tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede...

65
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2015 - 2016 Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede: een retrospectieve studie door Franziska THÜNKER Promotoren: Dr. Maarten Oosterlinck Onderzoek in het kader Prof. Dr. Ann Martens van de Masterproef @2016 Franziska Thünker

Upload: duongkhanh

Post on 26-Feb-2019

282 views

Category:

Documents


3 download

TRANSCRIPT

Page 1: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Academiejaar 2015 - 2016

Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede:

een retrospectieve studie

door

Franziska THÜNKER

Promotoren: Dr. Maarten Oosterlinck Onderzoek in het kader

Prof. Dr. Ann Martens van de Masterproef

@2016 Franziska Thünker

Page 2: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die
Page 3: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of

volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk

uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden.

Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor

enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig

vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

Page 4: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Academiejaar 2015 – 2016

Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede:

een retrospectieve studie

door

Franziska THÜNKER

Promotoren: Dr. Maarten Oosterlinck Onderzoek in het kader

Prof. Dr. Ann Martens van de Masterproef

@2016 Franziska Thünker

Page 5: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

Voorwoord

Bij deze wil ik graag mijn promotor Dr. Maarten Oosterlinck bedanken voor zijn begeleiding gedurende

de hele periode van de tweede masterproef. Hij heeft me zeer geholpen met zijn snelle reacties en

talrijke suggesties over de organisatie van de retrospectieve studie en gaf telkens suggesties voor

opgestuurde tekstdelen.

Daarnaast dank ik Frederik en Annelies voor het geduldige lezen en corrigeren op fouten met

betrekking op het Nederlands.

Ik wil graag mijn ouders bedanken, die me veel steun geven en mijn studie mogelijk maken.

Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die me gedurende de laatste jaren veel kracht en

motivatie gegeven hebben.

Bedankt!

Page 6: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

INHOUDSTABEL

SAMENVATTING .................................................................................................................................... 1

INLEIDING ............................................................................................................................................... 2

1. LITERATUUR .................................................................................................................................. 3

1.1. ANATOMIE VAN DE SESAMSCHEDE ................................................................................... 3

1.2. TENOSYNOVITIS.................................................................................................................... 8

1.2.1. Etiologie en pathogenese ................................................................................................ 8

1.2.2. Klinische symptomen ....................................................................................................... 9

1.2.3. Diagnose .......................................................................................................................... 9

1.2.3.1. Klinisch onderzoek ................................................................................................... 9

1.2.3.2. Diagnostische anesthesie ...................................................................................... 10

1.2.3.3. Echografie .............................................................................................................. 13

1.2.3.4. Radiografie ............................................................................................................ 16

1.2.3.5. Tenoscopie ............................................................................................................ 17

1.2.4. Behandeling ................................................................................................................... 19

1.2.4.1. Conservatieve behandeling ................................................................................... 19

1.2.4.2. chirurgische behandeling ....................................................................................... 20

1.2.5. Prognose ....................................................................................................................... 22

2. RETROSPECTIEVE STUDIE ........................................................................................................ 23

2.1. MATERIAAL EN METHODEN ............................................................................................... 23

2.2. RESULTATEN ....................................................................................................................... 24

2.2.1. Klinische resultaten........................................................................................................ 24

2.2.2. Echografie ...................................................................................................................... 25

2.2.3. Radiografie .................................................................................................................... 27

2.2.4. Tenoscopie .................................................................................................................... 28

2.2.3. Postoperatief ....................................................................................................................... 29

2.2.5. Follow-up ....................................................................................................................... 30

DISCUSSIE ........................................................................................................................................... 33

REFERENTIELIJST .............................................................................................................................. 37

BIJLAGE I : Vragenlijst .......................................................................................................................... 41

Page 7: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

1

SAMENVATTING

Letsels ter hoogte van structuren in de sesamschede kunnen de primaire oorzaak zijn van een niet-

infectieuze tenosynovitis. Meestal is er sprake van scheuren van de diepe buiger of de manica flexoria

en minder frequent is de oppervlakkige buiger of de ringband ter hoogte van de kogel aangetast.

Een niet-infectieuze tenosynovitis gaat meestal gepaard met een opzetting van de sesamschede en

met een variabele graad van manken.

Voor de diagnostiek van een niet-infectieuze tenosynovitis en primaire letsels in de sesamschede is

echografie een essentiële, niet -invasieve beeldvormingstechniek, maar ook contrast-radiografie kan

in bepaalde gevallen nuttig zijn. Voornamelijk wanneer men scheuren ter hoogte van de diepe buiger

of de manica flexoria vermoedt.

Tenoscopie kan diagnostisch worden gebruikt om letsels in de sesamschede te visualiseren, maar

maakt het tegelijk mogelijk een behandeling uit te voeren. Daarbij worden losse vezels verwijderd,

scheuren gedebrideerd en wordt, indien nodig de manica flexoria partieel of totaal verwijderd en een

sectie van de ringband toegepast.

Voor de retrospectieve studie werden gegevens uit de databank van de Faculteit Diergeneeskunde in

Merelbeke van 50 paarden verzameld, die tenoscopische behandeling van niet-infectieuze

tenosynovitis van de sesamschede ondergingen, in een periode van 2008 tot 2016. Daaropvolgend

werd door middel van een gesprek met de eigenaars follow-up informatie van 40 paarden verkregen.

De studiepopulatie omhelsde zowel paarden, als pony´s van verschillende leeftijdsklassen. Het waren

jumping- en niet-jumpingpaarden, waarbij de voor- resp. de achterbenen significant het meest

aangetast waren. Bovendien waren vooral de diepe buiger en de manica flexoria aangetast.

Ongeveer de helft van de paarden, die door middel van tenoscopie werden behandeld, konden

uiteindelijk terug op hun oorspronkelijk niveau worden gewerkt.

Sleutelwoorden:

Diepe buiger – manica flexoria – niet-infectieuze tenosynovitis – sesamschede – tenoscopie

Page 8: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

2

INLEIDING

Kreupelheid is een zeer frequent voorkomend probleem bij paarden en vormt een belangrijk aandeel

van de werkzaamheden van de meeste paardendierenartsen. Pathologie ter hoogte van de

sesamschede is daarbij niet zelden (Stanek, 2006).

De sesamschede is een synoviale structuur, die zich palmair/ plantair ter hoogte van de kogel bevindt

en zowel de oppervlakkige als de diepe buigpees van de teen omgeeft (König en Liebich, 2008;

Jordana et al., 2013). Proximaal begint de sesamschede ter hoogte van de griffelbeenhoofdjes, op het

distale derde van de pijp en distaal eindigt ze in het midden van het kroonbeen, proximaal van de

bursa podotrochlearis (König en Liebich, 2008).

De etiologie van problemen ter hoogte van de sesamschede is divers. Zo kunnen wonden, ten

gevolge van een uitwendig trauma, leiden tot een infectie van de sesamschede. Deze infectie wordt

septische tenosynovitis genoemd (Jordana et al., 2013).

Bij inflammatie van de sesamschede zelf, zonder een bacteriële contaminatie en infectie, spreekt men

van een aseptische tenosynovitis, die echter vaak secundair is aan andere letsels, zoals scheuren in

de diepe buiger of de manica flexoria, tendinitis van de oppervlakkige of diepe buiger of desmitis van

de ringbanden (Wright en Mc Mahon, 1999; Smith en Wright, 2006; Stanek, 2006; Arensburg et al.,

2011).

De mogelijkheden qua inspectie en behandeling van letsels in de sesamschede zijn in belangrijke

mate toegenomen met de opkomst van tenoscopie (Jordana et al., 2013).

Het doel van deze retrospectieve studie is na te gaan tot welke resultaten een tenoscopische

behandeling van niet-infectieuze letsels in de sesamschede op lange termijn leidt. Daarvoor werden

gegevens van 50 gevallen tussen 04/2008 en 03/2016 uit de databank van de Faculteit

Diergeneeskunde in Merelbeke onderzocht en werden de eigenaars bevraagd over het verdere

verloop na de behandeling op de kliniek zelf.

Bovendien werd onderzocht of de resultaten in relatie staan met bepaalde factoren, zoals onder

andere het specifieke type en ernst van de letsels(s), welk lidmaat aangetast was, de leeftijd van het

paard, het ras of het gebruiksdoel (recreatie, dressuur, jumping).

Page 9: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

3

1. LITERATUUR

1.1. ANATOMIE VAN DE SESAMSCHEDE

De sesamschede is een synoviale structuur, die palmair/ plantair van de kogel ligt en de buigpezen

(m. flexor digitalis superficialis en m. flexor digitalis profundus) omgeeft (Stanek, 2006).

De sesamschede strekt zich uit van het distale derde deel van de pijp ter hoogte van de

griffelbeenknoopjes en eindigt ter hoogte van het midden van het kroonbeen, net proximaal van de

bursa podotrochlearis (zie figuur 1) (König en Liebich, 2008; Ruggles, 2010; Jordana et al., 2013).

Figuur 1: Sagittale doorsnede van het distaal deel van het lidmaat na latexuitspuiting van de synoviale structuren (blauw=

sesamschede, rood= bursa podotrochlearis, geel= blindzakken van gewrichten) (Jordana et al., 2013).

De sesamschede wordt dorsaal en palmair/ plantiair door verschillende structuren begrensd en heeft

acht blindzakken (Wissdorf et al., 1998).

Proximaal bevindt zich de dorsale wand tussen de musculus interosseus, palmair ten opzichte van de

pijp, die door middel van het scutum proximale bindweefselig verbonden is met de sesamschede. Het

proximale scutum is, zoals het scutum medium, een fibrocartilagineuze structuur en wordt ter hoogte

van de proximale sesambeetjes gevormd door het intersesamoidale ligament (lig. intersesamoïdeum) .

Oppervlakkige buiger

Diepe buiger

Scutum proximale

Sesamschede

Ligamentum sesamoideum

rectum

Scutum medium

Bursa podochlochlearis

Page 10: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

4

Meer distaal vormen het scutum medium en de distale sesamligamenten (ligg. sesamoïdea distale) de

dorsale wand van de sesamschede (König en Liebich, 2008; Schramme en Smith, 2010).

Het scutum medium ligt proximopalmair/-plantair ten opzichte van het kroonbeen en is de

insertieplaats van het rechte sesamligament (lig. sesamoïdeum rectum).

Het scutum proximale en het scutum medium laten door hun fibrocartilagineuze structuur toe, dat de

buigpezen zonder wrijving over de palmaire/ plantaire botstructuren kunnen glijden (Schramme en

Smith, 2010).

De palmaire/ plantaire wand wordt gevormd door drie ringbanden (zie figuur 2), die de buigpezen

stabiliseren (Stanek, 2006; König en Liebich, 2008; Schramme en Smith, 2010).

Figuur 2: Lateraal aanzicht: Banden en pezen van de linker voorvoet (Simoens, 2012).

De proximale ringband (lig. annulare palmare) omgeeft de buigpezen ter hoogte van de kogel en is

axiaal met de oppervlakkige buigpees vergroeid. Resulterend daaruit is de pees niet altijd omgeven

van synoviaal vocht en kan op deze plaats geen zwelling of uitpuiling van de sesamschede worden

waargenomen (König en Liebich, 2008; Dyce et al., 2010). Verder vormt de proximale ringband samen

89: m. extensor digitorum communis

93: m. extensor digitorum lateralis

97: m. flexor digitorum superficialis

99: proximale ringband

100: middenste ringband

101: distale ringband

101´: zoolband

102: m. flexor digitorum profundus

107: sesamschede

Page 11: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

5

met het proximale scutum een stevig kanaal palmair/ plantair van de kogel (Schramme en Smith,

2010).

Distaal van de kogel, in de kootholte, ligt de proximale digitale ringband (lig. annulare digitale

proximale) of zweeftoestel, die twee laterale en twee mediale uitlopers heeft (Wisssdorf et al., 1998;

Schramme en Smith, 2010; Jordana, 2013). De twee proximale uitlopers van het zweeftoestel zitten

zijdelings vast op het proximale deel van het kootbeen, juist distaal van het kogelgewricht. De twee

distale uitlopers zitten eveneens iets zijdelings, wel distaal, vast op het kootbeen. Op die plaats zijn de

uiteinden van de uitlopers vergroeid met de eindschenkels van de oppervlakkige buiger, die op de

leuning van het kroonbeen (tuberositas flexoria) insereren. Het middelste deel van het zweeftoestel ligt

palmair/ plantair van de buigpezen en is gedeeltelijk met de oppervlakkige buiger vergroeid (Wissdorf

et al., 1998; König en Liebich, 2008). Door deze vergroeiing wordt de oppervlakkige buiger niet

helemaal van synoviaalvocht omspoeld, wat nadelig zou kunnen zijn voor de verzorging van de pees

met nutriënten (Stanek, 2006; König en Liebich, 2008).

Distaal van de oppervlakkige buiger, omgeeft de sesamschede enkel nog de diepe buiger (Denoix,

2000; König en Liebich, 2008).

De diepe buiger wordt proximaal in de sesamschede door de oppervlakkige buiger omgeven. Deze

ringvormige pezige structuur noemt men de manica flexoria en is bij alle paarden aanwezig (Jordana,

2015). Volgens een studie van Jordana (2015), is bij een aantal paarden ook een digitale manica

flexoria aanwezig. Zij heeft evenzeer gevonden, dat hierin anatomische variaties bestaan (zie figuur

3).

De distale ringband (lig. annulare distale) of zoolband bevindt zich nog verder distaal in de kootholte.

De proximale uitlopers van de distale ringband eindigen samen met de distale uitlopers van het

zweeftoesel op de leuning van het kroonbeen. Verder is de zoolband verbonden met de brede

eindpees van de diepe buiger en versmelt uiteindelijk met deze (König en Liebich, 2008; Schramme

en Smith, 2010).

Page 12: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

6

Figuur 3: Palmaire zicht op vier gedissecteerde paardenbenen. Het axiale deel van de oppervlakkige buiger werd verwijderd. Bij

a,c werd ook een deel van de diepe buiger verwijderd en bij b,d werd deze naar distaal geklapt. Distaal in de sesamschede zijn

dorsale (*) en intermediaire (>) vincula aanwezig.

S= oppervlakkige buiger, D= diepe buiger, MF= manica flexoria, PS= proximaal scutum, SSL= lig. sesamoideum rectum, DMF=

digitale manica flexoria (Jordana, 2015).

De sesamschede heeft acht verschillende blindzakken (zie figuur 4), welke kunnen opzetten als de

sesamschede acuut gevuld is. Een uitzondering vormt de onpare distale blindzak, die niet kan

uitzetten (Wissdorf et al., 1998).

Twee proximale eindblindzakken liggen proximaal van de proximale ringband en palmair/ plantair van

de m. interosseus medius, terwijl de twee proximale zijdelingse blindzakken tussen de distale rand van

het proximale ringband en het zweeftoestel liggen.

Tussen de proximale en distale uiteinden van het zweeftoestel komen de twee distale zijdelingse

blindzakken tevoorschijn.

De palmair-/ plantaire blindzak ligt tussen de distale uiteinden van het zweeftoestel en bedekt daar de

diepe buigpees.

Meest distaal bevindt zich de distale eindblindzak net proximaal van de palmaire/ plantaire uitzakking

van het hoefgewricht (Wissdorf et al., 1998; König en Liebich, 2008).

Page 13: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

7

Figuur 4: Palmair aspect van de kogelregio. Na injectie van de sesamschede met latex (groen) (Denoix, 2000).

De voeding van de buigpezen gaat ter hoogte van de sesamschede uit van het synovium en de

bloedvaten, welke via mesotenons vanuit de wand van de sesamschede naar de buigpezen gevoerd

worden (zie figuur 5) (Denoix, 2000; Stanek, 2006). Vanuit het synovium bereiken de voedingsstoffen

de buigpezen door middel van diffusie (Lundborg et al., 1980).

Figuur 5: Transversale anatomische coupe ter hoogte van het distale derde van de metacarpale regio.

Groen = sesamschede, geel = kogelgewricht, rode pijl= mesotenon (Denoix, 2000).

Twee proximale eindblindzakken

Twee proximale zijdelingse

blindzakken

Palmaire blindzak

Distale eindblindzak

Page 14: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

8

1.2. TENOSYNOVITIS

1.2.1. Etiologie en pathogenese

Pathologie van de sesamschede, met al dan niet duidelijke tenosynovitis, kan gepaard gaan met

variabele gradatie van kreupelheid en is in sommige gevallen zelfs subklinisch aanwezig.

Bij een ontsteking is de sesamschede meestal opgezet en vaak zijn bij palpatie warmte en pijn waar te

nemen (Stashak, 2002; Bertone, 2011).

Door de aanwezigheid van de proximale ringband zet de sesamschede ter hoogte van de kogel niet

op en ontstaat daardoor een typische insnoering op die plaats (zie figuur 6). Dit fenomeen dient

onderscheiden te worden van een primair probleem (zoals een desmitis) van de ringband zelf, waarbij

deze verdikt en er klinisch een vergelijkbare zwelling ontstaat (Stanek, 2006; Jordana et al., 2013).

Figuur 6: Klinisch beeld van een niet-infectieuze tenosynovitis van de sesamschede. De zwarte pijlen tonen een duidelijke

opzetting van de sesamschede aan, proximaal en distaal van de insnoering palmair van de kogel, die veroorzaakt wordt door de

proximale ringband (open pijlkopjes)(Jordana et al., 2013.)

De etiologie van problemen in de sesamschede is zeer divers en in deze studie zal verder enkel op de

niet-infectieuze tenosynovitis worden ingegaan.

Acute niet-infectieuze tenosynovitis kan veroorzaakt worden door een eenmalig of herhaald (micro)

trauma, waarbij zeer frequent letsels ontstaan aan anatomische structuren, die door de sesamschede

worden omgeven, zoals de diepe buiger, de oppervlakkige buiger, de manica flexoria en de

mesotenons (Nixon, 2002; Stanek, 2006; Schramme en Smith, 2010; Arensburg, 2011).

