samenvatting aandoeningen abdomen
DESCRIPTION
abdomen aandoeningen geneeskundeTRANSCRIPT
Abdomen
Anamnese en fysisch diagnostisch onderzoek bij een patiënt met:
- Buikpijn- Ontlastingsproblemen- Mictiestoornissen- Menstruatiestoornissen- Fluor vaginalis- Geelzucht- Zwelling in lies en scrotum
Laboratoriumonderzoek bij:
- Diarree- Dysurie- Fluor en ecoulement
Kennis van de ziektebeelden (klachten, bevindingen, beloop, pathofysiologie):
- IBS- IBD
o Crohno Colitis Ulcerosa
- Ulcus- Gastritis- Oesophagitis- Icterus
o Cholecyctitis, cholelithiasis o Pancreatitis o Hepatitis
- Coeliakie- Maligniteit tractus digestivus- Maligniteit tractus urogenitalis- Infecties tractus urogenitalis
o Urineweginfectieso Vulvaire en vaginale
infecties- BPH
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Endometriose
Irritable Bowel SyndromeFunctionele buikklachten, met onbekende oorzaak. Uit zich in chronisch recidiverende buikpijn, wisselend defecatiepatroon, vaak met slijm, in afwezigheid van aantoonbare afwijkingen.
Epidemiologie Pathogenese Symptomen & diagnose Differentiaal Diagnose Behandeling Prognose- Vooral <45jr- 15-20% v/d ♀- 5-20% v/d ♂
Theorieën:- Viscerale hypersensitiviteit- Motiliteitsstoornis- Psychologische factoren- Voorgaande infecties- Voedselintolerantie- Bacteriele overgroei- Hormonaal
Sterke invloed omgeving en genetica
Rome III criteria:Recidiverende buikpijn voor ≥3dagen/maand de afgelopen 3 maanden met ≥2 van de volgende symptomen:- Verbetering na ontlasting- Verandering in defecatiefrequentie
(>3x daags; <3x weeks)- Verandering in consistentie
Zonder biochemische / structurele afwijkingen
Vaak ook niet darmgebonden klachten:- Misselijkheid- Dyspepsie- Vermoeidheid- Angst, depressie, stress- Fibromyalgie
- IBS- IBD- Constipatie- Diverticulitis- Coeliakie- Colorectaal carcinoom
(>50jr / bloed bij ontlasting: verder onderzoeken!) IBS kent geen
bloed bij de ontlasting!
Leefregels:- Regelmatig eetpatroon- Gezonde voeding
(vezels)- Voldoende vochtinname
(min. 2L)- Lichaamsbeweging
Psychologisch:- ↓vermijdingsdrang- ↓bezorgdheid- ↓stresserende factoren
Geen medicatie!
Klachten verdwijnen vanzelf
2
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Inflammatory Bowel Disease- Ziekte van Crohn- Colitis Ulcerosa- Niet definieerbare IBD (20%)
Ontregelde inflammatoire respons op de commensale darmflora bij een genetisch gepredisponeerd individu, waarbij omgevingsfactoren een rol spelen.
Ziekte van Crohn Colitis UlcerosaEpidemiologie:
- Incidentie: 1 – 10/100.000- Prevalentie: 20 – 40 / 100.000- 1,3x meer vrouwen- Vooral tussen 20 – 39jr
Epidemiologie:- Incidentie: 6 – 8/100.000- Prevalentie: 70 – 80 / 100.000- 1,1x meer mannen- Vooral tussen 20 – 39jr
Pathogenese:1. Antigeenblootstelling2. Activeren DC3. Antigeenpresentatie door DC4. Activeren Th-cellen
- Th1: activatie cellulaire immuniteit IFNγ en TNF- Crohn (geleidelijke respons)
- Th2: activatie humorale immuniteit IL-13- CU (acute respons)
- Th3: controle immunologische respons- Th17: intestinale inflammatie IL-17
- Crohn- T-regulatiecellen
Genetische predispositie:NF-κB pathway zet inflammatie aan
- Crohn: NOD2-eiwit zet deze pathway aan na herkennen bacteriën- Colitis Ulcerosa: EMC-1-gen zet deze pathway aan
3
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Roken slecht voor Crohn, maar goed voor Colitis Ulcerosa
Verdeling:- 30% ileum- 30% colon- 40% ileocolon
Skip lesiesDiep ontstekingsprocesDikke wand & vernauwd lumen (door fibrose en ontstekingsinfiltraat)
Verdeling:- Vanuit rectum naar proximaal
Diffuus = continuBeperkt tot (sub)mucosaDunne wand
Microscopie:- Transmurale inflammatie- Diepe ulcers, scherp begrensd- Granulomen- Fissuren- Fibrose
Microscopie:- Mucosale inflammatie- Oppervlakkige ulcers- Granulatieweefsel- Poliepen!- Pseudovilli
Klinische verschijnselen:- Perianale fistula!- Vet & vitaminemalabsorptie (neuropathie bij↓ vit. B12)- Colon: diarree
- Obstipatie bij te klein lumen
Klinische verschijnselen:- Bloed en slijm bij de ontlasting bloed bij rectaal toucher- Diarree normale peristaltische geluiden- Pijnlijke krampen voor de defecatie drukpijn colon- Gewichtsverlies
4
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Ileum: pijn drukpijn- Gewichtsverlies- Anemie door bloedverlies
Extraintestinale afwijkingen:- Gewrichtsklachten (20%)- Noduli, vooral op onderbeen- Oogafwijkingen- Afwijkingen galgang met leverfunctiestoornissen (primaire scleroserende cholangitis); 30% bij CU, 10% bij Crohn
Complicaties:- Toxisch megacolon: stase in de darmwand en gasvorming, waardoor de bloedvaten afknellen: ischemie.- Toxische colitis: ontstaat sepsis door infiltratie van bacteriën in bloed en aantasting van alle lagen van de darmwand.- Coloncarcinoom
Diagnostiek:- Anamnese (kenmerkend: perianale afwijkingen)- LO- Aanvullend onderzoek:
o Endoscopie met biopten gouden standaardo Radiologie
X-ray: bariumcontrastonderzoek mucosale afwijkingen opsporen
MRI en CT: verdikte darmwand zichtbaar na intraveneus contrast
Echo: peristaltiek zichtbaar
Diagnostiek:- Anamnese (kenmerkend: bloedverlies)- LO- Aanvullend onderzoek:
o Bloedwaarden: ontstekingsparameters (BSE, CRP, Hb, serumalbumine)
o Endoscopie met biopten gouden standaardo Radiologie (gelijk aan Crohn)
Behandeling:- Verbeteren voedingstoestand- Medicatie:
o Corticosteroiden 1e keus bij ernstige vormo 5-aminosalicylzuur 1e keus onderhoudo Azathioprineo Infliximab ernstige vormen van Crohn die niet reageren op andere behandeling
- Chirurgie
5
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
6
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
UlcusGat in de mucosa van het spijsverteringskanaal; reikt door de muscularis mucosa tot in de submucosa of verder. Een ulcus pepticum ontstaat door maagzuursecretie.
Epidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling PrognoseUlcus duodeni(ulcus in duodenum)
Ulcus ventriculi(ulcus in maag)
Disbalans tussen mucosale beschermingsmechanismen en beschadigende factoren- H. pylori: scheidt VacA
eiwit uit, dat de maagcel in komt immuunreactie door histamine uit mestcellen gastritis
- NSAID: verstoren omzetting COX1 PGE2
PGE2 zorgt voor secretie mucines, HCO3-, micro- circulatie & epitheelherstel
- Roken: ↑maagzuur-secretie; pylorus verslapt
- Pijn in epigastriumo UV: toenemend bij
eten (↑zuurproductie): ↓eten: vermageren
o UD: hongerpijn (neutraliseren zuur door voedsel)
- Misselijkheid, braken (verminderen zuur in maag)
- Opboeren- Speekselvloed- Opgeblazen gevoel
- LO: drukpijn regio epigastrio
- Aanvullend onderzoek:oEndoscopie met
biopt: carcinoom uitsluiten; H. pylori aantonen
Ademtest ter evaluatie, niet ter diagnose!Gelabeld ureum CO2 + NH3 door ureaseC13 meten in uitademingslucht
- Algemeen:oStoppen met rokenoStoppen NSAID
- Medicamenteus:oH. pylori +:
combinatietherapie 2 antibiotica en 1 zuursecretieremmer
oH. pylori -: protonpompremmer
- Chirurgie (bij complicaties en falen conservatieve therapie):oMaagresectieoVagotomie
30 – 70% herstelt spontaan, maar recidiveren vaak
Complicaties:- Ulcusbloeding (10-20%);
mortaliteit 10% intraveneus protonpompremmer; anders injectie / elektrocoagulatie
- Perforatie (5%); mortaliteit 10%. Acute bovenbuikpijn hechten / maagresectie
- Pylorusstenosedilateren
- 2:1000/jr- ♂:♀ als 3:1- >40jr
- 0,5:1000/jr- ♂:♀ als 1,5:1- >40jr
85% vd mensen met UV besmet met H. pylori; 10% vd mensen die besmet zijn krijgt ulcus20-30% NL besmet
7
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
GastritisSlijmvliesontsteking van de maag als gevolg van H. pylori, auto-immuunziektes en chemische schade door alcohol, medicatie en galreflux (zie pathogenese ulcus).Bij volwassenen is er sprake van een actieve ontsteking waarbij veel polymorfonucleaire glanulocyten aanwezig zijn.
Normale maagmucosa chronische gastritis atrofische gastritis intestinale metaplasie dysplasie neoplasie
OesofagitisOntsteking van het oesofagusslijmvlies als gevolg van gastro-oesofageale reflux (GERD).
GERDEpidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling PrognosePrevalentie: 10 – 20%
Binnen GERD:- 60 – 70% NERD (non-
erosieve reflux disease: klachten maar geen zichtbare schade)
- 20 – 30% erosieve oesofagitis
- 6 – 10% Barrett oesofagus
Oesofagus is bekleed met plaveiselepitheel dat niet zuurbestand is.↓sphincterspanning / ↑druk instroom zure maagsap in oesofagus
Klachten indien frequent en van lange duur; pH <4,0
Oorzaak:- Alcohol: ↓spiertonus, irritatie
slokdarmwand, ↓pH maag- Roken: ↑zuurproductie,
vertragen spierwerking- Hernia diafragmatica:
↓sphincterspanning- Obestitas / zwangerschap:
↑Pabd
- Tonusverlagende medicatie (anticholinergica, Ca2+ blokkers)
- Pyrosis: zuurbranden retrosternaal na de maaltijd en ‘s nachts
- Regurgitatie: oprispringen van zuur tot in de keel
Eventueel pijn op de borst, keelpijn, heesheid
Alarmsymptomen:- Bloedbraken, melaena- Aanhoudend braken- Passagestoornissen- Gewichtsverlies- Anemie- Slikklachten
Anamnese
Aanvullend onderzoek indien alarmsymptomen, atypische symptomen, recidiverende klachten:- Endoscopie
(classificatie volgens Los Angeles)
- Intraoesofageale pH metrie
- Oesofageale manometrie (drukmeting)
Dieetadviezen:- Stoppen met roken & alcohol- Vermijden pepermunt, koffie,
koolzuur, kruiden, vet- Afvallen
Houdingsadviezen:- Op meer kussens slapen- Bukken voorkomen
Medicatie:- Antacida: neutraliseren zuur- H2-antagonisten: wegnemen
stimulering parietale cellen om zuur te maken door te binden op histaminereceptor
- Protonpompremmers: blokkeren H/K-ATPase zodat er geen zuur kan worden uitgescheiden
- Prokinetica: ↑tonus oesofagussfincter
- Mucosaprotectiva
Recidiefkans
Barrett oesofagus: plaveiselepitheel vervangen door cilinderepitheel (metaplasie) kans op adenocarcinoom
8
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Vertraagde maagledigingEerst H2-antagonist 2 – 4wkn, dan protonpompremmer indien onvoldoende effect
OperatiefIcterusGele verkleuring van de weefsels (huid, slijmvliezen, sclerae) door een te hoog bilirubinegehalte van het bloed
Vorming bilirubine0. Afbraak rode bloedcellen waarbij heem vrijkomt1. Heem oxideren tot biliverdine, valt meteen uiteen in bilirubine2. Bilirubine bindt aan albumine voor de oplosbaarheid in bloed3. Bilirubine de lever in4. Bilirubine wordt geconjungeerd met glucuronzuur, wat naar de galblaas gaat en wordt uitgescheiden met
gal in de darm5. In darmen deconjungeren tot urobilinogeen
a. 80%: stercobilinogeen stercobiline faecesb. 20%: terug opgenomen in leverc. Klein deel: urobiline urine
9
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Prehepatische icterus Hepatische icterus Posthepatische icterusOngeconjungeerde hyperbilirubinemie Geconjungeerde hyperbilirubinemie
Oorzaak ↑ productie bilirubine (vb. ↑ hemolyse) lever kan niet alles conjungeren: ↑ongeconjungeerd bilirubine; meer in urine & faeces
↓ conjungatie door ↓ activiteit glucuronyltransferase- Gilbert Syndroom: ↓ transcriptie
gen- Fysiologische icterus bij neonaten:
nog niet goed werken
Conjungatie verloopt normaal, maar de afvoer wordt belemmerd in de lever:- Canaliculaire excretie van
bilirubine ↓o Dubin-Johnson syndroomo Rotor’s syndroom
- Hepatitis (viraal, drugsgerelateerd, alcohol, auto-immuun): levercellen zwellen op, waardoor de afvoergangen dichtgedrukt worden: geen afvoer
Afsluiting van de choledochus: geconjungeerd bilirubine niet meer via de gal naar de darm. Het wordt opgenomen in het bloed, waardoor het de weefsels in gaat (geelkleuring) en een uitweg zoekt via de nieren.- Cholangitis (ontsteking
galwegen)- Pancreatitis (dichtdrukken
ductus choledochus door gezwollen pancreas)
- CholelithiasisTotaal bilirubine ↑ ↑ ↑ ↑Geconjungeerd bilirubine
= = ↑ ↑
Ongeconjungeerd bilirubine
↑ ↑ = =
Urobilinogeen ↑ ↑ Afwezig (geen urobiline) Afwezig (geen urobiline)Kleur urine Donker door urobiline Donker door urobiline Donker door geconjungeerd bilirubine
in het bloedDonker door geconjungeerd bilirubine in het bloed
10
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Kleur ontlasting Donker door stercobiline Donker door stercobiline Stopverf (geen stercobiline meer) Stopverf (geen stercobiline meer)Geconjungeerd bilirubine in urine
Niet aanwezig Niet aanwezig Aanwezig Aanwezig
11
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Cholecystitis, cholelithiasisStenen in de galblaas en galwegen (cholelithiasis), kunnen ontsteking van de galblaas veroorzakenDe ductus cysticus komt vanuit de galblaas, en komt samen met de ductus hepaticus vanuit de lever, als ductus choledochus. Deze mondt uit in het duodenum samen met de ductus pancreaticus via de papil van Vater.
CholelithiasisEpidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling- 10 – 20% bevolking; <20% klachten- 80% cholesterolstenen- 20% bilirubine- pigmentstenen
Risicofactoren:- Female (hypersecretie cholesterol)- Fat (cholesterolopname via
voeding; bij versneld afvallen: vetcellen afbreken waarbij cholesterol vrijkomt)
- Fourty (verandering hormonen: ↑oestrogeen)
- Fertile (oestrogeen verhoogt cholesterolopname en- synthese)
- Fair (blond)
Cholesterolstenen:Cholesterol wordt opgelost in gal door micellen; teveel cholesterol: kristallen vormen: stenen- Oververzadiging cholesterol- Hypomotiliteit galblaas- Versneld neerslaan
Pigmentstenen:- Zwart: toegenomen
ongeconjungeerd bilirubine- Bruin: vroegtijdige
deconjungatie bilirubine in de galwegen (Ca2+)
Geen klachten als ze in de galblaas blijven.Obstructie galweg:- Koliekpijn- Uitstraling rechter schouder
en rug- Bewegingsdrang- Toename bij koffie, chocola,
vet: ↑CCK: ↑galblaascontractie
- Icterus bij afsluiting ductus choledochus
- Stopverf faeces- Cholecystitis bij afsluiting
ductus cysticus
- Anamnese- LO: teken van Murphy- Aanvullend onderzoek:
o Echo: stenen aantonen (steen wit, slagschaduw zwart) en dilatatie (max. 6mm)
o Buikoverzicht: Ca2+ stenen / porseleinen galblaas zichtbaar
o CT met contrast: bloed wordt wit, galgangen zwart
o MRCP: rusttoestand op MRIo ERCP: endoscopie: meteen
interventie mogelijk (gouden standaard)
Alleen behandelen als symptomatisch is:- Chirurgische
cholecystectomieo Laparoscopischo Klassiek
Klachten na operatie: flatulentie, diarree, steatorroe- ERCP met sfincterotomie:
vergroten uitmonding galwegen; steenextractie
- Niet-chirurgischo Orale galzouten: lossen
galstenen opo Vergruizen
CholecystitisEpidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling Prognose- 30% van de mensen met
galstenen; 95% met acute cholecystitis heeft galstenen
- 4:1000/jr
Galblaas wordt beschadigd door terugkerende aanvallen van acute ontstekingen door galstenen
- Hevige, aanhoudende pijn in rechter bovenbuik
- Uitstraling naar rechter schouder
- Misselijkheid, braken- Koorts
- Klinisch beeld- Bloedwaarden
(bilirubine ↑, AF↑, amylase ↑)
- Aanwezigheid van galstenen
- Pijnbestrijding met pijnstillers en spasmolytica
- Vetarm dieet- Antibiotica bij sepsis- Binnen 48u
Goede prognose indien ongecompliceerd.
Indien perforatie, acalculeuze cholecystitis (niet door stenen
12
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Algehele malaise cholecystectomie veroorzaakt) of gangreen (necrose door ischemie): mortaliteit 50 – 60%
13
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
PancreatitisOntsteking van de pancreas met activatie van eiwitsplitsende pancreasenzymen. Hierdoor ontstaat autodigestie, necrose en bloedingen.
Acute pancreatitis Chronische pancreatitisEpidemiologie
- Incidentie hangt samen met prevalentie van galstenen en alcoholgebruik- 3 – 8% galsteenlijders krijgt acute pancreatitis
- Incidentie: 6 -7:100.000/jr- Prevalentie 50-75:100.000
Pathogenese Pancreasenzymen zijn normaal in de pancreas inactief. Wanneer ze verkeerd worden geactiveerd, geeft dit ontsteking, waarbij vetcellen worden afgebroken en schade ontstaat aan elastische vezels en bloedvaten.Oorzaak voor activatie:- Pancreasduct obstructie- Primaire acinaire cel schade- Slecht intracellulair transport van proenzymen in de acinaire cellen
Niet genezen van acute pancreatitis; secretie collageen & remodelleren ECM acinaire cel destructie fibroseUiteindelijk ook destructie eilandjes van Langerhans
Oorzaken:- Galstenen (45%)- Alcoholverslaving (35%)- Ideopathisch (10%)- Post-ERCP- Infectieziekte (vb. HIV, mazelen)- Hyperlipidemie
- Postoperatief- Posttraumatisch- Hyperparathyreoidie- Medicamenteus- Tumor
Klinisch beeld - Hevige buikpijn, doortrekkend naar de rug Wisselend beloop: rustige perioden afgewisseld met heftige symptomen
14
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Algehele malaise- Misselijkheid, braken door prikkelen peritoneum- Koorts- Typisch: gebogen houding met opgetrokken benen gezwollen pancreas
meer ruimte geven; vervoerspijn- Complicaties
o Paralytische ileus met ascites en pleuravochto Pseudocystevormingo Icteruso Vetnecrose door lekken pancreaslipase in de buiko Bloedingeno Septische shock
Klachten kunnen getriggerd worden door maaltijden, alcohol en medicatie- Indien symptomen: gelijk aan acute pancreatitis- DM door ↓insulineproductie- Steatorroe, vitaminetekort, vermagering door ↓verteringsenzymen- Na 10 – 15 jaar geen klachten meer, want pancreas grotendeels verloren- Complicaties:
o Cholestase (dichtdrukken ductus door vergrote pancreaskop) icterus levercirrose
o Pseudocysten (kunnen druk veroorzaken in maagdarmkanaal)
Diagnostiek - Bloedonderzoek: ontstekingsparameters, amylase, lipase- X-thorax: vocht en vrije lucht aantonen- Echo-abdomen- CT-abdomen
- Bloedonderzoek- CT-scan (calcificaties, ontsteking, pseudocysten zichtbaar)- Echografie (calcificaties, verwijde ductus pancreaticus en pseudocysten
zichtbaar)- ERCP voor aantonen afwijking ductus pancreaticus
Behandeling Eerst conservatief beleid, vervolgens indien ernstig:- Pancreas rust geven
o Niet eten: ↓gastrine: ↓secretine en CCK: ↓pancreasenzymproductie (voeding via sonde)
o Remmen n. vagus mbv parasympathicolytica- Infuus met electrocyten en glucose: voorkomen shock- Pijnbestrijding mbv opiaten- Antibiotica bij infectie- ERCP om galstenen te verwijderen- Indien necrose en sepsis: necrotisch weefsel verwijderen
- Pijn- en symptoombestrijdingo Tijdelijk plexus coeliacus blokkeren door inspuiten van alcohol of door
bilaterale thoracale sympatectomieo Suppletie pancreasenzymen, vitamineo DM behandeling
- Pancreatectomie
Prognose 70 – 90% mild verloop, 3% mortaliteitIndien ernstig beeld mortaliteit 30 – 70%
- DM indien pancreas ernstig is aangetast- Exocriene pancreasinsufficientie waardoor malabsorptie- 20 – 25jrs mortaliteit 50%- 40% kans op pancreascarcinoom
15
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
16
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
HepatitisOntsteking van het leverenzym, leidend tot verhoogde leverenzymspiegels (ASAT en ALAT) in het bloed als gevolg van lekkage uit beschadigde levercellen. Meestal veroorzaakt door en virus, maar ook drugs-, medicijnen- en alcoholintoxicatie en auto-immuunziekte kan hiervoor zorgen.
Virale hepatitisHepatitis A(cuut) Hepatitis B(loed) Hepatitis C(hronisch)
Kenmerken - Hepatovirus- Enkelstrengs RNA- Geen envelop
- Hepadnavirus- Circulair, dubbelstrengs DNA- Envelop- Eiwitten:
o HBsAg (surface antigen)o HBcAg (core antigen)o HBeAg (secretoire antigen)
- Flavivirus- Enkelstrengs RNA- Lipiden envelop
Epidemiologie Fecaal-oraal - Bloed-bloed (verticale transmissie!)Moeder HBsAg +: verticaal tijdens partus; horizontaal door moedermelk / bloed-bloedKind <2u na geboorte HBIgG & HBvaxPRO; na 6wk titer bepalen: ≥10IE/L
- Seksueel contact
Bloed-bloedVericale transmissie:- Moeder anti-HCV +: 2%- Moeder HCV-RNA +: 7%
Kansen 4x zo groot als HIV+
Incubatietijd 2 – 6 wekenWordt niet chronisch
1 – 6 maandenChronisch beloop bij 5 – 10%
2 weken – 6 maanden85% chronisch
Klinische beeld - Moeheid- Misselijkheid- Verlies van eetlust- Diarree- Matige koorts- Icterus met stopverfontlasting en donkere urine
33 – 50% symptomatisch- Algehele malaise- Gebrek aan eetlust- Koorts- Misselijkheid, braken, buikpijn- Icterus met stopverfontlasting, donkere urine en
jeuk
10% acuut icterusbeeld20% na 20jr levercirrose
Diagnostiek Aantonen IgM-anti-HAV met ELISA Aantonen antigenen en antistoffen; bij chronisch HBV blijft er HBsAg in het bloed
Aantonen anti-HCV en HCV-RNA
Behandeling Niet beschikbaar Acuut: niet beschikbaarChronisch: inferferon-α; lamivudine
Interferon-α met ribavirine bij leverklachten
Preventie - Besmettelijk 2e helft incubatietijd – week na begin - Besmettelijk tot anti-HBs Geen immunisatie beschikbaar
17
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
icterus- Immunisatie:
o Passief: IgG-anti-HAV toedienen; beschermt 6 weken
o Actief: inactief HAV toedienen; 10jr bescherming na 2 boosts; 2 – 3mnd vooraf
- Immunisatieo Passief: HBIgG toedieneno Actief: HBsAg toedienen
Na immunisatie anti-HBs +Na doormaken ziekte anti-HBs en anti-HBc +Prikincident:Gewonde gevaccineerd?- Ja, titer ooit >10: beschermd- Ja, titel nooit >10: non-responder: HBIg <24u- Nee: ongevaccineerd: HBIg <24u
Prikincident:- Hoogrisico: na 1&3mnd HCV-RNA bepalen. Indien
+: hepatoloog: ribavirine: voorkomen chronisch- Laagrisico: niks
CoeliakieAfwijking in de proximale dunne darm, gekenmerkt door vlokatrofie. Het wordt geassocieerd met permanente overgevoeligheid voor gluten (alfagliadine-eiwit) met als gevolg malabsorptie.
