procedurehandboek kwaliteit sportvloeren & …€¦ · raad van accreditatie, ingesteld door de...
TRANSCRIPT
PROCEDUREHANDBOEK
KWALITEIT
SPORTVLOEREN & SPORTACCOMMODATIES
2
Inhoudsopgave
00. Definities 4
1. Normalisatie voor sportvloeren en sportaccommodaties 6
2. Accreditatie van test- en/of keuringsinstituten (NOC*NSF Erkenning) 8
3. NOC*NSF Schema 10
4. NOC*NSF Sportvloerenlijst 12
5. Keuren van (aangelegde) sportvloeren en sportaccommodaties 17
6. Communicatie 22
7. Melding en klachten 24
8. Financiering 25
9. Wijzigingen 28
Bijlage 1 29
Bijlage 2 31
Bijlage 3 33
Bijlage 4 34
08.06.2015
3
0. Definities
In dit Procedurehandboek Kwaliteit Sportvloeren en Sportaccommodaties worden de volgende defini-
ties gehanteerd.
CEN:
CEN (Frans: Comité Européen de Normalisation, Engels: European Committee for Standardization) is
een standaardiseringsorganisatie opgericht in 1961 door de nationale standaardiseringscomités in de
Europese Economische Gemeenschap en de Europese Vrijhandels Associatie. De normen van het CEN
staan bekend als Europese Norm (EN).
CEN/TC 217 “Surfaces for sports areas”:
Werkgroep voor sportoppervlakken behorend bij CEN.
College van Deskundigen:
Het College van Deskundigen wordt benoemd door het bestuur van NOC*NSF en bestaat uit verte-
genwoordigers van de bij certificatie van sportvloeren en sportaccommodaties betrokken (belangen)
organisaties en adviseert NOC*NSF over het certificatiesysteem en -eisen. Een korte beschrijving van
de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van het College van Deskundigen is
bijgevoegd als Bijlage 2.
Conformiteitsbeoordeling:
Beoordeling van overeenstemming met het Procedurehandboek “Kwaliteit sportvloeren & Sportac-
commodaties”.
Keuringsinstituut:
Instituut dat praktijkkeuringen uitvoert van sportvloeren en sportaccommodaties.
Nationale Normcommissie Sportvloeren:
Deze commissie is ingesteld door NEN en NOC*NSF en bestaat uit vertegenwoordigers van organisa-
ties die deskundigheid hebben over en belang hebben bij de ontwikkeling van kwalitatief goede
sportvloeren en sportaccommodaties en heeft de supervisie betreffende het tot stand komen en on-
derhouden van de NOC*NSF-Normen.
De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van de Nationale Normcommissie
Sportaccommodaties (WG1) zijn nader beschreven in de reglementen van het NEN. Een korte beschrij-
ving is bijgevoegd als Bijlage 1.
NEN:
Is de afkorting van Nederlandse Norm en tevens sinds 8 mei 2000 de naam van het nauwe samenwer-
kingsverband van het Nederlands Normalisatie-instituut en de Stichting NEC (gespecialiseerd in de
normalisatie van elektrotechniek en ICT).
NEN-EN:
Europese Normen van het CEN, welke worden gehanteerd door het NEN.
NEN-EN-ISO/IEC:
Betreft verschillende NEN-normen.
NOC*NSF:
De vereniging Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie.
4
NOC*NSF Erkenning:
Test- en/of keuringsinstituten krijgen dit “keurmerk” (op basis van een overeenkomst die zij aangaan
met NOC*NSF) als zij een accreditatie hebben ontvangen van de RvA. Deze accreditatie wordt afgege-
ven door de RvA als het betreffende instituut test en keurt conform de NOC*NSF-Normen en proces-
sen zoals beschreven in het Procedurehandboek “Kwaliteit sportvloeren & sportaccommodaties”.
NOC*NSF-Norm(en):
Dit zijn privaatrechtelijke normen, ofwel afspraken tussen belanghebbende partijen over de minimale
eisen/normen waaraan sportvloeren en sportaccommodaties in Nederland dienen te voldoen, tenein-
de voor een NOC*NSF/sportbond Certificaat in aanmerking te kunnen komen.
In een norm wordt de gewenste kwaliteit en prestaties van sportvloeren en sportaccommodaties vast-
gelegd. Bij deze normen zijn sportfunctionaliteit, veiligheid en duurzaamheid de belangrijkste aspec-
ten. NOC*NSF en de sportbonden zijn betrokken bij deze normering via de werkgroepstructuur (zie
1.3) en sturen hiermee de kwaliteit van sportvloeren en de sportaccommodaties en de ontwikkeling
van de totale georganiseerde sport. De normen zijn te onderscheiden in:
a) sporttechnische normen, die aangeven welke prestaties een sportvloer of sportaccommodatie moet
leveren om sportgebruik mogelijk te maken; en
b) materiaaltechnische normen, die de kwaliteit van de materialen omschrijven die worden gebruikt bij
het maken van een sportvloer of sportaccommodatie (de sporttechnische norm).
NOC*NSF/sportbond Certificaat:
Een NOC*NSF/sportbond certificaat is een keurmerk, waaruit blijkt dat test- en/of keuringsinstituut
met NOC*NSF Erkenning heeft vastgesteld dat de betreffende sportvloer of sportaccommodatie vol-
doet aan de NOC*NSF-Normen.
NOC*NSF Schema:
Het stelsel van regels, procedures en beheeraspecten voor het uitvoeren van (onderdelen van) de con-
formiteitsbeoordeling voor specifieke objecten waarvoor dezelfde specifieke eisen van toepassing zijn,
waaronder dit ‘Procedurehandboek Kwaliteit Sportvloeren & Sportaccommodaties’.
RvA:
Raad van Accreditatie, ingesteld door de Nederlandse overheid (informatie vinden op www.rva.nl).
Testinstituut:
Instituut dat laboratoriumtesten (-keuringen) uitvoert van sportvloeren en sportaccommodaties.
VNG:
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, zie www.vng.nl.
VSG:
Vereniging Sport en Gemeenten, zie www.sportengemeenten.nl.
5
1. Normalisatie voor sportvloeren en sportaccommodaties
1.1. Achtergrond
Het borgen van processen behorend bij de kwaliteitsaspecten, sportfunctionaliteit, veiligheid, bespeel-
baarheid, uniformiteit en duurzaamheid van sportvloeren en sportaccommodaties in Nederland, zorgt
er voor dat sportvloeren en sportaccommodaties na aanleg, ombouw of renovatie voldoen aan be-
paalde minimale eisen. Deze minimale eisen zijn onder te verdelen in materiaaltechnische, constructie
en sporttechnische eisen die we als georganiseerde sport noodzakelijk achten om de kwaliteit en vei-
ligheid van sportvloeren en alle soorten (overdekte) sportaccommodaties in Nederland te borgen. De-
ze minimale eisen worden vastgelegd in NOC*NSF-Normen.
De reeds jaren bestaande Nederlandse structuur die ten grondslag ligt aan het tot stand komen en
onderhouden van NOC*NSF-Normen, is grotendeels gebaseerd op de Europese werkgroepenstruc-
tuur, die door de CEN wordt gehanteerd. In deze structuur heeft de Nationale Normcommissie Sport-
vloeren, als Nederlandse schaduwcommissie van CEN/TC 217 ”Surfaces for sports areas” en de daar-
onder vallende Europese werkgroepen én van CEN/TC 169/WG 4 Sports lightning, de supervisie. De
Nationale Normcommissie Sportaccommodaties (voorheen: Sportvloeren) laat zich daarbij adviseren
door een aantal werkgroepen.
Als lid van de CEN, behartigt het NEN de Nederlandse belangen binnen de CEN, waar de Europese
normen (NEN-EN) worden vastgesteld die geldig zijn voor alle Europese lidstaten. NEN doet dit door
zelf vergaderingen bij te wonen, of door Nederlandse experts af te vaardigen om namens Nederland
deel te nemen aan Europese vergaderingen. In Nederland voert NEN het secretariaat van de Nationale
Normcommissie Sportaccommodaties. Het secretariaat van de werkgroepen ligt bij NOC*NSF.
De Nationale Normcommissie Sportaccommodaties is de commissie die NOC*NSF-Normen voor
sportaccommodaties vaststelt op basis van adviezen en werkzaamheden van de werkgroepen.
Voorliggende procedure beschrijft hoe NOC*NSF-Normen voor sportvloeren en alle soorten (overdek-
te) sportaccommodaties tot stand komen en worden onderhouden. Dit proces, wordt ook wel ‘norma-
lisatie’ genoemd.
1.2. Doel
Het vaststellen en onderhouden van NOC*NSF-Normen als basis voor de borging van de kwaliteitsas-
pecten, sportfunctionaliteit, veiligheid, bespeelbaarheid, uniformiteit en duurzaamheid van sport-
vloeren en alle soorten (overdekte) sportaccommodaties in Nederland.
6
1.3. Werkwijze
Verschillende ontwikkelingen kunnen aanleiding geven om een NOC*NSF-Norm voor sportvloeren of
sportaccommodaties te ontwikkelen of aan te passen, zoals bijvoorbeeld: aanpassing in regelgeving
door sportbonden of Internationale Federatie(s), de aanpassing van Europese normen door de CEN,
ontwikkelingen in de alledaagse sportpraktijk, nieuwe wet- en regelgeving door de overheid of de
ontwikkeling van een nieuw/innovatief product.
Indien een of meerdere partijen aanleiding zien om een nieuwe NOC*NSF-Norm op te stellen, dan wel
een bestaande
NOC*NSF-Norm aan te passen vanwege veiligheids- duurzaamheids- of kwaliteitsredenen, maakt zij
dit, afhankelijk van het type norm, kenbaar aan een van de volgende door de Nationale Normcommis-
sie Sportaccommodaties ingestelde werkgroepen1:
- werkgroep 2 Binnensportvloeren
- werkgroep 3 Natuurgrasvelden
- werkgroep 4 Minerale sportvloeren
- werkgroep 5 Kunststof buitenvloeren
- werkgroep 6 Kunstgras sportvelden
- werkgroep 7 Overdekte Multidisciplinaire Sportaccommodaties (OMS)
- werkgroep 8 Sportverlichting
- werkgroep 9 Inrichtingselementen
- werkgroep 10 Milieuaspecten
- werkgroep 11 Testmethoden en procedures
Voor de ontwikkeling of aanpassing van een NOC*NSF-Norm die niet past binnen de doelstelling van
een van bovenstaande werkgroepen, richt betreffende partij zich direct tot de Nationale Normcommis-
sie Sportaccommodaties (werkgroep 1). Voor de ontwikkeling of aanpassing van betreffende
NOC*NSF-Norm kan de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties een tijdelijke werkgroep of
nieuwe werkgroep instellen.