Het gaat daarbij voornamelijk over scheuren van de rand van de diepe buiger of de manica flexoria en

in mindere mate over letsels van de oppervlakkige buiger en de mesotenons (Smith en Wright, 2006;

Arensburg et al., 2011; Gerdes, 2014).

In het chronische stadium kan de wand van de peesschede fibreus verdikken en kunnen adhesies

ontstaan tussen de buigpezen of tussen de wand van de peesschede en de buigpezen (Stashak,

2002; Fortier, 2005; Stanek, 2006). In het chronische stadium ontstaat vaak een vicieuze cirkel met

Page 15: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

9

geleidelijk toenemende fibrose en adhesies. Daarbij verminderen de symptomen soms tijdens een

periode van rust, maar het ontstekingsproces verergert opnieuw duidelijk wanneer het paard terug

werkt (Nixon, 2002; Schramme en Smith, 2010).

1.2.2. Klinische symptomen

Karakteristieke klinische tekenen van een niet-infectieuze tenosynovitis zijn opzetting van de

sesamschede (zie figuur 5) en manken, al is de ergheid hiervan zeer variabel (Arensburg et al., 2011).

Meestal vertoont een patiënt voornamelijk kreupelheid tijdens de steunfase van het aangepaste

lidmaat, al is de intensiteit van de kreupelheid variabel. De flexieproef van de kogel en de ondervoet

is in de meeste gevallen positief (Fortier, 2005; Stanek, 2006; Schramme en Smith, 2011).

In het acute stadium is bij palpatie warmte waar te nemen en is de structuur pijnlijk bij druk. Bovendien

is bij een acute ontsteking wel een zwelling aanwezig, maar de wand van de peesschede is nog niet

verdikt. In het chronische stadium kan, ten gevolge van vergroeiingen, tijdens palpatie soms geen

verschil meer worden gemaakt tussen de wand van de sesamschede en de buigpezen op die plaats

(Stashak, 2002; Stanek, 2006; Bertone, 2011; Schramme en Smith, 2011).

Wanneer er een opzetting van de sesamschede aanwezig is, maar het paard niet mank is, spreekt

men van “peesgallen”. Deze zijn enkel van cosmetisch belang (Bertone, 2011; Jordana, 2011).

1.2.3. Diagnose

1.2.3.1. Klinisch onderzoek

Bij een acute ontsteking is bij palpatie van het lidmaat een fluctuerende zwelling ter hoogte van de

sesamschede aanwezig en zijn symptomen van ontsteking, zoals warmte en pijn, waar te nemen.

Door de aanwezigheid van de proximale ringband, is de zwelling ter hoogte van het palmaire/

plantaire aspect van de kogel typisch ingesnoerd (zie figuur 6).

In het chronische stadium wordt de zwelling meer fibreus. De adhesies tussen de sesamschede en de

buigpezen maken het dikwijls onmogelijk een verschil tussen de anatomische structuren te voelen en

soms zijn er bovendien synoviale massa´s op te merken (zie figuur 7).

Deze massa´s zijn meestal proximaal van de kogel aanwezig en voelen aan als stevige, toch

beweegbare structuren in de peesschede (Wright en McMahon, 1999; Nixon, 2002; Stashak, 2002;

Stanek, 2006; Bertone, 2011; Jordana et al, 2013).

Page 16: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

10

Figuur 7: Opzetting van het proximale deel van de sesamschede met aanwezigheid van een synoviale massa (pijl) (Fortier,

2002).

Bij mankheidsonderzoek zijn verschillende graden van manken vast te stellen en is de flexieproef van

de ondervoet en kogel gewoonlijk positief (Wright en McMahon, 1999; Fortier, 2002; Stanek, 2006).

Tijdens het werk wordt het manken erger door de accumulatie van vocht in de sesamschede, terwijl

het terug verbetert na een periode van rust (Nixon, 2002).

Om de locatie van de oorzaak van het manken duidelijk te localiseren wordt een regionale of

intrasynoviale anesthesie uitgevoerd (zie 1.2.3.2. Diagnostische anaesthesie) (Fortier, 2002; Jordana

et al., 2013).

Kreupelheid ter hoogte van het voorbeen, veroorzaakt door een tenosynovitis van de sesamschede,

wordt bij warmbloeden voornamelijk veroorzaakt door letsels ter hoogte van de diepe buiger

(Wilderjans et al., 2003; Arensburg et al., 2011). Bovendien wordt in een studie van Arensburg et al.

(2011) beschreven, dat bij jumpingpaarden het rechter voorbeen duidelijk vaker aangetast is dan het

linker voorbeen.

Wanneer het paard tenosynovitis ter hoogte van het achterbeen heeft, is de oorzaak frequent een

letsel van de manica flexoria. Deze letsels worden meer gezien bij cob´s en pony´s (Findley et al.,

2012).

Soms kan een zwelling ter hoogte van de sesamschede aanwezig zijn, maar het paard mankt niet. De

etiologie van deze “peesgallen” is veelal onbekend (Stanek, 2006).

1.2.3.2. Diagnostische anesthesie

Regionale of intrasynoviale diagnostische anesthesie wordt uitgevoerd om de exacte locatie van de

pijn vast te stellen. Soms is de respons moeilijk te beoordelen. Bijvoorbeeld bij chronische pijn kan de

werking van het lokale anestheticum minder goed te beoordelen zijn (Fortier, 2005; Bassage en Ross,

2010; Schramme en Smith, 2010; Fiske-Jackson et al., 2013; Jordana et al., 2013).

Afhankelijk van de onderliggende pathologie in de sesamschede kunnen paarden positief reageren op

een geleidingsanesthesie ter hoogte van de nn. digitales palmares (`lage anesthesie´) of ter hoogte

van de nn. palmares (`abaxiale anesthesie´ of `lage 4-punts´) (Jordana et al., 2013). Deze

Page 17: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

11

anesthesieën zijn echter geenszins specifiek voor pathologie ter hoogte van de sesamschede

(Bassage en Ross, 2010).

Het meest specifiek is een intrasynoviale anesthesie ter hoogte van de sesamschede (Fortier, 2005;

Fiske-Jackson et al., 2013), waarbij letsels van in de sesamschede liggende structuren of

aangrenzende structuren gelokaliseerd kunnen worden (Schramme en Smith, 2010; Fiske-Jackson et

al., 2013). Het gaat daarbij onder andere over scheuren in de buigpezen en in de manica flexoria, een

tendinitis van de buigpezen ter hoogte van het intrasynoviale gedeelte, desmitis van de

sesamligamenten en desmitis van de proximale ringband (Schneider et al., 2003; Schneider et al.,

2005; Smith en Wright, 2006; Sampson et al., 2007; Schramme en Smith, 2010).

Echter zijn er ook vraagtekens omtrent de specifiteit van de intrasynoviale anesthesie (Jordana et al.,

2013). Door eventuele subcutane lekkage via de punctieplaats en/ of door diffusie van het lokale

anestheticum doorheen de wand van de sesamschede worden andere omliggende structuren

evenzeer ongevoelig (Schneieder et al., 2003; Jordana et al., 2011; Jordana et al., 2012). Dit maakt

de interpretatie van de diagnostische anesthesie moeilijker. Om de diffusie of lekkage na injectie zo

gering mogelijk te houden, wordt tegendruk gegeven ter hoogte van de injectieplaats (Jordana et al.,

2011) en wordt bij voorkeur geen te groot volume lokaal anestheticum gebruikt (Bassage en Ross,

2010). Bovendien zijn bepaalde injectietechnieken minder gepredisponeerd om ongewenste

desensitisatie van andere structuren te vertonen (Harper et al., 2007; Nagy et al., 2009; Bassage en

Ross, 2010; Jordana et al., 2012). Ook de tijd die gewacht wordt vooraleer het effect van de

anesthesie te beoordelen is belangrijk (Bassage en Ross, 2010; Jordana et al., 2011).

Volgens een studie van Nagy et al., (2009) maakt het voor de verspreiding van het lokale

anestheticum in het weefsel geen verschil of het paard tijdens de wachttijd stil staat of stapt.

Het is altijd aangeraden om na een injectie in de sesamschede ook de huidgevoeligheid van de

hoefballen te testen. Wanneer de huidgevoeligheid afwezig is, is dat een teken dat er ongewenste

diffusie/ lekkage heeft plaatsgevonden (Jordana et al., 2011; Fiske-Jackson et al., 2013).

Er zijn verschillende technieken om een intrasynoviale injectie ter hoogte van de sesamschede uit te

voeren. Welke methode gekozen wordt, hangt af van verschillende factoren, zoals de persoonlijke

voorkeur van de clinicus zelf, de mate van synoviale opzetting en de toestand van de huid ter hoogte

van de punctieplaats. Ook de eventuele aanwezigheid van een wonde kan de keuze beïnvloeden

(Jordana et al., 2012; Jordana et al., 2013).

Het meest courant wordt de punctie van de sesamschede ter hoogte van de proximale of ter hoogte

van de distale blindzak (zie figuur 8, A en D) beschreven (Jordana et al., 2013).

Vóór de intrasynoviale injectie wordt de injectieplaats meestal geschoren en in elk geval zorgvuldig

gedesinfecteerd ter preventie ven het binnenbrengen van pathogenen. Na de injectie wordt de

punctieplaats beschermd, door bijvoorbeeld watten en tape, om een bacteriële contaminatie verder te

vermijden en om een subcutane lekkage van het lokale anestheticum tegen te gaan (De Moor en

Gasthuys, 2006; Jordana et al., 2011).

Page 18: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

12

Er wordt meestal gebruik gemaakt van 20-gauge, 25mm naald en 10-20ml van een 2% lidocaïne of

mebivacaïne-hydrochlorideoplossing (Scandicaine®) (Bassage en Ross, 2010; Jordana et al., 2011;

Jordana et al., 2012).

Figuur 8: De vier meest gebruikte injectietechnieken van de sesamschede. A) Injectie ter hoogte van de proximale blindzak van

de sesamschede. B) Injectie halverwege het laterale sesambeen doorheen het ligamentum annulare. C) Injectie ter hoogte van

de basis van het laterale sesambeen tussen het ligamentum annulare en het zweeftoestel. D) Injectie ter hoogte van de distale

blindzak van de sesamschde (Jordana et al., 2012; Jordana et al., 2013).

Vaak wordt voor de punctie van de proximale blindzakken gekozen (Stanek, 2006). Het kogelgewricht

wordt daarbij licht in flexie gebracht (zie figuur 6 A) en de m. interosseus, de oppervlakkige buiger en

de sesambeentjes dienen als oriëntatiepunten (Stanek, 2006; Jordana et al., 2014).

De distale blindzak wordt ook frequent gepuncteerd, maar dit is moeilijker wanneer er op die plaats

geen opzetting van de sesamschede te zien is (zie figuur 9) (Baxter en Stashak, 2011).

Figuur 9: Opzetting van de distale blindzak van de sesamschede (Baxter en Stashak, 2011).

Als er een opzetting in de kootholte aanwezig is, wordt de naald op die plaats, loodrecht ten opzichte

van de huid ingevoerd (zie figuur 8 D) (Baxter en Stashak, 2011; Jordana et al., 2014).

Page 19: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

13

Een abaxiale benadering van de sesamschede is mogelijk distaal van de sesambeenderen en tussen

de proximale ringband en het zweeftoestel (zie figuur 7C). Op die plaats wordt de naald, bij gestrekte

positie van de kogel, met een hoek van 45° gezet (Bassage en Ross, 2010; Baxter en Stahak, 2011;

Jordana et al., 2014).

Bij de vierde techniek wordt de kogel axiaal, palmair/ plantair ten opzichte van de sesambeenderen

benaderd. Ter hoogte van het midden van het laterale sesambeen, wordt de naald 3mm van de

palmaire/ plantaire zijde van het sesambeen, in een hoek van 45° doorheen de proximale ringband,

ingebracht (Hassel et al., 2000; Bassage en Ross, 2010; Baxter en Stashak, 2011; Jordana et al.,

2014).

Volgens een studie op kadavers van Jordana et al. (2012) waren de proximale en axiale techniek het

gemakkelijkst uit te voeren (door studenten) en was er minst lekkage van methyleenblauw bij de

benadering axiaal van het sesambeen.

1.2.3.3. Echografie

Echografisch onderzoek is een goede methode om weke delen in beeld te brengen en is dus

essentieel om de onderliggende pathologie te visualiseren. Hier kunnen letsels ter hoogte van de

buigpezen of de manica flexoria, desmitis van de ringbanden, synoviale proliferaties, verklevingen of

massa´s, en vocht in de sesamschede worden beoordeeld (Edinger et al., 2005; Schramme en Smith,

2010; Bertone, 2011).

Voor een goede beeldkwaliteit wordt best een lineaire probe met 7,5 MHz (of 10 MHz) gebruikt, met of

zonder `stand off pad´ (Edinger et al., 2005; Jordana et al., 2013). De structuren worden best in

dwarse, longitudinale en oblique doorsnede bekeken. Bovendien is het aangeraden om het

contralaterale lidmaat evenzeer te scannen, ter vergelijking (Barr et al., 1995; Schramme en Smith,

2010).

Bij opzetting van de sesamschede is de accumulatie van synoviaal vocht tussen de oppervlakkige

buiger en de proximale ringband waar te nemen (zie figuur 10). Om het vocht goed in beeld te

brengen, mag de druk met de probe op het lidmaat niet te sterk zijn, omdat het vocht daardoor

weggeduwd wordt (Arensburg et al., 2011).

Het mesotenon is normaal vrij moeilijk in beeld te brengen, toch wordt het door de aanwezigheid van

vocht duidelijker zichtbaar en ook wanneer het pathologisch verdikt is (Arensburg et al., 2011; Jordana

et al, 1013).

Page 20: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

14

Figuur 10: Echografie van de oppervlakkige en de diepe buiger ter hoogte van de proximale ringband. Er is synoviaal vocht

aanwezig (X) tussen de oppervlakkige buiger en de proximale ringband, waardoor de mesotenon duidelijk zichtbaar wordt (*)

(Arensburg et al., 2011).

Een verdikking of constrictie van de proximale ringband (zie figuur 11) is soms moeilijk te visualiseren

door middel van echografie. Er moet gedifferentieerd worden tussen een verdikking van de ringband

of van het subcutane weefsel (Jordana et al., 2013; Cauvin en Smith, 2014).

Figuur 11: Transverse opname van de palmaire/plantaire kogelregio met een ringband-syndroom. De verdikking van de

proximale ringband (annular ligament) gaat meestal samen met synoviale hypertrofie en een subcutane fibrose. Of er een

constrictie van de ringband aanwezig is kan alleen door middel van een echografische opname niet vastgesteld worden.

Daarvoor zou verder een contrast radiografie of tenoscopie worden gedaan (Cauvin en Smith, 2014).

Letsels in de diepe buigpees zijn de meest voorkomende pathologie in de sesamschede van het

voorbeen bij sportpaarden (Smith en Wright, 2006; Arenburg et al., 2011).

Het kan daarbij ofwel over focale lesies binnen in de pees gaan, die sterk in grootte en hoeveelheid

kunnen variëren, ofwel over longitudinale scheuren (figuur 12), die vooral aan de oppervlakte

voorkomen. De longitudinale scheuren komen meest frequent voor in de diepe buiger, meer specifiek

Proximale ringband

Oppervlakkige buiger

Diepe buiger

sesambeentjes

Mesotenon

Page 21: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

15

abaxiaal (lateraal) en ter hoogte van het kogelgewricht voor (Edinger et al., 2005; Schramme en

Smith, 2010; Cauvin en Smith, 2014).

Figuur 12: Letsels van de diepe buiger ter hoogte van de sesamschede. Links: Ter hoogte van de hypoechogene zone (pijl)

bevindt zich een focale lesie in de pees. Deze is zowel op een dwarse (boven) also op longitudinale (beneden) opname duidelijk

zichtbaar (Cauvin en Smith, 2014). Rechts: Longitudinaal letsel op de laterale oppervlakte van de diepe buiger. Typische

echografische veranderingen zijn de onregelmatige rand van de pees (pijl), een hypoechogene zone en/of een echogene

massa (X) aangrenzend aan de diepe buiger (Arensburg et al., 2011).

Bij een chronische ontsteking, kunnen er lokaal mineralisaties ontstaan, die als hyperechogene zones

zichtbaar zijn (Cauvin en Smith, 2014).

Letsels ter hoogte van de manica flexoria (zie figuur 13) zijn de meest voorkomende pathologie in de

sesamschede ter hoogte van de achterste ledematen, voornamelijk bij Cob-types of pony´s (Findley et

al, 2012). De sensitiviteit en specifiteit van echografie is echter sterk beperkt voor dit type letsels.

Contrastradiografie levert wel een spectaculair hoge sensitiviteit en specificiteit voor dit type letsels

(Fortier, 2005; Fiske-Jackson et al., 2013; Cauvin en Smith, 2014).

Verder kunnen door middel van echografie adhesies tussen de buigpezen en de wand van de

sesamschede als echogeen materiaal worden aangetoond (Schramme en Smith, 2010).

Page 22: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

16

Figuur 13: Letsels van de manica flexoria. Links drie normale en rechts drie abnormale opnames. De pijl duidt telkens de

manica flexoria aan (Cauvin en Smith, 2014).

1.2.3.4. Radiografie

Radiografie is geschikt om een trauma van botstructuren, geassocieerd met de tenosynovitis, te

beoordelen. Dit kunnen bijvoorbeeld fracturen van de sesambeentjes zijn, een lyse van het

intersesamoïdale gebied of dystrofische mineralisatie in de weke delen ter hoogte van de

sesamschede (Bertone, 2011).

Door middel van contrast-radiografie is het bovendien mogelijk om onder andere letsels ter hoogte

van de manica flexoria (zie figuur 14) en de diepe buigpees (zie figuur 15) te diagnosticeren. Voor

letsels van de manica flexoria is de sensitiviteit zelfs hoger dan met echografie (96% vs. 38%), maar

letsels ter hoogte van de diepe buiger worden beter door middel van echografie gediagnosticeerd

(sensitiviteit 57% vs. 71%) (Smith en Wright, 2006; Fiske-Jackson et al., 2013).

