verslag vovz-symposium 22-2010

49
Symposium VOVZ 2010 VOVZ postbus 7861 1008 AB AMSTERDAM Vereniging voor Oogheelkundige Verpleging en Zorgverlening 22 e Symposium Oogheelkundige Zorg 2 november 2010, Congrescentrum VU, Amsterdam Programma Dagvoorzitter Mw. T. van der Linden Registratie en ontvangst Welkom en opening 22 e symposium door de voorzitter van de VOVZ Dhr. M.W.A. Manders Als Disney de baas zou zijn Dhr. P.J. Ringens De gecombineerde Phaco-Vitrectomie procedure Mw. M.I. Bosscha Sport en trauma’s Dhr. I.M. Gan Koffie / thee pauze en standbezoek Mobiliteit, meer dan je denkt Dhr. M. IJsseldijk Neurophthalmologie Dhr. J.W.R. Pott Uveitïs Dhr. R.J. Erckens Lunch en standbezoek Kinderen in het perifere oogheelkundig spreekuur Dhr. P.J. Lansink Melden van incidenten Mw. H.J.M. Völker- Dieben Pauze koffie / thee en standbezoek Herkenbare orbita aandoeningen Dhr. W.R. Bijlsma Keratitis Mw. C.A. Eggink Afsluiting door de oud-voorzitter van de VOVZ Dhr. M.W.A. Manders Drankje Grand Café The Basket

Upload: vereniging-voor-oogheelkundige-verpleging-en-zorgverlening

Post on 19-Mar-2016

221 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Verslag VOVZ-symposium 22-2010

TRANSCRIPT

Symposium VOVZ 2010VOVZ postbus 7861 1008 AB AMSTERDAM

Vereniging voorOogheelkundige

Verplegingen

Zorgverlening

22e Symposium Oogheelkundige Zorg2 november 2010, CongrescentrumVU, Amsterdam

ProgrammaDagvoorzitterMw. T. van der Linden

Registratie en ontvangst

Welkom en opening 22e symposium door de voorzitter van de VOVZDhr. M.W.A. Manders

Als Disney de baas zou zijn Dhr. P.J. Ringens

De gecombineerde Phaco-Vitrectomie procedure Mw. M.I. Bosscha Sport en trauma’s Dhr. I.M. Gan Koffie / thee pauze en standbezoek

Mobiliteit, meer dan je denkt Dhr. M. IJsseldijk

NeurophthalmologieDhr. J.W.R. Pott

Uveitïs Dhr. R.J. Erckens

Lunch en standbezoek

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur Dhr. P.J. Lansink

Melden van incidenten Mw. H.J.M. Völker- Dieben

Pauze koffie / thee en standbezoek

Herkenbare orbita aandoeningen Dhr. W.R. Bijlsma

Keratitis Mw. C.A. Eggink

Afsluiting door de oud-voorzitter van de VOVZDhr. M.W.A. Manders

DrankjeGrand Café The Basket

Pagina 2 Symposium VOVZ 2010

Welkom en opening

Welkom en opening

Dhr. M.W.A. Manders,voorzitter VOVZ

oedemorgen dames en heren,

Graag heet ik u allen van harte welkom op het 22ste symposium van de VOVZ.Want daar bent u ook dit jaar voor naar Amsterdam gekomen en daar zijn wij u zeer erkentelijk voor. Allereerst natuurlijk een hele goedemorgen alle-maal. Mijn naam is Tiny Manders. In de voorafgaande jaren heb ik u steeds welkom mogen heten vanuit mijn functie als voorzitter van de VOVZ. Echter, sinds de laatste ALV heb ik deze functie neergelegd. Graag wil ik bij deze gelegenheid uw nieuwe voorzitter aan u voorstellen: Tinie van der Linden, komende jaar interim voorzitter VOVZ.

Toch is de eer aan mij om, als oud-voorzitter van de VOVZ, u vanochtend hier te mogen ontvangen.Het voelt weer heel plezierig dat u erallemaal voor gekozen heeft om al-weer of misschien wel voor de eerstekeer, aan dit symposium deel te nemen.

Het symposium:”Oogheelkundige zorg onder de loep” is in de ruim twintig voorbije jaren uitgegroeid tot een kwalitatief hoogstaand symposium. Dat u dat waardeert blijkt elk jaar weer uit het groot aantal inschrijvingen.

Het doet mij ook deugd weer een groot aantal gasten uit België, uit de ziekenhuizen van Antwerpen, Gent enomgeving, hier te mogen verwelkomen.Zij geven met hun komst altijd weer een speciaal cachet aan deze dag!

Ook vandaag bent u weer te gast op de vertrouwde plek: de aula van het Congrescentrum van de Vrije Univer-siteit Amsterdam. De plek waar we almeerdere jaren gastvrij ontvangen worden en die de voorwaarden biedt om een succesvol symposium te kunnen organiseren.

Nu staat dan het 22ste oogheelkundig symposium op het punt van beginnen. De organisatie van dit symposium is,en ik zou bijna zeggen: uiteraard, weerin de vertrouwde handen van de sympo-siumcommissie: Ingrid Groenewegen, Els Gutker en Karen Rakers.Ik zal deze mensen aan het einde van de dag graag aan u voorstellen, want het zijn deze drie mensen die al jaren-lang de vertrouwde pijlers vormen waarop de organisatie is gestoeld.Hun vakkennis en hun organisatietalentstaan borg voor een symposium op hoog niveau. Nieuw in de commissie dit jaar is Tinie van der Linden. Zij zalde komende jaren ook deel gaan uit-maken van de symposiumcommissie.Zoals u van ons gewend bent zullen boeiende en zeer gevarieerde onder-werpen in een hoog tempo de revue passeren en garant staan voor een leerzame dag.

Er zal vandaag ook volop tijd zijn om kennis te nemen van de nieuwste ontwikkelingen op uw vakgebied. Daarvoor zorgen de vele verenigingen en firma’s die hier hun stand hebben neergezet en waar u alle verdere informatie kunt verkrijgen. Een bezoek aan hen is zeker de moeite waard en ik wil hen graag bij u aanbevelen! Hun aanwezigheid, medewerking en sponsoring maken het mede mogelijk dat wij deze dag aan u kunnen presen-teren.

Hoewel kennisoverdracht en informatie-verstrekking vandaag centraal staan iser ook voldoende ruimte en tijd om teontspannen, om te netwerken, om vanmiddag te genieten van de lunch, envan de borrel aan het einde van de dag

U kunt de VOVZ natuurlijk meer steunen dan alleen met uw komst naar het symposium.Op de beleidsdag 2010 hebben we geconstateerd dat de doelstellingen zoals die destijds zijn geformuleerd zijn heden ten dage nog steeds van kracht zijn:professionalisering, deskundigheids-bevordering en samenwerking van medewerkers binnen de zorg aan visueel gehandicapten.

G

Pagina 3Symposium VOVZ 2010

De activiteiten die hiervoor moeten zorgen worden gewaardeerd door onzeleden. Denk onder andere aan het oog-heelkundig onderwijs in samenwerking met TRacé-onderwijs, dit symposium, onze nieuwsbrief en de website.Tijdens de ALV is hier al op gewezen. Echter het ontwikkelen van nieuwe activiteiten (onder andere het gezichts-veld meer richten op de VVT-sector) verloopt moeizaam en traag. Hiervoor zijn mensen nodig, actieve mensen uit het praktijkveld. Voor velen die de VOVZ een warm hart toedragen en deactiviteiten waarderen is actieve parti-cipatie vaak een brug te ver.

Daarom hebben wij op de beleidsdag afgesproken om als vereniging meer tewillen gaan werken aan de doelstelling“samenwerking”. Ook gaan we ons oriënteren op meer samenwerking met andere organisaties binnen de oogheelkundige zorgverle-ning. Op die manier kan er een sterker netwerk ontstaan binnen de oogheel-kundige zorgverlening, een bundeling van krachten.Om die reden ook wil ik u oproepen u aan te melden als u zich op welke manier dan ook verdienstelijk wilt maken en wilt inzetten voor de VOVZ.U bent van harte welkom. Bij onze stand in de hal zullen onze mensen u graag alle informatie geven.Wij zijn natuurlijk heel blij met uw deelname aan deze dag, maar u kunt de VOVZ niet beter steunen dan dat u zich vandaag aanmeldt als lid van de VOVZ en een actieve rol binnen de vereniging wilt gaan vervullen. Aarzel niet, vandaag is de dag om die stap te zetten!!

Voor nu wens ik alle sprekers veel succes toe met hun lezingen en u allen wens ik een hele fijne symposiumdag toe.Ik dank u allemaal voor uw aandacht.

Tiny Manders, oud-voorzitter VOVZ

Welkom en opening

In het bijzonder danken wij:

Ergra Low Vision, instituut voor oogzorgErgra verzorgt al jarenlang het inschrij-vingsgeschenk voor alle deelnemers aan het symposium.

Voor alle donaties, sponsoring en actieve participatie van zovelen is de VOVZ u zeer erkentelijk.

Sponsors:Stichting Blinden-PenningAlcon Nederland BVAllergan BVNovartis Pharma B.V.Zeiss

Actieve participatie:Bartiméus ZeistBausch & LombDorc Nederland BVHaags KunstogenlaboratoriumLaméris Ootech B.V.Lohmann & Rauscher B.V.O.O.G. low vision en optometrieLow Vision TotaalMD verenigingMedical Workshop BVMultideeFirma Oculenti ContactlenzenRockmed B.V.Synga Medical BVThéaPharmaUrsapharm Benelux B.V.

Het VOVZ-symposium 2010werd georganiseerd door desymposiumwerkgroep.

Deze bestond uit:Mw. I. Groenewegen, VUmc, A’damMw. E. Gutker, VUmc, AmsterdamMw. T. van der Linden, oogziekenhuisRotterdamMw. K. Rakers, HagaZiekenhuis, Lokatie Leyenburg, Den Haag

Het volgende VOVZ-symposium wordt gehouden opdinsdag 1 november 2011Congrescentrum VU, Amsterdam

Pagina 4 Symposium VOVZ 2010

5.  Decentraliseer het  ja  

zeggen 

4. Meet om te verbeteren, niet 

om indruk te maken 

TA BaLS'Ue=rede'1e&d &# 

klatergoud! 

Tevreden klant is niet per se loyaal! 

Disney meet geen tevredenheid maar loyaliteit 

Goede zorg is vanzelfsprekend, maar het moet 

onderscheidend zijn 

2. Hoffelijkheid gaat vóór 

eRHiS'Le  

1. Bepaal je concurrenten en 

concentreer je op niet meetbare 

zaken 

,ercep0e pa02n3 i( van belang8 

Voorbeeld:  privacy en zorg 

streven naar loyaliteit: 

moeiliK0e situaLeF maar wat 

moeten we doen dat iemand daar 

toch naar terug wil? 

