proefhoofdstuk opticien - nhbo · 17.2.1 de hypermetropie of verziendheid 17.2.2 myopie of...
TRANSCRIPT
Proefhoofdstuk Opticien
www.thuiscursus.nl
www.thuiscursus.nl
2
Kom je cursus inkijken:
Breda, Marksingel 2a, 4811 NV
+31(0)76-5220808
Maak van je opleiding opticien een succes!
Beste toekomstige student,
Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding opticien op Thuiscursus.nl
Op de volgende pagina’s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudsopgave van deze thuisstudie
terug. Ook krijg je alle nodige informatie over je docent en de werkwijze van onze school. Neem deze
informatie op je gemak door. Zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker
dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past! Noteer alvast dat alle diploma’s die je via
Thuiscursus.nl haalt erkend zijn en uitermate praktijkgericht!
Heb je achteraf nog vragen? Geef ons gerust een seintje op ons telefoonnummer +31(0)76-5220808
of mail ons naar: [email protected] Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en
geven persoonlijk advies omtrent je studiekeuze.
Wil je eens graag door de volledige cursus heen bladeren? Ook dat kan. Alle cursussen zijn ter inzage
beschikbaar op onze campus (je vindt het adres bovenaan deze pagina). Je hoeft hiervoor geen
afspraak te maken. Kom gewoon vrijblijvend langs.
Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie!
Sam van Seeters
Opleidingsconsulent
www.thuiscursus.nl
3
Opticien: een beroep met toekomst!
Deze praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen Thuiscursus.nl en zelfstandige
beroepsdeskundigen met jarenlange praktijkervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer
overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject.
Op de volgende pagina vind je de volledige inhoudsopgave van de opleiding en een gratis
hoofdstuk uit de cursus terug.