De betreffende (al dan niet tijdelijke) werkgroep beoordeelt of de NOC*NSF-Norm daadwerkelijk ont-
wikkeld of aangepast dient te worden en hoe deze norm eruit zou moeten zien. De voorzitter van be-
treffende werkgroep informeert de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties over de in ontwik-
keling of aanpassing zijnde NOC*NSF-Norm.
Zodra de werkgroep de NOC*NSF-Norm heeft opgesteld of aangepast, legt de betreffende werkgroep
de norm ter vaststelling voor aan de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties.
1 De nummering van de werkgroepen is afgestemd op de internationale werkgroepenstructuur
7
2. Accreditatie van test- en/of keuringsinstituten (NOC*NSF Erken-
ning)
2.1. Achtergrond
Sportbonden spelen een belangrijke rol in het borgen van de kwaliteitsaspecten van sportvloeren en
sportaccommodaties door het NOC*NSF/sportbond Certificaat als minimale randvoorwaarde te hante-
ren voor het spelen van competitiewedstrijden.
Om de deskundigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en continuïteit van instituten die laboratori-
umtests en keuringen uitvoeren te kunnen waarborgen, wordt in de loop van 2014 accreditatie inge-
voerd als voorwaarde voor test- en/of keuringsinstituten met een NOC*NSF Erkenning. Deze accredita-
tie is een voorwaarde voor het werk van zogeheten ‘conformiteitsbeoordelende instituten’.
In Nederland heeft de Raad voor Accreditatie (RvA) vanuit de Nederlandse overheid de opdracht ge-
kregen om toezicht te houden op conformiteitsbeoordelende instituten, waaronder test- en/of keu-
ringsinstituten. Internationaal betreft dit de International Accreditation Forum (IAF). Testen en inspectie
internationaal valt onder the International Laboratory Accreditation Cooperation (ILAC) .
Voorliggende procedure beschrijft hoe test- en/of keuringsinstituten in aanmerking kunnen komen
voor erkenning
door NOC*NSF op basis van een accreditatie door de RvA2. Deze procedure is mede gebaseerd op re-
glementen en
toelichtingen van de RvA. Meer informatie over deze reglementen en toelichtingen is te vinden op de
website van de RvA (www.rva.nl).
2.2. Doel
Het borgen van de deskundigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en continuïteit van geaccredi-
teerde test- en/of
keuringsinstituten, die daardoor het keurmerk NOC*NSF Erkenning mogen gebruiken.
2.3. Werkwijze
Om als test- en/of keuringsinstituut in aanmerking te kunnen komen voor een NOC*NSF Erkenning,
dient een instituut te beschikken over de vereiste accreditatie(s), toegekend door de RvA.
2.3.1. Accreditatie door RvA
Om in aanmerking te komen voor een accreditatie door de RvA dient een instituut:
1. te voldoen aan de vereisten voor accreditatie, zoals opgenomen in het Reglement voor Accredita-
tie van de RvA (reglementcode: RvA-R002). Het Reglement voor Accreditatie is het basisdocument
voor alle geaccrediteerde en te accrediteren conformiteitsbeoordelende instituten, waaronder test-
en/of keuringsinstituten, en bevat de reglementaire bepalingen die de RvA hanteert; en
2 Implementatie vindt plaats vanaf 1 januari 2014. Vooraf worden met betrokken keuringsinstituten afspraken gemaakt over een overgangsregeling en de
lengte van de implementatieperiode.
8
2. de testen en keuringen uit te voeren volgens methoden en procedures die zijn vastgelegd in een
zogenaamd ‘Schema voor conformiteitbeoordeling van NOC*NSF’ (hierna “NOC*NSF Schema”), als
opgenomen in hoofdstuk 3 van dit Procedurehandboek.
De gehanteerde werkwijze bij accreditatie door de RvA is grotendeels gebaseerd op een serie interna-
tionale (ISO en IEC) normen. Deze normen richten zich met name op deskundigheid, onafhankelijkheid,
onpartijdigheid en continuïteit van betreffend test- en/of keuringsinstituut. De te hanteren norm (en
daarmee criteria) voor accreditatie is afhankelijk van de conformiteit beoordelende activiteit waarvoor
een accreditatie wordt aangevraagd. Met het oog op de kwaliteit van sportvloeren en sportaccommo-
daties is een tweetal normen van belang:
NEN-EN-ISO/IEC 17025 voor instituten die een accreditatie willen ontvangen voor het uitvoe-
ren van laboratoriumtests voor sportvloeren;
NEN-EN-ISO/IEC 17020 voor instituten die een accreditatie willen ontvangen voor het keuren
van sportvloeren of sportaccommodaties.
Test- en/of keuringsinstituten worden specifiek voor het NOC*NSF Schema geaccrediteerd door de
RvA. Het aanvragen van een accreditatie kan via de website van de RvA (www.rva.nl ).
2.3.2. NOC*NSF erkenning
Instituten die door de RvA geaccrediteerd zijn op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020 en/of NEN-EN-
ISO/IEC 17025 in combinatie met het NOC*NSF Schema, komen in aanmerking voor een NOC*NSF Er-
kenning.
Deze NOC*NSF Erkenning geldt slechts voor die activiteiten die passen binnen de scope van accredita-
tie, ofwel de activiteiten waarop het NOC*NSF Schema van toepassing is. Dit betekent dat deze institu-
ten met NOC*NSF Erkenning alleen binnen de scope van de accreditatie laboratoriumtests en/of keu-
ringen uit mogen voeren. De scope vermeldt overigens ook de locaties waar de test- en/of keuringsin-
stituten kernactiviteiten onder deze accreditatie uitvoert. Het beleid van de RvA voor het definiëren
van de scope van accreditatie en de definitie van kernactiviteiten is vermeld in het RvA-
beleidsdocument RvAB003. Dit beleidsdocument is te vinden op de website van de RvA (www.rva.nl ).
De NOC*NSF Erkenning wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen NOC*NSF en het betreffende
test- en/of keuringsinstituut. De modelovereenkomst is opgenomen als Bijlage 3. De overeenkomst
tussen NOC*NSF en het betreffende instituut verloopt uiterlijk aan het eind van de termijn waarvoor
de accreditatie is afgegeven door de RvA of zodra en indien de accreditatie door de RvA wordt inge-
trokken. Tot die tijd wordt de overeenkomst tussen NOC*NSF en het betreffende test- en/of keurings-
instituut jaarlijks geëvalueerd. Afhankelijk van de resultaten van de evaluatie wordt de overeenkomst
gedeeltelijk of geheel ingetrokken dan wel verlengd. Evaluatie vindt plaats in december waarbij de
verantwoordelijkheid voor het maken van een afspraak ligt bij het betreffende test- en/of keuringsin-
stituut.
Meer informatie over het intrekken van een accreditatie is te vinden in het RvA-reglement RvA-002.
9
3. NOC*NSF Schema
3.1. Achtergrond
Instituten die geaccrediteerd zijn door de RvA, of instituten die een accreditatie aanvragen bij de RvA,
voeren conformiteitbeoordelende activiteiten, waaronder laboratoriumtests en/of keuringen, uit op
basis van vastgestelde methoden en procedures. In de terminologie van ISO/IEC 17003 zijn de be-
schrijvingen van deze methoden en procedures onderdeel van het zogenaamde schema voor confor-
miteitbeoordeling’3. Zo voeren de door test- en/of keuringsinstituten met NOC*NSF Erkenning labora-
toriumtests of keuringen uit op basis van methoden en procedures die onderdeel zijn van het door de
RvA geaccepteerde NOC*NSF Schema.
In het toelichtend document RvA-T33 ‘Beoordeling van schema’s voor conformiteitbeoordeling’ be-
schrijft de RvA aan welke eisen het NOC*NSF Schema dient te voldoen en de wijze waarop het
NOC*NSF Schema door haar wordt beoordeeld. Dit toelichtend document is te vinden op de website
van de RvA (www.rva.nl).
Voorliggende procedure beschrijft op welke wijze het NOC*NSF Schema tot stand komt en hoe deze
wordt onderhouden. Deze procedure is mede gebaseerd op reglementen en toelichtingen van de RvA.
3.2. Doel
Het borgen van de kwaliteit en het proces van laboratoriumtests en keuringen van sportvloeren en
sportaccommodaties in Nederland op basis van een eenduidig, door de RvA geaccepteerd, NOC*NSF
Schema. Dit schema wordt regelmatig geëvalueerd en indien nodig aangepast.
3.3. Werkwijze
3.3.1. Schemabeheer(der)
Het NOC*NSF Schema is eigendom van NOC*NSF en wordt voor NOC*NSF beheerd door het NEN
(hierna ook te noemen “schemabeheerder”). NEN is door de RvA reeds geaccepteerd als schemabe-
heerder op basis van RvA-Reglement R13 ‘Reglement voor de beoordeling en acceptatie van schema-
beheerders’. Dit betekent dat NEN voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het ontwikkelen, pu-
bliceren en onderhouden van schema’s.
Een van de eisen die door de RvA aan de schemabeheerder wordt gesteld is dat de schemabeheerder
dient aan te tonen
dat de schema’s die zij in beheer heeft, draagvlak hebben in de markt. Dit draagvlak wordt aanwezig
geacht indien meerdere
belanghebbende marktpartijen daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de totstandkoming en het on-
derhoud van het NOC*NSF Schema, door zitting te nemen in het College van Deskundigen. Meer in-
formatie over de eisen die de RvA aan een schemabeheerder stelt, is te vinden in het reglement RvA-
R013 ‘Reglement voor de Beoordeling en Acceptatie van Schemabeheerders’ (zie website van de RvA).
3 ISO/IEC 17000 bevat de definities en algemene principes voor conformiteitbeoordeling.
10
3.3.2. Opstellen NOC*NSF Schema
Het NOC*NSF Schema wordt in opdracht van NOC*NSF opgesteld en onderhouden volgens het hand-
boek NEN Schemabeheer. NEN beheert het NOC*NSF Schema op basis van de eisen die door de RvA
worden gesteld aan schema’s. Deze eisen zijn vastgelegd in het toelichtend document RvA-T33 ‘Be-
oordeling van schema’s voor conformiteitbeoordeling’(zie website van de RvA).
3.3.3. Acceptatie NOC*NSF Schema
NEN legt het NOC*NSF Schema ter vaststelling en bij wijzigingen voor aan het College van Deskundi-
gen. Nadat het NOC*NSF Schema door het College van Deskundigen is vastgesteld, stuurt NEN het
schema en/of wijzigingen ter beoordeling naar de RvA. De RvA rapporteert de resultaten van de be-
oordeling aan NEN. Indien er geen afwijkingen (meer) openstaan, kan een positief besluit worden ge-
nomen over de acceptatie van het schema. Nadat de RvA een aangepaste ‘scope van acceptatie’ van
de NEN heeft gepubliceerd, kunnen test- en/of keuringsinstituten accreditatie aanvragen op basis van
het NOC*NSF Schema.