 

klant  van verpleegkundige 

moeilijk en onvoorspelbaar 

hoog risico 

onver-achte situaLes 

 

product 

•  Ziekenhuis 

•  angst, verdriet, 

onzekerheid 

•  uniek 

•  Disney 

•  blij 

•  vaak herhalingen 

 

Als Disney de baas was in uw 

ziekenhuis 

(9 ½ dingen die u anders zou doen) 

 

VOVZ 2 november 2010.  

Prof.dr. P.J. Ringens, 

Hoogleraar Oogheelkunde Vumc, 

Amsterdam 

Als Disney de baas was in uw ziekenhuis

Dhr. P.J. Ringens

Als Disney de baas was in uw ziekenhuis

Pagina 5Symposium VOVZ 2010

introductie PROBLEEM

Postoperative cataract vorming* (65-100%)

Lage visus

Fundus niet te beoordelen

OORZAAK

Pre-existent,

Leeftijd, met name 50+

Intraoculair gas of olie

Iatrogeen

*Do 2006, de Bustros 1988

Cararact

introductie Maculagat

Maculapucker

Netvliesloslating (Ablatio Retinae)

Glasvochtbloeding

Diabetes Mellitus

Floaters

introductie

• Pars Plana Vitrectomie (PPV)

• Sinds jaren 80

• Verwijderen glasvocht

gecombineerde phaco-vitrectomie

Machteld Bosscha, vitreoretinaal chirurg VUMC

22e symposium Oogheelkundige zorg Dinsdag 2 november 2010

10.  Dicht de kloof tussen weten 

en doen 

hoe ?  is niet belangrijk 

9.  Bonussen zijn uit! 

5'-#1'.-10#C)$:-3#)3#-@"D%)

8.  Creëer een klimaat van 

ontevredenheid 

Ontevredenheid is bron van verbetering 

7.  Verbeelding is de drijfveer 

en niet: gehoorzaamheid, wilskracht, 

gewoonte 

6.  Werk is meer theater dan 

dienstverlening   

De gecombi-neerde Phaco-Vitrectomie procedure

De gecombineerde Phaco-Vitrectomie procedure

Mw. M.I. Bosscha

Pagina 6 Symposium VOVZ 2010

Welke patient? INDICATIE

Maculagat

Maculapucker

Diabetes

Glasvochtbloeding

(Floaters)

GEEN INDICATIE

(Ernstige) netvliesloslating

Uitgebreide retinale pathologie

Rubeosis, ischaemie

Modernisaties Sneller Effectiever Veiliger

Indicaties verruimen Vroeger stadium

Suturless 23G combined phacovitrectomie

modernisaties

modernisaties

modernisaties

modernisaties

gecombineerde phaco-vitrectomie

TEGELIJK!

Technisch lastig

Slechtere visualisatie

Langere operatieduur

introductie OPLOSSING

Lens sparen

Nadien phacoemulsificatie met implantatie kunstlens

PROBLEEM

Technisch lastig

Diepe voorste oogkamer

Risico zonulolyse en

kapselscheur

introductie OPLOSSING

Lens verwijderen tijdens de PPV

Nadien een kunstlens plaatsen

PROBLEEM

verwijderd lenskapsel

Afakie

Glaucoom

Slechte visus

Tweede operatie

introductie

• PROBLEEM

• Pre- en peroperatief

cataract

• Slechte visualisatie

• Snelle progressie Iatrogeen

Cararact

De gecombi-neerde Phaco-Vitrectomie procedure

Pagina 7Symposium VOVZ 2010

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

•  Epidemiologie

•  Typen oogheelkundig letsel bij sport

•  Preventie

•  Conclusie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Sport en trauma’s

Ivan Gan, oogarts

Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

[email protected]

Conclusie ๏  Phaco-PPV is een uitkomst voor mensen met cataract en een

gemiddeld ernstige netvliesprobleem

๏  De procedure is effectief en succesvol

๏  De patiënt hoeft slechts één operatie te ondergaan

๏  Er is een sneller herstel van de visus

๏  Kritische selectie van de juiste patiënt en indicatie is obligaat

๏  De operatie vereist een goede technische bekwaamheid

Vergelijkende studies Maculagat en cataract: Muselier et al. AJO 2010

Both … are safe and effective methods. However, combined surgery shortened the delay for visual recovery

The functional and anatomic results are equivalent in both procedures

Maculapucker en cataract: Dugas et al. AJO 2010

Nadelen Technisch lastig

Langere operatieduur

Slechtere visualisatie macula

Sneller nastaar

Synechiae

Voordelen Eén operatie

Vollediger vitrectomie

Goede visualisatie periferie

Betere gasvulling

Sneller visueel herstel

Economisch voordelig

Sport en trauma’s

Sport en trauma’s

Dhr. I.M. Gan

Pagina 8 Symposium VOVZ 2010

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

a. Contusio

Berlin’s oedeem

Choroidea ruptuur

“Contre coup effect”

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

a. Contusio

Hyphema

Dialysis

Hyposphagma

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

I. Open bulbus:

b. Perforatie / Penetratie

Cruysberg (NTVG 1985)

4 van de 5 perforaties !

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

I. Open bulbus:

a.  Ruptuur

•  “inside-out mechanisme”

•  Hoe kleiner en harder, des te groter de kans

•  Externe oogspieren

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

I. Open bulbus:

a.  Ruptuur

b.  Perforatie / Penetratie

II. Gesloten bulbus:

a.  Contusio

b.  Oppervlakkige laceratie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

American Academy of Ophthalmology

Eye Health and Public Information Task Force

Ophthalmology 2004

Epidemiologie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

United States Eye Injury Registry (USEIR)

Epidemiologie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Epidemiologie

Basketbal 22.1 %

Schietsport 17.3 %

Honkbal 12.0 %

Watersporten 10.0 %

Am Football 8.4 %

Racketsporten 6.1 %

Golf 3.6 %

Voetbal 3.4 %

IJshockey 1.1 %

Vechtsporten 1.1 %

Overige 14.9 %

National Electronic Injury Surveillance System (NEISS) USA 2004-2009

N=114.839

Voetbal 32.5 %

Squash 30.0 %

Hockey 10.0 %

Tennis 10.0 %

Badminton 7.5 %

Vissen 7.5 %

Overige 2.5 %

Voetbal 72.6 %

Br J Sports Med 2000

Schotland

N=70

Ophthalmology 1997

Portugal 1992-1995

N= 85

Br J Ophthalmol 2004

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Epidemiologie

•  100.000 oogletsels per jaar t.g.v. sport

•  42.000 SEH bezoeken → elke 13 minuten

iemand met oogletsel op de SEH

•  43% kinderen onder 15 jaar

•  12.000 blind (visus < 6/60)

National Eye Institute (Bethesda, Maryland) www.nei.nih.gov

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Epidemiologie

Ottenheim en Cruysberg

Ned Tijdschr Geneesk 1985

N=452 1979-1984

•  Bijna allemaal jonge mannen

•  45/452 (10%) sportletsel

•  39 contusie

•  5 perforaties

•  Voetbal belangrijkste oorzaak

Sport en trauma’s

Pagina 9Symposium VOVZ 2010

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

A.   Polycarbonaat ASTM F803

B.  Glas

C.  Allyl Resin Plastic

D.  High-Index Plastic

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

American Academy of Ophthalmology

Eye Health and Public Information Task Force

Ophthalmology 2004

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

b. Oppervlakkige laceratie

Oogleden

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

b. Oppervlakkige laceratie

Erosie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

a. Contusio

orbita # (“blow out”)

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

a. Contusio

avulsie van de N. opticus

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Typen letsel

II. Gesloten bulbus:

a. Contusio

Ora scheur

Sport en trauma’s

Pagina 10 Symposium VOVZ 2010

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Conclusie

•  Voetbal, hockey en tennis de belangrijkste oorzaken

•  Jonge mannen

• Altijd dreiging voor blijvend visusverlies

•  Veel oogletsel te voorkomen door beschermbril

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Voorstel?

Te starten met:

•  Functioneel monoculus

•  Contactlensdragers

•  Na oogoperaties

•  Na LASIK

Br J Ophthalmol 2004

Tetz (J Cat Refr Surg 2007)

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Dank

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

Telegraaf 2007

22e Symposium Oogheelkundige Zorg VOVZ

2 november 2010

Sport en trauma’s I.M. Gan

Preventie

Sport en trauma’s

Pagina 11Symposium VOVZ 2010

Mobiliteit, meer dan je denkt

“Mobiliteit, meer dan je denkt”

Martin IJsseldijk,

ewegingsagoog/mobiliteitsinstruc-teur Koninklijke Visio Het Loo-Erf, Apeldoorn

Visio is een kennis- en expertise-centrum waar slechtziende en blinde mensen ondersteund worden bij het verwezenlijken van hun wens tot zelf-standig leven, leren, wonen en werken in de vorm van: • revalidatie • onderwijs • wonen • dagbesteding

Door de fusie per 1 januari 2010 van Visio en Sensis heeft Koninklijke Visio een landelijke dekking.

In revalidatiecentrum Visio Het Loo Erf in Apeldoorn revalideren alleen volwassen mensen, allemaal met een visuele beperking. Daarnaast kunnen bijkomende beperkingen voorkomen zoals slechthorendheid, motorische beperkingen en cognitieve beperkingenten gevolge van Niet Aangeboren Hersenletsel. Verder is er een revalidatie-traject voor anderstaligen met een visuele beperking.

Het intensief multidisciplinair revalidatietraject voor mensen met een visuele beperking in Visio Het Loo Erf in Apeldoorn is gericht op het behoudenen vergroten van zelfstandigheid en de kwaliteit van leven van mensen met een visuele beperking.

Mobiliteit, je zelfstandig kunnenverplaatsen en oriënteren, is een vanhun belangrijkste doelstellingen tijdensde revalidatie.

De vragen op gebied van de mobiliteit kunnen heel divers zijn: • “stoklopen” (Oriëntatie en Mobiliteit) • voorbereiding op lopen met blinden- geleidehond

• fietsen • brommerrijden • scootmobiel • 45km auto • landbouwvoertuigen • auto

Vandaag wil ik me beperken tot het zich lopend verplaatsen (met een stok) en zal ik ingaan op AutO-Mobiliteit: autorijden met een bi-optic.

Definiëring van de begrippen Oriëntatie en Mobiliteit

Mobiliteit:Het vermogen om zich zelfstandig, veilig en efficiënt te verplaatsen van A naar B, met of zonder het gebruik van een hulpmiddel (tast- of herken-ningsstok, geleidehond).

Oriëntatie:Het vermogen om op basis van zintuiglijke waarnemingen te weten waar je bent, hoe de omgeving is georganiseerd en adequaat richting te bepalen bij het verplaatsen. Eventuele restvisus- en gehoorsinformatie zijn van groot belang voor het (op afstand) waarnemen van ruimtelijke relaties tussen de waarnemer en de hem omringende objecten en personen.