www.thuiscursus.nl
4
1 Inleiding
2 WAT IS EEN CEL?
2.1. De functie van celstructuren
2.2. De celstofwisseling
2.3. De prokaryote en eucaryote cel
2.4. De bouw en functie van organellen
2.5. De celdeling
2.6. Wat is DNA?
2.7. De eiwitsynthese
2.8. Toets je kennis
3 HET WEEFSEL
3.1. Het epitheelweefsel
3.2. Het bindweefsel
3.2.1 Het eigenlijke bindweefsel
3.2.2 Het kraakbeen
3.2.3 Het been
3.3. Het spierweefsel
3.4. Het zenuwweefsel
4 HET ZENUWSTELSEL
4.1. Toets je kennis
5 DE BLOEDSOMLOOP
www.thuiscursus.nl
5
6 DE SPIJSVERTERING BIJ DE MENS
6.1. Toets je kennis
7 DE ADEMHALING
8 EXCRETIE VAN STOFFEN
8.1. De huid
8.2. De nieren
8.3. Toets je kennis
9 HET HORMONAAL STELSEL
10 DE ERFELIJKHEID
10.1. Toets je kennis
10.2. Stralenbundels
10.3. Weerkaatsing en breking van het licht
10.4. Sferische diopters
10.5. Het belang van licht
10.6. Optische toepassingen
11 ANATOMIE VAN HET OOG
11.1. Anatomie van de oogleden
11.2. De beenderige oogholte of de orbita
11.3. Anatomie van de oogbol
11.4. Embryologie van het oog
11.5. De bloedvoorziening van het oog
11.6. De optische baan of hoe een lichtstraal in ons oog gaat
11.7. Het beschermende, voedende en gevoelige omhulsel
11.7.1 Het beschermende omhulsel van ons oog
11.7.2 Het voedende omhulsel van ons oog
11.7.3 De retina of het gevoelige omhulsel van ons oog.
www.thuiscursus.nl
6
11.8. Toets je kennis
12 DE FYSIOLOGIE VAN HET OOG
12.1. De fysiologische begrippen
12.2. Het traanapparaat
12.3. De cornea
12.4. De limbus
12.5. Het kamerwater
12.6. De ooglens
12.7. De uvea
12.8. Het glasvocht of het corpus vitreum
12.9. De retina
12.10. Toets je kennis
13 LICHTGEVOELIGHEID, GEZICHTSSCHERPTE EN HET OPTISCH STELSEL
13.1. De lichtgevoeligheid
13.2. De dupliciteitstheorie
13.3. De visus of de gezichtsscherpte
13.4. Ons optisch stelsel
13.5. De licht- en donkeradaptatie
13.6. De contrastverschijnselen
13.7. Toets je kennis
14 OOGZIEKTEN
14.1. Dacryocystitis of traanzakontsteking
14.2. Aandoeningen van de conjunctiva
14.2.1 Conjunctivitis
14.2.2 Keratitis of ontstekingen van de cornea
14.2.3 Arcus senilis
14.2.4 Degeneratie zonularis calcarea
www.thuiscursus.nl
7
14.2.5 Keratoconus
14.2.6 Xerophtalmie of xerosis
14.2.7 Keratoplastiek of corneatransplantatie
14.3. Aandoeningen aan de sclera
14.3.1 Episcleritis
14.3.2 Scleritis
14.4. Aandoeningen van de lens
14.4.1 Cataract of grijze staar
14.5. Aandoeningen van de uvea
14.5.1 Uveïtis
14.5.2 Tumoren
14.5.3 Aangeboren afwijkingen
14.5.4 Andere afwijkingen van de uvea
14.6. Afwijkingen van het glasvocht
14.6.1 De primaire glasvochttroebelingen
14.6.2 De secundaire glasvochttroebelingen
14.7. Aandoeningen van de retina
14.7.1 De netvliesloslating of ablatio retinae
14.7.2 Vaatafwijkingen in de retina.
14.7.3 Aandoeningen van de gele vlek of macula lutea
14.8. Oogafwijkingen ten gevolge van algemene aandoeningen
14.8.1 De hypertensie of hoge bloeddruk
14.8.2 Arteriosclerose
14.8.3 Diabetes of suikerziekte
14.9. Aandoeningen van de oogleden
14.9.1 Afwijkingen in de stand en de beweeglijkheid
14.9.2 Onstekingen
14.9.3 Tumoren
14.10. Neurophtalmologie of de studie van het gebied tussen de hersenen en het oog
14.10.1 Afwijkingen in de optische baan
14.10.2 Afwijkingen van hersenzenuwen
14.10.3 Afwijkingen van de pupilgrootte en de pupilreflex
14.10.4 Hoofdpijnen
14.11. Ontstekingen, tumoren en afwijkingen van de orbita
14.12. Glaucoom
14.13. Toets je kennis
www.thuiscursus.nl
8
15 FARMACOLOGIE
16 DE WAARNEMING
16.1. Wat is zien?
16.2. Wat is licht?
16.3. Wat is Daltonisme?
16.4. Hoe reageert onze pupil?
16.5. Het gezichtsveld
16.6. Monoculair en binoculair
16.8. Toets je kennis
16.9. Strabisme
16.9.1 Het concomiterend strabisme
16.9.2 Het paralytisch scheelzien
16.9.3 Pseudostrabisme
16.9.4 Het latent strabisme
16.9.5 Hoe oplossen?
16.10. Amblyopie of een lui oog
17 BEELDVORMING IN HET OOG
17.1. Enkele begrippen
17.2. Ametropie
17.2.1 De hypermetropie of verziendheid
17.2.2 Myopie of bijziendheid
17.2.3 Het astigmatisme
17.2.4 De laser om de ametropie te wijzigen
17.3. Toets je kennis
18 TECHNISCHE KENNIS
18.1. Het brillenglas
18.2. Het montuur
18.3. De toestellen in ons atelier
18.4. De montage van de glazen in het montuur.
www.thuiscursus.nl
9
18.5. Uit welk materiaal worden lenzen gemaakt?
18.6. Welke van deze toestellen gebruiken jullie voor een zichtcontrole en aanpassing ?
19 DE OOGMETING EN ZICHTCONTROLE
20 DE AANPASSING VAN DE CONTACTLENS
20.1. Het aanpassen van een harde lens
20.1.1 De bolle passing
20.1.2 De vlakke passing
20.1.3 De parallelle passing
20.1.4 Wat doen we bij een astigmatisme?
20.1.5 De controle en eventuele heraanpassing van lenzen
20.1.6 Onze klant wordt presbyoop en wil verder lenzen dragen
20.1.7 Mogelijke gevolgen voor de cornea bij het dragen van een harde lens.
20.2. Het aanpassen van een zachte lens
20.2.1 De te bol aangepaste lens
20.2.2 Aan wat herken ik een veel te vlak aangepaste lens?
20.3. Hygiëne bij lenzen
20.4. Hoe kies ik mijn eerste paslens?
20.5. Het plaatsen van de lens
20.6. Gevolgen van slecht aangepaste lenzen
20.7. Toets je kennis
21 DE VERKOOP
22 LOW VISION HULPMIDDELEN
23 DROOM JIJ OOK OVER EEN EIGEN ZAAK?
23.1. Wat is ondernemen en werken als zelfstandige?
23.2. Durf ondernemen!
23.3. Welke commerciële aanpak is de beste?
23.4. Hoe start je als zelfstandige praktisch?
23.5. De belasting op de toegevoegde waarde (BTW)
www.thuiscursus.nl
10
23.6. De boekhouding van een zelfstandige
23.7. Het koopcontract tussen de ondernemer en de cliënt
23.8. Het sociaal statuut van de zelfstandige
24 VERKLARENDE WOORDENLIJST
www.thuiscursus.nl
11
HOOFDSTUK 19: De oogmeting en zichtcontrole
We kennen het subjectief oogonderzoek of de methode van Donders. Bij deze manier van oogmeting
gebruiken we een pasdoos of een foropter en een optotypische schaal. De meest gebruikte optotypische
schaal is de schaal van Snellen. Deze schaal wordt op zes meter van de persoon geplaatst. Dit om
accomodatie van het zicht te vermijden. De schijf van Fuco is een straalfiguur die dient om het
astigmatisme op te sporen. Bij deze oogmeting baseren we ons op wat de patiënt ons vertelt wanneer hij
de letters leest.
We beginnen onze controle met een vooronderzoek. Dit houdt in dat we de huidige correctie in de bril
opmeten en noteren. We noteren de naam, het adres, de geboortedatum, het telefoonnummer of het e-
mailadres van de klant. We luisteren naar zijn huidige werksituatie en de eisen of problemen die hij heeft.
De werksituatie kan computerwerk zijn, het kan leeswerk zijn, of hij kan buschauffeur zijn en dus veel zijn
verzicht gebruiken. We gaan ook zijn erfelijke voorbeschiktheid na. Dit houdt in dat we luisteren of er
glaucoom of andere oogziektes voorkomen in de familie. Vraag zeker of er diabetici in de familie zijn. Dan
vragen we ook nog naar het gebruik van medicijnen en of de klant zwanger is of recent was. Heeft de klant
slaapproblemen? Wat zou daar de oorzaak van kunnen zijn? Hebben de zichtproblemen zich plots
www.thuiscursus.nl
12
voorgedaan of werden ze eerder toevallig ontdekt? Droeg de klant toen hij klein was een bril? Kortom, we
proberen ons een beeld te vormen van de klachten.
