van - ' ‘geert groote...kwada aard dan pas gaad naar bavan. vranwan habban tranwans taah al da...

80
Gerard Burger VAN - ' ‘GEERT GROOTE TOT VAN VLOTEN korte geschiedenis van het Deventer humanisme met rondwandeling dnnr de stad

Upload: others

Post on 26-Jan-2021

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • Gerard Burger

    VAN - '‘GEERT GROOTE

    TOTVAN VLOTEN

    korte geschiedenis van hetDeventer humanismemet rondwandeling

    dnnr de stad

  • Van Geert Grnute tut Van Vlnten

  • Vflflr Ed KGSIEI: whens enthauxiasme anmisbaflr is geweefl :51} her In: Hand kflmen vanhe: Van Water: gedenkreken.

  • Garard Burgar

    VAN GEERT GROOTE TOT VAN VLOTEN

    Karla geschfedenis van het Devemer humanisme,met mndwandefing door d6 Had.

    DaventerStichting Juhannas van Wotan

    MIVM

  • 6'Dam: uitgava is made: magalijk '/gamaakt mat steun 1mam hatHumanistisch Varbnnd Deventer .

    flntwerp flmslag: Mirjam 1"urinaluzfl'ulis en Titia Struiving‘ GmningenDruk: Nico B. de Bruijn EV, Deventar

    Copyright 19% {E} G.T.M. BURGERIDEVENTERNiets uit dcze uitgave mag warden veweelvaudigd enfflf npenhaar gemaakt, dnnrmiddei van druk, ffltuknpie, microfilm 0f 01:- welke andere wijze c1311 flflk, mariavmrafgaande schriftelijkr: toestemming van {1: autflur.Na par! Sf this bflflk ”my be repmduced in any farm, by print, phflrflprim, micmfiim(If any Lather mmnswflhaut wring}: penniflifln fmm the «Ruffian.

    ISBN 9D SUEQEfi-Z-l ICIP f NUGI fill

  • INHOUD

    Vunrwuflrd

    1. De Madame Devfltie:vnedingsbfldem vnflr hat humanism:

    II Het Nnflrdelijk humanism:

    III DE zcvanticndu: EEUW

    IV DE: Varlichtjng (achttieznde EEUW)

    V DE negentiande eeuw

    Tm slut

    RONDWANDELING

    Nntan

    Persnflnsregister

    14

    29

    35

    49

    58

    60

    T1

    Tr"?

  • Veerweerd

    Naaet keek braehl de Keizerlijke Vrije Hanaeetad Deventer eekhumanieme veert.|In de aeetiende eenvv, een periede van eeenemieehe bleei veer de elad,eaperteerde eij haar humanieme naar alle windetreken. De taehtig-jarige eerleg vereteerde aewel deze ale andere aetiviteiten+ Hetdnurde gernime tijd veer er weer humaniaten eptraden. I-Iet ging indie latere periedee em afzenderlijke individnen die epvielen deereriginaliteit en denkkraeht; tel een breed gedragen enereging kwamhet niet meer.De titel van dit beekje (“Van Geert Greete tet Van Vleten") eng~gereert een verbinding tueeen deze twee ze niteenlepende pereeen-lijkheden. ‘v'ier eemven liggen er tneaen hen en vverelden van vereehil.In heeverre is Geert lGreere vergelijkbaar met Jehannee van Vleten‘?He: enlange enthnlde gedenkteken veer Van Vleten bevat diene nit-epraak: De rnene en de nlnnreeheppgf beginnen bij ieder ven ens. Deevertniging dat de mene aijn eigen menevverding ter hand meetnemen, ziehzelf meet vervelmaken, beheerde tet het gedaehtengeedvan de “Medeme Devetie". Bedeelde ‘v'an ‘v’leten ieta dergelijke? Aanhet elet van dit geeehrift zal ik deee vraag preberen te beantweerden.

    Op vereehillende tijdetippen in de geeehiedenie heeft de etad enderdakverleend aan humanieten. De Deventer hevelking evenwe] elikte hundenkbeelden niet ateede veer aeete keek. Sylvanue in van zijn ambtentheven, Tyeeet de Patet en Jehannee van Vleten zijn eehandelijk hetAthenaeum nitgejaagd. Murmelline werd te Deventer vermeerd.EDaar etaat tegenever dat met inatemming van de Deventer beetnnrderein 1996 een gedenkteken veer Jehannee van Vleten en de Grete Peetgeplaatet in. De burgemeeater aelf eat in het aanbevelingeeemite’; heegruvvelijk veer de nagedaehtenie van zijn negentiende eenvvaeambtgeneet!

    De enthnlling van dit gedenkteken in een paeeende aanleiding em deepmerkelijke geeehiedenie van het Deventer humanieme eene kertearnen te vatten.

    6

  • I Be Madame Davatia: vaedingshadam vaar hat humanisma

    Hat Davantar humanisma hagint mat aan baakvarbranding.Rand 1365 varbrandda Magistar Gaart Graata, am aan ammakaar inzijn lavan ta markaran, ap da Davantar Brink aan stapal baakan avar”zwarla kunst”.Valgans zijn aigan zaggan was hij vaar zijn bakering tat las-bandighaid ganaigd: “Ondar alka graana baam an ap alka haga han-val hab ik antuaht gaplaagd", bawaarda hij.3 Graata antwikkalda ziahtat aan gadnaht baatapradikar an karkaritiaus.Humanistan watan niat za gaed wait as mat da anargiaka Gaart aan-rnaatan. Mag iamand dia baakan varbrandl vaar humanist daargaan?Graata daad maar war vaar humanistan angabruikalijk is; zijn vrau-wanhaat was angaavanaard an hij blank nial air in vardraagzaamhaidtan apaiahta van andarsdankandan.In 2i Over ha: huwair‘jk laat hij aan aalfs vaar zijn tijd angabruika-lijka afkaar van vranwan an sanualitait zian. Man zan -mat bahaudvan middalaanwsa vraamhaid- hat huwalijk, andanks magalijkataraahta haawaran, taah aak als gads sahapping knnnan basahanwan?Graata, da aanling, daaht ar andars avar. In zijn visia mag sanualitaitnaait mat liafda in varband gabraaht wardan. Da gavaran van hathuwalijk kaman vaart nit da nagatiava aigansahappan van da vrauw :“Latan allan dia van Adam afstamrnan da vrauw vrazan." Bavandianwardan vrauwan van gaslaahtsgamaansahap slaaht an kamt hunkwada aard dan pas gaad naar bavan. Vranwan habban tranwans taahal da naiging da baas ta willan spalan, “Onstandvastig, wispalturig anwraakzuahtig aaals za zijn." Walks arvaringan (a1 dan niat andargraana haman an haga haavals) aaudan ham tat daaa markwaardigaapvattingan habban gabraaht‘?4Nu had hij nata bana vaar vranwan aan waanvaarzianing gastiaht: hatMaastar Gaartshnis. Uit vaarzarg liat hij dan aak zijn atan daar aandraaivanstar aanraikan an gardijnan maastan varhindaran dat hij dagaziahtan van da zustars zag. Taan iamand nit zijn amgaving matvarbijstaring daarap raagaarda zai hij: “als ik kan zan ik mijn aranaak nag diahtstappen am haar starnman niat ta haavan haran.”

  • Een eveneens merkwaardig aspeet van Greete‘s eptreden, kwam naarveren in zijn ketterjagerij. Energiek vervelgde hij de aanhangers vande seete der “vrije geesten". Deze seete verkendigde de leer dat demens gelijk was aan ged en dat hetgeen de kerk zendig neemt zealsdiefstal, wellnst en trets, velkemen aeeeptabel is.5 Greete beeer—deelde mensen ep hun daden. Missehien verzette hij zieh met nametegen deze seete emdat deze. -in zijn egen- de levenspraktijk aantast-[ELTe beweren dat Geert Greete gesteerd was lijkt wat ver te gaan. Teehblijft hij een bundeling van tegenstrijdigheden. Hij is zewel dePetrarea als de Savenarela van de neerdelijke renaissanee. Ruim hen-derd jaar na Geert Greete‘s beekverbranding en de Brink. maakte defanatieke mennik Savenarela veer het Palazze ‘v’eeehie {eude paleis)in Flerenee een beetevuur van wereldse beeken en kunstveerwerpen.Tet Savenarela self ep de brandstapel belandde, verketterde hijandersdenkenden en zweepte hij ep tet bekering en beete. DeDeventer prediker deed hetzelfde tet aijn mend gesneerd werd deereen preekverbed. Geert Greete gedreeg zieh wel minder hysteri seh enliet menigmaal een verrassende andere kant van 2i perseen zien.Beeken verbranden; maar meer neg beeken verzamelen met eenenlesbare derst naar heidense auteurs als Seneea. Aan de ene kantvreuwen haten, aan de andere kant zijn huis epenstellen veer vreuwenen' er ever klagen dat er ae weinig jenge vreuwen teetraden.Pretesteren tegen de beew van de dem te Utreeht (velgens Greete kenhet geld beter aan de armen besteed werden}, maar tevens rustig inParijs veer een kapitaaltje aan beeken (”een kruesken vel geldes”)laten kepen. Alsef eek dat geld niet beter aan de armen besteed kenwerden!Een kleurrijke perseenlijkheid, dat wel. Hij liep er prineipieel alsseheeier hij. Daarever bestaan smakelij ke verhalen. Uit ergemis everGeerts rafelige muts wilde Dirk Gruter, de reeter van de Latijnseseheel, hem een nieuw exemplaar sehenken. Greete reageerde adrem: “wilje mij m‘n armeede entnemen"?fiHet is treuwens epvallend hee zeer de medeme deveten de nadruklegden ep eenveud van kleding. Sems ep het smerige af. Ze beweerde

    3

  • Zerbelt van Zutphen glashard: mVuile lderen aijn een kenteken vaneen blank gemeed'?

    Tijdgeneet van Petrarea, de grete Italiaanse sehrijver en diehter vande prille renaissance, mag men Greete beawaarlijk de NederlandsePetrarea neemen. Maar hij had dezelfde brandende belangstellingveer de sehrijvers nit de Oedheid. 1ilv'aarsehijnlijk entmeette hijPetrarea in 1366 in AvignenfiGreete betste met de maehten van zijn tijd. Hij vvas vend hij -en datis de humanist in hem- alleen aan aijn eigen gevveten verantweerdingsehuldig en aeker niet aan anteriteiten, met name niet aan de bissehep.Ter verheffing van het velk preekte hij in de landstaal. Dat hij prempteen preekverbed epgelegd kreeg. bevvijst dat de gevestigde maehtenallerminst entheusiast vvaren ever Greete’s epveedend vverk.In de verstrekkende middeleenvvse wetensehapsstrijd verkendigde hijhet standpunt dat mederne wetensehap megelijk zen makenfi‘ Oek indat epzieht kan men hem “humanist" neemen.Jehannes van Vleten eerdeelde ever hem:

    “Deer zijn zedelijke werkaaamheid veer kerkelijk leven en ender-wijs, verwierf hij zieh de reehtmatigste aanspraak niet minder ep denhaat aller enversehilligen en verdervenen zijner dagen, dan ep den lefaller weldenkenden aij ner en aller verdere tijden, bee die eek andersvan de aijne versehillen megen.”1fl

    Na Greete’s deed legde aijn epvelger Flerens Radewijns de basisveer een bevveging die half Eurepa aeu verevert'm. Mege GeertGreete een felle markante perseenlijkheid aijn geweest, aijn velge-lingen, de mederne deveten, vvaren deergaans minder kleerrijk enaeker minder fanatiek. Zij erfden van him stiehter de grete belangstel-ling veer beeken. Het eversehrijven daarvan beheerde tet himkemaetiviteiten. Omdat ze ep hnn heefddeksel een ganaeveer dree~gen, neemde men ze eek vve] “breeders van de penne”. Bij hetkepiéren entwikkelden ae een primitieve tekstkritiek, die in de vel-gende eeuvv deer de humanisten evergenemen en verbeterd aeu vverw

    9

  • den. Daarnaasl waren de breeders ap het gebied van anderwijs aetief.al was hun bemaeienis daarmee minder graat dan wel eens gedaeht is.Zij legden aieh meer ap apvaeden tae. De leerlingen van de Latij nsesehaal waanden in apvanghniaen ander begeleiding van de breeders.Zerbalt van Zntphen. die aijn werken te Deventer sehreef. geldt als debelangrijkste idealaag (na Graate) van de beweging. Hij verkandigdede apvatting dat hat valledig mans warden via een aantal stadia var-laapt en dal de mens zelf aatief maet werken aan zijn vervalmaking.

    De Madame Devalie is de eerste bijdrage van Naardelijk Eurapa aande Westerse Cultuur. Vanuit de Ilselstad Deventer straamden deideeeZn van de Devaten nit aver de IJsselvallei en verder aver detaenmalig bekanda wereld. Breeders en zusters van het Gemene{gemeensahappelijke} Leven naemden de valgelingen van GeertGraate aiah.

    In de periade valgend ap Graate‘s daad kapselde de kerk de bewe—ging langzaam in via de zagenaamde “Cangregatie van Windesheim”;_een kerkelijk erkende klaasterarde. Deee eangregatie bleef evenwelverbanden met de Madame Devatie en braeht belangrijke sahrijversvaart. waarander de Deventenaar Gerlaah Peters.