Oriëntatie en mobiliteit zijn twee complexe vaardigheden die ook onderling weer een lastige “dubbel-taak” kunnen betekenen voor mensen met een visuele beperking. De (voor)kennis van de omgeving speelt een rol in het richten en verdelen van aandacht op de diverse zintuiglijke indrukken. Het vermogen om belangrijke informatie te kunnen onthouden en met elkaar te combineren draagt bij aan het welslagen van het zich ruimtelijk kunnen oriënteren en verplaatsen.

Directe gevolgen van slechtziend-heid op Oriëntatie en Mobiliteit: 1. Visus organiseert de totale waarneming niet meer. 2. Overzicht krijgen en houden is vaak moeilijk.3. Visus toetst geen hypothesen 4. Visuele dominantie stoort ruimtelijke oriëntatie

B

Pagina 12 Symposium VOVZ 2010

Mobiliteit, meer dan je denkt

5. Men moet alles meer bewust doen6. Handelingen duren veel langer7. Minder- en minder betrouwbare informatie8. Seriële waarneming (koker) i.p.v. simultaan→Meer afhankelijk van (korte termijn-) geheugen9. Men is afhankelijk van andere mensen die niet altijd betrouwbaar (hoeven te) zijn.

Verschillende doelgroepen, verschil-lende mogelijkheden, problemen en keuzesDe meerderheid van onze revalidanten is op latere, volwassen leeftijd blind of slechtziend geworden. Het maakt wezenlijk verschil in het revalidatie-traject of je vroeg- of laatblind bent (geworden), of dit je plotseling in relatief korte tijd is overkomen (door ongevallen of bijvoorbeeld een aange-boren aandoening als Leber) of meer procesmatig, zoals bij RP of diabetische retinopathie het geval kan zijn.

Onze ervaringen in Visio Het Loo Erf met jeugdblinden en jeugdslechtzienden op volwassen leeftijd, geven een twee-tal mobiliteitsproblemen te zien: - Ten eerste de mobiliteitsproblemen die hun oorsprong vinden in de cognitieve ontwikkelingsproblema- tiek en hun weerslag vinden in o.a. perceptie, ruimtelijke waarneming en motoriek. - Ten tweede de problematiek van deze groep als zich ontwikkelende mensen tussen en met goed-zienden. Beide problemen kunnen direct met elkaar samenhangen en ook tegelijkertijd voorkomen.

Kennis over de ruimtelijke positie van het lichaam is onvoldoende aanwezig of is gestoord. Er is soms sprake van weinig (of geen) inzicht in de relatie tussen motorisch handelen, het zich verplaatsen en het effect op de positie ten opzichte van de omgeving. Dat maakt het zich oriënteren op een route of in een ruimte natuurlijk heel lastig en dus is ook het zelfstandig en veilig verplaatsen in gebouwen en op straat vaak een lastige opgave. (Let wel: Niet iedere jeugdslechtziende komt in Het Loo Erf of heeft dezelfde hulp-vraag!)

Laatblindheid of laatslechtziendheidEen visuele beperking maakt han-delen en gewone dagelijkse dingen doen minder vanzelfsprekend. Om als persoon met een visuele beper-king in mobiliteitssituaties optimaal zelfstandig en veilig zelfredzaam te zijn, betekent dat in veel gevallen het leren gebruiken van hulpmiddelen en het aanleren van diverse vaardig-heden. Dat is echter niet altijd een uitgemaakte zaak en zeker bij mobi-liteitsactiviteiten, waarbij je je moet laten zien aan de buitenwereld, voor de betrokkene (en zijn naaste familie) een lastige keuze en drempel.

Mensen die procesmatig slechter gaan zien redden zich met deze informatie-beperking aanvankelijk nog redelijk in hun directe en bekende woon- en werkomgeving. Autorijden valt als eerste af. Het fiets- en looptempo gaat weliswaar wat omlaag maar met wat extra concentratie, energie en regel-werk kunnen ze zich soms nog een tijd redelijk redden. De dubbele rol “spelen” van de slechtziende en danweer van de ziende, is echter praktischen psychisch niet eenvoudig. Voorlopigworden om die reden de zogenaamde blindenvaardigheden en hulpmiddelennog stevig buiten de deur gehouden.Deze cliënten melden zich vaak pas aan voor revalidatie na jaren, van langzaam toenemende visuele problematiek. Ongemerkt wordt hen de optelsom van alle (extra) energie die ze moeten steken in hun dage-lijkse handelen thuis, op het werk en in vrije-tijdsbesteding te veel. Steeds meer worden moeilijker (mobiliteits)situaties gemeden en trekken zij zich terug uit allerlei sociale verbanden.

Er zijn cliënten, blind of zeer slecht-ziend, met of zonder bijkomende be-perkingen (denk ook aan de ouderen met gehoorproblemen en motorische problemen), die zich (nog) slechts op een beperkt aantal routes buitenshuis, zelfstandig en met een stok kunnen verplaatsen. Zij hebben geen keuze en moeten met een taststok lopen. Zij voldoen aan het verwachtingspatroon dat we hebben van de blinde. Ze lopen volgens aangeleerde vaste

Pagina 13Symposium VOVZ 2010

Mobiliteit, meer dan je denkt

handelingsvolgordes en strategieën van A (huis) naar B (bakker) en weer terug. Men loopt heel bewust van herkenningspunt naar herkenningspunt,relatief vaste punten die altijd aanwezig en door hen op te merken zijn op een route, auditief, op de tast en (soms nog) visueel. Tussen de herkenningspunten volgt men met de stok of met de restvisus zogenaamde gidslijnen zoals tuin-hekjes of grasranden die in contrast afsteken tegen het trottoir. Indien verkeer aanwezig is kan in combinatie daarmee aan de hand van de verkeers-geluiden de juiste koers aangehouden worden of kunnen eventuele “fouten”, als het ongewild inlopen van een inrit m.b.v. verkeersgeluiden opgemerkt en hersteld worden. Dat vraagt van mensen met lagere visus of van blinden continue aandacht en veel energie.In woonvormen voor mensen met een visuele beperking kan binnenshuis door goede contrasten en goede aan-gepaste algemene- en taakverlichting veel gedaan worden aan het stimulerenvan zelfstandige mobiliteit.

Mensen met een klein kokervormig gezichtsveld moeten, als ze zonder taststok lopen, hun aandacht (of blik) voortdurend en afwisselend richten direct voor hun voeten, om mogelijk aanwezige obstakels te zien en dan weer meer voorwaarts, om te antici-peren op wat straks komen gaat en om zich ruimtelijk te oriënteren. Ze hebben meer kans op botsingen met kruisende passanten en laten grote wisselingen in hun looptempo zien na een richtingsverandering. Ze verplaatsenzich soms langzaam in situaties waar ze zich op een ander tijdstip (ander licht, minder veranderingen in licht, minder drukte en herrie) juist weer veel sneller kunnen verplaatsen. Deze cliënten kunnen overdag ervoor kiezen om zonder stok te lopen. In de herfst- en winterperiode is het voor hen echter na 16.30 uur te donker om zich buiten zelfstandig en zonder stok te verplaatsen.

Mensen met een lagere visus kunnenzich, als ze met een stok lopen en mogelijk voor een blinde worden aangezien, voor de buitenstaander

vaak nog verrassend goed verplaatsen. Bekenden herkennen aan hun gezicht, in situaties waar je ze normaal niet tegenkomt is voor hen lastig. Deze mensen zouden ook zonder stok kunnen lopen. Echter dat geldt slechts onder voor hen ideale lichtomstandig-heden (geen zon tegen of te veel licht) en in de meer bekende situaties. Danvolgen ze “met gemak” het licht/donker verschil (5 meter voor zich uit) tussen trottoir en gras en zien de nok van de huizen afsteken tegen de lucht. Zo kunnen ze prima richting bepalen. De ingang van een winkel vinden is niet gemakkelijk en afstapjes en grijze paaltjes zijn eigenlijk alleen met een stok tijdig op te merken. Het zonder stok oversteken van straten kan ook een hachelijke onderneming zijn. Grote weerstand tegen het gebruik van een zichtbaar hulpmiddel Ten aanzien van het gebruik van een hulpmiddel in mobiliteitssituaties blijkt dat zeer veel laatslechtzienden een grote emotionele weerstand heb-ben tegen het zich met een herken-nings- of taststok openbaar kenbaar maken als slechtziende. Ervaringen en gevoelens van controleverlies, afhan-kelijkheid, schaamte en irrationele gedachten (“iedereen kijkt naar me, ze vinden me zielig, ze zien me alleen als blinde en niet meer als de persoondie ik ben”), zijn soms zelfs aanleiding voor angstreacties of anticipatieangst, die elkaar onderling vervolgens weer lijken te versterken.

Heel begrijpelijk zijn de gevoelens van onbehagen bij slechtzienden die wisselend de stok wel of niet nodighebben en daarvoor naar eigen inzicht kunnen kiezen. In het verkeer is het af en toe echter toch handig om herkenbaar te zijn in je problemen dieje hebt met oversteken door het gemisvan overzicht op een situatie, je lees-problemen in een winkel of op hetstation, problemen om mensen te her-kennen en de communicatieproblemen ten gevolge van het missen van de non-verbale communicatie.De vele uitingsvormen en praktische gevolgen van slechtziendheid maken het voor de mensen om de slechtziende heen niet altijd gemakkelijk om hun

Pagina 14 Symposium VOVZ 2010

mogelijkheden en beperkingen te begrijpen. Deze kunnen per persoon sterk wisselen met de lichtomstandig-heden, overgangen licht/schaduw, reflecties van licht in een nat wegdek etc.Inderdaad kan iemand met een zeer kleine koker in een bekende en rustigeomgeving nog hardlopend naar de busof hardloopkampioen worden op de atletiekbaan. In een drukkere of minder bekende omgeving is hij echter toch gebaat bij het gebruik van een tast-stok om met zijn koker scannend de weg voor zich uit te kunnen bepalen, zonder over een vuilnisbak te struikelen. Het overige winkelpubliek dat de stok ziet en voor hem uit de weg gaat, hem te hulp schiet of waarschuwt voor een eventueel gevaar. Het is zeker een drempel om met jestok over het terras in de stad te lopen,voor een ademloos toekijkend publiek, om voor iedereen zichtbaar vervolgens de menukaart te pakken om te lezen wat het broodje van de dag is. Voor iemand met een lagere visus is het soms toch mogelijk om te fietsen. Dan is het moeilijk om, nadat je van je fiets bent afgestapt, met je herkenningsstok de Hema in te lopen.