In de studie van Fiske-Jackson et al., 2013 werd radiografisch contrastmiddel (5-7ml Natrium

meglumine diatrozoate, Urografin 370) samen met het lokale anestheticum (10ml mepivacaïne

NORMAAL ABNORMAAL Meest specifieke opnames

longitudinaal op de middenlijn ter

hoogte van de distale

metacarpale/metatarsale regio. Hier

onder belasting van het lidmaat. Links:

normale manica flexoria. Rechts:

Manica flexoria is verdikt, proximaal

verplaatst en golvend, indicatief voor

scheuren van de structuur.

Transversale opname zonder

belasting van het lidmaat. Links:

normale manica flexoria. Rechts:

Manica flexoria is verdikt, verplaats

en onregelmatig, indicatief voor

scheuren.

Longitudinale opname zonder

belasting van het lidmaat. Links:

normale manica flexoria. Rechts:

Manica flexoria is verdikt, verplaats

en onregelmatig, indicatief voor

scheuren.

Page 23: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

17

hydrochloride, intraepicaïne) geïnjecteerd, waarna ongeveer 10 minuten wachttijd gerespecteerd

werd.

Figuur 14: Contrastradiografieën (lateromediaal) toont de manica flexoria aan (pijl). A) manica flexoria in normale positie; B)

abnormale positie; C) abnormale accumulatie van contraststof op de rand; D) manica flexoria niet te zien (Barker et al., 2013).

Figuur 15: Contrastradiografie (lateromediaal). Ter hoogte van de pijl is een letsel van de diepe buigpees aanwezig (Barker et

al., 2013).

1.2.3.5. Tenoscopie

Omdat echografie en contrastradiografie niet voor alle letsels even gevoelig zijn, kan het aangewezen

zijn de diagnose met een tenoscopisch onderzoek te vervolledigen (Cauvin, 2003; Edinger et al.,

2005; Jordana et al., 2013).

Tenoscopie kan goed ingezet worden om letsels aan de oppervlakte van de diepe en oppervlakkige

buiger, de manica flexoria en de wand van de sesamschede te diagnosticeren (Cauvin, 2003; Davis

en Smith, 2006). Bovendien is het mogelijk tijdens de minimaal invasieve ingreep aangetaste

structuren te debrideren of een transectie van een ringband uit te voeren (zie 1.2.4.2. behandeling)

(Nixon, 2002; Cauvin, 2003; Fraser en Bladon, 2004; Fortier, 2005; Jordana et al., 2013).

A D C B

Page 24: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

18

Voor een tenoscopie van de sesamschede wordt het paard in algemene anesthesie gebracht en ofwel

in laterale ofwel in dorsale positie gelegd. Wanneer ledematen van beide kanten bekeken moeten

worden, is het gemakkelijker als het paard in dorsale positie ligt (Davis en Smith, 2006).

De techniek van endoscopische benadering van de sesamschede werd door Nixon (1990) uitgebreid

beschreven. Na preparatie van het paard, wordt de sesamschede opgezet door 20-30ml Ringer-

lactaat oplossing 1cm distaal van de sesambeentjes te injecteren. Vervolgens wordt 1cm distaal van

de sesambeentjes en 1cm palmair/plantair ten opzichte van de neurovasculaire bundel een incisie

gemaakt, die verder als intredepoort voor de endoscoop dient. Gewoonlijk gaat het over een 4mm 25°

voorwaartse oblique endoscoop, waaraan een vloeistoflijn, een lichtbron en ook een camera

verbonden zijn. Op die manier kunnen structuren distaal in de sesamschede worden beoordeeld, en

om verder naar proximaal terecht te komen, wordt de endoscoop ofwel tussen de buigpezen en het

intersesamoïdale ligament gebracht, ofwel tussen de oppervlakkige en de diepe buiger.

Wanneer er abnormaliteiten (zie figuur 17) aanwezig zijn, en het nodig is deze te behandelen of te

verwijderen, dienen één of meerdere incisies gemaakt te worden. Doorheen deze incisies is het

mogelijk specifieke instrumenten op de juiste plaats in de sesamschede binnen te brengen (zie figuur

16) (Nixon, 1990; Davis en Smith, 2006; Smith en Wright, 2006).

Figuur 16: Tenoscopie van het distale deel van de sesamschede. De endoscoop wordt tussen de proximale ligament en het

zweeftoestel ingevoerd (Nixon, 1990).

Figuur 17: Normale sesamschede en afwijkingen bij tenoscopisch onderzoek. Links: beeld van een normale diepe (DB) en

oppervlakkige (OB) buigpees; Midden: longitudinale scheur van de diepe buiger, waarbij de vezels in het lumen van de

sesamschede te zien zijn; Rechts: Verdikte manica flexoria (MF) met plaatsen van bloeding (rood). PS= lateraal proximaal

sesembeen; SW= dorsale wand van de sesamschede (Smith en Wright, 2006; Jordana et al., 2013).

SW

DB OB

Page 25: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

19

Wanneer de ingreep beëindigd is, worden de instrumenten en de vloeistof uit de sesamschede

verwijderd en de huidincisies gehecht (Nixon, 1990).

1.2.4. Behandeling

De keuze van behandeling is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de etiologie van de niet-

infectieuze tenosynovitis (primair versus secundair) het klinische beeld en de finale diagnose. Er kan

dan ofwel conservatief, medicamenteus of chirurgisch worden behandeld (Nixon, 2002; Fortier 2005;

Schramme en Smith, 2010; Jordana et al., 2013).

De beste resultaten worden verkregen, wanneer de behandeling onmiddellijk na het optreden van

symptomen begonnen wordt. Door een effectieve behandeling van een acute niet-infectieuze

tenosynovitis, kan het ontstaan van de chronische vorm eventueel vermeden worden (Arensburg et

al., 2011).

1.2.4.1. Conservatieve behandeling

De behandeling van een acute (primaire) niet-infectieuze tenosynovitis bestaat uit rust, het

aanbrengen van bandages, lokaal afkoelen en systemische toediening van ontstekingsremmende

geneesmiddelen (Stashak, 2002; Stanek, 2006; Schramme en Smith, 2010; Bertone, 2011; Jordana et

al., 2013).

De systemische medicamenteuze therapie kan uit een eenmalige toediening van een kort werkend

corticosteroïd bestaan, zoals dexamethasone-fosfaat (0,06 mg/kg iv.) of betamethasone-fosfaat (0,04

mg/kg i.v.), gevolgd door vijf dagen NSAID´s, zoals flunixine meglumine (1,1 mg/kg/dag) of

fenylbutazone (4,4 mg/kg/dag) (Schramme en Smith, 2010).

Er kan ook enkel met NSAID´s behandeld worden, toch wordt dit best gedurende 7 à 14 dagen

gedaan. Na deze periode mag het paard gedurende twee weken gecontroleerd stappen (aan de hand

of in de stapmolen), voordat het weer geleidelijk bereden wordt (Schramme en Smith, 2010; Bertone,

2011; Jordana et al., 2013).

Wanneer de symptomen na twee à drie weken geen positieve respons op de behandeling vertonen

en wanneer er door middel van echografie of contrastradiografie geen structurele letsels in de

sesamschede worden vastgesteld, kan worden overgegaan naar een intrasynoviale therapie. Er moet

wel op gelet worden, dat vals negatieve resultaten van beeldvormend onderzoek mogelijk zijn

(Stashak, 2002; Schramme en Smith, 2010; Bertone, 2011; Jordana et al., 2013).

De intrasynoviale behandeling kan bijvoorbeeld bestaan uit een injectie van hyaluronzuur (20-40 mg/

sesamschede ) en corticosteroïden (bijvoorbeeld 40mg methylprednisolone of 15 mg triamcinolone

acetonide) (Nixon, 2002; Schramme en Smith, 2010; Jordana et al., 2013).

Page 26: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

20

Wanneer de symptomen ondanks rust, koelen en een medicamenteuze behandeling niet verbeteren,

kan een tenoscopische beoordeling en behandeling van letsels in de sesamscheden aangewezen zijn

(Nixon, 2002; Stashak, 2002; Bertone, 2011).

Soms kan een therapeutisch hoefbeslag deel uitmaken van de behandeling, bijvoorbeeld als er letsels

aan de diepe buigpees aanwezig zijn (Jordana et al., 2013).

1.2.4.2. chirurgische behandeling

Voor de chirurgische behandeling van een niet-infectieuze tenosynovitis wordt een minimaal invasieve

tenoscopie gedaan.

Vroeger werd de sesamschede ook via een grote incisie benaderd, maar dit heeft een aantal

belangrijke nadelen. Niet alleen betekent een grotere incisie ook een groter litteken, maar moet de

beweging van het dier postoperatief langer beperkt blijven, waardoor het risico op nieuwe adhesies

stijgt. Probeert men deze complicatie door vroegere beweging te voorkomen, bestaat het risico op een

dehiscentie van de incisie en daarmee ook op infectie (Nixon, 1990; Fortier, 1999; Nixon, 2002;

Bertone, 2011).

De techniek van tenoscopie werd reeds beschreven tijdens de bespreking van de diagnose (zie

1.2.3.6).

Bij scheuren van de diepe of oppervlakkige buigpees of van de manica flexoria worden de aangetaste

vezels gedebrideerd (zie figuur 18). Daarbij wordt er gebruik gemaakt van verschillende instrumenten,

zoals een elektrische synoviale resector, een schaar of een grijptang (Fortier, 2005; Arensburg et al.,

2011; Jordana et al., 2013).

Figuur 18: Tenoscopisch beeld van een scheut in de laterale rand van de diepe buiger (DDFT). De elektrische resector komt

van onder de manica flexoria (MF) tevoorschijn. De incisie voor het inbrengen van de instrumenten ligt vrij proximaal om het

debrideren van peesvezels mogelijk te maken op plaatsen waar de diepe buiger omgeven is door de manica flexoria. ISL=

intersesamoïdaal ligament, SDFT= oppervlakkige buiger (Arensburg et al., 2011).

Dezelfde instrumenten kunnen ook worden aangewend om adhesies of synoviale massa´s ter hoogte

van de sesamschede efficiënt te verwijderen (Fortier, 2005; Jordana et al., 2013).

Page 27: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

21

Wanneer de manica flexoria letsels vertoont, kan deze partieel of volledig verwijderd worden tijdens

de tenoscopische ingreep (zie figuur 19) (Smith en Wright, 2006; Schramme en Smith, 2010; Bladon

et al., 2012; Jordana et al., 2013).

Figuur 19: Tenoscopisch beeld van scheuren van de manica flexoria (pijltoppen). Links: Partiële scheur van de manica flexoria

(MF), bekeken vanuit het abaxiaale deel van het proximale aspect van de diepe buiger (DDFT); Midden: Tenoscoop tussen de

manica flexoria en de diepe buiger, toont (bijna) volledige scheuren van de manica flexoria; Rechts: Manica flexoria na resectie

(Schramme en Smith, 2010).

Een desmotomie van de proximale ringband kan omwille van verschillende redenen aangewezen zijn.

Zo kan een echografisch aangetoonde verdikking van de ringband, of een functionele vernauwing van

het kanaal gevormd door de ringband (waarbij de passage van de endoscoop belemmerd wordt)

(Nixon et al., 1993; Fortier et al., 1999; Wilderjans et al., 2003; Smith en Wright, 2006; Jordana et al.,

2013).

Postoperatief wordt het lidmaat gedurende twee á vier weken beschermd door middel van een

verband, dat van de voet tot distaal van de carpus/ tarsus gaat en als functie heeft de postoperatieve

zwelling tegen te gaan en de incisieplaatsen te beschermen. Het wordt daags na de ingreep en

vervolgens om de vier à zes dagen vervangen (Wright en McMahon, 1999; Wilderjans et al., 2003;

Cauvin, 2003; Fortier, 2005; Smith en Wright, 2006; Findley et al., 2012).

Tien á viertien dagen na de operatie worden de hechtingen verwijderd (Wright en McMahon, 1999;

Wilderjans et al., 2003; Smith en Wright, 2006).

Vanaf drie à vier dagen na de operatie mag het paard reeds gecontroleerd stappen (bijvoorbeeld aan

de hand), om de vorming van adhesies te beperken (Nixon, 2002). Wanneer tijdens de tenoscopie

adhesies verwijderd werden, kan het volgens sommige auteurs aangewezen zijn twee weken na de

ingreep natrium hyaluronzuur intrasynoviaal in te spuiten om een nieuwvorming van adhesies te

verminderen (Amiel et al., 1989; Moro-oka et al., 2000; Nixon, 2002), al wordt er in geval van

uitgesproken tenosynovitis sowieso enkele weken postoperatief vaak een injectie met

ontstekingsremmers uitgevoerd. Elk paard wordt postoperatief nog zeven à tien dagen met niet-

steroïdale ontstekingsremmers behandeld (fenylbutazone 4,4mg/kg po. of iv.) om het ontstaan van

weefselzwelling en ontsteking tegen te gaan (Nixon, 2002; Smith en Wright, 2006; Jordana et al.,

2013).

Page 28: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

22

Over de toediening van een antibioticum bestaan er verschillende meningen. Bij de afwezigheid van

een verwonding en bij een tenoscopische ingreep, kan het volgens Smith en Wright, 2006

aangewezen zijn om perioperatief bijvoorbeeld natrium benzylpenicilline (3000 IU/kg iv.) toe te dienen,

maar is het volgens hen, evenals door Jordana et al. (2013) postoperatief niet noodzakelijk. Dit is in

tegenstelling tot Nixon, 2002, die zowel vóór de ingreep, als ook twee à drie dagen daarna een

antibioticum zou toedienen.

De duur en intensiteit van revalidatie wordt bepaald door de primaire letsels, en kan variëren van

enkele weken tot vele maanden (Wright en McMahon, 1999; Davis en Smith, 2011; Jordana et al.,

2013).

1.2.5. Prognose

Zoals reeds vermeld, hangt de prognose sterk af van de primaire pathologie van de tenosynovitis

(Schramme en Smith, 2010). Zo hebben letsels van de manica flexoria een betere prognose dan

letsels ter hoogte van de diepe buiger. Daarbij is de lengte van de scheur negatief gecorreleerd met

de prognose (Davis en Smith, 2006; Smith en Wright, 2006; Jordana et al., 2013; Gerdes, 2014).

Wanneer er geen reactie op de systemische therapie is of wanneer de symptomen verslechteren is de

prognose gereserveerd (Stanek, 2006).

Als gereserveerd wordt ook het cosmetische resultaat aanzien, want dikwijls blijft er op lange termijn

nog een zwelling aanwezig (Arensburg et al., 2011; Bertone, 2011).

Page 29: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

23

2. RETROSPECTIEVE STUDIE

2.1. MATERIAAL EN METHODEN

Voor deze retrospectieve studie werden alle paarden en pony´s met een niet-infectieuze tenosynovitis

bestudeerd, die door middel van een tenoscopie aan de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke

werden behandeld. Hierbij gaat het over 50 gevallen tussen april 2008 en maart 2016.

De paarden en pony´s waren tussen 2 en 21 jaar oud en werden in verschillende disciplines ingezet.

Er werd een vragenlijst (zie bijlage I) opgesteld, die vooral aan de hand van de databank van de

kliniek heelkunde en anesthesie van de grote huisdieren beantwoord kon worden. Vervolgens werden

de eigenaars opgebeld om follow-up informatie te verkrijgen, uiteindelijk waren slechts 40 van de 50

van de eigenaars te bereiken. De follow-up periode van de 40 gevallen is gemiddeld 4,5 jaar.

In de vragenlijst werden volgende aandachtspunten opgenomen:

1) Datum van de consultatie(s) op de kliniek in Merelbeke

2) Leeftijd van het paard/ pony

3) Geslacht

4) Ras

5) Oorspronkelijk niveau van training/ wedstrijd*

6) Duur van manken vóór de consultatie op kliniek(*), **

7) Vroeger al klachten van een niet-infectieuze tenosynovitis gehad, of reeds behandeld

8) Aangetast lidmaat

9) Echografische letsels

10) Radiografische letsels

11) Tenoscopische letsels en behandeling

12) Nabehandeling/ specifieke revalidatie en bijkomende therapieën (evtl. beslag)

13) Functioneel en cosmetisch resultaat*

14) Later niveau van training/ wedstrijd*

15) Recidieven*

* Informatie bekomen door middel van een telefonisch gesprek met de eigenaars;

** Niet altijd duidelijk te achterhalen, omdat een aantal van de gevallen al enkele jaren geleden werd onderzocht en behandeld.

Aan de hand van de verkregen gegevens, konden verbanden tussen verschillende aandachtspunten

geanalyseerd worden.

Het werden onder andere relaties tussen primaire letsels en functionele of cosmetische resultaten

bekeken en er werd bekeken of er een predispositie voor de aantasting van een bepaald lidmaat was

bij paarden en pony´s en of bij jumping of non-jumpingpaarden een bepaald been of structuur het

meest aangetast was. Bovendien werd het gebruik van de paarden vóór en na de tenoscopische

ingreep bekeken en beoordeeld of het resultaat beter was wanneer enkel één structuur aangetast

was. In een aantal gevallen werd een sectie van het annulair ligament uitgevoerd en werd het

functionele en cosmetische resultaat geanalyseerd.

Page 30: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

24

De statistische resultaten werden aan de hand van een statistisch programma (GraphPad InStat3)

berekend.

2.2. RESULTATEN

2.2.1. Klinische resultaten

In de studie werden 50 paarden en pony´s (hier verder als `paarden` vermeld) met een leeftijd tussen

2 en 21 jaar bekeken. De gemiddelde leeftijd waarmee deze paarden met een niet-infectieuze

tenosynovitis op consultatie naar de kliniek kwamen, was 9,5 jaar.

Van de aangetaste paarden waren 60% (30/50) merries, 38% (19/50) ruinen en 2% (1/50) hengsten.

Van de 50 onderzochte gevallen zijn er twee paarden, bij welke een bilaterale tenoscopie van de

achterbenen werd uitgevoerd en één paard, waarbij beide achterbenen geopereerd werden en het

linker achterbeen zelfs twee keer.

Zowel bij paarden (28/46 of 60,9%), als ook bij pony´s (6/8 of 75%) waren vooral de achterbenen

aangetast.