    Het beraemdste baek van de Madame Devatie is de Navaiging vanChrisnis van Thamas a Kempis. Het gaat am teksten afkamstig nit hetDeventer fraterhuis die Thamas gebruikte am an de Agnietenbergnabij Zwalle een baekje te eampanerenJIEen typerend eitaat daarnit:

    “Op wetensahap en klare kennis van aaken valt natnnrlijk niets aan temerken. want dat is allemaal gaed. en CLL. Heer wil het aak - maardil staat taeh aak vast: dat een gaed geweten, een vraam leven. nagaltijd haven alle wetensehappen te verkieaen is. (...) Op de laatste dagzal er niet warden nagegaan wat we hebben gelezen af geleerd. maarwait we hebben gedaan; en er aal niet warden gevraagd af we maaikanden praten en preken, maar af ans gedrag altijd in arde was"

    10

  • De Mederne Devetie had belangstelling veer kennis, rnaar het ginguiteindelijk etn de praktijk van het leven. Geen vveerden maar dadenef seals Greete self aei:

    “Wat baet vele gesereven efte gesaeht,die daet is al die niaeht’fl(niet vvat je sehrijft ef aegt,n1aar wat je deet is eeht)

    Zeker een hemanistiseh trekje van de beweging is de gedaehte dat dernens self meet vverken aan zijn vervelmakjng. Beekjes kenden daar-bij helpen, n1aar n1eesten in dienst staan van de levenspraktijk.Veel vvaarde kende n1en tee aan “humilitas” (nederigheid) en “sim-plieitas” {eenvend}. Het ege van de n1ens n1eest afsterven, vvaardeerer rnirnte kwarn ern aieh te vvenden naar het hegere. Sems lijken den1ede1'ne deveten beedisten. In elk geval ging van de bevveging eengeheel andere sfeer nit dan van de ltaliaanse Renaissance, die het “ik”eerder greter dan kleiner neigde te maken.

    De Mederne Devetie, een frisse vriesnaeht in de drnilerige, mid-deleenvvse herfst, greep snel ern sieh heen. Veer tie deminieaanse ket-terjagers vvas het een seert bestnettelijke ziekte. Inderdaad ver+spreidde de beweging zieh als de pest ever geheel neerdelijk Eurepa.Serns letterlijk teen de breeders nit Deventer vlnehtten veer deae ge-vreesde aiekte. Zij vveken nit naar Amersfeert en benvvden daar eenreeds gevestigd bmggeheefd verder nit.De beweging was rnede verantweerdelijk veer het klirnaat vvaarinengeveer een eeuvv na Geert Greete’s eptreden hun1anisn1e, n1aar eekreferrnatie en eentrarefennatie kenden epbleeien.Greete1s deer de kathelieke kerk niet heilig en aelfs niet aalig ver-klaard, seals everigens geen van 2i velgelingen. Ondanks degevveldige spiritnele vernieuwing die de deveten ep gang braehten,bleef in de reems—kathelieke kerk een enderstreeni van wantreuvvenaanvveeig.De geest van de Mederne Devetie stend haaks ep het Italiaan-

    11

  • aafFranaa kathaliaiama, dal: -zandar hat huiahalaahtig af bigat tawillan nnaInan, taah ganaigd ia am aan gratara taganatalling tuaaanthaaria an praktijk ta aaaaptaran. Daarbij is da gaaat van da MadamaDavntia maailijk varanigbaar mat hat braaf vnlgan van karkalijkaantafitaitan.In da middalaanwan an nag lang daarna baaahanwda [nan gaaatalijkanala manaan dia bijzandara kannia bazatan van da apanbaring an diaaak apaaifiaka gnnatan (aflatan bij vaarbaald) kandan varlanan aan hatkarkvalk. Da Madama Davatia vial dia bavnaraahta pnaitia van daalarna aan an prapagaarda aan brada varapraiding van vraagar“gahaima” kannia b.v. van da bijbal. Vandaar dat da davatan vaalaaarala takatan amzatta in da valkataal. Da bavvaging varaatta ziahtagan da middalaauwaa rangan- an atandanmaataahappij. Hat aaaantvaraahaaf naar da paraaanlijka varantwaardalijkhaid. Daardaarkwaxn aan humanistiaaha antwikkaling ap gang, dia anharraapalijklaidda tat varvraarnding van hat gainatimtianaliaaarda galaaf. Diadraiging vaar baataanda maahtaatruatnran is daar valan saharpaangavaald.In bapaalda kathaliaka kringan blaaf man Graata baaahanwan aladagana dia aawal da rafannatia ala hal “gaddalaaa” humaniama haduitgalakt. Da daminiaaan Waijara gatnigda daarvan nag in da tvvin—tigata aauw:

    “Jammar dal da gaaat dar duiatarnja zijn gniahalapal andar valaah liahttat miaiaiding van aaniga gaalaahtan vaart kan zattan. Dagaaatalijkhaid graaida ap uit aan galaidalijk gahaa] haidanaah—humanistiaahan bndaIn.(...) Graata, Gaart- Ean brava jangan. Ala atn-dant ta Parija iatvvat baarnaland mat da rij ka inkarnatan dar ham var-Inaakta Dnmhaar—prabanda. In nnbavaagda hagaprakan nphitaand tatminaahting van dan garnaanaahappalijkan OffardianaL Saaiaal aanapalbrakar. Ean dwaradrijvanda avaraahtaa gndadianalatiahtar.Grandlaggar van clan taahtigjarigan aarlag an van da driahan-dardjariga anti-papiatarij."i3Taan daza takst varaahaan {1931) was aak binnan da rnama—kathaliaka Kark da harwaardafing vaar da “Madama Davatia” raada

    12

  • lang ap gang. Een inapiraranda Ial daarin ia gaapeald daar TitusBrandama. dia bij da anthnlling van da gadankataan aan da DavantarBraadarankark aan taaapraak hiald.Halarnaal angalijk had Waijara Inat aijn hiarbavan gaaitaarda nit-apraak niat. Da Madame Davatia aahiap aan afaar waarin hat huma-niama an andara gaaatalijka nianwliahtarij kandan gaan blaaian.” Alada bawaging ap haar ainda laapt laat zij an in rafannatia, aantra-rafannatia an hnrnaniarna. Oprnarkalijk ia dat zawal Lnthar an Calvijnala hnn kathaliaka laganpaal Ignatius van Layala, (atiahtar van daJazn‘iatan) apgavaad zijn daar braadara van hat Gamana Lavan.Datzalfda galdt vaar Caperniana.15 Lavala'a bafaamda Gaaarahjkaaafaningan ia aan bewarking van Zerbalt'a van Zntphan’a nlaaatar-wark DE Aananaianfbns.Maar aak grate hnnlaniatan habben hnn vvartala in da MadameDavatia, waarandar Niaalaaa van Cnaa an Waaaal Ganafart. Haazaarzij aak daar daze bawaging zijn ba'l‘nvlaad, in atrikta ain knnnan zijgaan “madarna davatan" maar ganaamd wardan.

    ..-_——-I—--I—-—u- -|- -- ---

    ._.

    .-

    urn-1H"

    !arr

    .Aannan Nana; nan WDCQ‘IE Davofit

    +' 3;“ and: DEVEHTEEL I'H 1540.,atam0wnb‘20-

    :- nae mma: at gs.lmflt M‘

    Gadenkataan an :1: Braedarankark

    13

  • II Hat Naardalijk humaniama

    Vanuit Davantar uitgaaaaid kaarda hat gadaahtangaad van GaartGraata, humanistiaah gaklanrd, tamg naar da atad. Da wag liap viaaan graap galaardan dia ta Aduard bij aankwam. Da athlatiaaha an aaarmuzikala Agfiaala praludaarda daar inapirarand.Zijn laarling, Alaaandar Hagiua, maakta in Davanlar van da LatijnaaSahaal aan aantrum vaar humaniama. In taganatalling tat hat Italiaanahumaniama, kanmarkl: hat naardalijk humaniama aiah daar aan uitga-aprakan padagagiaaha inalag.

    Za antaland vanaf angavaar 143C! aan twaada vanuit Davantaruitgaanda galf dia apniauw da anltuurgaaahiadania diapgaand zaubainvlaadan. Ean humaniamaa darmata gaklaurd daar da afaar van daMadama Davatia an varapraid daar da Davantar Latijnaa aahaal, datman aan magan aprakan van “Davantar humaniama". In alk gaval wasda atad in da laat vij ftianda an bagin aaatianda aauvv da bakarmat vandil “Naardalijk humaniama”. Da Davantar Latijnaa aahaal vvard hat“Balgiaaa Athanaum“ ganaamd. (Hat Athanaaum van Nadarland).'fiDa ganaavaran van da braadara van hat Gamana Levan maaktanDavantar taanaangavand ap hat gabiad van baakpraduatia. In da val-ganda faaa (vanaf angavaar I480) ging da ral van da braadara avarnaar da bafaamda Davantar dmkkara.

    Niaalaas van Cuaa {1401-1464)

    Varraaaand am an vraag in da vijftianda aauvv aan aahta humanist alaNiaalaaa van Cuaa aan ta traffan. Niaalaaa van Cuaa (aak “Cusanua”ganaamd} brangt aan aaharpa aahaiding aan tuaaan galaaf an watan+Da mana is, in aijn viaia, hat aahappand aantmm van aan warald matanaindig vaal magalijkhadan. Da mana kan da vvarald laran kannanamdat daza valdaat aan wiakundig baaahrij fbara watmatighadan. Mal:aijn apvattingan maakta Van Cuaa da vvag vrij vaar da antwikkalingvan da madama natuunvatanaahappan. In zijn dankan zijn raada allaalamantan van hat hadandaagaa humaniama aanwaaig.”Hij baplaitta aan alamvattanda vardraagaaamhaid an aan intanaal4

  • belangstelling veer versehillende levensbeseheuwingen. Juist in deverseheidenheid, in de veelverniigheicl kernt de sehepping naar verenals “aelfentveuwing Geds”.13 Als hij deae epvatting enkele eeuwenlater verkendigd aeu hebben. zeu hij engetwijfeld uitgekreten zijnveer Spineaist. Typerend veer heni is zijn intiatief eni de keran in hetLatijn te vertalen. Hij entkende een wezenlijk enderseheicl tussen degedsdiensten.Van Cusa is te Deventer epgeveed deer tie Breeders van het Gernene

    Leven. Als hege kerkelijke funetienaris (kardi-naal) heeft hij de deveten altijd kraehtigbeseherrnd, juist in de peiierle dat aij eenniikpunt vvaren veer kettetjagers. Tijdens eenverblijf in Deventer in de aenier van 145](megelijk in de preesdij) stelde hij hen gerust.Hij beleefde hun alle besehenning en, eni de

    . aanvallen te laten epheudenv everlegde hij metif reeter Egbert van Eeek ever een andere

    kerkreehterlij ke status van de beweging.”In 146910 kende hij de stad een bedrag van4300 geuden Rijnse gnldens tee, met deepdraeht van de rente van dat bedrag tvvintig

    Nimlafls ”3“ CUE?- arine sehelieren in een speeiaal daarveerbestenid huis, een bursa, te enderheuden. De leerlingen nieesten ge—kleed gaan als de breeders van het Gemene Leven en hun leefwijaenieest daarniee evereensteninien.21 Dit epvanghuis, de bursa Cusana,b6vend aieh in de Bursesteeg. (nu Bursestraat) Het heeft de interna-tienale status van Deventer als enderwijsstad en humanistiseh een—truni sterk gestilnuleerd, juist erndat de verantweerdelijkheid veer debursa buiten het besleten Deventer vvereldje lag. Gedurende langerdan een eeuvv was de teeter van het Sint Nieelaas gasthuis te Cuesverantweerdelijk veer rle instelling. Hij beneennie de reeter en keesde leerlingen.22In 1682 is het gratis enderdak enigeaet in een geldelijke uitkering. In1309 blij ken er neg 3 van deae beuraen veer beheeftige sehelieren tebestaan.

    n...-

    15

  • De academie van Aduard

    Veerdat het brandpunt van humanismc zich naar Deventer verplaatste,cencentreerde het eich -zeals reeds vermcld-in het Cisterciéncerkleester te Adnard (in de been van Greningen}. De geleerde abt,Hendrik van Rees, vvas een geede gastheer veer intellectuelen uit dewijde emgeving.Ze entstend emstreeks 1480 een greep bevriende gelccrden, deer-gaans afkemstig nit dc sfeer van de Moderne Devetie, met denkbeel—den die steeds meer in de richting van het humanisme gingen. Hetaccent verscheef van dc inncrlijkc geestclijke entvvikkcling naarwetenschap en klassieke literatunr.In 1523 schreef de in Deventer epgeleide Gesevvijn van Halen:

    “Ik heb he: Aduard van veertig jaren geleden gekend.Wanneer gij teen een man van geleerdheid zecht, hadt gijhem in Adnard kunnen vinden, ef anders nergens in dczestreken. Aduard vvas teen minder een kleester, dan we] acade-mie. Waren eij neg in leven. dan eeuden hiervan mannen ken-ncn gctnigen als Agricela, Wessel Gansfert, WillemFrederiks, Jehannes Oslenderp die neg leeft, kanunnik teDevcntcr en eenmaal mijn leermeester, Rudelf van Langenuit Munster en Alexander Hegius, eveneens mijn leermees—ter"23

    1'v’annit Adnard kvvam hel prille humanisme naar Deventer em daarverder te greeien en vervelgens heel de teenmalige heschaafde wereldte bevruchten. Wesscl Gansfert en veeral Rudelf Agricela gaven in debeginpcriede dc teen aan.

    Wessel Gansfert (1419-1489}

    Dc Greningcr bakkcrszeen Wesscl Gansfert ging in Zvvelle naar delatijnsc scheel en vveende in het arme fratershuis van de breeders vanhet Gemene Leven. Hij studeerde in Keelen, Heidelberg en Parijs. Hij

    16

  • had de bijnanien “Ins rnnndi" [hetlieht van de wereld) en “magistereentradietienis” (meester van dediseussie). Hij beseeht vaak hetkleester “De Agnietenberg“ teZwelle en veerde daai' gesprekkenmet Themas a Kenipis.Hij heeft veel gereisd, ender meernaar ltalie. Franeisee della Revere(de latere Renaissaneepaus SistusIV) was een geede vriend van hem.Wessel {ze neenit rnen hem vaak)was een kenner van hel Grieks enHebreeuws en stend tevens alsknndig medieus bekend. De

    Inensen nieesten self maar beeerdelen in heeverre kerkelijke uitspra-ken verenigbaar vvaren met de Sehrift, vend hij. In 1439 is hij inGreningen everleden.