Opvallend is dat men er wel toe te bewegen is om een stok te gebruiken tijdens de revalidatie in de straten vanApeldoorn maar niet in de eigen woonplaats. Het gezien worden met een stok roept zoveel schroom en schaamtegevoelens op bij deze revalidanten dat ze zich, eenmaal thuis na revalidatie, beperkt blijven voelen in hun zelfstandigheid en bewegingsvrijheid. Mogelijk nemen sommige slechtzienden hun eigen (vroegere) vooroordelen over mensen met een beperking mee in hun besluit geen stok te willen gebruiken.

Gezien bovenstaande geschetste problematiek en met alle respect voorde gevoelens van revalidanten, ook voor hun schaamtegevoelens, moet toch geconstateerd worden dat de gesignaleerde schaamte en angst remmend werken op het constructieve adaptatieproces waar de revalidatie-leerprocessen onderdeel van zijn. De “normale” lessen mobiliteit, gespreks-

groepen en individuele contacten met hun trajectbegeleider, psycholoog enmederevalidanten, zijn niet voor iedere revalidant afdoende.

Daarom hebben de vakgroepen psychologie, trajectbegeleiding en bewegingsagogie in Visio Het Loo Erfbesloten deze problemen, in nauwe samenwerking met de cliënt, “aan tepakken” volgens een angst en schaamteprotocol.

Angst en schaamte protocolDe cliënt met grotere problemen dan gemiddeld én die daarvoor openstaat en gemotiveerd is, wordt volgens dit behandelprotocol gecontroleerd in angst of schaamte oproepende situaties gebracht. Deze situaties zijn vooraf besproken en zijn trapsgewijs steeds zwaarder in de mate van gevoelde spanning die ze bij de cliënt oproepen. De afspraak is dat de cliënt zichzelf dwingt en toespreekt om te blijven in die situatie (op straat, in een winkel, in zijn eigen woonomgeving) en zijn neiging om te vluchten onderdrukt. Vluchten lost het probleem immers alleen voor dat moment op!Na diverse sessies ervaart deze cliënt dat de angst- of schaamtegevoelens minder worden en dat de veronder-stelde rampen niet gebeuren. (De ra-tionale sluit aan bij het gedachtegoed van de cognitieve gedragstherapie en de behandeling vindt plaats als een cognitieve gedragsmatige behandeling.)

Uit: “Angst en schaamte protocol”Exposure in vivo, het zich trapsgewijs blootstellen aan de angst- of schaam-teopwekkende situaties, ze op te zoeken in plaats van ze te mijden, is een uiterst effectieve interventie gebleken bij agorafobische klachten. Gebleken is dat in 80% van de gevallen positieve resultaten werden bereikt door eenblijvende daling van de angstgevoelensin die situaties. In de overige 20% bleek dat dit deels te wijten was aan een niet duidelijke uitleg van de rationale door de begeleider. (Uit: Angststoornissen, richtlijn voor de diagnostiek, behandeling en begeleiding van volwassen cliënten met een angst-stoornis, 2003)

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 15Symposium VOVZ 2010

De aanpak is ingebed in de mobili-teitslessen waar gekozen wordt voor een afgewogen mix van vaardigheids-training, strategieleren en probleem-oplossingsleren met een bijpassende omgangsstijl. Vaardigheid en vaardig-heidstraining in het veilig verplaatsen en zich ruimtelijk oriënteren zijn voor de cliënt tevens belangrijke aspecten die gevoelens van angst kunnen weg-nemen of verlagen.

Problemen herkennen, erkennen en oplossenDe ervaring is dat als de cliënten in-zicht hebben gekregen en onderscheid kunnen maken tussen de “zwaarte” van de verschillende taken, de energiedie het hen kost, zij bewust hun aanpaken handelen daarop kunnen richten.

Diverse cliënten, ook zij die zeer slechtziend zijn, kunnen leren in minder bekende situaties of situaties waar men zelfs nooit eerder was, zelf oplossingen te vinden en uitproberen voor problemen die zich onderweg in allerlei situaties kunnen voordoen. Zij maken heel creatief gebruik van op dat moment toevallig aanwezige informatie of vragen advies of hulp aan passanten. Ze leren om zelf hun reis met het openbaar vervoer te plannen of regelen een taxi of iemand die hen brengt of haalt omdat ze weten dat het bij avond, door nachtblindheid,allemaal wat lastiger is.

Voor de mobiliteitstrainer is het de uitdaging om te beoordelen wanneer de tijd rijp is om bepaalde adviezen te geven, vaardigheden te trainen (stok, kijker, geleidehondgebruik, assertivi-teit) of zich nog even terughoudend op te stellen. Hij moet zich bewust zijn van de verschillende omgangs-stijlen die passen bij instructie geven, strategieleren of probleemoplossings-leren. De begeleider doet zijn best om met zijn omgangsstijl en adviezen aan te sluiten bij de mogelijkheden van de cliënt om zelf oriëntatie- en verplaatsingsproblemen op te lossen. Voordeel van deze benadering is o.a. dat eigen oplossingen en keuzes voor gebruik van hulpmiddelen gemakke-lijker te accepteren zijn dan toepassen van allerlei instructies van vaardigheden

en oplossingen uit de koker van de begeleider.

Slecht zien en toch (weer) autorijden? AutO-Mobiliteit: website: www.auto-mobiliteit.org Voor het halen of behouden van een rijbewijs stelt de wet bepaalde eisen aan het functioneren van de ogen. Wanneer een bestuurder niet meer aan die voorwaarden voldoet, mag hij of zij dus niet zonder meer autorijden.

De wet onderscheidt onder andere: • Gezichtsscherpte: De mate waarin iemand de kleinste details onderscheidt. Normaalziende mensen hebben een gezichtsscherpte van 1,0 of beter. De wettelijke eis voor het rijbewijs is ten minste 0,5 met twee ogen kijkend. In geval van één functioneel oog: scherpte tenminste 0,5.Bij een scherpte tussen 0,4 en 0,5 kan men pas rijgeschikt bevonden worden na een positief advies van de oogarts (deze beoordeelt o.a. oorzaak, prognose en de stabiliteit van de lage gezichtsscherpte) en een positieve rijtest bij het CBR (aanpassing van 22-02-2010) • Gezichtsveld: Het totale beeld dat iemand heeft zonder hoofd of ogen te bewegen. Bij normaalziende mensen is het ge-zichtsveld ongeveer 180 graden breed. De wettelijke eis voor het rijbewijs is ten minste 120 graden (ononderbro-ken in horizontale richting). Natuurlijk zijn er veel meer oorzaken denkbaar waardoor iemand niet vol-doende ziet voor het hebben van een rijbewijs, maar die worden hier buiten beschouwing gelaten.Het gebruik van een bi-optisch telescoopsysteem stelt individuele mensen met een verminderde gezichtsscherpte in staat om zelf-standig veilig te kunnen autorijden.

Mei 2009: publicatie in Staatscourant:

Automobilisten met 0,16 < BBCVA < 0,5 mogen (na positief doorlopen trainingsprogramma en Eigen Verkla-ringsprocedure) een BTS (Bi-optic Telescoop System) gebruiken:

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 16 Symposium VOVZ 2010

-- gebruik in een automaat, niet in handgeschakelde auto’s-- alleen privégebruik auto (dus niet als beroeps-chauffeur)-- alleen bij daglicht

Met behulp van een bioptisch telescoop-systeem en een training in het gebruik van dit hulpmiddel (bij verlaagde gezichtsscherpte) is het in sommige gevallen toch mogelijk om het rijbewijste behalen of te behouden. (April 2010: regulier revalidatieprogramma landelijk inzetbaar. September 2010: 16 BTS-rijbewijzen afgegeven.)

Met de toenemende mobiliteitswens en de vergrijzing verwacht Visio een forse toename aan hulpvragen over zelfstandige automobiliteit. Doel is zelfstandige mobiliteit en dus niet het autorijden op zich. Zeker niet iedereen zal kunnen leren autorijden. Verkeersveiligheid staat voorop.

Optimaliseren van zelfstandige gemotoriseerde verkeersdeelname door mensen met een visuele beperkingbetekent: • advies en begeleiding • juiste keuze vervoermiddel • hulpmiddelen • training • alternatieven

Bij Visio zijn regionale teams opgeleid om de cliëntenstroom binnen AutO-Mobiliteit doelmatig af te handelen.

Elk regionaal team bestaat uit:

Visio: een intaker, optometrist of low vision specialist, 2 ergotherapeuten/bewegingsagogen O/M, neuropsycho-loog en een klinisch fysicus.

Keuzelijst met optometristen (voor “brilaanmeting” en levering)

Rij-instructeurs

CBR rijgeschiktheidsdeskundige

Bijlage 1:Een rijbewijs halen of behouden?Het doorlopen van het gehele proces biedt geen garantie tot het daadwer-

kelijk behalen van het rijbewijs. Dit is afhankelijk van de uiteindelijke rij-vaardigheid. Bij gebleken rijvaardig-heid is het CBR bereid het rijbewijs te continueren of te verstrekken, indien nodig met een speciale aantekening/restrictie op het rijbewijs. Kijk voor de voorwaarden om mee te kunnen doen aan de training AutO-Mobiliteit op www.auto-mobiliteit.org of op www.cbr.nl.

Aanmelden en routingEerst naar de eigen oogarts: als auto-rijden volgens de wettelijke eisen niet meer mogelijk is, dan kan de eigen oogarts de specifieke situatie van een patiënt beoordelen. De eigen oogarts dient het formulier ‘oogheelkundige gegevens’ in te vullen. Deze staat op www.auto-mobiliteit.org.En dan naar Visio: via www.auto-mobiliteit.org kunt u zich aanmelden voor de training. Op basis van de verstrekte (medische) gegevens bepaalt Visio of u mee kunt doen aan AutO-Mobiliteit. Er is een wachtlijst voor deelname aan AutO-Mobiliteit.

KostenOm deel te kunnen nemen aan AutO-Mobiliteit heeft u een geldige en dekkende indicatie nodig volgens de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Visio vraagt deze indicatie voor u aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op het moment dat u aan de beurt bent. Het CIZ beslist of de indicatie wordt afgegeven. De rijlessen, het bioptisch telescoopsysteem, het rijexamen en hettheorie-examen als ook de eventuele reiskosten betaalt de deelnemer zelf. Voor het halen of behouden van een rijbewijs stelt de wet bepaalde eisen aan het functioneren van de ogen. Wanneer een bestuurder niet (meer) aan die voorwaarden voldoet, mag hij of zij dus niet zonder meer met de auto de weg op. Met behulp van hulpmiddelen en/of een kijktraining ishet in sommige gevallen toch mogelijkom het rijbewijs te behalen of te behouden, ondanks de visuele beper-king. Dit geldt zowel bij verlaagde gezichtsscherpte als bij gezichtsveld-uitval.