De discipline waarin de paarden gebruikt werden voordat zij een niet-infectieuze tenosynovitis kregen,

was slechts in 42 gevallen gekend (zie figuur 20). Jumpingpaarden en recreatiepaarden maakten met

40,5% resp. 23,8% het grootste deel uit.

De paarden werden verder onderverdeeld. In een groep van jumping- (jumping, dressuur + jumping,

eventing) en een van non-jumping paarden (dressuur, recreatie, koets, weide).

Er kwamen dus 57,1% (24/42) jumpingpaarden en 42,9% (18/42) non-jumpingpaarden op consultatie

naar de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke.

Discipline Paard Pony Totaal

Dressuur 4 1 5

Jumping 14 3 17

Dressuur + Jumping 5 1 6

Eventing 1 0 1

Recreatie 9 1 10

Koets 0 1 1

Weide 2 0 2

35 7 42

Figuur 20: Disciplines vóór consultatie op de kliniek.

Jumping > recreatie > Dressuur + Jumping > Dressuur > Weide > Eventing, Koets

Page 31: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

25

Er is een significant verschil (p-waarde 0,0231) tussen de aantasting van voor- of achterbenen bij

jumping (jumping, eventing) en non-jumping (dressuur, recreatie, koets, weide) paarden (zie figuur

21).

Bij de jumping paarden is de tenosynovitis 57,7% (15/26) ter hoogte van de voorbenen en bij non-

jumping paarden 80% (16/20) ter hoogte van de achterbenen.

Zowel bij jumpingpaarden alsook bij non-jumpingpaarden was geen significant verschil te zien tussen

de aantasting van een rechter of linker voor- respectievelijk achterbeen.

Bij jumpingpaarden werden de linker- en rechterkant even veel aangetast. Ter hoogte van de

voorbenen waren 46,7% (7/15) van de scheuren op linkerkant en 53,3% (8/15) rechts.

Bij de achterbenen was het linker been vaker aangetast (6/11 of 54,5%) dan het rechter been (5/11 of

45,5%).

Bij non-jumpingpaarden werden meer gevallen van tenosynovitis op de linkerkant vastgesteld (12/20

of 60%). Ter hoogte van de voorbenen was maar 25% (1/4) links, en 75% (3/4)rechts aangetast. Dit in

tegenstelling tot de situatie bij de achterbenen, waar 68,8% (11/16) van de scheuren op links en enkel

31,3% (5/16) rechts werden gediagnosticeerd.

Figuur 21: Niet-infectieuze tenosynovitis bij jumping- (blauw) en non-jumpingpaarden (rood); Ter hoogte van de voorbenen(VB)

zijn 57,6% (15/26) scheuren bij jumping paarden en 20% (4/20) bij non-jumping paarden. Ter hoogte van de achterbenen(AB)

zijn maar 42,3% (11/26) scheuren bij jumping paarden en 80% (16/20) bij non-jumpingpaarden.

2.2.2. Echografie

Echografie is een belangrijke beeldvormingstechniek om tenosynovitis ter hoogte van de

sesamschede en peesletsels op die plaats in beeld te brengen. In de databank van de faculteit

diergeneeskunde waren verslagen van 51/54 gevallen van tenosynovitis te verkrijgen. De drie

gevallen waar niet de volledige informatie van de beeldvorming beschikbaar was, worden hier verder

buiten beschouwing gelaten.

been - disciplineColumn Totals

Columns

VB AB

25

20

15

10

5

Page 32: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

26

De onderstaande tabel (figuur 22) geeft een overzicht hoe de primaire letsels door middel van

echografie overeenstemden met de letsels, die door middel van radiografie of tenoscopie

gediagnosticeerd konden worden.

Er is niet altijd een overeenstemming tussen de diagnostische resultaten van verschillende

beeldvormingstechnieken.

Zo was de diepe buiger volgens tenoscopie in 23/51 (45,1%) gevallen gescheurd, maar enkel in 15/23

(65,2%) gevallen was deze scheur ook door middel van echografie vast te stellen. Omgekeerd was er

in 6/51 gevallen vermoeden van een scheur van de diepe buiger, die uiteindelijk niet werd bevestigd

door middel van een tenoscopie.

Door middel van tenoscopie werden bij 20/51 gevallen scheuren ter hoogte van de manica flexoria

gediagnosticeerd, maar daarvan bestond slechts bij 9/20 (45%) een vermoeden na echografie. Anders

dan bij de diepe buiger worden van de manica flexoria maar twee vals positieve bevindingen door

middel van echografie verkregen.

Daaruit resulteert een sensitiviteit van 74,2% en een specificiteit van 82,4% voor de diagnose van

scheuren ter hoogte van de diepe buiger. Voor scheuren van de manica flexoria is de sensitiviteit van

echografie 64,5% en de specificiteit 94%.

Aan de hand van de tabel wordt dus duidelijk, dat door middel van echografie vaak wel een

tenosynovitis gediagnosticeerd kan worden, maar dat van de primaire letsels vaak enkel een

vermoeden gegeven kan worden.

Echografie Radiografie Tenoscopie

TS, DB - DB

TS, lig. sesamoideum rectum Geen -

DB - DB, MF

AL - DB

OB, mesotenon - DB

? - DB

Kogel, TS, lig. sesamoideum rectum,

entheseopathie m. interosseus

WD zwelling, mineralisatie, artefact Geen

TS. Verdikte wand, AL - MF

MF - MF, OB

AL, desmitis interosseus Nieuwbeenvorming AL Geen

TS, DB, AL - OB, MF

SS proliferatie - MF

TS - MF, DB

TS, proliferaties, adhesies - DB

TS, OB - DB

TS, DB - DB

TS, DB, adhesies, OB - DB, OB

TS - MF

TS, verdikte wand, OB - MF

TS, verdacht: DB, MF Diffuse zwelling plantair kogel MF

TS, DB - DB

TS, verdacht MF Tarsus geen OB, constrictie AL

Page 33: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

27

TS, DB - DB

TS - MF

TS, MF - MF

TS, DB, proliferaties Zwelling/ degeneratie kogel, SS,

osteoporosis

MF

TS, MF - OB

TS, proliferaties, DB, AL WD zwelling (kootholte) DB

TS, DB - DB

TS, mesotenon, proliferatie, DB, OB - DB, OB

TS, mineralisatie, LCL, verdacht:DB WD zwelling, verdacht

insertiedesmopathie CL

Geen duidelijke scheuren

TS, verdacht: DB, MD Geen DB

TS, verdacht DB - Geen

TS, DB - DB

TS, DB - DB

TS, AL, adhesies, proliferatie,

mineralisaties, DB

Enthesopathie AL, mineralisaties,

enthesopathie ligg. SS oblique

Geen scheuren

TS, DB, AL - DB

S SS - Fibrose OB

TS, OB - DB

TS, OB, nieuwbeenvorming Nieuw beenvorming MF

OB - OB

TS, MF Contrast: scheur MF MF

S SS, MF - MF

? - DB

TS, verdacht: MF Geen MF

TS, verdacht: MF ruptuur - MF omgeslagen

TS, MF,AL - MF

TS, desmitis lig.sesamoideum obliquum Kogel: WB zwelling pamlair DB

TS - DB

TS, MF Kogel: effusie, insetiedesmopathie AL,

contrast: MF scheur

MF

? ? MF

TS, DB Contrast: DB DB

Zwelling Geen ligg.sesamoidea distale

S SS, DB Contrast: DB DB

Figuur 22:Primaire letsels ter hoogte van de sesamschede, gezien door middel van echografie, radiografie en tenoscopie.

TS= tenosynovitis, S SS= synovitis sesamschede, DB= diepe buiger, OB= oppervlakkige buiger, MF= manica flexoria, AL= lig.

Annulare, LCL= lateraal collateraalband

2.2.3. Radiografie

Slechts in 19 van de 50 gevallen werd gebruik gemaakt van radiografie en slechts bij vier daarvan

gaat het over contrast radiografie. Bij één paard werden zowel opnames met alsook zonder contrast

genomen, zodat hier in totaal 20 resultaten ter beschikking stonden (zie figuur 22).

Page 34: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

28

In 7/20 gevallen werd gewoon een weke delen zwelling plantair van de kogel of van de kootholte

waargenomen. In één geval is er ook degeneratie en osteoporosis van de kogel aanwezig.

Door middel van radiografie wordt nieuwbeenvorming (2/20) en mineralisatie (2/20) goed in beeld

gebracht.

In 5/20 gevallen werden op de radiografische opnames geen afwijkingen vastgesteld, hoewel er bij

tenoscopie slechts in één geval evenzeer geen letsel aanwezig was. Bij de andere vier gevallen werd

door middel van tenoscopie een scheur ter hoogte van de diepe buiger, de oppervlakkige buiger, de

manica flexoria en lesie van de ligg. sesamoïdale distale, gediagnosticeerd.

Contrast radiografie werd in 2/20 gevallen gebruikt om een scheur van de manica flexoria aan te

tonen, die door middel van echografie vermoed werd en in 2/20 gevallen om een scheur van de diepe

buiger in beeld te brengen.

Deze vier resultaten van de contrast radiografie konden allemaal door middel van tenoscopie worden

bevestigd.

2.2.4. Tenoscopie

Wanneer enkel één been aangetast was (49/54), werd de ingreep in laterale positie gedaan. Enkel in

één geval werden de achterbenen tegelijk geopereerd, en werd het paard in dorsale ligging geplaatst.

Voor de ingreep werden altijd minstens twee openingen gemaakt. Via een opening werd de

tenoscoop de sesamschede binnen gebracht, en doorheen de andere opening(en) werden de overige

instrumenten op de juiste plaats in de sesamschede gepositioneerd.

Losse vezels in de sesamschede werden altijd verwijderd, en scheuren ter hoogte van pezen en

ligamenten gedebrideerd of “geshaved”. In 21/54 (38,9%) gevallen werd een sectie van het annulair

ligament gedaan. De hoofdreden daarvoor was een vernauwing van de sesamschede door verdikking

of constrictie van het annulair ligament. In één geval waren tenoscopisch helemaal geen afwijkingen

te vinden en werd het ligament doorgesneden om daardoor eventueel verbetering te verkrijgen.

In 9/54 gevallen werd de manica flexoria slechts gedeeltelijk verwijderd en in 8/54 gevallen werd een

totale sectie uitgevoerd, wanneer deze gescheurd was of in één geval om de instrumenten beter op

de juiste plaats in de sesamschede binnen te kunnen brengen.

Bij de meeste gevallen (47/54 of 87,0%) werd bij de tenoscopie enkel een scheur van één structuur in

de sesamschede gezien, terwijl bij enkele gevallen (4/54 of 7,4%) zelfs geen scheur opgemerkt kon

worden. Scheuren van meer dan een structuur, namelijk ter hoogte van de diepe buiger in combinatie

met de manica flexoria of de oppervlakkige buiger, worden bij drie van de gevallen (3/54 of 5,6%)

gezien.

Wanneer het aantal letsels/ scheuren ter hoogte van de diepe buiger, manica flexoria, de

oppervlakkige buiger en het annulair ligament op basis van tenoscopie worden vergeleken ten

opzichte van het totaal aantal aangetaste structuren (n=54), is duidelijk dat de diepe buiger het meest

Page 35: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

29

aangetast is (46,3%). De manica flexoria is in 35,19% van de gevallen aangetast, terwijl de

oppervlakkige buiger maar in 14,8% aangetast is en het annulair ligament maar in 3,7% van de

gevallen.

Letsels ter hoogte van de diepe buiger worden voornamelijk lateraal beschreven, toch wordt de juiste

positie van schade in de databank niet altijd duidelijk vermeld.

2.2.3. Postoperatief

Postoperatief werden alle patiënten gedurende een periode van twee tot zeven dagen behandeld met

NSAID´s. Flunixine meglumine was het meest verkozen geneesmiddel en slechts in één geval werd

behandeld met fenylbutazone. De gemiddelde duur van medicatie met ontstekingsremmers na de

tenoscopische ingreep was 3,4 dagen.

Antibiotica werden slechts in zeven gevallen toegediend. In 6/7 gevallen werd penicilline gedurende

twee tot drie dagen toegediend en in 1/7 gevallen werd het paard gedurende zes dagen behandeld

met doxycycline.

De hechtingen werden na 14 dagen op een steriele wijze verwijderd en het verband gedurende deze

periode om de drie tot vier dagen vervangen. Na het verwijderen van de hechtingen werd het verband

nog twee tot drie dagen ter plaatse gelaten.

Gezien de letsels, was een infiltratie van de peesschede aangeraden, drie weken na de operatieve

ingreep. De locale injectie bevatte een lage dosis corticosteroïden (bv. 12mg triamcinolone acetonide)

in combinatie met hyaluronzuur.

De revalidatieperiode varieert naargelang de aangetaste structuren en de voorgenomen behandeling.

Bij alle paarden werd na de tenoscopie met een periode van boxrust begonnen, die varieerde tussen

twee dagen en 4 weken. Daarop volgde een periode van ongeveer vier tot zes weken, waarin de

paarden gecontroleerd moesten stappen. Dit werd best aan de hand gedaan en de duur van stappen

werd geleidelijk opgebouwd, bijvoorbeeld van 5 minuten naar 40 minuten. Daarop volgde een periode

van bereden stappen, die evenzeer van duur verschilde.

Na drie maanden werd een hercontrole op de kliniek aangeraden, waarbij de evolutie van de genezing

door middel van echografie gecontroleerd kon worden. Als de paarden reeds vroeger tijdens de

revalidatie weer klachten vertonden, werden de eigenaars geadviseerd al eerder op consultatie te

komen.

Wanneer de genezing goed verliep, mochten de paarden na de controle weer geleidelijk beginnen

draven en het werk opbouwen. Vanaf dat moment was het ook toegestaan de paarden op een kleine

paddock te zetten.

Bij een aantal paarden werd twee of drie maanden later nog een controle op de kliniek gedaan, al dan

niet met echografisch onderzoek.

In totaal duurde de geplande revalidatieperiode gemiddeld drie tot zes maanden.

Op de kliniek werden niet alle paarden opgevolgd tot ze terug in het werk kwamen en heeft een aantal

eigenaars beschreven, dat zij de rustperiode zelfstandig verlengd hebben. Vaak werden de paarden

Page 36: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

30

gedurende een periode op de weide gezet, of werd met merries een veulen gefokt, voordat de training

verder werd opgebouwd.

Over het beslag van de paarden algemeen of als deel van de nabehandeling van de tenoscopische

ingreep, staat in de databank weinig beschreven. Juist werd er bij één jumpingpaard met problemen

ter hoogte van de diepe buiger, melding gemaakt van een gesloten ijzer, dat de tractie op de diepe

buiger zou verminderen.

2.2.5. Follow-up

Een follow-up informatiegesprek met de eigenaars was voor 40/50 paarden mogelijk.

Op de vraag of de paarden na de tenoscopie terug op hetzelfde niveau gewerkt konden worden, was

geen significant verschil (p-waarde 0,592) te zien tussen die gevallen zonder of met één letsel ten

opzichte van diegene met meerdere primaire letsels (zie figuur 23) .

Niveau na tenoscopie Aantal letsels Totaal

≤1 >1

Op zelfde niveau 19 2 21

Lager niveau/slecht 20 1 21

39 3 42* Figuur 23: Aantal paarden bet maximaal 1 en meer dan 1 letsel in relatie met het uiteindelijke niveau na tenoscopische

behandeling van de sesamschede. *van de 40 paarden, waarvan de informatie volgens de eigenaars bekend waren, waren 42

benen aangetast

Met ≤1 letsel kwamen uiteindelijk 48,7% (19/39) terug op het voorafgaande niveau en met >1 letsels

66,7% (2/3), toch waren er maar zeer weinig sesamschedes (3/42) waar meer dan één scheur

aanwezig was. In totaal konden 50% (21/42) van de behandelde paarden terug op hun niveau

getraind worden.

Verder werd onderzocht hoe het functionele en cosmetische resultaat na scheuren van de diepe

buiger en de manica flexoria was en ook de oppervlakkige buiger en het annulair ligament werden

bekeken. Er kon telkens geen significante associaties worden vastgesteld.

Bij scheuren van de diepe buiger waren uiteindelijk 66,7% (12/18) niet meer mank en van de manica

flexoria 60% (9/15) (zie figuur 24).

Page 37: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

31

Figuur 24: Functioneel resultaat na tenoscopische behandeling van scheuren ter hoogte van de diepe buiger (DB) en de manica

flexoria (MF).Blauw= niet meer mank, rood= wel mank

Het cosmetische resultaat na de behandeling van de diepe buiger en de manica flexoria is ook niet

significant verschillend (p-waarde 0,447). Slechts bij 27,8% (5/18) met letsels ter hoogte van de diepe

buiger, was uiteindelijk geen zwelling meer aanwezig ter hoogte van de sesamschede. Terwijl na een

scheur van de manica flexoria uiteindelijk 46,7% (7/15) zonder zwelling waren (zie figuur 25).

Fuguur 25: Cosmetisch resultaat na tenoscopische behandeling van scheuren ter hoogte van de diepe buiger (DB) en de

manica flexoria (MF). Blauw= geen zwelling meer, rood= wel zwelling

Scheuren ter hoogte van de oppervlakkige buiger of het annulair ligament werden niet frequent

gezien, zodat een statistische analyse niet zinvol was.

Toch was er aan de hand van de resultaten van de bekeken gevallen een trend te zien. Na een

behandeling van de oppervlakkige buiger waren 80% (4/5) paarden niet meer mank en vertoonden

60% (3/5) geen zwelling meer.

Primair letsel functioneel resultaatColumn Totals

Columns

DB MF

18

16

14

12

10

8

6

4

2

Primair letsel cosmetisch resultaatColumn Totals

Columns

DB MF

18

16

14

12

10

8

6

4

2

Page 38: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

32

Het annulair ligament was slechts in twee gevallen aangetast, waarbij één (50%) niet meer mank was

en geen zwelling meer vertoonde.

Zoals reeds vermeld werd in een groot aantal gevallen een sectie van het annulair ligament gedaan.