Nadat we al deze gegevens verzameld hebben, gaan we eerst het oog aan een grondig uitwendig
onderzoek onderwerpen. Dit houdt in dat we kijken of het oog rood ziet. Zijn er korstjes aan de ooglidrand?
Lijkt de pupil zuiver?
Een kind wordt geboren met een hypermetropie van 5.00 à 6.00D. Rond de leeftijd van 6 jaar wordt het
kind emmetroop. Bij verder evolueren zal het kind myoop worden. De sterkte zal stabiel worden rond de
leeftijd van 18 jaar bij meisjes en 21 jaar bij jongens. Bij kinderen en jong-volwassenen mogen wij als
opticien geen onderzoek doen. Hun accommodatie-mogelijkheden zijn immers te groot en ze zouden
foute correcties opleveren. Stuur hen zeker door naar een oogarts!
Om een idee te krijgen van het resultaat zullen we enkele typische kenmerken overlopen. Typische
kenmerken van myopie zijn een slechte oriëntatie bij duisternis. Men zal slecht van ver zien en veel
beter van dichtbij. Het bijzicht wordt dan teveel ineens belast. Deze personen zullen ook vaak zitten
knijpen met de ogen om iets zuiver te kunnen zien.
Typische kenmerken van hypermetropie zijn zowel slecht zicht voor nabij en voor ver of slecht zicht
voor nabij en vrij goed zicht voor ver. Er zal vaak sprake zijn van hoofdpijn bij het kijken naar TV of in de
cinema. Een hypermetroop zal klagen over vermoeidheid en hoofdpijn en soms zal hij last hebben van
licht. Spreekt men over verworven hypermetropie dan heeft men het over de hypermetropie van ongeveer
+0.25D die je verkrijgt vanaf de leeftijd van 55 jaar.
De typische kenmerken van een astigmatisme zijn een schuine stand van het hoofd. Bij een zwaar
astigmatisme zal je zelfs merken dat de patiënt een heel lage visus heeft.
Bij het lezen van de leeskaart zullen gelijksoortige letters zoals O en C vaak verwisseld worden.
Bij presbyopie zal de patiënt slechter kunnen lezen bij kunstlicht dan in zonlicht. De patiënt zal goed zien
in de verte maar slecht voor nabij. De persoon zal rond de 45 jaar oud zijn. Bij mensen met cataract
zien we grote sprongen in de correctie. Daarmee bedoelen we dat ze vorig jaar +1.00D hadden en nu
eerder -2.00D.
Als mensen het idee hebben dat er voorwerpen of letters in een tekst verdwijnen, kan dit duiden op
scotomen of blinde vlekken. Een ander voorbeeld van een mogelijk scotoom is dat men een pluisje kan
zien liggen. Maar bij het oprapen neemt men er telkens naast. Zo'n klanten moet je zeker en vast
doorsturen naar de oogarts. Het is immers aan de oogarts om uit te maken wat deze scotomen
veroorzaakt. Ook patiënten, waarbij we een vermoeden van cataract hebben, zenden we door naar de
oogarts.
www.thuiscursus.nl
13
Patiënten die klagen over een kleurboog, halo's rond een voorwerp of die een starre pupil hebben,
vertonen veel kenmerken van glaucoom. Deze patiënten moeten zo snel mogelijk een oogarts raadplegen.
We hebben net een vooronderzoek gedaan, dus nu beginnen we aan het echte werk! De hele oogmeting
zit vervat in een eenentwintig punten. Onderzoeksdaad één omvat een oftalmoscopie (punt 1). Als
tweede onderdeel van de oogmeting voeren we een keratometrie (punt 2) uit. Bij het berekenen en
omzetten dienen we de regel van Javal toe te passen. Bij de regel van Javal vermenigvuldigen we de
cilinderwaarde met 1.25. Nadien voegen we een -0.50 as 90° toe. Deze zullen we bij de oefeningen
toepassen.
Nadien meten we de habituele horizontale foria (punt 3) voor ver. We doen deze test met de oude
correctieglazen of zelfs zonder correctie. We laten de patiënt kijken naar de kleinst leesbare letters.
Hiervoor plaatsen we een glas van 6 base-up voor het rechteroog. Het linker krijgt een roterende sterkte
van 12 à 15 prisma base in. Het doel is om beide beelden in eenzelfde vlak te brengen. Bekomen we een
eindresultaat van base in, dan hebben we te maken met een exoforie. Bekomen we een eindresultaat van
base out, dan hebben we te maken met een esoforie. Is het eindresultaat nul, dan hebben we een
orthoforie of perfect zicht.
In een volgende fase bekijken we de habituele horizontale foria voor nabij (punt 13A). Ook in deze fase
maken we gebruik van prisma's. Het rechteroog krijgt hier terug een 6 base up-glas voor zich. Voor het
linker plaatsen we een roterend prisma van 15 à 20 prisma base in. Hierna laten we onze klant, zonder
www.thuiscursus.nl
14
correctie voor het oog, naar een bepaald punt in de ruimte kijken. Zo kunnen we een statische sciascopie
(punt 4) uitvoeren. Nadien doen we een dynamische sciascopie, éénmaal op 50 cm (punt 5) en éénmaal
op 1m (punt 6).
Om onze pasbril correct voor het oog te plaatsen meten we de pupilafstand. We zetten onze pasbril op de
juiste PD-afstand. We zetten ook de inclinatie op de juiste stand. Dan pas kunnen we de pasbril, zonder
correctieglazen, op de neus zetten en regelen we de lengte van de branches.