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 17Symposium VOVZ 2010

Rol VisioIn het mogelijk verkrijgen of behoudenvan het rijbewijs spelen verschillendeinstanties een rol. Het begint bij hetverkrijgen van oogheelkundige infor-matie en gegevens van de eigen oog-arts. Vervolgens komt Visio in beeld met het revalidatieprogramma AutO-Mobiliteit. Dit start bij een intakege-sprek, een optometrisch en (neuro)psychologisch onderzoek. Bij mensen met een verlaagde gezichtsscherpte meet Visio een bioptisch telescoopsy-steem (hulpmiddel dat het detail-zien in het verkeer kan verbeteren) aan en traint de bestuurder in het gebruik vanhet hulpmiddel. Bij gezichtsvelduitvalverzorgt Visio een kijktraining. Tijdens alle trainingen is er veel aandacht voorhet leren interpreteren van visuele informatie, verkeerssituaties en hetnemen van beslissingen daarin. De verkeersveiligheid staat voorop.Na een succesvolle afronding van de training bij Visio starten de rijlessen, die vallen onder verantwoordelijkheidvan geselecteerde en getrainde rij-schoolhouders. Uiteindelijk neemt het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen(CBR), op basis van de algemeen geldende eisen, een rijtest af.

Bijlage 2

Achtergrondinformatie over onder-zoek “Problemsolving” in Het Loo Erf

In een tweetal wetenschappelijke onderzoeken van Visio Het Loo Erf (2002-2005) werden oplossingsstrate-gieën van laatslechtziende observantenen revalidanten onderzocht bij het vinden van de weg én het vinden van een object in een onbekende omgeving. (Tijdens dit onderzoek bleek het ook zeer inzichtgevend te werken bij cliënten, nog in hun observatieweek, om onderscheid tussen deze twee taken te ondervinden en te benoemen)Dit op basis van de veronderstellingdat (sommige) laatslechtzienden effectief en snel de noodzakelijke adaptatie aan de nieuwe ruimtelijke oriëntatiesituatie zullen leren door een leeropstelling waarin probleemoplossinghet centrale thema is. (‘gestructureerd ontdekkingsleren’; Dodds 1989, Mettler 1995).

In het eerste onderzoek werd proef-personen gevraagd de weg te vinden in een onbekend winkelcentrum en daarna een object te zoeken. Hun bewegingen werden op video vast-gelegd en de bevindingen na afloop opgenomen. Er werd gekeken naar items als planmatig handelen, het vermijden van fouten, actieve obsta-kelvermijding, het controleren van de uitkomst en de mate van spanning. De belangrijkste uitkomst was dat de laatslechtziende proefpersonen vooral terugvallen op hun visueel geheugen en visuele voorstelling. Opmerkelijk was dat hen dat in feite hinderde bij het zoeken naar een meer creatieve, passender oplossing voor het gegeven oriëntatieprobleem. Proefpersonen met een hoge mate van emotionele verwerking hanteerden een effectie-vere strategiekeuze. Personen met een geringe mate vertoonden echter weer een beter leereffect op probleem-oplossen. Met betrekking tot de wegvindtaak bleek gestructureerd, planmatig zoeken te helpen. Dat was echter niet afdoende voor de object-vindtaak, daarvoor is waarschijnlijk een minimale visuscapaciteit nood-zakelijk. Deze resultaten brachten de onderzoekers tot de conclusie dat alleen al het plaatsen van cliënten in een probleemsituatie leidt tot

probleemoplossingsleren of strate-gieleren. De vervolgvraag en dus ook vervolgonderzoek richt zich op de vraag of dat ook in de tijd optreedt.

“Problemsolving” in de praktijk

De cliënten worden daartoe in een voor hen complexe situatie gebracht. Hen wordt bijvoorbeeld gevraagd omvanaf de bushalte bij een marktpleinnaar een winkel in de verderop gelegen winkelstraat te gaan. Bij die opdracht krijgen ze geen verdere suggesties t.a.v. te kiezen routes of mogelijkheden om te kiezen. Er wordt geen suggestie gedaan om een stok te gebruiken of hoe deze te gebruiken, hulp te vragen, visueel of auditief zelf te zoeken, welk verplaatsingstempo te kiezen etc. De combinatie van zoeken en veilig verplaatsen stelt hen voor een probleem. Hoe lost de cliënt zo’n

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 18 Symposium VOVZ 2010

probleem op? Hij krijgt geen instructie maar achteraf wordt natuurlijk wel doorgesproken, geëvalueerd hoe hij e.e.a. heeft aangepakt. Maakte hij een analyse van de taak, bedacht hij een plan, hoe ging het uitproberen, wat nam hij waar en welke feedback (niet van de begeleider maar van zichzelf of de omgeving) werd gebruikt? Dit wordt in principe niet normatief beoordeeld door de begeleider! In een volgende “les” wordt liefst weer een nieuw probleem of een andere situatie voorgeschoteld. De “leerling” ontdekt zelf het probleem en de mogelijke oplossingen. De leraar is op die momenten heel bewust(!) geen instructeur maar begeleider en beveiliger. De begeleider kiest wel heel bewust iedere keer voor nieuwe situaties (en uitdagingen) waarin de “les” plaatsvindt.

Het is gebleken dat een dergelijke aanpak in relatief korte tijd effectief kan zijn in die zin dat de revalidanten in staat werden om nieuwe oriëntatie-problemen efficiënter en effectiever op te lossen. Dit wordt gemeten met behulp van de in het eerste onderzoek door de onderzoekers ontwikkelde ProbleemoplossingsSchaal voor Oriëntatie-en Mobiliteitssituaties (PSOM). Daarin wordt het gedrag in de fase van analyseren en definiëren van het probleem (de taak), de fase van het opstellen en uitproberen van een bedachte oplossing, de fase van de uitvoering van de probleemoplossing, de fase van het waarnemen van de omgeving en het gebruik maken van feedback en de fase van de evaluatie geobserveerd en op een 5-punten-schaal gescoord.

Contra-indicaties:Duidelijk wordt dat vermijdingsge-drag als reactie op het visueel beperkt geworden zijn geen contra-indicatie hoeft te zijn voor het toepassen van een probleemoplossingsbenadering. Wel moet bij depressiviteit een der-gelijke benadering ontraden worden, vooral vanwege het risico dat de “open”, ongestructureerde leersitu-atie beangstigend werkt op manifest angstige of depressieve mensen.Een belangrijke, zelfs essentiële

voorwaarde voor de toepassing van een probleemoplossingsbenadering is dat de begeleider (therapeut) conse-quent zich onthoudt van het geven van informatie die tot de oplossing kan leiden en zich verre houdt van het structuur aanbrengen in de leer-situatie. Essentieel is dat de cliënt dit zelf doet en daarvan leert. De rol van de begeleider is letterlijk begeleiden (dus niet: leiden), beveiligen en het evalueren van het oplossingsgedrag en het leerproces na iedere concrete oefening. Waar strategieën of vaar-digheden onvoldoende ontwikkeld blijken te zijn wordt strategietraining (bijvoorbeeld oversteken of gebruik van openbaar vervoer) en/of vaardig-heidstraining (bijvoorbeeld stoklopen, echolokalisatie) parallel geschakeld. Om zicht te krijgen op vorderingen bij de cliënt verdient het aanbeveling de PSOM regelmatig in het leerprocesin te vullen waardoor het verloop zichtbaar wordt en enigszins geobjectiveerd kan worden.

Waarschijnlijk werkt probleemoplos-singsgerichte O&M-training alleen bijeen minimale intrinsieke motivatie, terwijl bij voornamelijk of geheel extrinsieke motivatie bij de cliënt vaardigheidsleren de beste mogelijkheid is.

Martin IJsseldijk

Bewegingsagoog/mobiliteitsinstructeur

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 19Symposium VOVZ 2010

Orientatie & Mobiliteit Verdelen en richten van aandacht

Oriёntatie: vooral visuele en auditieve

info van belang (afstand en richting)

Mobiliteit: vooral tast met stok en

voeten

  Soms aangeleerde handelingsvolgordes

en strategieёn

AutO-Mobiliteit

5

Mobiliteit, meer dan je denkt

Dhr. M. IJsseldijk

Mobiliteit, meer dan je denkt!

Martin IJsseldijk

Bewegingsagoog

sport en mobiliteitsinstructie

Dinsdag 2 november 2010 22e Symposium Oogheelkundige Zorg Congrescentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam

AutO-Mobiliteit

9

Geen visus of sterke visusdaling Welke praktische problemen?

1.  Visus organiseert totale waarneming

niet meer

2.  Visus toetst geen hypothesen

3.  Overzicht krijgen vaak moeilijk

4.  Visuele dominantie stoort ruimtelijke

oriëntatie

5.  Men moet alles meer bewust doen

6.  Handelingen duren veel langer

Blind of zeer slechtziend Mobiel in eigen omgeving

  Lopen met een taststok

  Vaste herkenningspunten

 Gidslijnen

  Vaste handelingsvolgordes en strategieën

  Vraagt continue aandacht en veel energie

Actieradius verder afhankelijk van

persoonlijke - en omgevingskenmerken

Jeugdblinden op volwassen leeftijd

Een tweetal problemen:

1.Moeite met ruimtelijk inzicht: hun positie

t.o.v objecten en personen in hun

omgeving.

Ook moeite met begrijpen van object-

object relaties.

2.Problematische ontwikkeling tussen en

met goed-zienden

Verschillende doelgroepen met hun eigen problemen, mogelijkheden en keuzes

  Jeugdblind/slz of laatblind/slz

  Plotsblind/slz of procesmatig

AutO-Mobiliteit

6

Oriёntatie & Mobiliteit Een dubbeltaak!

Mobiliteit: veilig verplaatsen van A naar B

al dan niet met een hulpmiddel (stok of

hond)

Oriëntatie: weten waar je bent op een

route en richting bepalen o.b.v.

voorinformatie en diverse zintuiglijke

informatie

AutO-Mobiliteit

4

AutO-Mobiliteit

3

mobiliteit & verkeer

  (stok)lopen

  blindengeleidehond

  fiets

  brommer

  scootmobiel

  45km auto

  Landbouwvoertuigen

  Gebruik openbaar vervoer

  AutO-Mobiliteit

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 20 Symposium VOVZ 2010

Angst- schaamte protocol

  Vluchten lost niets op

  Je trapsgewijs blootstellen aan steeds

moeilijker situaties en daar blijven tot de

spanning minder wordt

  Angst- of schaamtegevoelens worden

minder (heftig)

Er zijn contra-indicaties!

AutO-Mobiliteit

15

AutO-Mobiliteit

Met de toenemende mobiliteitswens en de

vergrijzing verwacht Visio een forse

toename aan hulpvragen over zelfstandige

automobiliteit.

