuwe

economische filosofie en strategie in werking.69

Met betrekking tot de regeling

van de pauliana deed zich slechts één grote wijziging voor: de sanctieregeling

werd aangepast en evolueerde van „nietigheid‟ naar „niet-tegenstelbaarheid‟.70

65 Het bestond dan ook uit vier boeken: handel te land, handel ter zee, faillissement en

handelsrechtbanken. 66 Voor een uitstekend overzicht van de geschiedenis van de Belgische faillissementswet zie T.M.

BOS, Grensoverschrijdend faillissement in Europees perspectief, Amsterdam, Kluwer, 2000, 51-

56. 67 Thans: Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999. 68 Zo gold zelfs dezelfde nummering: ook de artt. 443-448. 69 Puur winstbejag als ultieme doel werd opzijgeschoven, in de plaats daarvan werd de nadruk gelegd op begrippen als „duurzame opbrengst‟ en „continuïteit van de onderneming‟. Zie C. VAN

BUGGENHOUT, “Kanttekeningen bij de wetten betreffende het gerechtelijk akkoord en het

faillissement”, R.W., 1997-98, 449; M. VANMEENEN, “De nieuwe faillissementswet en de wet op het gerechtelijk akkoord bij de Rechtbank van Koophandel van Brussel”, Jura Falconis, 2000-

2001, 175-176. 70 Memorie van Toelichting bij het Ontwerp van Faillissementswet, Parl. St. Kamer 1991-92, nr. 631/1; I. VEROUGSTRAETE, Manuel, 1987, supra noot 7, 311; E. VAN CAMP, De nieuwe

faillissementswet, Deurne, Kluwer, 1997, 73; S. LOOSVELD, “Artikel 20 van de Nieuwe

Faillisementswet”, (noot onder Kh. Luik 29 april 1997), TRV 1998, (292) 292 (hierna verkort S. LOOSVELD, “Artikel 20”, TRV 1998). Andere wijzigingen betroffen de aanpassing van enkele

zinnen aan het modern Nederlands taalgebruik, enkele rechtstechnische aspecten met betrekking

tot een aantal geformuleerde handelingen in artikel 445 Faill.W., en het schrappen van de termijn

Page 18: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

354

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Thans wordt de faillissementspauliana geregeld in art. 20 Faill.W. De

verdachte handelingen, door de rechtsleer71

aangeduid als „vereenvoudigde

pauliana‟ worden geregeld in de artt. 17 en 18 Faill.W.

b. De impugnação pauliana colectiva, de resolução en de Portugese

wetgever

Portugal kent een zeer woelige faillissementsrechtsgeschiedenis. Sinds de

bevrijding van de Franse bezetting in 1812, werden tal van Wetboeken en

Decreet-Wetten met betrekking tot dit rechtsdomein ingevoerd. Dit heeft ook

zijn gevolgen gehad voor de pauliana-regeling, die aan tal van wijzigingen

werd onderworpen.72

Het is opmerkelijk dat de codificatiebeweging in Portugal zich voor het eerst

uitdrukte in het handels- en economisch recht (en dus niet het burgerlijk recht

zoals in België73

) met als eerste wapenfeit het Wetboek van Koophandel van

1833 (Código Comercial de 1833) alwaar reeds enkele bepalingen die

refereerden aan de pauliana werden ingelast.74

In het daaropvolgende „tweede‟

Código Comercial, in werking getreden door de Carta de Lei de 28 de Junho

1888 die het Wetboek van Koophandel van 1833 ophief, gaat de Portugese

wetgever een stapje verder door art. 721 (impugnação pauliana colectiva) in te

lassen dat expliciet verwijst naar de burgerlijke bepalingen (art. 1030 en

volgende) betreffende de pauliaanse vordering opgenomen in het oude

Portugese Wetboek, de Código de Seabra (1867). Het artikel creëert daarnaast

de eerste versie van wat in België gedefinieerd wordt als „vereenvoudigde

pauliana‟ (resolução)75

door een wettelijk vermoeden van kwade trouw op te

leggen met betrekking tot bepaalde handelingen die nadelig zijn voor de

boedel der schuldeisers en plaatsvinden veertig dagen voorafgaand aan het

van tien dagen, zoals voorzien in artikel 445 oude Faill.W. Tevens werd de gehele nummering

aangepast: de pauliana-regeling is nu terug te vinden in de artt. 16-21 Faill.W. 71 K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 58-59; I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.),

Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 383. Hier dient evenwel aan

toegevoegd worden dat sommige rechtsleer ook art. 19 en 21 Faill.W. opnemen onder de noemer „vereenvoudigde pauliana‟. Deze vallen echter buiten het bestek van deze verhandeling. Zie bvb.

B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 188. 72 Voor een uitstekend overzicht van de geschiedenis van de Portugese faillissementswet, zie M. LEITÃO, Direito da Insolvência, Coimbra, Editoria Almedina, 2011, 51-82 (hierna verkort M.

LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011). 73 Zelfs het strafrecht (Código Penal, 1852) werd in Portugal eerder gecodificeerd dan het burgerlijk recht. Voor meer informatie zie C.N. DA SILVA, “Portuguese legal history: a brief

account” in Faculdade de Direito da Universidade Nova de Lisboa Working Papers, Lissabon,

FDUNL, 2002, (1) 8 (hierna C.N. DA SILVA, “¨Portuguese legal history” in Faculdade, 2002). 74 N. SILVA, História, 2000, supra noot 62, 33-34; C.N. DA SILVA, “¨Portuguese legal history”

in Faculdade, 2002, supra noot 73, (1) 9; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra

noot 11, 51. 75 DE GRAVATO MORAIS laat hier geen twijfel over bestaan: „…qualificar esta resolução como

uma espécie de impugnação pauliana‟. Zie F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra

noot 10, 193.

Page 19: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

355

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

faillissementsvonnis.76

Het betreft onder meer het toestaan van hypotheken,

gebruikspand of van pand op goederen van de schuldenaar gevestigd wegens

voordien aangegane schulden alsook betalingen in geld wegens niet vervallen

schulden.77

Dit artikel wordt vervolgens integraal overgenomen in het eerste Portugese

Faillissementswetboek (Código de Falências, artt. 77-78) dat in werking treedt

door het Decreto de 26 de Julho de 1899, en nadien met enkele aangebrachte

wijzigingen in het tweede Portugese Faillissementswetboek van 1935 (artt. 32-

37), goedgekeurd door Decreto-Lei n.° 25.981 de 26 de Outubro 1935.

Enerzijds worden hierbij nieuwe, langere termijnen opgelegd met betrekking

tot het aanvechten van een schuldeiserbenadelende handeling. Anderzijds

worden verscheidene nieuwe categorieën handelingen ingevoerd.78

Het is hoogstens opmerkelijk dat vervolgens het gehele Faillissementswetboek,

onder licht gewijzigde vorm, werd opgenomen in het Wetboek van Burgerlijk

Procesrecht (Código de Processo Civil, artt. 1168-1172), dat in werking trad

door Decreto n.° 29.637 de 28 Maio 1939.79

Dit bleef zo tot de invoering van

een nieuw wetboek in 1993, specifiek voorzien voor het faillissement, getiteld

„Wetboek inzake Speciale Procedures van Ondernemingen in Herstel en

Faillissement‟ (Código dos Processos Especiais de Recuperação da Empresa e

de Falência, hierna verkort C.P.E.R.E.F.), goedgekeurd door Decreto-Lei n.°

132/93 de 23 de Abril 1993.80

Dit wetboek biedt tot op de dag van vandaag

nog steeds praktische relevantie daar het van toepassing is op alle zaken die

dateren van voor 15 september 2004.

De huidige pauliana binnen het Portugese faillissementsrecht wordt geregeld

door de artt. 120-127 van het Wetboek inzake Insolventie en Herstel van

Ondernemingen (Código da Insolvência e de Recuperação de Empresas;

hierna verkort C.I.R.E.).81

Dit „wetboek‟ (codigo), qua structuur en opbouw

redelijk gelijkaardig aan de Belgische Faillissementswet, is in werking

getreden op 15 september 2004.82

De regeling betreffende de pauliana heeft

heel wat weg van die onder de huidige Belgische Faillissementswet. Zo wordt

76 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 52. 77 Merk op dat dit dus in grote mate overeenkomt met het huidig Belgisch artikel 17 van de Faillissementswet. 78 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 53; M. LEITÃO, Direito da

Insolvência, 2011, supra noot 72, 60-63. 79 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 53; M. LEITÃO, Direito da

Insolvência, 2011, supra noot 72, 64-71. 80 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 54; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 78-82. 81 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 19-20; C. SERRA, O Novo

Regime, 2008, supra noot 10, 74-75; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 83-87. 82 Merk echter op dat dit „wetboek‟ twee keer zoveel artikels (304 vs. 150) bevat als de Belgische

Faillissementswet en dan ook aanzienlijk meer wetgeving herbergt.

Page 20: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

356

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

ook hier een tweedeling pauliana - vereenvoudigde pauliana gemaakt (vgl. de

artt. 120, 121 en 127). De overige artikels betreffen procedurele aspecten,

zoals bijvoorbeeld de gevolgen van de pauliana (art. 126). Toch vaart met

betrekking tot zowel de impugnação pauliana colectiva als de resolução een

nieuwe wind doorheen de huidige Portugese faillissementsregeling, waar in de

volgende hoofdstukken uitgebreid op wordt ingegaan.

3. DE GRONDSLAG VAN DE PAULIANA NAAR

BELGISCH EN PORTUGEES GEMEEN- EN

FAILLISSEMENTSRECHT

3.1. INLEIDING

In alle West-Europese landen, incluis België en Portugal, is men het nooit

helemaal eens kunnen worden over de juridische grondslag van de pauliaanse

vordering. Reeds ten tijde van het Romeins recht werd hierover uitgebreid

gediscussieerd. Tot op heden woeden dan ook nog steeds hevige -zij het eerder

academische83

- debatten tussen verscheidene stromingen in de rechtsleer.

Desalniettemin is de meerderheid van de rechtsleer in beide rechtsstelsels in dit

verband tot eenzelfde consensus kunnen komen (2). Toch is (nog) lang niet

iedereen overtuigd en duiken zowel in België als in Portugal tot op de dag van

vandaag alternatieve grondslagtheorieën op (3).

3.2. GEMEENSCHAPPELIJKE CONSENSUS IN BELGIË EN PORTUGAL: DE

QUASIDELICTUELE AANSPRAKELIJKHEID / RESPONSABILIDADE QUASE-

DELITUAL

Zowel in België als in Portugal wordt de pauliana door de heersende leer

beschouwd als een toepassing van quasi-delictuele aansprakelijkheid

(responsabilidade quase-delitual), uitgedrukt door respectievelijk art. 1382

B.W.84

en art. 601 C.C.P85

. Met andere woorden: indien de derde-

83 Nochtans merkt MARIANO terecht op dat de discussie over de grondslag van de pauliaanse

vordering ook een zeker praktisch belang met zich meedraagt. Zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 80-81. 84 Cass. 9 januari 1890, Pas. 1890, I, 59; Cass. 16 mei 1890, Pas. 1890, I, 210; Cass. 6 november

1902, Pas. 1903, I, 25; Luik 15 oktober 1990, J.T. 1991, 298; Gent 23 februari 1999, A.J.T. 1999-2000, 552; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 257, nr. 252; D. DEVOS, “La réparation du

préjudice du créancier demandeur à l‟action paulienne”, (noot onder Cass. 15 mei 1992), R.C.J.B.

1995, 320-321; J. VERSTAPPEN, “De pauliaanse vordering en de ontvangers van directe belastingen en van B.T.W.”, T.Not. 1996, 565; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in

Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 165. Een alternatief wordt geboden door L.

CORNELIS die de pauliaanse vordering steunt op het algemeen rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit, zie L. CORNELIS, Algemene theorie, 2000, supra noot 6, 383, nr. 307. 85 F. VASCONCELOS, “Do fundamento da rescisão pauliana”, R.O.A. 1948, 125-164; A.

VARELA, “Fundamento da acção pauliana”, R.L.J. 1962, 366-370 (hierna verkort A. VARELA,

Page 21: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

357

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

medecontractant daadwerkelijk medeplichtig is handelt hij niet als een bonus

pater familias. Het betreft derhalve een persoonlijke vordering en geen

zakelijke of een gemengde vordering.86

Toch draagt de pauliaanse vordering

een zakelijk aspect met zich mee, doordat zij niet enkel kan worden ingesteld

tegen de wederpartij van de bedrieglijk handelende schuldenaar, maar ook

tegen verdere verkrijgers. Ook het feit dat de agerende schuldeiser (minstens in

bepaalde gevallen) voorrang heeft in geval van samenloop met de schuldeisers

van de verkrijger drukt in dit verband een zakelijk karakter uit.87

In beide landen is er na verloop van tijd echter het besef gekomen dat deze

grondslag niet geheel sluitend is. Zij biedt immers geen voldoende verklaring

voor de niet-tegenwerpbaarheid aan de schuldeiser van rechtshandelingen om

niet, gesteld door een bedrieglijk handelende schuldenaar jegens een te goeder

trouw zijnde derde-medecontractant. Bepaalde auteurs, zowel in België als in

Portugal, hebben in dit verband dan ook geprobeerd om in dit geval de

risicoleer (risco) toe te passen. De redenering is als volgt: de verkrijger ten

kosteloze titel heeft door het aanvaarden ten kosteloze titel een risico

aangenomen en moet dan ook instaan voor eventuele aansprakelijkheid ten

aanzien van de benadeelde schuldeiser.88

Er dient te worden opgemerkt dat de heersende grondslagtheorie ook geldt met

betrekking tot de faillissementspauliana / impugnação pauliana colectiva, daar

deze zoals hiervoor reeds vermeld89

, een toepassing vormt van de

gemeenrechtelijke pauliana. De achterliggende ratio van de vereenvoudigde

“Fundamento”, R.L.J. 1962); M. LEITÃO, “O enriquecimento sem causa no direito civil”,

Cadernos de Ciência e Técnica Fiscal 1998, 852-855; M. LEITÃO, Direito das obrigações, Coimbra, Livraria Almedina, 2007, 313-315 (hierna verkort M. LEITÃO, Direito das obrigações,

2007). MARIANO merkt in dit verband op dat ook in Italië, Spanje en Frankrijk de meerderheid

van de rechtsleer en rechtspraak de pauliaanse vordering stoelt op de leer van de buitencontractuele aansprakelijkheid, zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra

noot 11, 79. 86 België: H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 257, nr. 252; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 165.

