toets luchtkwaliteitseisen rms groenlo b.v. · bij een bronbijdrage van meer dan van 26 µg/m3 zal...

TOETS LUCHTKWALITEITSEISEN RMS GROENLO B.V.

Luchtkwaliteitsonderzoek in het kader van aanvraag omgevingsvergunning

Rapportnummer: BL2017.8795.02-V02

December 2017

Nude 54 – 6702 DN Wageningen

telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111

email [email protected] – internet www.buroblauw.nl


Luchtkwaliteitsonderzoek in het kader van aanvraag omgevingsvergunning

Rapportnummer: BL2017.8795.02-V02

December 2017

mailto:[email protected]

http://www.buroblauw.nl/

Rapportnr. BL2017.8795.02-V02

December 2017

Pagina 2 van 34

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding ......................................................................................................... 3

2 Wettelijk kader ................................................................................................ 4

3. Situatie beschrijving ......................................................................................... 7

4. Emissieschatting ........................................................................................... 9

4.1 Inleiding .................................................................................................. 9

4.2. Emissiekengetallen en uitgangspunten ......................................................... 9

5. Modelberekening ........................................................................................ 12

5.1 Verspreidingsmodel ................................................................................. 12

2.2. Resultaten verspreidingsberekeningen NO2 ................................................. 13

5.3. Resultaten verspreidingsberekeningen PM10 ............................................... 14

5.4. Toetsing aan grenswaarde voor PM2,5 ....................................................... 14

6. Conclusies ..................................................................................................... 15

7. Literatuurlijst................................................................................................. 16

Bijlagen ............................................................................................................... 17

A. Berekeningsjournaal scenario PM10 .............................................................. 18

B. Berekeningsjournaal scenario 2 .................................................................... 26

Verantwoording .................................................................................................... 34


December 2017

Pagina 3 van 34

1. INLEIDING

Buro Blauw heeft in opdracht van VanWestreenen een luchtkwaliteitsonderzoek

uitgevoerd bij RMS Groenlo b.v. (verder RMS Groenlo) voor de locatie op industrieterrein

Laarberg te Groenlo. Bij RMS Groenlo is sprake van een bioraffinage. Mest en

co/producten worden vergist t.b.v. productie duurzaam groen gas en het vrijkomende

digestaat wordt volledig verwerkt.

De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om voor diverse luchtverontreinigende stoffen

voorstellen te formuleren van grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter bescherming van mens

en milieu. In Nederland zijn de luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer

opgenomen. In gebieden waar de gestelde grenswaarden niet worden overschreden, kunnen

plannen doorgaan, zolang de bijdrage niet voor een overschrijding zorgt.

De bedrijfsactiviteiten van RMS Groenlo omvatten een aantal processen waarbij zowel

stationaire als mobiele NOx en fijnstof emissiebronnen aanwezig zijn. Voor de inrichting

van RMS Groenlo zijn fijnstof en stikstofdioxide de relevante stoffen uit de Wet

milieubeheer. Voor de berekening van de concentraties op leefniveau zijn de

achtergrondconcentraties en de verontreinigende emissies van de inrichting gebruikt.

In dit rapport worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. In hoofdstuk 2 een

toelichting gegeven op het wettelijk kader. In hoofdstuk 3 wordt de opzet van het

onderzoek gegeven en het wettelijk kader besproken. Daarna worden de

emissieschattingen gepresenteerd in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de resultaten

van de verspreidingsberekeningen gepresenteerd. Tenslotte worden de conclusies van

het onderzoek geformuleerd in hoofdstuk 6.


December 2017

Pagina 4 van 34

2 WETTELIJK KADER

De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om voor diverse luchtverontreinigende

stoffen voorstellen te formuleren van grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter

bescherming van mens en milieu. Het beleid richt zich nadrukkelijk op de bescherming

van het leefmilieu en het verbeteren van dit leefmilieu. In Nederland is dit vertaald naar

luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer. De kern van de luchtkwaliteitseisen bestaan

uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn

vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen

(MR).

Het zijn met name fijnstof (PM10, PM2,5) en NO2 die in Nederland zorgen voor

overschrijdingen van de grenswaarden. Uit epidemiologische studies blijkt dat het wonen

nabij (snel)wegen nadelig is voor de gezondheid (1). Er bestaat een direct

gezondheidseffect aan de longen als gevolg van blootstelling aan te hoge concentraties

fijnstof en NO2. Daarnaast gaat het tevens om de gasvormige componenten benzeen

(C6H6), koolmonoxide (CO), ozon (O3) en zwaveldioxide (SO2). Bij RMS Groenlo wordt

fijnstof en NO2 geëmitteerd; deze stoffen zijn relevant voor dit luchtkwaliteitsonderzoek.

Er zijn geen aanwijzingen dat de andere stoffen, in relevante hoeveelheden worden

uitgestoten. Voor deze overige stoffen zijn de achtergrondconcentraties in Nederland al

lange tijd dermate laag, dat ze indien er geen relevante bronnen op de inrichting

aanwezig zijn, ze niet worden meegenomen in enig luchtkwaliteitsonderzoek.

De grenswaarde per 1 januari 2010 voor de jaargemiddelde NO2 concentratie bedraagt

40 g/m3. De grenswaarde bij drukke (snel)wegen als uurgemiddelde die 18 keer per

jaar mag worden overschreden bedraagt 200 g/m3. [Staatsblad 414, Bijlage 2 bij de

Wet milieubeheer, voorschrift 2.1, 2.2 en 2.3].

De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM10 concentratie bedraagt 40 g/m3. De

grenswaarde als 24-uursgemiddelde die 35 keer per jaar mag worden overschreden

bedraagt 50 g/m3 [Staatsblad 414, Bijlage 2 bij de Wet milieubeheer, voorschrift 4.1].

Vanaf 1 januari 2015 moet ook getoetst worden aan een grenswaarde voor PM2,5, een

kleinere fractie van fijnstof. De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM2,5 concentratie

bedraagt 25 g/m3 (2). In tabel 2.1. worden de grenswaarden samengevat.