We kijken of het oog mooi in het midden van het glas zit, zo ja, dan beginnen we er aan. Bij de foropter
gebeurt dit ook maar moeten we opletten of alle pasglazen eruit verwijderd zijn en of de asrichting op 0°
staat.
Nu komen we aan een voor ons erg belangrijke meting, namelijk onze subjectieve refractie (punt 7).
Hierbij laten we de patiënt met beide ogen naar onze leeskaart kijken en laten hem lezen. Zo bepalen we
de binoculaire visus. Nadien dekken we eerst het linker oog af en laten de patiënt opnieuw naar onze
letterkaart kijken. We bepalen nu de visus voor rechts.
Om zeker te zijn dat we niet met een ziek oog bezig zijn, laten we de patiënt even door het stenopeïsch
gaatje of pin hole kijken. Als het zicht beter is door dat gaatje, dan mogen we verder werken, zo niet, dan
zenden we de patiënt naar een oogarts.
We stoppen positieve glazen in de pasbril zodat de patiënt het grootste beeld wazig ziet. Dit blur maken
zorgt ervoor dat de accommodatie niet kan werken. Van zodra we deze blur bereikt hebben, gaan we
sferisch het zicht zuiverder maken. We geven dus een steeds minder zwaar positief glas. Dit doen we tot
wanneer we een visus bereikt hebben van 4/10.
Bij een visus van 4/10 is het moment gekomen om te controleren of de patiënt een cilinder nodig heeft of
niet. We laten de straalfiguur zien en vragen de patiënt of alle lijnen even zuiver zijn. Zo niet, vragen we
welke lijnen het zwartst zijn. Zo krijgen we een idee van de asrichting. Direct nadat de patiënt verklaard
heeft welke lijnen hij het zwartst ziet, schakelen we terug naar een letterkaart. Door het geven van
negatieve cilinders per -0.25D proberen we dan alle lijnen even zwart te laten lijken. Per aangepast -0.25D
cilinder laten we de patiënt even terug kijken naar de straalfiguur. Van zodra onze cilinderwaarde groter is
dan -0.50D moeten we onze sfeer een +0.25D verzwaren.
Nu we reeds een goed idee hebben van de nodige cilinder en de asrichting gaan we verder met het
sferisch corrigeren. We blijven sferisch -0.25D bijgeven tot we een visus bereikt hebben van 8/10. Op dit
moment nemen we onze kruiscilinder van -0.25D/+0.25D. Met deze kruiscilinder gaan we de asrichting en
de cilinderwaarde verder bepalen. We leggen de kruiscilinder gelijk met de as van de cilinder. Zo kunnen
we bepalen of de cilindersterkte meer min of meer plus wordt.
Nadien proberen we sferisch verder te corrigeren tot wanneer we een visus van 10/10, indien mogelijk,
bereikt hebben. Om onszelf te controleren doen we de rood/groen test. Bij deze test laten we de patiënt
even naar letters deels op rood en deels op groen kijken. We vragen nu welke letters het duidelijkst
www.thuiscursus.nl
15
waren. Waren het de letters op het groene dan zullen we een +0.25D toevoegen. Zegt de patiënt dat de
letters op het rode duidelijker waren dan geven we een -0.25D bij. We proberen steeds ervoor te zorgen
dat de letters op de rode achtergrond zuiver zijn. We eindigen dus steeds bij het meest negatieve glas.
Bij de bepaling van de as leggen we het steeltje van de kruiscilinder op de as. We draaien de kruiscilinder
en ondertussen vragen we of de beelden even wazig blijven. Zo niet, draaien we de as in de richting van de
-0.25D van de kruiscilinder. Van zodra beide beelden even wazig zijn, hebben we de asrichting gevonden.
We kunnen diezelfde kruiscilinder ook gebruiken voor de bepaling van de cilinderwaarde.
Om dit te doen draaien we kruiscilinder tot wanneer de sterkte van de kruiscilinder op de as ligt. Ook nu
gaan we de kruiscilinder draaien tussen onze vingers en vragen we of beide beelden even wazig zijn. Zijn
beide beelden anders dan zullen we de sterkte van cilinder aanpassen naar gelang het beste beeld.
Daarmee bedoelen we dat, als de negatieve kruiscilinder een beter beeld geeft, we de cilindersterkte meer
negatief maken. En dit met een sterkte van -0.25D.
www.thuiscursus.nl
16
Na de controle van ons rechteroog, dekken we nu het rechteroog af en doen we het zwart plaatje voor het
linkeroog weg. We herbeginnen tot wanneer we de beste sterkte voor ons linkeroog bepaald hebben. We
kunnen nu de monoculaire visus per oog noteren met de benodigde sterkte. We laten onze patiënt nu
met beide ogen kijken naar een optotype voor visus 8/10. Zo kunnen we ontdekken of er een binoculaire
balans is. We corrigeren nu eventueel bij indien er geen zuiver beeld is.
De mensen die deze test uitvoeren moeten zorgen dat de patiënt steeds comfortabel en goed zit. Dit
houdt in dat de kin op de kinsteun staat en het voorhoofd tegen de steun gehouden wordt. Anders krijg je
een verkeerde meting. Op het einde van het onderzoek moeten we de bekomen sterkte steeds controleren
met een pasbril. Ook de leestest zal meestal met een gewone pasbril worden uitgevoerd. De leeskaart kan
ook bevestigd worden op een regel. Dit noemt men de optometrische regel. Deze zal vaak een verkeerd
beeld geven van de benodigde leessterkte.
Het gedeelte dat we nu besproken hebben is het gedeelte dat meestal gedaan wordt in de optiekzaken.