Bij de daadwerkelijke beoordeling in het kader van de accreditatie van een test- of keuringsinstituut
voor het NOC*NSF Schema kunnen in de uitvoering afwijkingen worden vastgesteld, die bij de beoor-
deling van het NOC*NSF Schema niet aan het licht zijn gekomen. Een dergelijke afwijking zal door de
RvA worden gerapporteerd aan het betreffende test- en/of keuringsinstituut en NEN. Accreditatie zal
pas aan het betreffende test- en/of keuringsinstituut worden verleend nadat de afwijking is opgeheven
(zie RvA-Reglement R13).
3.3.4. Onderhoud NOC*NSF Schema
Indien er aanleiding is om wijzigingen aan te brengen in het NOC*NSF Schema, wordt daartoe een
schriftelijk verzoek
ingediend bij NOC*NSF of direct bij het College van Deskundigen. Wijzigingen vinden alleen plaats op
basis van besluitvorming door het College van Deskundigen. Indien er sprake is van significante wijzi-
gingen, waaronder wijzigingen in methoden voor laboratoriumtests of keuringen en wijzigingen in
toepassingsgebied van het NOC*NSF Schema, de RvA hierover direct geïnformeerd te worden.
11
4. NOC*NSF Sportvloerenlijst
4.1. Achtergrond en beheer
De NOC*NSF Sportvloerenlijst is een overzicht van sportvloeren die door het test- en/of keuringsinsti-
tuut met NOC*NSF Erkenning zijn goedgekeurd en gecertificeerd en welke lijst wordt bijgehouden
door NOC*NSF. Sportvloeren die op deze lijst staan, zijn daarmee impliciet door de betreffende sport-
bond goedgekeurd voor toepassing voor de betreffende sport. Tevens voorziet deze lijst in aannemers
die de betreffende sportvloer kunnen en mogen bouwen. NOC*NSF voert namens de sportbonden de
regie en het beheer over de Sportvloerenlijst.
Aan de NOC*NSF Sportvloerenlijst ligt het NOC*NSF Schema ten grondslag. Onderdeel van het
NOC*NSF Schema (zie hoofdstuk 3) is een overzicht van methoden en procedures die ten grondslag
liggen aan het uitvoeren van laboratoriumtests of keuringen op basis waarvan kan worden vastgesteld
of een sportvloer of sportaccommodatie aan de NOC*NSF-Normen voldoet.
Het test- en/of keuringsinstituut moet deze eisen in zijn procedures inbouwen. Er is onderscheid tus-
sen de inspectie van een sportvloer die op de Sportvloerenlijst staat en een sportvloer die (nog) niet
op de lijst staat. In 4.3. staat de functie van de Sportvloerenlijst beschreven en hoe een sportvloer op
deze lijst wordt opgevoerd en afgevoerd.
Sportvloeren waarvan door test- en/of keuringsinstituut met NOC*NSF Erkenning is vastgesteld dat ze
aan de NOC*NSF-Normen voldoen, komen in aanmerking voor een NOC*NSF/sportbond Certificaat
(zie ook hoofdstuk 5 van dit Procedurehandboek).
Voorliggende procedure beschrijft op welke wijze sportvloeren voor plaatsing op de NOC*NSF Sport-
vloerenlijst in aanmerking komen, hoe de status van een sportvloer op de Sportvloerenlijst wijzigt en
hoe de NOC*NSF Sportvloerenlijst wordt beheerd.
4.2. Doel
Het opstellen en beheren van de NOC*NSF Sportvloerenlijst teneinde de kwaliteit van sportvloeren te
borgen overeenkomstig het NOC*NSF Schema.
4.3. Werkwijze
4.3.1. Algemeen
Om een sportvloer (lees: sportvloerconstructie) in aanmerking te laten komen voor plaatsing op de
NOC*NSF Sportvloerenlijst dient aangetoond te worden dat de sportvloer aan de normen voldoet. Dit
kan door de sportvloer (dit betekent de totale constructie van onderbouw tot en met toplaag) aan te
melden bij een testinstituut met NOC*NSF Erkenning voor onderzoek (zie de NOC*NSF Sportvloeren-
lijst voor de erkende testinstituten http://sportvloerenlijst.nocnsf.nl).
Om een status te wijzigen op de NOC*NSF Sportvloerenlijst dient een routing doorlopen te worden
door middel van een test/onderzoek in een laboratorium (van een testinstituut met NOC*NSF Erken-
ning) en keuring van de sportvloer na aanleg in de praktijk.
In de onderstaande beschrijving van de verschillende statussen zoals deze voorkomen op de NOC*NSF
Sportvloerenlijst wordt het proces van plaatsing en wijziging van “status” toegelicht.
12
Schema:
Beoordelen
aanvraag
Op
stportvloerenlijst?
Acceptatie
opdracht
ja
aanmelden
Beperkte
laboratoriumtest
Pilot
Bestaande
sportvloer, geen
wijziging
Bestaande
sportvloer, beperkte
wijziging
Nieuwe sportvloer
eindkeuring
laboratoriumtest
voldoet
nee
jaStatus
goedgekeurd
voldoet
jaStatus lab
goedgekeurd
Status pilot
(1 jaar)
voldoet
ja Status erkend en
gecertificeerd
4.3.2. Status “Labgoedgekeurd”
De status “Labgoedgekeurd” geeft aan dat een sportvloer volgens laboratoriumtesten (zie het schema
in Bijlage 4) voldoet aan de normen. Ook geeft deze status aan dat het een “innovatief product” be-
treft omdat er materialen in de constructie zijn gebruikt die nog niet eerder in sportvloerconstructies
zijn toegepast of dat door wijziging van de receptuur van reeds bekende materialen de sporttechni-
sche eigenschappen van een sportvloer worden gewijzigd. Eveneens geeft het aan dat van een derge-
lijke sportvloer nog geen exemplaren in de praktijk zijn gerealiseerd.
Om in aanmerking te komen voor de status “Labgoedgekeurd” voert een testinstituut met NOC*NSF
Erkenning in opdracht van de opdrachtgever een laboratoriumonderzoek uit op basis van methoden
en procedures die zijn vastgelegd in het betreffende NOC*NSF Schema. De resultaten van het labora-
toriumonderzoek worden door het testinstituut getoetst aan de NOC*NSF-Normen. Indien blijkt dat
de sportvloer voldoet aan de NOC*NSF-Normen stelt het testinstituut de betreffende sportbond en
NOC*NSF op de hoogte van de resultaten van het onderzoek.
Nadat de betreffende sportbond en NOC*NSF geïnformeerd zijn door het testinstituut over het labo-
ratoriumonderzoek kan de sportvloer, onder vermelding van de betreffende aannemer, worden opge-
nomen in de NOC*NSF Sportvloerenlijst van de betreffende tak van sport met de status “Labgoedge-
keurd”.
13
Van een sportvloer welke de status “Labgoedgekeurd” heeft, mag slechts 1 project in de praktijk wor-
den gerealiseerd. Dit proces wordt beschreven in de navolgende paragraaf.
4.3.3. Status “Pilot”
De status “Pilot” geeft aan dat een sportvloer volgens laboratoriumtesten voldoet aan de normen en
op het betreffende moment onderzocht wordt in de praktijk. Ook geeft deze status aan dat het een
“innovatief product” betreft omdat er materialen in de constructie zijn gebruikt die nog niet eerder in
sportvloerconstructies zijn toegepast of dat door wijziging van de receptuur van reeds bekende mate-
rialen de sporttechnische eigenschappen en daarmee de duurzaamheid van de sportvloer zijn gewij-
zigd.
Om in aanmerking te komen voor de status “Pilot”:
a. heeft de sportvloer met de status “Labgoedgekeurd” op de Sportvloerenlijst gestaan; èn
b. heeft een testinstituut met NOC*NSF Erkenning in opdracht van de opdrachtgever een laboratori-
umonderzoek uitgevoerd op basis van methoden en procedures die zijn vastgelegd in het betref-
fende NOC*NSF Schema, waarbij naar voren is gekomen dat de sportvloer voldoet aan de normen.
Voorafgaand aan de pilot wordt de betreffende sportbond geconsulteerd door de aannemer. Voor pi-
lottrajecten gelden aanvullende voorwaarden.
Voorafgaand aan de realisatie van het betreffende pilottraject komen de betreffende sportbond, het
keuringsinstituut, de opdrachtgever van het betreffende project, de eigenaar van de ondergrond en de
hoofdaannemer van het betreffende project bij elkaar om onderstaande (aanvullende) voorwaarden te
bekrachtigen:
- De pilot duurt een volledig kalenderjaar;
- Op 3 momenten wordt een volledige sporttechnische keuring uitgevoerd waarbij alle keuringen
aan alle aspecten dienen te voldoen:
o na realisatie (0-meting);
o 6 maanden na realisatie (tussenkeuring);
o 12 maanden na realisatie (eindkeuring).
- Realisatie van de pilot mag niet op het hoofdveld / centercourt;
- Voornoemde partijen zorgen ervoor dat beschreven staat hoe bij het niet slagen van de pilot (af-
keur op een van de keuringsmomenten of de sportvloer sluit niet aan bij de beleving van de ge-
bruiker) de sportvloerconstructie wordt vervangen door een goedgekeurde sportvloerconstructie;
- De hoofdaannemer en de keuringsinstantie zijn ervoor verantwoordelijk dat de sportvloercon-
structie bij afronding van de pilot voldoet aan de normen of dat normen opgesteld zijn conform
procedures zoals beschreven in dit handboek.
Er kan slechts één pilot van een labgoedgekeurde sportvloer worden aangelegd door de betreffende
aannemer. De resultaten van de pilot in de praktijk worden getoetst aan de NOC*NSF-Normen. De
duur van de pilot is minimaal één volledig kalenderjaar, gerekend vanaf het moment van oplevering.
Onder oplevering wordt hier verstaan het moment dat het keuringsinstituut heeft vastgesteld dat de
sportvloer aan de NOC*NSF-Normen voldoet. Na het kalenderjaar dienen NOC*NSF-Normen nog-
maals te worden gemeten en te voldoen. Bij twijfel kunnen de sportbond en NOC*NSF in afstemming
met het keuringsinstituut het College van Deskundigen adviseren om te besluiten de pilot met een jaar
te verlengen of de frequentie van metingen verhogen. Communicatie over verlenging van de pilot
vindt plaats tussen de betreffende sportbond, het keuringsinstituut en de aannemer.