    Wessel Gansfert

    Rudelf Agrieela {1443-1485}

    Agrieela enderhield hartelijke eentaeten niet Wessel. Hij spreekt everde “allernanwste vriendsehapsband” tussen hen beiden. Zewel Wesselals Agrieela rnengden elementen van de Mederne Devetie met dievan tie Italiaanse Renaissance. Het brenvvsel dat entstend was bij zen—der en herkenbaar; een nnehter humanisme. met nieer geveel veer depraktijk {veeral van de epveeding) dan in Italie gebruikelijk 1vvas.Zewe] de Mederne Devetie als het Italiaans humanisme namen alsuitgangspunten de menselijke waarcligheid en het vennegen van dernens DlTl self venn te geven aan zijn leveni De Italiaanse humanistPiee della Mirandelai‘i laat ged ever de niens zeggen:“Ik sehiep n als een vvesen neeh aards neeh hemels, neeh sterfelijkneeh ensterfelijk alleen, epdat ge v eigen vrije venngever en ever-vvinnaar eijt. Ge kunt tet een dier entaarden en U let het Geddelijkeherseheppen."

    l?

  • Daze nitapraak was da Innaikala an apnrtiava Agrinnla up hat lijfgaachrevan. En avanala 1Van Cnaa an Waaaa] beachnnwda hij the manaala nan autnnnnm aadaiijk wazan, in ataat tnt hat anakan an vindanvan da varaat'htaifl.25Zijn maaat invlnadrijka wark is da Ba in vantfnna diafacn'ca, aan bnaknvar argnmantatialaar. Dat hij bij znndar gai‘ntaraaaaard was in Under-wijaharvnnning blijkt nndar ntaar nit aijnDe farmandn Studio, (nvar da npzat van da atndia) vvaarin hij plaitvnnr hnmaniatianh nndanvija. Enkala nitaprakan daaruit:“Zear valan Inakan nnk aanapraak np dia wnnrdanrijka an ainlnnakabaal Inakanda vakkan din hij nna vnnr tic knnatan dnnrgaan. Zijbrangan hnn dag dnnr mat diapntatiaa an nitan vanvarda nrakaltaal, nfnag jniatar. an baaprakan raadaala die a] anvaal aanwan gaan Oedipusgavnndan habban dia za kan nplnaaan, an clean nnk nnnit anllan vin-dan. Mat daze: dingan balaatan din liadan da arrna nran van da jnng—aran, aa dringan aa hnn np an prantan aa hnn in. Bij da maaatan dndanan in {la nag kwatabara jnugdjaran, ala bij nan tare halm, da- varwanh-ting van hat batara, da vrncht van hat intellect.”“Wat batraft hat varbataran van da varkaarda taalvaardighaidalaar dievvij ala kindaran np aahnnl gahad habban, lijkt rnij hat vnlganda nnt-tig. Zorg arvnnr dat ja wantrnnwig ataat tagannvar allaa wat ja tnt nntna galaard haht, varwarp allaa, ga arvan nit dat ja allaa rnnat afiaran,tanzij ja hat np gaaag an ala hat warn hij dacraat van da batara antanrajazalf want aigan kan rnakan.” 1‘5

    De Devantar hnmaniatankring

    Da hnmaniatan din aind vijftiandar’ bagin aaatianda aanw ta Davantarnptradan nf hnn vnrtning kragan, aijn -n1at nitznndaring van Eraatnna-taganwnnrdig gnaddaala vargatan. Tnnh habban za in hnn tijd aan aan-aianlijka invlnad gahad np watananhap an nnltnnr. Hat branhtDaventar in dn vnnrhnada van hat geeatnlijk lavan.Op hat gavaar af da lazar mat nan darn: lij at nanlan ta vannnaian, laatik hiar tnch nan parada vnlgan van balangrijka hnrnaniatan Elia inDavantar npgalaid aijn nf gavvarkt habban. Zij kantlan alkaar dnnr-

    13

  • gaans pcrsccnlijk. mct Erasmus als bindcndc fignnr.Waar in dc vnlgcndc ccnsvcn nitsluitcnd ccnaamc hnmanistischcvcgcls in dc stad rcndhiptcn (vaak vcrjaagd dncr stcncn dic ac naarhun kcp krcgcn}, zit hicr ccn cnmplctc awcrm hij clkaar. Dc persu-ncn dic nu kart bcschrcvcn wcrdcn, zijn gcknacn uit ccn vvcndcrlijkcDvcrvlncdfii

    Alexander Begins {1439f’40-1493)

    Hcgins maaktc dccl nit van dc acadcmic van Aduard. Mcdc dcnr aijnactivitcitcn als rcctcr van dc Latijnsc schcc] nntwikkcldc Dcvcntcraich tct hnmanistisch ccntrum.In dc ccrstc plaats was hij ccn lccrling van Agricola. Hij zci daar aclfcvcn”1k, lcraar in dc vrijc knnstcn cn tccn ncg ccn nicuvvcling np hctgcbicd dcr lcttcrcn, kvvam als vccrtigjarigc man an dc jcugdigcAgriccla. van wic ik allcs gclccrd hcb, vvat ik vvcct, cf andcrcn mcncndat ik vvcct.” In 1439 [cf 1440) in Burg Stcinfurtlfl {Wcstfalcn}gcbcrcn, vvcrd hij in 1433 rcctcr van dc Latijns schccl. Omstrcckscctcber 1435 dccldc hij dc lccrlingcn in trancn hct cvcrlijdcn vanAgricola mcc.Hcgins is vncra] als cpvncdcr van bclang. Vanwcgc zijn ijvcrcn vc-nrhct auivcrc Latijn, nccmdc mcn hcm vvcl “Dc aarrsvadcr van hctDnitsc humanismc”.19 Dccr [c wcrcn hccft dc mcns dccl aan hct gnd-dclijkc, hcwccrt hij in aijn Dfnlcng .9c dc wcrcnschcp.Hcgius’ cptrcdcn in Dcvcntcr ging gcpaard mct dc cpblcci van dcbcckdrnkkunst. Richard Pafract cn Jaccb van Brcda cpcndcn hunbcfaamdc drnkkcrijcn. Vannit dc bcckcnstad Dcvcntcr vcrsprciddcnaich hcndcrdcn vcrschillcndc nitgavcn nvcr dc vvcstcrsc vvcrcld,waarcndcr vccl vvcrkcn van klassickc autcnrs.

    Hct schriftclijk vvcrk van Hcgins is nict aijn belangrijkstc prcstatic.Hij is in dc ccrstc plaats inspiratcr van hct nccrdclijk hnmanismc. Hatis mcdc aan hcm tc dankcn dat ccn Dcvcntcr cplciding vncrtaan znugcldcn als icts cm cts np tc aijn. ccn brcvct van hnmanismc. Hcgins

    19

  • lagda da nadrnk np hat vanvarvan van aan grandiga kannis van Latijnan Griaks :“Wil ja grammatiaa bagfijpan, vvil ja in filnsnfia, rhatnriaa, Inatha-maliaa nf madinijnan arvaran warden, wil ja diahtar aijn, da H. Sahriftvarstaan laar clan Griaks.{..) Wannaar da gawnna mans ziah raadsmnaita gaaft da rnnadartaal anivar [a gabrnikan, hnavaal ta maar nlnatziah dan da mans van npvnading an watanschap schaInan aiah van aanbarbaaIs Latijn ta badianan. (..) Vnnn nvv stijl naar Cicarn. Vargilins,Sallnstjns an andara nitstakanda sahrij vars an diahtars."3fl

    agans da nvarlavaring is Hagins aan vriandalijk an snciaa] mansgawaast. Na aijn nvarlijdan in daaambar 1498 liapan da annan vanDavantar hniland maa in da bagrafanisstnat. Hij liat nitslnitendbnakan an aniga klading na, vvant aijn niat nnaanaianlijk varrnnganhad hij in stilts nndar da annan van:laa1r.1.3l

    Jnhannas Sinthins ( '3‘ 4533]?!2

    Niat vargatan mast warden dat Hagins_ _ .. ._ .r . bij aijn knmst naar Davantar a1 aan kli-"' ’ n1aat aantrnf dat dnnr da Mndarna‘ h ' Davntia garijpt vvas vnnr nianvva clank-

    " baaldan. Wat dat battaft wardt da and vanHagins vval aans vvat nvarsahat. Oakdnaantan als Jnhannas Sinthins vardiananvannalding. Hij vvas brnadar van hatGamana Levan an sahraaf sahnalbnakananals da “Verna dapnnantalia” (nit-drukkingan nn1 ta nnthnudan), n1aar isvnnral bakand gabiavan als laraar vanErasmus.

    a . . .DE Verbs dapananrnfia gadmktdnnr Pafraat in 149!)

    20

  • Barthulumeus van Keulen (c.1460-1514f1516}

    Barthelemeus van Keulen (eek Celeniensis geneemd) was de epvel-ger van Alexander Hegius. Hij gaf eveueens les aan Erasmus, die hemuitbundig prees. Hij stend bekend als een ijverig man, die gediehtensehreef en graag een geed glas wijn drunk. Als hij een ef ander under-werp geed in zijn geheugen wilde prenten, aette hij een kan wijn veersieh ep tafel. De geur en het verlangen naar de wijn beverderde, vel-gens zijn zeggen, de werklnst. Het is niel bekend ef hij deee methedeuek veersehreef aan zijn leerlingen en ef hij daardeer in prehlemen isgekemen. Hee het eek zij: in 1505 werd hij untslagen en epgevelgddeer de ennreeter Jehannes Venraedt.

    Jaenbus Faber (Jaeeh Smit 1473-1517)

    Dene leeter van de Latijnse seheel was een enthuusiast heeken-vereamelaar. Hij was bevriend met Hegius en had het bereemde marnuseript van Agrieela’s De inventions“ dinieetien (Over de dialectisehevinding) in sijn besit. Een gedeelte van Faber’s hiblietheek hevindtzieh thans in de Athenaeumbihlietheek, under andere een eneyelepe-diseh werk van Giurgie Valla. Faber gaf na de duud van Hegius degediehten van zijn vriend uit.

    Juhannes Murmellius (1430-1517)

    Naast Erasmus is Murmellius de belangrij kste vertegenweerdiger vanhet Deventer humanismer Te Reen'nund geburen kwam hij als der-tienjarige naar Deventer.Hij hervermde het underwijs in Munster en was vervulgens reeter teAlkmaar. Ten gevelge van nerlegshandelingen raakte hij zijn velledi-ge beait kwijt en vertrek naar Zwelle. Daar kreeg hij een eenfliet metListrius. Deze veelde sieh beledigd deer een van Murmellius’ punt-diehten.33 {In “Epigrnmnmm pnrnenerien”) Niet lang daama werdMurmellius reeter te Deventer. Listrius bleef weedend en auu hem in151? deer vergiftiging em het leven hebben gebraeht.34

    21

  • Murmallius schraaf 50 bnakan in vijftian jaari Zijn humanistisahanpvattingan zijn undar andara ta vindan in zijn “Saaparias” (bazam),aan aanval up da sahnlastiak, an in zijn “Handbnak vnnr larandan”.Da sahnnl mnat adala mansan kwakan an is niat uitsluitand bestamdvnar gaastal ij kan, maar vnnr alla mansaniBafaamd is zijn ”Kinder-pap” {Pappa puararum), hat pnpulairsta laar—bflak vnur da baginnnanda laarling Latijn. Hat bank is npgabnuwd uitvijf dalan: aan uitgahraida wnnrdanlijst Latijaadarlands up Dudar-warp gasartaard, aan nvarziaht van zinnan vnnr gabruik in hatdagalijks lavan, ragals van atiquatta an muraal, spraakwnurdan antanslntta aan baknnpta Latijns grammatiaa.

    Harman Busahins {1468-1534)

    Busahius is hat type van da rnndzwarvanda galaarda, da huma—nistisaha bnhamian. Dana laarling van Hagius an Agrianla, tavansvriand van Erasmus, sahraaf anti—nurlngsgediahtan. Twas daarvannam Erasmus up in aijn “QHEFEIH paais”. (klaaht van da vrada) Hijpubliaaarda aan vardadiging van hat humanisma. {“Vaifam barmai—ms”) Bij Erasmus basahuldigda hij Listrius van mflflrd up Murmalli-us. Erasmus antwnnrdda:

    “Als hat vvaar is vvat gij aagt. sun hat mij van Lislrius zaar spijtan, dathij an afkauranswaardig haaft gahandald; ik aal ham ar sahriftalijknvar nndarhnudan. a] as] dil waarsahijnlijk ta laat aijn.”-‘=‘5

    Jnhannas Caesarius (1460-1551)

    Caasarius vvas van 1493 tut 1503 varbnndan aan da Davantar schnnl.Hij pmduaaarda aan latijnsa sahnnigrammatiaa an varanrgda bijPafraat gadrukta uitgavan van wark van Jacquas Lafavra, da Fransahumanist dia baanbrakanda publicatias nvar Aristntalas up aijn naamhaaft staan, an dians vnlgaling Jussa Cliahtnva. Cliahtnva (vanNiauwpnnrt) vvas bavriand mat Erasmus an taganstandar van Luthar.