Van de dieren, waarvan het verloop onderzocht kon worden, werd bij 42,5% (17/40) een sectie

uitgevoerd. Enerzijds om met het instrumentarium beter op de juiste plaats in de sesamschede terecht

te kunnen komen, anderzijds ter preventie van het opstapelen van vocht in de sesamschede en de

druk op de structuren in het kogelkanaal door een constrictie te verlagen.

Echter was er geen significant verschil te zien tussen dieren waar het annulair ligament al dan niet

doorgesneden werd tijdens de tenoscopie.

Zo waren na sectie 64,7% (11/17) van de paarden niet meer mank en zonder sectie 65,2% (15/23)

(zie figuur 26).

Figuur 26:Functioneel resultaat na al dan niet sectie van het annulair ligament. Blauw= niet meer mank, rood= wel mank

Wat het cosmetisch resultaat betreft, was er geen significant verschil: bij paarden met sectie was

enkel bij 43,8% (7/16) geen zwelling meer aanwezig, terwijl bij gevallen waar geen sectie werd gedaan

zelfs bij 52% (13/25) geen zwelling meer te zien was (zie figuur 27).

Figuur 27: Cosmetisch resultaat na al dan niet sectie van het annulair ligament. Blau= geen zwelling, rood= wel zwelling

sectie AL - functioneel resultaatColumn Totals

Columns

sectie AL geen sectie AL

20

15

10

5

sectie AL - cosmetisch resultaatColumn Totals

Columns

sectie AL geen sectie AL

25

20

15

10

5

Page 39: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

33

Eerder werd reeds vernoemd, dat 50% van de paarden, bij die een tenoscopische behandeling van

letsels in de sesamschede werd gedaan, terug op het oorspronkelijke niveau kwamen.

De proportie paarden dat niet meer mank was, was echter 65% (26/40).

Als het niet manken en manken in relatie met het al dan niet aanwezig zijn van zwelling werd gebracht

(zie figuur 28, 29), was er een significant verschil aanwezig (p-waarde 0,0203).

Niet mank Mank

Geen zwelling 17 3 20

zwelling 9 11 20

26 14 40 Figuur 28: De tabel vertoont de relaties tussen de functionele en cosmetische resultaten. Met hulp van een Chi-square test werd

een p-waarde van 0,0203 berekend.

Van de niet manke paarden vertoonden 65% (17/26) ook geen zwelling meer.

Toen het aandeel manke paarden voor zwelling werd onderzocht, bleek, dat 78,6% (11/14) nog een

zwelling vertoonde. Met een p-waarde van 0,0203 was het verband tussen al dan niet manken en de

aan- of afwezigheid van zwelling ter hoogte van de sesamschede als significant te beoordelen.

Figuur 29: Functioneel en cosmetisch resultaat van 40 gevallen na een enquête met de eigenaars. Blauw= geen zwelling, rood=

wel zwelling

Zoals boven vermeld, waren uiteindelijk meer paarden niet meer mank (26/40), dan terug op hun

oorspronkelijk niveau getraind werden (20/40). Wanneer de paarden meer moesten werken na de

revalidatie, begonnen ze terug problemen te krijgen, zodat zij uiteindelijk enkel gebruikt werden als

wandelpaard (2/6), voor recreatief gebruik (1/6), voor dressuur of jumping op een lager niveau (2/6) of

werden ingezet in de fokkerij.

DISCUSSIE

In de databank van de faculteit diergeneeskunde in Merelbeke stond informatie ter beschikking over

50 gevallen van tenoscopische behandelingen van letsels in de sesamschede, in een periode van 8

jaar. Om follow-up informatie te verkrijgen, werden de eigenaars telefonisch gecontacteerd of e-mails

functioneel- cosmmetisch herstelColumn Totals

Columns

niet mank mank

25

20

15

10

5

Page 40: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

34

verstuurd, wanneer deze absoluut niet bereikbaar waren via de telefoon. Uiteindelijk konden 40 van

de 50 eigenaars bevraagd worden.

Door het relatief beperkt aantal gevallen, was statistische analyse erg beperkt.

Volgens vroegere studies van Smith en Wright (2006) en Arensburg et al. (2011), waren er geen

geslachtspredisposities aanwezig. In deze studie waren er echter 60% merries aangetast en slechts

40% ruinen/ hengsten. Omwille van het lage aantal bekeken gevallen, kan dit meer een

toevalsbevinding zijn. Een duidelijke predispositie voor leeftijd was in deze studie echter ook niet waar

te nemen.

De paarden werden ingedeeld in twee groepen, namelijk jumping- en non-jumpingpaarden, waarbij

paarden, die recreatief gebruikt werden in de non-jumping-groep werden geplaatst. Recreatie is als

trainingsniveau een zeer variabel te definiëren begrip. Soms werden de paarden enkel voor

wandelingen gebruikt, sommigen deden kleine sprongetjes en nog andere volgden lessen met de

paarden.

In deze studie waren bij de jumpingpaarden significant meer de voorbenen aangetast en bij non-

jumpingpaarden waren dit de achterbenen. Anders dan in de studie van Arensburg et al. (2011), waar

bij jumpingpaarden vooral het rechter voorbeen aangetast was, waren in deze studie meer paarden

met een tenosynovitis ter hoogte van het linker voorbeen.

Algemeen waren zowel bij paarden als ook bij pony´s meer sesamschedes ter hoogte van de

achterbenen aangetast. Zowel bij paarden als bij pony´s werden ter hoogte van de achterbenen

voornamelijk letsels van de manica flexoria waargenomen, zoals het ook beschreven werd door

andere auteurs (Findley et al., 2012).

In de literatuur wordt beschreven, dat vooral scheuren van de diepe buiger en de manica flexoria de

primaire letsels zijn bij een niet-infectieuze tenosynovitis (Stashak 2002, Fortier, 2005, Stanek, 2006)

en ook hier was de diepe buiger in 45% van de gevallen aangetast en de manica flexoria in 39,2%.

Andere structuren, zoals de oppervlakkige buiger en het annulair ligament waren in mindere mate de

oorzaak van de tenosynovitis.

Echografie wordt als essentiële beeldvormingstechniek beschreven om de onderliggende pathologie

van de niet-infectieuze tenosynovitis te visualiseren (Edinger et al., 2005; Schramme en Smith, 2010;

Bertone, 2011), toch is de sensitiviteit en specificiteit voor letsels ter hoogte van de manica flexoria

beperkt (Fortier, 2005; Fiske-Jackson et al., 2013; Cauvin en Smith, 2014). Dit werd duidelijk bij het

vergelijken van de drie beeldvormingstechnieken en het vaststellen van letsels.

Bij echografie waren zowel vals positieve als ook vals negatieve resultaten voor scheuren van de

diepe buiger en de manica flexoria.

Als andere niet-invasieve techniek voor diagnostiek, is contrast radiografie geschikt om pathologieën

ter hoogte van de diepe buiger of de manica flexoria vast te stellen (Fortier, 2005; Smith en Wright,

2006; Fiske Jackson et al., 2013, Cauvin en Smith, 2014). Deze techniek wordt in de praktijk nog

weinig gebruikt bij het verdacht van letsels ter hoogte van de diepe buiger of de manica flexoria, die

door middel van echografie niet duidelijk in beeld gebracht kunnen worden.

Page 41: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

35

Aan de faculteit diergeneeskunde wordt geprobeerd het gebruik van contrast radiografie te stimuleren,

omdat het een zeer goede en gemakkelijke techniek is.

In de gevallen van niet-infectieuze tenosynovitis aan de faculteit diergeneeskunde werd contrast

radiografie enkel in vier gevallen toegepast. De resultaten daarvan konden door middel van

tenoscopie worden bevestigd, toch zijn vier gevallen te weinig om aan de hand daarvan een zekere

uitspraak over de gevoeligheid van deze methode te kunnen maken.

In de kliniek werd de techniek van tenoscopie aangewend, zoals ze 1990 door Nixon werd

beschreven. Tenoscopie kan als diagnostische methode worden aangewend (Cauvin, 2003; Davis en

Smith, 2006), maar bij alle 50 gevallen gingen andere diagnosetechnieken vooraf en werd tenoscopie

vooral uitgevoerd ter behandeling van letsels ter hoogte van de sesamschede.

Naast het verwijderen van vezels, het debrideren of “shaven” van scheuren en het spoelen van de

sesamschede, werd frequent ook een sectie van de ringband gedaan.

Bij 23 van de 54 (42,6%) uitgevoerde tenoscopieën werd een sectie van de ringband uitgevoerd.

Redenen daarvoor waren een verdikking van de ringband of een functionele vernauwing van het

kogelkanaal (Nixon et al., 1993; Fortier et al., 1999; Wilderjans et al., 2003; Smith en Wright, 2006;

Jordana et al., 2013), maar ook wanneer er geen letsels gevonden konden worden. Op deze manier

zou de ingreep een insnoering door de ringband en accumulatie van vloeistof, en daarmee de druk in

de sesamschede, kunnen verminderen of voorkomen.

Na de bevraging was informatie van 40 behandelingen beschikbaar. Daarvan werd eveneens bij

42,5% (17/40) gevallen een sectie uitgevoerd. Echter was het resultaat zowel voor het functioneel

herstel, alsook voor cosmetisch herstel tegenvallend. Met of zonder sectie van de ringband waren

ongeveer even veel paarden niet meer mank (64, 7% vs. 65,2%), en zonder sectie waren zelfs meer

gevallen zonder zwelling aanwezig (52%), dan na een sectie (43,8%).

Soms was het niet eenvoudig om een eenduidig antwoord van de eigenaars te verkrijgen. Sommigen

beschreven hun paarden als “soms een beetje mank”, “onregelmatig” of “eventueel is hij/zij soms een

beetje stijf” en een klein aantal paarden was uiteindelijk ook nog mank omwille van andere klachten.

Ook de graad van zwelling was vaak onduidelijk. Zo hadden enkele paarden “soms een beetje

zwelling” of “ sowieso geen droog beenwerk”. Over de hardheid van de zwelling was zeer weinig

informatie te verkrijgen, daardoor kwam deze niet verder in aanmerking voor de resultaten.

Tevens was er weinig informatie te verkrijgen over de tijdsduur van het manken voordat de paarden

op consultatie op de kliniek werrden aangeboden. Bij sommigen stond een korte anamnese in de

databank vermeld, maar in de meeste andere gevallen waren de eiganaars niet meer op de hoogte

over het ontstaan van de problemen. Dit punt was zeker interessant geweest om na te gaan of het

resultaat na de tenoscopie beter is wanneer de primaire letsels sneller werden behandeld.

De nabehandeling werd op kliniek in principe uitgevoerd zoals vroeger beschreven (Wright en

McMahon, 1999; Wilderjans et al., 2003; Cauvin, 2003; Fortier, 2005; Smith en Wright, 2006; Findley

et al., 2012), toch was er in realiteit veel variatie wat de duur van de revalidatiestappen betreft. Soms

Page 42: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

36

waren er grote verschillen, bijvoorbeeld mochten de paarden vanaf twee dagen tot vier weken terug

beginnen stappen, wat duidelijk langer is dan door Nixon (2002) beschreven. Bovendien leek het niet

helemaal duidelijk met welke aandoeningen of behandelingsstappen de revalidatie in een periode van

welke lengte werd voorgesteld. Natuurlijk werd het verloop van de genezing altijd mee in overweging

genomen.

Na drie maanden was in alle gevallen een terugbezoek op de kliniek aangeraden, dat slechts bij een

beperkt aantal van de patiënten werd uitgevoerd. Toch kon men er niet over oordelen of de eigenaars

geen verdere controles lieten doen of de eigen dierenarts ter plaatse kwam om het paard de

controleren en een echografisch onderzoek uit te voeren. Hetzelfde wat de intrasynoviale injectie met

corticosteroïden en hyaluronzuur betreft. Deze kon even goed door de dierenarts thuis worden

toegediend.

Sommige eigenaars berichten, dat zij de revalidatieperiode uiteindelijk zelfstandig verlengd hebben

(bijvoorbeeld door hun merrie eerst te laten dekken of het paard gedurende een periode op de weide

te laten lopen).

De prognose wordt in de literatuur door een aantal auteurs (Davis en Smith, 2006; Smith en Wright,

2006; Jordana et al., 2013; Gerdes, 2014) als beter omschreven wanneer de primaire letsels zichter

hoogte van de diepe buiger bevinden, dan ter hoogte van de manica flexoria. Dit kwam overeen met

het resultaat van deze studie.

Voor het cosmetische resultaat is de prognose gereserveerd, omdat de zwelling vaak nog lange tijd

aanwezig blijft (Arensburg et al., 2011; Bertone, 2011). Van de 40 gevallen waarvan informatie over

de zwelling na de behandeling aanwezig was, was bij 50% van de gevallen nog zwelling te zien.

In 45% (9/20) ging dit echter niet gepaard met manken. Of deze symptoomloze zwelling of

“peesgallen” (Bertone, 2011; Jordana, 2011) verder een risico voor het ontstaan van andere letsels

zijn, is niet goed gekend.

Het is opmerkelijk dat er meer niet mankende paarden waren, dan paarden die terug op hun niveau

werden getraind (65% vs. 50%). De overige 15% worden gewoon op een lager niveau bereden of als

wandelpaard gebruikt. Een duidelijk verschil tussen manken en niet manken was op basis van de

uitleg van de eigenaars soms niet gemakkelijk te maken, omdat de paarden ondertussen ook nog

andere klachten hadden of de eigenaar zelf niet goed het onderscheid kon maken of het paard nu stijf

was (eventueel door de hoge leeftijd) of effectief mank. De meeste paarden werden dus nog als

recreatie of wandelpaard gebruikt, zonder er veel van te verwachten. Een andere optie was om ermee

te fokken.

Omdat de eerste gevallen van de databank reeds in het jaar 2008 werden geopereerd, is het niet

verwonderlijk dat niet meer alle paarden leven. Toch werd geen van de paarden omwille van de

klachten ter hoogte van de sesamschede geëuthanaseerd.

Page 43: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

37

REFERENTIELIJST

1. Amiel D., Kenneth I., Edmund B., Wiig M., Vande Berg J., Akeson W.H., Gelberman R.

(1989). Hyaluronan in flexor tendon repair. The Journal of hand surgery 14A, 837-843.

2. Arensburg L., Wilderjans H., Simon O., Dewulf J., Boussauw B. (2011). Nonseptic

tenosynovitis of the digital flexor tendon sheath caused by longitudinal tears in the digital

flexor tendons: A retrospective study of 135 tenoscopic procedures. Equine Veterinary Journal

43, 660-668.

3. Barr A.R.S., Dyson S.J., Barr F.J., O´Brien J.K. (1995). Tendonitis of the deep digital flexor

tendon in the digital metacarpal/metatarsal region associated with tenosynovitis of the digital

sheath in the horse. Equine Veterinary Journal 27, 348-355.

4. Bassage L.H., Ross M.W. (2010). Diagnostic Analgesia. In: Dyson S.J., Ross M.W. (editors)

Diagnosis and Management of Lameness in the Horse, 2nd edition, Elsevier Science, St.

Louis, Missouri, p.100-135.

5. Baxter G.M., Stashak T.S. (2011). Perineural and Intrasynovial anaesthesia. In: Baxter G.M.

(editor) Adams and Staschak´s Lameness in Horses, 6th edition, Willey-Blackwell, West

Sussex, p. 173-202.

6. Bertone A.L. (2011). The Fetlock. In: Baxter G.M. (editor) Adams and Stashak´s Lameness in

Horses, 6th edition, Wiley-Blackwell, West Sussex, p. 594-620.

7. Cauvin E.R.J. (2003). Tenoscopy and bursoscopy. In: Dyson S.J., Ross M.W. (editors)

Diagnosis and Management of Lameness in the Horse, 1th edition, Elsevier Science, St. Louis,

Missouri, p. 230-235.

8. Cauvin E.R.J., Smith R.K.W. (2014). Ultrasonography of the Fetlock. In: Frazer K.L., Kidd J.A.,

Lu K.G. (editors) Atlas of Equine Ultrasonography, 1st edition, Willey-Blackwell, West Sussex,

p. 45-72.

9. Davis C.S., Smith R.K.W. (2006). Diagnosis and Management of Tendon and Ligament

Disorders. In: Auer J.A., Stick J.A. (editors) Equine Surgery. 3th edition, Saunders Elsevier, St.

Louis, Missouri, p. 1086-1111.

10. De Moor A., Gasthuys F.M.R. (2006). Anästhesiologie. In: Dietz O., Huskamp B. (editors)

Handbuch der Pferdepraxis, 3. Auflage, Enke Verlag, Stuttgart, p. 78-122.

11. Denoix J.-M. (2000). The Equine Distal Limb: Atlas of clinical anatomy and comparative

imaging, 1st edition, Manson Publishing, London, p. 128-373.

12. Dyce K.M., Sack W.O., Wensing C.J.G. (2010). Textbook of Veterinary Anatomy. 4th edition,

Saunders Elsevier, St. Louis, Missouri, p. 604-609).

13. Dyson S.J. (2010). Lameness in the Sports Horse: Poor Performance. In: Dyson S.J., Ross

M.W. (editors) Diagnosis and Management of Lameness in the Horse, 2nd edition, Elsevier

Science, St. Louis, Missouri, p.920-925.

14. Edinger J., Möbius G., Fergusson J. (2005). Comparison of tenoscopic and ultrasonographic

methods of examination of the digital flexor tendon sheath in horses. Veterinary and

Comparative Orthopaedics and Traumatology 18, 209-214.

Page 44: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

38

15. Findley J.A., De Oliveira F., Bladon B. (2012). Tenoscopic surgical treatment of tears of the

manica flexoria in 53 Horses. Veterinary Surgery 41, 924-930.

16. Fiske-Jackson A.R., Barker W.H.J., Eliashar E., Foy K., Smith R.K.W. (2013). The use of

intrathecal analgesia and contrast radiography as preoperative diagnostic methods for digital

flexor tendon sheath pathology. Equine Veterinary Journal 45, 36-40.