Portugal: do S.T.J., de 25-2-1997, no B.M.J. n.° 464, pág. 517, relatado por TORRES PAULO; da

Relação de Évora, de 11-3-1999, no site www.dgsi.pt, relatado por MOTA MIRANDA; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 85-86. 87 J. VANANROYE, “Collectieve schade in het faillissement in het bijzonder bij aansprakelijkheid

wegens onrechtmatige kredietverlening en –handhaving”, T.R.V. 1999, (152) 159 (hierna verkort J. VANANROYE, “Collectieve schade”, T.R.V. 1999); V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio

pauliana”, T.B.B.R. 2001, supra noot 2, (569) 580; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in

Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 165-166. 88 België: S. LOOSVELD, “L‟action paulienne”, T.B.B.R. 2001, supra noot 2, (153) 153; S. BAR

en C. ALTER, “Les effets du contrat” in Pratique du droit, Waterloo, Kluwer, 2006, 160, nr. 301

(hierna verkort S. BAR en C. ALTER, “Les effets” in Pratique du droit, 2006). Zie onder andere ook nog een alternatieve grondslagtheorie: F. TOP, “De pauliaanse vordering kan in beginsel geen

afbreuk doen aan de rechten van derden te goeder trouw verkregen op het door die vordering

geviseerde onroerend goed”, T. Not. 2006, 182. Portugal: A. VARELA, “Fundamento”, R.L.J. 1962, supra noot 85, (352) 369; J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 80. 89 Supra 10, nr. 6.

Page 22: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

358

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

pauliana / resolução is gelegen in het principe van gelijkheid van de

schuldeisers (paritas creditorum). Dit beginsel, van fundamenteel belang voor

zowel het Belgisch als Portugees faillissementsrecht impliceert dat

schuldeisers die zich in dezelfde situatie bevinden, gelijk moeten worden

behandeld.90

Meer in het bijzonder betreft het handelingen die zo manifest een

voordeel aan een derde verstrekken dat de wetgever tot het besluit is gekomen

dat deze handelingen op zichzelf een schending zijn van het

gelijkheidsbeginsel tussen schuldeisers.

3.3. ALTERNATIEVE GRONDSLAGTHEORIEËN IN BELGIË EN PORTUGAL

In navolging van dit alles trekken sommige auteurs jegens de bijzondere

situatie van de verkrijger ten kosteloze titel de kaart van de leer van de

ongerechtvaardigde verrijking (enriquecimento sem causa).91

In België

repliceerden enkele auteurs hierop dat deze stelling echter bezwaarlijk kan

worden onderschreven daar de verrijking van de derdemedeplichtige zijn

juridische rechtvaardiging vindt in de gewraakte rechtshandeling, en dus

bijgevolg helemaal niet zonder oorzaak is.92

In Portugal lijkt er meer

eensgezindheid over deze theorie, en weerklinkt er aldus minder kritiek.93

Dit verschil leidt er in de praktijk toe dat België wel nog heil zoekt in nieuwe

grondslagtheorieën, daar waar men in Portugal vrede lijkt te nemen met de niet

geheel sluitende aansprakelijkheidstheorie, aangevuld met de leer van de

verrijking zonder oorzaak. Een opvatting die de laatste jaren op heel wat bijval

kan rekenen in de Belgische rechtsleer94

is die van de bevoegdheidsafwending,

in het leven geroepen door GEELHAND.95

De gedachte hierachter is dat het

90 Niettegenstaande dit beginsel fundamenteel is in ons rechtsstelsel heeft het Hof van Cassatie

geoordeeld dat het principe niet van openbare orde is maar slechts een regel is van dwingend recht waardoor een schuldeiser afstand kan doen van een hogere rang om een lagere rang in te nemen.

Niets belet ook dat schuldeisers afspraken maken met betrekking tot hun positie ingeval van

samenloop, zonder dat zij hiermee de positie van derde schuldeisers tot nadeel moge strekken. Zie: H. BOCKEN, I. CLAEYS, C. ENGELS, R. STEENNOT, P. TAELMAN en M. TISON,

Bijzondere overeenkomsten (Gandius PUC Delva), Mechelen, Kluwer, 2008, 482. 91 België: J. VANANROYE, “Collectieve schade”, T.R.V. 1999, supra noot 85, (152) 161. Portugal: M. LEITÃO, Direito das obrigações, 2007, supra noot 85, 853; J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 88-89. 92 E. DIRIX, “Ongerechtvaardigde verrijking in drie-partijenverhoudingen”, T.P.R. 1981, 1058; V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio pauliana”, T.B.B.R. 2001, supra noot 2, (569) 580-581; C.

CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159)

165; A. VAN OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 459. 93 Hoewel ook MARIANO enkele zwakke punten aanstipt. Zie J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 89. 94 V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio pauliana”, T.B.B.R. 2001, supra noot 2, (569) 581; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159)

167. 95 N. GEELHAND, Belangenafweging in het huwelijksvermogensrecht: de belangen van de niet-contracterende echtgenoot versus de belangen van de derde-medecontractant, Gent,

Mys&Breesch, 1994, 793-794. Zie ook M.E. STORME, “De uitwendige rechtsgevolgen van

verbintenissen uit overeenkomst en andere persoonlijke rechten: zgn. derde-medeplichtigheid aan

Page 23: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

359

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

vrije beschikkingsrecht van de schuldenaar wordt verbonden aan de

bestemming van het vermogen, namelijk het gemeenschappelijk onderpand

van de schuldeisers. Indien de schuldenaar op bedrieglijke wijze bestanddelen

van zijn vermogen uit zijn vermogen laat verdwijnen, maakt hij zich schuldig

aan bevoegdheidsafwending welke een pauliaanse vordering rechtvaardigt.

CAUFFMAN merkt op dat ook deze grondslag voor kritiek vatbaar is, maar

dat de kritiek ook weerlegbaar lijkt.96

4. DE PAULIANA NAAR BELGISCH EN

PORTUGEES GEMEEN RECHT

4.1. INLEIDING

Zoals hoger aangestipt, wordt de gemeenrechtelijke pauliana in beide

rechtsstelsels zeer gelijkaardig toegepast. Dit zowel in termen van

toepassingsvoorwaarden als sanctioneringregime. De eerder kleine verschillen

die hier en daar opduiken worden als het ware geabsorbeerd door de vele

verregaande gelijkenissen. Dat dit allerminst op toeval berust, bewijst de

gemeenschappelijke voorgeschiedenis alsmede heersende grondslagtheorie.97

In wat hierna volgt ga ik eerst in op de gelijkenissen (2) door een beknopt

overzicht aan te reiken van de toepassingsvoorwaarden (2a). Reeds zo‟n vijftig

jaar geleden nam één van de grootste Belgische juristen van de 20e eeuw, DE

PAGE, hierover de volgende stelling in: „Ses conditions d’application

sont…complexes et très nuancées‟.98

De auteur slaat hiermee de spijker op de

kop. Er hebben zich heel wat discussies en evoluties voorgedaan in de

rechtspraak en rechtsleer omtrent de (invulling van de)

toepassingsvoorwaarden van de pauliaanse vordering. Dit bleef allerminst

beperkt tot de Belgische context; ook in Portugal woed(den) hevige

gelijkaardige debatten over de toepassingsvoorwaarden van de impugnação

pauliana singular. Vervolgens wordt kort stilgestaan bij de gevolgen (2b, lees:

sanctionering) van paulianeuze handelingen. Ik zal aantonen dat ook in dit

verband de gelijkenissen tussen Belgisch en Portugees recht troef zijn.

Tenslotte ga ik in op de verschillen (3) tussen de Belgische en Portugese

gemeenrechtelijke pauliana. Hoewel enkele van hen tot een verschillend

eindresultaat in een specifieke casus kunnen leiden moet toch worden

vastgesteld dat in het gros van de gevallen de verschillen weinig

wanprestatie, pauliana en aanverwante leerstukken” in VLAAMS PLEITGENOOTSCHAP BIJ DE BALIE TE BRUSSEL (ed.), Le contrat et les tiers: les effets externes et la tiercé complicité,

Brussel, Bruylant, 1995, (99) 151. 96 C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 167. 97 Supra nrs. 16-42.. 98 H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 222, nr. 203.

Page 24: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

360

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

doorslaggevend zullen zijn en dus in sterke mate dienen te worden

genuanceerd.

4.2. ENERZIJDS VERREGAANDE GELIJKENISSEN...

4.2.1. Grotendeels eenzelfde invulling toepassingsvoorwaarden

a. Anterioriteitsvoorwaarde / Anterioridade do crédito

In beide rechtsstelsels is vereist dat de schuldeiser die de pauliaanse vordering

instelt titularis moet zijn van een schuldvordering die dateert van vóór de

datum waarop de aangevochten handeling werd verricht.99

Belgische en

Portugese rechtsleer100

plaatsen eenzelfde redenering naar voren met

betrekking tot de ratio legis van de bepaling: schuldeisers waarvan de

schuldvordering dateert van ná de bedrieglijke handeling door de schuldenaar,

hebben allerminst een recht van klagen aangezien het vermogen van de

schuldenaar reeds verminderd was op het ogenblik van het ontstaan van hun

schuldvordering. Zij worden dus met andere woorden niet benadeeld door de

vroegere verrichting.

Zowel in België als in Portugal heeft de anterioriteitsvoorwaarde een

opmerkelijke evolutie ondergaan. Doorheen de tijd is de rechtspraak en

rechtsleer zich soepeler gaan opstellen ten aanzien van de anterioriteitsvereiste.

Deze versoepeling uit zich als volgt: de oorzaak van de schuldvordering is het

criterium geworden.101

Het is voor de schuldeiser dus niet per se noodzakelijk

99 België: A. KLUYSKENS, Beginselen, 1931, supra noot 1, 13, nr. 95; H. DE PAGE, Traité,

1967, supra noot 1, 237, nr. 225; S. STIJNS, Leerboek, 2005, supra noot 6, 233, nr. 327; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 495.

Portugal: A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 860; J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 155; P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil, 2010, supra noot 9, 626. 100 België: I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S.

STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 375; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 495-496.

Portugal: A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 860-861. J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 156. 101 Wel dient gewezen te worden op bepaalde dissidente rechtspraak in België. Zie onder andere A.

VOET, “Terug naar een strengere beoordeling van de anterioriteitsvoorwaarde als één van de

toepassingsvoorwaarden van de pauliaanse vordering?”, (noot onder Rb. Antwerpen 25 juni 2004), T.F.R. 2005, 227-230 (hierna verkort A. VOET, “Anterioriteitsvoorwaarde”, T.F.R. 2005); E.

BUYSSE, “De pauliaanse vordering: toch nog vragen bij de anterioriteitsvoorwaarde!”, (noot

onder Antwerpen 30 juni 2006), T.F.R. 2006, 962-965 (hierna verkort E. BUYSSE, “De pauliaanse vordering”, T.F.R. 2006). Beide auteurs werpen de vraag op of er een einde is gekomen

aan de soepele uitlegging van de anterioriteitsvoorwaarde. In dezelfde zin, zie A. LENAERTS,

“Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, 494-507. De auteur betoogt dat in dit arrest het hof van beroep te Gent niet enkel een nieuwe tendens tot verstrenging van de

anterioriteitsvoorwaarde in het leven roept, maar tegelijkertijd de uitzondering op de

anterioriteitsvoorwaarde in uitermate soepel toepast.

Page 25: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

361

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

om aan te tonen dat zijn vordering op de schuldenaar dateert van voor de

gewraakte handeling: het volstaat reeds dat hij aantoont dat minstens de

oorzaak van deze vordering van vroegere datum is. Bovendien is het niet

vereist dat de schuldvordering op dat ogenblik vaststaand is, noch dat de

schuld op dat moment zeker of opeisbaar is.102

Pas op het ogenblik dat de

pauliaanse vordering wordt ingesteld dient de schuldvordering opeisbaar te

zijn.103

In Portugal is dit zelfs expliciet in het Burgerlijk Wetboek opgenomen:

art. 614 C.C.P. bepaalt dat het feit dat de schuldvordering nog niet opeisbaar

is, de toepassing van de pauliaanse vordering niet in de weg staat (não obsta

ao exercício da impugnação o facto de o direito do credor não ser ainda

exigível).104

Na verloop van tijd is men zowel in België als in Portugal een uitzondering op

de anterioriteitsvoorwaarde beginnen aanvaarden. In geen van beide

rechtssystemen geldt de voorwaarde dus nog onverkort. In België heeft de

rechtspraak deze uitzondering in gang gezet.105

In Portugal heeft de wetgever

hiertoe het initiatief genomen.106

Het betreft de situatie waarin de schuldeisers

met een vordering van latere datum kunnen aantonen dat de schuldenaar de

handeling heeft gesteld met als enig doel zich te onttrekken aan het verhaal van

toekomstige schuldeisers en hen te benadelen. In dit specifieke geval hoeven

zij niet te voldoen aan de anterioriteitsvoorwaarde. De reden hiervoor valt niet

ver te zoeken: fraus omnia corrumpit.107

Volgens dit algemeen rechtsbeginsel,

Ook in Portugal valt hier en daar afwijkende rechtspraak terug te vinden. Zie bvb. da Relação de

Porto, 20-11-2007, no site www.dgsi.pt, relatado por JOSÉ FERRAZ, uiterst bekritiseerd door J.C.

MARIANO, alwaar het hof een uiterst strikte intepretatie voorstaat van de anterioriteitsvoorwaarde. Zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 157. 102 België: CORNELIS vindt dat dit wel vereist is. Nochtans volgt het Hof van Cassatie zijn

stelling niet. Zie C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 169. Zie ook nog: Brussel 2 december 2002, R.A.B.G. 2003, 672, noot G.

JOCQUE; Rb. Kortrijk 24 april 2001, T.W.V.R. 2001, 113, noot.

Portugal: G.A. MOREIRA, Instituições, 1911, supra noot 57, 169; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 166-167. 103 Een minderheid in de Belgische rechtsleer aanvaardt evenwel opeisbaarheid op het moment van

de uitspraak. Zie C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 173. 104 In het oude Portugese Burgerlijke Wetboek, de Código de Seabra (1867), was deze bepaling

evenwel nog niet opgenomen. MARIANO meent dat art. 2901 van het Italiaanse Burgerlijk Wetboek (Codice Civile Italiano) in dit verband inspirerend werkte. Dit blijkt overigens het geval

te zijn in alle door hem onderzochte landen (Frankrijk, Spanje en Brazilië). Zie J.C. MARIANO,

Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 157. 105 Gent 30 juni 1909, Pas. 1910, II, 137. 106 Art. 610 a) C.C.P. Onder de Código de Seabra was de uitzondering inderdaad nog niet

opgenomen; wel werd reeds verwezen naar interpretaties in omgekeerde zin in Frankrijk en vooral Italië. Zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 158. 107 België: K. VAN RAEMDONCK, “De draagwijdte van de anterioriteitsvereiste als een van de

toepassingsvoorwaarden van de Pauliaanse vordering”, (noot onder Cass. 19 maart 1998), R.W. 1998-99, 1178-1180; I. SAMOY, “Over de pauliaanse vordering en de vraag hoe uitzonderlijk de

uitzonderingen zijn op de anterioriteitsvoorwaarde”, (noot onder Rb. Luik 10 september 1999),

T.B.H. 2000, 383-385; I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J.