December 2017

Pagina 5 van 34

Tabel 2.1 Samenvatting grenswaarden voor relevante stoffen Wet luchtkwaliteit

Stof Norm Niveau Status

NO2 Jaargemiddelde 40 µg/m3 Grenswaarde

Uurgemiddelde; overschrijding is toegestaan op niet meer dan 18 keer per jaar

200 µg/m3 Grenswaarde

Uurgemiddelde; waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km2

400 µg/m3 Alarmdrempel

PM10 Jaargemiddelde 40 µg/m3 Grenswaarde

Daggemiddelde; overschrijding is toegestaan op niet meer dan 35 dagen per jaar

50 µg/m3 Grenswaarde

PM2,5 Jaargemiddelde 25 µg/m3 Grenswaarde

Het begrip ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) is opgenomen in een AMvB (Besluit NIBM)

en een MR (Regeling NIBM). Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een

toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3% van de grenswaarde voor de

jaargemiddelde concentratie. Dit begrip maakt ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk in

overschrijdingssituaties. Elk project dat NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de

luchtkwaliteit kan uitgevoerd worden. Binnen gestelde omvanggrenzen is geen toetsing

aan de grenswaarden van de luchtkwaliteit noodzakelijk. Voor PM10 en NO2 is de

grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie gelijk aan 40 µg/m3. Een bron draagt

niet in betekenende mate bij als de bijdrage van deze bron aan de achtergrond-

concentratie voor PM10 of NO2 kleiner is of gelijk is aan 1,2 µg/m3. Wel blijven de

begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen van belang.

In de Regeling NIBM is een lijst opgenomen met categorieën van gevallen die NIBM

bijdragen, zoals bijvoorbeeld bepaalde kantoorlocaties, landbouwinrichtingen en

spoorwegemplacementen. Tevens is met de Wet milieubeheer de vernieuwde regeling

‘Projectsaldering luchtkwaliteit 2007’ van kracht.

Saldering is de mogelijkheid om ruimtelijke plannen uit te voeren die in betekenende

mate (IBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging en zorgen voor overschrijding van de

grenswaarden voor PM10 en stikstofdioxide en niet in NSL zijn opgenomen.

Het gaat daarbij ook om plannen die de luchtkwaliteit ter plekke iets kunnen

verslechteren, maar in een groter gebied per saldo verbeteren. Saldering moet

plaatsvinden in een gebied dat een functionele of geografische relatie heeft met het

plangebied.

In het algemeen geldt dat in gebieden waar de gestelde grenswaarden voor NO2, PM10

en PM2,5 niet worden overschreden, plannen kunnen doorgaan. In gebieden waar de

grenswaarde wel wordt overschreden, kan een project toch doorgaan indien de plannen

geen effecten hebben op de luchtkwaliteit ten opzichte van voorgaande jaren.


December 2017

Pagina 6 van 34

Een project kan doorgang vinden als:

- Grenswaarden niet worden overschreden;

- De luchtkwaliteit verbetert door het nemen van onlosmakelijk met het project

verbonden maatregelen;

- De luchtkwaliteit niet in betekenende mate (NIBM) verslechtert;

- Projectsaldering wordt toegepast.

In 2008 is een wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007(3) (RBL) in

werking getreden. Met de wijziging wordt het ‘toepasbaarheidbeginsel’ geïntroduceerd.

Dit beginsel geeft aan op welke plaatsen de luchtkwaliteitseisen toegepast moeten

worden: de werkingssfeer en de beoordelingssystematiek. De belangrijkste gevolgen van

de gewijzigde RBL zijn:

- Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op plaatsen waar het publiek geen toegang

heeft en waar geen bewoning is.

- Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op bedrijfsterreinen (hier gelden de ARBO

regels). Dit omvat mede de bedrijfswoning. Uitzondering: publiek toegankelijke

plaatsen; deze worden wél beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde

blootstellingscriterium een rol).

- Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op de rijbaan van wegen.

De luchtkwaliteit hoeft alleen beoordeeld (gemeten of berekend) te worden op plaatsen

waar de blootstelling significant is. Bij toetsing van de gevolgen van een project aan de

luchtkwaliteitseisen is dus van belang dat de plaatsen waar significante blootstelling

plaatsvindt, worden bepaald. Daarvoor moet eerst duidelijk zijn wat significant is of niet.

In artikel 22 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl) staat dat de

luchtkwaliteit wordt bepaald op plaatsen waar de bevolking ‘kan worden blootgesteld

gedurende een periode die in vergelijking met de middelingtijd van de betreffende

luchtkwaliteitseis significant is'. Hieruit blijkt dat de duur van de periode dat iemand (1

individu) gemiddeld wordt blootgesteld bepalend is voor de vraag of de luchtkwaliteit

moet worden beoordeeld. Er wordt daarbij verder geen onderscheid gemaakt naar de

gevoeligheid van groepen of de aard van het verblijf. De grenswaarden zijn opgesteld ten

behoeve van de gezondheid van de gehele bevolking.

http://wetten.overheid.nl/BWBR0022817/Hoofdstuk3/Paragraaf32/Artikel22/


December 2017

Pagina 7 van 34

3. SITUATIE BESCHRIJVING

Bij RMS Groenlo wordt mest afkomstig van varkens- en rundveehouderijen ingenomen,

als ook vaste mest,berm- en natuurgras. De bedrijfsactiviteiten omvatten een aantal

processen waarbij zowel stationaire als mobiele fijnstof en NOx emissiebronnen aanwezig

zijn. Deze emissies komen vrij bij de verbranding van diesel, andere brandstoffen.

Daarnaast wordt fijsntof geëmitteerd door een luchtwasser.

De representatieve bedrijfssituatie, waarop dit onderzoek gebaseerd is, komt overeen

met het gestelde in het aanvraagdocument.