4.3.4. Status “Goedgekeurd”
De status “Goedgekeurd” geeft aan dat een sportvloer volgens laboratoriumtesten voldoet aan de
normen. Tevens geeft het aan dat van een dergelijke sportvloer nog geen exemplaren in de praktijk
zijn gerealiseerd door de aannemer zoals deze gekoppeld is aan de betreffende sportvloer.
14
Om in aanmerking te komen voor de status “Goedgekeurd” voert een testinstituut met NOC*NSF Er-
kenning in opdracht van de opdrachtgever een laboratoriumonderzoek uit op basis van methoden en
procedures die zijn vastgelegd in het betreffende NOC*NSF Schema (zie ook hoofdstuk 3 van dit pro-
cedurehandboek). De resultaten van het laboratoriumonderzoek worden getoetst aan de NOC*NSF-
Normen. Indien blijkt dat de sportvloer voldoet aan de NOC*NSF-Normen stelt het testinstituut de be-
treffende sportbond en NOC*NSF op de hoogte van de resultaten van het onderzoek.
Nadat de betreffende sportbond en NOC*NSF geïnformeerd zijn door het testinstituut over het labo-
ratoriumonderzoek kan de sportvloer, onder vermelding van de betreffende aannemer, worden opge-
nomen in de NOC*NSF Sportvloerenlijst van de betreffende tak van sport met de status “Goedge-
keurd”.
Het verschil met de status “Labgoedgekeurd” is dat de opbouw van de constructie bestaat uit bekende
en reeds genormeerde materialen. Een constructie kan ook aangepast worden door de receptuur van
de materialen licht te wijzigen waarbij er geen directe wijziging optreedt in sporttechnische eigen-
schappen en duurzaamheid. Een lichte wijziging kan zijn het beperkt aanpassen van de vezellengte, -
dikte, -structuur of een beperkte wijziging in de dikte van de sporttechnische laag dan wel een beperk-
te wijziging in laagdiktes van infillmateriaal of ander constructiemateriaal. Het testinstituut waar de
constructie wordt aangeboden onderzoekt of sporttechnische eigenschappen en duurzaamheid niet
zullen wijzigen. Het testinstituut informeert de betreffende sportbond en NOC*NSF. Nadat de betref-
fende sportbond geïnformeerd is kan de sportvloer, onder vermelding van de betreffende aannemer,
worden opgenomen in de NOC*NSF Sportvloerenlijst van de betreffende tak van sport met de status
“Goedgekeurd”.
De status “Goedgekeurd” geeft de betreffende aannemer het recht om één constructie te mogen
bouwen in de praktijk. In de praktijk zal de constructie worden gemeten aan NOC*NSF-Normen beho-
rend bij de constructie waarna de volgende stap wordt beschreven in 4.3.5. “Erkend en gecertificeerd”
(voor deze status hoeft dus geen pilottraject van een jaar doorlopen te worden).
4.3.5. Status “Erkend en gecertificeerd”
De status “Erkend en gecertificeerd” geeft aan dat een sportvloer volgens (praktijk)keuringen voldoet
aan de normen.
Om in aanmerking te komen voor de status “Erkend en gecertificeerd” heeft de sportvloer met een
eerder vermelde status op de NOC*NSF Sportvloerenlijst gestaan en heeft een keuringsinstituut met
NOC*NSF Erkenning in opdracht van de opdrachtgever een praktijkonderzoek uitgevoerd op basis van
methoden en procedures die zijn vastgelegd in het betreffende NOC*NSF Schema en is naar voren ge-
komen dat de sportvloer voldoet aan de normen.
Bij het wijzigen van de receptuur van een constructie met de status “Erkend en gecertificeerd” geldt
dat deze terugvalt in de status “Goedgekeurd”.
4.3.6. “Certificering” aannemers
Een aannemer, anders dan de aannemer die gekoppeld is aan een sportvloer, die een product dat
reeds als “Labgoedgekeurd” of “Erkend en gecertificeerd” op de NOC*NSF Sportvloerenlijst staat ver-
meld, voor het eerst wil gaan bouwen dient daarvoor - voorafgaand aan de bouw - een verzoek tot
plaatsing op de NOC*NSF Sportvloerenlijst in te dienen bij NOC*NSF. Dit verzoek dient - indien van
toepassing - vergezeld te gaan van toestemming van de rechthebbende van de onderzoeksresultaten
van het product. De betreffende aannemer wordt toegevoegd aan het betreffende product en krijgt
een onderscheidende “status” mee, dusdanig dat duidelijk is dat de betreffende aannemer deze speci-
15
fieke sportvloerconstructie nog niet eerder heeft aangelegd. De aannemer dient aan te tonen dat de
voor hem nieuw te bouwen sportvloerconstructie conform NOC*NSF-Normen kan worden aangelegd.
Er kan slechts één constructie worden aangelegd voordat de aannemer de sportvloer ergens anders
mag bouwen.
4.3.7. Afvoer van NOC*NSF Sportvloerenlijst
Een sportvloer kan maximaal 2 jaar als “Labgoedgekeurd” en aansluitend maximaal één jaar als “Pilot”
op de NOC*NSF Sportvloerenlijst staan. Tenzij in overleg met de betrokken sportbond en College van
Deskundigen is afgesproken dat een pilot langer dan 1 jaar duurt. Indien de pilot niet tot goedkeuring
leidt wordt de betreffende sportvloer van de NOC*NSF Sportvloerenlijst afgevoerd.
Een sportvloer die voldoet aan de NOC*NSF-Normen kan van de NOC*NSF Sportvloerenlijst worden
afgevoerd indien zich na de pilotperiode alsnog sporttechnische, materiaaltechnische of constructie-
technische problemen voordoen met het betreffende type sportvloer. Indien zich problemen voordoen
wordt dit via de betreffende sportbond gemeld bij NOC*NSF. In overleg met betreffende sportbond,
de aanbieder van de sportvloer en betrokken aannemer(s) wordt de sportvloer van de NOC*NSF
Sportvloerenlijst afgevoerd. Een aannemer heeft altijd de kans het product te verbeteren, maar dient
dan altijd de volledige cyclus opnieuw te doorlopen (vanaf paragraaf 4.3.2.).
Een sportvloer wordt in beginsel 3 jaar als “Erkend en gecertificeerd” op de NOC*NSF Sportvloerenlijst
geplaatst. Na 3 jaar wordt bekeken of de betreffende sportvloer nog wordt aangelegd en kan door
NOC*NSF in overleg met betreffende sportbond en de aanbieder van betreffende sportvloer, besloten
worden de plaatsing op de NOC*NSF Sportvloerenlijst met 2 jaar te verlengen. Indien blijkt dat de be-
treffende sportvloer na deze twee jaar nog niet in de praktijk is gerealiseerd, dan wordt de betreffende
sportvloer na overleg met betrokken partijen afgevoerd van de NOC*NSF Sportvloerenlijst.
16
5. Keuren van (aangelegde) sportvloeren en sportaccommodaties
5.1. Achtergrond
Het keuren van aangelegde sportvloeren of sportaccommodaties is een procedure waarbij een vereni-
ging een NOC*NSF/sportbond Certificaat ontvangt. Met behulp van het NOC*NSF/sportbond Certifi-
caat kan de betreffende vereniging deelnemen aan door de betreffende bond georganiseerde wed-
strijden.
Het keuren van aangelegde sportvloeren en/of sportaccommodaties vindt plaats door een keuringsin-
stituut met NOC*NSF Erkenning (zie de NOC*NSF Sportvloerenlijst voor de erkende keuringsstinstuten
http://sportvloerenlijst.nocnsf.nl) op basis van vastgestelde methoden en procedures, die zijn beschre-
ven in het betreffende NOC*NSF Schema, waarmee wordt vastgesteld dat een sportvloer of sportac-
commodatie voldoet aan de door de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties vastgestelde
NOC*NSF-Normen.
Met dit procedurehandboek wordt gestreefd naar een situatie waarin sportvloeren en sportaccommo-
daties in Nederland (zoveel mogelijk) beschikken over een NOC*NSF/sportbond Certificaat.
Sportbonden hanteren als minimale randvoorwaarde voor het spelen van competitiewedstrijden en
toernooien georganiseerd onder auspiciën van de betreffende sportbond de NOC*NSF-Normen. Deze
normen vertegenwoordigen de minimale kwaliteitscriteria die staan voor een “veilig” en “verantwoord”
gebruik van de sportvloer of sportaccommodatie voor competitiedoeleinden.
In aanvulling op de NOC*NSF-Normen kunnen sportbonden, mede op basis van hun reglementen, zelf
aanvullende eisen stellen waaraan een sportvloer of sportaccommodatie dient te voldoen. Onder de
aanvullende eisen wordt onder ander verstaan de vereisten uit de reglementen van de betreffende
sportbond welke nog niet zijn doorgevoerd in de normen. Spotbonden hebben zelf de verantwoorde-
lijkheid om deze aanvullende eisen op een juiste wijze door te geven aan de markt (bijvoorbeeld door
dit als sport centraal te organiseren) en met gemeenten te bespreken hoe met deze wijzigingen om-
gegaan dient te worden in de praktijk. De sport kan dit als geheel ook centraal organiseren. De insteek
dient te zijn om aanvullende eisen te verwerken in de normen van de betreffende sport.
Omdat deze aanvullende eisen niet zijn vastgelegd in de NOC*NSF-Normen, worden deze eisen niet
meegenomen in een keuring ten behoeve van een NOC*NSF/sportbond Certificaat. Een
NOC*NSF/sportbond Certificaat zegt derhalve niets over de mate waaraan aan deze aanvullende eisen
wordt voldaan. Sportbonden kunnen hiervoor wel afzonderlijke afspraken maken met keuringsinstitu-
ten met NOC*NSF Erkenning om de aanvullende eisen onderdeel te laten zijn van de keuring en daar-
aan en aparte goedkeuring verbinden al dan niet vastgelegd of onderdeel uitmaken van het
NOC*NSF/sportbond Certificaat. Dit wordt dan apart opgenomen in de rapportage.
5.2. Doel
Het borgen van de kwaliteitsaspecten sportfunctionaliteit, veiligheid, bespeelbaarheid, uniformiteit en
duurzaamheid van sportvloeren en alle soorten (overdekte) sportaccommodaties door op basis van
keuringen door een keuringsinstituut met NOC*NSF Erkenning vast te stellen of een sportvloer of
sportaccommodatie voldoet aan de NOC*NSF-Normen.