18
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Epidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling Prognose- Westerse landen- 1:1500- Op kinderleeftijd (2-3jr)
of >50jr- 70% ♀- Relatie met andere
immuun- gerelateerde ziektes (DM-I, Down)
- HLA-DQ2 & DQ8 dragers
1. In de dunne darm wordt gluten geknipt in o.a. gliadine
2. Afknippen NH2
3. Binden op APC4. Presenteren aan T-cel5. T-cel secreteert
cytokines & zet B-cellen aan tot productie antilichamen
- Diarree met vet (steatorroe)
- Gewichtsverlies- Vermoeidheid- Malabsorptie:
osteoporose, ijzergebreksanemie, groeiachterstand
- Huidafwijking
Biopt duodenum voor en na glutenvrij dieet!
Antistoffen tegen gliadine nog niet sensitief & specifiek genoeg
Levenslang glutenvrij dieet met suppletie Fe2+, foliumzuur, vit. B12.Indien onvoldoende effect: corticosteroiden
Verhoogd risico op maligniteit, miskramen, infertiliteit en osteoporose wanneer er niet behandeld wordt
Maligniteiten tractus digestivus
19
T: primaire tumorinvasieT0: geen primaire tumor aanwezigT1 – T3: afhankelijk van opbouw orgaanwandT4: doorgroei in omgevende organen
N: lymfeklierenN0: geen + klierenN1: 1 – 6 + klierenN2: 7 – 15 + klierenN3: >15 + klieren
M: metastasen op afstandM0: niet aanwezigM1: wel aanwezig
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Oesofagus Maag Pancreas Dikke darmIndeling - 90% plaveiselcelcarcinoom
- 10% adenocarcinoom- 95%: adenocarcinoom- 5%: maaglymfoom
60% adenocarcinoom in pancreaskop - 99% adenocarcinoom uit adenomateuze poliep
- <1% sacroom, lymfoom, carcinoid- 67% in colon; 29% in rectum; 4% in
rectosigmoidIncidentie Incidentie: 1.200/jr
Mortaliteit: 1.200/jr♂:♀ als 2:1Vooral 50 – 70jr
Incidentie: 2.000/jrMortaliteit: 1.700/jr♂:♀ als 2:1Vooral >60jr
Incidentie: 10/100.000/jrMortaliteit: 80 – 90% (50% binnen 6mnd)Vooral >50jr
Incidentie: 9.000/jrMortaliteit: 4.000/jr (vooral indien metastasen)♂:♀ als 1:1Vooral >40jr
Pathogenese Plaveiselcel carcinoom voor 90% gerelateerd aan overmatig alcohol en tabak
Adenocarcinoom bij barrett oesofagus (premaligne slijmvliesverandering waarbij plaveiselepitheel wordt vervangen door cilinderepitheel)
Predisponerende factoren: roken, alcohol, aangebrand eten, H. pylori, atrofische gastritis, maagpoliepen, maagresectie celproliferatie
Grotendeels onbekend
Risicofactoren:- Beroepsmatige blootstelling aan
carcinogen- Roken- Recidiverende / chronische
pancreatitis
- Bij IBD verhoogde kans zonder voorafgaande poliepvorming
- Erfelijkheid in 10% v/d gevallen (vb. FAP mutatie APC gen)
- Vlees, roken, alcohol
Klassieke adenoom-carcinoom sequentie: gemuteerd APC (tumorsuppressorgenen) bindt niet aan β-catenine celkern in transcriptie genen voor proliferatie mutatie KRAS ook ↓apoptose mutatie p53 carcinoom
Symptomen - Slik- en passageklachten: eerst bij vast voedsel, later bij vloeibaar voedsel
- Retrosternle pijn- Hoesten- Opgeven van voedsel- Hikken- ↓eetlust- Gewichtsverlies
- Snel vol gevoel- Algehele malaise- ↓eetlust- Gewichtsverlies- Misselijkheid, braken- Passageklachten
Weinig specifiek:- Vage constante pijn, uitstralend
naar bovenkant van de buik of rug- Algehele malaise- Gewichtsverlies- Bij kopcarcinoom: afsluiting
ductus choledochus (icteris, misselijkheid, jeuk, stopverffaeces)
Klachten in laat stadiumDistaal:- Obstipatie- Diarree- Loze aandrang- Bloed of slijm bij ontlastingProximaal:- Anemie- Vage buikpijn- ZwellingGewichtsverlies!
20
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Diagnostiek - Endoscopie met biopt- Verdere diagnostiek voor
metastasen en beoordelen operabiliteit (bloed, röntgen, echo-endoscopie, CT, MRI)
- Endoscopie met biopt- Verdere diagnostiek voor
metastasen en beoordelen operabiliteit (bloed, röntgen, echo-endoscopie, CT, MRI)
- Transabdominale echo- CT- ERCP met indien mogelijk
cytologie- Endoscopische biopsie
- Endoscopie met biopt- Verdere diagnostiek voor
metastasen en beoordelen operabiliteit (bloed, röntgen, echo (lever!), CT, MRI)
Metastasering - Lokaal: mediastinum, bronchus, trachea, aorta, pericard, wervels
- Lymfogeen (!!): cervicale en abdominal lymfeklieren
- Hematogeen: lever, longen, (botten, bijnieren)
- Lokaal: pancreas, colon, lever- Lymfogeen: perigastrisch- Hematogeen: n. porta lever
(longen, peritoneum)
Bijna 100% van de patiënten metastasen: lymfeklieren, lever, longen, bot, doorgroei in plexus coeliacus
- Lymfogeen: langs takken a. mesenterica
- Hematogeen: lever via v. porta (longen)
- Lokaal: peritoneum
Preventie Endoscopische bewaking van patiënten met barrett oesofagus
Fecaaloccultbloedtest als screening spoort 50% coloncarcinomen op regelmatige screening ↓400 – 600 doden/jr
Therapie - Resectie aangetaste slokdarmweefsel en lymfeklieren (rest slokdarm verbinden met maag)
- Soms voorafgegaan door radiotherapie en chemotherapie
- Maagresectie (continuïteit herstellen met Billroth I / II)
- Radiotherapie en chemotherapie vooral palliatief
- Operatief: whippleprocedure (pylorussparende pancreatectomie)
- Bij doorgroei of metastaten is curatie niet mogelijk: palliatie (galwegstent, percutane coeliacusblokkade, radiotherapie, chemotherapie)
Afhankelijk van het stadium en lokatie:- Operatief met neoadjuvante
radiotherapie- Niet operabel: radiotherapie en
chemotherapie bij rectum- Chemotherapie voor metastasen
Overige maligniteiten tractus digestivus:- Lever (uitgaande van hepatocyt): meestal secundaire tumor, met de primaire tumorlokatie in colon/rectum (50%), maag, pancreas, mammae en
longen. Indien het een primaire tumor is, is het geassocieerd met chronische hepatitis B of C, levercirrose en overmatig alcoholgebruik. Klinische symptomen zijn hepatomegalie, buikpijn, geelzucht en gewichtsverlies. Aantonen m.b.v. echografie, CT en MRI. Behandelen door partiele leverresectie, eventueel in combinatie met radiotherapie. Chemotherapie indien niet operabel.
- Galblaas: zeldzaam. Wordt geassocieerd met galstenen, galblaaspoliep en porseleingalblaas. Aantonen met echografie en CT. Behandelen door cholecystectomie indien er geen doorgroei is, anders palliatief. Lage 5jaarsoverleving.
- Dunne darm: zeldzaam, doorgaans laat ontdekt door niet specifieke klachten.
21
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Maligniteiten tractus urogenitalis
Cervixcarcinoom Ovariumcarcinoom EndometriumcarcinoomIndeling - 85%: plaveiselcelcarcinoom HPV-16
- 13% adenocarcinoom HPB-18- 2% adenosquameus carcinoom
- >80%: Epitheliaal- Stromatumoren- Kiemceltumoren
Stadia:- I: ovaria- II: uitbreiding kleine bekken- III: verspreiding buikholte- IV: metastasen buiten buikholte
Vooral adenocarcinoom
Incidentie Incidentie: 750/jrMortaliteit: 300/jrPiek op 35jr (10 – 15jr na HPV besmetting) en 55jr
Incidentie: 1.100/jrMortaliteit: 900Vooral >55jr
Incidentie: 1.400/jrMortaliteit: 300/jrVooral 50 – 80jr (75% na menopauze)
Pathogenese HPV (zie afbeelding):- Remt apoptose (↓p53)- Wegvallen inhibitie celcyclus (↓p53)- Aanzetten celcyclus (E2F)
2 theorieen:- Bij ovulatie beschadigd opp. epitheel: steeds
opnieuw prolifereren: mutatie p53 door schade- Inclusietheorie: opp. epitheel meenemen naar
binnenste ovarium na de ovulatie. Signaalmoleculen opp. epitheel en binnenste bindweefsel verschillend: opp. epitheel prolifereren door p53 mutatie
Orale anticonceptie, zwangerschappen beschermt: geen ovulatie
Familiair:- BRCA 1 / 2: mamma- en ovariumcarcinoom- HNPCC: ovarium-, colon-, endometrium en
Belangrijke rol oestrogeen: risicofactoren:- Geen zwangerschappen- Late menopauze- Langdurige toediening oestrogeen- Overgewicht- Polycysteusovariumsyndroom
22
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
prostaatcarcinoomSymptomen Eerst geen klachten, later:
- Veranderde afscheiding- Onregelmatig bloedverlies- Contactbloedingen- Bloedverlies na menopauze
Symptoomloos, laat ontdekt (meestal stadium III):- Opgezwollen gevoel van de buik- Ascites (verstopte lymfecapillairen: ophopen
peritoneale vloeistof)- Pijn- ↑mictiefrequentie
Eerst geen klachten, later:- Veranderde afscheiding- Onregelmatig bloedverlies- Bloedverlies na menopauze
Diagnostiek - Uitstrijkje (PAPsmear) overgang cervix naar baarmoedermond (beoordelen volgens KOPAC)
- Colposcopie (aankleuren met azijn: afwijkende cellen wit) met biopt
Laat gediagnosticeerd:- Echo (herkent 95%)- Bloedonderzoek (tumormarkers CA125)- CT / MRI voor bepalen beleid- Laporoscopie indien onvoldoende informatie uit
beeldvorming
- Vaginale echografie- Hysteroscopie met biopt- Verder onderzoek voor metastasen en beoordelen
operabiliteit (echo, CT, MRI)
Metastasering - Lokaal: vagina, labia, adnexen, ovaria, blaas, rectum- Hematogeen: lever, longen- Lymfogeen (!): bekken, paracervicaal
- Lokaal (!): uterus, uba- Lymfogeen: peritoneaal, para-aortaal, paracavaal- Hematogeen: zeldzaam lever en longen
- Lymfogeen: supraclaviculair- Hematogeen: longen, abdomen, lever, botten
Preventie Screening 30 – 65jr om de 5jr: vroege detectie kent 100% genezingskansVaccin tegen HPV 16 en 18
Geen screening mogelijk
Therapie - Baarmoedermond of baarmoeder verwijderen, soms met bovenste deel vagina en lymfeklieren
- Bij uitgebreide carcinomen radiotherapie neoadjuvant (inwendig of uitwendig)
- Operatief verwijderen tumor, gevolgd door chemotherapie
- TNM I en II: verwijderen uterus, adnexen (indien lymfeklieren zijn aangetast deze ook verwijderen) en postoperatief radiotherapie
- TNM III en IV: radicale chirurgie, radiotherapie (inwendig en uitwendig) en chemotherapie
23
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Blaascarcinoom ProstaatcarcinoomIndeling - 90% urotheelcelcarcinoom
- 8%: plaveiselcelcarcinoom- 2%: adenocarcinoom
Vooral adenocarcinoom
Incidentie Incidentie: 2.500/jrMortaliteit: 1.200/jr♂:♀ als 4:1Vooral >60jr
Incidentie: afh. van opsporingsmethodeMortaliteit: 2.400/jrNeemt toe met de leeftijd
24
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Pathogenese Oncogenen (RAS) induceren en tumorsuppressorgenen (p53) inhiberen door:- Roken: RR4- Beroepsmatige blootstelling carcinogenen (verf-, rubber- en textielindrustrie)- Langdurige irritatie door chronische infectie, verblijfskatheter of stenen- Blaasworm
Weinig bekendRisicofactoren:- Androgenen- Hogere leeftijd- Familiaire belasting- Vetrijk dieet
Symptomen - Pijnloze hematurie (85%!)- ↑mictiefrequentie- Loze aandrang- Stuwing van de nieren: pijn in flanken
- Nadruppelen- Zwakkere straal- Niet goed uitplassen
Diagnostiek - Cytologie: cellen in urine- Cystoscopie met biopt (T)- Longfoto en CT (N, M)- Uitsluiten urotheelcelcarcinoom hogere urinewegen (10%): intraveneus
pyelogram (IVP)
- Rectaal toucher- PSA (4 – 10x ↑)- Transrectale echografie met biopten- Verder onderzoek voor metastasen en operabiliteit (CT, MRI)
Metastasering - Lymfogeen (90%): para-iliacaal en para-aortaal- Hematogeen: lever (47%), longen (47%), botten (32%)
- Lokaal: blaas, urethra, zaadblaasjes- Lymfogeen (!): regionaal kleine bekken- Hematogeen: botten (90%), longen (50%), lever (25%), hersenen (zeldzaam
Therapie - Niet-invasieve tumoren: TUR (transurethrale resectie) grote recidiefkans- Blaasspoeling met cytostatica na TUR- Invasieve tumoren: radicale chirurgie
o ♂: blaas, prostaat, urethra, vet, lymfeklieren kleine bekkeno ♀: blaas, uterus, vaginatop met urethra, vet, lymfeklieren kleine bekken
- Radiotherapie als alternatief voor chirurgie- Chemotherapie bij metastasen
Niet altijd noodzakelijk: meer mannen overlijden met dan door prostaatkanker- Radicale prostatectomie- Inwendige of uitwendige radiotherapie- Chemotherapie als hormoonbehandeling werkzaam is
UrineweginfectieInfiltratie van bacteriën in de urinewegen.