    22

  • Ortuinus Gratius (1448-1535)

    Gratius, afkemstig uit de Deveriter familie Graesfifi, heeft metMurmellius hij Hegius in de sehuelbanken gezeten. Hij vaurzag deKinderpap (Pappa puererum) van zijn sehuulkameraad van een inlei-dead gedieht. Gratius is altijcl trets gevveest up eijn aehtergrend. Zijnbijnaam was “de Deventerman”. Zijn humanisme is vuaral deerErasmus bei'nvlued. Uiteindelijk kvvam hij in Keulen emstig in eun-fliet met de humanist Reuehlin, vvat hem waedende reaetie’sepleverde van jeugdige humanisten. Verve]gens kreeg hij unk nag eenaanvaring met de kathulieke kerk. Deze vvenste hij te hervnrmen dearpublicatie van 3i Fuseieui’us Reruns, (bundeltje van aaken) eEn vaneummentaar veereiene vereameling histurisehe kerkelijke dueumen-ten. Dear zijn strijd met Reuehlin is Gratius vvel eens ten enreehte tutanti-humanist bestempeld.

    Gerard Geldenhauer {1482-1542)

    Als sestienjarige kwam Geldenhauer naar Deveuter. Later belanddehij in Utrecht. Veer hem was de Utreehtse bissehep Philips vanBeurgundie een suert renaissaneevurst vvieus bestemming hat waskunst en wetensehap te bevurcleren. Geldenhauer vvas sijn hufhuma-nist en sehreef zijn biegrafie. Verder heeft hij eeu aantal belangrijkepublicaties up zijn naam staan: een Bataafss Gssehiedeuis die in 1541een “veel vermeerderde druk" beleefde, Satireu en biegrafieiin vanAgrieela, Wessel Gansfen en Murmellius. De biugrafie van laatstge-nuemde (uit 151?) werd upgenemen in Murmellius’ Kindemup.

    Gerardus Listrius (1470!1480-?)

    Listrius studeerde te Deventer en bleef daar tut ungeveer 1500. Hijvervalgde eijn studies te Pavia en Basel. In 1516 werd hij reetar vande Latijnse sehaal te Zwulle. Hij was vriend en “famulus” (een suurtpaflieulier seeretaris) van Erasmus. Hij had [evens euntaet met Luther.In 151? was Murmellius karte tijd zijn assistent. Listriustr zuals reeds

    23

  • venneld, zen Munnelliue vermeerd hebben, teen deae een apetdiehtep hern had gepublieeerd. Ter verdediging aehreef Lietriue Canaan inmales; at veneneaev Hugues. {gedieht ever de lelij ke en gifige laater),gepuhlieeerd te Deventer bij Jaeeb van Breda.Het lijkt een Inan te aijn geweeet die veel vijanden beaat. Deaenhetitelde hij met een aeker geneegen ala “Liatriemaatigae”, {de geaelavan Liatriua) Uiteindelijk werd hij in Zvvelle deer de deminieanen aevervelgd dat hij meeat uitwijken naar Amerafeert.

    Erasmus van Retterdam (11469-1536)

    Ale het aan Geert Greete gelegen had, was Eraamua neeit geberen.Greete had eneverkernelijke beavvaren tegen pneatera die met “hnia—heudetere" {feeariae} earnenleefden en juiat nit ze‘n verbintenieentepreng Eraamua: “ea illieite et ineeate damnateque eeitu name”.(Uit enwetlige en verdeernelijke gealaehtagerneenaehap geberen)Eraarnua heeft zieh altijd

    diepgeaehaamd ever 2i afkemat Het zen

    de drijfveer kunnen aijn veer aijnatreven naar reern.0p negenjarige leeftijd kvvam hij,vergezeld deer aijn meeder, naarDeventer. De keuze veer Deventer(waareehijnlijk genernen deerEraarnuar geleerde vader} wijat epde reputatie die de Latijnae aeheel

    _ in die periede reeds had. Paa tegenhet einde van Erasmua‘ verblijf te

    ._ Deventer aeu Hegiua beginnen metaijn aeheelhervenning.Hee tegenetrijdig de eudereEraamua aieh eek ever aijn eplei-

    Eragmus ding in Deventer heeft uitgelaten.het is aeker dat hij Evin van de beate

    aehelen van 2i tijd heeft beaeeht.la Deventer rnaakte Eraarnua keania met de aehrijvera die hem zeuden

    24

  • vermen: Seneea, Augustinus en Hierenymus. In de seheelbiblietheekentdekte hij de teneelstukken van Terentius. die hij van buiten leerde.Erasmus heeft les gehad van Sinthius, die ven'ukt was ever zijn leer—ling. Sinthius aeu Erasmus ep aekere dag geestdriftig emhelsdhebben, hem veerspellend dat hij de heegste tep van kennis en be-kwaamheid zen bereiken. Deze uitspraak 2a] hij het leergierigejengetje de derst naar reem aangewakkerd hebben. Reeent enderaeekheeft geteend dat Erasmus heel trawuat aan zijn reputatie heeft ge-werkt. In dat lieht meeten aijn wisselende uitspraken gezien meetenwerden ever aijn Deventer periede.In het begin van zijn earriere gaf Erasmus heeg ep van zijn Deventerepveeding, ep geverderde leeftijd liet hij aieh er aeer negatief everuit.In de eerste fase. de tijd waarin hij neg enbekend was, gaf hij aiehveel meeite aijn naam te verbinden aan die van de bememdeAlexander Hegius. Om te bewijzen dat hij bepaald niet van de straatwas, stelde hij aijn humanistisehe stambeem ep. Hij, Erasmus was deleerling van de grete Hegius, die ep zijn beurt als leraar Agrieela had.Deze had perseenlijk het humanisme uit Italie gehaald en wel uitFerrara bij de bereemde Guarini. Erasmus ging er prat ep Agrieela inDeventer entmeet te hebben. .-Nu is het seer waarsehij nlijk dat Agrieela, ep deerreis van Duitslandnaar Greningen, tussen 1430 en 1434 Deventer regelmatig bezeehtheeft. Hijaelf venneldde bezeeken aan Devenmr in eeteber 1430 enapril 1434. Agrieela aeu in 1434 bij Alexander Hegius in de weningvan de drukker Pafraet gelegeerd hebben.Bij éen van die bezeeken is Erasmus aan Agrieela veergesteld enmeeht hij veer de grete man zijn bekreende gedieht “Pamphilusinsane Galateae eaptus Amere” veerdragen. (Pamphilus gevangendeer aijn krankzinnige liefde veer Galatea)Op de Deventer seheel kwam Erasmus eek met het werk vanAgrieela in aanraking. Ze vertelde hij een tekst van Agrieela vertaaldte hebben., namelijk een brief gerieht aan het gemeentebestuur vanAntwerpen.ln dezeifde tijd dat hij aijn humanistisehe stambeem epaette, begen

    25

  • hij een eampagne em het werk van Agrieela ep te speren en tedrukken. Hierep kwam een reaetie van Jaeebus FabertDene publieeerde in 1503 de Carmina {gediehten} van AlexanderHegius. De inleiding bestaat uit een brief gerieht aan Erasmus, waarinFaber Erasmus teeaegt het enbekende werk van Agrieela epenbaar temaken. Faber maakte de belefte niet waar. Erasmus bleef intussenaandringen ep publicatie van het werk van de geniale humanist. Zelfgaf hij intussen het geede veerbeeld deer ineidenteel teksten vanAgrieela te publieeren samen met aijn eigen teksten. Maar waar washet heefdwerk van de Meester‘? Het meest zieh in Deventer bevindentWaarem gaf niemand dit uit'? Uiteindelijk nam Alardust een te Deven~ter epgeleide Amsterdamse humanist, de taak ep aieh. Hij begaf ziehnaar Deventer en keeht het manuscript van Fabert Het werd enmid-dellijk duidelijk waarem dit werk neg niet gepublieeerd was: Hetbestend uit een samenraapsel van in versehillende handsehriftengesehreven teksten, waarbij het handsehrift van Agrieela zelf negr hetmeeiiijkste te enteijferen was. Uiteindelijk zergde een Leuvensevriend van Erasmust Derp, veer de eerste publieatie. DeAmsterdammer Alardus werkte neg jaren aan het prejeet en publi-eeerde pas in 1529 de definitieve tekst. Erasmus weigerde teen depublieatie te steunent emdat hij inmiddels in de fase beland was vanhet aieh afzetten tegen zijn Deventer epveeding.“Omstreeks 1520 had Erasmus xijn Ievensdeel bereikt: hij was inder-daad wereldbereemd gewerdent In de velgende jaren sehiep hij hetbeeld van de geniale geleerde die alles ep eigen kraeht bereikt had.Zijn greetheid kwam daardeer des te seherper naar veren. Geheel indie lijn sehreef hij in 1523: ”Redelphe Agrieele et Alexandre Hegie,quibus ege sane minimum dehebam, nenne plenam laudem tribue?”{prijs ik Rudelf Agrieela en Alexander Hegius niet kruiperig, aan wieik abseluut niets te danken heb‘?)Het gexegde van Themes a Kempis: “Alleen wie in eigen egen nietigis en alle eer en reem beseheuwt als waardeleae ijdelheid, die iswerkelijk greet” gaat veer Erasmus niet ep. Hij heeft gehunkerd naarerkenning en die niet zender veel inspanning verkregen. Hij blijft hetmeest epvallend preduet van het Deventer humanisme, endanks zijn

    26

  • spugan in da bran vvaaruit hij had gadrankan.Hat is niat za nnaailijk ta bavvijzan dat Erasmus - da grate humanist -aak da laatsta vaartraffalijka vartaganwaardigar van da MadameDavatia is gawaast. Zijn nadruk ap aan pralctisah ahristandam, zaalsdat bijvaarbaald in zijn Handbaakja van da ahristansaldaat tat uitingkamt, blijft gahaal binnan da sfaar van da valgalingan van GeartGraata. In zijn jangansj aran is zijn parsaanlijkhaid dafiuitiafgavanuddaar da braadars van hat Gamana Lavan.Zijn varbandanhaid mat Davantar ward in 1535 nag aans fannaalbavastigd. Taan kanda paus Paulus III harn da apbrangstan van daDavantar praasdij taa.33 In daza periada varlangda Erasmus tarug takaran naar da Laga Landau. maar aan jaar later avarlaad hij in Basal.

    Caarnhart an Deveutar

    In da twaada halft van da zastianda aauvv is hat Davautar humanismaavar aijn haagtapunt haan. Hat is an periada waaravar vvainig tanialdan valt. Wal aaudaaht behaaft da varbinding die as in dia tijdtussan

    Davantaran Caamhart1s gawaast35'

    " " Caarnhart publiaaarda in 155? inDavantar aan vartaling van Davsrrraasting van da ‘wijsbagaafiavan Baa-thins. Hat baak vvard daarSyruan Stainbarghan gadrukt.Caarnhart vvas niat za tavredan avarhat rasultaat vanvvaga da vala druk-fautan.Mat zijn Baathiusuitgava slaatCaarnhart aan hij aan audaraDavantar traditia. Van daaaklassiaka autaur zijn tantuiusta zasDavantar uitgavan bakand. OakMurmallius publiaaarda aanBaathiusuitgava mat aammantaar.

    Varandarstald is dat Caarnhart's publiaatia tat stand kwam mat staun

    27

    Caaruhart

  • van de Deventer burgemeester Hendrick van Mareke]. Die was vanafengeveer 1544 met hem bevriend geraakt.Teen Ceernhert in 156? Haarlem entvluehtte. aeeht hij aijn teeviuehtbij van Marekel en sehreef hij te Deventer het traetaat Lydens freesr.Hij dreeg dit aan aijn vriend ep enldal deze eveneens deer veel leedevervallen was. Na van Marekel’s everlijden. dreeg Ceernhert denieuwe uitgave van het traetaat ep aan diens zenn Jan.Dar Ceernhert te Deventer een bekende perseen was blijkt eek neguit twee andere gegevens.0p vastenavend 1534 veerden de studenten van de Bursa Cusana {heeteepasselijk) een teneelstuk van Ceernhert ep: Cemedie van eeaMinds veer Jeriehe. De veerstelling vend plaats in het raadhuis. Hetis enige bekende epveering van een teneelstuk van Ceernhert. Deealvinisten waren weedend maar neg niet maehtig geneeg ern deepveering te verhinderen. Zij klaagden bij het gemeentebestnur dat ereen gedslasterlijke eemedie was epgeveerd waarin de “n‘eesteliekeleere" (het ealvinisrne} een “spettelieke tevery” werd geneemd. Hetgemeentebestnnr riep reeter Arneldus Kistenius ter verantweerding.die aieh in een breedveerige verdediging van de demrne hield. Destudenten waren zelf ep het idee gekernen. sehreef hij, en vanCeernhert wisl hij alleen rnaar dat hij tegen de ealvinisten was en dathij in Den Haag gedebatteerd had.In 1935 kwarn een ander gegeven beven water dat Ceernhert rnetDeventer verbindt. Under een pand in de Assenstraat werden frag-rnenten van gebrandsehilderde rarnen gevenden. gemaakt naargravures van Ceemhert. De gravnres zijn gebaseerd ep de aehtdeligeprentenserie De rriemf van het gedafd van Maarten van Heenlskerk.De teksten zijn hengstwaarsehijnlijk van Cenrnhert self. 26 hebbenbetrekking ep het standheuden temidden van beprnevingen waardeerde aaligheid bereikt werdt. en sluiten rneei aan bij het te Devenlergesehreven traetaat.