AutO-Mobiliteit

17

AutO-Mobiliteit

Optimaliseren van zelfstandige gemotoriseerde

verkeersdeelname door mensen met een visuele

beperking:

  advies en begeleiding

  juiste keuze vervoermiddel

  hulpmiddelen

  training

  alternatieven

doel: zelfstandige mobiliteit

en dus niet het autorijden op zich.

legalisatie

  2004 - 2009: lobby door Visio, UMCG en CBR.

  2007: positief advies aan de minister opgesteld.

  mei 2009: publicatie in Staatscourant:

Automobilisten met 0,16 < BBCVA < 0,5

mogen, na positief doorlopen trainingsprogramma,

een Bioptic Telescoop System (BTS) gebruiken:

-- gebruik automaat

-- alleen privé-gebruik auto

-- bij daglicht

  april 2010: regulier revalidatieprogramma landelijk

inzetbaar.

  september 2010: 16 BTS-rijbewijzen afgegeven.

AutO-Mobiliteit

18

Weerstand tegen gebruik van een zichtbaar hulpmiddel

Stokgebruik betekent omgangsgemak en

veiligheid. Dat is positief?!

echter:

  Irrationele gedachten:

iedereen kijkt naar me, wat denken van

me, ze vinden me zielig

  Emotionele weerstand: ik ben niet

blind!

  Contrôleverlies

  Angst- en schaamte AutO-Mobiliteit

14

Gevolgen herkennen, erkennen en je aanpassen!?

 Handelen is minder vanzelfsprekend en

vraagt meer structuur

  Leren gebruiken van hulpmiddelen,

vaardigheden (oversteken) en

strategieёn (informatie vragen, plannen)

  Je moet of kan je (wisselend) laten zien

als VIP: een lastige keuze en regelmatig

een drempel!

Procesmatig slechter gaan zien Dubbelrol

  Kies je voor de rol als ziende of als

slechtziende?

  Praktisch en psychisch niet eenvoudig

  Aanvankelijk hard werken, niet

herkennen of willen erkennen van

problemen

  Vermijdingsgedrag

Klein kokervorming gezichtsveld Problemen, aanpassingen en keuzes

  Verschil: bekende-onbekende omgeving

veel of weinig obstakels

 Objectvind problemen

 Nachtblindheid

 Gestructureerd handelen, kijkstrategieën

  Keuze: Gebruik ik wel of geen stok?

AutO-Mobiliteit

10

Geen visus of visusdaling verdere problemen:

7.Minder - en minder betrouwbare

informatie

8.Afhankelijkheid van andere mensen die

niet altijd betrouwbaar (hoeven te) zijn.

9. Missen van non-verbale communicatie.

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 21Symposium VOVZ 2010

Dank voor uw aandacht!

Vragen?

AutO-Mobiliteit

25

AutO-Mobiliteit

24

  Straatbeeld

  Verkeersborden

  Richtingaanwijsborden

  Andere verkeersdeelnemers

•  Straatbeeld

•  Verkeersborden

•  Richtingaanwijsborden

•  andere verkeersdeelnemers

Leren gebruiken van de BTS

 Overzicht behouden

  Kort kijken

 Doelgericht kijken

  Tijdig kijken (niet te vroeg)

AutO-Mobiliteit

21

•  Straatbeeld

•  Verkeersborden

•  Richtingaanwijsborden

•  Andere verkeersdeelnemers

AutO-Mobiliteit

20

Dus: Blinden in de auto?

NEE, natuurlijk niet !

  Horizontaal gezichtsveld minimaal 120 graden

  Visus door de telescoop ten minste 0,5

  2-ogig gezichtsvermogen

Zeker niet iedereen zal kunnen leren autorijden.

Verkeersveiligheid staat voorop.

Mobiliteit, meer dan je denkt

Pagina 22 Symposium VOVZ 2010

Anatomie

N III:

- musc r superior - musc r inferior

- musc r medialis - musc obl. Inferior

- Musc levator palpebrae

- m consctrictor pupillae

57 jarige man met een N III parese:

Problemen van zenuwbanen naar het oog

NIII

Neuro-ophthalmologie:

-Grenzen van het vak

- Welke patiënten?

- Welke onderzoeksmethoden?

De neuro-ophthalmoloog (of de neuro-ophthalmologisch geïnteresseerde oogarts)

NEURO-OPHTHALMOLOGIE

J.W.R. Pott

Oogheelkunde UMCG

Groningen

Neuro-ophthalmologie heeft een speciale positie binnen de oogheelkunde:

Neurophthalmologie

Dhr. J.W.R. Pott

Neurophthal-mologie

Pagina 23Symposium VOVZ 2010

Afbeeldende technieken:

- herbeoordelen eerdere MRI/CT scans

bij 1 op de 6 neuro-ophthalmologische patiënten, die ingestuurd

worden met een MRI/CT, worden bij herbeoordeling alsnog

afwijkingen gevonden.

- aanvragen MRI/CT: spoed!

Indien er een aneurysma wordt gevonden dan volgt spoedverwijzing naar neurologen/neurochirugen

voor behandeling van het aneurysma

In het vervolgtraject van de

oogarts zit de follow-up van de oogstands afwijking.

Bij niet volledig herstel met blijvende diplopie kan een

scheelziens-operatie nodig zijn

Problemen van zenuwbanen van het oog af

N II (nervus opticus)

43-jarige verkeersvlieger met geleidelijke visusdaling:

-Geleidelijk slechter zien, eerst rechter oog en daarna linker oog

-Oogarts elders vind geen verklaring, en stuurt patiënt naar neuroloog

-Patiënt wordt via neuroloog elders naar neuroloog UMCG gestuurd

algemeen onderzoek gb Borrelia: gb

VEP onderzoek: verlengde laenties

lumbaal punctie: gb, mn. geen MS MRI: aspecifieke witte stof laesies, verder gb

-Verwijzing naar oogheelkunde UMCG

Onbegrepen visusdaling: proberen tot een localisatie te komen:

-gezichtsveldonderzoek

ceco-centraal scotoom

UMCG Elders

Zonder contrast Met contrast

Afbeeldende technieken:

- herbeoordelen eerdere MRI/CT scans

bij 1 op de 6 neuro-ophthalmologische patiënten, die ingestuurd

worden met een MRI/CT, worden bij herbeoordeling alsnog

afwijkingen gevonden

Oogheelkundig onderzoek:

- pupil grootte

- andere hersenzenuwen (II, IV, V, VI)

-orbitale afwijkingen

-fundus/papil

- Voorgeschiedenis van de patiënt andere specialisten

eerder neurologische klachten gehad vasculaire problematiek

diabetes

- Medicatie

- Familiaire aandoeningen

- Anamnese van de klacht acuut/chronisch

(hoofd)pijn begeleidende klachten

N III parese: oorzaak kan zijn

-  Aneurysma van a. carotis (posterior communicans)

-  Ischemisch (diabetes, atherosclerose)

-  Tumor (hersenstam)

-  Ontsteking (neuritis, MS)

Neurophthal-mologie

Pagina 24 Symposium VOVZ 2010

Onderzoek:

Relatief afferent pupildefect links

Anamnese:

In 2 dagen slechter gaan zien. Daarna niet meer achteruit gegaan. Wazig, vlekkig

Slechter zien neemt wat toe als ze zich inspant.

Pijn rond het oog.

Meer pijn bij heen en weer kijken.

Verder gezond. Nooit eerder bij een specialist geweest

Medicatie: -

Familie: gb

Vrouw van 24 jaar

Sinds 4 dagen geleidelijk aan slechter zien met linker oog

VOD 1,2 VOS 0,2

Problemen van zenuwbanen van het oog af

N II (nervus opticus)

afwijkend < 145

afwijkend > 340

Afwijkend > 15

Nader onderzoek internist: Giardia darm-infectie

Vitamine b-12 suppletie (i.m.): geleidelijke verbetering van visus

Anamnese:

Medische voorgeschiedenis: blanco

Enige opvallende behalve recente bezoeken aan oogarts en neurologen is bezoek aan internist vorig jaar ivm analyse onbegrepen

gewichtsverlies (15 kg in 1 jaar).

Geen alcohol, roken

Medicatie: -

Familie: geen bijzonderheden

Differentiaal diagnose bij dubbelzijdige visusdaling met ceco-centraal scotoom en kleurzienstoornis:

- alcohol-tabaks amblyopie

- VitB12 deficientie - intoxicatie medicatie

- Lebers hereditary optic neuropathy (LHON)

Kleurenzien

Pseudo-isochromatische kleurplaten

Farnsworth D-15 test

Automatische perimetrie

Goldmann perimetrie

Neurophthal-mologie

Pagina 25Symposium VOVZ 2010

Het nieuwe denken: zorg-portfolio matrix

neuro-ophthalmoloog

Immuun-modulerende therapieën kunnen het beloop van MS gunstig beïnvloeden:

- interferon

- methylprednison

Na gesprek met patiënt volgt dan evt. verwijzing naar neuroloog

Nader onderzoek:

- algemeen lichamelijk onderzoek

- MRI - lumbaal punctie (LP)

Dilemma: 50-75% van de vrouwelijke patiënten met een neuritis optica

krijgt ooit in haar leven Multiple Sclerosis (MS)

Wat vertel ik mijn patiënt?

Beloop:

- spontaan herstel na 4-6 weken

- meestal herstel tot visus 0,8 a 1,0

- methyl-prednison kuur kan herstel bespoedigen, maar heeft

geen invloed op uiteindelijke uitkomst

Rood test

Gezichtsveld

VEP: vertraagde latentie tijd

Neuritis optica is een ontsteking van de opticus waarbij er demyelinisatie onstaat van de zenuwschede

Onderzoek:

Relatief afferent pupildefect links

Spleetlamp: gb

Fundus: gb

de patiënt ziet niets en de dokter ziet niets..

Neuritis optica

Neurophthal-mologie

Pagina 26 Symposium VOVZ 2010

Band keratopathie

Hypopyon bij Behçet

Cornea precipitaten en synechiën posterior

Scleromalacie, geperforeerd

Perifere ulceratieve keratitis bij polyarteritis nodosa

Nodulaire episcleritis

Episcleritis

Sclera verdunning door recidiverende scleritis bij Wegener’s granulomatosus

Uveitïs

Dhr. R.J. Erckens

Uveitïs

Pagina 27Symposium VOVZ 2010

Diagnose: voorste oogkamer punctie of vitreous punctie

Diagnostische tests

Normaal

oedeem tractie

Optical coherence tomography OCT

Ultrageluid. Scleritis posterior OS

Fluorescentie angiografie

Fundus fotografie. Borrelia

Aanvullend onderzoek

Vasculitis bij sarcoidose

OD OS

Toxoplasmose

Birdshot retinopathie

Uveitïs

Pagina 28 Symposium VOVZ 2010

Patient met Behcet. Glasvocht troebeling

verdwenen en vasculitis rustiger na Remicade.

Patiënte met sarcoïdose

Voor begin met Remicade.