In de omgeving liggen een aantal woningen. Figuur 3.1 toont de ligging van het bedrijf,

tevens worden een aantal omliggende woningen aangeduid. In figuur 3.1 is geen

bedrijfsopzet van RMS Groenlo opgenomen, voor een exacte invulling wordt verwezen

naar het aanvraag document. Uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) zijn

relevante toetsingspunten, objecten met de bestemming wonen, geselecteerd. In tabel

3.1 worden de toetsingslocaties samengevat.

Tabel 3.1 Geselecteerde toetsingslocaties representatief voor de omgeving

Nr Locatie (postcode) X [m] Y [m]

A Eimersweg 5, Eibergen 239.790 453.860

B Eimersweg 7, Eibergen 239.720 453.990

C Ruiterweg 14, Eibergen 238.905 453.585

D Deventerkunstweg 15, Beltrum 238.690 453.255

E Holtkampsweg 2, Groenlo 238.810 453.000

F Groenloseweg 55, Eibergen 240.260 453.435

G Groenloseweg 57, Eibergen 240.225 453.300

H Molenweg 14, Eibergen 239.410 454.510

I Deventer Kunstweg 11, Beltrum 238.575 453.750

J Het Blik, Groenlo 238.900 451.890


December 2017

Pagina 8 van 34

Figuur 3.1 Toetslocaties in de omgeving; (bedrijfs)woningen en gebouwen ( A t/m J )

De achtergrond concentratie voor NO2 voor referentiejaar 2017 bedraagt circa 14 µg/m3.

Bij een bronbijdrage van meer dan van 26 µg/m3 zal de NOx emissie de jaargemiddelde

grenswaarde van 40 µg/m3 overschrijden. Voor PM10 bedraagt de achtergrond

concentratie circa 18,5 µg/m3. Indien PM2,5, als onderdeel van PM10 wordt gekoppeld,

zal bij een bronbijdrage van meer dan 6,5 µg/m3 PM10/2,5 de jaargemiddelde

grenswaarde van 25 µg/ voor PM2,5 worden overschreden.


December 2017

Pagina 9 van 34

4. EMISSIESCHATTING

4.1 Inleiding

Bij RMS Groenlo is sprake van een bioraffinage. Mest en co/producten worden vergist

t.b.v. productie duurzaam groen gas en het vrijkomende digestaat wordt volledig

verwerkt. De werkzaamheden binnen de inrichting vinden 24 uur per dag plaats, als

onderdeel van een continu proces. Op het bedrijfsterrein zijn verschillende stationaire en

mobiele bronnen voor PM10 en stikstofoxide aanwezig.

In dit rapport wordt alle fijnstof als PM10 berekend, en wordt worst case verondersteld

dat PM2,5 gelijk is aan PM10. De fractie PM2.5 binnen het PM10 is sterk afhankelijk van

het type stofstroom en de gehanteerde filterinstallatie. Voor de processtromen van RMS

wordt daarom 100% van de PM10 fractie als PM2.5 beschouwd: Een aanname welke niet

reëel is, maar waarbij met zekerheid geen onderschatting wordt gemaakt.

Hieronder worden de emissieschattingen voor de verschillende bronnen uitgewerkt.

4.2. Emissiekengetallen en uitgangspunten

4.2.1 VERKEERSBEWEGINGEN OP EN TEN BEHOEVE VAN DE INRICHTING

Per jaar komen voor de aan- en afvoer circa 39.000 vrachtwagens en 9.500

personenauto’s op het bedrijf1. Worst case wordt per dag gerekend met 125

vrachtwagens en 30 personenauto’s per dag. Tijdens de aanwezigheid op het terrein

rijden de vrachtwagens circa 10 km/u en leggen maximaal een afstand van circa 1.700

meter af, inclusief eventuele rangeerbewegingen. Buiten de inrichting wordt er circa

1.300 m afgelegd vanaf en tot aan de N18. Hierna wordt verondersteld dat de wagens

opgaan in het reguliere verkeersbeeld.

Alle voertuigbewegingen zijn als één lijnbron ingevoerd, zijnde verkeer binnen bebouwde

kom. Rangeerbewegingen worden gemodelleerd door te veronderstellen dat er 100%

stagnatie is (op de inrichting wordt namelijk langzaam – rangerend – gereden). Ook de

emissie tijdens het stationair draaien op de weegbrug is hierin opgenomen. Hoewel

personenauto’s een veel kleinere afstand op de inrichting zullen afleggen, en niet via de

weegbrug zullen rijden, is bij de modellering dit onderscheid niet aangebracht: Er is één

rijlijn opgenomen vanaf de N18, via de inrichting en terug naar de N18.

De totale berekende NOx emissie door verkeer bedraagt 1.312 kg/jaar, de PM10 emissie

29 kg/jaar.

1 Voor de exacte getallen wordt verwezen naar het akoestisch rapport. Binnen het

luchtkwaliteitsonderzoek wordt een overschatting gemaakt van de aantallen om een

worst-case situatie door te rekenen.


December 2017

Pagina 10 van 34

4.2.2 GEBRUIK VRACHTWAGEN MOTOR TIJDENS LADEN EN LOSSEN

Tijden de aanvoer van o.a. mest en bermgras en de afvoer van CO2 wordt gebruik

gemaakt van de motor van de vrachtwagen. Deze emissies zijn meegenomen in de

berekeningen aangezien deze gezien het aantal en de duur van deze emissies niet als

verdisconteerd kunnen worden gezien in de verkeersemissies onder 4.2.1.

Voor de vrachtwagens worden de emissies ingeschat naar de emissienorm behorende bij

EURO IV bij een vermogen van 400kW. Bij het lossen van mest, bermgras en zwavelzuur

wordt circa 300kW gebruikt voor pompen, kiepen of storten, bij het laden van CO2 wordt

slechts 80kW vermogen gebruikt (gasverlading).

Drijfmest wordt in circa 30 minuten per vrachtwagen gelost, in totaal 9.360 uur per jaar.

Voor bermgras betreft het circa 15 minuten per lading, in totaal 2.652 uur. Zwavelzuur

wordt in circa 20 minuten gelost, binnen 312 uur per jaar. De afvoer van CO2 zal

eveneens in 312 uur per jaar plaats vinden (30 minuten per lading).