17. Fortier L.A., Nixon A.J., Ducharme N.G., Mohammed H.O., Yeager A. (1999). Tenoscopic

examination and proximal annular ligament desmotomy for treatment of equine “complex”

digital sheath tenosynovitis. Veterinary Surgery, 28, 429-435.

18. Fortier L.A. (2005). Indications and techniques for tenoscopic surgery of the digital flexor

tendon sheath. Equine Veterinary Education 17, 218-224.

19. Fraser B.S.L., Bladon B.M. (2004). Tenoscopic surgery for treatment of lacerations of the

digital flexor tendon sheath. Equine Veterinary Journal 36, 528-531.

20. Gerdes C. (2014). Röntgenologische Kontrastmittelaufnahme nach Fiske-Jackson zur

Beurteilung der Manica flexoria. Pferdespiegel 1, 2-6.

21. Harper J., Schumacher J., DeGraves F., Schramme M., Schumacher J. (2007). Effects of

analgesia of the digital flexor tendon sheath in the sole, distal onterphalangeal joint or

navicular bursa of horses. Equine Veterinary Journal 39, 535-539.

22. Hassel D.M., Stover S.M., Yarbrough T.B., Drake C.M., Taylor K.T. (2000). Palmar-plantar

axial sesamoidean approach to the digital flexor tendon sheath in horses. Journal of the

American Veterinary Medical Assiciation 217, 1343-1347.

23. Hawkins J.F., Moulton J.S. (2002). Arthroscope-assisted annular desmotomy in horses.

Equine Veterinary Education 14, 252-255.

24. Jordana M., Martens A., Duchateau L., Saunders J., Oosterlinck M., Pille F. (2011). Distal limb

desesnsitization following anaesthesia of the digital flexor tendon sheath in horses: A

comparison of 4 techniques. European College of Veterinary Surgeans Annual Scientific

Meating, Gent, 33.

25. Jordana M., Oosterlinck M., Pille F., Valère A., Martens A. (2012). Comparison of four

techniques for synoviocentesis of the equine digital flexor tendon sheath: A cadaveric study.

Veterinary and Comparative Orthopedics and Traumatology 25, 178-183.

26. Jordana M., Martens A., Oosterlinck M. Vanderperren K., Pille F. (2013). Tenosynovitis van de

sesamschede bij het paard: diagnostiek en behandeling. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift

82, 225-233.

27. Jordana M., Martens A., Duchateau L., Oosterlinck M., Vanderperren K., Saunders J., Pille F.,

(2014). Distal limb desensitisation following analgesia of the digital flexor tendon sheath in

horses using four different techniques. Equine Veterinary Journal 46, 488-493.

28. Jordana M. (2015). Optimised diagnosis in digital flexor tendon sheath pathology in the horse.

Doctoraatsthesis Faculteit Diergeneeskunde, Gent p. 65-83 (in druk).

29. König H.E., Liebich H.-G. (2008). Anatomie der Haussäugetiere: Lehrbuch und Farbatlas für

Studium und Praxis, 4. Auflage, Schattauer GmbH, Stuttgart, p. 203-210.

Page 45: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

39

30. Lundborg G., Holm S., Myrhage R. (1980). The role of the synovial fluid and tendon sheath for

the flexor tendon nutrition. Scandinavian Journal of Plastic and Reconstructive Surgery 14, 99-

107 (in druk).

31. Moro-oka T., Hiromasa M., Mawatari T., Kawano T., Nakanishi Y., Higaki H., Iwamoto Y.

(2000). Mixture of hyaluronic acid and phospholipid prevents adhesion formation on the

injured flexor tendon in rabbits. Journal of Orthopaedic Research 18, 835-840.

32. Nagy A., Bodo G., Dyson S.J., Szabo F., Barr A.R.S. (2009). Diffusion of contrast medium

after perineural injection of the palmar nerves: An in vivo and in vitro study. Equine Veterinary

Journal 41, 397-383.

33. Nixon A.J. (1990). Endoscopy of the Digital Flexor Tendon Sheath in Horses. Veterinary

Surgery 19, 266-271.

34. Nixon A.J., Sams A.E., Ducharme N.G.(1993). Endoscopically Assisted Annular Ligament

Release in Horses. Veterinary Surgery 22, 501-507.

35. Nixon A.J. (2002). Arthroscopic Surgery of the Carpal and Digital Tendon Sheaths. Clinical

Techniques in Equine Practice 1, 245-256.

36. Ruggles A.J. (2010). The Forlimb: The Proximal and Middle Phalanges and Proximal

Interphalangeal Joint. In: Dyson S.J., Ross M.W. (editors) Diagnosis and Management of

Lameness in the Horse, 2nd edition, Elsevier Saunders, St. Louis, p. 387-393.

37. Sampson S.N., Schneider R.K., Tucker R.L., Gavin P.R., Zubrod C.J., Ho C.P. (2007).

Magnetic resonance imaging features of oblique and straight distal sesamoidean desmitis in

27 horses. Veterinary Radiology and Ultrasound 48, 303-311.

38. Schneider R.K., Gavin P.R., Tucker R.L (2003). What magnetic resonance imaging is teaching

us about navicular disease. Proceedings of the American Association of Equine Practitioners

49, 210-219.

39. Schneider R.K., Sampson S.S., Gavin P.R. (2005). Magnetic Resonance Imaging Evaluation

of Horses With Lameness Problems. Proceedings of the American Association of Equine

Practitioners 51, 21-34.

40. Schramme M.C., Smith R.K. (2010). The Soft Tissues: Diseases of the Digital Flexor Tendon

Sheath, Palmar Annular Ligament, and Digital Annular Ligament. In: Dyson S.J., Ross M.W.

(editors) Diagnosis and Management of Lameness in the Horse, 2nd edition, Elsevier

Saunders, St. Louis, p. 764-776.

41. Simoens P. (2012)Topografische en klinische anatomie van de huisdieren: Anatomie van het

paard. Cursus Faculteit Diergeneeskunde, Gent.

42. Smith M.R.W., Wright I.M. (2006). Noninfected tenosynovitis oft the digital flexor tendon

sheath: a retrospective analysis of 76 cases. Equine Veterinary Journal 38, 134-141.

43. Stashak T.S. (2002). Adam´s Lameness in Horses, 5th edition, Lippincott Williams and Wilking,

Philadelphia, p. 630-640.

44. Stanek C. (2006). Erkrankungen der Fesselbeugensehnenscheide. In: Dietz O., Huskamp B.

(editors) Handbuch der Pferdepraxis, 3. Auflage, Enke Verlag, Stuttgart, p. 933-941.

45. Wilderjans H., Boussauw B., Madder K., Simon O. (2003). Tenosynovitis of the digital flexor

tendon sheath and annular ligament constricition syndrome caused by longitudinal tears of the

Page 46: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

40

deep digitall flexor tendon: a clinical and surgical report of 17 cases in Warmblood horses.

Equine Veterinary Journal 35, 370-375.

46. Wissdorf H., Gerhards H., Huskamp B. (1998). Praxisorientierte Anatomie des Pferdes, 1.

Auflage, Verlag M. & H. Schaper Alfeld, Hannover, p. 315-316.

47. Wright I.M., McMahon P.J. (1999). Tenosynovitis associated with longitudinal tears of the

digital flexor tendons in horses: A report of 20 cases. Equine Veterinary Journal 31, 12-18.

Page 47: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

41

BIJLAGE I : Vragenlijst

Tijd

stip

(ma

and/ja

ar)

Leeftijd

(jaar)

Gesla

cht

Ras

Oors

pro

nkelijk

niv

eau

van

train

ing/

wedstrijd

Duur

van

m

anken

(voor

consulta

tie)

Daarv

oor

al

tenosynovitis

gehad?

Behandeld

?

Aangeta

st

lidm

aat

Echogra

fische

lets

els

Radio

gra

fische

lets

els

Te

noscopis

che

lets

els

/ behandelin

g

Nabehandelin

g/

specifie

ke

revalid

atie

en

bijk

om

ende

thera

pie

ën?

Besla

g?

Fu

nctio

neel

en

cosm

etis

ch

resulta

at

Late

r niv

eau

van

train

ing?

Recid

ieven?

Volg

ens

gespre

k m

et

de

eig

enaar:

04/ 08

10j. V BWP Jumping Sinds 1,5 jaar manken LiV

Paard sinds 2jaar in bezit, bij vorige eigenaar al last LiV gehad;

LiV Tendinitis/ osis DB, tenosynovitis

Reeds vroeger tenoscopie uitgevoerd (details niet in de databank)

Consultatie na tenoscopie en infiltratie na 3w, niet meer mank in stap; Geleidelijk opbouw arbeitdsniveau: 30-40min 1-2X/d, dan 4w licht drafwerk

Zwelling, mank op moment van dood

Paard is tijdens de revalidatieperiode tgv. een koliek gestorven (was tot op dit moment niet goed)

06/ 08

11j. V Haflinger

Dressuur Na 3md ctle: Milde vulling SS LiA, enkel licht mank

LiA>ReA

Proliferatieve tenosynovitis SS, lig. sesamoideum rectum asymmetrisch

Geen afwijkingen

Vernauwing SS door AL; sectie AL, gespoeld

Hospi 8d, Finadyne 3d; Infiltratie 12mg triamcinolone acetonide (3w na OP); 1w stal, dan 4-6w stappen (eerst 5-20min tot 30-40); 2md later diffuse zwelling onderbeen; Na 3md ctle: Opbouw werk

Geen zwelling, niet mank

LiA volledig genezen en terug gewerkt (dressuur, zijgangen..), maar 2014 tendinitis OB LiV; nu in pensioen.

08/ 08

5j. V BWP Recreatie Sinds 1j. zwelling net boven de kogel LiA, sinds 2w. is de peesschede nog erger opgezet

LiA DB: scheur, mineralisatie 3md later: Lichte letsels DB op echo

Letsel DB, Verdikking/ scheur MF; shaving, gespoeld

Hospi 5d, Finadyne 3d; Werk opbouwen; 3md later ctle: Niet mank Infiltratie SS 40mg methylprednisolone, 20mg hyaluronzuur; 3md later : infiltratie met corticosteroïd

Zwelling blijft, mank

Is nooit goed gekomen, uiteindelijk fokmerrie.

08/ 08

16j. M SF Enkele maanden opzetting SS

Infiltratie gaf 2md betering, dan dalende prestaties

ReA>> LiA

LiA: tenosynovitis, desmitis AL, ReA:tenosynovitis, tendinitis OB,

ReA: Longitudinale scheur DB prox. van de MF, MF

Hospi 7d, Finadyne 4d; Na 3w infiltratie Re/Li aangewezen; 1,5md boxrust, 6w

Page 48: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

42

verdikt mesotendon

verdikt, OB lat. verdikt; Sectie AL, depbridatie DB, shaving; LiA: Longitudinale scheur DB, distaal vd MF, losse vezels prox., lesie SS wand, verdikte MF; Losse vezels verwijderd, debridatie, sectie AL

aan de hand stappen, 6w bereden stappen, opbouwen; na 3md ctle

08/ 08

13j V BWP Jumping (internationaal scholieren)

Sinds één maand opzetting SS (thv kogel en kootholte) ReV

behandeld met Ekyflogyl®

ReV Longitudinale scheur DB (lat/dors), MF losse vezels, granulatieweefsel op DB; Vezels verwijderd, shaving

Hospi 9d, Finadyne 3d; Reeds 3j. rond ijzer bilateraal VB

Geen zwelling meer, niet mank

Begon terug te manken, toen ze probeerden terug te springen. Nu recreatief gereden.

10/ 08 01/ 11

2j. 4j.

V WB SBS

Weide Weide, nog niet zadelgemak

2w geleden mank op weide Van tijd tot tijd erg mank

LiA Sc. zwelling, milde synovitis kogelgewricht, milde tenosynovitis SS, asymmetrie lig. sesamoideum rectum; entheseopathie lig. intersesamoideum, milde proliferatie SS

WD zwelling, fragment/ mineralisatie, artefakt prox. P1

Geen afwijkingen

Enkel conservatief: - boxrust tot volgende ctle: - NSAID´s po. 7d. - bandage - locaal koelen Hospi 9d, Finadyne 3d; 4w boxrust,...; 5w later controle: Nog licht mank, punctie: hemorrhagisch vocht, cytologisch/ bact. OZ > Bactec positief> sesamoiditis/ sesamoidose prox.

Geen zwelling, niet mank

Eerst 3-4j. mee gefokt, nu in de sport (jumping)

Page 49: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

43

sesambenen (L>M); geen verdere beh. SS, wel NSAID´s 7d., box, stappen (ctle 3w later)

10/ 08 04/ 10 06/ 11

16j. 18j. 19j.

Mc WB SF

Dressuur, (jumping) wedstrijden

Sinds 5w mank LiA, lichte zwelling SS Sinds 6md terug mank Sinds 8d mank ,boxrust tot consultatie

NSAID´s en rust

LiA LiV/ ReV ReA

Tenosynovitis SS, verdikte wand, desmitis AL Geen significante afwijkingen Zwelling SS, lesie MF, fibrine proximaal in SS

Scheur MF; excisie MF, shaving Scheur lat MF, scheur OB; MF lat/dist losgeknipt , shaving

Hospi 8d, Finadyne 5d; Na 3w infiltratie aangeraden; 3w boxrust, 4w stappen aan de hand; na 3md ctle: kleine paddock, opbouwen; Cortico-behandeling (thuis) en 6-8w stappen (opbouwen), rolling-shoe, supplementatie: equi-joint; Hospi 8d, Finadyne 4d; Na 3w infiltratie aangeraden; 3w boxrust, 4w stappen aan de hand; na 3md ctle: kleine paddock, opbouwen

Zwelling?, was nog mank

Na ca 1j terug mank; Paard bleef mank, staat nu op pensioen. Lijkt enkel stijf te zijn

03/ 15

12j. Mc Irish Horse

Recreatie Sinds einde 2014 mank (uitgegleden) 2md later terug manken, wanneer meer draf

Rust, paddock

ReA Zwelling SS, insertiedesmopatie AL Desmitis med. interosseus met longitudinale scheur, zwelling SS

Nieuwbeenvorming thv. med. aanhechting AL

Geen afwijkingen; sectie AL

Locale injectie SS met methylprednisolone, 2d po NSAID´s, 3-4w stap, 3-4w opbouwen met draf, zal na 8w terug normaal; Hospi 15d, Geen NSAID´s 2-3w boxrust, na 3w infiltratie aangeraden, ctle aangeraden

Zwelling, nog licht mank

Nog mank in september 2015; op paddock, 1x in 2d stappen op harde ondergrond, dan terug beginnen draven (ook bereden). Wnr. ze nu op rechter hand longeren ziet men nog iets. Kan 45min werken.

Page 50: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

44

10/ 08

15j. Mc WB Recreatie Sinds 1md mank

Boxrust, NSAID´s, geen verbetering

LiA Tenosynovitis SS, chronische lesie distale 1/3 DB, desmitis AL,

Longitudinale scheur OB med. van de MF tot distale rand AL, scheur MF med., fibrine tss. OB-DB prox. van de MF; debridatie, fibrine verwijderd, sectie/ verwijdering MF, sectie AL, gespoeld

Finadyne 3d?; Na 3w infiltratie aangeraden; 1w boxrust, 3-4w stappen aan de hand, dan echo ctle

(2011: artritis, niet infectieuze synovitis thv. de sprong ReA)

12/ 08 02/ 10 02/ 2015

14j. 16j. 20j.

V BWP Recreatie November opgezette SS, mank, inspectie/ palpatie normaal Opgezette SS ReA>LiA, enkel rechts mank 10d. opzetting SS, mank

LiA ReA LiA

Zwelling SS, milde proliferatie Erge tenosynovitis SS, verdikking MF (med.), assymetrie van de OB LiA > ReA: milde synovitis SS, focale synoviale proliferaties,

Indicatie scheur MF

Scheur MF, resterende deel verdikt, alg. synovitis; shaving, gespoeld Bloederig vocht SS, scheur lat. rand MF, lichte fibrillatie, prox. longitudinale scheur DB, fibrillatie OB (thv. MF); Sectie AL, shaving, resterende deel MF verwijderd, gespoeld; Prox. oppervlakkige scheur DB, fibrillatie OB, waar

Hospi 7d., Finadyne 4d; Nabehandeling: Aangeraden 3w na OP infiltratie cortico + hyaluronzuur, 2w stalrust, dan 2w aan de hand stappen, 4w bereden stappen, ctle DA en dan opbouwen Hospi 6d, Finadyne 3d; Aangeraden 3w na OP infiltratie cortico + hyaluronzuur, 2w stalrust, dan 2w aan de hand stappen, 4w bereden stappen, ctle DA en dan opbouwen Hospi 4d, Finadyne 2d; Na de OP 4w stalrust, 5-6w verband, revalidatie

Lichte zwelling va. in de zomer (maar zwaar WB, heeft nooit droge benen gehad), niet mank

Gaat goed. Werkt terug, maar geen springen meer (ondertussen 22j)

Page 51: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

45

adhesies tss. OB en sc. weefsel, lesie MF

oorspronkelijk rand MF vast zat, MF verdikt; sectie AL, shaving, dorsale incisies resterend gedeelte MF, gespoeld

3md, als zwelling snel afneemt, infiltratie

03/ 09

16j. V Lusitanien

Dressuur Sinds 3w mank, zwelling kogel ReA

2w Boxrust, stappen ad hand en NSAID´s, zwelling blijft

ReA Tenosynovitis SS, tendinitis OB

Scheur DB, OB thv. MF, distaal vezels, granulatie thv. niveau mesotenon DB; shaving, verzels verwijderd, sectie AL

Na 3w infiltratie aangeraden; 2w boxrust, 3md revalidatie: 6w stappen aan de hand, 6w bereden stappen, opbouwen; Na 3md ctle aangeraden

Geen zwelling, niet mank

Geen recidieven, eigenares let wel op dat ze geen kleine rondjes draait

03/ 09

4j. V BWP Jumping 2w zwelling kogel ReV, niet mank; LiV ook lichte opzetting

ReV (> LiV)

Scheur DB (lat.) Bij ctle: Tenosynovitis SS, heterogeen aspect DB (lat), MF vergelijkbaar met OP

Longitudinale scheur DB (lat), “plompe massa” aan rand DB, fibrillatie MF; shaving, gespoeld

Hospi 7d, Finadyne 4d; Nabehandeling: Infiltratie, 6w rust (op stal, dagelijks stappen), dan 6w bereden stappen; 3md later ctle: Nog eens infiltratie, 6w boxrust met gecontroleerde beweging; 2md later ctle: Goed; 6w. later ctle: Opzetting SS, niet mank; progressief werken

Beide kogels vooraan gallen, niet mank

1jaar na tenoscopie laten dekken, na het veulen terug in de sport, maar eigenares voelde dat ze niet helemaal goed was. Dan gebruikt als fokmerrie.