17
5.3. Werkwijze
5.3.1. Aanmelding
Een keuring van een sportaccommodaties wordt aangevraagd door de aanvrager namens de op-
drachtgever. De volgende gegevens moeten bekend zijn voor aanvang van de keuring:
NAW-gegevens van de opdrachtgever en aanvrager
Locatie project (plaats en gemeente)
Baan-/veldnummer en naam vereniging
Codes en/of titels van normen op basis waarvan gekeurd dient te worden
Naam van de sportvloer zoals deze vermeld staat op de NOC*NSF Sportvloerenlijst
Of het nieuwbouw, ombouw of renovatie betreft
Constructie-opbouw
Het keuringsinstituut stelt vast of de sportvloer zoals vermeld op de aanvraag voorkomt op de
NOC*NSF Sportvloerenlijst.
Indien de sportvloer niet vermeld staat op de NOC*NSF Sportvloerenlijst, wordt de aanvraag niet ge-
accepteerd.
Indien de sportvloer wel voorkomt op de NOC*NSF Sportvloerenlijst en er is op voorhand gerede twij-
fel dat de sportvloer niet aan de eisen kan voldoen, dan moet de inspectie-instelling dit bekend maken
aan de opdrachtgever.
Na aanmelding en voorafgaand aan de keuring meldt het keuringsinstituut het project bij de betref-
fende sportbond met vermelding van dezelfde gegevens als voorgaand benoemd.
5.3.2. Uitvoering van de keuring
5.3.2.1. Algemeen
Het keuringsproces bestaat uit een aantal stappen, welke in onderstaande subparagrafen zijn om-
schreven en hieronder schematisch weergegeven
Bij keuring van een sportcomplex wordt elke sportvloer als individuele vloer behandeld en gekeurd.
18
Planning keurings-
momenten
Planning van
keuring
Uitvoeren keuring
Rapportage
keuringsresultaat
voldoet
Alle constructie-
lagen
goedgekeurd?
Inplannen
eindkeuring
Uitvoeren eindkeuring
Rapportage
keuringsresultaat
Aanvrager vraagt
keuring aan
Keuringsresultaten
labanalyses
Herstelmeting
door aanvragerVoldoet na
aanpassing
Voldoet niet
De inspectie instelling stelt vast,
in een z.g. inspectieplan, welke
keuringen uitgevoerd moeten
worden tegen welke criteria
Keuringsresultaten
labanalyses (mat, infill
zand en rubber)
Herstelmeting
door aanvragerVoldoet na
aanpassing
Validatie rapport
Verzenden rapport
Aanvrager
sportbond
Einde evt rapport
met negatief
advies
Eindrapport
Projectleider
Inspecteur
Aanvrager
opdrachtgever
Laboratorium
Management
Alle resul-
taten voldoen
Keuring in de praktijk van de onderlagen
en de toplaag
Bij het uitvoeren van de keuringen neemt
de inspectie-instelling zelf samples van
de gebruikte materialen per laag.
eindkeuring
5.3.2.2. Keuring constructielagen
Elke constructielaag wordt afzonderlijk beoordeeld en aan een keuring onderworpen.
5.3.2.3. Laboratoriumonderzoek
De toe te passen materialen worden door de aanvrager ingediend ter verificatie. Teneinde zeker te
stellen dat de bouwmaterialen voldoen aan de eisen in de NOC*NSF-Normen, wordt door een labora-
torium een verificatieonderzoek (zie Bijlage 4) uitgevoerd. Het laboratorium moet over een accreditatie
beschikken volgens NEN-EN-ISO 17025.
5.3.2.4. Uit te voeren keuringen en steekproef
Keuringen en steekproeven dienen volgens de geldende testnormen en bijbehorende werkmethoden
te worden uitgevoerd.
19
5.3.2.5. Nader onderzoek
Indien er twijfel bestaat op basis van de uitgevoerde metingen, kan nader onderzoek plaatsvinden
door het keuringsinstituut.
5.3.2.6. Rapportage resultaten tussentijdse keuringen
Het keuringsinstituut met NOC*NSF Erkenning verstrekt aan de aanvrager een rapportage op basis van
de resultaten van de keuringen. Hierin rapporteert het instituut per constructielaag of deze aan de eis
voldoet. Het keuringsinstituut kan tot een van onderstaande conclusies komen:
1. De constructielaag voldoet aan de normen;
2. De constructielaag voldoet niet aan de normen. Hierdoor kan getwijfeld worden aan de pres-
tatie van het constructieonderdeel. Door de aanvrager moeten herstelmaatregelen genomen
worden op basis van de rapportage van de keuring. Na uitvoering van de maatregelen wordt
de constructielaag opnieuw gekeurd;
3. Het constructieonderdeel voldoet op enkele onderdelen niet aan de normen, echter er is een
gerechtvaardigd vertrouwen dat de constructielaag met geringe aanpassing de geëiste presta-
ties kan gaan leveren. De opdrachtgever (laat) de vereiste herstelwerkzaamheden uitvoeren.
Gereed melding volstaat middels een schriftelijke melding. Deze gereed melding moet onder-
tekend zijn namens de opdrachtgever.
Bij goedkeuring van een constructielaag dient deze status van goedkeuring gehandhaafd te blijven
totdat de volgende constructielaag wordt aangebracht.
5.3.2.7. Eindkeuring
De eindkeuring kan pas worden aangevraagd en uitgevoerd als alle tussentijdse keuringen en het la-
boratoriumonderzoek met goed resultaat zijn afgerond.
5.3.2.8. Rapportage eindkeuring
Het betreffende keuringsinstituut verstrekt aan de aanvrager een rapportage op basis van de resulta-
ten van de eindkeuring. Hierin rapporteert het keuringsinstituut of de volledige constructie aan de
normen voldoet. Het keuringsinstituut kan tot een van onderstaande conclusies komen:
1. De constructie voldoet aan de normen;
2. De constructie voldoet niet aan de normen en herstelmaatregelen zijn noodzakelijk.
Het keuringsinstituut vermeldt op welk onderdeel de sportvloer niet voldoet. Nadat de aan-
vrager heeft zorggedragen voor aanpassing van het te herstellen deel, moet hij opnieuw een
eindkeuring aanvragen.
Indien de betreffende sportnorm het toestaat, kan worden volstaan met keuring van alleen het deel
van de constructie dat is hersteld. Indien de betreffende norm dit niet toestaat, moet de hele construc-
tie opnieuw worden gekeurd middels een volledige eindkeuring.
Het betreffende keuringsinstituut verstrekt op hetzelfde moment als verstrekking aan de aanvrager
NOC*NSF ([email protected] onderwerp: eindrapport) een eindrapportage. Met behulp
van de conclusies in het eindrapport verstrekt het keuringsinstituut aan de aanvrager het certificaat
waarbij de aanvrager het certificaat dient te verstekken aan de betreffende vereniging.
5.3.2.9. Beslissing / autorisatie
De uitvoering van de keuring en de beslissing omtrent het verlenen van een positief eindrapport zijn
twee gescheiden verantwoordelijkheden. De uitvoering van de keuring en het opstellen van een rap-
portage gebeurt door een inspecteur. Op grond van deze rapportage, de bijlagen en eventueel de
vastgelegde intenties wordt door de technisch manager van het keuringsinstituut een besluit genomen
tot het verlenen van de eindrapportage.
20
5.3.2.10. Eindrapportage
In de eindrapportage moeten ten minste de onderstaande zaken worden opgenomen.
NAW gegevens van de aanvrager waaraan de rapportage wordt verstrekt:
o volledige naam van de aanvrager conform uittreksel van de KvK of ander rechtsgeldig
document (bijv. statuut);
o vestigingsplaats.
Gegevens van het keuringsinstituut:
o naam;
o vestigingsplaats;
o handtekening(en) van de technisch manager het keuringsinstituut.
Gegevens geïnspecteerde sportvloer:
o De gegevens van de constructie en de sport waarvoor deze wordt gebruikt;
o tekst die aangeeft dat de constructie voldoet aan de eisen zoals omschreven in de be-
treffende NOC*NSF-Norm;
o titelcode, titel en publicatiedatum van de betreffende NOC*NSF-Norm;
o locatiegegevens van de constructie;
o veld- baanummer en vereniging;
o Een overzicht van de onderdelen van de constructie die zijn getoetst inclusief gebruik-
te werkmethode;
o Het keuringsresultaat per onderdeel;
o De eindconclusie.
Gegevens inspectieschema:
o Code + titel inspectieschema.
5.3.3 Eisen keuringspersoneel
Het personeel van of betrokken bij het keuringsinstituut moet voldoen aan een aantal aanvullende ei-
sen teneinde de kwaliteitsborging te verzekeren. De opleiding en ervaring van het keuringspersoneel
moet aantoonbaar zijn vastgelegd.
Inspecteur:
Minimaal MBO werk- en denkniveau, verkregen door opleiding of ervaring;
Aantoonbare kennis van GWW- / Cultuurtechniek of bouwkunde;
Voldoende kennis van de relevante sportnormen;
In staat meetresultaten op de juiste wijze te interpreteren;
Ervaring met het zelfstandig uitvoeren van keuringen. Deze ervaring houdt minimaal het vol-
gende in: per testmethode minimaal vijf in situ keuringen in de afgelopen 3 jaar.
Technisch manager:
Minimaal HBO werk- en denkniveau
Voldoende kennis van de relevante sportnormen;
Minimaal 3 jaar werkervaring binnen het toepassingsgebied van het schema.
21
6. Communicatie
6.1. Achtergrond
Alle belanghebbende partijen, waaronder sportbonden, verenigingen, gemeenten, aannemers, leve-
ranciers en test- en/of keuringsinstituten hebben het recht om deel uit te maken van de Nationale
Normcommissie Sportaccommodaties en haar werkgroepen en daarmee rechtstreeks invloed uit te
oefenen op de besluitvorming over de kwaliteit van sportvloeren en sportaccommodaties in Neder-
land. Met het oog op de kwaliteit van sportvloeren en sportaccommodaties in Nederland is het van es-
sentieel belang dat alle belanghebbende partijen op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen
met betrekking tot normalisatie voor en het keuren van sportvloeren en sportaccommodaties in Ne-
derland.
6.2. Doel
Het informeren van alle belanghebbenden over ontwikkelingen met betrekking tot normalisatie voor
en het keuren van
sportvloeren en sportaccommodaties.