Visus OS 0.16.

OS

Na begin met Remicade. Laatste

gift 6 weken geleden.

Visus OS 1.0

Nieuwe generatie immunomodulatie therapie

Tumor necrosis factor -α (TNF –α) speelt een grote rol in het

ontstekingsproces. Het is een cytokine. Cytokines zijn signaal

eiwitten die immunologische aspecten van cel groei en functie

regelen tijdens ontsteking en de specifieke immuno respons.

Remicade is een antilichaam dat bindt aan TNF -α met een

hoge affiniteit en specificiteit. Hierdoor wordt TNF -α activi-

teit geneutraliseerd.

Systemische therapie

Steroiden CytostaticaMethotrexaat, Azathioprine

Alkylerende stoffenCyclofosfamide, Chlorambucil

T cel remmerCiclosporinen

"Nieuw"TNF -remmers

Soort

Therapie

Corticosteroiden (werking o.a.

- Inhiberend effect op prostaglandines door het reduceren van

arachidon zuur;

- Inductie van lymfocytopenie, niet cytotoxisch, worden

geconcentreerd in beenmerg;

- Reductie circulerende eosinofielen en monocyten;

- Inhibitie macrofaag vrijzetting;

- Inhibitie macrofaag migratie en reductie antigeen activiteit;

- Stabilisatie van intracellulaire lysozomale membranen, met

inhibitie neutrofiele degranulatie wordt omgeving beschermt

tegen vrijzetting lysozomale enzymen;

- Stabilisatie mest cel en basofiele membranen hetgeen vrijzetting

van o.a. histamine, bradykinine, plaatjes activerende factor voorkomt;

- reductie capillaire permeabiliteit en onderdrukking van vasodilatatie

Doel van uveïtis behandeling is:

-Geen ontsteking

-Geen steroïden

Geen gevaarlijke bijwerkingen van geneesmiddelen

Vitrectomie

Uveitïs

Pagina 29Symposium VOVZ 2010

1940: eerste couveuze met toediening van vrij zuurstof

1952: relatie ontdekt tussen zuurstoftoediening en ROP

1960: mogelijkheid tot monitoring van zuurstof toediening

Prematuren retinopathie

- prematuur = te vroeg geboren

- retinopathie = afwijkingen aan het netvlies

- Retinopathy Of Prematurity (ROP)

•  Prematurenretinopathie

•  Uveitis bij juveniele idiopathische

arthritis

•  Congenitale traanwegstenose

Peter Lansink, oogarts

Medisch Spectrum Twente

Kinderen in het perifere

oogheelkundig spreekuur

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Dhr. P.J. Lansink

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 30 Symposium VOVZ 2010

Indeling ROP

Locatie: zone I, II en III

Stadium: 1, 2, 3, 4, en 5

Uitgebreidheid: uitgedrukt in klokuren

www.oogartsen.nl

www.oogartsen.nl

www.oogartsen.nl

www.oogartsen.nl

stadiering ROP

Funduscopie

geboortegewicht < 1500 gram en/of

zwangerschapsduur < 32 weken en/of

zuurstoftoediening > 40% gedurende > 3 dagen

eerste controle: 5-6 weken post partum

vervolg onderzoek afhankelijk van de bevindingen

follow-up: op 1½ jarige leeftijd (MST)

Welke kinderen worden gescreend?

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 31Symposium VOVZ 2010

NedROP studie

van de gescreende kinderen heeft 18.8% ROP ontwikkeld

hiervan heeft 8.2% ROP 3 of meer

17 kinderen zijn behandeld

Preventie ROP

O2 beleid en monitoring

Screening

Uveitis bij Juveniele Idiopathische Arthritis

Juveniele Idiopathische Arthritis

Heterogene groep chronische gewrichtsontstekingen klinisch beeld gedurende eerste 6 maanden van de ziekte

ontstaat voor het 16e jaar

duur > 6 weken andere oorzaken uitgesloten (reumafactor - en HLA-B27 -)

incidentie 4-6 per 100.000 kinderen

Indeling oligo-articulair (< 4 gewrichten)

persistent, extended

poly-articulair (5 of meer gewrichten) reumatoid factor - or +

systemisch (Still’s disease) i.c.m. koorts, lymklieren, hepatosplenomagelie...

•  Uvea = vaatvlies

•  -itis = ontsteking

•  indeling naar lokalisatie

Uveitis Aantal Percentage

stadium onbekend 3 0,9

ROP 1 192 60,2

ROP 2 96 30,2

ROP 3 24 7,5

ROP 4 2 0,6

ROP 5 2 0,6

NedROP studie

Totaal Gem GG (gram)

Gem GA (weken)

Overleden Gescreend ROP

gemelde kinderen 2047 1326 30 164 (8%) 1700 (83%) 319 (18.8%)

NedROP studie

Behandeling

Cryotherapie

Diode laser

Operatie

(anti VEGF)

Plus disease

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 32 Symposium VOVZ 2010

complicaties bij uveitis cataract

glaucoom synechiae posteriores

complicaties bij uveitis cataract

glaucoom synechiae posteriores

hypotonie

complicaties bij uveitis cataract

glaucoom synechiae posteriores

hypotonie

band keratopathie

complicaties bij uveitis cataract

glaucoom synechiae posteriores

hypotonie

band keratopathie

macula-oedeem

Behandeling uveitis

lokaal corticosteroid druppels (prednisolon of dexamethason) mydriatica

orale steroiden (bij macula-oedeem)

methotrexaat

azathioprine biologicals (infliximab, adalimumab)

complicaties bij uveitis

cataract

glaucoom

complicaties bij uveitis cataract

Screening

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 33Symposium VOVZ 2010

Anatomie traanwegen

Stenose tpv klep van Hasner

Behandeling

conservatief massage, antibiotica (alleen bij infectie)

Traanzakmassage

Congenitale traanwegstenose

stenose bij geboorte bij 70%

6-20 % symptomatisch tranen, afscheiding, dichtgeplakte oogleden

80-100% verdwijnt weer spontaan in 1e jaar

Acta Ophthalmol. 2010:88: 506-513

Ziekte met mogelijk ernstige gevolgen

Lange follow up noodzakelijk

Ziekte kan heel lang actief blijven studie met 24 jaar follow-up:

49% nog actieve uveitis 22% glaucoom

51% cataract

Risicofactoren voor slechtere uitkomst

vrouwelijk geslacht

jongere leeftijd bij aanvang

ANA factor +

synechiae

afwijkende oogdruk

Observationele studie in Dld: (Heiligenhaus et al., Rheumatology, 2007)

12% voorkomen van uveitis (alle vormen JIA)

gemiddelde leeftijd 5.2 jaar

83% anterior, 9% intermediair, 1% posterior, 7% pan slechtere prognose bij uveitis voor arthritis, complicaties bij presentatie

Meerdere studies: bij uveitis 28-67% kans op complicaties

visusresultaten (na 3 jaar)

30% visus < 0.5 24% visus < 0.1

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 34 Symposium VOVZ 2010

Behandeling

sondage sondage met siliconenintubatie

ballon dilatatie

conservatief massage, antibiotica (alleen bij infectie)

chirurgisch

Sondage met siliconenslang

succes percentages 62% - 100% (diverse studies)

afnemend met toenemende leeftijd (Welsh & Katowitz 1989) 12-24 mnd 91.3%

24-36 mnd 85.5%

36-48 mnd 79.6%

complicaties laceratie punta lacrimales (“cheese-wiring”) breuk of prolaps slang iatrogeen trauma tijdens ingreep

verwijderen vaak onder anesthesie

Behandeling

sondage sondage met siliconenintubatie

conservatief massage, antibiotica (alleen bij infectie)

chirurgisch

Sondage

Behandeling

sondage

conservatief massage, antibiotica (alleen bij infectie)

chirurgisch

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 35Symposium VOVZ 2010

Samenvattend

conservatief beleid tot 1e jaar

vervolgens sondage en hersondage

bij oudere kinderen eventueel direct siliconenslang

Op welke leeftijd?

Behandeling

sondage sondage met siliconenintubatie

ballon dilatatie

dacryocystorhinostomie

conservatief massage, antibiotica (alleen bij infectie)

chirurgisch

Ballon dilatatie

succes percentages 74% - 94% (diverse studies)

duur instrumentarium

Kinderen in het perifere oogheelkundigspreekuur

Pagina 36 Symposium VOVZ 2010

Melden van IncidentenK. Rakers-Bakker en H.J. Völker-Dieben

owel nationaal als internationaal is er een toename in aandacht voor patiëntveiligheid na de -in de Verenig-de Staten verschenen publicatie: “To err is human, building a safer health care system” in 2001. De ruime aandacht die de media hebbenbesteed aan het rapport over de hart-chirurgie in Nijmegen Ⅰ en de rapportenover een neuroloog in TwenteⅡ Ⅲ toont aan dat het onderwerp patiëntveiligheidook bij de Nederlandse burger sterk in de belangstelling staat.In Nederland is medio 2004 als onder-deel van het project “Sneller beter” aan de Shell opdracht gegeven om de visie van hen omtrent veiligheid in deNederlandse zorg in kaart te brengen.Ⅳ Een aanbeveling in de eindrapportage leidde tot een wettelijk verplicht Vei-ligheids Management Systeem(VMS) in alle Nederlandse ziekenhuizen per 1 januari 2008.De Inspectie voor de Gezondheidszorg hecht zoveel belang aan dit VMS datbegin 2009 alle ziekenhuizen in Nederland door hen werden bezocht om vast te stellen of het VMS was ingevoerd.

Het wettelijke verplichte VMS heeft voor iedere medewerker in de gezondheidszorg geleid tot de verplichting incidenten te melden.

De vragen die iedereen zich dan zal stellen zijn: 1. Waarom melden 2. Wie moet melden 3. Wat moet ik melden 4. Hoe moet ik melden 5. Aan wie moet ik melden 6. Loop ik risico door te melden 7. Wat wordt ermee bereikt

Waarom melden. Het is al te gemakkelijk om deze vraagaf te doen met “het is uw wettelijke plicht”. Uit ervaring weet ik hoezeer mensen die voor de gezondheidszorg

Z

kiezen betrokken zijn bij het wel en wee van hun patiënten. Het motto van de actie is “Verbeteren begint bij melden”. Juist door de meldingen te analyseren kunnen verbeteringen van de kwaliteit van zorg worden bereikt. Ook verzamelingen van individuele meldingen kunnen leiden tot aanpas-singen in het beleid.“Wie moet meldenIedere direct betrokkene bij het in-cident moet melden maar ook op de indirect betrokkene (de toeschouwer bij het incident) rust de plicht tot mel-den als de direct betrokkene dat niet binnen redelijke termijn doet.Een (in)direct betrokkene (bijv. leerling of co-assistent) kan er ook voor kiezen via de leidinggevende te melden

Wat moet ik melden Elk incident, van near accident tot calamiteit, moet worden gemeld.