08/ 12

8j.

Mc Hannoveraan

Jumping Binnenkant LiV gezwollen rond kogel sinds 1md.

LiV Tenosynovitis SS, erge tendinopathie lat. DB, adhesies, milde tendinopathie OB thv. prox. derde MCIII;

2012 geen behandeling ingesteld, evtl terug op ctle (paard goed in het oog houden);

Zachte zwelling, niet mank

Na 1,5 jaar intermitterend mank; Voordien 1-2u per dag buiten. Rust op weide juni-oktober. Dan terug in het werk, gaat goed, 3x/w, elke dag

Page 52: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

46

03/ 14

9j. Intermitterend mank LiV en misschien ook LiA, uitgesproken zwelling LiV Na 5md eerst goede revalidatie, maar dan terug beginnen manken; Sinds december licht terug beginnen trainen, maar sinds 1w terug mank

Tenosynovitis SS, tendinopathie DB lat, adhesies OB-SS, milde tenopathie OB thv. prox. derde MCIII Tenosynovitis met chron. tendinitis DB

Diepe longitudinale scheur DB (10cm lang), tot in de MF, scheur lat. OB, dist. van SB; shaving distale deel DB, vezels verwijderd, fibreuze nodules verwijderd, sectie AL

infiltratie SS, 2d boxrust, 3-4w stappen aan de hand, 4w. Beginnen draven, ctle aangeraden (vroeger ctle wnr manken terug/zwelling erger); Na tenoscopie: Hospi 13d, Finadyne 6d; Infiltratie na 3-4w aangeraden; 3w boxrust, 9w. aan de hand stappen, dan ctle met echo op kliniek; 5md na tenoscopie: Infiltratie SS, 2d boxrust, 4w gecontrolleerde beweging, progressief stijgeren, 4w beginnen draven, dan ctle; 5md later: Vrije beweging rustig toegelaten, wnr. het probleem blijft, wordt desmotomie van AL voorgesteld

buiten/´snachts binnen

05/ 09

7j. Mc BWP Jumping + dressuur (zwaar)

Sinds vorige zomer recidiverend mank ReA met opzetting SS

Beter met NSAID´s, maar recidiverend mank bij werk

ReA Tenosynovitis SS

Adhesies tss. SS-wand en DB/MF, oppervlakkige scheur MF met fibrinebeleg, DB med. lobule dikker dan lat.; debridatie scheur MF, gespoeld

Hospi 8d, Finadyne 4d; Nabehandeling: Infiltratie na 3w aangeraden, 2w stalrust, 2w aan de hand stappen, 4w bereden stappen, dan ctle DA voordat verder opbouw

Geen zwelling, niet mank (tot arthrose)

Tot 13jaar goed gewerkt, maar dan arthrose gekregen, op de weide en deze winter moeten inslapen (had dikke benen, kon slecht lopen)

Page 53: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

47

05/ 09

7j. Mc Spaans paard

Recreatie Sinds 6w sterk mank, zwelling boven de kogel

NSAID´s, rust, daarmee iets beter

LiA Tenosynovitis SS, verdikte wand, vloeistofaccumulatie, scheur/ tendinitis lat OB

Synovitis SS, MF proximaal verdikt/ scheur med.; vezels verwijderd, stuk MF verwijderd, sectie AL

Hospi 6d; Finadyne 3d; Infiltratie na 3w aangewezen; 4w stalrust, 4w stappen; dan ctle aangeraden

Zwelling, nog mank

Na rust, een jaar gewerkt op rechte lijn, kon niet meer dan 20min rijden, begon te manken; vorig jaar gestorven tgv. koliek

09/ 09

9j. V Pony Koets (competitie)

Sinds 6w zwelling thv. kogel/SS LiA; bij onderzoek op kliniek niet mank

Reeds 2x intrasynoviaal ontstekingsremmers (1x cortico´s), bij licht werk terug mank, sinds 2w boxrust

LiA Tenosynovitis SS, verdacht op scheur van lat. DB en MF; heterogene dorsale kapsel kogelgewricht

Diffuse zwelling plantair van de kogel/koot (thv. SS)

1md later tenoscopie: Synovitis prox. SS, scheur distale rand MF, OB lichte schade thv. overgang naar MF; shaving, aangetast deel MF verwijderd

Hospi 5d, Finadyne 3d; Nabehandeling: Infiltratie na 3-4w aangeraden, 2w stalrust, 2w stappen aan de hand, 4w bereden/ ingespannen stappen, dan ctle en verder opbouwen

Geen zwelling, niet mank

Goed; loopt terug competities met de koets

09/ 09

9j. V SF Sinds 3w zwelling thv. de kogel, mank op zachte bodem

Rust, locaal NSAID´s

LiV Tenosynovitis SS, longitudinale scheur DB

Oppervlakkige scheur DB, verdikte wand SS; shaving, vezels verwijderd

Hospi 9d; Finadyne+ Penicilline 2d, dan 3d Finadyne; Infiltratie na 3w aangeraden; 4w stalrust, 6w stappen aan de hand, 2w kleine paddock; ctle aangeraden

10/ 09

21j. V Haflinger

Recreatie 3md zwelling LiA

Geen beterschap met rust, NSAID´s

LiA Tenosynovitis SS, verdacht op scheur MF

Tarsus: geen afwijkingen

Longitudinale vezels/ scheuren OB, constrictie AL; sectie AL, shaving

Hospi 9d; Finadyne 4d; 2w boxrust, aan de hand stappen, infiltratie na 3w , na 2-3md terug ctle

Geen zwelling, niet mank

Pensioen met 28jaar, geen zwelling, geen manken

05/ 12

12j. Mc Irish

Jumping Lesie thv. de pezen; (2j geleden reeds bilateraal manken thv de VB (tgv. Dunne zool, dunne flexor cortex straalbeen);

7md rust gehad, infiltratie gedaan na 2 competities, nadien zwelling kogel

ReV Zwelling SS met anechogeen vloeistof, DB lateraal onregelmatig thv. prox. aspect van de MF; 3md later ctle: DB onregelmatiig

Niet etterige synovitis, diepe/ lange longitudinale scheur lat. DB thv. MF tot onder lat. SB, losse vezels distaal in de lesie maar

Hospi 7d, Finadyne 4d; 3-4md rust: 2w boxrust, 2w aan de hand stappen, dan opdrijven en na 6w. echo aangeraden; Na 3md ctle: Revalidatie progressief

Zwelling, niet mank

Nu enkel nog dressuur. Is niet mank, maar durfen niet meer te springen, is nog een hevig paard

Page 54: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

48

Na rustperiode infiltratie)

prox tov lat. mesotenon tot MF, zwelling SS met synoviale proliferatie, mineralizaties

nog vast; sectie AL lat. (beweging), vezels verwijderd, shaving

opbouwen

08/ 14

19j. V BWP Recreatie 2010 desmitis/osis m. interosseus LiA; begin juli mank van de weide, sterke zwelling pees

10d NSAIDs, manken verbeterd, zwelling bleef

ReA Tenosynovitis SS

Sterke synovitis SS, scheur MF (distaal), losse vezels DB, adhesies prox. in SS; sectie AL (beweeglijkheid), zwevende peesvezels afgeknipt, shaving, adhedies MF verwijderd, gespoeld

Hospi 7d, Finadyne+ Penicilline 3d; Nabehandeling: 2w stalrust, revalidatie 3md (6w stal, aan de hand stappen, 6w bereden stappen); 3md later ctle: Zwelling neemt af, maar ook LiA lichtjes opgezet, niet mank, verderzetting revalidatie

09/ 20

6j, V SF Jumping Begin mei mank LiV, zwelling thv. SS, verdikking AL, lesie verdacht van OB

Infiltratie en daarna terug beginnen trainen. Goede evolutie tot eind juni. Dan terug mank en zwelling

LiV Tenosynovitis SS, scheur MF, Ook zwelling SS ReV

Synovitis vooral dist. SS, thv. med. deel OB thv. med. deel MF losgescheurde vezels; vezels losgesneden, driehoekig stuk MF verwijderd, shaving

Hospi 14d, Finadyne 3d; Na 3w infiltratie aangeraden; 2w boxrust, 2w aan de hand stappen, 4w bereden stappen (toenemen tot 40min/dag), ctle aangeraden, 4w op laag niveau draven, dan over 4w stijgeren wnr. pos ontwikkeling

Geen zwelling, niet mank

Tot februari laten stappen, dan beginnen werken, paard springt terug/ wedstrijden, let wel op ondergrond; paard heeft nu arthrose

10/ 10

10j. Mc BWP Dressuur (jumping)

Sinds 4w mank LiV

NSAID´s po., intraarticulaire injectie van de kogel geen verbetering

LiV Tenosynovitis SS, scheur DB, synoviale proliferatie

Zwelling kogel, SS, osteoporosis, degeneratie kogelgewricht

MF med. scheur en verdikt, lineaire hemorrhagische zone thv. aspect DB; Flard weefsel verwijderd

Hospi 12d, Finadyne 4d; Nabehandeling: Na 3w infiltratie aangeraden; 1w stalrust, 8w gecontroleerde beweging, ctle binnen 2md

Geen zwelling, licht mank

Niet volledig hersteld, wel nog recreatief gereden

Page 55: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

49

11/ 10

14j. Mc WB

Zwelling net boven de kogel ReA sinds 3md, mank

NSAID´s, geen beterschap

ReA Tenosynovitis SS, kleine scheur lat. prox. MF; 3md later: synovitis SS, DB lat. onregelmatig thv. SB

Synovitis thv. prox. deel SS adhesies tss. MF en dorsaal deel SS, oppervlakkige longitudinale scheur DB (thv. MF), losse vezels, lat. deel MF gezwollen; vezels verwijderd, shaving, sectie AL, gespoeld

Hospi 17d, Finadyne+ Penicilline 2d, dan Finadyne 2d; 2w boxrust met stappen aan de hand, 3md progressieve revalidatie (geen vrije beweging): 6w stappen aan de hand, 6w bereden stappen, ctle na 3md aangeraden (echo); Na 3md ctle: goede evolutie; na 3md ctle: geen problemen, mogen meer draven, gedurende 4w, dan terug beginnen galopperen en evolueren naar normaal werk (gedurende 2md), mag na 2-3md in normaal training vrij lopen, nog een ctle aangeraden; na 7md ctle: goed, verder werken

Goede evolutie, na 14md (laatste ctle op 02/012/12)

11/ 10

3j. V BWP Nog niet zadelgemak

Mank ReV sinds enkele weken, eerst verdacht op nageltred, RX geen afwijkingen

Na stoppen NSAID´s, nog erger mank

ReV Tenosynovitis SS, fibrine/ synoviale proliferaties, scheur DB thv. SB en distale kogel, scheur dist. AL; Na 3md ctle: Tenosynovitis SS, nog beetje fibrine prox., verdacht op scheur in dist. AL en DB

WD zwelling, vooral lateraal in kootholte

Veel fibrine prox. SS, OB hemorrhagische lesie (oppervlakkig, lat thv. SB), DB oppervlakkigehemorrhagische lesie tss. prox. en dist. AL; debridatie, gespoeld

Hospi 7d, Fenylbutazone+ Doxycycline 6d; Boxrust, ctle na 3-4w aangeraden; Na 3md ctle: Paard blijft mank, SS opgezet, locale injectie

Paard verkocht, geen informatie

Page 56: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

50

02/ 11 09/ 14

9j. 13j.

V WB SF

Jumping Wekelijks competieie

Geblesseerd in september LiA, zwelling thv. de kogel, sterk mank Na 2md ctle: Sinds 1w weer zwelling, wel niet meer warm Sinds enige tijd stijf, reageert wisselvalling

Infiltratie, geen verbetering Osteopaat heeft rust aangeraden, dan beter

LiA ReA BilatV

Grote core lesie dorsolat. DB en centraal, tenosynovitis SS; 2md later ctle: LiA: goede evolutie scheur DB; ReA: zwelling SS, mogelijks scheur DB 6w later: LiA: genezing ReA: geen afwijkingen SS, desmopathie m. interosseus Geen afwijkingen; Diagnose: verdenking van desmopathie m. interosseus ReA

MF lichte fibrillatie op zijkant, DB med. lobulus verdikt (wijst op lesie onder de pees) dist, in prox. deel SS longitudinale scheur DB tot in MF, verdikt AL, vocht prox. in SS; losse vezels verwijderd, insnede MF (intredepoort), sectie AL

Hospi 7d; Finadyne 2d; 2w boxrust, 2w aan de hand stappen, 2w langer stappen (2x20min), dan echo ctle aangeraden; Na 2md ctle: 2-3md boxrust, dan progressieve toename stap aan de hand, elke week enkele minuten langer, dan echo ctle; 1md later: zwelling aanwezig maar geen pijn/ warmte Infiltratie met betamethasone; Rust in box/paddock/ kleine weide, 1md laten stappen, 2md lichte draf, na 2md normaal training proberen aan te vatten; vanaf 19/09 NSAID´s

Geen zwelling, niet mank

Springt nu 1-1,10m, 1wedstrijd/week; heeft wel 6md rust gegeven, dan gevallen en nog 3md rust gehad (in totaal 9md); nu aluminiumijzer; heeft ondertussen arthrose

03/ 11 12/ 13

8j. V Hannoveraan

Jumping (met 6j. veulen, dan terug getraind)

Chronische zwelling SS, intermitterend mank 2md later ctle: nog zwelling, licht mank Intermitterende kreupelheid

ReV +LiV

Zwelling SS, synoviale proliferatie, lesie lat. mesotenon van de DB, evtl. scheur lat. aspect DB/ OB op overgang MF Chron. synovitis SS, chron. tenosynovitis lat. van de OB; Tenosynovitis ReV en LiV, echografisch

Scheur lat. DB, scheur OB; losse vezels verwijderd, debridatie

Hospi 8d, Finadyne 4d; 2w stalrust, dan 3md revalidatie: 6w stappen aan de hand, dan ctle, evtl. infiltratie SS; 2md later ctle: Nog onregelmatig bij berijden, aanbieden onder ruiter met locale anesthesie; Locale injectie triamcinolone, hyaluronzuur, 2d boxrust,

Zwelling, Continu mank

Niet goed. Nu fokmerrie

Page 57: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

51

geen peesletsels gecontroleerde beweging, 3-4w stappen aan de hand, dan opbouwen

05/ 11

8j. V BWP Dressuur Sind 1j. Onregelmatig lopen, sinds deze week licht mank, na doorwerken duidelijk 09/2013: Sacroiliacale gewrichtspijn 11/2014: Manken LiV, maar op alle 4 voeten licht mank

LiV Bilat 4voeten

Zwelling SS, mineralisatie palmair aspect prox. LCL, WD zwelling; verdacht scheur DB; 1md later: Zwelling SS, scheur DB, mogelijks desmopathie thv. prox. aanhechting palm. ligg. van de kogel (med/lat)

Kogel: WD zwelling, verdacht insertiedesmopathie van LCL; Voet: straalbeenfragment

12/07/11: Geen duidelijke synovitis of scheuren, palm. OB lichte verdikking thv. MF, thv. kootholte toename synoviale villi DB; sectie AL

Injectie SS methylrednisolone en hyaluronzuur, MRI aangeraden; 3d box, 3w stappen, 4w geleidelijk drafwerk; Na tenoscopie: Hospi 5d, Finadyne 3d; 2w boxrust, 3md revalidatie: 6w stappen, dan drafwerk

Geen zwelling, Nu mank omwille van andere redenen?!

Was eerst terug in de sport, zonder problemen, maar sinds december 2015 desmitis check ligament en terug in behandeling, voor de rugproblemen 2013 werd een scintigrafie gedaan en hotspots aan alle 4 benen aangetoond

08/ 11

15j. Mc BWP Eventing sinds 6md soms opzetting SS LiA, sinds dagen meer en permanent opgezet

Eenmalig fenylbutazone injectie, drukverband, geen verbetering

LiA Tenosynovitis SS, verdacht op lesie lat. DB thv. lat. SB; 18/03/12: Chron. Tenosynovitis SS, verdacht lesie lat. prox. MF,

Geen afwijkingen

18/03/12: Longitudinale scheur DB), uitgerafelde vezels, dorsaal DB

Infiltratie SS met triamcinolone en hyaluronzuur, 6w rust/ beperkt stapwerk, dan ctle.; Na tenoscopie: Hospi 6d, Finadyne+ Penicilline 2d, dan Finadyne 2d; 2w stalrust, dan

Harde zwelling, Niet meer mank

Springen was niet meer mogelijk, nu enkel als wandelpaard

Page 58: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

52

onregelmatige rand DB

kleinere “bol” (weinig reactief); shaving

3md revalidatie: 6w stappen aan de hand, 6w bereden stappen, dan ctle; 4md later ctle: Infiltratie SS met methylprednisolone, hyaluronzuur, gesloten ijzer, 2d boxrust, dan verder opbouwen

04/ 14

16j. V BWP Recreatie Sinds geruime tijd intermitterend mank, sinds januari erger. Sinds maart zwelling thv. achterzijde kogel/ SS

ReV Tenosynovitis SS, constrictie AL, desmitis AL met enthesiophyt thv. SB, sc. zwelling, peritendovaginaal weefselproliferatie, adhesies OB, chron. tendinopathie DB, focale mineralisatie

Enthesopathie AL thv. SB, multipele mineralisaties in palmair weke weefsel, enthesopathie oblique distale ligg. sesamoidea

Harde palmaire verdikking, oude wonde thv. dorsale pijp/ AL, DB locaal verdikt (thv. MF), synovitis, vezels thv AL; sectie AL

Hospi 5d, Finadyne+ Penicilline 3d, dan Finadyne 1d; Vanaf 1w na tenoscopie stappen aan de hand, 6w kleine paddock

Lichte harde zwelling, soms mank

Goed verlopen; Wordt nu regelmatig gereden, maar regelmatig ook terug mank, dan krijgt ze somst enkele weken rust. Vooral gebruikt voor wandelingen.