Page 26: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

362

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

vrij vertaald „bedrog bederft alles‟, kan men zich nooit op zijn bedrog

beroepen om de toepassing van een rechtsregel in zijn voordeel te

rechtvaardigen. Toegepast op de pauliaanse vordering betekent dit dus dat de

schuldenaar zich niet kan beroepen op de niet-vervulling van de

anterioriteitsvoorwaarde indien hij een bedrieglijke handeling heeft gesteld

met als enig doel zich te ontrekken aan het verhaal van toekomstige

schuldeisers. De anterioriteitsvoorwaarde wordt hierdoor als het ware

„bedorven‟ en behoeft geen toepassing meer.

b. Benadeling / Prejuízo

Zowel in België als in Portugal dient de schuldeiser benadeeld te zijn, met het

oog op het instellen van een succesvolle pauliaanse vordering. In beide

rechtsstelsels wordt benadeling in het algemeen worden omschreven als een

aantasting of een vermindering van verhaalsmogelijkheden. De beoordeling

hiervan gebeurt door een hypothetische vergelijking tussen de huidige situatie

van de schuldeiser en de hypothetische situatie waarin de schuldeiser zich zou

hebben bevonden wanneer de debiteur de gewraakte handeling niet zou hebben

verricht.108

Het benadelingbegrip heeft in beide landen een belangrijke evolutie

doorgemaakt. Aanvankelijk werd een insolvabiliteitvereiste naar voren

geschoven: de aangevochten handeling moest geleid hebben tot de

insolvabiliteit van de schuldenaar of tot een toename hiervan. Geleidelijk aan

werd afstand genomen van deze vereiste en nam de rechtspraak en rechtsleer

er genoegen mee dat de handeling van de schuldenaar heeft geleid tot diens

verarming of tot een vermindering van de verhaalsmogelijkheden van de

schuldeiser.109

Dit wordt ruim uitgelegd: zo kan een wijziging in

vermogensbestanddelen die niet per se een verarming naar economische

maatstaven veronderstelt (bvb. makkelijk beslagbare goederen die worden

SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365)

375. Portugal: R. BASTOS, Das obrigações em geral, Lissabon, Livraria Almedina, 1972, 212-214; A.

COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 860; J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 160. 108 België: Gent 2 januari 2001, DAOR 2001, 49, noot G. BALLON; I. VERVOORT, “De pauliana

naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de

overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 368-369; S. STIJNS, Leerboek, 2005, supra noot 6, 234, nr. 327; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 495.

Portugal: Art. 610 b) C.C.P.; do S.T.J., de 8-6-1989, na Actual. Juríd., Ano I, pág. 12, relatado por

FERREIRA DIAS; A. VARELA, “Fundamento”, R.L.J. 1962, supra noot 85, (352) 352; A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 862; J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 172. 109 België: Cass. 5 januari 2006, R.W. 2008-2009, 361; I. BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, 1998, supra noot 1, (239) 248-251.

Portugal: G.A. MOREIRA, Instituições, 1911, supra noot 57, 167; J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 173-147.

Page 27: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

363

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

geruild met minder beslagbare goederen) reeds in aanmerking komen voor de

benadelingvereiste.110

c. Bedrog van de schuldenaar / Ma fé por parte do devedor

Over het zogenaamde „Pauliaans bedrog‟ is heel wat inkt gevloeid, zowel in

België als in Portugal. Deze voorwaarde raakt dan ook de kern van de

pauliaanse vordering / impugnação pauliana.111

Er vallen twee grote

stromingen te onderscheiden: de subjectieve opvatting (ma fé subjectiva)

enerzijds, de objectieve opvatting (ma fé objectiva) anderzijds. Volgens de

subjectieve opvatting verstaat men onder het Pauliaans bedrog dat de

schuldenaar de intentie moet hebben gehad om de schuldeiser te benadelen.112

De objectieve opvatting daarentegen stelt zich heel wat soepeler op: zij vindt

dat er reeds sprake is van bedrog indien de schuldenaar wist dan wel

redelijkerwijze behoorde te weten dat, door de bestreden rechtshandeling te

stellen, hij zich verarmde en daardoor nadeel berokkende aan de schuldeiser.113

Zowel naar Belgisch als Portugees recht is de knop heden ten dage doorgehakt:

het objectief bedrog komt als overwinnaar uit de bus.114

Zowel Belgische als

Portugese auteurs betogen dat deze keuze het logische gevolg uitmaakt van het

feit dat de pauliana haar grondslag vindt in de leer van de onrechtmatige

110 In dit verband valt in Portugal volgende uitspraak op: do S.T.J., de 2-3-2004, na C.J., Ano XII,

tomo 1, pág. 99, relatado por NUNO CAMEIRA, waarbij het tribunaal besloot dat wanneer een schuldenaar een onroerend goed van de hand doet in ruil voor een pakket aandelen op naam, dit

niet onder het benadelingbegrip valt daar er geen sprake is van een verarming in economische

termen. Onder andere J.C. MARIANO levert mijn inziens terecht stevige kritiek op dit arrest. Zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 173. 111 Om DEKKERS te citeren: „Dit vereiste overkoepelt de hele stof‟.‟ Zie R. DEKKERS,

Handboek, 1971, supra noot 1, 233, nr. 410. 112 Deze vereiste impliceert een zware bewijslast in hoofde van de schuldeiser. Voor België : zie I.

BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, 1998,

supra noot 1, (239) 252. Voor Portugal : zie A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 866-867. 113 België: Luik 12 december 1886, Pas. 1897, II, 166; Antwerpen 19 maart 1996, Not. Fisc. M.

1997, 209, noot L. VAEL; Brussel 19 oktober 1998, T.B.B.R. 2001, 145, noot S. LOOSVELD; Rb. Hasselt 23 april 2001, R.W. 2003-04, 1350; E. BUYSSE, “De pauliaanse vordering”, T.F.R. 2006,

supra noot 101, (962) 963 ; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 243, nr. 235; A. VAN

OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 465; I. BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des obligations, 1998, supra noot 1, (239) 253.

Portugal: do S.T.J., de 26-5-1994, na C.J., Ano II, tomo 2, pág. 114, relatado por MACHADO

SOARES; do S.T.J., de 18-5-1999, no B.M.J., n.° 487, pág. 287, relatado por FERNANDO MAGALHÃES; da Relação do Porto, de 19-5-1997, na C.J., Ano XXII, tomo 3, pág. 188, relatado

por ABÍLIO VASCONCELOS; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11,

194. 114 In feite is het debat an sich uiterst opmerkelijk daar reeds in het Romeins recht volop de kaart

van het objectief bedrog werd getrokken. Pas bij de receptie van de actio pauliana werd de

subjectieve opvatting van bedrog geïntroduceerd, zowel in België als in Portugal. Voor België: zie I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS

(eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 372. Voor Portugal: zie

J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 196.

Page 28: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

364

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

daad.115

Portugal is in dit verband een stap verder gegaan door de objectieve

opvatting wettelijk te verankeren: het begrip wetenschap van benadeling

(consciência do prejuízo) staat nu voorop in art. 612 C.C.P. De Portugese

wetgever heeft mijn inziens een juiste beslissing genomen door de titel van het

desbetreffende artikel voortaan requisito da ma fé116

te laten luiden: van een

bedrog sensu stricto is door het versoepelingproces immers geen sprake meer.

d. Medeplichtigheid van de derde / Ma fé por parte do terceiro

Tenslotte moet bij handelingen ten bezwarende titel de derde-medecontractant

medeplichtig zijn.117

Ook dit begrip is doorheen de tijd soepeler uitgelegd.

Daar waar in het begin nog een ware „collusie‟ vooropgesteld werd, nemen

rechtspraak en rechtsleer thans118

genoegen met het feit dat de derde op de

hoogte was of redelijkerwijze behoorde te zijn dat hij door de gestelde

rechtshandeling heeft bijgedragen tot de door de schuldenaar veroorzaakte

benadeling van de schuldeiser.119

Belangrijk is dat er, net als bij de anterioriteitsvoorwaarde, een uitzondering

bestaat -gebaseerd op een oud Romeinsrechtelijk principe- waarbij het afwezig

zijn van de medeplichtigheid van de derde het instellen van een

gemeenrechtelijke pauliana / impugnação pauliana singular niet belet.

Meerbepaald geeft men bij handelingen ten kosteloze titel de voorkeur aan de

schuldeiser, „qui certat de damno vitando‟ (die vecht om zich een verlies te

115 België: A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494)

498. Portugal: J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 190. 116 Letterlijk vertaald: vereiste van kwade trouw. MARIANO geeft een prima overzicht van deze

wettelijke overgang, zie J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 195-200. 117 „Medeplichtigheid‟ moet begrepen worden onder de notie „kwade trouw‟. In die zin beantwoord

het begrip aan het Portugese ma fé. Zie bijvoorbeeld C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in

Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 180. 118 De Belgische auteur CORYN wijst in dit verband op een afwijkend arrest van het hof van

beroep van Gent, alwaar het hof toch (opnieuw) collusie lijkt voorop te stellen en dus terug wil

keren naar een verstrengde toepassing van de voorwaarde van derdemedeplichtigheid. Zie F. CORYN, “De derde-medeplichtigheid”, T.B.B.R. 2005, supra noot 2, 149-151. 119 België: Luik 17 juni 1965, J.T. 1965, 598; Bergen 2 oktober 1985, J.T. 1986; Brussel 21 juni

2005, Rev.not.b. 2007, 155; Rb. Gent 5 april 1973, R.W. 1973-74, 1895; Rb. Dendermonde 6 mei 1938, Pas. 1941, III, 5; I. BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie

générale des obligations, 1998, supra noot 1, (239) 261-272; S. STIJNS, Leerboek, 2005, supra

noot 6, 235, nr. 327; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 496.

Portugal: do S.T.J., de 12-2-1981, no B.M.J., n.° 304, pág. 358, relatado por SANTOS SILVEIRA;

do S.T.J., de 18-5-2005, no site www.dgsi.pt, relatado por SALVADOR DA COSTA; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 190; A. NETO, Código Civil Anotado,

Coimbra, Coimbra Editora, 2010, 650-651 (hierna verkort A. NETO, Código Civil Anotado,

2010).

Page 29: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

365

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

besparen) ten nadele van de derde „qui certat de lucro captando‟ (die zoekt een

voordeel veilig te stellen), zelfs al was die laatste te goeder trouw.120

4.2.2. Grotendeels eenzelfde sanctioneringregime

De pauliaanse vordering wordt in de praktijk ingesteld tegen de derde-

medecontractant, en niet tegen de onmiddellijke oorzaak van alle kwaad: de

schuldenaar. Dit zou immers weinig zin hebben, daar hij insolvabel is.121

Indien de vordering gegrond wordt verklaard, heeft dit tot gevolg dat de

aangevochten handeling niet-tegenwerpelijk wordt verklaard aan de

benadeelde schuldeiser. In Portugal is in dit verband sprake van ineficácia

relativa.122

De leuze „what’s in a name?‟ is in deze echter van toepassing daar

in beide landen dezelfde lading wordt gedekt. Zo blijft zowel naar Belgisch als

Portugees recht de betwiste rechtshandeling tussen de schuldenaar en de derde-

medeplichtige geldig bestaan. Zij blijft ook tegenwerpelijk aan de andere

schuldeisers van de schuldenaar, die zich niet hebben aangesloten bij de

schuldeiser die de pauliana heeft ingesteld, dan wel geen succesvolle pauliana

hebben ingesteld.

Zowel in de Belgische als Portugese rechtsliteratuur hebben zich hevige

debatten voorgedaan omtrent de zogenaamde „onderverkrijgingen‟

(transmissões posteriores). Klassiek werd aangenomen dat toepassing moest

gemaakt worden van het Romeinsrechtelijke adagium „resoluto jure dantis,

resolvitur jus accipientis‟.123

Deze piste is echter geruime tijd verlaten in beide

rechtsstelsels. Thans geldt dat de pauliana niet ingesteld kan worden tegen de

120 België: H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 247, nr. 238; A. VAN OEVELEN, Algemeen

Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 468; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse vordering”,

T.B.B.R. 2009, supra noot 1, (494) 496-497. Portugal: do S.T.J., de 30-1-1968, na R.L.J., 1968, pág. 10, relatado por LOPES CARDOSO; A.

COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 367-368; J.C. MARIANO, Impugnação

Pauliana, 2008, supra noot 11, 164; P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil, 2010, supra noot 9, 628. 121 Dit staat in schril contrast met het Romeins recht, alwaar de actio pauliana zowel tegen de

schuldenaar als de derde-medecontractant werd ingesteld. Zie onder andere A. KLUYSKENS, Beginselen, 1931, supra noot 1, 180, nr. 97; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 237, nr.

224; A. VAN OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 460; S. BAR en C.

ALTER, “Les effets” in Pratique du droit, 2006, supra noot 88, 156. 122 Vroeger werd zowel naar Belgisch als Portugees recht een nietigheidssanctie vooropgesteld.

Deze piste is in beide rechtsstelsels echter al geruime tijd verlaten. Voor België: zie Antwerpen 6

maart 2000, A.J.T. 2000-01, 550, noot I. VERVOORT; Luik 6 februari 1996, J.L.M.B. 1996, 469; Luik 29 januari 2002, J.T. 2002, 290; H. DE PAGE, Traité, 1967, supra noot 1, 257, nr. 252; A.

KLUYSKENS, Beginselen, 1931, supra noot 1, 183, nr. 99; A. VAN OEVELEN, Algemeen

Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 468. Voor Portugal: zie do S.T.J., de 5-7-1988, no B.M.J,. n.° 379, pág. 583, relatado por ALCIDES DE ALMEIDA; da Relação de Évora, de 2-7-

1987, na C.J., Ano XII, tomo IV, pág. 281, relatado por PEREIRA CARDIGOS; da Relação do

Porto, de 7-1-1988, na C.J., Ano XIII, tomo 1, pág. 184, relatado por SAMPAIO DE NÓVOA; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 84-85. 123 „Niet alleen de vervreemdingen tussen schuldenaar en derde maar ook tussen derde en

onderverkrijger zijn nietig.‟

Page 30: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

366

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

onderverkrijgers als de voorwaarden om de vordering tegen de oorspronkelijke

medecontractant in te leiden bij hen niet vervuld zijn.124

In Portugal is deze

opvatting wettelijk verankerd in art. 613 C.C.P.

Bedoeling is vooral dat de pauliana de rechten van de schuldeiser herstelt. Een

herstel in natura in de ruime zin van het woord draagt hierbij de voorkeur:

men moet terugkeren naar de situatie van vóór de handeling, alsof die

handeling er nooit is geweest (status quo ante). Dit conform de grondslag van

de pauliana: de onrechtmatige daad.125

Enkel en indien herstel in natura

onmogelijk blijkt, dient er een herstel bij equivalent te gebeuren.126

4.3. …ANDERZIJDS SLECHTS KLEINE VERSCHILLEN

Zoals hoger aangestipt, zijn de verschillen tussen de gemeenrechtelijke

pauliana en de impugnação pauliana singular tot een minimum beperkt. Met

name de toepassingsvoorwaarden worden zeer gelijkaardig ingevuld. Het is bij

momenten dan ook zoeken naar een afwijking. Een voorbeeld betreft het feit

dat in België bepaalde rechtsleer waarschuwt voor een opkomende tendens tot

verstrenging van de toepassingsvoorwaarden van de pauliaanse vordering, daar

waar dit in Portugal, afgezien van een aantal opmerkelijke arresten, niet aan de

orde lijkt te zijn.127

Of nog, de situatie van schuldeisers onder opschortende

voorwaarde.128

124 België: Cass. 16 mei 1890, Pas. 1890, I, 210; Luik 26 juni 1884, Pas. 1884, II, 322; A. VAN OEVELEN, Algemeen Verbintenissenrecht, 2007, supra noot 1, 460. Dit lijkt misschien een

strenge regeling voor de schuldeisers, maar vergeet niet dat zij nog een vordering op grond van art.