    23

  • III De zavantianda aauw

    Da zavantianda aauvv is ta Davantar vnaral da gaudan aauvv gawaastvaar hat antihnmanisma. Be in da variga aauvvan npgabauwda grntaraputatia ging ta granda.Da taahtigjariga aarlag mat al aijn vanvikkalingan, anrgda vanr hatvarvaI van da harnanida Latijnsa sahnal. Vanraanstaanda galaardanaan da installing nauwalijks I'I‘IEEI‘ vnartbrangan.Ondar hat raatnraat van Gualtarus Svlvanus laak hat avan tathamiauwda blaai ta kaman. Daza traf naar aigan zaggan hat andar-wijsinstituut in aan “vanvnrdan, nnganrdanda, manstruanaa staat”.Hij daad aan dappara paging da sahnnl apniauvv ta Inakan tat aan aan-lI'llI‘fl van humanistisaha studia. Maar da tijdan waran varandard.Sylvanus ward in 1619 “aarvnl” aan da kant gazat, anldat hij waigardahat nndarwijs in prntastantsa ain ta harvannanfi” Da anargiaka anwainig vardraagzama pradikantan Ravius an Sibalius znrgdan arvaardat da Haidafiargsa catechismns vaartaan ap hat prngrannna kwam tastaan.Mal hat varval dar sahnal vnltrak aiah da aahtaruitgang van claDavantar «:flrulnzlvzarijan.41 Na aan plakkaat van Alva (1570) maast alkabaginnanda drukkar bawijzan dat hij apraaht hat Ware Galnaf aan-hing. Nadat da stad tat hat prntastantisnia avargagaan vvas, ging man,nu vannit aan andar Waar Galnnf, na nf da baakan wal danr da nrthn—dnaa baugal knndan. Zn niat clan valgdan ar maatragalan. Enkalavnnrbaaldan claarvan:Da drukkar Wambauts Innast in 1616 an baata batalan nrndat hij aan-dar tnastarnrning van hat stadsbastuur aan bnak had gedrukt.Zijn aallaga Van Walbargan kraag in 1639 aan baata apgalagd vanf4000.- (vnar dia lijd aan vannngan) vanvvaga da uitgava van aanbnakja mat gasprakkan tussan Jab an Simsan “apgaprapt an varvultaijnda mat aanstnatalvka an aalfs aanrbitanta vnila a‘aprassian”.Ongatwijfald bavatta dit, hadan tan daga halaas spanrlaaa baakja kri-tiak np da “Wara Gadsdianst". Ean bawijs dat hat humanistisahaspank nag randwaarda in da stad!Da gavalgan vvaran vanr da drukkars rampzalig. Za Hakkan wag of

    29

  • gingen failliet.

    Het Athenaenm in de beginperiade

    Revius en Sibelius, de bavenvermelde helden van de ealvinistiseheanverdraagaaamheid, hebben een grate ral gespeeld bij de apriehtingvan het Athenaenm Illustre, de Deventer Hagesehaal. Vanvvege hetdvvarsliggende Zvvalle is dit pretentiens apgeaet anderwijsinstitnutnaait tat een universiteit uitgegraeid.Was de {anjnse sehaaf in de vaarbije periade een braedplaats vaarhamanisme, in de nn valgende eenvven zal de gesehiedenis van hetDeventer humanisme steeds verbanden zijn met die van hetAthenaeam wastes.

    De Hagesehaal vverd gevestigd in een van de stiehtingen van deMademe Devatie: Het vaarmalig Lamme van Dieseklaaster in dePantsteeg. Dat de stiehting van de sehaal aak bedaeld vvas alsvaartaetting van de raemrijke Deventer andenvij straditie blijkt uit defeestelijke apeningsrede van David Seanderus, die als haagleraarwijsbegeerte aangetrakken vvas. Deae redevaering bevat een lafuspraak ap de stad Deventer. Hier began in de middeleeawen deverkandiging van het evangelie in de Nederlanden. Deventer hadAgrieala gesteund en Erasmus apgevaed. En in Deventer kreegErasmns‘r leer“vaar het eerst de stralende glans die met kraeht de duistemis deranvvetendheid van deae hele wereld heeft verjaagd. Deae stad apentnn in een weliswaar nienvve paging, maar met haai' gevvane en als hetvvare aangebaren gevael vaar de literataun een nieuvv gymnasium”.Oak het vvapen dat gekaaen werd vaar de nieawe sehaal vervvees naarde beraemde Latijnse sehaal. Het stelde de stadsadelaar vaar met eenbaek in de klanvven dat het apsehrift draeg: Renavabi'mr. {Er za]vemienvvd warden) Za vverd het Athenaeum vaargesteld als de apval—get van de Latijnse sehaal.Dat deae vemienvving geen vaamitgang apleverde (tenminste bezienvan humanistiseh standpunt) was het gevalg van de strenge plates-

    30

  • tantae eentrele. De Hegeaeheel vie] niet reehtatreeka ender het atadavbeatnnr, maaI ender een aeheelraad, waarvan de leden eurateren wer-den geneemd.Die aeheelraad was in 1619 in het leven gereepen em teezieht teheuden ep de Latijnae aeheel en zeala vermeld was het dit ergaanreeds gelnkt Sylvanna nit aijn peat te aetten. Fermeel deed het ergaanveeratellen aan de Gemeenteraad. Het beatend nit twee leden van devreedaehap, twee preclikanten der gerefermeerde gemeente en tweeperaenen nit de gezweren gemeente. De aeheelraad bemeeide ziehender andere met. de beneeming van de heegleraren. Deaen meeatenbelijdera en verdedigera van “de auivere Gerefermeerde leer’ aijn enbevendien meeaten ze de aegenaamde ”Aete van Eendraeht en anij-verheit in de Leere" tekenen. Deze aete bevatte de velgende teket:

    “Wij endergheaehreven prefeaaeren in de Ilnatre Seheel tet Deventerverklaeren epreetelijk in geeder eenaeientie veer den Heere, metdeaea enderteeekeninghe, dat wij van herten gheveelen endegheleeven, dat alle de artienlen ende atneken der leere in de Cenfeaaieen de Cateehiamna der Nederlantaehe gherefermeerde Kerekenbegreepen, mitagaedera de verelaringhe ever eenighe peineten derveerz. leere in den Natienalen Svnede, anne 1619 tet Derdreehtgheatelt, in allea met Gheda ween ever een keemen. Beleeven der-halven, dat wij de veer: leere ghetreuweliek zullen veerataen, naeevaeh van ena bereep, sender ijeta tegen deaelve. ‘t 51j direeteliek efindireeteliek te leeren efte te drijven. Ghelijek eek. dat wij nietalleene alle dwalinghen daer tegen atrijdende endenaemeliek die in deveerz. Svnede geeendemneert aijn, verwerpen; maer eeek sullentegenataen ende helpen weeren. Op peene, dat wij, hier tegen deende,ipae faete van enaen dienat anllen aijn gheauapendeert. Aldus ghedaenin den Seheelraet tet Deventen deeaen 22 Deeembria Anne 1629.”

    Del: atedenten meehten nitaluitend het Ware Geleef aanhangen enmeeaten regelmatig ter kerke gaan.41Waaraehijn1ijk zijn dit niet debeate veerwaarden em een hemaniatiaeh klimaat te beverderen.De meeate heegleraren blenken niet alleen nit in enverdraag-

    31

  • aaamhaid, niaar nnk in intellectuals nnbanullighaid. Ravius is in ditupziaht aan uitzundaring: hij wist zijn intnlarantia ta anmbinaran matgrnta bagaafdhadan.Ergarlijk was bnvandian da intaalt waarnndar da suhnul gabukt ging.Hnuglararanbaantjas uirculaardan in hat Davantar circuit van gaguadafamilies.Hat aarstu grants an [nah wal srnakalijka unnfliat nntstund al spuadigrand da hauglaraar Vsdalius. Daze figuur was gaimpnrtaard uit hatRama van hat Calvinisma: Ganéva. Ravius must in ham aan farmsbazarn gazian habban tar varwijdaring van znwai kathuliaka rastan alshumanistisaha vuilighaid.Vadalius wiarp aiuh up als da Davantar Ayatula Khnniaini.43 Hijsahraaf aan Isaak waarin hij I64 kattarijan van da ramunstrantan{gamatigda prntastantan) basuhraaf. In aan vnlganda publicatia vialhij da suhaiding tussan kark an staat aan. Vulgans Vadalius anu damagistraat uuk hat gazag in karkalijka aakan mautan habban. Hatgamaantabastuur badankta niat allaan vunr da ear, rnaar varbuudtavans hat gawraakta gasahrift ta publiuaran. Vadalius was uuk niatvlaiand vnnr zijn dria 'niada pradikantan: “Hun laar is die vanBallarniinus an andara jazu’iatan. Da gahaala stad is ar vnl van”.Du aangasprnkanau liatan hun suhanan niat an maar blauw suhnppan.Publiakalijk via da praakstnal, tut gaunt van hat karkvulk, vnuhtan dakarklararan hun twist uit. Du pradikant van da Grnta Kark vargalaakVadalius mat .cla dianaar van da hngapriastar Caifas dis Jazus aan“kinnabakslag” gaf, vnnr du pradikant van du Bargkark was hij davarradar Judas an in da Brnadarankark klunk hat suhaldwnnrd “hypn-uriat”.Hnawal da twist uitaindalijk ward bijgalagd, maakta Vadalius dat hijdu stad uitkwam.“Hij was ur niat in guslaagd hut vanuuds humanis-tisuha Davantar uni ta vnn'nan tut aan niauw Ganavui In Utraaht luktadat under invlnad van Vnatius wal.

    32

  • Descartes

    Een vriend van Descartes, Renerins, kvvani in 1631 naar Deventer emwijsbegeerte te deeeren en in Inei 1632 velgde Descartes hem.Descartes werkte in Deventer aan aijn Dieprriqne (leer van de straal-

    breking) en aan het Traits" a’amende. (verhandeling ever tiewereld) Dat laatste geschrifthield hij in aijn la, teen hijheerde dat Gallile'i' vereerdeeldvvas.Unverinijdelijk liep Descartestegen Revins aan, die premptaan ‘t bekeren sleeg. Dat mis-

    J lnkte jannnerlijk en Descarteshad er een bittere vijand bij.Later kwamen beiden in Leidenrecht tegenever elkaar te staan.Revius publiceerde daar eenaantal agressieve anti-Descartesgesehriften.De Deventer bedein bleek het

    ”Emma!“ aaaigeed van Descartes niet tewillen epnernen, met een nitzenderingfifln het Deventer deepbeekwerdt ergens in de periede eind jnli, begin angustus 1635 Descartesenvvettige dechtertje “Fransintgen” ingeschreven. Unbekend is heehet verder niet dit nieisje is gegaan. Misschien wenen er in Deventerneg afstarnrnelingen van de grete fileseef.Descartes vertrek uit de stad in neveniber 1633.

    Het Athenaenm in de vervelgperiede

    In de tweede helft van de aeventiende eenw lijkt er nieer ruinite tekenien veer afwijkende epvattingen. 1~.r’t’:u:irr 1661 blijken alle heegle-raren de acte (van Eendracht en snijverheit in de Leere) endertekend

    33

  • te hebben, behalve {em enduideiijke redenen) Mense Airing; daarnaentbreken de handtekeningen.Intnssen waren de predikanten verdwenen uit de seheelraad. In 1633pleitte de kerkeraad en] de predikanten daarin vveer ep te nemen ernhen [e laten letten ep: “De suij verhevt der leere en de Kerekenerde”.De seherpslij pers veelden hun greep ep he! enderwijs verslappen!Inderdaad venden beneeniingen pleats van milde heegleraren alsHendrieus van Diest (1639, heegleraar in theelegie en hebreenvvs),die pleitte veer een gedegen epleiding rink in talen als Svriseh enArabiseh en het belang van legiea en rheteriea enderstreepte. Oek zijnseen Samuel van Diest (in 1631 beneemd) stend bekend als ver-draageaarn en vrerlelievendi Hij was een van de eersten die Tvsset rlePatet hartelijk vvelkern heette in Deventer en hem adviseerde Grieks,Hebreeuws en theelegie te studerenflfiZeker ze telerant vvas Antenius aaeus. sinds 1691 predikant teDeventer en in 1694 tut heegleraar beneenid. Hij vervvees explieietnaar het Deventer humanisme teen hij “enze Erasmus” als een veiligegirls aanrnerktefi?