6.3. Algemene informatie
6.3.1. Website NOC*NSF
NOC*NSF plaatst en onderhoudt op haar website www.nocnsf.nl algemene informatie over normalisa-
tie voor en het keuren
van sportaccommodaties in Nederland. Het betreft onder meer:
het actuele Procedurehandboek Kwaliteit Sportvloeren & Sportaccommodaties
de actuele NOC*NSF-Normen
het NOC*NSF Schema
gegevens over de geaccrediteerde test- en/of keuringsinstituten (NOC*NSF Erkenning)
de actuele NOC*NSF Sportvloerenlijst
6.4. Informeren achterban
6.4.1. Sportbonden
Niet alle sportbonden maken deel uit van de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties en haar
werkgroepen. Zij kiezen ervoor hun belangen te laten behartigen door andere sportbonden of
NOC*NSF. Om alle betrokken sportbonden goed en tijdig te kunnen informeren omtrent actuele ont-
wikkelingen en hen de mogelijkheid te bieden tijdig invloed uit te oefenen op deze ontwikkelingen,
kunnen de sportbonden vragen inzicht te krijgen in de agenda en bijbehorende stukken van de Natio-
nale Normcommissie Sportaccommodaties en de daarbij behorende werkgroepen. Daarnaast zendt
het secretariaat van de werkgroepen (afhankelijk van de wens van de betrokken sportbonden) een af-
schrift (cc) van de agenda, het verslag en eventueel andere vergaderstukken van deze werkgroepen
aan de betrokken sportbonden.
22
6.4.2. Gemeenten
De belangen van gemeenten worden binnen de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties en
haar werkgroepen
vertegenwoordigd door de VSG. VSG is zelf verantwoordelijk voor het informeren van haar achterban
over ontwikkelingen met betrekking tot normalisatie voor en het keuren van sportvloeren en sportac-
commodaties.
6.4.3. Aannemers en leveranciers
Alle belanghebbende aannemers en leveranciers hebben de mogelijkheid om bij vergaderingen van de
Nationale
Normcommissie Sportaccommodaties en haar werkgroepen aanwezig te zijn. De belangen van aan-
nemers en leveranciers worden deels vertegenwoordigd door de Branchevereniging Sport en Cultuur-
techniek (BSNC). De BSNC is zelf verantwoordelijk voor het informeren van haar achterban over ont-
wikkelingen met betrekking tot normalisatie voor en het keuren van sportvloeren en sportaccommo-
daties.
6.4.4. Overigen / niet aangesloten partijen
Aannemers en leveranciers die niet zijn aangesloten bij de BSNC of gemeenten die niet zijn aangeslo-
ten bij de VSG en alle andere niet genoemde partijen kunnen voor informatie en communicatie terecht
op de website van NOC*NSF of zich richten tot het secretariaat van de Nationale Normcommissie
Sportaccommodaties.
23
7. Melding en klachten
Belanghebbenden die van mening zijn dat procedures, zoals beschreven in dit handboek, niet juist
worden uitgevoerd en nageleefd, kunnen hiervoor contact opnemen met NOC*NSF, afdeling Sport-
ontwikkeling.
Belanghebbenden met klachten over procedures en beslissingen van externe partijen, zoals de NEN en
RvA, zullen door NOC*NSF worden doorverwezen naar de betreffende instelling. Ook kan rechtstreeks
met deze instellingen contact worden opgenomen.
Normalisatie voor sportvloeren en sportaccommodaties
Klachten over het opstellen en onderhouden van normen door de Nationale Normcommissie Sportac-
commodaties, kunnen worden ingediend bij de NEN. De daarbij te hanteren procedures zijn beschre-
ven in het Klachtenreglement van de NEN, waar het klachtenreglement is op te vragen
(zie www.nen.nl ).
Accreditatie test- en/of keuringsinstituten
Test- en/of keuringsinstituten die het niet eens zijn met een beslissing van de RvA inzake accreditatie
kunnen hiervoor terecht bij de RvA. De daarvoor te hanteren procedures zijn beschreven in RvA-R002
Reglement voor Accreditatie (zie www.rva.nl ).
24
8. Financiering
8.1. Achtergrond
Om uitvoering te kunnen geven aan de procedures en processen die zijn beschreven in dit Procedure-
handboek met als doel de kwaliteitsaspecten, sportfunctionaliteit, veiligheid, bespeelbaarheid, unifor-
miteit en duurzaamheid van sportvloeren en alle soorten (overdekte) sportaccommodaties structureel
te kunnen borgen, zijn financiële middelen nodig. In voorliggend hoofdstuk wordt beschreven op wel-
ke wijze financiering plaatsvindt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen keuringskosten, structure-
le financiering voor normalisatie en schemabeheer, kosten voor beheer en onderhoud NOC*NSF
Sportvloerenlijst en onderzoeks-/ontwikkelkosten.
8.2. Doel
Financiële borging die nodig is voor onderzoek en het uitvoeren van procedures en processen zoals
vastgelegd in dit Procedurehandboek Kwaliteit Sportvloeren & Sportaccommodaties.
8.3. Keuringskosten
De kosten voor het keuren van sportvloeren en sportaccommodaties (hoofdstuk 5 van dit procedure-
handboek) komen voor rekening van de opdrachtgever. De hoogte van de keuringskosten wordt, re-
kening houdend met de opslag als bedoeld in 8.5, 8.6 en 8.7, bepaald door het keuringsinstituut zelf.
8.4. Structurele financiering voor normalisatie
Voor het opstellen en onderhouden van normen, ofwel normalisatie is structurele financiering noodza-
kelijk. De kosten die hiermee gepaard gaan worden jaarlijks opnieuw begroot door de Nationale
Normcommissie Sportaccommodaties. De kosten voor het opstellen en onderhouden van de normen
worden betaald door de werkgroepleden. De begroting voor het jaar t wordt uiterlijk in december van
het jaar t-1 vastgesteld door de Nationale Normcommissie Sportaccommodaties.
8.5. Kosten beheer en onderhoud NOC*NSF Sportvloerenlijst
Het onderhouden van de NOC*NSF Sportvloerenlijst (hoofdstuk 4) brengt kosten met zich mee. De
NOC*NSF Sportvloerenlijst is een tool voor test- en/of keuringsinstituten, opdrachtgevers, adviesbu-
reaus en aannemers. Een deel van de kosten voor de NOC*NSF Sportvoerenlijst NOC*NSF voor haar
rekening. De overige kosten zullen gefinancierd worden uit een opslag per eindkeuring, zoals beschre-
ven in 8.7.
25
8.6. Onderzoeks-/ontwikkelkosten
De kwaliteit van de sportvloeren en sportaccommodaties voor de toekomst moet minimaal gelijk blij-
ven aan de huidige kwaliteit dan wel moet verbeteren. Met verbeteren wordt niet direct bedoeld dat
de lat voor de sporttechnische normen hoger gelegd moet worden, maar wel de lat voor bijvoorbeeld
duurzaamheid en bespeelbaarheid. Voorgaande zaken zijn tot heden nog niet altijd voldoende ge-
borgd in de normen. Om de duurzaamheid en de bespeelbaarheid goed te kunnen borgen zijn onder-
zoeken benodigd, die kosten met zich meebrengen. Tevens kan het voorkomen dat sportgenerieke
onderzoeken uitgevoerd moeten worden om de kwaliteit van de sport te borgen, ook deze kosten zul-
len mede worden gefinancierd uit een opslag per eindkeuring (zie paragraaf 8.7).
8.7. Opslag per eindkeuring
Door per eindkeuring van een sportvloer of sportaccommodatie een opslag te berekenen op de keu-
ringskosten deelt elke
opdrachtgever in de kosten die bijdragen aan het borgen van de kwaliteit van sportvloeren en sport-
accommodaties in Nederland.
De hoogte van de opslag is mede afhankelijk van de sportvloer of sportaccommodatie (type sport). Zo
is de opslag voor een atletiekbaan hoger dan bijvoorbeeld voor een tennisbaan omdat de aanleg- en
keuringskosten voor een atletiekbaan ook hoger zijn, maar ook het ruimtebeslag groter is.
8.7.1. Kosten opslag per eindkeuring
Sportvloer Opslag
Atletiekbaan
- rondbaan en techn. nummers
- rondbaan
- hoogspringen
- overige techn. nummers
Voetbalvelden
- 11 tegen 11-velden
- 7 tegen 7-velden
Rugby-/American Footballvelden
Honk- en softbalvelden
Hockeyvelden
Skeelerbanen
Korfbalvelden
Tennisbaan
Handbalvelden
Binnensportvloeren
Gymzalen
€ 600,--
€ 300,--
€ 100,--
€ 50,--
€ 350,--
€ 175,--
€ 350,--
€ 350,--
€ 300,--
€ 300,--
€ 200,--
€ 50,--
€ 90,--
€ 150,--
€ 100,--
Genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
8.7.2. Procedure opslag per eindkeuring
De hoogte van de vaste opslag per certificaat / eindkeuring wordt eenmalig bepaald door NOC*NSF
op basis van advies vanuit de sportbonden en jaarlijks geïndexeerd op basis van CPI.
Ingangsdatum: 1 mei 2014.
26
De keuringsinstituten factureren deze vaste opslag per keuring op NOC*NSF-Normen (nieuwe aanleg,
renovatie, ombouw, keuring bestaande (kunstgras)velden/-banen of keuring van sportaccommodaties)
aan hun opdrachtgever. Aan het eind van elk kwartaal maakt het keuringsinstituut de totaal geïnde
opslag over aan NOC*NSF en verstrekt NOC*NSF daarnaast een gespecificeerd overzicht van alle in
dat kwartaal uitgevoerde eindkeuringen. NOC*NSF rapporteert hierover jaarlijks in december aan de
sportbonden. Daarnaast rapporteert NOC*NSF elk jaar aan de sportbonden over de gedane uitgaven.
Onderzoek en innovatie, welke worden betaald uit middelen vrijkomend uit de opslagen, worden
eveneens in december door het College van Deskundigen vastgesteld op basis van advies vanuit een
werkgroep samengesteld door het College van Deskundigen bestaande uit vertegenwoordigers van
aannemende partijen, leveranciers, gemeenten en sporbonden. Hierbij geldt dat sportspecifieke on-
derzoeken naar rato van de “inbreng” van opslagen per sport middelen kunnen worden toegewezen
indien de aanvragen groter zijn dan de beschikbare middelen. Aanvulling van de bedragen dient via
subsidies of anders te worden verkregen.
27
9. Wijzigingen
De procedure voor normalisatie van sportvloeren en sportaccommodaties zoals beschreven in dit Pro-
cedurehandboek is op 17 mei 2011 vastgesteld door de Algemene Vergadering van NOC*NSF. Aanvul-
lingen en wijzigingen op deze procedure en opneming daarvan in dit Procedurehandboek komen tot
stand na schriftelijke goedkeuring door het College van Deskundigen en accordering door het bestuur
van NOC*NSF, waarna daarvan mededeling wordt gedaan in de eerstvolgende Algemene Vergadering
van NOC*NSF.
Wijzigingen in het inspectiesysteem voor sportvloeren treden in werking na vaststelling door het Col-
lege van Deskundigen onder gelijktijdige vaststelling van de datum van inwerkingtreding en niet voor-
dat ten minste 30 dagen zijn verstreken na de dag van bekendmaking. NEN draagt ervoor zorg dat al-
le betrokken partijen in kennis worden gesteld van de wijzigingen en de dag van inwerkingtreding.