1382 kunnen instellen tegen de primaire schuldenaar zo merkt DE PAGE op. Daarnaast geldt ook nog de uitzondering van de handeling ten kosteloze titel. Zie H. DE PAGE, Traité, 1967, supra

noot 1, 251, nr. 242.

Portugal: J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 232-233; P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil, 2010, supra noot 9, 630-631; A. NETO, Código Civil Anotado, 2010,

supra noot 119, 652-653. 125 Supra 26, nrs. 38-40. 126 België: I. BANMEYER, “L‟action paulienne”, in P. WÉRY (ed.), La théorie générale des

obligations, 1998, supra noot 1, (239) 256-257; V. SAGAERT, “De gevolgen van de actio

pauliana”, T.B.B.R. 2001, supra noot 2, (569) 574. Portugal: A. COSTA, Direito das obrigações, 2006, supra noot 32, 610; A. NETO, Código Civil

Anotado, 2010, supra noot 119, 653-655. 127 F. CORYN, “De derde-medeplichtigheid”, T.B.B.R. 2005, supra noot 2, 149-151; A. VOET, “Anterioriteitsvoorwaarde”, T.F.R. 2005, supra noot 101, 227-230; E. BUYSSE, “De pauliaanse

vordering”, T.F.R. 2006, supra noot 101, 962-965 ; A. LENAERTS, “Over de pauliaanse

vordering”, T.B.B.R. 2009, supra noot 1, 494-507. 128 De meerderheid van de Belgische rechtsleer en rechtspraak is de mening toegedaan dat deze

categorie van schuldeisers zich niet kan beroepen op de pauliaanse vordering, simpelweg omdat,

zoals hierboven reeds omschreven, volgens de heersende leer, een schuldeiser dient te beschikken over een opeisbare vordering om de actio pauliana in te stellen. Zie H. DE PAGE, Traité, 1967,

supra noot 1, 229, nrs. 239-240; C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere

overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 173. De Portugese wetgever heeft ervoor geopteerd om de desbetreffende schuldeiser de mogelijkheid te geven, niet tot het instellen van een pauliaanse

vordering, maar wel om een soort „garantie‟ , letterlijk vertaald „borgtocht‟ (caução) van de

schuldenaar te vragen, die wordt verstrekt door de derde. Dit, tenminste, indien de overige

Page 31: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

367

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Het grootste verschil tussen beide rechtsfiguren situeert zich dan ook eerder op

procedureel vlak, meer in het bijzonder de verjaring. In België geldt de

dubbele verjaringstermijn van art. 2262bis B.W. wat betekent dat in beginsel

een verjaringstermijn geldt van 5 jaar vanaf de ontdekking van de schadelijke

handeling door de schuldenaar, dan wel hij deze redelijkerwijze behoorde te

ontdekken. Indien dit niet van toepassing is wordt een termijn van 20 jaar na

de schadeverwekkende daad vooropgesteld. In Portugal daarentegen wordt met

een enkele termijn van 5 jaar gewerkt, die begint te lopen vanaf de

schadeverwekkende daad zich voordoet.129

Temeer daar CAUFFMAN130

terecht opmerkt dat de korte termijn in België niet aangepast is aan de aard van

de pauliaanse vordering, lijkt dit dan ook zowat het enige verschil tussen beide

rechtsfiguren te zijn dat er echt tussenuitspringt, en eventuele implicaties kan

hebben voor het eindresultaat van een specifieke casus.

toepassingsvoorwaarden van de pauliaanse vordering -benadeling, bedrog, kwade trouw- worden bewezen. Specifiek voor wat betreft de vereiste van benadeling spreekt het voor zich dat het in dit

geval een „potentiële benadeling‟ betreft. Portugal koos zo resoluut voor een tussenoplossing, of

zoals MARIANO het omschrijft, uma posição intermédia, en niet voor een per se verbod zoals in België en Frankrijk. Zie da Relação de Lisboa, de 4-11-1997, na C.J., Ano XXII, tomo V, pág. 73,

relatado por PINTO MONTEIRO; V. SERRA, “Prescrição extintiva e caducidade”, BMJ 1965,

n.°105, 211; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 169. 129 Art. 618 C.C.P; P. DE LIMA en A. VARELA, Código Civil, 2010, supra noot 9, 636; A.

NETO, Código Civil Anotado, 2010, supra noot 119, 657. 130 C. CAUFFMAN, “Pauliaanse vordering” in Bijzondere overeenkomsten, 2007, supra noot 1, (159) 196. Zie ook de afwijkende mening van STORME en CORNELIS (10-jarige

verjaringstermijn): M.E. STORME, “De uitwendige rechtsgevolgen van verbintenissen uit

overeenkomst en andere persoonlijke rechten: zgn. derde-medeplichtigheid aan wanprestatie, pauliana en aanverwante leerstukken” in VLAAMS PLEITGENOOTSCHAP BIJ DE BALIE TE

BRUSSEL (ed.), Le contrat et les tiers: les effets externes et la tiercé complicité, Brussel,

Bruylant, 1995, (99) 99-100; L. CORNELIS, Algemene theorie, 2000, supra noot 6, 391, nr. 314.

Page 32: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

368

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

Figuur 1. Gesimplificeerde voorstelling relatie gemeenrechtelijke pauliana

(GP) - impugnação pauliana singular (IPS)

5. DE PAULIANA NAAR BELGISCH EN

PORTUGEES FAILLISSEMENTSRECHT

5.1. INLEIDING

Kernachtig gezegd, wordt in België de faillissementspauliana beschouwd als

een toepassing van de gemeenrechtelijke pauliana. Een gevolg hiervan is dat

de hoger vermelde toepassingsvoorwaarden en sanctionering inzake de

gemeenrechtelijke pauliana ook gelden met betrekking tot de

faillissementsvariant, zij het aangepast aan het collectieve karakter van de

faillissementsprocedure. Zo kan de rechtsvordering enkel door de curator

worden uitgeoefend, dit in tegenstelling tot de gemeenrechtelijke pauliana

welke wordt beschouwd als een persoonlijke rechtsvordering die aldus

GP

=

IPS

evolutie rechtspraak/rechtsleer in België en Portugal

GP

=

IPS

Page 33: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

369

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

individueel, per schuldeiser, wordt ingesteld.131

Daarnaast komt het eventuele

provenu van de faillissementspauliana ten goede aan alle boedelschuldeisers,

ook aan diegenen waarvan de rechten pas na de bedrieglijke handeling zijn

ontstaan. Ook dit is niet het geval bij de gemeenrechtelijke pauliana die enkele

ten goede komt aan de schuldeiser die de vordering heeft ingesteld.132

Zoals hierboven vermeld, heeft de Belgische wetgever daarnaast vanaf het

prille begin, net zoals vele andere wetgevers in West-Europa, ervoor geopteerd

om additionele beschermingsmechanismen voor schuldeisers op te nemen in

haar faillissementsrecht, die enerzijds een minder zware bewijslast (lees: geen

bedrogvereiste) opleggen voor de curator dan onder de regeling van de

faillissementspauliana, en anderzijds toch eenzelfde gevolgen (lees: niet-

tegenstelbaarheid) teweegbrengen. De rechtsleer heeft het in dit verband

treffend over „vereenvoudigde pauliana‟.133

Onder de „oude‟ Portugese faillissementsregeling, de C.P.E.R.E.F., werd de

impugnação pauliana colectiva in zeer gelijke mate gedefinieerd door zowel

rechtspraak en rechtsleer.134

Ook daar werd de verbijzondering van de

gemeenrechtelijke pauliana beschouwd als een rechtsvordering die ingesteld

131 Cass. 11 januari 1988, Arr. Cass. 1987-88, 594; Pas. 1988, I, 558 en R.W. 1987-88, 1406; Bergen 11 oktober 2005, J.LM.B. 2006, 1354 en T.B.H. 2006, 841; Antwerpen 26 juni 1990, R.W.

1990-91, 995; Kh. Dendermonde 9 december 1993, T.B.H. 1997, 103; Kh. Brussel 30 mei 1995,

T.B.H. 1996, 459; Kh. Hasselt 9 juli 1997, T.B.H. 1997, 632; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 196; E. VAN CAMP en I. MERTENS,

Nieuwe Wetgeving, 2008, supra noot 7, 100; C. CAUFFMAN, “Het faillissement” in T. LYSENS

et al. (eds.), Gerechtelijk akkoord & Faillissement, 2009, supra noot 8, (36) 36. 132 Cass. 11 januari 1988, Arr.Cass. 1987-88, 594, R.W. 1987-88, 1406; J.T. 1988, 190; Pas. 1988,

I, 558; Bull. 1988, 558 en T.B.H. 1989, 971; Cass. 17 oktober 1991, Arr.Cass. 1991-92, 163;

T.B.H. 1992, 299; R.W. 1991-92, 826; Pas. 1992, I, 133; Bull. 1992, 133; Bull.Bel. 1994, 116; en J.L.M.B. 1991, 1370; J. MAHAUX, “L‟action paulienne”, R.C.J.B. 1989, supra noot 14, (318)

327-329; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175)

196. 133 K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 58-59; H. DE WULF

en P. TRAEST, “Aspecten van gemeen- en strafrechtelijke schuldeisersbescherming bij

herstructureringen” in X. (ed.), Insolventierecht - XXXIste postuniversitaire cyclus Willy Delva 2004-2005, Mechelen, Kluwer, 2006, 70; I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en

Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst,

2005, supra noot 1, (365) 383. 134 Om het onderscheid met de gemeenrechtelijke pauliana sterker te benadrukken maakt de

Portugese rechtspraak en rechtsleer een onderscheid tussen de impugnação pauliana colectiva en

de impugnação pauliana singular. Zie onder andere do S.T.J., de 20-4-2004, no site www.dgsi.pt, relatado por SILVA SALAZAR; do S.T.J., de 28-10-2004, no site www.dgsi.pt, relatado por

FERREIRA DE ALMEIDA; do S.T.J., de 12-7-2007, no site www.dgsi.pt, relatado por ALVES

VELHO; da Relação de Coimbra, de 5-6-2007, no site www.dgsi.pt, relatado por TELES PEREIRA; da Relação de Coimbra, de 18-1-2005, no site www.dgsi.pt, relatado por GARCIA

COELHO; da Relação de Évora, de 8-6-2006, no site www.dgsi.pt, relatado por MARIA MOURA

SANTOS; da Relação de Lisboa, de 28-4-2005, no site www.dgsi.pt, relatado por FÁTIMA GALANTE; da Relação de Porto, 6-1-2005, no site www.dgsi.pt, relatado por JOSÉ FERRAZ;

J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 56; C. SERRA, O Novo Regime,

2008, supra noot 10, 71; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 31-32.

Page 34: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

370

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

wordt door de curator (administrador de insolvência), waarbij de opbrengst

terecht komt in de boedel der schuldeisers (massa insolvente).135

Daarnaast stemde ook de regeling inzake de resolução in grote mate overeen

met het Belgische concept van vereenvoudigde pauliana. Net zoals in de

Belgische faillissementswetgeving werd op grond van het gelijkheidsbeginsel

tussen schuldeisers een bijkomende bescherming verleend aan de schuldeisers,

in de vorm van wettelijke vermoedens.136

Met de invoering van het „nieuwe‟ Portugese Faillissementswetboek, de

C.I.R.E. (15 september 2004), is de impugnação pauliana colectiva echter in

een geheel nieuw daglicht komen te staan en lijkt zo op fundamentele wijze te

verschillen van de Belgische regeling inzake de faillissementspauliana. Ook de

regeling met betrekking tot de resolução onderging een diepgaande

hervorming en neemt zo enigszins afstand van de regels inzake de

vereenvoudigde pauliana.

De opbouw van dit hoofdstuk is dan ook als volgt. Vooreerst bespreek ik de

gelijkenissen betreffende de pauliana naar Belgisch en Portugees

faillissementsrecht (2). Deze doen zich grosso modo voor op tweeërlei vlak,

beiden in het kader van de vereenvoudigde pauliana / resolução. Enerzijds

worden eenzelfde situaties geviseerd (2a), anderzijds geldt deels eenzelfde

bewijsregeling (2b). Vervolgens ga ik in op de talrijke verschillen, die de toch

redelijk verregaande gelijkenissen ietwat in het niets doen verbleken (3). Eerst

en vooral sta ik stil bij het geheel verschillende toepassingsgebied ratione

temporis van de vereenvoudigde pauliana / resolução (3a). Vervolgens wijs ik

op de fundamenteel andere visie -sinds de C.I.R.E.- van de Portugese

faillissementswetgever op de impugnação pauliana colectiva (3b). In het derde

en laatste deel ga ik na wat de gevolgen hiervan zijn en duid en waardeer ik de

vergelijkingsresultaten (3c).

Alvorens aan te vatten met de bespreking van dit alles rest mij nog één

opmerking. Het is belangrijk te onderstrepen dat de C.P.E.R.E.F. tot op de dag

van vandaag in Portugal nog steeds praktische relevantie biedt daar het nog

van toepassing is op alle zaken die dateren van voor 15 september 2004 (de

datum van invoering van de huidige C.I.R.E.). Quasi alle geconsulteerde

Portugese auteurs137

die schrijven over de faillissementspauliana in het „post

C.P.E.R.E.F.-tijdperk‟ bespreken dan ook nog steeds beide regelingen (hoewel

135 Do S.T.J., de 3-5-2000, no site www.dgsi.pt, relatado por SILVA PAIXÃO. 136 Do S.T.J., de 7-6-1994, no site www.dgsi.pt, relatado por MIGUEL MONTENEGRO; do

S.T.J., de 7-12-1994, no site www.dgsi.pt, relatado por FIGUEIREDO DE SOUSA; Do S.T.J., de

25-2-1997, no B.M.J. n.° 464, pág. 49, relatado por PAIS DE SOUSA; L.C. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 428; F. DE GRAVATO MORAIS,

Resolução, 2008, supra noot 10, 42-47; C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 71-73;

M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 223. 137 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 56-59 ; F. DE GRAVATO

MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 5-15 ; C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot

10, 71-75.

Page 35: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

371

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

de focus van de meest recente werken uiteraard eerder op de C.I.R.E. ligt).

Bovendien is er ook nog maar zeer weinig rechtspraak beschikbaar over de

pauliana in de nieuwe Portugese faillissementsregeling. Vandaar zal ik onder

dit hoofdstuk bij momenten dan ook verwijzen naar de regeling zoals die gold

onder de C.P.E.R.E.F., niet in het minst om de belangrijke wijzigingen te

duiden die hebben plaatsgevonden onder de C.I.R.E.

5.2. ENERZIJDS VERREGAANDE GELIJKENISSEN…

(a) Grotendeels eenzelfde situaties worden geviseerd bij de vereenvoudigde

pauliana / resolução

In de eerste plaats hebben zowel de Belgische als de Portugese wetgever bij

faling een bijkomende bescherming in het leven geroepen voor het geval er om

niet wordt beschikt, dan wel een discrepantie bestaat tussen de prestaties van

de schuldenaar-gefailleerde en de derde-contractant (vgl. art. 17, 1° Faill.W. en

art. 121, 1°, b) en h) C.I.R.E.). Of anders gesteld: in beide rechtsstelsels

worden dergelijke onevenredige prestaties als verdacht bestempeld.