08/ 11

9j. V Welsh Pony

Jumping Sinds enkele weken mank

Infiltratie hoefgewricht, geen verbetering

LiV Tenosynovitis SS, kleine lat. scheur DB, desmitis lat. deel van het AL

Scheur lat DB, lat. rand MF, losse vezels gegranuleerd aan distale aspect van de scheur; losse vezels verwijderd, debridatie, sectie AL, gespoeld

Hospi 5d, Finadyne 3d; 2w stalrust, 3md progressieve revalidatie: 6w stappen aan de hand, 6w bereden stappen, dan ctle

Zwelling, was nog mank, maar actuele stand niet gekend

Ging na weken beter, maar dan heel zenuwachtig en gevallen. Daarna terug slecht. Afgegeven naar fokkerij, nu gewoon fokmerrie.

03/ 12

14j. V Pony Chronisch mank LiA, enkele md geleden echo: tendinitis buigpezen

Niet opgelost door conservatieve therapie

LiA Synovitis SS, WD zwelling plantair OB

Fibrotische zones thv. lat. rand OB, MF teruggetrokken naar mediaal/zeer dik/ hard;

Hospi 6d, Finadyne 3d; 3w boxrust, 4w stappen ad hand, dan ctle, dan 3w kleine paddock, verder opbouwen

Page 59: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

53

MF verwijderd, shaving resterende vezels, SS gespoeld

04/ 12

9j. V Trakhener

Dressuur (competitie)

Sinds 3w zwelling SS ReV, enkele dagen daarvoor heeft smid de hielen ingekort

Infiltratie NSAID´s, rustperiode 1md, niet verbeterd

ReV ReV: tenosynovitis SS, verdacht op lesie lat. DB thv. lat. mesotenon; LiV: tenosynovitis SS, chron. synovitis kogelgewricht

1md later: tenoscopie (ReV), geen synovitis, kleine lesie met fibrillatie dors van SS, boven SB, lesie thv DB (van echo) niet gevonden; gespoeld, gesloten

Hospi 19d, Finadyne 4d; 1w boxrust, 5w stappen aan de hand, 2w bereden stappen, dan ctle aangeraden

Geen zwelling, niet mank

Loopt momenteel goed, wel weinig zijgangen; heeft wel nog drie keer last gehad van de m. interosseus (2xli, 1x re),peesschede in orde

09/ 12 06/ 14

12j 14j

V KWPN Jumping, dressuur

Sinds 3md mank LiA (na zware wandeling), sterke opzetting SS Terug problemen, nu bilateraal mank (bilateraal peesschedeproblemen)

Geen beterschap door rust, medicamenteuze behandeling

LiA LiA, ReA

Tendinitis DB, tenosynovitis SS; Na 2md.: Weinig verbetering van de lesies, verdacht op adhesies OB; Na 2md: Lichte verbetering

Tenosynovitis SS (vnl. distaal), distaal scheur plantaire deel DB thv. prox. AL, vezels tss OB en DB; shaving gefibrilleerde vezels, debridatie, gespoeld

Hospi 8d, Finadyne 2d en Equioxx 3d; Totale revalidatie kan 6md duren; 2md later: Locale injectie SS; 2md later: Revalidatie verder zetten Langdurig NSAID´s

SS 4md na OP nog opgezet; Zachte zwelling, niet echt manken?

Niet zo goed; heeft 2 jaar stil gestaan, maar dan andere problemen gekregen; enkel nog wandelen/ weide; paard is 2014 kreupel verklaard op 4 benen

09/ 12

15j. Mc SBS Jumping Mank, zwelling thv. SS sinds maart

Behandeling met NSAID´s parenteraal

ReA Tenosynovitis SS, acute/ chronische tendinitis DB

Lichte synovitis, dist. deel lat. lobules DB verdikt, zonder lesie; gespoeld, gesloten

Hospi 6d, Fynadine 4d; na 3-4w infitratie aangeraden; 3-4w boxrust, 2md aan de hand stappen, dan terug beginnen met training

Geen zwelling, niet mank

Wordt nu enkel nog mee gewandeld (is al 17jaar). Heeft heupprobleem en peesproblemen zullen van daar komen

Page 60: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

54

06/ 11

9j. Mc KWPN Sinds 1j. opzetting SS LiA

Reeds locaal in peesschede behandeld, maar opzetting telkens terug

LiA Tenosynovitis SS; Chron. opzetting SS, scheur lat. OB (aan overgang naar MF)

Uitgebreide scheur DB (aan lat. rand net prox van MF), fibrillaties OB; debridatie, losse vezels verwijderd

Hospi 9d; Finadyne+ Penicilline 2d; 6w volledige stalust, 10w aan de hand stappen, vanaf 5md kleine paddock, wnr. goed, langzaam arbeid hervatten; Infiltratie na 3w aangeraden

04/ 13

12j.

V SF Jumping Sinds 1md tijdens werk manken. SS LiV ontstoken 11md later: Paard werkt aan longe, licht werk onder zadel; was eerst nog intermitterend mank, nu beter

Rust, NSAID´s parenteraal, tenoscopie voor diagnose Na infiltratie is zwelling nog verminderd

LiV Chron. tenosynovitis, scheur lat. OB, nieuwbeenvorming thv. aanhechting AL 11md later: Tenosynovitis SS, sc. fibrose, tendinitis DB met lat. onregelmatig oppervlakte, adhesies OB; nog tekenen van tendinitis (zal blijven)

Nieuw beenvorming med. SB

Scheur in MF med., prox./lat. deel SS, fibrillatie palmerolat. DB, verdikt AL; flap verwijderd, debridatie, sectie AL, gespoeld

Hospi 12d, Finadyne 5d; Infiltratie na 3w aangeraden; 6w boxrust, dan 10w aan de hand stappen, 5e,6e md terug in kleine paddock, wnr. goed terug beginnen werken; 11md later: Terug beginnen werken

Geen zwelling, wel mank

Nu hobbypaard, rijdt 1x/w, maar geeft nadien pijnstiller; willen er graag nog een veulen van

06/ 13 05/ 14

7j. Mc SF Jumping Sinds 2d mank, duidelijk in draf op zachte bodem; Sinds dagen mank, zwelling

ReV Acute tendinitis OB met focale core lesie; Na 2md: Core lesie neg. progressie, tenosynovitis SS; 3md naOP:

Na 2md: Geen duidelijke synovitis, lat. OB thv. verbinding met

7d NSAIDs en dan revalideren 7d NSAID´s, 5d dexamethasone, 10d locaal ekyflogyl®, box/ kleine paddock; Na tenoscopie: Hospi 5d, Finadyne 3d; 3w box, 2md gecontrolleerd stappen, echo ctle

Geen zwelling, niet mank

Springt terug 1,10-1,15m (nog niet terug op niveau)

Page 61: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

55

core lesie volledig genezen

MF kleine longitudinale scheur met weinig losse vezels, meer naar distaal lat. deel OB verdikking, fibrillatie dorstaal deel SS, AL prox. verdikt; vezels verwijderd, sectie AL

na periode van rust; Na 3md: Nog 2md boxrust, wnr. paard te actief, stuk van weide afzetten (10x10m); Na 3md ctle: 3md gecontroleerd werk: 1e w stapwerk verhogen, 2e w 20-30min, 3-4e w stap/draf op rechte lijn, 5-6e w drafwerk intensiever zonder korte draaiing, 7-8e w terug galop, 3e md terug naar normaal werk; mag maand nadat hij op platte bodem werkt terug beginnen springen

12/ 14

20j. V BWP Jumping Zwelling SS, manken LiA sinds 12d; DA thuis denkt aan peesscheur

LiA Chron. tenosynovitis SS, scheur MF (prox.), constrictive palmair AL

Contrast RX: scheur MF

Med. aanhechting MF thv. OB partieel gescheurd; MF ingeknipt en verwijderd, shaving OB

Hospi 5d, Finadyne2d; infiltratie na 3w aangeraden; 4w boxrust, 4-6w aan de hand stappen, kleine paddock en geleidelijk toenemen bereden werk, onder ctle. van klinische verschijnselen

Geen zwelling, niet mank

Hebben aantal infiltraties moeten doen, maar loopt nu goed en springt terug

01/ 14

9j. Mc Draver Recreatie Opzetting SS ReA sinds 1j., nooit mank geweest

Eenmalig cortisone in SS ingespoten, zonder resultaat

ReA Chron. synovitis SS, milde zwelling OB lat., MF onregelmatig lat. (scheur of synoviale proliferaties)

Prox. adhesies, MF med. afgescheurd, flap (oude scheur) omgeklapt/fibreus/ verdikt/ vergroeid met lat. wand van de SS; flap verwijderd,

Hospi 8d, Finadyne 4d; Infiltratie na 3w aangeraden, 1w stalrust, 4-6w gecontrolleerde beweging, 2w kleine paddock

Lichte zwelling (zacht), niet mank

Goed, wordt terug gereden (recreatie)

Page 62: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

56

shaving, gespoeld

01/ 14

8j. V WB SF

Recreatie Is reeds naar andere kliniek geweest, sterk mank in oktober

LiA Geen verslag Med. SS vol met vezels van longitudinale/ diepe scheur med. DB (scheur 10cm lang tot hoog in MF); distale deel losgescheurde vezels geknipt, verwijderd, MF ingeknipt/verwijderd om meer naar prox. te geraken, stuk vezels verwijderd (5cm lang), shaving

Hospi 4d, Finadyne 2d, dan thuis (?) fenylbutazone 6d po.; infiltratie na 3w aangeraden; 6w boxrust, 6w aan de hand stappen, dan echo aangeraden

Geen zwelling, niet mank

goed

04/ 14

13j. V BWP 1j. geleden erg mank ReA

Beter na NSAID´s en rust

ReA Tenosynovitis SS, evtl. scheur MF

Geen afwijkingen

Constrictie AL, fibrillatie OB lat., thv. DB harde band fibreus weefsel dorsaal, MF gescheurd, fijne flard aanwezig; sectie AL, flard verwijderd, shaving, fibreus band MF weggeknipt/verwijderd, SS gespoeld

Hospi 11d, Finadyne 3d; 5-6w stalrust, maar dagelijks stappen, 2md op kleine paddock, dan geleidellijk opbouwen

05/ 14

4j. Mc BWP Dressuur Sinds april opzetting SS LiA, sinds begin mei mank;

Rust, enkele dagen dexamethasone po.

LiA Tenosynovitis SS, vermoeden complete ruptuur MF

Synovitis SS, prox. volledige scheur med. rand MF, MF omgeslagen,

Hospi 8d, Finadyne 4d; 5-6w stalrust, dagelijks stappen, 2md paddock, dan

Nog zwelling aanwezig, niet mank

Wordt terug op zijn niveau dressuur gereden. Zakt wel soms door de voet

Page 63: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

57

paard heeft lichte vorm van blokvoet LiA

flap in proximale blindzak, granulatieweefsel thv. scheur; MF verwijderd, SS gespoeld

geleidelijk opbouwen

07/ 14

6j. V WB Sinds 4md mank ReA

ReA Tenosynovitis SS, scheur MF, desmitis AL, subcutane fibrose

Scheur med. aspect MF; aanhechting aan OB doorgesneden en verdikt deel MF verwijderd, shaving, sectie AL

Hospi 8d, Finadyne 4d; 5w boxrust met dagelijks stappen, 2md kleine paddock, dan geleidelijk opbouwen

08/ 14

4j. V Pony Jumping Enkele maanden onregelmatig ReV 3md na injectie terug mank na terug starten van werk

ReV Opzetting SS, verder geen afwijkingen Tenosynovitis SS, desmitis oblique sesamligament; 1j. na tenoscopie: chron. tenosynovitis SS, tendinitis lat. aspect DB

Kogel: milde WD zwelling palmair

Oppervlakkige scheur DB lat., zachtere zone OB palmair, scheur distaal aspect sesamligamenten; shaving DB, SS gespoeld

Locale injectie betamethasone Hospi 8d, Finadyne 4d; Stalrust zolang verband ter plaatse (ca 17d), dan aan de hand stappen, 4w later locale injectie depomedrol + hyaluronzuur; Bij terugbezoek na 1j op rust gezet

Zwelling, Nog chronisch mank

Pony bleef mank en volgens DA is pony enkel nog geschikt voor recreatie. Werd dan verkocht naar de fokker

10/ 14

5j. Mc BWP Jumping Sinds juni opzetting SS, ook zwelling thv. buigpezen, mank

Na locale behandeling met cortico´s beter

ReV Tenosynovitis SS, fibrillatie MF prox.

Scheur lat. rand DB; debridatie, SS gespoeld

Hospi 6d, Finadyne 4d; 1w stalrust, 7w gecontroleerde beweging; Na 2md. ctle: geleidelijk revalidatie opdrijven, ctle na 2-3md aangeraden

Af en toe zachte zwelling, niet mank

Goed, springt terug

10/ 14

8j. V SF Jumping Zwelling thv. de kogel LiA sinds 1jaar,

LiA Tenosynovitis SS, Scheur MF

Kogel: Effusie SS,

Med. scheur MF, flap plantair van

Hospi 16d, Finadyne 7d; 1w. boxrust, 3-4w

beetje zwelling, soms

Sprong vroeger 1,20m, nu terug 1m. Maar is wel soms

Page 64: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

58

niet mank. Zwelling sinds juni warm en nog duidelijker (tgv verkeerde beweging)

milde tekenen van insertiedesmopathie palmar AL; RX tenografie: scheur MF

OB teruggeslagen; Med. plantaire adhesie losgemaakt, flap omgeklapt naar lat., MF verwijderd, shaving, sectie AL

stappen aan de hand; Na 2md ctle: Locale injectie betamethasone, revalidatie

onregelmatig/mank?

een beetje onregelmatig als zij een dag niet gewerkt heeft

08/ 15

16j. Mc Pony Dressuur, jumping

Sinds 1md mank, toenemende zwelling SS

ReA Geen verslag Geen verslag

Sterk prox. in SS fibreus weefsel die mediaal partieel verbonden , doorheen de DB naar lat., (evtl. verlittekende MF), OB meer distaal partiele scheur met fibrillatie; restje verbinding med. MF weggeknipt, dan ook aanhechtingsplaats lat geknipt, weefsel verwijderd (3x1cm), shaving lat OB en prox. MF

Hospi 4d, Finadyne 2d; Infiltratie na 3w aangeraden; 3w boxrust, 4w aan de hand stappen, ctle voor dat 3w in kleine paddock, als zwelling wegblijft mag paard terug werken; 2md later: infiltratie 10mg triamcinolone, 20mg hyaluronzuur, 2d rust, 4w progressief stap, 4w beginnen draven

Geen zwelling, niet mank

Goed, revalidatie op het gemak, soms een beetje stijf

09/ 15

16j. Mc WB Dressuur, jumping

Zwelling ReV na jumpingwedstrijd 3w geleden. Vermoeden scheur DB

ReV Tenosynovitis SS, scheur lat. DB thv kogel;

Tenogram: longitudinale scheur DB thv. SB

Diepe scheur lat. DB (10cm lang), prox. aspect scheur thv. een deel van de MF, distaal granuloom,

Hospi 5d, Finadyne 3d; Infiltratie na 3w aangeraden; 12w boxrust: 6w aan de hand stappen, 6w bereden stappen,

Geen zwelling, licht mank

Goede evolutie, licht mank (stijf?)

Page 65: Tenoscopische behandeling van letsels in de sesamschede ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/274/241/RUG01-002274241_2016_0001... · Tenslotte zijn mijn vrienden niet te vergeten, die

59

na 3md: milde tenosynovitis SS, DB minder heterogeen

geen lesies MF; excisie granuloom, shaving DB, gespoeld

3md na operatie echo/ ctle aangeraden ; 3md later ctle

02/ 16

6j. Mc Pony Vroeger jumping, nu dressuur

Sinds 1md mank

Rust, osteopathie hebben niet geholpen

ReA Zwelling thv. SS Geen RX afwijkingen

Distaal/dorsaal SS kleine oppervlakkige lesie distale sesamoidale ligamenten, med van de mediane lijn; vezels verwijderd

Hospi 15d, Finadyne 3d; Boxrust tot na verwijderen hechtingen, dan aan de hand stappen, na 2md ctle aangeraden;

Geen zwelling, niet mank

Goed in stap, wel actief

02/ 16

7j. V BWP Sinds min. 3md mank ReA. DA vermoedt probleem in SS ReA

Rust, geen verbetering

ReA Chron. tendinitis DB thv MF, proliferatieve tenosynovitis SS

Contrast: longitudinale scheur DB

DB dorsolat. longitudinale scheur van dist. bord MF tot basis lat. SB, scheur is redelijk diep, niet veel vezels tot in de SS; shaving vezels, hechting onmogelijk te plaatsen op de scheur, gespoeld

Hospi 8d, Finadyne 3d; Tot 1w na operatie boxrust, 2w aan de hand stappen, na 3-4w ctle en infiltratie aangeraden. stamceltherapie aangeraden, nadien afspreken voor verdere opbouw; Ctle 1md later: Injectie stamcellen in SS (Tendo-Cell Plus) en NSAID iv.

Na 1md nog zwelling, mank in draf

Afkortingen:

SS= sesamschede; LiV= links voor; LiA= links achter; ReV= rechts voor; ReA= rechts achter; AL= annulair ligament; OB= oppervlakkige buiger; DB= diepe buiger; MF= manica flexoria; SB=

sesambeentjes; VB= voorbeen; AB= achterbeen; LCL= lat. collateraalband; WD= weke delen; DA= dierenarts; schuin= geen follow-up informatie ter beschikking.