25
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Gecompliceerd: urineweginfecties die gepaard gaan met tekenen van weefselinvasie, of die voorkomen in een risicogroep (mannen, zwangeren, kinderen, patiënten met nier- of urinewegafwijkingen, DM, mensen met een katheter)
- Ongecompliceerd: urineweginfecties zonder tekenen van weefselinvasie, bij verder gezonde, niet-zwangere vrouwen
Epidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling PrognoseVrouwen:- Piek 20jr: seksuele
activiteit- Piek 30jr:
zwangerschap (↓blaaslediging)
- >55jr: atrofische vaginitis (↓oestrogeen: ↓anaerobe micro-organismen: ↑colonisatie gram – bacterien)
Mannen:- Jonge leeftijd:
aangeboren afwijkingen (urinewegen ♂ ingewikkelder)
- >60jr: BPH: ↓blaaslediging
Beschermingsmechanismen:- Mictie- Lengte urethra en sphincters- Urine (hoge ureum, lage pH,
hoge osmolariteit, eiwitten die bacteriën binden)
- Bacteriedodende stoffen uit prostaat
- Blaasepitheel waarop bacteriën binden in apoptose
Verwekkers:- E. coli (gram – staaf): 70%- Proteus mirabilis (gram –
staaf): 10%- Staphylococcus saprophyticus
(gram+coc): 10%, alleen jonge vrouwen
Bacterie hecht met adhesines die op de fimbrae zitten aan receptoren op uro-epitheel.
Lage UTI:- Vaak plassen- Pijn / branderig gevoel bij
het plassen- Kleine beetjes plassen- Loze aandrang
Hoge UTI:- Vaak plassen- Koorts- Pijn in de flanken- Sterke geur urine
- Klachten: 80% zekerheid
- Urineonderzoeko Nitriet: goed in
aantonen (sensitief)
o Leuko’s: lage sensitiviteit en specificiteit
- Kweek: gouden standaard; bacteriën aantonen (>105cfu/ml)
Bij kinderen de oorzaak aantonen
- Ongecompliceerd: nitrofurantonine (3 – 5dgn)
- Zwangeren & kinderen: amoxycilline – clavulaanzuur (7 – 10dgn)Resistentie voor amoxycilline: β-lactamase van bacterien breekt amoxyxilline af. Clavulaanzuur bindt β-lactamase: toch werkzaam
- Mannen: trimetroprim – sulfamethoxazolOok altijd prostatitis, dus antibioticum met penetratie prostaat
Alleen behandelen als er klachten zijn (wel asymptomatisch bij DM en zwangerschap)
Preventie:- Voldoende drinken- Uitplassen na seks- Goede hygiëne- Cranberrysap
(proantocyanidine voorkomt aanhechting bacteriën aan epitheel)
De kans op terugkeren is >3/jaar
Er kan voor 6mnd profylaxe gegeven worden (nitrofurantoine, trimetroprim)
26
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Vulvaire en vaginale infectiesSOA’s
Chlamydia Genitale wratten Herpes GonorroeVeroorzaker Bacterieel: chlamydia trachomatis
invadeert epitheelcellen van slijmvliezen
Viraal: humaan papilloma virusHPV-6 en 11: genitale wrattenHPV 16 en 18: carcinogeen
Viraal: herpes simplex virus (80% HSV-2, 20% HSV-1)HSV-1 door oro-genitaal contact
Bacterieel: Neisseria gonorrhoeae invadeert epitheelcellen van slijmvliezen
Besmetting Seksueel contact, vertikaal♀♂: 28%♂♀: 45%
Seksueel contact (microlaesies)♀♂: 60%♂♀: 60%
Seksueel contact, vertikaal, huid-huid contact♀♂ < ♂♀
Seksueel contact♀♂: 30%♂♀: 70%
Incubatietijd 1 – 3 weken 1 – 8 maanden 2 – 14 dagen 2 – 14 dagenIncidentie 60.000
♂:♀ als 1:125.000 12.000 6.000
♂:♀ als 4:1Symptomen vrouw 10 – 30% symptomatisch:
- Branderig gevoel en pijn bij plassen
- Fluor- Tussentijds bloedverlies- Contactbloedingen- Onderbuiksklachten
1% symptomatisch:- Anogenitale wratten vulva,
clitoris, perineum, perianaal, introitus vagina
- Soms jeuk, pijn, branderig gevoel bij plassen, fluor
Prodomale fase:- Koorts, malaise, spierpijn- Branderig gevoel en pijn bij plassen- Fluor- Regionale lymfadenopathie
6/7 dgn na 1e symptomen:- Huid- en slijmvliesafwijkingen / blaasjes
over vulva en perineum voor 7 – 28dgn
40 – 70% symptomatisch:- Buikpijn- Koorts- Fluor- Tussentijds bloedverlies- Branderig gevoel en pijn bij plassen
Complicaties vrouw Pelvic inflammatory disease (endometritis, salphingitis, bartholinitis): verminderde vruchtbaarheid; ectopische zwangerschap
Hoge recidiefkans Vooral als ook HIV: aseptische meningitis
Recidieven: HSV-1 25%/jr; HSV-2: 89%/jr; latent aanwezig in zenuwen
PIDVertikale transmissie: neonatal conjunctivitis
Symptomen man 50% symptomatisch:- Branderig gevoel en pijn bij
plassen- Afscheiding ’s ochtends- Pijn in scrotum
1% symptomatisch:- Anogenitale wratten penis,
scrotum, perianaal- Soms jeuk, pijn, branderig
gevoel bij plassen, afscheiding
Prodomale fase:- Koorts, malaise, spierpijn- Branderig gevoel en pijn bij plassen
6/7 dgn na 1e symptomen:Huid- en slijmvliesafwijkingen / blaasjes over penisschacht voor 7 – 28dgn
90% symptomatisch:- Branderig gevoel en pijn bij plassen- Geel-groene pusachtige afscheiding
Complicaties man Chronische prostatitis / Hoge recidiefkans Gelijk aan vrouw Epididymitis, prostatitis, urethrale
27
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
epididymitis; infertiliteit abcessenDiagnostiek PCR (urethra / cervix), kweek bij
manKlinisch beeld en PCR.Histologie bij verdenking op premaligne laesie
Klinisch beeld.PCR, kweek voor typebepaling
PCR (urethra / cervix) of kweek
Behandeling Azitromycine 1x of doxycycline 7dgn
Podofyllotoxine (crème) 2dd 3dgn
Valaciclovir (crème) 2dd 5dgn Cefriaxon 1x i.m.; event. azitromycine 1x ivm kans op dubbelinfectie chlamydia
Syfilis HIV TrichomoniasisVeroorzaker Bacterieel: treponema pallidum dringt de huid of
mucosa binnen door microlaesies door seksueel contact binden gastheer migreren naar lymfeklieren via circulatie naar organen
Viraal: humaan imuunodeficientievirus (type 1&2) infecteert CD4+ cellen waardoor de afweer vermindert
Parasitair: trichomonas
Besmetting Seksueel contact♀♂: 30%♂♀: 30%
Risico op besmetting na eenmalige blootstelling:- Prik met besmette naald: 0,3%- ♀♂: 0,03 – 0,1%- ♂♀: 0,15 – 0,5%- ♂♂: 0,8 – 3.2%- Vertikaal: 13 – 33%
Incubatietijd 10 – 90 dagen tot primaire syfillis 2 – 4 weken tot acute stadium 1 – 4 wekenIncidentie 750
♂:♀ als 13:1500
Symptomen vrouw Primaire syfilis (10 – 90dgn na besmetting):- Pijnloos, besmettelijk ulcus- Lymfeklierzwelling spontane genezing
Secundaire syfilis (3 – 6wkn na primair; bij 60 – 90% onbehandelde patiënten):- Niet jeukend exantheem op romp,
extremiteiten, handpalmen, voetzolen- In warme vochtige huidgebieden condylomata
lata (platte, grijze, vochtige papels)- Haaruitval- Malaise, koorts, spier- en gewrichtspijn
Tertiaire syfilis (jaren na primair; bij 25%
Vroege, acute stadium (2 – 4wkn na besmetting; 50 – 70% besmette patiënten):- Koorts, vermoeidheid, keelpijn,
lymfadenopathie, huiduitslag- Leukopenie, normaal CD4 Th cellen- Antilichamen 3 – 4 weken na infectie- Viral load setpoint ontstaat: hoe hoger, hoe
groter de kans op AIDS (>10.000 virale RNA/ml plasma)
Midden, latente stadium- Lange latente periode zonder klachten- HIV productie in de lymfeknopen, maar blijft
daar opgeslagen
Infectie van de urethra, vagina, blaas en Bartholinklieren:- Erythemateuze papels
cervix en vaginawand- Jeuk en irritatie- Geelgroene, sterk
riekende fluorComplicaties vrouw PIDSymptomen man Urethritis, prostatitis,
epididymitisComplicaties man
28
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
onbehandelde patiënten):- Invadatie CZS: neurosyfilis- Invadatie cardiovasculair: aortitis, myocarditis
etc.- Invadatie huid: noduli, ulcera- Invadatie botten- Invadatie slijmvliezen
Late, immunodeficiente stadium: AIDS (2 – 15jr na primaire infectie)- CD4 Th cellen <200/µL)- Opportunistische infecties (TBC, pneumonie,
ulcers, meningitis)- Neurologische problemen (dementie,
neuropathie)- Maligniteiten
Diagnostiek Serologie (TPHA, VDRL, FTA, RPR) - ELISA: anti-HIV antilichamen (na 3mnd aantoonbaar)
- Western blot om ELISA te bevestigen- PCR / kweek: virus zelf aantonen (eerder
aantoonbaar)
Vrouw:- Fysiologisch-
zoutpreparaat: beweeglijke trichomonas met flagellen te herkennen
- PCR
Man:- Kweek
Behandeling Benzathine benzylpenicilline i.m.Na behandeling 2jr serologisch vervolgen
Combinatietherapie (resistentie voorkomen) als CD4 count <350/ µL:- Reverse transcriptaseremmers (nucleoside en
niet-nucleoside analogen)- Proteaseremmers- Fusieremmers- Integraseremmers
HAART: 2 nucleoside-inhibitors + 1 proteaseremmer + 1 niet-nucleoside inhibitor
Doel: progressie naar AIDS vertagen
PEP 36 – 72 uur na blootstelling
Metronidazol
Hepatitis B, schaamluis en schurft wordt ook gerekend onder de SOA’s
29
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Overige infectiesVulvitis Vaginitis
Omschrijving Ontsteking van de vulva. Door de ligging van de vulva kunnen bacteriele infecties eenvoudig optreden.Meestal vulvovaginitis: vulvitis als oorzaak van vaginitis
Verstoring zure milieu (pH 4 – 4,5 door omzetting glycogeen in melkzuur door bacterieen) door DM, antibiotica, slechte hygiene of infecties van buitenaf
Pathogenese Primair: direct contact met herpeslaesie partner
Reactief: candidosis door infectie met schimmel candida albicans
Ontsteking onderliggende structuur: bartholinitis (infectie cyste ductusinflammatie abces / acute bartholinitis
Bacterieel: verstoorde balans normale vaginale flora
Reactief: candidosis Trichomonas (zie SOA’s)
Klinisch beeld Eerste dagen na besmetting:- Lokale branderigheid,
gevoeligheid, pijn
Na enkele dagen:- Blaasjes- Koorts
- Vulva en omgeving zijn rood, gezwollen en geïrriteerd
- Jeuk- Beslag van klonterige
witte fluor
Niet pijnlijke zwelling in het labium. Bij acute bartholinitis infectieverschijnselen:- Pijn- Zwelling- Roodheid- Loop- en zitproblemen
- Rotte vislucht (spontaan of na KOH toevoeging)
- pH >4,5- Clue cells in NaCl
preparaat
- Normale pH- Normale geur- Erytheem
(roodverkleuring door ↑ doorbloeding)
- Mictieklachten- Pijn bij
geslachtsgemeenscha
30
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Algehele malaise - Algehele malaise- Koorts
p- Pseudohyfen
Diagnostiek PCR Klinisch beeldmicroscopie
Klinisch beeld Microscopie Klinisch beeldmicroscopie
Behandeling Branderigheid verminderen door warm bad, zalf
Fluconazol Incisie van abces en afvloeien inhoud cyste
Metronidazol Fluconazol
31
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Benigne prostaat hyperplasieOnregelmatige, knobbelige vergroting van de middenkwab van de prostaat door vergroting van het aantal stroma- en epitheelcellen.
Epidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling Prognose- Prevalentie ↑ met
leeftijdo 20% 40jro 70% 60jro 90% 80jr
- 50% heeft klachten
Risicofactoren:- Hypertensie: ↑BPH- Roken: ↑testosteron- BMI: ↑abdominaal
vet: ↑testosteron- Leeftijd
1. Testosteron in stromacellen
2. Omzetten door 5α-reductase type 2 in dihydrotestosteron (DHT)
3. DHT bindt aan nucleaire receptoren in stoma en epitheelcellen
4. Groeifactoren produceren
5. ↑proliferatie; ↓apoptose
Eerst klachten door urethra obstructie door grotere prostaat:- Dysurie (mictie moeilijk op
gang)- Slappere straal- Nadruppelen- Minder goed uitplassen
Later klachten door instabiele m. detrusor- Afname blaasvolume- Urineretentie / residuaal
urine urineweginfectie- Pollakisurie (↑frequentie)- Nycturie
- Anamnese: symptomen- LO: rectaal toucher
vergrootte prostaat te voelen
- Bloedonderzoek: serum-PSAMaat voor activiteit prostaat: ↑PSA als ↑activiteit; relevant bij carcinoom
- Prostaatbiopt
- Medicatie:o α1-blokkers: snelle
werking; ↓tonus gladde spieren: ↓weerstand
o 5α-reductaseremmers: werking na 2 – 6 maanden; ↓vorming DHT: ↓prostaatvolume
- Chirurgie:o TURP (trans urethrale
resectie prostaat): wegschrapen deel prostaat
o Laser: verdampen deel prostaat
o Stent urethra
- Blaaswandhypertrofie- Nierafwijkingen- Niet premaligne
32
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
EndometrioseAandoening die wordt veroorzaakt door functionerend endometrium buiten de uterus, onder invloed van de ovariele oestrogene stimulatie.
Epidemiologie Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling Prognose- 10% vruchtbare
vrouwen- Bij 75% klachten- 30e – 45e
levensjaar
Theorieen over de ontstaanswijze:- Retrograde menstruatie:
endometriumpartikels via de tubae in de vrije buikholte, die uitgroeien en cyclisch gaan functioneren
- Ontwikkeling vanuit peritoneummesotheel: lokalisatie in de darmwand
- Metastasering: lokalisatie buiten de buikholte
De endometriosehaarden reageren op oestrogeeen door wandverdikking, en op progesteron door de wand af te stoten: kan het lichaam niet uit waardoor het irritatie geeft, en er ontsteking, fibrose en verklevingen kunnen ontstaan.De meeste haarden in bekkenholte (ovarium, ligamenten, cavum Douglasi, peritoneum)
Alleen in vruchtbare jaren, want afhankelijk van oestogeen.Ernst symptomen afhankelijk van lokalisatie:- Pijn (door ontsteking, ruimte-
inneming, trekken verklevingen, prostaglandineproductie)o Menstruatiepijno Pijn bij geslachtsgemeenschapo Ovulatiepijno Lage rugpijno Cyclusonafhankelijke buikpijno Pijn tijdens inwendig onderzoek
- Menstruatieproblemeno Dysmenorroe: pijnlijke,
onregelmatige menstruatieo Hevige bloedingen met stolselso Langdurige bloedingeno Spotting
- Darm- en blaasproblemeno Pijnlijke peristaltiek
(darmkrampen door prostaglandine)
o Diarree, obstipatieo Misselijkheid, brakeno Pijn bij plasseno Vaak plassen
- Onvruchtbaarheid- Overig
- Verdenking bij afwijkend vaginaal / rectaal toucher
- Transvaginale echo- Definitieve diagnose:
laparoscopie en histologisch onderzoek biopten
- Pijnverlichting door NSAID’s
- Pijn op de voorgrond en geen kinderwens: secundaire amenorroe opwekken:o Progestativa:
synthetisch progesteron
o GnRH-analogen: onderdrukken productie oestrogeen
- Chirurgie: afhankelijk van de ernst laparoscopie / laparotomie
Na chirurgie is recidiefkans gering.
Endometriose neemt af na de menopauze.
33
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
o Lustelooso Vermoeidheido Depressieo Premenstrueel syndroomo Gezwollen buik
Buikpijn- Viscerale pijn: vaag gelokaliseerde pijn, dof of krampend
o Door rek of trek van de weefselso Ischemie met necrosevormingo Chemische schadeo Spasmen gladde musculatuur van holle organen
- Parietale pijn: scherpe, gelokaliseerde pijn, die toeneemt bij beweging en wijst op prikkeling van het peritoneum partietaleo Peritonitis (ontsteking orgaan)
34
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Differentiaal diagnose acute buikpijnAcute ontstekingen (parietale pijn)
- Appendicitis (rechtsonder)- Cholecystitis (rechtsboven)- Pancreatitis (epigastium/diffuus)- Diverticulitis (linksonder)- Enterocolitis (diffuus)- Adnexitis (links- of rechtsonder)- Pyelonefritis (links of rechts in de flank)
Acute obstructieve oorzaken- Mechanische (sub)ileus- Invaginatie, streng, volvulus, lumenobstructie (tumor, Crohn,
galsteen)- Galsteenkoliek- Niersteenkoliek
Acute perforaties- Maagperforatie- Darmperforatie (appendicitis, darmtumor, diverticulitis, traumatisch)
Vaatafwijkingen- Aneurysma aorta abdominale- Mesenteriale trombose- Miltinfarct of –ruptuur
Diverse oorzaken- Psoasbloeding bij antistolling- Bloeding in rectusschede
Differentiaal diagnose chronische buikpijnChronische ontstekingen
- Pancreatitis- Diverticulitis- Ziekte van Crohn- Colitis Ulcerosa- Ulcus pepticum
Vaatafwijkingen- Angina abdominalis
Tumoren / metastasen- Maag (lokale druk of doorgroei)- Pancreas (lokale druk of doorgroei)- Colon (lokale druk of doorgroei)- Lymfomen- Levermetastasen (kapselrekking)
Overige oorzaken- IBS- Motiliteitsstoornissen- Oorzaken in de buikwand- Porfyrie- Familiaire mediterrane koorts- Vasculitis
35
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Geen NHG-standaard beschikbaarAnmnese
- Lokalisatieo Waar begon de pijn, waar zit de pijn nuo Pijn in de lenden (urinewegproblematiek)o Uitstralende pijn
- Kwaliteito Soort pijn
Visceraal: dof zeurend, knagend, niet goed te lokaliseren Parietaal: scherp, brandend, scherp omschreven Koliekpijn
- Kwantiteit o Ernst van de pijn
- Tijdsbeloopo Acuut / geleidelijk ontstaano Hoe lang duurt de pijn al; pijnvrije intervalleno Progressieo Relatie met menstruatie
- Factoren die van invloed zijno Pijnverergerende factoren (vervoerspijn, hoesten, ’s nachts)o Pijnverminderende factoren (houding, minimaliseren bewegen, bewegingsdrang, melk)o Invloed van voeding, mictie, defecatie
- Begeleidende factoreno Koortso Flauwvalleno Verminderde eetlusto Gewichtsverlies o Braken o Diarree
Lichamelijk onderzoek
36
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Volgens VIG boekje
-
37
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Ontlastingsproblemen
DefecatiereflexFaeces in het rectum rectum rekt op reflex voor ↑rectumtonus, ↑peristaltiek en openen interne sphincter (n. pelvicus) oiv wil openen externe sphincter (n. pudendus)
ObstipatieRome II criteria:≥2 van de volgende symptomen over ≥12 weken de afgelopen 12 maanden
- Noodzaak tot persen- Harde faeces- Gevoel van incomplete lediging- Gevoel van anorectale blokkade- Noodzaak tot toepassing van manuele handelingen om defecatie te vergemakkelijken- <3 defecaties per week
Bij obstipatie is er sprake van vertraagd voortbewegen van ontlasting door het colon, dat vaak gepaard gaat met zich in het colon descendens ophopende grote hoeveelheden droge, harde faeces (want langere passagetijd: meer vochtabsorptie)
Oorzaken:- Insufficiente voeding (onvoldoende vocht en vezels)- Gestoorde motiliteit (vb. door geneesmiddelen, innervatiestoornis, psychisch)- Gestoorde functie bekkenbodem en externe sphincter- Obstructie op niveau bekkenbodem (prolaps)
38
DD: ObstipatieAcuut Chronisch
Intestinaal - Lage ileus (obstructie, paralytisch)
- Colono Tumoreno Strictureno Fecale impactieo Hernia
- Rectumo Fissureno Abceso Outlet-obstructie
- Voeding- Neurogeen
o Ziekte van Hirschsprungo Ziekte van Parkinsono Spierdystrofie
Niet-intestinaal - Veranderde omstandigheden
- Medicijnen
- Inactiviteit- Hypothyreoidie- Medicijnen- Functioneel
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
NHG-standaard ObstipatieAnamnese
- Aanvang en duur van de klachten- Defecatiepatroon
o Frequentieo Hoeveelheido Vormo Consistentieo (overloop)diarreeo Uitstelgedrago Bevorderende factoreno Incomplete defecatieo Moeizame passage ontlastingo Aanwijzingen IBS
- Voeding o Vochtinnameo Vezelinname
- Oorzakelijke factoren en gevolgeno Pijn bij defecatieo Rectaal bloedverlieso Gebruik van laxantia en medicatie die obstipatie als
bijwerking heefto Hypothyreoidieo DMo Zwangerschapo Ziekte van Parkinson
o MS- Algemene klachten
o Toenemende buikpijn en brakeno Malaiseo Gewichtsverlies
Lichamelijk onderzoek- Onderzoek van het abdomen
o Inspectie: fissuren, aambeien, infecties, trauma, opgezette buik
o Auscultatie: gootsteengeruis (obstructie), afwezige peristaltiek (volledige afsluiting)
o Palpatie: palpabele feces, sphincterspanning rectaal toucher!