FREDERICQ vat deze handelingen treffend samen onder de term openlijke of

vermomde schenkingen.138

Zowel in België als in Portugal is hieromtrent heel wat rechtspraak en

rechtsleer beschikbaar. Beide landen vereisen meer dan een loutere prestatie

beneden waarde. Enkel een substantieel of aanmerkelijk verschil tussen de

prestaties van de schuldenaar-gefailleerde en de derde-medecontractant

(Portugal: uma desproporção relevante e significativa139

) leidt tot de

toepassing van bovenvermelde artikelen.

Een treffend voorbeeld hiervan in de Belgische rechtspraak betreft de verkoop

tijdens de verdachte periode van een goed waarvan de waarde is bepaald op

minstens 2.836.792 BEF (heden: 70.322,24 EUR) aan de prijs van 1.400.000

BEF (heden: 34.750,09 EUR). Daar de verkoopprijs maar liefst meer dan 50

procent onder de vastgestelde waarde ligt, categoriseert de rechtbank van

koophandel deze verkoop resoluut onder art. 17 Faill.W.140

In het licht van het Portugese recht moet de aandacht gevestigd worden op een

beslissing van het Supremo Tribunal de Justiça van 31 mei 2005.141

In deze

138 L. FREDERICQ, Handboek, 1981, supra noot 7, 125; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels-

en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 189. 139 C.M. PINTO, Teoria Geral do Direito Civil, Coimbra, Almedina, 1986, 533; F. DE

GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 135. L.C. FERNANDES en J.

LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 441. 140 Kh. Luik, 18 oktober 1995, T.B.H. 1996, 469. Voor een ruimere bespreking van het vonnis, zie

K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 63. 141 De feiten van deze zaak vonden plaats vóór 15 september 2004. Het tribunaal moest dus een oordeel vellen over art. 158, d) C.P.E.R.E.F. en niet art. 121, 1°, h) C.I.R.E. De tekst is echter

dezelfde en er mag dan ook van uitgegaan worden dat deze rechtspraak nog steeds voldoende

relevantie biedt.

Page 36: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

372

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

zaak, die soortgelijke feiten kent als het Belgische voorbeeld (in casu de

verkoop van een aandelenpakket ter waarde van 541.500,00 EUR tegen de

prijs van 257.239,05 EUR), vraagt het tribunaal zich luidop af of voor het

criterium as obrigações por ele assumidas excedem manifestamente as da

contraparte (lees: de vermomde schenking), geen vast percentage moet

worden opgelegd.142

Het inspireert zich hierbij op bepaalde Italiaanse

rechtspraak die concrete cijfers (tussen 20 en 25 procent) in de mond neemt.143

Een uitspraak hieromtrent durft het tribunaal echter niet aan. De desbetreffende

passage moet mijn inziens dan ook eerder gecatalogeerd worden onder de

noemer obiter dictum. DE GRAVATO MORAIS sluit zich aan bij de uitspraak

van het tribunaal, plaatst eveneens de case-by-case approach voorop, maar

geeft toch een zekere indicatie aan: indien er meer dan 30% verschil bestaat

tussen de werkelijke waarde van een goede en de eigenlijke verkoopprijs is art.

121, 1°, h) in de regel van toepassing.144

Een tweede gelijkenis betreft een regeling omtrent hypotheken en (gebruiks-

)pandrechten die op de goederen van de schuldenaar gevestigd worden wegens

voordien aangegane schulden (vgl. art. 17, 3° Faill.W. en art. 121, 1°, c)

C.I.R.E.). Hierbij dien ik wel onmiddellijk op te merken dat de bescherming

die Portugal biedt aan de schuldeisers verder reikt. Zonder al te veel in detail te

treden, komen naast de hypotheek en pandrechten (hipotecas e penhor de

direitos) ook persoonlijke garanties zoals borgtocht en aval (fiança e aval) in

aanmerking.145

Bovendien wordt verder in art. 121, 1°, c) bepaald dat zakelijke

zekerheden die verstrekt worden tezelfdertijd met het ontstaan van een schuld,

en dit 60 dagen voor de aanvang van de faillissementsprocedure, tevens niet-

tegenwerpelijk zijn aan de boedel (de Portugese rechtsleer spreekt in dit

verband van garantias constituídas em simultâneo com a criação das

obrigações garantidas).146

Een mooi voorbeeld van een toepassing van art. 121, 1°, c) C.I.R.E. vormt de

uitspraak van het Supremo Tribunal de Justiça de dato 20 april 2004.147

In

deze zaak sloot de schuldenaar een huurovereenkomst betreffende een

onroerend goed op 2 januari 1996. In juli 1997, 4 maanden voorafgaand aan de

aanvang van de faillissementsprocedure, verleende de schuldenaar een

hypotheek op het onroerend goed, om zo betaling te garanderen. Het tribunaal

142 Do S.T.J., de 31-5-2005, no site www.dgsi.pt, relatado por SALVADOR DA COSTA. 143 Het tribunaal verwijst onder meer naar de volgende rechtspraak (Italiaanse citeerwijze): Trib.

Catania 22 giugno 1979, Giur. Comm. 1979, II, 237; Trib. Roma 11 novembre 1986, Fallimento

1987, 451; Trib. Torino 17 giugno 1992, Fallimento 1992, 1188. 144 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 135-136. 145 Art. 121, 1°, d) C.I.R.E. DE GRAVATO MORAIS heeft het in dit verband over garantias

pessoais. Zie F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 107-125. 146 Voor een uitgebreide bespreking hiervan, zie F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008,

supra noot 10, 102. 147 Do S.T.J., de 20-4-2004, no site www.dgsi.pt, relatado por SILVA SALAZAR. De feiten van deze zaak vonden plaats vóór 15 september 2004. Het tribunaal moest dus een oordeel vellen over

art. 158, c) C.P.E.R.E.F. en niet art. 121, 1°, c) C.I.R.E. De tekst is echter dezelfde en er mag dan

ook van uitgegaan worden dat deze rechtspraak nog steeds voldoende relevantie biedt.

Page 37: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

373

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

besluit dan ook dat deze handeling niet-tegenwerpelijk aan de boedel moest

worden verklaard. Gelijkaardige uitspraken zijn terug te vinden in een

Belgische context.148

In beide landen wordt het begrip voordien aangegane schulden breed

uitgelegd. In dit verband moet gewezen worden op een arrest van het hof van

beroep van Gent van 15 februari 1995149

, dat stelt dat de uitvoering van een

hypotheekbelofte tijdens de verdachte periode leidt tot de niet-

tegenwerpbaarheid van de gevestigde hypotheek, daar de hypotheek slechts

gevestigd wordt op het ogenblik dat de belofte van hypotheekstelling wordt

uitgevoerd, en niet voorheen.150

In Portugal is een gelijkaardige zaak terug te

vinden.151

Ten derde viseren zowel de Belgische als de Portugese wetgever handelingen

die betrekking hebben op vervallen schulden (vgl. art. 17, 2° Faill.W. en art.

121, 1°, f) en g) C.I.R.E.). Deze vergelijking gaat echter in slechts zeer

beperkte mate op, daar Portugal, anders dan België, niet de tweedeling in geld

en anders dan in geld of in handelspapier hanteert. Daar deze titel de nadruk

legt op de gelijkenissen tussen de Belgische en Portugese

faillissementspauliana regeling, valt deze regeling dan ook buiten het bestek

van deze verhandeling.

Een laatste gelijkenis betreft het feit dat beide wetgevers een bepaling in het

leven hebben geroepen dat een restcategorie aan handelingen bevat die niet-

tegenwerpelijk verklaard kunnen152

worden (vgl. art. 18 Faill.W. en art. 120°,

1°, 3° en 4° C.I.R.E.). Dit komt bovenop de reeds hiervoor aangehaalde

beschermingsmechanismen en vormt zo dus een extra juridisch wapen in

handen van de Belgische respectievelijk Portugese schuldeiser.153

Wel verschilt de inhoud van deze bepalingen van elkaar, tenminste naar de

letter van de wet. Zo opteert de Belgische wetgever voor een eerder

materieelrechtelijke invalshoek en heeft het over alle andere betalingen door

de schuldenaar wegens vervallen schulden gedaan, en alle handelingen onder

bezwarende titel door hem aangegaan na de staking van betaling en voor het

148 Zie bijvoorbeeld Cass. 7 april 2005, Arr. Cass. 2005, 794; JLMB 2005, 866; Pas. 2005, 798;

RABG 2006, 280, noot S. LOOSVELD; RW 2007-08, 1221, noot; TRV 2006, 597, noot F. JENNE. 149 Dit arrest kwam tot stand alvorens de inwerkingtreding van de nieuwe Faillissementswet, maar wordt in recente rechtsleer algemeen aanvaard als nog steeds uiterst relevant. Zie onder andere K.

BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 63. 150 Gent 15 februari 1995, T.B.H. 1996, 448; K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 64; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra

noot 8, (175) 191. Zie ook Luik 29 november 1990, J.L.M..B. 1991, 945. 151 Da Relação de Coimbra, de 11-11-2003, no site www.dgsi.pt, relatado por ARTUR DIAS. 152 Wat betreft de bewijslast: infra 47, nr. 73. 153 België: K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 65; B.

WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 191. Portugal: C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 71-72; F. DE GRAVATO MORAIS,

Resolução, 2008, supra noot 10, 48; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72,

223.

Page 38: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

374

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

vonnis van faillietverklaring.154

De Portugese wetgever redeneert meer vanuit

een bewijsrechtelijke invalshoek en viseert dan ook veeleer alle handelingen

die schade berokkenen aan de boedel der schuldeisers en uitgaan van een

kwade trouw.155

Een a contrario redenering doet echter vermoeden dat beide restcategorieën

gelijkaardig worden ingevuld, net omdat grotendeels dezelfde situaties onder

de regeling van de vereenvoudigde pauliana en de resolução worden

geviseerd. De praktijk bevestigt dit. Zo worden ook in de Belgische rechtsleer

en rechtspraak eisen opgelegd inzake benadeling en kwade trouw

(bewijsrechtelijke invalshoek).156

En ook in Portugal is er hoofdzakelijk sprake

van handelingen zoals omschreven onder art. 17 Faill.W (materieelrechtelijke

invalshoek).157

(b) Deels eenzelfde bewijsregeling bij de vereenvoudigde pauliana / resolução

Zoals hiervoor reeds aangehaald, draagt zowel de Belgische vereenvoudigde

pauliana als de Portugese resolução een lichtere bewijslast met zich mee dan

dewelke die geldt voor de eigenlijke faillissementspauliana (impugnação

pauliana colectiva). Dit op grond van het paritas creditorum beginsel.158

Onder deze titel zal ik aantonen dat het exact bewijs dat geleverd moet worden

bij de Belgische vereenvoudigde pauliana in zekere mate overeenstemt met

haar Portugese variant. Wel bestaan er grote verschillen inzake het

toepassingsgebied ratione temporis, of anders gesteld: de periode waarin de

handeling moet hebben plaatsgevonden. Hier ga ik uitgebreid op in onder de

titel „verschillen‟.159

Vooreerst is de bewijslast die opgelegd wordt onder art. 17 Faill.W. zeer

gelijkaardig aan deze onder art. 121 C.I.R.E. In beide gevallen dient de

curator160

enkel aan te tonen dat de betwiste handeling valt onder één van de

handelingen omschreven in art. 17 Faill.W. respectievelijk art. 121 C.I.R.E.161

154 Art. 18 Faill.W. 155 Vrije vertaling. De originele tekst van artikel 120, 1° C.I.R.E. luidt: „podem ser resolvidos em

benefício da massa insolvente os actos prejudiciais à massa praticados ou omitidos dentro dos quatro anos anteriores à data do início do processo de insolvência.‟ 156 Zie bijvoorbeeld Bergen 10 november 1987, T.B.H. 1989, 508; Brussel 25 april 1994, T.B.H.

1995, 588; Antwerpen 7 juni 1994, T.B.H. 1996, 437; K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 65. Hierop wordt verder ingegaan onder de volgende titel. 157 Zie bijvoorbeeld do S.T.J., de 12-7-2007, no site www.dgsi.pt, relatado por ALVES VELHO;

F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 53. Portugal maakt hierbij wel een –zij het eerder theoretisch- onderscheid tussen verrichte en nagelaten handelingen (actos

praticados ou omitidos). Bepaalde auteurs uiten hierop kritiek. Zie onder andere L.C.

FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 433; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 147. 158 Supra 27, nr. 40. 159 Infra 50-51, nrs. 76-78. 160 Zoals hierboven vermeld, wordt de curator in Portugal administrador de insolvência genoemd. 161 Zoals onder de vorige titel besproken, vallen ook de handelingen grotendeels samen. Supra nrs.

66-69.

Page 39: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

375

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

De Belgische rechtsleer spreekt in dit verband dan ook wel eens over een

automatische niet-tegenstelbaarheid.162

In Portugal komt dit zelfs tot

uitdrukking in de wetgeving zelf: art. 121 C.I.R.E. draagt letterlijk de titel

resolução incondicional.163

Een belangrijk gevolg van deze lichte bewijslast is dat de rechtbank van

koophandel respectievelijk het tribunal de comércio in dit verband over geen

enkele appreciatiemarge beschikt. Indien zij vaststelt dat de bestreden

handeling ressorteert onder het hierboven aangehaalde artikel, dan is zij

wettelijk verplicht de handeling niet-tegenstelbaar aan de boedel te

verklaren.164

Ook wat betreft de zogenaamde restcategoriebepalingen dient de curator onder

art. 18 Faill.W. gelijkaardig bewijs te leveren als zijn Portugese collega onder

art. 120, 1° C.I.R.E. In beide gevallen dienen er drie elementen bewezen te

worden.

In de eerste plaats moet, net zoals onder art. 17 Faill.W., aangetoond worden

dat tonen dat de betwiste handeling ressorteert onder één van de handelingen

omschreven in art. 18 Faill.W. respectievelijk art. 120, 1° C.I.R.E.165

Ten tweede geldt in beide rechtssystemen een benadelingvereiste. Daar waar

echter in België deze vereiste als het ware door de rechtspraak werd

toegevoegd, staat het in Portugal in de wet zelf ingeschreven.166

In beide

landen heeft de benadeling betrekking op de boedel: de curator respectievelijk

de administrador de insolvência zal dus moeten aantonen dat de gezamenlijke

schuldeisers nadeel hebben ondervonden van de gestelde handeling. In België

neemt de rechtspraak en rechtsleer aan het begrip benadeling dezelfde

interpretatie als in burgerrechtelijke zin moet worden toegedicht, dat wil

zeggen: zowel het daadwerkelijk doen verdwijnen van activa alsmede het

aangaan van buitensporige verbintenissen zonder tegenprestatie.167

Portugal

gaat in dit verband een stapje verder door letterlijk in de wet een

verduidelijking van het begrip benadeling op te nemen. Art. 120, 2° C.I.R.E.

162 K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 65; B. WINDEY,

“Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 189. 163 Het begrip wordt consequent overgenomen in de Portugese rechtsleer. Zie bijvoorbeeld L.C. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 412; F. DE

GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 79. 164 België: B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 189; G.-L. BALLON et al., Inleiding tot het economisch recht, 2009, supra noot 7, 348.