    Jnhn Loeke. de Engelse filnseef en grendlegger van het empirisme,legeerde in 1684 bij de Deventer arts Caspar Sibelius van Gear(1646-1696) (niet te verwarren met de steile predikant CasparSibelius). Leeke sen nek Tysset cle Pater entrneet hebben, cle huma-nist die in het velgende heefdstuk veel aandaeht eal vergeni

    34

  • [V De Verliehting {aehttiende eeuvv}

    Het Verliehtingshemanisme krijgt te Deventer gestalte in de perseenen het werk van Simen Tysset de Patet. Hij verdient in dit everaiehteen ereplaats, eek a1 emdat hij er in de Deventer gesehiedsehfijvingdeergaans bekaaid van af ltemt.43

    Simen Tysset tie Patet (1655-1733)

    Zijn leven

    Simen Tysset de Patet, afkemstig uit een hugenetenfamilie. werd in1655 te Lenden geberen uit een Franse vader en Engelse meeden (Inlatere tijden. als de stemming anti-Frans was, gaf hij aieh graag veerEngelsman nit}Kert na aijn gebeerte vertrek de familie naar Reuaan, vvaar Tyssetzijn eerste levensjaren deerbraeht. In 1664 verhuisde het geain naarNederland, eerst naar Delft clan naar Middelbnrg. Wat zijn vadernitveerde is neeit helemaal duidelijk gewerden. We] is bekend datTysset reeds ep dertien jarige leeftijd de kest veer het gezin meestverdienen. Ze ktvam er van een degelijke epleiding niets tereeht, het-geen hem levenslang dvvarsgeaeten heeft. Reeds als kind was hij aeerleergierig met als grete hebbv de studie van de vvisknnde.Twintig jaar end treevvde hij een arIne franse vvees.“Wij gaan vreeg naar bed, maar em het geed te maken staan vve eekvveer laat ep”, sehreef hij in de beginperiede van aijn hntvelijk.In 167“) vvist hij een baantje te krijgen als “leeter” en leraar Frans bijde Waalse kerk in Den Beseh. In 1630 kwam Tysset naar Deventer alsFranse seheelmeesten In Deventer viel hij ep deer aijn seherpe geest.humer en veelzijdige entwikkeling. Hij kvvam daardeer in aanrakingmet een greepje Deventer en Zntphense netabelen vvaarender Sibeliusvan Geer, Welter Jeseph van Wijnbergen en de Zntphenseburgemeester Wintsum. Ten hnize van Sibelius van Geer entmeettehij de befaamde Engelse fileseef Jehn Leeke. Oek bniten Deventerlegde hij eentaeten met “vrijdenkers”. Hierender vvas bijveerbeeld de

    35

  • Zwelse arts Srneeks die het imaginaire reisverhaal Besehryvinge vanhet megrr'g keningrijk Krinke Karma-s sehreeffi‘i' Waarsehijnlijk isTysset daardeer geinspireerd. Evenals Tysset kwam Srneeks in pre-biernen deer zijn publicatie. Tysset zen tevens in eentaet hebben ge-staan niet Balthasar Bekker, een verlieht predikantfiflIn 1690 werd Tvsset de Patet tet buitengeween heegleraar aan hetAthenaenrn beneernd. Dat deze briljante self made geleerde het zelang -zeven en veertig jaar- in Deventer heeft nitgeheuden kwamveeral deer zijn gebrek aan diplenra’s. Daardeer ken hij nergensanders aan de slag kenren. Zijn beneenring aan het DeventerAthenaeun‘r ktvani buiten de seheelraad en'r tet stand en leidde a1ennriddellijk tet een weedend pretest:“De eurateren van de Gezweren Genieente, in ervaringe gekemensijnde, dat de seheelmeester Tisset de Patet tet prefesser geeeren is,wearvan HEd. als Curateren geen de nrinste eenrnnrnieatie gesehietsijnde en deselve wegens desselfs beqaernheijt bij luyden van greetstudie sieh geinferrneert hebbende, denselven tet see een waerdigenarnpt geheel ennut ende enbeqaem geeerdeelt hebben, als sijnde eenperseen, die in ‘t nrinste in de latvnsehe taele niet geverseerd is, ver-seeeken derhalven dat nae desen in diergelijeke verldesinge, gelyekvan eudts gebruiekelijek, te megen werden gekent, epdat deselve.seeveel als in haer is, rnede serge kunnen draegen dat ‘t Gymnasiealhier, van see veele deftige ende illustre nrannen wesendegegandeert, see deende in geen verdere veraehtinge ef deeadentiemege geraeeken ende hv Tisset de Patet met geen ander eharaeter alsSeheelnreester mege werden geregwardeert."5'Velgens deze verklaring verlaagde de beneenring van Tysset hetnivean van het Athenaenrn. dat- ze gezegd- a1 aeveel bereerndeheegleraren had epgeleverd. Dat Tysset in het gehele bestaan van hetAthenaeuni de enige heegleraar is gevveest die de internatienaleideeEnevelutie beinvleed heeft, beheert tet de irenie van de gesehie-denis. Del: in Nederland heeft hij een veeraanstaande rel gespeeld inde entwikkeling van het hurnanisn'le.52

    Na eijn beneerning in 1690 tet buitengeween heegleraar heeft Tysset

    36

  • kraehtig naar een beneenting tet geween heegleraar gestreefd. Hetversehijnen van aijn eerste pnblieatie kan tnet dit streven in verbandgebraeht werden.Dit gesehrift had een ”neutraal” we+tensehappelijk enderwerp. In dezefase vernieed Tvsset elke aetie dieaansteet zen knnnen geven. De inhet Frans gesehreven verhandelinghad als enderwerp de aintniglijkewaarnenting. Tvsset beweert hierindat ntensen nitslnitend met een zin- '

    tnig tegeiijk knnnen waarnemen. In1694 verseheen een gnnstigebespreking van dit werk in hetNenvenujeurnn! des seevnm‘s. Welvlieht leidde dit beseheiden sueees in1699 tet zijn beneeming tet geweenheegleraar.Hierna leek Tysset’s earriere te stekken. Niet verwenderlijk geaienaijn hniselijke preblenien: aijn vrenw was negal ziekelijk en eek negveertdurend zwanger. In 1713 stierf zij en een jaar later hertrenwdehij met een wednwe van Zweedse afkentst. In tie daarep velgendejaren sehreef hij twee rentans: Het bereentde: Raiser: en eventnrsavan Jeques Messe': en het minder bekende Refs near Greeaiand. Dezewerken nteesten- gezien tie enehristelijke denkbeelden die eringeventileerd werden- aneniern gepnblieeerd werclen. Jaqnes Masséwas een instant sneees. Hee frustrerend was het veer Tysset dat aijnbeek we]. ntaar hij niet bereernd werd.Op den dunr lijkt hij ntee te werden van alle veeraiehtigheid die hijnteest betraehten. Uit het veerweerd van aijn tweede rentan (die veelminder aansteetgevende passages bevat dan zijn eerste en ever hetalgenteen 31s een slap aftreksel daarvan beseheuwd kan werden) kende eplettende leaer afleiden dat Tysset de auteUr was. Oek veert hijziehzelf in deae rernan ten tenele aIs een geniaal Deventer heegleraar.Helaas had het werk geen sneees.

    3?

  • In 1722 is het eindelijk sever elat Tysset ender zijn eigen naarn eenkritiseh artikel ewer de bijbel dnrfde te publieeren. Hij is dan al sevenen aestig. Dit artikel dat 1manaral het letterlijk nernen van bij beltekstenaan de kaak stelt, trek nanwelijks aandaeht. Hij ging in 1706 een stapverder en publieeerde in twee delen zijn Lefties ehnises (keuze uit debrievenl Deae beekjes aergden 1wzaar de 1verteuning die Tysset nitDeventer zen verdrijven. In ma publieeerde hij neg een driedeligeveraarneling van 2i gediehten, Les oeuvres peé’tiques en ten sletteaijn enige Nederlandstalige publieatie waarin hij zieh 1aerdeeligeletegen de aanvallen.Tyssnt 1«.rerhnisde naar IJsselstein. Tut an 1i nverlijden in 1733,aweeg zijn pen. Het is althans niet bekend ef er neg iets 1wan hem indrnk is versehenen. A] metal heeft hij seven publieaties ep zijn naan1staan.53

    Tyssnt’s denkbeelden

    Tysset’s wetensehappelijk werk is niet epvallendfi“ Zijn eriginaliteitligt in zijn elenkbeelden ever religie en maatsehappelijkevraagstukken, seals die in 3i brieven en rernans naar veren kenien.Zijn wereldreern is nitsluitend gebaseerd ep Veyeges et avaerares a’eJaqaes Masse". {Reizen en aventuren van Jaques Masse) Een werk dattet ep de dag van vandaag herdrukt Wflfdt.55Het beek heeft invleed uitgeeefend ep Voltaire en Swift. Er isbeweerd dat enk Defoe (“Robinson Crusoe") veel aan het bevel-Lentleend zen hebben, rnaar dat is twijfelaehtig. Het enderzeek dat inde verige eeuw naar het werk 1aan Defee heeft plaatsgehad, heeft welgeleid tnt de entdekking dat “Jaques Masse” was gesehr‘even deerTysset de Patent-isVan alle imaginaire reisverhalen, die meestal de funetie hadden upen-lijke ef verkapte kritiek ep bestaande teestanden te geven, is Tysset’sbnek het meest deerdrengen van de vrijdenkersgeestfi?Het ergste veer tie “Ware Gelevigen” was neg dat “Jaques Masse”1sergesr'en was van de denkbeelden van Spinezafifl Hierrnee startteTysset een kleine Deventer traditie die later veertgeaet zeu warden

    33

  • dnnr Heineken, Niauhnff an Van Vlntan.Op hat titalblad van hat bnak ataat dat hat in 1710 uitgagavan is inBordeaux bij Jacques. I’Avaugla {blinda Jaap). Na in hat bank aban-luut niat in IT“) uitgagavan, maar argnna tuaaan 1?13 an 1?]? an niat

    . , in Bordeaux, Inaar bi'na maker in Danmin“ .391?“ ”Tim Haag. “Blind: Jaap”J haaft hat bnak”MEWS Efflfim' ANTI“: nnnit bavnald, da vvaarachijnlijka nit-mmm- Wm ”‘3‘”m gavar is da Haganaar T. Jnhnann, in

    " wiana catalngua hat bank vnnr hat. aarat van'nald ataat.

    $33335; sen—WEE “fligflu Vanwage da talrijka uitwijdingan an“m ' ' ' “ETH- intrigaa is nan ganda samanvattingVOYiGES " r van hat boak nauwalijka ta gavan.avaawans Hiar vnlgt nan npanmnflng van daHWEELAHE. ”£53553 belangrijkata gabaurtaniaann:

    DB in 1621 gabnran Jaqnaa Maaaé,afknmatig uit can kathnliaka familia

    I mm“ .1. I.".‘.'§i.“fl;mtn Abbavilla, vartrakt naaI Parija mm

    “W" i':: W17 madicijnan ta atndaran. En paaaantverschillende achtiend: ecuwse cdi- vardiapt hij zich in da vviakunde an

    HES “an Jflquefi MaSF-é nntwikkalt zich Int aanhangnr van dcdankbaaldan van Gallilai' an Dnacartaa. In 1643 nan-mt hij dianat alaanhaapaarts. Na aan achipbrauk ant hij np nan andar aahip taracht,vvaar hij discussina vnart mat nan cnllaga (Le Pré) nvar da bijbal. Hoekunnan we: die rara varhalan galnvan? Hna kan hat bijvnnrbanldmngelijk 1i dat hat linht gaachapnn wnrdt vnflr d: nun EH atarrannntataan?Na nan jaar vargaat flflk dit anhip, da achnpelingan apnalan an op nannnbakand ailand. Jaquaa baaluit mat ana Le Fdret an nng nan kama-raad hat binnanland in ta trakkan. Na vaal prublaman baraikan 2:: canhangvlakta, vanvvaar za nan kaurig bebnuwd land nntwaren. Hat landwardt afgaalntan dnnr nan grunt Ina-at an nan klnnf. Da dardaraiagannnt naamt da wag via de klnnf an knrnt nrn. Iaquaa an La- Ffiratbaraikan awemmand hat land. Ze knman in nnntant mat da bevnlking

    39

  • din ala raligia nan annrt Spinnaiamn aanhangt. De natnur vvnrdt alagnddnlijk baanhnuwd an wardt ala andanig dnnr da bavnlking varnnrd.Er wnrdt np nan humane rnaninr mat miadadignra nnlgagaan an dadnodatraf ia nr nnbaknnd.Iaquaa prnbnnrt, aan da hand van da bijba], aan nan twaatal vnnraan-ataanda inwnnara hat nhriatnlijk gnlnnf nit In lnggnn. Dnaan vindnnIaquna uitaanzntting vnlatrekt nnlngianh an nnradalijk an vragan nn1anig bevvija vnnr wat in hnn nran gnzwnta :15. Zn vnndnn hnt nndnrandarn mnnilijk tn gnlnvnn dat hat mananlijk raa nntalaan znn aijn nitdn blnndanhandn van Adam an Eva. Onk hat biddan vnnr hat atan ianan vraanldn nnbnknndn gnwnnntn. Onk dinrnn hnbbnn gann bid—naigingnn, vnnr dn vnadaaamhaid van hat ntnn blijkt hat vvninig nit tnmaknn.Uitaindalijk want Le Fara: ala klnkkanmakar (klnkkan aijn in hat landvnlknmnn nnbnknnd) aan dn knat In knmnn. Jaqnna vvnnt nan funntintn varwnrvan ala gnlnarda an filnannf. Hij raakt np gneda vnat matknning Enatrnl an vnart mat ham allarlai filnanfianha dianuaaiaa.Ala Jaquaa dn knning vnrtnlt van dn gavvnnntn van Eurnpnaa vnlknnnn1 alkaar in blnadiga nnrlngan nil [a mnnrdnn raagaart da knning:“+..nn pnnvait paa nnmprnndrn. nnmmnnt la peupln eat aaana fnu pnuranun'r ainai an rnaaaacrn, at a la dnatruntinn dn ann napénn, pnur dnaanjnta ai légnra, at nil i] nn a'agit anuvnnt qua daa intérfita dn l'arnbi-tinn, nu daa caprinaa d‘un aaul hnmma.” (...kan nint begrijpnn hnn hatvnlk an gnk ia nn1 an gratig da nignn annrt af ta alanhtnn, can an intannbnnulliga ala nnrzunht nf dn gfil van één ankala man} Zelf anu hijlinvnr dn halft van aijn knninkrijk waggavan dan nan ankn] manaan-lavan aiaan. Ala Jaquaa dan taganwarpt dat nnrlngnn dnnr dn nhriata-lijka Gnd gnvvild an gnndgnknurd wnrdnnq is da knning nntznt. Ecnmarkwaardign Gnd hnudl u at np na, hij varbiadt hat dndan van nanankaling, maar knurt Inaaaaalanhtingan vvnl gnad!Knning Buatrnl alnit dn dianuaain af dnnr np tn marknn dat hijwaliawaar Jaquna Enrnpnan wntnnanhap haal bnaiand vindt, maar “nvvgndadinnat an lnnfrngnla bnvallan Inn nint".Na nan nngnlukkig linfdnaavnntuur van La Fnrat vlunhttan bnidnanhipbraukalingan hat land nit. Zn knrnnn hun kamnradnn wnnr tngnn