Na onze subjectieve refractie onderzoeken we de geïnduceerde horizontale foria voor ver (punt 8).
Hiervoor krijgt ons rechteroog een 6 base up prisma om door te kijken.
www.thuiscursus.nl
17
Voor het linkeroog plaatsen we een rotatieve waarde van 12 à 15 prisma base out. Ook hier proberen we
beide beelden in een zelfde vlak te brengen. Nadien voeren we de adductietest (punt 9) uit. We meten de
fusiereserve voor ver. We laten onze patiënt kijken met de correctieglazen uit punt 7. Nadien draaien we
de glazen base out tot het eerste blur of wazig zicht.
Om de positieve relatieve convergentie voor ver (punt 10) te bepalen, draaien we verder base out. Dit
doen we tot wanneer we een break of ontdubbeling van de beelden hebben. We draaien terug tot
wanneer we beide beelden weer als één geheel zien. Dit laatste noemen we recovery.
We hebben nu al de positieve convergentie voor ver gemeten, nadien meten we de negatieve relatieve
convergentie voor ver (punt 11). In deze fase draaien we base in tot wanneer we een break krijgen. Eens
we die break bereikt hebben, draaien we terug tot wanneer we weer één beeld krijgen.
In een volgende stap in het volledige oogonderzoek meten we de verticale foria en de fusiereserve voor
ver (punt 12). Voor de bepaling van de verticale foria maken we gebruik van de glazen uit punt 7. We
plaatsen voor het rechteroog 12 à 15 prisma base in.
Voor het linkeroog plaatsen we 6 prisma base up. Om de fusiereserve te bepalen gaan we de prisma's
voor het rechteroog base down draaien tot wanneer we een break krijgen. Nadien draaien we terug tot we
terug één beeld krijgen. Zo bepalen we of we op het RO een superductie of op het LO een infraductie
hebben.
www.thuiscursus.nl
18
Nadien doen we hetzelfde maar met prisma base up. We draaien voor het RO base down tot wanneer we
een break hebben. Nadien draaien we terug tot recovery van het beeld. Hierdoor bepalen we of er voor het
RO te maken krijgen met infraductie en het LO met superductie.
In een volgende fase bepalen we de geïnduceerde horizontale foria voor nabij (punt 13B). We
gebruiken de glazen van punt 7. We plaatsen voor het rechteroog 6 prisma-dioptrie base up. Voor het
linkeroog plaatsen we 15 à 20 prisma-dioptrie base in. Door te draaien aan de prisma's voor het linkeroog
brengen we beide beelden in eenzelfde vlak.
www.thuiscursus.nl
19
Na deze metingen bepalen we de presbyopische correctie door binoculaire dissociatie (punt 14A).
Nadien volgt de presbyopische correctie zonder dissociatie (punt 14B). Bij dissociatie zorgen we ervoor
dat we twee beelden onder elkaar krijgen. Eerst en vooral zwakken we de correctiesterkte af tot 8/10 zicht.
Dissociatie bekomen we door voor het rechteroog een 3 prisma base up te plaatsen. Het linkeroog krijgt
een 3 prisma base down om door te kijken.
Daar bij een prisma het beeld zich steeds naar de top van het prisma begeeft, zorgt dit ervoor dat het beeld
onderaan datgene is van het rechteroog. Onze patiënt ziet dus twee beelden. Wij vragen dan of beide
beelden ongeveer even zuiver zijn of niet. Zo niet voegen we bij het zuiverste beeld een +0.25 toe om
beide beelden even goed of slecht te maken. Aansluitend op deze test voeren we de rood-groen test uit.
Daarvoor verwijderen we eerst de prisma's.
Ons oogonderzoek is nog steeds niet ten einde. We hebben nog de geïnduceerde horizontale foria voor
nabij (punt 15A) te bepalen. We gebruiken hiervoor de behaalde correctie bij 14A. Eigenlijk is test 15
helemaal dezelfde als deze onder punt 13. Maar hier gebeurt de meting op 40 cm. Test 13 bestaat uit twee
delen, en ook hier heb je een test 15B. Voor test 15A plaatst men de correctie van 14A , inclusief de
kruiscilinders, in de foropter of pasbril. Het testbeeld dat we gebruiken is een verticale letterrij of eventueel
de cross-grid. Vergeet niet dat dit een test is voor nabij, dus pas ook de PD aan voor nabij!
Voor punt 15A verwijderen we de kruiscilinders en passen we de dissociatie toe. We plaatsen voor het
rechteroog een 6 prisma-dioptrie base up en het linkeroog krijgt een rotatieprisma van 15 prismadioptrie
base in. We gaan ervoor zorgen dat beide beelden in elkaars verlengde, boven elkaar komen te staan. Dit
doen we door ons rotatieprisma te verminderen. Van zodra beide beelden boven elkaar staan, kunnen we
de sterkte van het rotatieprisma aflezen. Komen we daar bij een base in uit, dan hebben we te maken met
een exoforie voor nabij. Is het resultaat een base out, dan hebben we te maken met een esoforie voor
nabij.
Onze eerste vijftien punten van ons oogonderzoek zitten er op. Maar nog hebben we niet alles gemeten
wat we willen weten. We hebben nog de relatieve positieve convergentiebreedte voor nabij (punt 16A)
te meten. Ook hierbij gebruiken we een verticale letterrij op 40 cm en laten we onze patiënt naar het kleinst
leesbare kijken. We nemen hiervoor de glazen uit punt 7, behalve voor habituele myopen. Dan maken we
gebruik van de glazen voor nabij. Bij hypermetropen gebruiken we de glazen uit punt 14B. Vergeet niet
dat we onze patiënt 2.5D laten accommoderen.