Portugal: F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 79-80. 165 Zoals onder de vorige titel besproken, dekken de handelingen in de praktijk grotendeels dezelfde lading: supra nrs. 66-69. 166 Artikel 120, 1° C.I.R.E. Dit overeenkomstig de bewijsrechtelijke invalshoek van de Portugese

wetgever waarvan hiervoor sprake: supra 28, nr. 42. 167 Brussel 19 oktober 1998, J.T. 1999, 44; Luik 6 februari 1996, J.L.M.B. 1996, 469; Bergen 12

maart 1980, Pas. 1980, II, 63; Kh. Marche-en-Famenne 21 mei 2001, T.B.H. 2002, 325, noot P.

COPPENS; E. VAN CAMP EN I. MERTENS, Nieuwe Wetgeving, 2008, supra noot 7, 101; S. LOOSVELD, “Artikel 20”, TRV 1998, supra noot 70, (292) 294; F. T‟KINT en W. DERIJCKE,

La faillite, 2006, supra noot 7, 280-281; C. CAUFFMAN, “Het faillissement” in T. LYSENS et al.

(eds.), Gerechtelijk akkoord & Faillissement, 2009, supra noot 8, (36) 38-39.

Page 40: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

376

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

stelt dat consideram-se prejudiciais à massa os actos que diminuam, frustrem,

dificultem, ponham em perigo ou retardem a satisfação dos credores da

insolvência. Hoewel de omschrijving van het begrip benadeling hier niet

letterlijk overeenkomt met dat onder het burgerrechtelijke art. 610 C.C.P.,

neemt zowel de rechtspraak als rechtsleer aan dat beide begrippen dezelfde

lading dekken.168

Er bestaat met andere woorden net zoals in België geen

onderscheid tussen het begrip benadeling onder de Portugese

faillissementsregeling en de gemeenrechtelijke regeling. En daar ik onder het

vorige hoofdstuk heb aangetoond dat de burgerlijke benadelingvereiste onder

beide rechtsstelsels gelijkaardig wordt uitgelegd, stemt dus ook het begrip

benadeling in het kader van faling overeen.169

Tenslotte legt zowel de Belgische als de Portugese faillissementswetgever een

kennisvereiste inzake de staat van het faillissement in hoofde van de derde-

medecontractant op. In België wordt hierbij in art. 18 Faill.W. verwezen naar

het begrip staking van betaling, waarover later meer. De Belgische rechtsleer

benadrukt dat het gaat om de loutere kennis van de staat van faillissement: de

curator dient dus geen kwade trouw of bedrieglijk opzet aan te tonen. In

Portugal is de wetgever enigszins anders tewerk gegaan, door net het begrip

ma fé -letterlijk vertaald: kwade trouw- naar voren te schuiven in art. 120, 4°

en 5° C.I.R.E. Een grondige bestudering van het artikel toont echter aan dat de

Portugese wetgever zich uiterst soepel opstelt, veel meer dan het begrip ma fé

naar Belgische normen doet vermoeden (cf. woordgebruik de qualquer das

seguintes circunstâncias170

). Zo volstaat ook reeds voor de toepassing van de

Portugese resolução dat de curator kennis van staat van faillissement in hoofde

van de derde-medecontractant aantoont. Daarnaast bestaat er ook de

mogelijkheid voor de curator om te wijzen op de nadelige karakter van de

handeling in combinatie met de kennis van een dreigende staat van

faillissement. Tot slot, kan art. 120 C.I.R.E. ook toepassing vinden door het

aantonen van kennis in hoofde van de mede-contractant inzake de aanvang van

de faillissementsprocedure. In de praktijk lijkt het Portugese begrip ma fé

onder art. 120 C.I.R.E. dan ook enigszins dezelfde lading te dekken als het

Belgische begrip staking van betaling onder art. 18 Faill.W. Dit geldt a fortiori

gegeven bepaalde Belgische rechtspraak. Zo werd geoordeeld dat een

schuldeiser die een schuldenaar heeft gedagvaard in faillissement en die nadien

en voorafgaand aan het faillissementsvonnis een betaling in de zin van art. 18

Faill.W. ontvangt, noodzakelijkerwijze kennis van de staking van betaling in

168 Do S.T.J., de 28-10-2004, no site www.dgsi.pt, relatado por FERREIRA DE ALMEIDA; do S.T.J., de 17-7-2007, no site www.dgsi.pt, relatado por ALVES VELHO; Relação de Lisboa, de

23-02-2006, no site www.dgsi.pt, relatado por ANA LUÍSA GERALDES; Relação de Coimbra,

de 08-03-2006, no site www.dgsi.pt, relatado por JORGE ARCANJO; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 50. 169 Supra nrs. 47-48. 170 Art. 120, 5° C.I.R.E. Vrije vertaling: onder één van de volgende omstandigheden.

Page 41: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

377

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

hoofde van de gefailleerde heeft gehad, zodat de betaling niet kan worden

tegengeworpen aan de boedel der schuldeisers.171

Het moge duidelijk zijn: de bewijslast onder art. 18 Faill.W. is duidelijk

complexer en zwaarder om te dragen dan onder art. 17 Faill.W. Heel wat

Belgische auteurs172

duiden dit onderscheid dan ook door de term facultatieve

niet-tegenstelbaarheid te gebruiken: art. 18 Faill.W. handelt over de

restcategorie van handelingen die niet-tegenwerpelijk kunnen verklaard

worden, dit in tegenstelling tot de handelingen onder art. 17 Faill.W. die per se

niet-tegenwerpelijk zijn aan de boedel. Portugal sluit hierbij aan: art. 120

C.I.R.E. draagt de titel resolução condicional.173

Een belangrijk gevolg van dit

verschil is dat de rechtbank in het kader van art. 18 Faill.W. respectievelijk art.

120 C.I.R.E. wel degelijk over een appreciatiemarge beschikt. Er bestaat wel

enige controverse in de Belgische rechtsleer over de draagwijdte hiervan. Zo

stelt WINDEY174

dat het facultatief karakter zich uitstrekt tot alle

toepassingsvoorwaarden van art. 18 Faill.W. BYTTEBIER175

daarentegen

betoogt dat de appreciatiemarge van de rechtbank enkel reikt tot de

beoordeling van een al dan niet aanwezigheid van wetenschap van staking van

betaling in hoofde van de derde. De Portugese rechtsleer zit wel op dezelfde

lijn en staat de interpretatie van WINDEY voor: het tribunal de comércio heeft

de bevoegdheid om alle toepassingsvoorwaarden van art. 120 C.I.R.E. te

wikken en wegen.176

Tenslotte is het nog belangrijk om te onderstrepen dat de curator, en enkel de

curator177

-schuldeisers komen er in dit geval niet aan te pas-, art. 17 en 18

Faill.W. kan instellen. Ook de rechtbank is in dit verband onbevoegd: art. 17

dan wel 18 Faill.W. kan niet ambtshalve worden toegepast.178

Ook in Portugal

171 Kh. Verviers 28 januari 1988, J.L.M.B. 1988, 970; Kh. Veurne 10 juni 1992, T.B.H. 1992, 1085

en Kh. Luik 20 februari 1995, T.B.H. 1997, 104. Ik dien er wel op te wijzen dat andere rechtspraak

de dagvaarding in faillissement slechts als een indicatie beschouwt die samen met andere aanduidingen moet worden beoordeeld. Zie bijvoorbeeld Luik 27 september 1994, J.L.M.B. 1995,

1213; Kh. Luik 17 september 1991, T.B.H. 1992, 318. 172 Zie bijvoorbeeld K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 69. 173 Het begrip wordt consequent overgenomen in de Portugese rechtsleer. Zie bijvoorbeeld C.

SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução,

2008, supra noot 10, 48. 174 B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 191.

Doorslaggevend criterium in dit verband is dan of de handeling in kwestie de boedel nadeel heeft

toegebracht heeft dan niet. 175 K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 65. 176 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 76. 177 Bergen 3 maart 1992, J.L.M.B. 1992, 1102; K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 64. 178 K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 63; B. WINDEY,

“Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 189.

Page 42: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

378

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

is het gebruik van art. 120 en 121 C.I.R.E. een bijzonder voorrecht van de

administrador de insolvência.179

5.3. …ANDERZIJDS FUNDAMENTELE VERSCHILLEN

5.3.1. Deels verschillende bewijsregeling bij de vereenvoudigde pauliana /

resolução

Zowel naar Belgisch als Portugees recht dient de curator bovenop de hiervoor

vermelde bewijslast aan te tonen dat de betwiste handeling heeft

plaatsgevonden op een zeker tijdstip alvorens het faillissementsvonnis wordt

geveld. Dit wordt aangeduid met de term „verdachte periode / o período

suspeito‟.180

De Belgische en Portugese wetgever hanteren in dit verband

echter een geheel verschillende aanpak. Dit doet de gelijkenissen waarvan

hierboven sprake dan ook tot op een zekere hoogte in het niets verbleken.

Naar Belgisch faillissementsrecht staat in allebei de artikelen gelieerd aan de

vereenvoudigde pauliana (17 en 18) het ietwat complexe begrip staking van

betaling centraal, dat de lengte bepaalt van de verdachte periode. De basisregel

ervan, thans opgenomen in art. 12 Faill.W., luidt dat de gefailleerde wordt

geacht op te houden te betalen vanaf het vonnis van faillietverklaring of vanaf

de dag van zijn overlijden wanneer dit overlijden de dag van het

faillissementsvonnis voorafgaat.181

Hieruit volgt dat er in de regel helemaal

geen verdachte periode is aangezien begin- en eindpunt samenvallen.182

Bijgevolg geldt dus ook dat de bijzondere mogelijkheden die de

Faillissementswet biedt om de handelingen van de artt. 17 en 18 Faill.W. die

de gefailleerde tijdens dergelijke verdachte periode heeft gesteld, niet aan de

boedel tegenwerpbaar te verklaren, niet toepasbaar zijn.

Belangrijk is dat de rechtbank van koophandel evenwel beschikt over een

afwijkingsmogelijkheid op de basisregel. Wanneer ernstige en objectieve

omstandigheden ondubbelzinnig aangeven dat de betalingen voor het vonnis

179 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72. Zoals de auteur terecht vaststelt valt dit

ook af te leiden van art. 123, 1° C.I.R.E: „a resolução pode ser efectuada pelo administrador da

insolvência‟. 180 België: BÜTZLER, R., DE MEUE, M., GEINGER, H., HEIJERICK, N. en M. FLAMEE,

Inleiding tot het handelsrecht, Brugge, Die Keure, 1998, 210; K. BYTTEBIER en R.R.

FELTKAMP, Faillissement, 1998, supra noot 7, 55; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 182.

Portugal: C.L. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10,

411-412; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 61-64. 181 Het moet benadrukt worden dat staking van betaling evenwel geen kwestie is van solvabiliteit,

maar wel van liquiditeit; een volledige stopzetting van de betalingen is dan ook niet vereist. Zie

Luik 12 maart 1998, J.L.M.B. 1998, 1243; G.-L. BALLON et al., Inleiding tot het economisch recht, 2009, supra noot 7, 338-339. 182 I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS

(eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 388-389.

Page 43: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

379

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

hebben opgehouden mag het tijdstip worden vervroegd.183

Dit tot maximum 6

maanden voor het vonnis van faillietverklaring.184

De bedoeling van de

wetgever is wel dat het terugplaatsen van het tijdstip van staking van betaling

onder geen beding185

een automatisme mag worden.

Samenvattend gesteld, wordt er in België dus gewerkt met een variabele

periode met uiterste grenzen: afhankelijk van het moment waarop de staking

van betaling door de rechtbank wordt gedetermineerd kan de verdachte periode

maximaal 6 maanden voor het faillissementsvonnis bedragen.186

De Portugese regeling betreffende de verdachte periode is eenvoudiger, maar

tegelijkertijd ook meer verscheiden.

In de eerste plaats is het ijkpunt verschillend van de Belgische regeling. Niet

het vonnis van faillietverklaring dan wel de dag van het overlijden van de

schuldenaar-gefailleerde staat centraal, maar wel a data do início do processo

de insolvência, dat wil zeggen: de opening van de faillissementsprocedure.187

Opmerkelijk is dat de wetgever niets heeft voorzien voor de zogenaamde

tussenperiode, namelijk de periode die voorafgaat aan het vonnis van

faillietverklaring tot aan de opening van de faillissementsprocedure. Ook in de

voorbereidende werken dan wel de preambule van de C.I.R.E. vinden we

hierover niets terug. Één auteur188

is wel ingegaan op deze legal gap en meent

dat de regeling in dat geval a fortiori geldt. Deze stelling is zeer aannemelijk:

het zou onlogisch zijn om handelingen die na de opening van de

faillissementsprocedure de belangen van de boedel der schuldeisers aanzienlijk

aantasten ongestraft te laten voorbijgaan. Bovendien vinden we eenzelfde

183 Dit criterium betreft eigenlijk niets anders dan elementen die een vroegere faillietverklaring (vroeger dan het uitgesproken vonnis van de faillietverklaring) kunnen rechtvaardigen. Zie I.

VEROUGSTRAETE, Manuel, 1987, supra noot 7, 272; B. WINDEY, “Art. 16-21” in Handels- en

Economisch Recht, 1998, supra noot 8, (175) 183. 184 Dit volgt uit art. 12, lid 6 Faill.W. Op deze regel werd echter een uitzondering voorzien, meer

bepaald voor de faillietverklaring van een ontbonden rechtspersoon. In dit geval kan de rechtbank

van koophandel de datum van staking van betaling vaststellen op datum van het ontbindingsbesluit wanneer voldaan is aan twee voorwaarden. Ten eerste moet de ontbinding van de rechtspersoon

dateren van meer dan zes maanden voor de faillietverklaring; niet van belang is of de vereffening

al dan niet reeds werd afgesloten. Ten tweede moeten er aanwijzingen bestaan dat de vereffening bewerkstelligd is, of wordt, met de bedoeling nadeel te berokkenen aan de schuldeisers. Zie

Amendement, Parl. St. Kamer 1995-96, nr. 330/13, 1-2; K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP,

Faillissement, 1998, supra noot 7, 57. 185 Cf. gebruik van het woord „alleen‟ in art. 12 Faill.W. Dit in tegenstelling tot wat gebeurde

onder de oude Faill.W. Deze maatregel werd overigens niet gespaard van kritiek, zie onder andere

L. PEETERS, “De nieuwe Faillissementswet: overzicht van het wetsontwerp”, Balans 1996, nr. 323, 10; A. VERBEKE, “Schuldeisers in het ontwerp van Faillissementswet. Op zoek naar een

(nieuw) evenwicht”, CJ 1997, (10) 18. Contra: K. BYTTEBIER en R.R. FELTKAMP,

Faillissement, 1998, supra noot 7, 56. 186 I. VERVOORT, “De pauliana naar Belgisch en Nederlands recht”, in J. SMITS en S. STIJNS

(eds.), Inhoud en werking van de overeenkomst, 2005, supra noot 1, (365) 388. 187 I. ALEXANDRE, “O processo”, Themis 2005, supra noot 10, (43) 44; C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 73; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10,

63; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 224-225. 188 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 74.