De NOx emissie bedraagt maximaal 3,5 g/kWh, de PM10 emissie 0,02 g/kWh (EURO IV).

De jaaremissie door het gebruik van de vrachtwagen motor gedurende laden en lossen

bedraagt circa 13.028 kg NOx, en 74 kg PM10.

[ 9360 uur * 300 kWh * 3,5 g/KWh * 10-3 g/kg = 9828 kg/jaar NOx ]




[ 9360 uur * 300 kWh * 0,02 g/KWh * 10-3 g/kg = 56 kg/jaar PM10 ]



[ 312 uur * 80 kWh * 0,02 g/KWh * 10-3 g/kg = 0,5 kg/jaar PM10 ]

4.2.3 GEBRUIK MOBIELE BRONNEN OP DE INRICHTING

Op de inrichting zijn mobiele bronnen in de vorm van verreikers aanwezig. Deze zijn in

totaal circa 4.000 uur in bedrijf, en hebben een vermogen van circa 120 kW waarbij

aangenomen wordt dat gemiddeld 60% van het totale vermogen wordt gebruikt. Er wordt

gebruik gemaakt van de methodiek van TNO (4). Hierbij wordt o.a. een gebruikfactor

(TAF) gebruikt binnen de emissieschatting. De TAF factor voor een rubber-Tire Loader

bedraagt voor NOx en PM10 respectievelijk 0,96 en 2,02.

[4.000 uur/jaar x 0,6 x 120 kW x 0,4 g/kWh x 0,96 (TAF) = 111 kg/jaar NOx]

[4.000 uur/jaar x 0,6 x 120 kWh x 0,025 g/kWh x 2,02 (TAF) = 15 kg/jaar PM10]


December 2017

Pagina 11 van 34

4.2.4 AARDGAS VERBRUIK INRICHTING

Binnen het proces wordt gebruik gemaakt van een banddroger. Deze aardgas gestookte

installatie heeft een emissie van 65 mg/Nm3 volgens opgave fabrikant. Worstcase wordt

voor de stookinstallatie verondersteld dat deze voldoet aan de eis van artikel 3.10 van

het Activiteitenbesluit van maximaal 70 mg/Nm3 bij 3% zuurstof, droge rookgassen.

Voor de emissie schatting wordt uitgegaan van continu gebruik, waarbij alle branders

worden gebruikt. Het aardgasverbruik van de gehele inrichting bedraagt circa 9 miljoen

kuub per jaar.

Binnen de verspreidingsberekeningen is het aardgas verbruik naar boven afgerond tot 10

miljoen kuub per jaar om eventuele schommelingen in benodigd vermogen van de

branddroger, de CV installatie voor het kantoor, het incidenteel affakkelen van biogas of

biomethaan en de 2 noodstroom WKK’s binnen deze bron worden verdisconteerd.

Het standaard debiet op basis van het brandstofverbruik wordt berekend met de

volgende formule: Fs = Fbr x Vst x (21/21-Os)

Fs : standaard debiet (m3/u) van droog rookgas bij een standaard zuurstofconcentratie

Fbr: brandstofverbruik (m3/u)

Os: de zuurstofconcentratie betrokken op droog rookgas (3%)

21: zuurstofconcentratie in droge lucht

Vst : stoichiometrisch droog rookgasvolume (m3/m3)

Het stoichiometrisch rookgasvolume voor de verbranding van aardgas bedraagt bij

benadering: Vst = 0,199 + 0,234 x stookwaarde van aardgas (MJ/m³). De stookwaarde

van aardgas is 31,65 MJ/m3. Hieruit volgt de stoichiometrisch rookgasvolume 0,199 +

0,234 x 31,65 = 7,6051 m3 rookgas /m3 aardgas. Het debiet van droog rookgas

bedraagt:

[10.000.000 m3 x 7,6051 x (21/21-3%) = 89 * 106 m3/jaar]

Worst-case wordt een emissie van 70 mg/Nm3 NOx verondersteld. De NOx emissie door

de verbranding van gas bedraagt 6.210 kg/jaar.

[88,7 x 106 Nm3 rookgas/jaar x 70 mg/Nm3 NOx x 10-6 kg/mg = 6.210 kg/jaar NOx]

4.2.5 FIJNSTOF EMISSIE LUCHTWASSER

De bedrijfshal wordt afgezogen en via de branddroger naar een luchtwasser geleidt om

daar te worden gereinigd. De emissie PM10 wordt ingeschat op basis van het afzuigdebiet

van 180.000 m3 per uur. De emissie wordt worst-case ingeschat op 5 mg/m3, gelijk aan

de emissie eis. De jaaremissie bedraagt daarmee ca. 7.880 kg:

[180.000 m3/uur x 5mg/m3 x 8.760 uur/jaar x 10-6 mg/kg= 7.884 kg/jaar PM10]


December 2017

Pagina 12 van 34

5. MODELBEREKENING

5.1 Verspreidingsmodel

5.1.1 ALGEMEEN

Berekeningen zijn uitgevoerd om de bijdrage NO2, PM10 en PM2,5 door de inrichting aan

de achtergrondconcentratie te kwantificeren. Voor deze berekeningen is gebruik gemaakt

van het softwarepakket GeoMilieu Stacks versie 2017.1 release 18 mei 2017. Dit

programma is een implementatie van het NNM. Er zijn voor PM2,5 geen individuele

berekeningen uitgevoerd; worst case wordt verondersteld dat PM2,5 gelijk is aan PM10.

Volgens het NNM dienen statistische berekeningen uitgevoerd te worden over een periode

van tenminste vijf jaar. De berekeningen zijn uitgevoerd over de periode 1995 t/m 2004

zoals de beheerscommissie van het NNM aanbeveelt. Het opgegeven referentie jaar is

2017. Er is gebruik gemaakt van de emissieschatting uit hoofdstuk 4.

De bronnen voor emissie zijn aangegeven in Amersfoortse coördinaten. De berekeningen

zijn uitgevoerd op de voorgestelde toetsingslocaties. De ruwheidslengte is bepaald door

het model (Pre-SRM) en bedraagt 0,09m.