We draaien nu, voor beide ogen tegelijk, base out tot first blur of wazig worden. We mogen verwachten dat
de waarde ongeveer 15 prismadioptrie zal bedragen. Voor onze 16B-test doen we deze test opnieuw, maar
nu tot break. Nadien draaien we terug tot recovery. De te verwachte waarde voor break zal rond de 21
prismadioptrie schommelen. De waarde voor de recovery zal rond de 15 prismadioptrie schommelen. Onze
test 16B krijgt dan ook de naam relatieve positieve fusiereserve voor dichtbij.
www.thuiscursus.nl
20
Nadien meten we de relatieve negatieve convergentie voor nabij (punt 17A). Ook hierbij gebruiken we
een verticale letterrij op 40 cm en nemen we de correcties zoals bij test 16. Bij deze test draaien we base in
tot first blur.
Om de relatieve negatieve fusiereserve voor nabij te kennen (punt 17B), draaien we verder base in tot
break en nadien terug tot recovery. We kunnen ongeveer 22 prismadioptrie verwachten voor break en de te
verwachten waarde voor recovery ligt rond 18 prismadioptrie.
Bij onze volgende test meten we verticale foria en fusiereserve voor nabij (punt 18). Deze test gebeurt
op 40 cm. We maken hierbij gebruik van een horizontale letterrij. Eigenlijk is deze test dezelfde als bij punt
12, maar deze is voor nabij. We plaatsen een rotatieprisma van 15 base in voor het rechteroog. Ons
linkeroog krijgt een rotatieprisma van 6 base up om door te kijken.
We zullen nu de 6 base up verminderen tot beide beelden in
elkaars verlengde liggen.
Is het resultaat van deze foriameting een base up, dan hebben we
te maken met een hyperforie van het rechteroog of een
hypoforie van het linkeroog. Krijgen we een nul als resultaat,
dan spreken we over verticale orthoforie of verticale isoforie.
Dit duidt erop dat beide gezichtsassen evenwijdig blijven. Krijgen
we als resultaat een base down, dan vertoont ons rechteroog een
hypoforie of ons linkeroog een hyperforie.
www.thuiscursus.nl
21
In het tweede deel van deze test meten we de fusiereserve. Hiervoor plaatsen we de rotatieprisma's aan
beide ogen op 0 (horizontaal!). We draaien alleen aan het prisma voor het rechteroog. We draaien dit base
down tot wanneer de patiënt het beeld dubbel ziet. Deze breakwaarde steeds noteren als base down.
Nadien draaien we terug tot het beeld weer één geheel is. We doen dit dan nog eens voor het linkeroog.
Maar daar draaien we base up tot break en nadien tot recovery.
Bij test 19 meten we de accommodatie-amplitude ook wel afgekort als AA. We meten de accommodatie
die maximaal kan opgebracht worden. Onze leeskaart, die gemaakt is voor op 40cm, plaatsen we op 33
cm. Hierdoor houden we rekening met de 2.5D accommodatie. We maken gebruik van de glazen uit punt
7. Alleen bij een presbyoop kunnen we deze test op deze manier niet meer uitvoeren, omdat zijn
accommodatiebreedte reeds te klein is. We geven -0.25D tot first blur. De tekst moet nog altijd leesbaar
zijn!
Even een voorbeeld voor punt 19. Bij punt 7 hebben we een sterkte gemeten van +1.25D. Bij de test van
punt 19 bekomen we een waarde van -3.75D. We berekenen de AA als 2.50 D (accommodatie) plus de
bekomen 3.75. Daardoor bekomen we een AA van 6.25D. Ook bij een presbyoop kunnen we deze test
uitvoeren. We voegen dan eerst sferisch +0.25D toe, tot wanneer de tekst juist gelezen kan worden.
Vergeet dan wel niet om deze toegevoegde waarde in mindering te brengen van de 2.50D.
Bij onze voorlaatste test meten we de positieve relatieve accommodatie-amplitude of PRA. Bij test 20
gaan we proberen accommodatie op te wekken zonder gebruik te maken van de convergentie. De
gebruikte testafstand is hier 40 cm. We maken gebruik van de glazen die we bekwamen bij punt 7. Voor
een presbyope myoop kan dit zonder bril zijn.
Bij een presbyoop gebruiken we de glazen van punt 14B. We plaatsen negatieve glazen voor tot het zicht
wazig wordt. Nadien geven we verder negatief tot definitieve blur of blur out. Eigenlijk meten we hoeveel
onze patiënt nog kan accommoderen. Even een voorbeeld voor punt 20. Bij punt 7 kwamen we -1.00D uit.
Bij ons punt 20 staat de foropter op -4.00D. De uitkomst voor punt 20 is dus -3.00D want we hebben 3D
negatief bijgedraaid om een wazig beeld te bekomen.
Ten slotte komen we eindelijk bij onze laatste test. Hierbij meten we de negatieve relatieve
accommodatie (test 21). We nemen dezelfde basisinstelling als bij punt 20. Maar nu plaatsen we positieve
glazen tot het zicht wazig wordt. Nadien geven we meer positief tot definitieve blur of blur out.
Ook hier even een voorbeeld. Onder punt 7 bekwamen we +1.00D als resultaat. Bij test 21 staat de
foropter op +4.00D.