    4O

  • an varblijvan aan aantal jaran in prinntiava nmatandighadan. Ala éénvan da man‘azan atarft anijdt Jaqnaa hat lijk npan an gaaft hij candnahtig laaja pathalagia tan baata. Dan warden 2a apgapikt danr aanvnnrbijkarnand aahip. Jaquaa kann in Gna teraaht. Daar klaagt dainqniaifia ham aan. Hij wardt in da karkar gawarpan. Zijn matgaaal iaaan varliahta Chinaaa die alka vnnn van gearganiaaarda raligia af-vvijat. Hij naamt ziah “‘nnivaraaliat”, belijdar van da “gndadianat vanfataaanlijka manaan”. Nat ala Spinnaa (ap wia hij vardaaht vaal lijkt)hnndt da Chinaaa zich bazig mat hat alijpan van lanzan.Jaquaa wardt tat da galaian varnardaald. Maar da bnat waarnp hij aijnatraf nndargaat, wardt danr piratan nvarrnaaatard+ Zij varkapan Jaqnaaala alaaf in cla buurt van Algiers.Jaqnaa antmnat dan can zakara Gaaann. Dana vanalt ham da fabal vanda bijan {can bafaanlda paaaaga nit “Jannaa Maaaé”):

    Er was ar aana aan vaanaakra kanfng die aan waaar ailana'had arngavannd an aan paradija. Vaar da bijan ap hat aflandhad aa kanz'ng aan aanta schaar aan alaantan gapianr. AI:aafaning in gahaarzaarnnaia' had :13 honing da bfian varbadanam an an aaan’ bfaarn haning Ia aaigan.Sammiga hijan avarrradan a: varbad. Da honing ward ankwaad dar hij an bijan wade varniaa'gan, maar Iaan hij warafgakaafd was zaaht hij naar aan ganadfgar apiaaaing. Hijaraarda aijn aniga, gaiiafda aaan am ah: aamiddaiaar raaaanham an a’a btjan ap Ia Iradan. 0m gaafanravarfiaa Iavaarkanzan. varandarda hij zfjn zaan we! even in aan in}. Daandara bfian marraidan ham an :n‘akan ham daad. Taan dazaan raraggakaard was hij aijn vadar; began hij hat ap Ianaman vaar da brjan. Hfj dead an an aaaaaavaf an: an kaningmadaffidan Ina! da gaiaviga bfian kraag an hij haafl dafmadahjdan an an an dag van vandaag bahaadan.Mar dar ha! Iavan van galavfga bifan varaahifr van dar van daandaran, maar na han aaaa' krfigan za ha: bean: Tanminsra a:varhaai ward: varraid daar haraala die gainfiiaaard aijn in asaxjankarvan. Par aijankarf varaania hat varhaa! dar da hands

    41

  • re verreHen hebben. Sarnrnr'ge bijen geiaven her, anderen nfer.De Iaareten warden daar de nareefe vreeea'jke arrafl'en in netvaarnfleieht gestefd na nan a'aad. Wanneer a'e haraer‘a targe-Efgd wardr dar dade brjen eenvaadigweg ap de grand vait‘enen vergaan, annvaarden a'e naraer'e dar de ffeharnen vangeararven aUen vergaan rnaar dar nan geaaern vaartteefi.Wanneer drer'gernent‘en de angeiavigen nr'er averrnrgen anaende narzeia de geiavige aijen an em a'e angeiavt'gen re dadenaf ta'r re drijven. Maar de harzefa nebben anderiing aak rneie.Heie efaehr‘ingen warden er aangerr'ehr aver inremreranever—eeniflen. Dafzenden ar'jen geven nan {even vaar a’e ansterferreread van nan geeaern. Sarnntfge harzefa prefenderen def aede waarden van de kanrng reehrarreeka van de kant'ng hebbenanrvangen a'r'e ae neereenreef ap ernkken was. In de naarn vande kanr'ng verbfea'en ze de bijen arn ap aarnrnfge dagenbepaaia'e bJaernen re beeaeken en ap andere dagen arn was afhearing re rnaken.

    0p zekere dag lukt het Jaquea em aan veleleende geld te kemen emeieh vrij te kepen. Hij gaat near eijn breer in Lenden en brengt dearzijn levenaavend deer met het aehrijven van zijn memeirea. Het ma—nuaeript werdt nagelaten aan zijn neven, die het uiteindelijk pub-lieeren.

    Tyaaet’a tweede reman was getiteld: La vr'e, fee avantnrea, er 3e vay-age a'e Graenr‘and da reverend pere Gardener Pierre de Meeange.Avee ane refan'an In'en er'reaneraner‘e'e a'e I 'arr‘gine, a'e I’hierarre, denrnaeara, e: dn paradr'e a’ee habirane da Pale Aretr'aae. Het beek datmaar het beet aamengevat kan warden met Rear naar Greenland ver-aeheen in Amsterdam in 1721']. In het veerweerd intredueeerde Tyaeetziehzelf ala editer van het verhaal. Een deerziehtige manier em deanteumaam bekend te geventDe franeieeaner pater Pierre de Méeange kemt in Greenland in degedeeltelijk enderaardae etad Cambu] tereeht en beleeft daar allerleiaventuren. De kening is een aeert Spineziat die er zeer vreelelievende

    42

  • epvattingen ep na heudt. Oak vindt hij dat menaen die in duivelegeleven en allerlei “epenbaringen” 1eerkendigen niet ter deedgebraeht meeten warden emdat het patienten zijn. Ze zijn gewnnngekfi? Dat dit seen; menaen wel de aamenleving knnnen entwriehtenkemt naar eaten in de epiaede waarin ene Raeul de heefdrnl apeelt.Deae Raenl vertelt een eigenaardig verhaal ever een “bijnadeedaervaring".

    Rana! is in een kieef gernirneia' en iefleriijk in een nndenewereid gevniien. Dear bevinden zieh gearerven inwenere vanCambni. Ze hebben nan eigen iieheern, 31'} he: inrniniainnyfennaai en gender geeiaehiedeien. Zij bevinden ziehin een feearand wen apperete geinkeaiigheid. Reaui is biijbbeer neg nier eehi deed, wan! nij krfigr ep een gegevenrnerneni erg veei neirnwee near de Ievenden. De paradijebe-weners hebben hen bniiz vei van hern en efnren hern Ierngnear Cambni. Dear Ferrel! hij aiin uerhaai ale een seer! air dedeed epgeeiane verieseen De geveigen zijn deeneirens: debewnnere van Carnaai piegen massed! zeflfineerd. De kening,fen einde read, wrung: adviee nan Pierre. Rana! rneer alebedrieger enanaekerfl warden. Pierre dearenregen leg: dekening nit def Rana! 'e vernaei veikernen in evereenetemrningis rnei de bijbei. De kening is geeheekeerd. ”AIS def an is”,rengeerr in}, ”den rneeien we Raeni rnanr heiiig verkiaren. ”

    In cleze satire ep het ehriatendern is Tyaaet weer aardig ep dreef. Teehia dit beek ale geheel nee] minder intereeaant dan ”Jaquee Manse “.Het is een npeenatapeling van aventuren waarin de atruetuur meeilijkte entwaren vaJtfiflDek is het levenabeaeheuwelijke element minderuitgeapreken, verklaarbaar uit het (bedekt) prij ageven van deauteuraidentiteit.In Tyaaet'a brieven kemen de denkheelden die hij in “Jaquea Maeeé “,ventileert direeter naar veren. De teen is luimig en eehertaend.

    43

  • Zijn andargang

    Uitaindalijk is Tyssat’s hankaring naar arkanning ham naadlattiggawardan.In sapt. 1T26‘5' varsahaan in twaa dalan aan salaatia nit aijn briavan.Ongavraagd had Tvssat dit wark apgadragan aan Prins Jahan Willamvan Nassau (da latara stadhaadar 1‘afiu’illam IV), blijkbaar in aan pagingam ziah ta prafilaran mat haaggaplaatsta parsanan. Hat haf wasantstamd amdat ar gaan taastammjng was gavraagd. Man was was-dand amdat hat ging am briavan van aan vrijdankar dia aiah aak nagbadianda van “bardaaltaal”.Vanaf 1 daaambar 1T26 was da aansistaria dar garafarmaardagamaanta ap da haagta van hat bestaan van da vardaahta boakjas. Erwas aan prablaam: gaan dar ladan van hat gadsvraahtig gazalsahapwas da Fransa taal maahtig. Taah lukta hat am aan andar-aaaksaammjssia in ta stallan. Daza aammissia kwam ar aak niat hala-maal nit. 0p 20 daaamhar vraag man aan hat gamaantabastunr am aanblaamlaaing van da kattarsa passagas. Intussan vand man hat wal nut-tig Tyssat da daalnama aan hat avandmaal ta varbiadan.0p 29 jannari wardan da gawraakta passagas aangaiavard. Op 26 fa-bmari staldan da pradikanlan hat aindrappart saman dat naar da ma-gistratuur ward gaaandan. Da aanalusias laiddan als valgt:

    1. Da briavan bavatlan duidalijka alamantanvan Spinaaisma an atheisma

    2. Da autaur andarsahrijft da daatrina vanSpinaza dat at allaan maaI mataria bastaat

    3+ Da autaur prapagaart aan vralijk ananvarsahillig lavan amdat, valgans ham,nitsluitand in dit lavan galuk kan bastaan.

    Hiarbij ward nag aan vartaag gavaagd, waarin varklaard ward:“dat da Karkaraad mat graat ganaagan da vigilantia an ijvar tan bastavan Iaaus'kark van dan Magistraat had gaaian; dat man hat gain-arimaarda kan bawijaan; dat Prafassar Tyssat smadalijk van dapradikantan sprak an vnila an sahandalijka bardaaltaal in aijn briavan

    44

  • beaigde. tenvij] het vertreewen werd uitgespreken. [lat cle Magistraatzulke besluiten aeu nemen, waardeer cle ergernis weggenemen, alleaielverdervende geveelens uitgereeit en enae kerk hij haar heiliggeleef en heilige gedsdienst bewaard megt werden.”

    Op 24 april velgde het veerlepige entslag van Tysset. ep 5 n'reibesleet tie Magistraat hem te sennneren ern een “reeantantie” (vveer-reeping van bevveringen) aan te leveren.Blijkbaar in het nauvv gedreven, publieeerde Tysset aijn enige Neder-landstalige gesehrift: Redeveen'ng weerrn ep eerie Here an bendigewrjse, bewesen werdt her bestaen van een eeuwfg, versrendig eneneimfig eppenvezen, eismade d’enstefiehjkhar'd en easterflahjkhar'dvan are flat, die enefhaageh'jk van het Hehaem ken besteen.Nu was ditzelfcle verhaal gretendeels al te vinden in een van Tysset’sbrieven. Alleen was de eenelusie daar preeies tegenevergesteld,narnelijk: er bestend geen eppenvezen en geen ensterfelijke ziel.Tysset gekte ep de ennezelheid van de gemeentebestuurders.Onbekend is hee de affaire afliep. Naar alle waarsehijnlijk is hetentslag deergezet, erndat uit de aete van de kerkeraad (2 juni] blijktdat het eerdeel van de magistraat ever Tysset geveld is en dat dekerkeraad besleet hen1 de “eensure” (kerkelijke vereerdeling) aan tezeggen.Tysset week nit naar het veilige IJsselstein. Tien jaar later sehreef hijeen brief aan een Deventer kennis vvaarin hij vel wrek terugkijkt ephet gelzreurenfi2 Hij betuigt zijn deelnerning ever het everlijden eeneen aekere Heer Bren en vervelgt:

    “1k twijfel er niet aan dat aijn seheenvader Burgerneester RudelfJerdens deae slag niet erg diep aal veelen. Met heel mijn hart verlangik er naar dat hij niet dedelijk getrefien aal zijn, epdat zijn gewetenhern zal blijven kwellen met de gemene streken die hij mij, gedurendemijn gehele verblijf te Deventer, geleverd heeft ; mijn talrijk gezinhad geen dreeg breed te eten deer zijn veertdurende weigering ernnnjn salaris te verhegen. Onnlenselijk zette hij Ine stad nit. teen n1ijnvijanden nnj wreed epgejaagd hadden.”

    45

  • In da Inap dar tijd was Tyssat blijkbaar in gaada daan garaakt.Althans hij kreag, in 17"38, aan saar vaarnania hagrafanis.I56Tyssnt da Patat is in Davantar aan vraanidaling gablavan, in hani is daprablaniatiak van da twaada ganaratia immigrant ziahtbaat. Hij stand-vaar aavar bakand - niat raahtstraaks andar invlaad van hat an prak—tisaha Davantar humanisma. Laar an lavan varindan hij Tvssat twaagasahaidan paraanrs. Hij hniahalda wannaar hat hani gaad nitkwarn.Za sahraaf hij aan lafdiaht vaar nata bana zijn gazwaran vij and Cupartaan daza bannarnd ward tat lid van da Fransa Aaadarnia vanWatansahappan. Hat ana niatnant gaf hij siah nit vaar Fransnian, danwaar vaar Engalsman, varwiarp.I hat niilitai'isnia, maaI liat aijn aananaan niilitaira aarriara valgan; Tvssat prnpagaarda aan. vnaral ap sas—uaa] gabiad, lasbandig lavan, Inaar blaaf aan kauriga huisvadar. Hijvial da nnstarfalijkhaid van da zial aan, rnaai' vardadigda dia waartaan zijn baantja in gavaar kwani. Tyssat da Patat was dnidalijk nitandar hant gasnadan dan Gaart Graata an Van Vlatan, dia dadan watza zaidan an lak haddan aan niaatsahappalijka druk.