5.1.2 MODELLERING

De emissies van verkeer zijn als lijnbronnen ingevoerd op de locatie waar de

verkeersbewegingen plaatsvinden. Er wordt 100% stagnatie verondersteld, rekening

houdend met eventuele rangeerbewegingen. Voor meer informatie zie bijlage A.

De emissies van de vrachtwagen motoren tijdens het laden en lossen van bermgras,

drijf- en vaste mest en de afvoer van CO2 zijn ingevoerd als een oppervlakte bron, op 1,5

meter hoogte, zonder warmte inhoud. De emissies zijn ingevoerd gedurende 4.380 uur

per jaar, random verdeeld. Hierbij is het tegelijkertijd laden/lossen van verschillende

vrachtwagens mogelijk, gemodelleerd binnen circa 12 uur per dag. Dit komt modelmatig

het best overeen met een worst-case werkelijke situatie, waarbij gedurende 24 uur per

dag emissie kunnen optreden, maar waarbij de emissies geconcentreerd binnen circa 12

uren optreden. De emissie door verreikers zijn eveneens binnen deze bron opgenomen,

daar de locatie en de bedrijfstijden o.a. gerelateerd zijn aan de aan en afvoer met

vrachtwagens. Er is worst-case met een percentage direct uitgestoten NO2 gerekend van

10%.

Zowel de NOx emissie van de branddroger en de fijnstof emissie van de luchtwasser is

als serie puntbronnen opgenomen, ter hoogte van de emissiepunten van de luchtwasser.

Deze bronnen zijn volcontinu, met een beperkte warmte inhoud, en lage uittrede

snelheid. De bronnen zijn gemodelleerd met gebouwinvloed, waarbij door het model de

bronnen zijn gekoppeld, afhankelijk van de afstand tot de betreffende gebouwen.

In paragrafen 5.2 tot en met 5.4 volgen de berekende concentraties op leefniveau en

resultaten voor NO2 en fijnstof ter hoogte van de vastgestelde toetsingslocaties uit

hoofdstuk 3.


December 2017

Pagina 13 van 34

2.2. Resultaten verspreidingsberekeningen NO2

In tabel 5.1 worden de berekende concentraties op leefniveau voor NO2 gegeven.

Tabel 5.1. Achtergrondconcentratie, bijdrage en totale concentratie voor NO2 en het aantal overschrijdingen voor de grenswaarden voor locaties A t/m J

Loc X Y

Achtergrond

concentratie

(μg/m3)

Bijdrage

(μg/m3)

Totale

concentratie

(μg/m3)

Aantal

overschrijdingen

(#)

A 239.790 453.860 12,8 1,71 14,6 0

B 239.720 453.990 12,8 1,62 14,5 0

C 238.905 453.585 13,0 0,96 14,0 0

D 238.690 453.255 13,0 0,57 13,6 0

E 238.810 453.000 13,0 0,42 13,4 0

F 240.260 453.435 14,1 0,62 14,7 0

G 240.225 453.300 14,1 0,67 14,7 0

H 239.410 454.510 12,8 0,60 13,4 0

I 238.575 453.750 13,0 0,42 13,4 0

J 238.900 451.890 13,8 0,12 13,9 0

Uit de tabel blijkt dat de jaargemiddelde grenswaarde van 40 μg/m3 op geen van de

toetsingslocaties overschreden wordt. Ook de uurgemiddelde grenswaarde (200 μg/m3)

wordt niet vaker dan 18 maal overschreden.


December 2017

Pagina 14 van 34

5.3. Resultaten verspreidingsberekeningen PM10

Tabel 5.2 geeft de resultaten van de verspreidingsberekening voor PM10.

Tabel 5.2. Achtergrondconcentratie, bijdrage en totale concentratie voor PM10 en het aantal overschrijdingen voor de grenswaarden voor locaties A t/m J

Loc X Y

Achtergrond

concentratie

(μg/m3)

Bijdrage

(μg/m3)

Totale

concentratie

(μg/m3)

Aantal

overschrijdingen

(#)

A 239.790 453.860 18,2 0,73 18,9 7

B 239.720 453.990 18,2 0,63 18,8 7

C 238.905 453.585 18,2 0,27 18,5 7

D 238.690 453.255 18,3 0,22 18,5 7

E 238.810 453.000 18,3 0,14 18,4 7

F 240.260 453.435 18,5 0,20 18,7 7

G 240.225 453.300 18,5 0,18 18,7 7

H 239.410 454.510 18,4 0,18 18,5 7

I 238.575 453.750 18,3 0,11 18,4 7

J 238.900 451.890 18,2 0,04 18,2 6

Uit de tabel blijkt dat de concentratiebijdragen ter hoogte van alle toetsingslocaties lager

zijn dan 1,2 µg/m3, oftewel 3% van de wettelijk toegestane jaargemiddelde concentratie

(40 µg/m3). De bijdrage van de inrichting draagt dus in het geheel niet in betekenende

mate (NIBM) bij aan de achtergrondconcentratie PM10.

De jaargemiddelde grenswaarde van 40 μg/m3 wordt op geen van de toetsingslocaties

overschreden. Het aantal dagen dat de daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 wordt

overschreden is op zijn hoogst 7. Dit is lager dan het toegestane aantal van 35 per jaar.

5.4. Toetsing aan grenswaarde voor PM2,5

De achtergrondconcentratie PM2,5 ter hoogte van de toetspunten is circa 11,7 µg/m3. De

hoogst berekende bijdrage aan de PM10 achtergrondconcentratie is 0,73 µg/m3. Dit

betekent dat, indien alle PM10 gelijk is aan PM2,5, er ter hoogte van de toetsingslocaties

een jaargemiddelde concentratie optreedt van maximaal 11,7 µg/m3 + 0,73 µg/m3 =

12,4 µg/m3. Hiermee wordt ter hoogte van de toetsingslocaties voldaan aan de

jaargemiddelde grenswaarde van PM2,5 (25 µg/m3).