Page 44: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

380

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

argumentatie terug bij auteurs ten tijde van de overgang van de C.P.C. naar de

C.P.E.R.E.F.189

Daarnaast bestaat er naar Portugees recht een waaier aan termijnen, en dit per

specifieke handeling, zowel binnen eenzelfde categorie van handelingen als

tussen categorieën handelingen.190

Met andere woorden: de verdachte periode

verschilt van handeling tot handeling. Ter illustratie het volgende voorbeeld.

Bij art. 121, 1°, b) (handeling om niet) geldt een termijn van 2 jaar, daar waar

dit bij art. 121, 1°, h) slechts 1 jaar betreft (handeling waarbij een discrepantie

bestaat tussen de prestaties van de schuldenaar-gefailleerde en de derde-

medecontractant). Inzake hypotheken en pandrechten –art. 121, 1°, c)- is de

termijn nog korter: 6 maanden. Bovendien valt het op dat de maximumtermijn

van de verdachte periode naar Portugees recht als het ware boven de Belgische

variant uitstijgt: maar liefst 4 jaar191

voor de opening van de

faillissementsprocedure, de facto dus tot aan het vonnis van faillietverklaring.

Dit alles, zonder af te hangen van een begrip zoals „staking van betaling‟ dan

wel een fiat van de rechtbank. Hoewel ik onder de volgende titels zal aantonen

dat een en ander weliswaar in perspectief dient te worden geplaatst, is het

ontegensprekelijk zo dat de Belgische en Portugese vereenvoudigde pauliana

inzake dit aspect van de bewijsregeling op fundamentele wijze van elkaar

verschillen.

5.3.2. De afwezigheid van een Portugese faillissementspauliana: opheffing van

de impugnação pauliana colectiva

Zoals hiervoor reeds aangehaald, kende Portugal onder haar oude

faillissementsregeling een met de faillissementspauliana vergelijkbare

rechtsfiguur: de impugnação pauliana colectiva. Dit zowel in termen van

geviseerde situaties als opgelegde bewijslast.192

Centraal in dit verband stond art. 157 C.P.E.R.E.F., dat letterlijk de titel

„impugnação pauliana‟ draagt. Het artikel stelt kort maar krachtig dat alle

handelingen die beantwoorden aan de toepassingsvoorwaarden van de

gemeenrechtelijke pauliana niet aan de boedel kunnen worden

tegengeworpen.193

Met andere woorden: er wordt dus duidelijk aangegeven

189 Onder art. 1200, 1°, a) C.P.C. werd immers, net zoals naar Belgisch recht, het vonnis van

faillietverklaring vooropgesteld (a sentença que declerava a fâlencia). De C.P.E.R.E.F. maakte hier een einde aan door net zoals de huidige C.I.R.E.-regeling de opening van de

faillissementsprocedure naar voren te schuiven. Zie L.C. FERNANDES en J. LABAREDA,

Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 64; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 63. 190 Voor een goed overzicht, zie M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 226-

227. 191 Art. 120, 1° C.I.R.E. De andere termijnen betreffen 2 jaar (art. 120, 4° en art. 121, 1°, b)), 1 jaar

(art. 121, 1°, a), h) en i)), 6 maanden (art. 121, 1°, c), d), f), en g)) en 60 dagen (art. 121, 1°, e)). 192 Zoals ik hierboven heb aangegeven verschilde onder de C.P.E.R.E.F. wel het toepassingsgebied ratione temporis met betrekking tot de bewijslast al van de Faill.W. 193 Art. 157 C.P.E.R.E.F. luidt letterlijk: são impugnáveis em benefício da massa falida todos os

actos susceptíveis de impugnação pauliana nos termos da lei civil.

Page 45: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

381

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

waar de inspiratie voor de opname van de Portugese faillissementspauliana

vandaan komt, namelijk het burgerlijk recht. Hoewel het begrip impugnação

pauliana colectiva niet als dusdanig in de C.P.E.R.E.F. voorkomt -het betreft

louter een creatie van de rechtspraak194

en rechtsleer195

- is de context van art.

157 C.P.E.R.E.F. duidelijk genoeg en geeft het bestaan van een pauliana

aangepast aan de faillissementssituatie aan. Dit staat in schril contrast met de

Belgische faillissementswet, alwaar nergens wordt vermeld dat de

faillissementspauliana een toepassing vormt van de burgerlijke pauliana; enkel

in de rechtspraak en rechtsleer wordt dit her en der aangehaald.196

Art. 20

Faill.W. vermeldt enkel dat handelingen of betalingen verricht met

bedrieglijke benadeling van de rechten van de schuldeisers niet kunnen

worden tegengeworpen onverschillig op welke datum zij hebben plaatsgehad.

Door de bijzondere correlatie met de gemeenrechtelijke pauliana werden de

begrippen faillissementspauliana en impugnação pauliana colectiva op zeer

gelijkaardige wijze ingevuld door respectievelijk de Belgische en Portugese

rechtspraak en rechtsleer. Zo moest, net zoals naar Belgisch recht, de

administrador de insolvência in het belang van alle schuldeisers benadeling

van de boedel, bedrog in hoofde van de schuldenaar-gefailleerde en kwade

trouw in hoofde van de derde-medecontractant aantonen.197

Bovendien werd

de anterioriteitsvoorwaarde extra soepel benaderd, iets wat tot op de dag van

vandaag in het Belgische rechtsbestel bijval krijgt.198

De meerderheid van de

rechtsleer199

is immers de mening toegedaan dat aan deze vereiste reeds

voldaan wordt indien sprake is van tenminste één schuldvordering die dateert

voor de aangevochten handeling.200

Daar waar zich echter in België gedurende het laatste decennium geen

wetswijzigingen dan wel grote veranderingen in rechtspraak of rechtsleer met

betrekking tot de faillissementspauliana voordeden, voerde de Portugese

194 Zie bijvoorbeeld do T.C., de 28-01-2009, no site www.dgsi.pt, relatado por VÍTOR GOMES; do S.T.J., de 09-05-1972, no site www.dgsi.pt, relatado por CAMPOS DE CARVALHO; do

S.T.J., de 30-09-2008, no site www.dgsi.pt, relatado por CARDOSO DE ALBURQUERQUE. 195 F. DE GRATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 31-32 196 J. MAHAUX, “L‟action paulienne”, R.C.J.B. 1989, supra noot 14, 318; S. LOOSVELD,

“Artikel 20”, TRV 1998, supra noot 70, 292-296. 197 Do S.T.J., de 3-5-2000, no site www.dgsi.pt, relatado por SILVA PAIXÃO. 198 In vergelijking met de anterioriteitsvoorwaarde onder de gemeenrechtelijke pauliana. Supra nrs.

44-46. 199 België: C. CAUFFMAN, “Het faillissement” in T. LYSENS et al. (eds.), Gerechtelijk akkoord & Faillissement, 2009, supra noot 8, (36) 37-38.

Portugal: P. SOUSA MACEDO, Manuel de Direito das Falências, Coimbra, Coimbra Editora,

1968, 221; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 32. 200 Wel dient opgemerkt te worden dat een minderheidsopvatting in België meent dat de

faillissementspauliana geen toepassing kan vinden indien de massa een grote meerderheid van

schuldvorderingen bevat die niet voldoen aan de anterioriteitsvoorwaarde. Zie A. ZENNER, Dépistage, faillites et concordat, Brussel, Larcier, 1998, nr. 1071, p. 759. In vergelijkbare zin voor

Portugal, zie P. COELHO, “A fâlencia e a rescição dos actos prejudiciais à massa: interpretação

dos arts. 1168°, 1169° e 1170° do Código de Processo Civil”, ROA 1943, 166.

Page 46: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

382

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

wetgever in 2005 door middel van de C.I.R.E. een totaal verschillend regime

ten aanzien van de impugnação pauliana colectiva in. Voortaan bepaalt art.

127 C.I.R.E. -dat overigens nog steeds de titel „impugnação pauliana‟ draagt-

dat het voor schuldeisers verboden is om de ‘impugnação pauliana’ in te

stellen daar waar de curator de betwiste handeling reeds heeft aangeklaagd

via de ‘resolução.‟201

Deze bepaling is opmerkelijk: door de nadruk te leggen

op „schuldeisers‟ lijkt de wetgever immers te doelen op de gemeenrechtelijke

pauliana (impugnação pauliana singular), veeleer dan de

faillissementspauliana (impugnação pauliana colectiva) die door „de curator‟

in het belang van alle schuldeisers wordt ingesteld. De voorbereidende werken

geven bevestiging ter zake. Daar wordt immers letterlijk aangegeven dat de

resolução voorrang krijgt op de impugnação pauliana singular.202

Van de

impugnação pauliana colectiva is dus geen sprake meer. In de uiteindelijke

versie van art. 127 C.I.R.E. is de wetgever dus hoogstens ietwat cryptischer

geweest door te spreken van schuldeisers. Hoe dan ook, de rechtsleer is in dit

verband uiterst expliciet en onthaalt art. 127 C.I.R.E. steevast als „het einde‟

van de impugnação pauliana colectiva.203

Conclusie: er bestaat naar Portugees

recht dus geen equivalent (meer) van de Belgische faillissementspauliana.

Hoewel het verbod an sich vrij logisch overkomt204

, dringt de vraag naar het

„waarom‟ van deze juridische ommezwaai, met andere woorden: de ratio legis

van art. 127 C.I.R.E, zich toch op. De voorbereidende werken bieden hierover

maar weinig verduidelijking. Bepaalde rechtsleer heeft zich wel ingelaten met

deze vraag, en maakt hierbij een onderscheid tussen het verbod op de

impugnação pauliana singular in relatie met de resolução enerzijds, en het

verdwijnen van de impugnação pauliana colectiva anderzijds.205

Met betrekking tot het eerste aspect van art. 127 C.I.R.E. schuift de rechtsleer

een proceseconomische theorie naar voren. De redenering is de volgende: ten

tijde van de C.P.E.R.E.F. was er potentieel gecreëerd voor een samenloop van

rechtsvorderingen. Immers, door de openlijke verwijzing naar de bepalingen

van de gemeenrechtelijke pauliana onder art. 157 C.P.E.R.E.F.206

, zou begrip

201 Art. 127 C.I.R.E. luidt letterlijk: É vedado aos credores da insolvência de novas acções de

impugnação pauliana de actos praticados pelo devedor cuja resolução haja sido declarada pelo administrador da insolvência. 202 De omschrijving die in het Voorontwerp (Anteprojecto) van de C.I.R.E. (art. 127) gegeven

wordt luidt als volgt: adopta-se o princípio de prevalência da resolução já declarada sobre a impugnação pauliana singular. 203 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 57; C. SERRA, O Novo Regime,

2008, supra noot 10, 75; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 198. 204 Het verbod ademt immers de gehele filosofie uit die schuilgaat onder het collectieve karakter

van de faillissementsprocedure. Daar waar de opbrengsten van een succesvol ingestelde resolução

ten goede komt aan de boedel der schuldeisers, valt de impugnação pauliana singular louter ten gunste van de individuele schuldeiser. In dit verband, zie P. PIDWELL, Efeitos da declaração de

insolvência. Da resolução em benefício da massa, onuitg. thesis Rechten U.C.P. Porto, 2007, 23-

24; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 198. 205 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução,

2008, supra noot 10, 196. 206 Supra 49, nr. 75.

Page 47: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

383

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

„pauliana‟ een burgerrechtelijke connotatie hebben verkregen en aldus

openstaan voor gebruik door zowel de administrador de insolvência als de

schuldeisers (al dan niet juncto art. 610 C.C.P.). Anders gesteld: de aard van de

bepaling zelf gaf mogelijke aanleiding tot samenloop. Teneinde een

zogenaamde duplicação de impugnações te vermijden heeft de wetgever dan

ook besloten om komaf te maken met een pauliana binnen het

faillissementsrecht en tegelijkertijd voorrang te verlenen aan

beschermingsmechanismen die wel exclusief ter beschikking staan van de

curator, namelijk: de resolução.207

Bepaalde auteurs zijn echter niet opgezet met het tweede aspect van art. 127

C.I.R.E. en menen dat het opzijzetten van, de impugnação pauliana colectiva

met als doel zo de weg vrij te maken naar de resolução, onnodig was, en al te

snel, zonder het voeren van diepgaande debatten over de mogelijke

repercussies ervan, is doorgevoerd. Zo had de wetgever er bijvoorbeeld

simpelweg voor kunnen kiezen om een voorrang op te leggen ten gunste van

de impugnação pauliana colectiva, waardoor alle speculatie omtrent een

mogelijke samenloop onmiddellijk de mond zou worden gesnoerd. Het eerder

complexe bruggetje dat nu geslagen wordt richting resolução was dan niet

nodig geweest.208

Zoals SERRA terecht opmerkt heeft de afwezigheid van een

faillissementspauliana naar (huidig) Portugees recht onder meer als gevolg dat

de administrador de insolvência zich nu enkel nog kan beroepen op de

resolução.209

Onder de volgende titel zal ik echter aantonen dat de schuldeisers

niet noodzakelijk minder beschermd worden door de nieuwe regeling onder de

C.I.R.E. daar de Portugese wetgever een aantal compensatiemaatregelen in het

kader van de resolução heeft ingelast.

5.3.3. Ter compensatie: bijkomende last op de schouders van de resolução

In België oefent de faillissementspauliana de uitermate belangrijke rol uit van

back-up bepaling. Dit moet begrepen worden als volgt.

In de eerste plaats leggen de artikelen met betrekking tot de vereenvoudigde

pauliana een heel wat lichtere bewijslast op aan de curator. In vergelijking met

de faillissementspauliana alwaar naar civielrechtelijk model bedrog in hoofde

van de schuldenaar-gefailleerde en kwade trouw in hoofde van de derde-

medecontractant moet aangetoond worden, beperkt de bewijslast inzake de

vereenvoudigde pauliana zich tot een minimum.210

Als een gevolg hiervan zal

de curator in de praktijk dan ook eerst proberen om de betwiste handeling te

kwalificeren onder één van de specifieke handelingen omschreven in art. 17

207 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72-73; F. DE GRAVATO MORAIS,

Resolução, 2008, supra noot 10, 197. 208 J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 56-57; C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 73. 209 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 74. 210 Supra nrs. 67-71.

Page 48: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

384

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

hetzij art. 18 Faill.W. Indien hij hier niet in slaagt, staat art. 20 Faill.W. nog ter

beschikking.

De opvangfunctie van de faillissementspauliana komt helemaal tot uitdrukking

in het kader van het toepassingsgebied ratione temporis. Zelfs indien de

curator erin slaagt alle andere toepassingsvoorwaarden van art. 17 casu quo 18

Faill.W. aan te tonen, kunnen de desbetreffende artikelen enkel worden

ingesteld indien de handeling gesteld is geweest in de verdachte periode,

indien er überhaupt sprake is van een verdachte periode. Zoals hiervoor reeds

aangehaald, kan de Belgische faillissementspauliana krachtens art. 20 Faill.W.

daarentegen ingesteld worden tegen handelingen onverschillig op welke datum

zij hebben plaatsgehad.211

In die zin vormt de faillissementspauliana naar

Belgisch recht dan ook een juridische stok achter de deur.