Gedurende het in dit handboek beschreven traject ziet de beleidscommissie schemabeheer van NEN
toe op de naleving van de procedure “ontwikkelen en beheer van certificatieschema’s”. Daarnaast ziet
het College van Deskundigen toe op de inhoud van de wijzigingen. Een volledige omschrijving van de
bevoegd- en verantwoordelijkheden van genoemde commissies en de procedure “ontwikkelen en be-
heer van certificatieschema’s” maken deel uit van het Handboek NEN Schemabeheer.
28
Bijlage 1
Nationale Normcommissie sportaccommodaties Kwaliteit Sportvloeren & Sportaccommodaties
Werkterrein
De Nationale Normcommissie Sportaccommodaties (WG1), hierna “Normcommissie” verzorgt de uit-
voering van dat deel van het werkprogramma voor het bureau NEN waarvoor zij is ingesteld, en ver-
richt haar taak met verantwoording aan de beleidscommissie van het bureau NEN.
Taken
Het verzorgen van de Nederlandse inbreng bij internationale en Europese normalisatie.
Het opstellen van Nederlandse normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en aanverwante publi-
caties, in overeenstemming met de relevante procedures.
De periodieke beoordeling van normen, voornomen, praktijkrichtlijnen en aanverwante publi-
caties.
Het opstellen van ontwerpadviezen aan de beleidscommissie.
Het rapporteren aan de beleidscommissie over het gewenste programma en de uitvoering van
dat programma.
Samenstelling en benoeming
De Normcommissie is samengesteld uit terzake kundige leden, die geacht worden gezamenlijk
de bij de desbetreffende normalisatie belanghebbende groeperingen te vertegenwoordigen.
Bij het instellen van een Normcommissie richt het bureau NEN een uitnodiging aan alle be-
langhebbende groeperingen tot het doen van een voordracht voor de benoeming van een lid.
De belanghebbende groeperingen kunnen zijn:
o Organisaties en instellingen van producenten/leveranciers;
o Organisaties en instellingen van gebruikers;
o Organisaties en instellingen van de aannemers;
o Organisaties en instellingen van de adviesbureaus;
o Instellingen van wetenschap;
o Onderzoeks- en test- en/of keuringsinstellingen;
o Overheids- en semi-overheidsinstellingen.
De NEN bepaalt ten aanzien van de Normcommissie welke organisaties en/of instellingen voor
elk van de hierboven beschreven bedoelde belanghebbende groeperingen representatief zijn
te achten en derhalve worden uitgenodigd. Deelname aan het normalisatieproces staat in
principe slechts open voor vertegenwoordigers van erkend belanghebbende partijen, die ook
bereid zijn aan de financiering bij te dragen.
De NEN kan anderen dan bedoeld in het hierboven beschreven alinea tot lid van de Norm-
commissie benoemen.
Werkwijze
De Normcommissie vergadert zoveel als voor de geplande voortgang van de werkzaamheden
is vereist.
De vergaderingen worden tenminste zeven dagen van tevoren geconvoceerd.
De Normcommissie stelt ten behoeve van de begroting jaarlijks de NEN tijdig in kennis van de
noodzakelijke planningsgegevens, waaronder de benodigde ondersteuning van het bureau
NEN voor het Nederlandse, internationale en/of Europees normalisatie-ontwikkelingswerk.
29
De Normcommissie formuleert de Nederlandse standpunten ten aanzien van internationale of
Europese normalisatie.
Werkgroepen
De Normcommissie kan voor bepaalde delen van haar programma werkgroepen instellen.
De Normcommissie bepaalt van elke werkgroep het programma en de naam en legt dit op
een nader te regelen wijze vast.
De Normcommissie wijst, zo mogelijk uit haar midden, de voorzitter van de werkgroepen aan
en benoemt de overige leden. De voorzitter van een werkgroep heeft uit hoofde van zijn func-
tie zitting in de Normcommissie.
Besluitvorming
Bij de besluitvorming wordt gestreefd naar consensus. Wanneer geen consensus kan worden bereikt
kan de voorzitter beslissen tot besluitvorming met meerderheid van stemmen. Daarbij moet rekening
worden gehouden met gelijkwaardigheid in stemverhouding van belanghebbende partijen. Bij staken
van stemmen beslist de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
30
Bijlage 2
COLLEGE VAN DESKUNDIGEN Kwaliteit Sportvloeren & Sportaccommodaties
Om maatschappelijk draagvlak voor haar certificatieactiviteiten te verkrijgen en te behouden, maakt
NOC*NSF gebruik van een College van Deskundigen, waarin alle partijen die een aanzienlijk belang
hebben bij de ontwikkeling van de beleidslijnen en principes met betrekking tot de inhoud, de werking
en de uitvoering van een certificatiesysteem, kunnen deelnemen.
Taken
Het College van Deskundigen heeft tot taak NOC*NSF te adviseren over het certificatieschema, ten
aanzien van tenminste de volgende aspecten:
Aard en inhoud van het certificatiesysteem;
Te hanteren certificatie-eisen, een en ander met inachtneming van de daaraan gestelde eisen
in accreditatienormen;
De frequentie, aard en plaats en controles (audits);
De aan het certificatiepersoneel te stellen kwalificatie-eisen;
Het gebruik en de betekenis van het certificaat;
Het draagvlak en de bekendheid van het certificaat;
Het verstrekken van informatie aan derden over het Procedurehandboek Kwaliteit Sport-
vloeren & Sportaccommodaties;
Het bijhouden van een actueel overzicht van certificaathouders.
Bevoegdheden
Het College van Deskundigen is bevoegd om NOC*NSF gevraagd of ongevraagd te adviseren binnen
het eigen werkterrein. Zij mogen desgevraagd (al dan niet bindende) adviezen uitbrengen aan
NOC*NSF, met dien verstande dat adviezen over het door NOC*NSF te voeren beleid door NOC*NSF
worden voorgelegd aan het bestuur.
Het College van Deskundigen is bovendien bevoegd om een door NOC*NSF te hanteren beleid te
ontwikkelen ten aanzien van de te treffen maatregelen bij constatering van tekortkomingen bij certifi-
caathouders en verstrekkers.
Het College van Deskundigen is geheimhoudingspichtig ten aanzien van alle gegevens betreffende
een certificering waarover het uit hoofde van zijn functie de beschikking krijgt.
Samenstelling
Het bestuur van NOC*NSF benoemt de leden van het College van Deskundigen. Het bestuur
van NOC*NSF ziet toe op een evenwichtige samenstelling van het College van Deskundigen
uit vertegenwoordigers van de bij de certificatie van sportvloeren en sportaccommodaties be-
langenorganisaties.
Het bestuur van NOC*NSF kan, indien het zulks met het oog op een goede taakvervulling van
het College van Deskundigen nodig oordeelt, anderen dan bedoeld in het vorige lid benoe-
men tot lid van het College.
31
Bestuurders van NOC*NSF kunnen geen lid zijn van het College van Deskundigen.
Het College bestaat uit tenminste 3 en ten hoogste 10 leden. Het College van Deskundigen
bepaalt het aantal leden.
De leden van het College van Deskundigen worden voor de duur van maximaal 4 jaar be-
noemd. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd, voor telkens een periode van
4 jaar.
Wanneer een lid van het College van Deskundigen niet langer de hoedanigheid heeft, op
grond waarvan hij/zij werd benoemd, eindigt het lidmaatschap van het College van Deskundi-
gen.
De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen.
De leden van het College van Deskundigen dragen een onafhankelijk voorzitter voor aan NEN.
De voorzitter wordt door het bestuur van NOC*NSF in functie benoemd.
Medewerkers van test- en/of keuringsinstituten kunnen adviserend lid zijn, maar hebben geen
stemrecht.
Werkwijze
Het College van Deskundigen vergadert ter uitoefening van haar taak tenminste tweemaal per
jaar en voorts zo vaak als de voorzitter, dan wel drie leden van het College, of het bestuur van
NOC*NSF hierom verzoeken.
Het verzoek tot de vergadering geschiedt schriftelijk en tenminste tien dagen van tevoren, de
dag van het verzoek en die van de vergadering niet meegerekend.
Het verzoek tot vergadering bevat, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behan-
delen onderwerpen.
Het College van Deskundigen kan deskundigen uitnodigen om een of meer vergaderingen bij
te wonen. Deze personen hebben een adviserende rol en hebben geen stemrecht.
Besluitvorming
Ieder lid van het College heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Het College kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid
(helft + 1) van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig is.
Het College van Deskundigen streeft naar het bereiken van consensus over uit te brengen ad-
viezen. Wanneer geen consensus kan worden bereikt kan de voorzitter beslissen tot besluit-
vorming met meerderheid van stemmen. Daarbij moet rekening worden gehouden met ge-
lijkwaardigheid in stemverhouding van belanghebbende partijen. Bij staken van stemmen be-
slist de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Het College van Deskundigen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden in
de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per telefax of e-mail hun stem uit te brengen. Van een
aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen stemmen en onderbouwin-
gen door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter
bij de notulen van de eerstvolgende vergadering wordt gevoegd.
32
Bijlage 3
Modelovereenkomst NOC*NSF en test- en/of keuringsinstituten
33
MODEL
KEURMERKOVEREENKOMST
NOC*NSF
en
Naam test- en keuringsinstituut
34
Keurmerkovereenkomst
NOC*NSF
en
Naam test- en keuringsinstituut
De ondergetekenden:
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlands Olympisch Comi-
té*Nederlandse Sport Federatie, gevestigd te Arnhem, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
door de heer E. Lenselink, manager Sportontwikkeling, hierna te noemen "NOC*NSF";
en
2. De [rechtsvorm] [naam], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw
[naam], [functie] hierna te noemen “Test en/of Keuringsinstituut";
Hierna gezamenlijk ook te noemen “Partijen”, dan wel afzonderlijk “Partij”,
In aanmerking nemende dat:
NOC*NSF en de sportbonden in Nederland de processen behorend bij de kwaliteitsaspecten,
sportfunctionaliteit, veiligheid, bespeelbaarheid, uniformiteit en duurzaamheid van sportvloeren en
sportaccommodaties wenst te borgen, waardoor sportvloeren en sportaccommodaties na aanleg,
ombouw of renovatie voldoen aan bepaalde minimale kwaliteitseisen;
Test- en/of keuringsinstituten praktijkkeuringen dan wel laboratoriumtesten (-keuringen) van
sportvloeren en sportaccommodaties dienen uit te voeren en te beoordelen in overeenstemming
met het Procedurehandboek “Kwaliteit sportvloeren & sportaccommodaties” van NOC*NSF (hierna
het “ Handboek”);
Om de deskundigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en continuïteit van hiervoor bedoelde
instituten te kunnen waarborgen een accreditatie (van de Raad van Accreditatie, ingesteld door de
Nederlandse overheid) is ingevoerd als voorwaarde voor het uitvoeren van het werk van deze zo-
geheten ‘conformiteitsbeoordelende instituten’;
Door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde test- en/of keuringsinstituten in aanmerking kun-
nen komen voor het keurmerk ‘NOC*NSF Erkenning’ (hierna het “Keurmerk”);
Test en/of Keuringsinstituut op d.d. ………….. is geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie en
gebruik wil maken van het Keurmerk;
Het gebruik van het Keurmerk aan een aantal voorwaarden dient te voldoen en Partijen hiervoor
de navolgende voorwaarden en bedingen zijn overeengekomen;
Komen overeen als volgt:
1. Gebruik Keurmerk
1.1 NOC*NSF stelt aan Test en/of Keuringsinstituut het niet-exclusieve en niet-overdraagbare
Keurmerk als opgenomen in Bijlage 1, beschikbaar.