December 2017

Pagina 15 van 34

6. CONCLUSIES

Buro Blauw heeft in opdracht van VanWestreenen een onderzoek uitgevoerd naar de

inrichting van RMS Groenlo. De emissies van stikstofoxiden en fijnstof ten gevolge van de

activiteiten van RMS Groenlo zijn inzichtelijk gemaakt. Met behulp van verspreidings-

berekeningen zijn de immissieconcentraties getoetst aan de grenswaarden van de Wet

milieubeheer.

Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies geformuleerd worden:

1. De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie NO2 wordt op geen van de

toetsingslocaties overschreden. Ook de grenswaarde van NO2 als uurgemiddelde

van 200 μg/m3 wordt niet vaker dan 18 keer overschreden.

2. De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM10 wordt niet

overschreden. Ook de grenswaarde van PM10 als 24-uursgemiddelde van 50

μg/m3 wordt niet vaker dan 35 keer overschreden.

3. De jaargemiddelde grenswaarde voor PM2,5 van 25 μg/m3 wordt niet

overschreden.

RMS Groenlo voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Wet milieubeheer.


December 2017

Pagina 16 van 34

7. LITERATUURLIJST

1. N.A.H. Jansen, B. Brunekreef, G. Hoek, M. Keuken. Verkeersgerelateerde

luchtverontreiniging en gezondheid, een kennisoverzicht. sl : Institute for Risk Assesment

Sciences, Universiteit van Utrecht, 2002.

2. Kenniscentrum InfoMil. Luchtkwaliteit - PM2,5. www.infomil.nl. [Online] [Citaat

van: 06 01 2015.] http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-

lucht/luchtkwaliteit/wettelijk-kader/pm2-5.

3. Regeling beoordeling luchtkwaliteit. 2007. Staatscourant. Nr 245, pag 40 [en

digitaal nr 2040.

4. Hulskotte, J. Verbeek, R. Emissiemodel Mobiele Machines gebaseerd op

machineverkopen in combinatie met brandstof Afzet. sl : TNO Bouw en Ondergrond,

november 2009. (TNO-034-UT-2009-01782_RPT-ML),.


December 2017

Pagina 17 van 34

BIJLAGEN

Voor de lijnbronnen (verkeer) geldt dat deze in het model verdeeld worden over

verschillende puntbronnen. In de scenariobestanden is per lijnbron telkens slechts één

puntbron getoond, in verband met de grootte van het scenariobestand zijn gegevens van

overige puntbronnen er uit gehaald.


December 2017

Pagina 18 van 34

A. Berekeningsjournaal scenario PM10

STACKS+ VERSIE 2017.1

Release 18 mei 2017

imodus= 1

n u10= 0

n u102= 0

n u103= 0

n u104= 0

runidentificatie DGMR rekenbestand-PM10-2017

Stof-identificatie: FIJN STOF

start datum/tijd: 13-12-2017 12:42:45

datum/tijd journaal bestand: 13-12-2017 12:45:28

BEREKENINGRESULTATEN

Geen percentielen berekend

Berekening uitgevoerd met alle meteo uit Presrm!

PM10-Overschrijdingsdagen gecorrigeerd met 0 voor harmonisatie met CAR

Meteo Schiphol en Eindhoven, vertaald naar locatiespecifieke meteo

De locatie waarop de achtergrondconcentratie (en meteo) is bepaald : 239733 453526

De basis-meteorologie EN afgeleide meteo (u*, L etc) is via de PreSRM verkregen

Bron(nen)-bijdragen PLUS achtergrondconcentraties berekend!

geen zeezoutcorrectie toegepast

Generieke Concentraties van Nederland (GCN) gebruikt

Deze zijn gelezen met de PreSRM module; versie : 1.702

Opgegeven eigen dubbeltellingscorrectie achtergrondconcentraties 0.0000

Windroos-waarden berekend op opgegeven coordinaten: 239733 453526

GCN-waarden in de BLK file per receptorpunt berekend.

opgegeven bestand voor verkeersemissies:

C:\Users\JAAP~1.PET\AppData\Local\Temp\GEOMILIEU\CORE_0\0-0-

A\Emissiefactoren_car

opgegeven bestand voor emissies snelwegen:

2e bestand voor interpolatie emissies snelwegen:


December 2017

Pagina 19 van 34

opgegeven bestand voor emissies niet-snelwegen:


A\Emissiefactoren_2017.update2017.txt

2e bestand voor interpolatie emissies niet-snelwegen:

opgegeven fracties vekeer op za en zo: 0.870 0.520 0.330 0.840 0.340 0.160

en voor bussen op za en zo: 0.660 0.500

Er is gerekend met weekdag factoren

opgegeven bestand voor verkeersintensiteiten:

C:\Users\JAAP~1.PET\AppData\Local\Temp\GEOMILIEU\CORE_0\0-0-A\intens.bus.files

file percentages zijn per uur opgegeven in de intensiteiten files

Doorgerekende (meteo)periode

Start datum/tijd: 1- 1-1995 1:00 h

Eind datum/tijd: 31-12-2004 24:00 h

Prognostische berekeningen met referentie jaar: 2017

Aantal meteo-uren waarmee gerekend is : 87600

De windroos: frekwentie van voorkomen van de windsektoren(uren, %) op receptor-

lokatie

met coordinaten: 239733 453526

gem. windsnelheid, neerslagsom en gem. achtergrondconcentraties (ug/m3)