Evaluatie- Geen onderliggende oorzaak: functioneel (denk aan psychosociale
factoren)- Onderliggende oorzaak: somatisch
Maligniteit - Malaise- Onverklaard gewichtsverlies- Rectaal bloedverlies- Veranderd defecatiepatroon
Ileus - Veel buikpijn- Braken
39
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Forse distentie abdomen- Afwezige peristaltiek / gootsteengeruis
Ziekte van Hirschsprung - Meconiumlozing >48u na geboorte- Bloederige diarree- Gallig braken- Failure to thrive- Koorts
Behandeling- Leefregels
o Vezels (♀: 30g/dag; ♂: 40g/dag)
o 1,5L vocht/dago Bewegeno Naar toilet bij aandrang
- Medicamenteuso Bulkvormerso Laxeermiddelen (↑darmmotiliteit, ↓absorptie)
- Darmspoeling- Bekkenbodemtherapie - Bij onderliggende ziektes: doorverwijzen specialist
IncontinentieOngewild verlies van gas, vocht of faecesGeen NHG-standaard beschikbaarAnamnese
- Duur, aard, frequentie, soort ontlasting- Chronische diarree- Obstipatie- Voorgeschiedenis:
o Partus (aantal, episiotomieen, kunstverlossingen, duur persen)
o Anorectale, gynaecologische of urologische ingrepeno Neurologische afwijkingeno Darmontstekingeno Andere ziekten
- Medicatie- Gebruik incontinentiemateriaal- Beperking sociaal leven
Lichamelijk onderzoek- Inspectie anus, vagina en perineum
oLittekenvorming en defecteno Prolaps, rectokele, verzakte bekkenbodem (laten persen)
- Rectaal touchero Sphincterspanning in rust en bij aanspannen
- Vaginaal toucher
Aanvullende diagnostiek- Anorectale endo-echografie (!!): sphincterdefecten opsporen - MRI: sphincterdefecten opsporen- Anale manometrie: drukmeting in rust en inspanning- Proctoscopie: opsporen proctitis (ontsteking rectum)- Rectale compliantie: dmv balloninsufflatie worden drukken,
volumen en rectale sensatie gemeten- EMG n. pudendus
40
Parks graad I: continentParks graad II: incontinent voor flatus, vochtParks graad III: incontinent voor dunne ontlastingParks graad IV: incontinent voor ontlasting
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
EvaluatieSphincter
- Letsel door partus / anorectale chirurgie- Innervatie ↓: pudendusneuropathie
Rectum- Capaciteit ↓- Sensatie ↓
Ontlasting- Obstipatie- Diarree
Therapie- Dieet
o Obstipatie Vochtintake, vezels (vocht vasthouden) Bulkvormers (polysacchariden die vocht
vasthouden) Laxeermiddelen
o Diarree Loperamide (↓darmmotiliteit, ↑vochtabsorptie)
- Fysiotherapieo Bekkenbodemtherpie: trainen spieren ‘ophouden’
ontlastingo Biofeedbacktherapie: kracht spieren meteno Rectale ballontraining: laten wennen aan voluminao Neuromusculaire elektrostimulatie: verschil voelen tussen
aanspannen en ontspannen- Klysma of spoelen- Anale tampon
Chirurgie- Sphincterplastiek bij gescheurde sphincter van m. gracilis- Sacrale neuromodulatie: S2 en S3 stimuleren waardoor de
contractie van de sphincter toeneemt- Stoma
DiarreeToename van de hoeveelheid (>300g/dag) en frequentie van ontlasting. De consistentie is
- Osmotisch: osmolariteit in de darm verhoogd waardoor water wordt aangetrokken- Steatorroe- Inflammatoir- Secretoir: infectieuze diarree waarbij enterotoxinen leiden tot beschadiging
Acute diarree geeft 2 weken klachten:- Frequente, dunne ontlasting- Misselijkheid en braken- Koorts- Buikpijn- Pijnlijke aandrang zonder dat er ontlasting komt
41
Differentiaal diagnoseAcute diarree
- Intestinaalo Toxisch-infectieuso Niet-infecties: voedsel, medicijnen
Chronische diarree- Intestinaal
o Ontsteking: Infectieus Niet-infectieus
Dikke darm: colitis ulcerosa, diverticulitis, tumor
Dunne darm: ziekte van Crohno Malabsorptie
Steatorroe (pancreasinsufficientie, ziekte van Whipple)
Osmotische diarree (lactasedeficientie)o Medicijnen
- Niet-intestinaalo Hyperthyreoidieo DM
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Chronische diarree geeft >2 weken klachten, die afhankelijk zijn van de oorzaak.
Na 10 dagen is 90% klachtenvrij
NGH-standaard acute diarree
Anamnese- Duur van de diarree- Frequentie onlasting- Consistentie ontlasting (waterdun, brijerig)- Tekenen van steatorroe- Bijmening van bloed of slijm- Koorts (hoe hoog, hoe lang)- Braken (aanhoudend)- Vochtopname (tijdens en vóór diarreeperiode)
- Aanwijzingen negatieve vochtbalans: dorst, sufheid, verwardheid, flauwvallen, diuretica, urineproductie
- Verband met:o Verblijf in (sub)tropeno Voedsel of drinkeno Andere persoon met diarree in omgeving
- Mecidatie: diuretica en laxantia, ORS, loperamide, recent antibiotica
- Werk (besmettingsrisico)
42
Verwekkers van acute, toxisch-infectieuze diarreeToxisch:
- Staphylococcus aureus- Bacillus cereus- E. coli- Vibrio cholerae
Infectieus:- Salmonella- Shigella- E. coli- Campylobacter- Yersinia
Viraal:- Rotavirus- Norwalkvirus
Parasitair:- Giardia lamblia- Entamoeba histolytica- Cryptosporidum
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Lichamelijk onderzoek- Vitale functies:
o Dehydratie: verwardheid, verminderd bewustzijn, snelle, diepe ademhaling, verminderde turgor, ingezonken ogen, afwezigheid tranen, droge slijmvliezen, koude extremiteiten, zwakke pols, versnelde hartslag
o Temperatuur o Bloeddruk
- Onderzoek van de buik
Aanvullend onderzoek- Faeceskweek:
o Campylobacter en salmonella bij ernstig zieke patiënten o Shigella na verblijf in subtropen
- Microscopie op protozoa: bij >10dagen, monsters op 3 verschillende dagen
Beleid - Alleen bij risico op dehydratie is medicatie nodig (ORS)- Zo nodig loperamide voor 2 dagen; niet bij koorts en
bloedbijmening azitromycine
43
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
MictiestoornissenDe mictie staat onder een aangeleerde, willekeurige controle. In de vullingsfase wordt de blaas geleidelijk met urine gevuld. Pas als de max. vulling benaderd wordt (400mL), stijgt de druk sterk. De mictiereflex treedt dan op: contractie m. detrusor (blaas) en relaxatie interne sphincter. De externe sphincter moet vrijwillig gerelaxeerd worden.
Incontinentie:- Stress incontinentie: bij ↑intra-abdominale druk disfunctionele sphincters- Urge incontinentie: voorafgaand door gevoel van aandrang
blaasoveractiviteit (motorisch of sensorisch); veel urinelozing, want hele mictie wordt in gang gezet
Nycturie: circulatoir probleem als je gaat liggen gaat er meer bloed naar je nieren, waardoor de urineproductie toeneemt.
Hematurie:- Macroscopisch / microscopisch - Initieel: aan begin mictie (uit urethra / prostaat)- Terminaal: aan einde mictie (cystitis: pijnlijk / blaastumor: niet pijnlijk)- Totaal (blaas, ureters, nieren)
Aanvullende anamnesepunten specifieke problemen:- Nycturie
o Kortademigheid bij inspanningo Oedeem
44
DysuriePijn, jeuk of branderig gevoel tijdens het plassen
- Cystitis- Prostatitis- Uretritis
Bemoeilijkte mictieBlaas ledigen tegen een grote weerstand in, waardoor er residu achterblijft, en de blaas oprekt
- Neurogeen: dwarslaesie, neuropathie, MS, parkinsonisme, medicatie
- Obstructief: BPH, urethrastrictuur
- Insufficiëntie m. detrusosIncontinentieElke onvrijwillige lekkage van urine
- Zwakke sphincter- Niet te remmen blaascontracties- Overvulde blaas- Fistel- Congenitaal
PolyurieVersterkte diurese
- DM- Nierfunctiestoornis
PollakisurieFrequente urinelozing (>8/24uur)
- Polyurie- Urineretentie- Nervositeit- Zwangerschap- Cystitis- Prikkelbare blaas- Prostatisme
NycturieOvermatige nachtelijke urineproductie, gepaard gaande met frequente mictie in de nacht
- Pollakisurie- Oedeem
Rode urine - Rode bieten- Geneesmiddelen- Bloed: hematurie
o Ontsteking urinewegeno Urinesteeno Tumor urinewegeno Trauma urinewegeno Glomerulonefritiso Cystenieren
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Prostatismeo Zwakkere straalo Nadruppeleno Moeilijk op gang komeno Minder goed uitplassen
NHG-standaard urine-incontinentieAnamnese
- Type incontinentieo Urineverlies tijdens hoesten, niezen, springen, tillen,
renneno Urineverlies met sterke aandranggevoelenso Continu verlies van urine, zonder aandrang
- Omvang urineverlieso Hoeveelheido Frequentie
- Gevolgen dagelijkse leven- Aanwijzingen onderliggende aandoening
o Mictiefrequentie toegenomeno Bemoeilijkte of pijnlijke mictieo Hematurie
- Bijdragende factoreno Medicijngebruiko Alcohol- en cafeïnehoudende drankeno Totale vochtinnameo Cognitieve, visuele of motorische beperkingeno Pariteit, chronisch hoesten, operaties in kleine bekkeno Neurologische aandoeningen
Lichamelijk onderzoek- Abdomen: let op operatielittekens, tumoren en urineretentie- Vaginaal en rectaal toucher: beoordeel bekkenbodemspieren
(rust en bij aanspannen), prolaps, tumoren, prostaat
Aanvullend onderzoek- Mictiedagboek 3 dagen- Urineonderzoek (erytrocyten en tekenen urineweginfectie)
Beleid- Stressincontinentie
o Bekkenbodemtherapie: bekkenbodem versterkeno Operatie
Sling: bandje plaatsen Suspensie: urethra opleggen door vaginawand Injectie: dikkere urethrawand
- Urge incontinentieo Medicamenteus: anticholinergica / antimuscarinica:
minder samentrekken blaas (nadeel dat de sensatie ↓)o Fysiotherapie: ontspannen m. detrusor en
bekkenbodemspiereno Neuromodulatie: correctie verkeerde reflex
45
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Hematurie (geen NHG-standaard beschikbaar)Anamnese
- Pijn (stenen, infectie)- Pijn bij mictie (pijnloos: tumor)- Koorts- Plasklachten - Medicatie- Moment in de mictie- Andere ziektes (stollingsziekte, parasitaire infectie,
glomerulonefritis)- Trauma- Sportbeoefening
Lichamelijk onderzoek- Abdomen: palperen naar abnormale weerstanden
Aanvullende diagnostiek- Urineonderzoek (dipstick, microscopie)- Bloedonderzoek
Menstuatiestoornissen
Normale menstruatieElke 28 dagen zet FSH 8 – 12 follikels aan om te groeien in de ovaria. De granulosacellen secreteren onder invloed van FSH oestrogeen. Oestrogeen onderdrukt FSH en LH door een – feedback. Wanneer de drempel van oestrogeen wordt bereikt, ontstaat er een + feedback, waardoor LH ↑ en deze LH piek veroorzaakt de ovulatie.
Vervolgens gaat het corpus luteum oestrogeen en progesteron secreteren. Na 2 weken sterft het coprus luteum af, ↓oestrogeen en progesteron, en vindt de menstruatie plaats.
Oestrogeen zorgt voor ↑endometrium; progesteron voor voorbereiden innesteling
46
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
47
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Stoornissen menstruele cyclusOnderscheid tussen cyclusstoornissen (verandering regelmaat menstruatie / geheel uitblijven menstruatie) en problemen van menstruatie (verandering duur / hevigheid ongesteldheid).