1.2 Met het hiervoor onder 1.1 genoemde Keurmerk verleent NOC*NSF aan Test en/of Keurings-
instituut het recht het Keurmerk uitsluitend onder de voorwaarden als opgenomen in deze
overeenkomst te gebruiken.
35
1.3 Test en/of Keuringsinstituut verklaart het gebruik van het Keurmerk strikt uit te voeren bin-
nen de bepalingen van deze overeenkomst. Ieder ander gebruik door Test en/of Keuringsin-
stituut, dat niet valt binnen de bepalingen van deze overeenkomst, wordt aangemerkt als
een ernstige toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst, die ont-
binding rechtvaardigt.
2. Voorwaarden gebruik
2.1 De erkenning, en daarmee het gebruik van het Keurmerk, van Test- en/of Keuringsinstituut
als genoemd in de overwegingen is uitsluitend verstrekt ten behoeve van het keuren en/of
testen van de sportvloeren en/of –accommodaties van de sport(en) als genoemd in Bijlage
2.
2.2 Test en/of Keuringsinstituut verplicht zich te blijven voldoen aan voorwaarden voor accredi-
tatie door de Raad van Accreditatie en te testen en te keuren conform de normen en proces-
sen zoals beschreven in het Handboek. De actuele en van toepassing zijnde versie van het
Handboek is te vinden op de website van NOC*NSF (www.nocnsf.nl). Wijziging en/of aanvul-
ling van eisen, richtlijnen en procedures opgenomen in het Handboek zullen steeds tijdig en
schriftelijk door NOC*NSF worden gemeld aan Test- en/of Keuringsinstituut.
2.3 Jaarlijks vindt een evaluatie plaats door NOC*NSF van de door Test en/of Keuringsinstituut
uitgevoerde testen en/of keuringen, waarbij onder andere wordt gekeken naar: uitvoering
van de werkzaamheden conform het gestelde in het Handboek en eventuele klachten over
Test en/of Keuringsinstituut van opdrachtgevers tot het keuren en/of testen van sportvloeren
en sportaccommodaties, zoals leveranciers, aannemers, gemeenten, sportverenigingen en
sportbonden.
2.4 Het gebruik van het Keurmerk is beperkt tot gebruik in Nederland.
2.5 Test en/of Keuringsinstituut draagt ervoor zorg dat door het gebruik de belangen van
NOC*NSF niet worden geschaad.
2.6 Indien Test en/of Keuringsinstituut gebruik maakt van het Keurmerk zal Test en/of Keurings-
instituut het Keurmerk overnemen in het oorspronkelijke formaat en de kleuren zoals opge-
nomen in Bijlage 1.
3. Vergoeding/betaling
3.1 Test en/of Keuringsinstituut is voor het gebruik van het Keurmerk geen vergoeding aan
NOC*NSF verschuldigd.
3.2 Test en/of Keuringsinstituut betaalt aan NOC*NSF een bedrag (een opslag) op basis van het
aantal uitgevoerde (eind)keuringen en/of testen overeenkomstig het gestelde in hoofdstuk
8.7.1 van het Handboek. NOC*NSF is gerechtigd de hier bedoelde bedragen (opslagen) aan
te passen. Test en/of Keuringsinstituut wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte ge-
steld.
3.3 Na elk kwartaal verstrekt Test en/of Keuringsinstituut aan NOC*NSF in de eerste week van
het nieuwe kwartaal (eerste week april, juli, oktober en januari) een gespecificeerd overzicht
van alle in dat kwartaal uitgevoerde eindkeuringen en geïnde opslagen.
3.4 NOC*NSF stuurt de factuur aan:
[Volledige naam]
T.a.v. ……………….. [invullen]
Adres
Postcode en woonplaats
4. Duur van de overeenkomst
4.1 De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 1 jaar. De overeenkomst vangt aan op
de datum van ondertekening en eindigt van rechtswege op 31-12-2015.
4.2 Na 1 jaar wordt deze overeenkomst stilzwijgend verlengd met telkens een periode van een
jaar als sprake is van een positieve evaluatie als genoemd in artikel 2.3.
36
5. Tussentijdse beëindiging
5.1 Partijen kunnen deze overeenkomst tussentijds onmiddellijk opzeggen, onverminderd het
recht van de niet in gebreke zijnde Partij om schadevergoeding te vorderen, op het moment
dat:
a. De belangen dan wel goede naam van (een der) Partijen bij de uitvoering van deze
overeenkomst worden geschaad;
b. Een der Partijen failleert, surseance van betaling aanvraagt, dan wel ontbonden c.q. ge-
liquideerd wordt;
c. Een der Partijen zijn verplichtingen uit deze overeenkomst niet, niet volledig of niet tij-
dig nakomt, waaronder mede begrepen de naleving van het gestelde in het Handboek,
na verloop van de redelijke termijn die hem is verstrekt om het verzuim te herstellen;
d. De (bedrijfs)activiteiten van (een der) partijen staken.
5.2 Op het moment dat deze overeenkomst eindigt, eindigt het recht van Test en/of Keuringsin-
stituut om het Keurmerk te gebruiken met onmiddellijke ingang, met dien verstande dat Test
en/of Keuringsinstituut tot twee maanden na de datum van het eindigen van deze overeen-
komst de tijd heeft eventuele voorraden van de in artikel 6.1 genoemde goederen waarop
het Keurmerk staat vermeld, op te maken.
6. Rechten en plichten Test en/of Keuringsinstituut
6.1 Test en/of Keuringsinstituut is gerechtigd niet-exclusief gebruik te maken van het Keurmerk
op uitsluitend: brochures, de website van de eigen organisatie en keur- en/of testrapporta-
ges.
6.2 Het is Test en/of Keuringsinstituut niet toegestaan het Keurmerk te doen gebruiken door
derden (leveranciers, aannemers, afnemers certificaathouders etc.). Test en/of Keuringsinsti-
tuut zal dit bewaken en zo nodig voor haar rekening en risico de geëigende rechtsmaatrege-
len nemen. Test en/of Keuringsinstituut vrijwaart NOC*NSF voor eventuele gevolgen voort-
vloeiend uit aanspraken van derden ter zake.
6.3 Het is Test en/of Keuringsinstituut niet toegestaan het Keurmerk te wijzigen of anderszins
aan te passen. Bij het gebruik van het Keurmerk door Test en/of Keuringsinstituut mag geen
enkele associatie worden gelegd met andere bedrijven of met eventuele sponsors van Test
en/of Keuringsinstituut. Teneinde zulks te voorkomen zal het artwork met betrekking tot elk
gebruik als hiervoor onder lid 1 omschreven vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan
NOC*NSF, afdeling Marketing.
7. Publiciteit en media
Het is Test en/of Keuringsinstituut niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
in publicaties, advertenties of op enige andere wijze de (merk)naam en/of een van de beeldmer-
ken van NOC*NSF te gebruiken of te vermelden.
8. Overdraagbaarheid en aansprakelijkheid
8.1 Het is Test en/of Keuringsinstituut niet toegestaan haar rechten uit deze overeenkomst ge-
heel of gedeeltelijk over te dragen aan derden, tenzij met voorafgaande schriftelijke toe-
stemming van NOC*NSF.
8.2 NOC*NSF is jegens Test en/of Keuringsinstituut en derden nimmer aansprakelijk voor enige
schade van welke aard en omvang dan ook, welke Test en/of Keuringsinstituut of een derde
meent te lijden, behoudens in het geval de schade het gevolg is van opzet of grove schuld
aan de zijde van NOC*NSF.
9. Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
37
10. Geschillenregeling
10.1 Indien zich bij de uitvoering van deze overeenkomst of naar aanleiding daarvan tussen Par-
tijen een geschil voordoet, is er sprake van een geschil, indien één van beide Partijen aan de
andere Partij schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
10.2 In geval van een geschil zullen Partijen eerst trachten het geschil in goed overleg te beslech-
ten. Indien het geschil niet door middel van onderhandeling kan worden beslecht zullen Par-
tijen trachten onder leiding van een door hen gezamenlijk aan te wijzen mediator tot een op-
lossing van het geschil te komen en die oplossing in een vaststellingsovereenkomst vast te
leggen.
10.3 Indien een Partij of de mediator op enig moment tijdens de mediation de totstandkoming
van een vaststellingsovereenkomst niet haalbaar of mogelijk acht, wordt het geschil voorge-
legd de bevoegde rechter te Arnhem, die tevens bevoegd is in spoedeisende gevallen van
het geschil kennis te nemen zonder dat lid 2 voordien toepassing vindt.
11. Bijlagen
Deze overeenkomst bevat twee bijlagen die als zodanig volledig en onverbrekelijk deel uitmaakt van
deze overeenkomst.
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend te Arnhem op [datum] 2015,
1. NOC*NSF 2. [Naam test- en keuringsinstituut]
E. Lenselink Naam
Manager Sportontwikkeling Functie
Bijlagen:
1. Het Keurmerk
2. Erkenning
JZ/14.0235
38
Bijlage 1
Het Keurmerk
Hierbij verklaart NOC*NSF dat
«Naam»
Erkend wordt als
Omschrijving Tekst
Namens NOC*NSF
Erik Lenseling Arnhem, datum
39
Bijlage 2
Accreditatie
Het Test- en Keuringsinstituut is geaccrediteerd (en door NOC*NSF erkend) voor de volgende sporten:
«Sporten»
40
Bijlage 4
Opdracht aan
laboratorium
Ontvangst
monsters
Monsterregistratie
Gegevens
sportconstructie
Uitvoeren
labanalyse
Rapportage
resultaten
Monstergeleide-
formulier
Protocol / norm
labrapport
Laboratorium-
onderzoek