sektor(van-tot) uren % ws neerslag(mm) FIJN STOF windstil

1 (-15- 15): 4281.0 4.9 3.4 282.30 17.79 0

2 ( 15- 45): 4954.0 5.7 3.5 225.80 18.29 0

3 ( 45- 75): 7172.0 8.2 3.9 189.35 20.42 0

4 ( 75-105): 4883.0 5.6 3.3 233.10 23.46 0

5 (105-135): 5331.0 6.1 3.1 372.95 22.43 0

6 (135-165): 6056.0 6.9 3.1 558.15 21.58 0

7 (165-195): 9358.0 10.7 3.9 887.59 18.60 0

8 (195-225): 12649.0 14.4 4.7 1308.19 17.77 0

9 (225-255): 12201.0 13.9 5.2 1426.19 17.00 0

10 (255-285): 9182.0 10.5 4.3 1301.25 15.48 0

11 (285-315): 6416.0 7.3 3.9 841.19 14.39 0

12 (315-345): 5117.0 5.8 3.7 461.25 14.86 0

gemiddeld/som: 87600.0 4.0 8087.32 18.2 (zonder zeezoutcorrectie)

lengtegraad: : 5.0

breedtegraad: : 52.0

Bodemvochtigheid-index: 1.00

Albedo (bodemweerkaatsingscoefficient): 0.20


Aantal receptorpunten 10

Terreinruwheid receptor gebied [m]: 0.0900


December 2017

Pagina 20 van 34

Ophoging windprofiel door gesloten obstakels (z0-displacement) : 0.0

Terreinruwheid [m] op meteolokatie windrichtingsafhankelijk genomen

Hoogte berekende concentraties [m]: 1.5

Gemiddelde veldwaarde concentratie [ug/m3]: 18.57170 (excl. zeezoutcorrectie)

hoogste gem. concentratiewaarde in het grid: 18.93180 (excl. zeezoutcorrectie)

Hoogste uurwaarde concentratie in tijdreeks: 161.56194

Coordinaten (x,y): 239790, 453860

Datum/tijd (yy,mm,dd,hh): 1997 3 12 18

Aantal bronnen : 36

********* Brongegevens van bron : 1

** LIJNBRON VERKEER ** 1, [Weg 15] "Vrachtw, Vrachtwagen beweginge..."

segment[1/27]

X-positie van de bron [m]: 240128

Y-positie van de bron [m]: 453281

lengte lijnbron [m] 93.4

breedte lijnbron [m] 7.0

Hoogte lijnbron is 1.5

x- en y-coordinaten begin lijnbron: 240081.6 453286.9

x- en y-coordinaten einde lijnbron: 240174.3 453275.3

schermhoogte: 0.0

weghoogte: 0.0

ventilatiefactor (0-1) : 0.00

bomenfactor : 1.00

orientatie van de weg: 172.9

rijsnelheid voor deze weg: 10.0

gem. intensiteit personenautoos/dag 30

gem. intensiteit middelzwaar verkeer/dag 0

gem. intensiteit zwaar verkeer/dag 125

gem. intensiteit bussen/dag 0

Aantal bedrijfsuren: 87600

(Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0)

gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000000032

gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000000032

cumulatieve emissie over alle voorgaande bronnen: 0.000000032 over alle uren (

87600)


** OPPERVLAKTEBRON ** 28, [Oppervlaktebron 16] "Aan afvoer, Draaiende

vrachtwa..."



kortste zijde oppervlaktebron [m] : 88.8


December 2017

Pagina 21 van 34

langste zijde oppervlaktebron [m] : 203.2

Hoogte oppervlaktebron is : 1.5

Orientatie oppervlaktebron [graden]: 165.8






87600)


** BRON PLUS GEBOUW ** 29, [Schoorsteen 19] "EP1_1, Banddroger uitstoot 1"



langste zijde gebouw [m]: 42.2

kortste zijde gebouw [m]: 11.9

Hoogte van het gebouw [m]: 14.5

Orientatie gebouw [graden] : 168.8

x_coordinaat van gebouw [m]: 239399

y_coordinaat van gebouw [m]: 453610

Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 10.0

Inw. schoorsteendiameter (top): 0.80

Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.90

Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 6.25000

Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 13.36102

Temperatuur rookgassen (K) : 293.00

Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.084

**Warmte emissie is per uur berekend afh van buitenluchttemp**






87600)












December 2017

Pagina 22 van 34














87600)
























87600)







December 2017

Pagina 23 van 34



















87600)
























87600)



December 2017

Pagina 24 van 34























87600)























December 2017

Pagina 25 van 34



87600)
























87600)

lijst met receptorpunt die ergens een bronafstand van nul gaven:


December 2017

Pagina 26 van 34

B. Berekeningsjournaal scenario NOx/NO2

STACKS+ VERSIE 2017.1

Release 18 mei 2017

imodus= 1

n u10= 0

n u102= 0

n u103= 0

n u104= 0

runidentificatie DGMR rekenbestand-NO2-2017

Stof-identificatie: NO2

start datum/tijd: 13-12-2017 12:42:44

datum/tijd journaal bestand: 13-12-2017 12:45:30

BEREKENINGRESULTATEN


Berekening uitgevoerd met alle meteo uit Presrm!

Meteo Schiphol en Eindhoven, vertaald naar locatiespecifieke meteo

De locatie waarop de achtergrondconcentratie (en meteo) is bepaald : 239733 453526

De basis-meteorologie EN afgeleide meteo (u*, L etc) is via de PreSRM verkregen

Bron(nen)-bijdragen PLUS achtergrondconcentraties berekend!

Generieke Concentraties van Nederland (GCN) gebruikt

Deze zijn gelezen met de PreSRM module; versie : 1.702

Opgegeven eigen dubbeltellingscorrectie achtergrondconcentraties 0.0000

Windroos-waarden berekend op opgegeven coordinaten: 239733 453526

GCN-waarden in de BLK file per receptorpunt berekend.