Onder het C.P.E.R.E.F.-regime oefende de impugnação pauliana colectiva in

Portugal een gelijkaardige functie uit. Ook daar zou de curator, omwille van de

lichtere bewijslast, trachten de betwiste handeling eerst te kwalificeren onder

één van de bepalingen gerelateerd aan de resolução212

, alvorens zich te

beroepen op art. 157 C.P.E.R.E.F.

Bovendien deed ook het toepassingsgebied ratione temporis denken aan de

huidige Belgische faillissementspauliana. Ten tijde van de C.P.E.R.E.F.-

regeling gold er voor wat betreft de resolução slechts een verdachte periode

van hoogstens 2, en niet 4213

, jaar voor de opening van de

faillissementsprocedure. Voor het overige was de regeling gelijkaardig aan de

huidige C.I.R.E.-regeling: er bestond een waaier aan termijnen, en dit per

specifieke handeling, zowel binnen eenzelfde categorie van handelingen als

tussen categorieën handelingen.214

Wel is het zo dat er enkel sprake was van

een resolução incondicional (vgl. art. 17 Faill.W.), een gelijkaardige bepaling

als art. 120 C.I.R.E. nu (resolução condicional, vgl. art. 18 Faill.W.) was niet

opgenomen. Zoals hiervoor reeds aangehaald hield art. 157 C.P.E.R.E.F. in

tegenstelling tot art. 20 Faill.W. geen tijdsbepaling in. De toenmalige stand van

de rechtsleer bepaalde echter dat ook hier de pauliana kon ingesteld worden

onverschillig welke datum, en aldus een ruimer toepassingsgebied in de tijd

kent dan de resolução.215

De curator in Portugal kon zich met andere woorden

211 Belangrijke opmerking hierbij is wel dat op grond van art. 442 oude Faill.W. de rechtbanken

quasi automatisch het tijdstip van staking van betaling terugplaatsten in de tijd, met als gevolg het ontstaan van de zogenaamde verdachte periode. Hierdoor werd de weg vrijgemaakt voor de art. 17

en 18 en was de opvangfunctie ratione temporis van art. 20 Faill. W. minder relevant dan vandaag

de dag. Door de invoering van art. 12 lid 2 Faill.W. werd art. 20 Faill. W. nieuw leven ingeblazen. Zie E. VAN CAMP en I. MERTENS, Nieuwe Wetgeving, 2008, supra noot 7, 101; C.

CAUFFMAN, “Het faillissement” in T. LYSENS et al. (eds.), Gerechtelijk akkoord &

Faillissement, 2009, supra noot 8, (36) 36. 212 In casu art. 156 dan wel 158 C.P.E.R.E.F. 213 Supra 48, nr. 74. 214 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 71; J.C. MARIANO, Impugnação Pauliana, 2008, supra noot 11, 88; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 27-28. 215 C. SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução,

2008, supra noot 10, 30-31.

Page 49: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

385

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

dus nog steeds beroepen op art. 157 C.P.E.R.E.F. indien de gestelde handeling

niet plaatsvond in de verdachte periode.

Door het wegvallen van de de impugnação pauliana colectiva bij de

inwerkingtreding van de C.I.R.E. dreigde ook de belangrijke opvangfunctie die

de rechtsfiguur vervulde te verdwijnen. Om dit te vermijden heeft de Portugese

wetgever een aantal compensatiemaatregelen in het leven geroepen, bij monde

van art. 120 C.I.R.E.. Deze hebben allen betrekking op de resolução. Er wordt

met andere woorden een bijkomende last op de schouders van de resolução-

regeling gelegd.216

Vooreerst wordt onder art. 120 C.I.R.E. de zogenaamde restcategorie aan

handelingen gecreëerd die niet-tegenwerpelijk verklaard kunnen worden: alle

handelingen die schade berokkenen aan de boedel der schuldeisers en uitgaan

van een kwade trouw. Onder de titel „gelijkenissen‟ ben ik hier reeds op

ingegaan (resolução condicional). Toen kwam ik tot de conclusie dat deze

bepaling bijzonder veel weg heeft van art. 18 Faill.W., zowel in termen van

geviseerde situatie als bewijslast.217

Zoals hierboven besproken bestond onder

het C.P.E.R.E.F.-tijdperk daarentegen geen gelijkaardige bepaling: er was

enkel sprake van specifieke situaties vergelijkbaar met art. 121 C.I.R.E. nu

(resolução incondicional).218

De Portugese wetgever heeft dus doelbewust een

meer generieke bepaling gecreëerd om de verdwenen opvangfunctie onder de

impugnação pauliana colectiva enigszins op te vangen.219

Tegelijkertijd wordt de regeling aangaande de werking in de tijd grondig

aangepast. Zoals hiervoor vermeld, kon de curator zich naar Portugees recht

nog steeds beroepen op de impugnação pauliana colectiva indien de betwiste

handeling gesteld werd buiten de período suspeito (determinatie per

handeling).220

Door het wegvallen van de impugnação pauliana colectiva

zouden de schuldeisers enkel nog beschermd worden door de regeling inzake

de verdachte periode, zonder beschikbaarheid van een back-up bepaling. Om

dit te vermijden heeft de Portugese wetgever dan ook eens enigszins complexe

compensatiemaatregel in het kader van de resolução opgelegd. Voortaan is

onder art. 120 C.I.R.E. een soort laddersysteem opgenomen, dat de

maximumtermijn uitbreid naar 4 jaar voor de aanvang van de

faillissementsprocedure.221

De werking is als volgt. Indien de aangevochten

handeling niet valt onder één van de specifieke handelingen met dito termijnen

zoals omschreven onder art. 121 C.I.R.E., dan valt de handeling in beginsel

onder de generieke bepaling en dus: de 4-jarige termijn. Indien de curator

216 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 33. 217 Supra 42, nr. 66. 218 Naar Belgisch recht: art. 17 Faill.W. 219 L.C. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 429; C.

SERRA, O Novo Regime, 2008, supra noot 10, 72; F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução,

2008, supra noot 10, 35-36; M. LEITÃO, Direito da Insolvência, 2011, supra noot 72, 224. 220 Supra 53, nr. 81. 221 L.C. FERNANDES en J. LABAREDA, Código da Insolvência, 2008, supra noot 10, 429; F.

DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 36.

Page 50: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

386

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

echter kan bewijzen dat de handeling zich voordeed buiten de specifieke

termijn, maar nog binnen een termijn van 2 jaar voor de opening van de

faillissementsprocedure wordt een vermoeden juris tantum inzake kwade

trouw opgelegd.222

De curator hoeft dan enkel nog benadeling aan te tonen om

toepassing van de resolução te bekomen.

Vraag is echter maar in hoeverre de Portugese wetgever door het opzetten van

deze nieuwe constructie tegemoet komt aan het beschermingsniveau dat

voorheen via de impugnação pauliana colectiva geboden werd. Tegelijkertijd

wordt hiermee de vraag gesteld naar de vergelijkbaarheid met de Belgische

faillissementspauliana, daar deze, zoals hiervoor vermeld, in zeer gelijke mate

wordt toegepast.223

Afgezien van het feit dat, zoals hierboven aangestipt, de

nieuwe resolução-regeling niet al te enthousiast werd onthaald in de Portugese

rechtsliteratuur224

, lijkt alles erop te wijzen dat vooral vanuit het oogpunt van

de schuldeiser de nieuwe regeling positief is. Zo stelt bijvoorbeeld DE

GRAVATO MORAIS: „Pode concluir-se que o regime vigente é bem mais

favorável [para o credor]…que a lei anterior‟.225

De zware bewijslast inzake

het bedrog geldt nu immers niet meer. De curator dient hoogstens nog een

kennisvereiste inzake de staat van het faillissement in hoofde van de derde-

medecontractant aan te tonen. Nuance hierbij is dat er tot op zekere hoogte

gesnoeid wordt in het toepassingsgebied ratione temporis door een vaste

maximumtermijn van 4 jaar naar voren te schuiven, daar waar de impugnação

pauliana colectiva onverschillig op welke datum dan ook worden ingesteld.

Over het algemeen is de Portugese rechtsleer nog afwachtend en wordt

uitgekeken naar opkomende tendensen in de rechtspraak.

In elk geval is het duidelijk dat de lading die werd gedekt onder de oude

C.P.E.R.E.F.-regeling niet meer geheel dezelfde zal zijn, en veeleer lijkt te

neigen in het voordeel van de schuldeisers. Hetzelfde geldt, naar analogie,

voor de Belgische regeling. Anders gesteld: de genomen

compensatiemaatregelen slagen er niet in het verschil met de pauliana-regeling

naar Belgisch faillissementsrecht te overbruggen. Het huidige Portugese

faillissementsrecht lijkt zich dan ook voordeliger op te stellen naar de

schuldeiser toe dan het Belgische faillissementsrecht. Of het Portugese

rechtssysteem daarmee een juiste weg inslaat is mijn inziens nog maar zeer de

vraag. Ondanks het feit dat er al decennialang een versoepelingproces speelt in

het kader van de pauliana kan men toch de vraag opwerpen of de Portugese

wetgever, in vergelijking met haar oude faillissementsregeling én de Belgische

wetgever, bewust dan wel onbewust, niet te ver is gegaan in de bescherming

van de schuldeisers. Zoals ik immers in de inleiding reeds aanhaalde betreft de

222 Art. 120, 4° C.I.R.E. 223 Supra 48, nr. 74. 224 Supra 51, nr. 78. 225 F. DE GRAVATO MORAIS, Resolução, 2008, supra noot 10, 61. De auteur merkt hierbij ook

op dat in vergelijking met buurland Spanje (2 jaar), alsmede Italië (2 jaar) de verdachte periode

van 4 jaar in Portugal wel grote proporties aanneemt.

Page 51: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

387

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

(vereenvoudigde) pauliana een belangrijke uitzondering op het beginsel van

tegenwerpelijkheid van het bestaan van overeenkomsten aan derden.226

Het valt evenwel nog af te wachten of de nieuwe Portugese

faillissementsregeling daadwerkelijk zo voordelig gaat uitgelegd worden door

de rechtspraak. In die zin is dan ook voorzichtigheid geboden met betrekking

tot het definitief komen tot deze conclusie. Het wordt uitkijken naar wat de

toekomst op dit vlak brengt. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat over de

nieuwe C.I.R.E.-regeling betreffende handelingen die de boedel der

schuldeisers (bedrieglijk) benadelen de laatste letter nog niet geschreven is en

dat er de komende jaren nog heel wat inkt zal vloeien over dit onderwerp.

Figuur 2. Gesimplificeerde voorstelling relatie faillissementspauliana,

vereenvoudigde pauliana (FP, VP) - impugnação pauliana colectiva,

resolução (IPC, R)

226 Supra 6, nr. 2.

FP

=

IPC

VP

=

R

evolutie wetgeving in Portugal: †IPC

FP

R

VP

Page 52: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

JAN LOOSEN

388

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

6. ALGEMEEN BESLUIT

Zowel in België als in Portugal vormt de pauliana een instrument voor de

schuldeisers om zich te beschermen tegen de bedrieglijke benadeling van hun

rechten. Een stap terug in de geschiedenis leert ons dat het Belgische en

Portugese rechtssysteem betreffende deze rechtsfiguur verbazend veel gemeen

hebben. Beide landen delen eenzelfde Romeinsrechtelijke traditie en maakten

een vergelijkbaar codificatieproces door, waarbij de Franse invloed

ontegensprekelijk centraal stond. Een constante hierbij is dat België een

trouwe aanhanger bleef van het Franse rechtssysteem, daar waar Portugal meer

zijn eigen weg is ingeslagen en open stond voor nog andere rechtssystemen.

Dit laatste heeft er toe geleid dat Portugal, met name voor wat betreft de

gemeenrechtelijke pauliana, een in tegenstelling tot België nogal lijvige

pauliana-regeling heeft aangenomen.

Daarnaast hanteren beide rechtssystemen eenzelfde rechtsfilosofisch standpunt

met betrekking tot de pauliana. Zowel in België als in Portugal meent de

meerderheid van de rechtsleer dat deze rechtsfiguur haar grondslag vindt in het

leerstuk van de onrechtmatige daad.

De gemeenrechtelijke pauliana wordt in beide rechtsstelsels zeer gelijkaardig

toegepast. Dit zowel in termen van toepassingsvoorwaarden als

sanctioneringregime. Dat dit allerminst op toeval berust, bewijst de

gemeenschappelijke voorgeschiedenis alsmede heersende grondslagtheorie. De

eerder kleine verschillen die zich hier en daar manifesteren dienen dan ook in

belangrijke mate genuanceerd te worden. In het algemeen kan dan ook gesteld

worden dat een concrete casus eenzelfde behandeling geniet in beide

rechtsstelsels. Zo zal slechts uitzonderlijk een toepassingsvoorwaarde naar

Belgisch recht vervuld worden geacht terwijl dit naar Portugees recht niet het

geval is, en omgekeerd.

Logischerwijze zou deze redenering moeten kunnen worden doorgetrokken

naar de faillissementspauliana (incluis de vereenvoudigde pauliana), daar die

een bijzondere toepassing vormt van de gemeenrechtelijke pauliana. Onder de

oude Portugese faillissementsregeling (C.P.E.R.EF.) was dit ontegensprekelijk

zo: de gelijkenissen waren troef. Tot op zekere hoogte wordt deze stelling

tevens bevestigd voor de nieuwe Portugese faillissementsregeling (C.I.R.E.):

zo worden wat betreft de vereenvoudigde pauliana grotendeels dezelfde

situaties geviseerd en bovendien geldt ook deels een gelijkaardige

bewijsregeling. De verschillen die zich in dit kader echter voordoen, doen in

tegenstelling tot bij de gemeenrechtelijke pauliana de redelijk verregaande

gelijkenissen tot op zekere hoogte in het niets verbleken. Niet enkel geldt er

een verschillend toepassingsgebied ratione temporis betreffende de

vereenvoudigde pauliana, maar slaat vooral de afwezigheid van een bepaling

betreffende de faillissementspauliana naar Portugees recht een diepe kloof

Page 53: Pauliaanse vordering, Impugnação Pauliana. · acción pauliana en Portugal van impugnação pauliana.3 Ondanks het feit dat de pauliaanse vordering dus in tal van andere rechtsrechtstelsels

PAULIAANSE VORDERING, IMPUGNAÇÃO PAULIANA. EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK

NAAR DE ROL VAN DE PAULIANA IN HET BELGISCHE EN PORTUGESE (FAILLISSEMENTS)RECHT

389

Jura Falconis Jg. 48, 2011-2012, nummer 2

tussen beide rechtssystemen. Om de afwezigheid van een

faillissementspauliana enigszins op te vangen heeft de Portugese wetgever

ervoor geopteerd een aantal compensatiemaatregelen op het niveau van de

Portugese variant van de vereenvoudigde pauliana door te voeren. Hoewel nog

maar weinig rechtspraak beschikbaar is omtrent deze (bekritiseerde) nieuwe

regeling lijken voldoende indicatoren aanwezig om te doen besluiten dat zij -in

vergelijking met de vorige regeling, en naar analogie: de Belgische regeling

betreffende de faillissementspauliana- eerder in het voordeel van de

schuldeisers moet worden uitgelegd, en dus met andere woorden niet dezelfde

lading dekt.