Maar sommigen onder de collega's controleren ook de kwaliteit van de beide netvlies-beelden. Ze
gebruiken daarvoor de polarisatie-test. Men plaatst dan een op 135° gepolariseerd glas voor het linker
oog en een op 45° gepolariseerd glas voor het rechter oog. Het gebruik van de polarisatiefilter noemt men
een dissociatie-methode. We kunnen deze test ook uitvoeren met behulp van twee prisma's. We plaatsen
voor het rechteroog een 3Δ Base up, voor het ander oog plaatsen we een 3Δ Base down. Hierdoor krijgt de
www.thuiscursus.nl
22
patiënt twee beelden boven elkaar te zien. Het beeld bovenaan is dat van het linkeroog! Onze vraag is dan
of de patiënt de beide beelden even zuiver ziet. Zo niet, zullen we het zuiverste beeld iets waziger maken.
Op die manier komt er meer evenwicht tussen beide beelden. Indien we met deze testen geen evenwicht
kunnen vinden tussen beide beelden, moeten we het dominante oog bepalen.
Daarvoor gebruiken we de test van Worth. We laten de patiënt met een rood/groenbril naar deze test
kijken. Het witte bolletje kleurt dan in de kleur van het dominante oog. Weinig opticiens maken nog gebruik
van de skiascoop. Een oogonderzoek met de skiascoop is een objectieve methode om de correctie te
bepalen.
Het uitvoeren van een keratometrie levert ons een aantal nuttige zaken op. Bij een keratometrie meten we
het oogoppervlak. Zo komen we te weten of er een corneaal astigmatisme aanwezig is. Zo kunnen we
ook bepalen hoeveel van dit astigmatisme in het oog geneutraliseerd wordt. Bij de keratometrie krijgen we
twee waarden nl. een horizontale en een verticale waarde.
We leiden van deze keratometrie ook af welke lens het beste zou kunnen passen. Bij het opmeten met een
keratometer moeten we rekening houden met de regel van Javal. Deze zegt ons dat het totaal
astigmatisme gelijk is aan het gemeten astigmatisme maal 1.25 , en daarbij telt men nog het fysiologisch
astigmatisme (-0.50D as 90°).
Even een voorbeeld :
De meting met de keratometer levert ons op 95° een dioptrie van 45,25 op. Op 5° vinden we een dioptrie
terug van 44,50. We nemen nu de asrichting van de kleinste meetwaarde. Die bedraagt hier 5°.
Daardoor wordt onze berekening :
-0.75D as 5° X 1.25 = -0.94D as 5°
-0.94D as 5° + 0.50D as 90° = -0.50D as 5°
Een tweede voorbeeld :
Bij meting met de keratometer krijgen we 44,75D op 180° en 44,00D op 90°. Dit geeft een corneaal
astigmatisme van -0.75 op een as van 90°. We berekenen het totaal astigmatisme door :
-0.75 D op 90° X 1.25 = -0.94 D op 90°
-0.94 D op 90° – 0.50 as 90° = -1.50 D as 90°
Het residueel astigmatisme is het astigmatisme dat zich in het oog bevind. Dit astigmatisme zal maximum
1.25 D bedragen. Het is dit residueel astigmatisme dat van belang is bij de aanpassing van de
www.thuiscursus.nl
23
contactlens. Als controle kunnen we steeds de volgende proef doen : brilcorrectie + cornea cilinder +
residu = 0
Om te zien of er versmelting is van beide beelden kan men een test uitvoeren. Men laat beide ogen
tegelijk, maar gescheiden kijken naar twee verschillende beelden. Als er versmelting is van beide beelden,
zal de patiënt in onderstaand voorbeeld de leeuw in de kooi zien zitten.
We beschermen onze accommodatie tijdens het oogonderzoek. Dit doen we door een positieve sterkte te
geven tot het beeld wazig wordt. We zorgen ervoor dat we per halve cilinderwaarde een +0.25D sferisch
bijvoegen. We voeren de cilindertest uit bij een zicht van 3 à 4/10. We doen de test met de kruiscilinder bij
een visus van 8/10. We doen de rood-groen-test voor elk oog apart. We proberen bij het bepalen van de
balans om eerst meer plus te geven. We proberen tevens om het beeld van het beste oog even slecht te
maken als dit van het slechtste oog. We voeren een nieuwe rood-groen-test uit als beide ogen samen
kijken. En we blijven uiteraard werken met een letterkaart op 6 meter.
www.thuiscursus.nl
25
Vragenreeks
Op het einde van elk hoofdstuk (of na enkele hoofdstukken) vind je oefeningen die je thuis kan maken. Je
kan deze gedurende één jaar (via e-mail) naar jouw persoonlijke docent(e) sturen. Hij of zij zal deze
oefeningen dan verbeteren en je vervolgens feedback bezorgen. Door het maken van deze oefeningen ben
je beter voorbereid op de vragen van het examen!
1. Hoeveel is de voorgeschreven afstand tussen de persoon in kwestie en de schaal van
Snellen?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
2. Verklaar:
o Myopie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
o Hypermetropie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
o Presbyopie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
www.thuiscursus.nl
26
o Glaucoom
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
3. Wat vertelt de regel van Javal ons?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
4. Wat betekent eindresultaat nul bij meting van de habituele horizontale foria voor ver?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
5. Beschrijf alle stappen bij meting van de subjectieve refractie.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
6. Verklaar:
o De rood/groen test
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
o Een break
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------
www.thuiscursus.nl
27
Thuisstudie = studeren op jouw eigen tempo
Een thuisstudie volgen op Thuiscursus.nl is de meest flexibele manier om een erkend diploma te
behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en
wanneer je wil en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig en goed te combineren
met een druk sociaal leven.
Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de
taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd beoefen je de praktijk. Zo bereid jij je
optimaal op het examen voor. Heb je vragen of wil je feedback op de gemaakte oefeningen? Dan
stuur je de docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving).