Er is gerekend met de CAR systematiek (blk_car)

Er is gerekend met optie (blk_car)

opgegeven bestand voor verkeersemissies:


A\Emissiefactoren_car

opgegeven bestand voor emissies snelwegen:

2e bestand voor interpolatie emissies snelwegen:


December 2017

Pagina 27 van 34

opgegeven bestand voor emissies niet-snelwegen:


A\Emissiefactoren_2017.update2017.txt

2e bestand voor interpolatie emissies niet-snelwegen:

opgegeven fracties vekeer op za en zo: 0.870 0.520 0.330 0.840 0.340 0.160

en voor bussen op za en zo: 0.660 0.500

Er is gerekend met weekdag factoren

opgegeven bestand voor verkeersintensiteiten:

C:\Users\JAAP~1.PET\AppData\Local\Temp\GEOMILIEU\CORE_1\0-0-A\intens.bus.files

file percentages zijn per uur opgegeven in de intensiteiten files

Doorgerekende (meteo)periode

Start datum/tijd: 1- 1-1995 1:00 h

Eind datum/tijd: 31-12-2004 24:00 h

Prognostische berekeningen met referentie jaar: 2017

Aantal meteo-uren waarmee gerekend is : 87600

De windroos: frekwentie van voorkomen van de windsektoren(uren, %) op receptor-

lokatie

met coordinaten: 239733 453526

gem. windsnelheid, neerslagsom en gem. achtergrondconcentraties (ug/m3)

sektor(van-tot) uren % ws neerslag(mm) NO2 O3 windstil

1 (-15- 15): 4281.0 4.9 3.4 282.30 9.14 53.85 0

2 ( 15- 45): 4954.0 5.7 3.5 225.80 9.92 52.19 0

3 ( 45- 75): 7172.0 8.2 3.9 189.35 11.14 49.41 0

4 ( 75-105): 4883.0 5.6 3.3 233.10 13.83 43.78 0

5 (105-135): 5331.0 6.1 3.1 372.95 17.39 35.86 0

6 (135-165): 6056.0 6.9 3.1 558.15 19.66 28.24 0

7 (165-195): 9358.0 10.7 3.9 887.59 16.80 32.12 0

8 (195-225): 12649.0 14.4 4.7 1308.19 14.33 37.24 0

9 (225-255): 12201.0 13.9 5.2 1426.19 12.32 44.53 0

10 (255-285): 9182.0 10.5 4.3 1301.25 10.28 50.17 0

11 (285-315): 6416.0 7.3 3.9 841.19 8.39 56.46 0

12 (315-345): 5117.0 5.8 3.7 461.25 7.88 56.01 0

gemiddeld/som: 87600.0 4.0 8087.32 12.8 43.9

lengtegraad: : 5.0

breedtegraad: : 52.0

Bodemvochtigheid-index: 1.00

Albedo (bodemweerkaatsingscoefficient): 0.20


Aantal receptorpunten 10

Terreinruwheid receptor gebied [m]: 0.0900


December 2017

Pagina 28 van 34

Ophoging windprofiel door gesloten obstakels (z0-displacement) : 0.0

Terreinruwheid [m] op meteolokatie windrichtingsafhankelijk genomen

Hoogte berekende concentraties [m]: 1.5

Gemiddelde veldwaarde concentratie [ug/m3]: 13.46647

hoogste gem. concentratiewaarde in het grid: 14.40225

Hoogste uurwaarde concentratie in tijdreeks: 72.11365

Coordinaten (x,y): 240260, 453435

Datum/tijd (yy,mm,dd,hh): 1996 2 9 19

Aantal bronnen : 36


** LIJNBRON VERKEER ** 1, [Weg 15] "Vrachtw, Vrachtwagen beweginge..."

segment[1/27]



lengte lijnbron [m] 93.4

breedte lijnbron [m] 7.0

Hoogte lijnbron is 1.5

x- en y-coordinaten begin lijnbron: 240081.6 453286.9

x- en y-coordinaten einde lijnbron: 240174.3 453275.3

schermhoogte: 0.0

weghoogte: 0.0

ventilatiefactor (0-1) : 0.00

bomenfactor : 1.00

orientatie van de weg: 172.9

rijsnelheid voor deze weg: 10.0

gem. intensiteit personenautoos/dag 30

gem. intensiteit middelzwaar verkeer/dag 0

gem. intensiteit zwaar verkeer/dag 125

gem. intensiteit bussen/dag 0






87600)


** OPPERVLAKTEBRON ** 28, [Oppervlaktebron 16] "Aan afvoer, Draaiende

vrachtwa..."



kortste zijde oppervlaktebron [m] : 88.8


December 2017

Pagina 29 van 34

langste zijde oppervlaktebron [m] : 203.2

Hoogte oppervlaktebron is : 1.5

Orientatie oppervlaktebron [graden]: 165.8






87600)



















NO2 fraktie in het rookgas [%] : 5.00






87600)











December 2017

Pagina 30 van 34
















87600)

























87600)




December 2017

Pagina 31 van 34























87600)
























December 2017

Pagina 32 van 34



87600)

























87600)

















December 2017

Pagina 33 van 34










87600)

























87600)

lijst met receptorpunt die ergens een bronafstand van nul gaven:


December 2017

Pagina 34 van 34

VERANTWOORDING

Rapporttitel


Subtitel

Luchtkwaliteitsonderzoek in het kader van aanvraag

omgevingsvergunning

Rapportnummer

BL2017.8795.02-V02

Deze versie vervangt eventueel eerder uitgebrachte versies in zijn geheel

Trefwoorden

RMS Groenlo, Bioraffinage, Wet Milieubeheer, Luchtkwaliteit, Fijnstof,

Stikstofdioxide, Stikstofoxiden, PM10, PM2.5, NOx, NO2

Opdrachtgever

VanWestreenen

Adres

Varsseveldseweg 65d

7131 JA Lichtenvoorde

Contactpersoon

Barry Wopereis

Uitvoerder(s)

Jaap Peters, Catarina Miranda, Bram Geensen

Auteur

Jaap Peters

Functie auteur

Adviseur luchtkwaliteit

Paraaf auteur

Controleur

Catarina Miranda

Functie controleur

Adviseur luchtkwaliteit

Paraaf controleur

Datum

December 2017

Nude 54 – 6702 DN Wageningen

telefoon 0317 466699 – fax 0317 426111

email [email protected] – internet www.buroblauw.nl

mailto:[email protected]

toets luchtkwaliteitseisen rms groenlo b.v. · bij een bronbijdrage van meer dan van 26 µg/m3 zal...

Documents