    Ovariga aahttianda aauwsa humanistisalla dankars

    1iv’an 1710 tat ITZS was Dyanysins Rtiall hnaglaraar wijsbagaarta. Hijwas aan aanhangar van Dasaartas an hat radalijk dankan, niaai' da bij-bal vand hij nag belangrijkar. In l'i'28 trad hij taa tat hat Davantargamaantabestnnr. Jannnar ganaag watan wij niat haa hij tan npziahtavan Tyssat stand.

    Vanral in da twaada halft van da aahttianda aanw varbatarda hat 1di-niaat tan gnnsta van aan rnindar bakranipan gaastaslavan. Staads niaarhaaglararan vantilaardan humanistisah gatinta dankbaaldan.

    A. F. Riiakarsfaldar baklarn da thaalagisaha laarstaal in 1753. Bij hamlij kt hat Varliahtingsdankan daar ta brakan.Da bijbal (niat nama hat auda tastaniant) was vargalijkbaar niat dazaganaarnd angawijda diahtkunst an had wal iats wag van da aanganvan da Griaksa diahtar Pindarns. Natnnnvatansahappalijk andarzaak

    4s

  • aehtte hij in evereensternrning met de leer van het ehristendern. Vanheni werd gezegd dat hij deer zijn vrij ainnige denkbeelden zijn eenwveerbij streefclefi"El Oek a1 valt het met die vfijzinnigheid we] mee.teeh was hij verliehter dan veel van zijn eellega’s. Hetzelfde kangezegd werden van Cernelis Fransen van Eek, in l?39 beneenid alsheegleraar theelegie. Hij vend dat in geleefszaken Luther van belangwas, rnaar in zaken van ethiek gaf hij de veerkenr aan Erasmus. Inl316 were hij beneentd tet de eerste heegleraar Nederlandse taal- enletterknnde.

    Een vvelhaast Spineaistisehe visie ketnt naar veren in het werk van denit Bremen afkernstige Nieelaus Heineken. Hij heehtte grete waardeaan de legiea en de wisknnde. Verder rneende hij dat het bestaan vanGed te bewij zen valt nit de seheenheid en deelniatigheid van de na-tnnr. Hij vervvees hierbij naar Spineza‘s vriend ‘v'en Tsehimhans.Zijn bekendste leerling was de diehter Rhijnvis Feith. Heineken heeftdrie ntaal. (telkens veer drie jaar) het arnbt van reeter magnifiens be-kleed. Bij de afslniting van een van zijn reeterale perieden hield hijeen redeveering die getiteld was Over de geieerde. veerei defifeseefidie neeh gefevig neeh engeievig is.Heden ten dage bieden Heinekens fantilieleden neg steeds spiritnelestenn aan tal van stndenten. zij het praktiseher en eensntnptiever danNieelans dit deed.

    De epvelger van Heineken vvas Bemard Nienheff. Heevvel hij neggeen jaar te Deventer verbleef verdient hij bijzendere vertnelding. Hijging een stap verder dan Heineken en entpepte zieh als de eersteNederlander die een waarderende stndie ever Spineza pvnblieeerrfilefi5Dit vverk trek evenvvel geen enkele aandaeht. Het was die andereDeventer heegleraar. Jehannes van Vleten. die Spineza vveer terng-braeht in zijn vaderland.

    De zeer beleaen Jaeebns Terpstra‘ir‘iI was sinds 17’63 reeter van deLatijnse seheel. In 17% werd hij beneenid tet henerair heegleraaraan het Athenaenrn. Velgens aijn verliehte denkbeelden meeten

    43"

  • gaachiadanhrijvara vrij aijn van linhtgnlnvighnidv vnnrnnrdnnl angndadinnatiga an pnlitiaka aympathiaén nf antipathiaén. In HSZ tradhij aan ala ractnr magnifinna met {:13 rada : Der Nicolai Cnanni dnnrri—an at marina in ram Efrarinm. inprimia Dnvantriansam. {Over da lanrvan Ninnlaaa van Cuaa an aijn vardianatan vnnr da litaratnur, vnnralta Dnvantar)

    1iv’argalakan mat da aanvang van da anhttianda aanvv ia hat gaaataakli—maat flan hnt ninda daarvan aanaianlijk mindnr star. Hat nplrndan vanhnnglararan ala Hainnken. Ninnhnff an apan‘a tnnnt dat hatAthnnannm zich dafinitinf bavrijd hnnft uit de fundamnntaliatiachnwurggraap.

    Niauhnfl'

    43

  • V De nagentienda aauvv

    Cnrnalis Franssn van Eek hiald in 1330 bij hat twsnhnndsrdjarigbastaan van da snhnnl dc fanstreds:

    “Onas Dnnrlnnhtige tn-nl is hansnnnrsprnng vsrschnldigd aan die21:1d znnht naar ksnnis an wstnn-snhap, walks, snhinr 3111mm: var-stnrvsn, in nnzs stad, reeds driasauwnn ts vnrsn. begun ts harlsvcn,an waaraan wij hat licht ts danksnhshbsn,hstvvslk binnan nnzs n1nran 1:1n-gaan, Inst langzarnsn, [Inch askcrsnvnnrtgang, zijna stralsn hainds anvans versprsidds. under dis grate

    _ an gnads n1annnn walks ds enrsts. fifi-EL '_'-; gswssst zijn in dat lisht dnnr denstikdnnksran nacht van nnknnds an 111]gslnnf ta dnsn dnnrbrakan knnDavantar zich barnaman aanan inbnnrling gslnvard t1: hnbben. Gruntswas daze man. 11: man van sansn Dnvsntsrschsn Burgsmssster."57Van Eek plaatst hat Athanasnm binnsn 11a Insrnrijks ssntnr traditinan Gsart Grunts varsahijnt hiar als varlicht, wijsgaar.

    I'l—iI-

    w.

    -1-.-1-u-_‘-'-1-p1--a1u...

    Jnhannas van Vlnten (1313—1883}

    In 1855 kvvaIn .lnhannas van Vlntsn, Davantars iaatstn grnta huma-nist, naar (in stand. Hij is in Naderland 1:11: esrste: 1:11 helangrijksts nngsn-tinnda sauwsa vaflagansvnnrdigar van hat nist gndsdianstiga huma-nisrna.

    Van Vinten’s levnn an werk

    Jnhannss van Vlntsnfifl kvvam nit ssn predikantanfannlia. Zijn vadsr,Willem van Vlntsn, was pradikant. Jnhannes vvas vnnrbestemd 11m in

    49

  • zijn vnatapnnr ta tradan.In Karnpan gnbnran an npgagrnaid, atndaarda Jnhannaa thanlngia aan(la univaraitnit van Laidnn. Aan hat nind van 2i atudin nnnmt hij af-atand van hat chfiatandnm an van elk gndagalnnf.Daarn'raa vvaa vnnr ham nnk da tnaknrnat ala pradikant nnnrngalijkgawnrdan. Hat hanft jaran gadnurd vnnr hij aan maatachappelijkapnaitia knn varvvarvan an trnuxvan. Dat varklaart miaanhian made zijnhaat tngnnnvar dn “modarna pradikantan". Din gavnn grif tnn dat dabijbal nan varzarnaling aprnnkjna vvaa, rnaar blavan hnn bnik rnnd atnnnit da karkalijke rnif. Van Vlntan want dit aan lafhaid an angst vnnrdn maatachappnlijka gavnlgan. Zelf hinld hij nint van gnanhippar antrnk da annaeqnantia nit zijn dankan hna pijnlijk dat nnk vnnr zijn par-annnlijk lavan gnwanat ia.Na nntalagan ta zijn ala laraar [a Rnttardanr {hij had hat annntja vanaan nnratnr {in klaa nit gnatnurd) ward hij in 1354 bannarnd tntHnnglaraar aan hat Athanannrn ta Davantar. Vnnr hij naar Dnvantnrkvvam trnnwda hij ta Rnttardan'r mat Betsy van Gannap.Aanvankalijk was da gagnada burgarij ingannman mat da anargiakaan bntrnkknn niauvva hnnglnraar. vnnr tal van rnaatanhappnlijka funn-tiaa vrnag man ham. Hal anthnnaiaama baknalda allanga tnan blankdat Van Vintnn rniaatandnn nint allnan aanwnna, rnaar nnk antiafbaatraad. Tnan ‘v'an Vlntan anllinitaarda naar da funntia vangarnaantaarnhivaria, waigarda man ham die functia dan nnk prnrnpl.DE: haat van da- gezeten burgers nvnrachrand nan kritiekr: grena bij daafiaira van dn gnnrnnntagrnndan. (aia da vnlgnnda paragraaf)In 136?, hij dn nvnrdranht van hat rantnraat, gaf Van Vintan zijn vijan-dnn nan aanlaiding in handnn nm van ham af ta knnran. In aijn radanvial hij daganan aan die hat mat hnn Iavananvartniging niat an nauwnaman. Mat narna mnat Burgaradijk, dn dirnctnnr van da Hagan:Burger Schnnl, hat nntgaldan. Daze: had rnaar dan aana varklaard dathij aijn kindaran allaan liat dnpan nmdat harn dat maatachappalijkgnnatig uitkvvarn.Van Vlntnn lint aijn varnntwaardiging hiarnvnr nngaznntan blijkan.Burgaradijk’a vanvaar vvaa dat ala aijn kindnran latar vnnr hat chris-tandnrn anndnn kiaaan, an in Elk gaval a1 gadnnpt vvaran. Dat vvaa Inch

    50

  • mnni maegannnian. Waarnp Van Vlntan suggaraarda dat hij zijnkindaran dan nnk Innast latan basnijdan, vnnr hat gaval an. vnnr daJnndsa gndsdianst znudan kiaaant aandian is aan dargalijka ingranpaan stuk simpalar np jaugdiga laaftijd.Daze persnnnlijka aanval varnnraaakta aan rel. Hat nuratnriuni vanhat Athanaaurn baslnnt Van Vintan’s nntslag unnr ta stallan bij hatgamaantabastuur {da niat aanwaziga uuratnr GDunibar crud-burge-maestar an twaada kaniarlid- lagda uit nnvrada nvar daze. zaak zijncuratnrsnhap near). Da Devanter gamanntaraad kwani unaniani tut hatnntslagbasluit. Nag aniga tijd warkta Van Vlntan mac aan hat“Davantar wankblad”, waar hij nine nphiald, tnan aan satirisch stukjain varkaarda aarda vial. Varvnlgans vastigda hij zinh als unaf-hankalijkn publicist ta Blnaniandaal, daarna ta Haarlain.

    Als gaan andar hnaft Van Vlntan aich ingazat unnr da nntwikkalingvan hat gaastaslavan van zijn tijdt Zijn nntalbara publicatias up hatgabiad van kunst an litaratuur habban aan gawaldiga bijdragagalavard aan da nulturala varhafling 1aan hat Nednrlandsa vnlk.Daarnaast was hij aan pinniar wat maatsnhappalijka kwastias betraftdin pas in da twintigsta aauw brand naar vnran znudan knnian:vrnuwananiannipatia, natuurbasnharining an ninnuinantenanrg. Alshumanist haaft hij, in da gahala nagnntianda aauw, aijn galijka niat. Inzijn visit: is humanisma batakanis gavan aan hat lava-n. Hat afschaidnaman van hat galnnf is slanhts aan beginpunt.Hij nvarlaad in 1833, npgabrand, na aan lavan vnlladig varbruikt indianst van zijn nvartuiging.aa] aijn bntakanis vunr Davantar aks zijn humanisma krijgan in hatnu vulganda vardar aandacht.

    Van 1“tartan an Deventer

    Van Vlntan aanvaardda up 16 fabruari 1355 zijn hunglaraarsarnbt metan rndevuering fiver {in Zedsiijka warking ds'r Underfnndscha TnnI-.Eartar- an Stuatsgasnhiadanis.Vnnr Davantar haaft hij veal batakandfi'i‘ln da baginparinda was hij

    51

  • reeds aetief bij de “Maataehappij tet Nut van het Algeineen”. Op 3februari dreeg hij veer de nutleden een diehtatuk van Begaere ep,getiteld: he: pieegkind. In de kernende jaren zen Van Vleten regel-Inatig gediehten veerdragen en lezingen verzergen. Ze hield hij ep 24fehruari een lezing ”niede veer vreuwen” aangaande aenigabesehenwingen ever knnat. en rneer .in net bijzender ever den nerd. dewerking en he: verbnnd vnn diehr- en reenknner. Opvallend is de reik-wijdte van endenverpen. Zn ken het de ene keer gaan ever de verhen-ding Inssen denken en spreken (dee. 1856) en een andere keer ever Debevrfiding vnn IIHHE.Zijn eigen aard getreuvv beperkte 1‘v’an Vleten zieh niet tet theeretiaehebeaeheuwingen. In deeeniber 1860 werd Van Vletenie veeretel

    beapreken em “het Departetnent te belaaten- met het inzanielen van geld ender de

    burgerij ern daaHnee de kinderen epde arinenaehelen te enthalen ep

    het St. Nieelaaefeeat." Menvennde een eemmieaie vvaarinuiteraard Van Vieten zittingnaIn. Zn entatend het be-kende Deventer Sinterklaae-feeat, ineluaief aankeniat vande Sint aan de Wellekade enverwelkeniing deer de De-venter eeheeljeugd.

    Ben ander en ernatiger veer-m . beeld ie Van Vleten’e befaarnde" ,v lezing nit 1863 Over nrbeiders-

    vereenigingen en vennentsehnppenvnn nnndwerkiai‘: een fieni‘pnnr in de

    reekeniet tier znmenieving. In deze lezingdeed hij tvvee veeratellen: het epriehten van een bank veer arbeideraen bet in het leven reepen van winkeleeeperatieai Veeral het laatateinitiatief had aueeea, eek in Den Haag kvvani een dergelijke ergawniaatie let stand.