Bij het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen.
Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze campussen. Je hebt vijf jaar de tijd om
jouw examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie
maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou!
Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen veertien dagen. Je kan hiermee als zelfstandige aan de slag
of solliciteren als werknemer bij een bedrijf. Al onze diploma’s zijn een flinke meerwaarde op de
arbeidsmarkt.
Niet de eerste keer geslaagd? Geen probleem. Je kijk het gemaakte examen in en leert er van.
Vervolgens mag je een gratis herexamen afleggen. Een examen afleggen is trouwens nooit verplicht.
www.thuiscursus.nl
28
Vijf ijzersterke redenen om te studeren op Thuiscursus.nl
1. Je behaalt een erkend diploma
Thuiscursus.nl, onderdeel van de NHBO, bezit het ISO 9001-2008 certificaat. Dit is een
onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden
toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de administratie kregen en
krijgen een positieve beoordeling. Dit is de beste garantie voor degelijke opleiding van
hoge kwaliteit.
Thuiscursus.nl is ingeschreven in het CRKBO register en vrijgesteld van BTW.
Tijdens een sollicitatie biedt het diploma een groot voordeel en geeft het werkzekerheid.
Bovendien zijn onze diploma’s internationaal erkend door de International Association of
Professional Education (IAPE), die alle beroepsopleidingen wereldwijd registreert en
accrediteert. De IAPE controleert en beoordeelt de kwaliteit van professioneel onderwijs
van instellingen zoals universiteiten, hogescholen, publieke en private opleidingsverstrekkers,
docenten en onderwijsinstellingen voor volwassenenonderwijs.
2. Je kiest voor een praktijkgerichte opleiding
Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door een team van
zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de
slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of
praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel jouw doel.
Door ons online studentenplatform is het contact tussen jou en de docent zo maximaal
mogelijk. Al je vragen zullen binnen de achtenveertig uur worden beantwoord.
Momenteel is er in het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleide werknemers. Het
diploma dat je behaalt is een internationaal erkend diploma. Deze cursus biedt daarom
zeer goede perspectieven op de arbeidsmarkt en een groot voordeel tijdens je sollicitatie.
Wanneer je als zelfstandig ondernemer wilt gaan werken, kun je jezelf na het afronden van
deze opleiding inschrijven als ZZP’er bij de Kamer van Koophandel.
www.thuiscursus.nl
29
3. Je kiest voor maximale flexibiliteit
Een thuisstudie is flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je
examen aflegt. Je hebt jouw toekomst zélf in de hand! Ideaal als jij je studie wil combineren
met een baan, kinderen of andere activiteiten.
4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past
Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan langs op een campus voor een
adviesgesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met
veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen
voldoet. Je kan er ook jouw volledige cursus inkijken!
5. … Dit allemaal voor een uiterst scherpe prijs!
Elk jaar volgen meer dan 12.000 studenten een opleiding op Thuiscursus.nl. Zij vinden een
job, zetten een stap in hun carrière of starten als zelfstandige. Door ons unieke business
model en de overtuiging dat je nooit teveel voor een cursus hoeft te betalen kunnen we
jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs aanbieden. Daarbij blijft een hoge
kwaliteitsnorm altijd onze standaard!
Bij het examen is het inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen
kosten op Thuiscursus.nl
Je kan mogelijk bij inschrijving genieten van extra financiële voordelen zoals:
1. Aftrek studiekosten en andere scholingsuitgaven via de Belastingdienst.
2. Geen BTW betalen, want de beroepsopleidingen van Thuiscursus.nl zijn
geregistreerd door de Belastingdienst. Thuiscursus.nl is bovendien ingeschreven in
het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO).
3. Korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen,
korting indien meerdere familieleden dezelfde opleiding volgen, enz. Bel tijdens
jouw inschrijving onze opleidingsconsulenten om te weten voor welke korting jij in
aanmerking komt.
www.thuiscursus.nl
30
Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in:
Werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Wil jij
starten als werknemer? Dan is dit diploma een enorme troef op je cv. Werkgevers erkennen immers
sinds geruime tijd de waarde van afstandsonderwijs. Start je liever als zelfstandig ondernemer (ZZP’er)?
Dat kan perfect, je schrijft je makkelijk in bij de Kamer van Koophandel na het behalen van je diploma.
Alle opleidingen die je via Thuiscursus.nl behaalt zijn erkend. De waarde van het diploma dat je
behaalt via afstandsonderwijs is hetzelfde als dat van bekostigde onderwijsinstellingen die klassikaal
onderwijs organiseren.
Jouw keuze gemaakt? Dan hoef jij je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties:
1. Je vult het inschrijvingsformulier in op: http://www.thuiscursus.nl/inschrijven/
2. OF je mailt naar: [email protected]
3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je
rechtstreeks op één van onze locaties komt inschrijven).
Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de
cursus opticien bedraagt € 419 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw
docent en het (her)examen bij ons op school.
Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan
binnen een week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan!
Veel succes!
www.thuiscursus.nl
31
INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE OPTICIEN
Firma naam en BTW nummer
Naam:
Voornaam:
Straat + Huisnummer:
Plaats &Postcode:
Land:
Telefoon of GSM:
E-mailadres:
Geboortedatum:
Heb je bij ons al een cursus
gevolgd? JA - NEE
Wens je een factuur na betaling? JA - NEE
O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals
vermeld op de website: www.thuiscursus.nl
(handtekening)
Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de
cursus opticien bedraagt € 419 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en
je examen bij ons op school (en eventuele herexamens).
Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!