- Cyclusstoornisseno Amenorroe: interval tussen bloedingen >6mnd, gepaard gaande met anovulatie
Primair: ≥16jr, nog nooit menstruatie gehad Secundair: wel eerder menstruatie gehad
o Oligomenorroe: interval tussen bloedingen 35 dagen – 6 maanden; ovulatie soms mogelijko Polymenorroe: interval tussen bloedingen <3weken
Bij extreme sporters, stress en gewichtsproblemen oorzaak in GnRH: ↓productie LH en FSH
Anovulatie: het niet regelmatig plaatsvinden van een ovulatie in de vruchtbare levensfase. Als er geen ovulatie is doordat de LH piek achterblijft, ontstaat er ook geen corpus luteum. Hierdoor rijpt het endometrium niet, maar wordt door de blijvende oestrogeenstimulatie dik en oedemateus. Uiteindelijk gaat de niet-geovuleerde follikel in regressie, en is er vertraagde afstoting van het endometrium lang en veel bloedverlies.
- Abnormaal uterien bloedverlieso Menorragie: ↑ bloedverlies bij een ovulatoire cyclus hypermenorroe (oorzaak benigne, maligne, endocrien)o Metrottagie: anovulatoire cyclus met onvoorspelbare, hevige bloedingeno Tussentijds bloedverlies
Aan het begin van de menopauze ↓inhibine: ↑FSH: ↑oestrogeenLater ↓oestrogeen (atrofie vaginawand (↓welving), ↑pH, ↓doorbloeding (droogheid, pijn bij coitus))
48
Normaal:- Duur: 28 dagen (21 – 35)- Regelmaat: +/- 3 dagen (range van 6)- Hoeveelheid: <80ml (gem. 40ml)- Duur bloedverlies: 2 – 7 dagen
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
NHG-standaard vaginaal bloedverliesAnamnese
- Algemeen:o Leeftijdo Reproductieve levensfase (datum menarche, datum
menopauze)o Verloop van de cyclus (lengte, duur, hevigheid, regelmaat,
frequentie)o Medicatie (hormonaal, nu en in voorgeschiedenis)
- Aard van het bloedverlies: o Frequentieo Regelmaato Duuro Hoeveelheid bloedverlieso ’s Nachts moeten verschoneno Grote stolselso Veel bloedverlies bij verschoneno Verzuim van het werko Gebruik van dubbele bescherming
- Ervaren hinder:o ’s Nachts verschoneno Verzuim van het werko Beleving seksualiteit
- Ter uitsluiting van specifieke oorzaken:o Tussentijds bloedverlies & tijdstip in de cycluso Contactbloedingeno Pijn in de onderbuik of toename menstruatiepijno Wisselende seksuele contacteno Anticonceptie, mogelijkheid van zwangerschapo Geneesmiddelengebruik (corticosteroideinjecties,
bloedverdunners)o Snel optreden van blauwe plekken, lang bloeden van
wondjes, stollingsafwijkingen in de familie
Lichamelijk onderzoek- Inspectie van vulva en perineum- Speculumonderzoek
o Vaginalaesieo Cervixpoliepo Ectropion (uitstulping slijmvlies)o Spiraaltje in situo Aanwijzingen maligniteit van vagina of cervixo Atrofie vaginalijmvlies
- Vaginaal touchero Uterus: grootte, consistentie, pijnlijkheido Adnexen: grootte, pijnlijkheid
49
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Aanvullend onderzoekVrouwen in vruchtbare levensfase:
- Chlamydiatest: als SOA in de anamnese niet uitgesloten kan worden
- Zwangerschapstest: als zwangerschap in de anamnese niet uitgesloten kan worden
- Cervixuitstrijkje: bij contactbloedingen, tussentijds bloedverlies op een wisselend tijdstip, afwijkingen cervix bij LO
- Echoscopie: bij afwijkend vaginaal toucher, zwellingen van de uterus
- Onderzoek naar ijzergebreksanemie: bij hevig en langdurig overvloedig bloedverlies
- Onderzoek naar stollingsafwijkingen: als er aanwijzingen zijn in de anamnese
Vrouwen in de postmenopauze:- Cervixuitstrijkje- Transvaginale echoscopie
Evaluatie- Overvloedig bloedverlies zonder onderliggende oorzaak- Overvloedig bloedverlies door myomen- Overvloedig en langdurig bloedverlies door een koperhoudend spiraaltje (<3mnd na plaatsing)- Postmenopauzaal bloedverlies zonder afwijkingen bij lichamelijk onderzoek- Stollingsafwijkingen- Geneesmiddelen- Aandoeningen van perineum, vulva, vagina of cervix- Chlamydia-infectie of daarbij optredende PID- Afwijkende cervixcytologie- Miskraam of dreigende miskraam
Behandeling- Indien geen ernstige onderliggende oorzaak: behandelen met hormonen- Internist: stollingsafwijking- Gynaecoloog: aanhoudende klachten
50
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
NHG-standaard Amenorroe
AnamnesePrimaire amenorroe:
- Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
Secundaire amenorroe- Menstruatiepatroon:
o Eerste dag laatste menstruatieo Regelmaat en duur van voorafgaande cyclio Leeftijd menarche en beloop sindsdien
- Zwangerschap, kinderwens:o Mogelijkheid op zwangerschapo Recente abortus of bevalling en geven van borstvoedingo Recente curettageo Gebruik anticonceptie
- Factoren passend bij functionele amenorroe:o Stress en belangrijke life-eventso Laag lichaamsgewicht, sterke gewichtsverandering,
eetprobleemo Intensieve sportbeoefening
- Overige symptomen (hormonale) aandoening:o Acne, hirsutisme, adipositaso Galactorroe (tepelvloed)o Opvliegers, vaginale droogheido Chronische ziektes (DM, schildklierfunstiestoornissen)o Medicatie (antipsychotica, antidepressiva)
Lichamelijk onderzoekPrimaire amenorroe
- Aanleg uitwendige geslachtsdelen- Doorgankelijkheid maagdenvlies
51
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Lengte, habitus (uiterlijk voorkomen)
- Secundaire geslachtskenmerken (mammae, pubisbeharing)
Primaire en secundaire amenorroe- Vaginaal toucher- Lengte en gewicht- Beharingspatroon
Aanvullend onderzoek- Zwangerschapstest: indien zwangerschap anamestisch niet kan
worden uitgesloten- Echoscopie: bij twijfel over bevindingen LO- Progesteronbelastingstest: indien iemand geen afwijkingen lijkt te
hebben, 10 dagen progesteron toedienen. + als na 7 dagen onttrekkingsbloeding optreedt
- FSH en oestradiallevels: bij secundaire amenorroe; uitsluiten begin overgang
- Prolactinelevel- TSHlevel: als meerder klachten passen bij schildklierafwijking
EvaluatiePrimaire amenorroe
- Pt <16jr:o Verder geen afwijkingen: beloop afwachten tot leeftijd
16jr is bereikto Achterstand zichtbaar: kinderarts / gynaecoloog
- Pt 16 / 17jr:o Progesteronbelastingstest +: beloop afwachten tot leeftijd
18jr is bereikto Progesteronbelastingstest -: gynaecoloog
- Indien een organische oorzaak aanwezig is: gynaecoloog- Indien een organische oorzaak afwezig is: spontaan herstel
Fluor vaginalisFluor vaginalis is een niet-bloederige afscheiding uit de vagina, die volgens de patiente afwijkt van wat voor haar gebruikelijk is qua kleur, geur. Dit kan gepaard gaan met jeuk of irritatie in of rond de vagina.
NHG-standaard Fluor vaginalisAnamnese
- Jeuk, irritaties, pijn- Kleur en geur van de afscheiding- Duur van de klachten- Herkenning van de klachten uit eerdere episoden- SOA risico: onbeschermd seksueel contact met wisselende
partners, nieuwe partner, partner met SOA
Lichamelijk onderzoek- Inspectie vulva: roodheid- Speculumonderzoek:
o Kleur vaginawando Kleur fluoro Consistentie fluor (homogeen / brokkelig)
52
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
o Bloedende portio
Laboratoriumonderzoek- pH fluor: normaal 4 – 4,5- Aminetest: + bij rotte-vislucht na toevoeging KOH- Fysiologisch zoutpreparaat: clue-cllen, leukocyten trichomaden- KOH preparaat: (psuedo)hyfen van candida albicans
Aanvullend laboratoriumonderzoekBij risico op SOA:
- PCR voor chlamydia en gonorroe- Kweek voor trichomonas
EvaluatieCandida-infectie Bacteriele vaginose Trichomonasinfectie Chlamydia Gonorroe Onverklaarde
fluorklachten- Kort bestaande klachten
van jeuk of irritatie- Witte, niet-riekende
afscheiding- Bij LO: rode vulva /
vaginawand met witte, brokkelige fluor
- (psuedo)hyfen in KOH-preparaat (!)
- Homogene fluor- pH >4,5- Positieve aminetest- Clue-cellen in
fysiologisch zout preparaat
- Jeuk- Geelgroene fluor- Rode vaginawand- pH >4,5- Leukocytose- Flagellaten in
fysiologisch zout preparaat (!)
- Positieve kweek (!)
- Positieve PCR - Positieve PCR - Negatieve bevindingen LO
- Negatieve bevindingen microscopie
- Negative bevindingen PCR en kweek
Alleen behandelen als het hinderlijk is: 1x clotrimazol, indien nodig 6 daags herhalen
Alleen behandelen als het hinderlijk is: 1x metronidazol, indien nodig 7 daags herhalen
Zie SOA’s Zie SOA’s Zie SOA’s 4 weken afwachten, anders proefbehandeling antimycotica
Geelzucht
NHG-standaard virushepatitis en andere leveraandoeningenAnamnese
- Duur en beloop klachten- Kleur van de urine en ontlasting- Aan- of afwezigheid van pijn (koliekpijn)- Algehele malaise
- Vermagering- Jeuk
Indien denkend aan niet-geconjungeerd bilirubine als oorzaak:- Vermoeidheid (anemie)- Koorts
53
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Infecties - Geneesmiddelengebruik
Indien denkend aan intrahepatische oorzaak:- Anorexie- Misselijkheid en braken- Koorts- Pijn in de leverstreek - Risicofactoren
o Bloedtransfusieso Intraveneus drugsgebruiko Seksueel gedrago Geneesmiddeleno Alcoholgebruik o Reis naar endemisch gebied
Lichamelijk onderzoek- Onderzoek abdomen
o Lever vergrooto Milt palpabel (meer bloedaanmaak)
o Galblaas vergroot (afsluiting ductus choledochus)o Ascites bij hepatocellulair ongeconjungeerd
Aanvullend onderzoek- Serum bilirubine: normaal 0,3 – 1,2mg/dL icterus >2,0mg/dL- Daling Hb, stijging reticulocyten: hemolyse- Daling enzym glucuronyltranferase
- Verdenking op virushepatitis: ALAT eno A: IgM-anti-HAVo B: HBsAg en IgM-anti-HBco C: anti-HCV; specialist HCV-RNA
- Indien verhoogde ALAT / ASAT (1,5 – 5x referentiewaarde) zonder klachten herhalen na een maand
- Indien normale ALAT en negatieve serologie: overweeg hemolytische anemie / syndroom van Gilbert
- Indien negatieve serologie en ALAT <ASAT: overweeg leverschade door geneesmiddelen of alcohol
- γ-GT: specifiek voor galwegen; γ-GT >ALAT en ASAT (ook alkalisch fosfatase; niet specifiek: spieren)
- Verlengde protrombinetijd, ↓albumine: leverziekten
Zwelling in lies en scrotum
Scrotale zwellingenDefinitie Oorzaak Symptomen LO Behandeling
54
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Spermatokèle Cyste gevuld met sperma-bevattend vocht in de epididymis
Herhaald microtrauma Goed afgrensbare zwelling palpabel
Indien klachten: excisie
Hydrokèle Vochtopholing in de tunica vaginalis
Congenitaal (verbinding met de buikholte); trauma; ontsteking; tumor
ZwellingOnaangenaam, zwaar gevoel in het scrotum
Zwelling kan zo groot en gespannen zijn, dat de testis zelf niet meer voelbaar is
Operatief verwijderen of aspiratie vloeistof
Definitie Oorzaak Symptomen LO BehandelingHematokèle Bloeduitstorting in de Trauma! Hevige, misselijkmakende Beoordelen of testes Omvang bloeding ↓
55
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
tunica vaginalis pijn nog intact zijn door rust en koelenIndien pertinente scheur: chirurgie
Varicokèle Spataderen van de veneuze plexus pampiniformis in funiculus spermaticus
Klepinsufficientie door te hoge druk
Behandelen indien klachten en subfertiliteit: chirurgie
Torsio testis Verdraaiing van de funiculus spermaticus waardoor de bloedvaten afgesloten worden: ischemie binnen 4 – 6u
Seksuele activiteit (orgasme: m. cremaster trekken testes op)Plotse kou
Acute pijn in het scrotum met uitstraling naar lies en buikMisselijkheid en braken
- Negatieve cremasterreflex
- Zwelling- Testis hoog in het
scrotum opgetrokken- Pijnlijk bij aanraking- Afwezige pulsaties a.
testicularis
- Snelle operatieve behandeling
- Manuele terugdraaiing
Epididymitis – acuut Ontsteking epididymis Infectie (na urologische ingreep), meestal bacterieel
Pijn neemt toe bij bewegenKoorts
Antibiotica
Epididymitis – chronisch Ontsteking epididymis Overgang acute vorm naar chronische vorm
Herhaaldelijk optreden van pijn, zwelling, koorts, pijn
Tussen de episoden door verdikte epididymis, die korrelig aanvoeltZwelling uitgaande van de bijbal
Aanhoudende klachten: epididymectomie
Orchitis Ontsteking testis Virale infectie (bof!) Acuut gezwollen testis, erg pijnlijk
Analgetica, koelenMogelijk ontstaat onvruchtbaarheid
56
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Tumor Vooral germinoom (kiemceltumor), 1 – 2% van tumoren bij man
Pijnloze verharding testis; soms hydrokèle
- Lab: tumormarkers- CT / MRI: metastasen
Radiotherapie
Liesbreuk / hernia inguinalisHernia is een uitstulping van het peritoneum door een breukpoort
Anatomie lieskanaal ♂:- Funiculus spermaticus
o A. en v. testiculariso A. en v. ductus deferens
57
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
o A. cremastericao R. genitaliso M. cremastero Vas deferenso Lymfevaten
- Verschil met vrouwen: ligamentum teres uteri- Lieskanaal is 4cm lang
Op een plek waar de Pabd te hoog is, kan het weefsel door het verzwakte gebied (vaak driehoek van Hasselbach) drukken:- Embryologisch- Geen spierbedekking- Trauma- Operatiewond en litteken- Veroudering- Pabd↑door obesitas, COPD (hoesten), mictieklachten&obstipatie (persen
Er zijn 2 soorten hernia’s:- Direct: door annulus inguinalis superficialis- Indirect: door annulus inguinalis profundus
Mannen hebben 27% kans op een liesbreuk, vrouwen 3% (eerder hernia femoralis)- Piek op kinderleeftijd: congenitale verzwakking van de buikwand- N 40jr door trauma en collageendegeneratie
Anamnese:- Zwelling in de lies- Aard en duur van de klachten
- Contralaterale lies- Beklemmingsverschijnselen: acute hevige pijn- Reponibel
58
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Operaties- Predisponerende factoren (roken, COPD, AAA, arbeid / beroep,
familie)
Lichamelijk onderzoekVIG-boekje onderzoek van de buik
- Inspectie:o Zwelling en plaats van de zwellingo Littekenso Andere lieso Scrotum
- Palpatie:o Zwelling en valsalva-maneuvreo Reponibelo Rectaal toucher >50jro Testes, epididymis, funiculus
- Auscultatie:o Beklemming bloedvat
Differentiaal diagnose- Hernia femoralis
- Lymfeklierzwelling- Aneurysma a. femoralis- Spatader- Tumor- Abces- Corpus alienum- Varicokele, spermatokele, hydrokele, hematokele, torsio testis,
orchitis, epididymitis
Complicaties- Incarceratie: klem komen zitten van de buikinhoud- Strangulatie: afknellen buikinhoud: necrose, ileus
Behandeling- Laparotomie: Lichtenstein: via de buitenkant een Mesh plaatsen- Laparoscopie: TEP: via de binnenkant een Mesh plaatsen
59
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Laboratoriumonderzoek bij diarreeIndicatie
- Diarree o Acuut met koorts en bloed 1e lijns-onderzoek:
parasitologie, bacteriologie, klinische chemieo Chronisch met parasitologische klachten
gastroenteroloog gespecialiseerd onderzoek
Afname- Potje met een lepeltje om verschillende schepjes te nemen- Max. voor de helft vullen (gasvorming)- Snel naar het lab!
Macroscopie- Aspect
o Kleur: Bruin: normaal door galkleurstof Zwart (melena): bloed hoog uit de tractus, norit,
ijzertabletten, bismut Rood: aambeien, lage bloedingen, rode bieten,
rifampine Bleek: geen gal Wit: barium Groen: biliverdine, antibiotica, spinazie Geel: melkdieet, rabarber
o Consistentie Losmatig: steatorroe Potlood: contrictie darm Mucus: constipatie, colitis ulcerosa, kanker
o Vorm Keutels Sponsachtig: gasvorming door koolhydraatgisting Rijstwater: cholera Erwtensoep: tyfus
o Bloedo Hoeveelheid (150 – 200g)o Geur
Zuur: suikers in colon (lactose, maltose) Boterzuur: vetzuur in colon Rot: eiwit in colon
Onderzoek- pH
o Lakmoespapier: normaal 7 – 8; <5,5 bij suikers- Occulult bloed
o Tablettest: faeces op testpapier tablet in faeces druppel erbij kleurt blauw bij bloed
o Enveloppetest: na rectaal toucher- Microscopie
o Witte bloedcellen: ontstekingo Parasiet (protozoa, wormen)o Vet: malabsorptie
- Triple faeces test: giardia lambliao 3 opeenvolgende dagen; dag 1 en 3 fixatiemiddel; dag 2
microscopie- 24uurs verzameling- Kweek: salmonella, shigella, campylobacter
60
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
61
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Laboratoriumonderzoek bij urinewegproblemenIndicaties
- Screenen op pathologie van de tractus urogenitalis- Zwangerschapsbewaking bij verschijnselen van
zwangerschapsvergiftiging- Microalbuminurie bij DM
De belangrijkste parameters zijn leukocyten, erytrocyten en eiwit in de urine
Afname- Midstream urine: middenportie- 2e ochtendurine (minder oud dan 1e ochtendurine)
MacroscopieAspect: bepalen door opvallend licht na zwenken
- Kleur:o Heldergeel: normaalo Donkergeel, geelrood: zweten / koortso Geelrood / bruinrood: bilirubine, galkleurstoffen,
porfyrineno Rood / bruinrood: hemoglobineo Geelgroen / bierbruin: galkleurstoffeno Rood: rode bieten
- Helderheid: o Normale verse urine is heldero Troebel:
Slijm en neerslag uraten door afkielen Bacterien / celbestanddelen Vet Fosfaten / carbonaten
- Geur:o Bouillongeur: normaalo Aceton / fruitgeur: ureum wordt omgezet in NH3 door
bacterieno Rotte eieren: H2S dor afgestorven weefsel of leukocyten
Striponderzoek / dipstick- Eiwit (meestal albumine; verhoogd bij zwangerschap, koorts,
inspanning)- Glucose (DM); ketonen- Zuurgraad (>7,5 verhoogd)- Bilirubine; urobilinogeen- Erytrocyten (hypertensie, leukemie, glomerulonefritis,
pyelonefritis, cystitis, TBC, stenen, tumor)- Hb- Leukocyten (urineweginfectie, obstructie, steen)- Nitriet (neemt toe bij urineweginfectie)
Hanteren van de dipsticks: meng de urine voor het indopen doop de stick snel in de urine houdt de afleestijd in de gaten aflezen
Door het gebruik van teststroken kan worden bepaald wie ook microscopie moet ondergaan (vooral als er leukocyten en erytrocyten aanwezig zijn)
MicroscopieUrine centrifugeren 1ml sediment op glaasjeAfwijkende bevindingen:
- Erytrocyten (dysmorf: glomerulair; isomorf: niet-glomerulair)- Bacterien (>20/gezichtsveld) - Cilinders
62
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
- Epitheelcellen nieren- Slijm in grote hoeveelheden- Kristallen bij stenen- Wormeieren, parasieten, trichomonas, fungi
Laboratoriumonderzoek bij fluor en ecoulement Indicatie Urethritis en vaginale klachten: SOABij chlamydia en gonorroe lab-onderzoek nodig!Een kweek is goed in het aantonen (specifiek), maar niet goed in uitsluiten (lage specificiteit) PCR
Chlamydia is niet microscopisch zichtbaarGonorroe is microscopisch zichtbaar als koffieboonvormige diplococcen in een polymorfonucleaire granulocyt (bacterien zijn gefagocyteerd)
- Pijn bij het plassen- Afscheiding
o Purulent: troebel, wit-geel, romig gonorroeo Mucopurulent: slijm, pusvlokjeso Muceus: doorzichtige, zslijmerige afscheiding
Indien afscheiding niet zichtvaar: leegstrijkenIndien geen afscheiding: uitstrijken van de urethra
Afname- Dracon wat: droge wat, die over het glaasje heen gedraaid moet
worden. Is te groot om bij vrouwen te gebruiken- Entnaald: aantippen op glaasje en circulair uitstrijken
- PAP-smear (cervixuitstrijkje): indien je serologie wil onderzoeken nat fixeren; voor bacteriologie droog fixeren
Diagnostiek van fluorklachten- pH meten:
Doop de pH strip in de fluor die aanwezig is op het onderste speculumblad. Normale pH 4 – 4,5
- Preparaat maken: 1 druppel Na of KOH op een voorwerpglaasje, en met een ose een beetje fluor ernaast, goed mengen
- Aminetest: na het mengen me tKOH aan de druppel ruiken: bij vislucht + aminetest; daarna dekglaasje erop
- Microscopie: Op 10x10 vergroting screenen:
63
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
1: Epitheelcellen (plaveiselcelepitheel: uitwendige genitalien; cylindrisch epitheel: diep in urethra)2: Staafjes van Doderlein (melkzuurbacterien)3: Leptothrix (niet-pathogene bacterien)4: Clue cellen (hagelslagcellen): gardnerella-vaginitis5: Candida: schimmeldraden met kleine sporen6: Trichomonas met flagellen7: Plaveiselcellen met pycnotische kernen (bij hoog oestrogeen)8: Plaveiselcellen van het intermediaire type met geprikkelde kernen9: Bacteriekolonies rond plaveiselcellen10: Leukocyten in klompjes met coccenkolonies
64
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Normaalwaarden
CRPBSE♂≤50jr
<10mg/L
<15mm/u
Creatinine♂♀
80 – 125µmol/L70 – 100µmol/L
♂>50jr♀≤50jr♀>50jr
<20mm/u<20mm/u<30mm/u
AFγ-GTASAT
<125U/L<40U/L<40U/L
Hb♂♀
8,5 – 11,0mmol/L7,5 – 10,0mmol/L
ALATCK♂
<45U/L
<200U/L
65
VAT jaar 3 – Samenvatting cluster Abdomen
Ht♂♀
0,41 – 0,51L/L0,36 – 0,47L/L
♀CaAlbumine
<170U/L2,1 – 2,55mmol/L
35 – 55g/LTrombocyten 150 – 400*109/L Cholesterol 4,0 – 6,4mmol/LLeukocytenErytrocyten♂
4 – 10*109/L
4,3 – 6,0*1012/L
HDLLDLTG
0,9 – 2,0mmol/L<3mmol/L
0,6 – 2,2mmol/L♀MCVMCH
3,8 – 5,5*1012/L82 – 98fl
1,7 – 2,1fmol
GlucoseAPTTPTT
3,5 – 5,6mmol/L30 – 40sec11 – 14sec
MCHCKNaUreum
19,3 – 22,5mmol/L3,5 – 5,0mmol/L
135 – 145mmol/L2,5 – 6,4mmol/L
INRTSHT4pH
0,9 – 1,10,5 – 3,9mU/L
64 – 154 nmul/L7,35 – 7,45
pCO2
pO2
HCO3-
35 – 48mmHg75 – 100mmHg21 – 27mmol/L
66