Hoe moet ik meldenEr is een ( elektronisch) meldformu-lier voor beschikbaar.

Aan wie moet ik meldenAfhankelijk van de interne organisatie in het ziekenhuis is er een Centrale Incident Meldingscommissie die vaak wordt bijgestaan door Decentrale Incident Meldingscommissies.Veel incidenten worden ook decen-traal afgehandeld, dus op de eigen werkvloer. De verbetermaatregelen kunnen nu eenmaal het beste voor-gesteld worden vanuit de werkvloer. Toch is het belangrijk om alle inci-dentmeldingen centraal te verzamelen. Op die manier kunnen zaken die op meerdere afdelingen voorkomen, leiden tot beleidsmaatregelen voor het hele huis.

Loop ik risico door te meldenNeen, de taak van de commissie die de melding beoordeelt is NIET een schuldige aanwijzen maar leren van de melding en een verbeterplan maken en dat ook uitvoeren. Nadat de melding is behandeld gaat deze alleen in geanonimiseerde vorm naar de Centrale Incident Meldingscommissie en vandaar naar de Raad van Bestuur

Melden van Incidenten

Pagina 37Symposium VOVZ 2010

van het ziekenhuis. Wettelijk is vastgelegd dat de Inspec-tie voor de Gezondheidszorg geen inzage heeft in de meldingen zelf, wel in het jaarlijkse rapport over de verza-melde meldingen. Eerlijk gezegd loopt u meer risico door niet te melden dan dat wel te doen.

Wat wordt ermee bereiktInzicht in punten die voor verbetering in aanmerking komen en daarmee dus verbetering van de Kwaliteit en Veiligheid van de zorg. Belangrijk is aandacht voor de implementatie van de verbetermaatregelen.

Het Nationale Veiligheidsprogramma1 heeft zich tot doel gesteld om met behulp van het in 2008 ingestelde VMS in vijf jaar tijd onbedoelde (vermijdbare) schade met 50% te verminderen!

1. Ⅰ “Een onvolledig bestuurlijk proces” 2005 2. Ⅱ “Waar was de patiënt” 20093. Ⅲ “Heel de patiënt” 20104. Ⅳ “Hier werk je veilig, of hier werk je niet” 2004

1 Nederlandse Technische Afspraak NTA8009 (nl), 2007 Beleidscom-missie Koepel VMS Zorg

Melden van Incidenten

Pagina 38 Symposium VOVZ 2010

Melden van Incidenten

Pagina 39Symposium VOVZ 2010

Melden van Incidenten

Pagina 40 Symposium VOVZ 2010

Melden van Incidenten

Pagina 41Symposium VOVZ 2010

Herkenbare orbita-aan-doeningen

Ward Bijlsma, UMC Utrecht

erwijl de hoornvlies-, cataract- en netvliesspecialist zich bezig houdt metziektes in en op het oog, speelt de wereldvan de orbitaspecialist zich met name af buiten het oog. Met de orbita - de oogkas - wordt niet alleen de benige begrenzing bedoeld, maar ook het weefsel hierbinnen. Weefsels in de oogkas zijn de oogspieren, vet, de traanklier en het traanafvoersysteem. Aan de oogkas grenzen de neusbij-holten en de hersenen. Oogkasziekten komen minder vaak voor dan staar en netvliesloslatingen. Daarom worden in Nederland orbitaziektes voorname-lijk behandeld in de specialistische orbitacentra in Utrecht, Rotterdam en Amsterdam. Om orbitaziektes te kunnen beoordelen is minder geavanceerde apparatuur nodig dan voor ziektes in het oog. Orbitaspecialisten gebruiken vooral hun ogen en handen aangevuld door een CT- of MRI- scan om ziektes dieper in de oogkas te beoordelen. Juist omdat er vaak geen geavanceerde apparatuur nodig is om een oogkas-ziekte vast te stellen, kunt u zelf een groot aantal orbita aandoeningen (leren) herkennen.

De meest voorkomende orbitaaandoe-ning is de ziekte van Graves. Bij deze ziekte worden er antistoffen gevormd tegen zowel de schildklier als de oog-kasweefsels, met als gevolg ontsteking. Bij Graves werkt de schildklier vaak te snel waardoor hartkloppingen, gejaagdheid en gewichtsverlies ontstaan. De oogkasweefsels houden vocht vast waardoor de weefsels uit-zetten. Kenmerkend voor Graves zijn ogen die uit de oogkas gedrukt lijken te worden, wijd open staande oogleden en beperkte oogspierbewegingen met dubbelzien. De tweede, veel voorkomende orbita-aandoening, is het lymfoom. Vaak

ontstaat het lymfoom in de conjunc-tiva of traanklier en kan samen gaan met lokalisaties elders in het lichaam. Een oppervlakkig lymfoom heeft een kenmerkende zalmroze verkleuring van de conjunctiva.

Een andere veel voorkomende orbita-aandoening is een infectieuze ontste-king, een cellulitis. Wanneer de ont-steking zich beperkt tot het ooglid is er sprake van een preseptale cellulitis. Wanneer ook weefsels in de oogkas zijn aangedaan is er een orbitale cellulitis. Een infectieuze ontsteking toont klassieke ontstekingsverschijn-selen: roodheid van de oogleden, zwelling van de oogleden, warmte en koorts, pijn en beperking van de oogbewegingen en soms verminderd gezichtsvermogen. Ook tumoren komen voor in de oog-kas. De meeste tumoren zijn goedaar-dig, zoals een vaatgezwel met rode verkleuring van de huid of een cyste op de oogkasrand. Tumoren kunnen doorgroeien vanuit de neus en her-senen. Ook primaire tumoren van de oogkas komen voor en ontstaan in de traanklier, de oogspieren, de zenu-wen of het huidweefsel. Tumoren zijn zwellingen en zijn vooral herkenbaar door de verplaatsing die de zwel-lingen geven of doordat ze met de vingers voelbaar zijn.

Minder vaak voorkomend zijn breuken van de oogkas. Soms gaan de breuken samen met breuken van andere botten zoals het kaakbot of het jukbeen en soms is een breuk tot de oogkas beperkt. Doordat een zenuw die door de bodem van de oogkas loopt vaak wordt beschadigd bij een breuk, heeft de patiënt een typische uitval van het gevoel onder het oog tot en met de lip en de voortanden. Wanneer een oogspier in de breuk beklemd raakt, leidt dit tot oogbe-wegingsproblemen en dubbelzien. Ook kan door een trauma een ver-binding ontstaan tussen een ader en een slagader rond het oog. Door deze directe verbinding wordt de bloed-druk in de ader veel te hoog. Deze druk kan niet goed afgevoerd worden en uit zich door verhoogde bloeddruk in de oogkas. Dit kan zichtbaar zijn

THerkenbare orbita-aan-doeningen

Pagina 42 Symposium VOVZ 2010

overlooking the obvious

door typisch uitgezette vaten op de conjunctiva. Deze vaten noemen wij kurkentrekker vaten. Soms kan een patiënt de toegenomen bloedstroom rond het oog horen als suizen.Samenvattend: Het vermoeden op de ziekte van Graves, orbita lymfoom, cellulitis orbitae, oogkastumoren of een breuk van de oogkas is vaak al te krijgen door eenvoudigweg te kijken en te voelen. In een orbitacentrum kan deze diagnose bevestigd worden en behandeld.

Herkenbare orbita-aan-doeningen

Pagina 43Symposium VOVZ 2010

naked eye

toolbox Herkenbare orbita-aan-doeningen

Pagina 44 Symposium VOVZ 2010

Herkenbare orbita-aan-doeningen

Pagina 45Symposium VOVZ 2010

overlooking the obvious

Herkenbare orbita-aan-doeningen

Pagina 46 Symposium VOVZ 2010

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

!! Contactlensgebruik!!!!

-trauma

- verzwakte afweer :

locaal steroïd gebruik

eczeem, herpes traanfilmprobleem

losse hechting

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel • amoeba

• immuun

• autoimmuunziektes

• afstotingsreactie bij transplantaat • contactlens gerelateerd

• blefaritis

Keratitis

Cathrien Eggink

oogarts

UMC St Radboud

Nijmegen

Keratitis

=

hoornvliesontsteking

DANK VOOR DE 

AANDACHT! 

[email protected] 

Keratitis

Mw. C.A. Eggink

Keratitis

Pagina 47Symposium VOVZ 2010

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel • amoeba

• Acanthamoeba

• contactlenzen!! én kraanwater

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel • amoeba

Diagnose, hoe???

KWEKEN

Kweek bacterieel

viraal schimmels

acanthamoeba

Bacterieel:

ther: antibiotica

Viraal:

ther: HSV / VZV: zovirax

adenovirus: géén

Schimmels:

ther: antischimmelpreparaten

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel

• landbouw

• tuinierders

• immuunzwakke patiënten

• corticosteroid druppelgebruik

trauma

epitheliaal + stromaal

Varicella Zoster Virus

Adenovirus

epitheliaal

stromaal

Herpes Simplex

Virus

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• herpes simplex virus

• varicella zoster virus

• adenovirus

Keratitis

Pagina 48 Symposium VOVZ 2010

immuun • blefaritis

• Ther: locaal immuunsuppressie (druppels dexamethason)

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel • amoeba

• immuun

• autoimmuunziektes

• afstotingsreactie bij transplantaat • contactlens gerelateerd

• blefaritis

immuun • contactlens gerelateerd

• Ther: locaal immuunsuppressie (druppels dexamethason)

immuun • afstotingsreactie bij transplantaat

• endotheliaal

• Ther: locaal immuunsuppressie

(druppels dexamethason)

Immuun: • autoimmuunstoornissen (bv. M. Wegener)

Ther: syst. immuun suppressie

Keratitis, waardoor???

• infectie

• bacterie

• virus

• schimmel • amoeba

• immuun

• autoimmuunziektes

• afstotingsreactie bij transplantaat • contactlens gerelateerd

• blefaritis

Acanthamoeba:

ther: desinfectantia!

Keratitis

Pagina 49Symposium VOVZ 2010

Afsluiting 22e VOVZsymposium, 2 november 2010

Tiny Manders, oud-voorzitter VOVZ

e zijn aan het einde gekomen van dit 22ste symposium. Maar voor ik ga afsluiten met een woord van dank heb ik nog enkele mededelingen voor u:

- De datum van het 23ste Oogheelkundig symposium staat al weer vast en wel op dinsdag 1 november 2011.- Alle symposiumdeelnemers zullen begin 2011 het complete verslag thuis ontvangen, op een CD-Rom, zoals in 2009. Het is een compleet naslagwerk waarin u alle lezingen terug kunt vin-den, ondersteund door de plaatjes die u hier vandaag ook gezien hebt.- Ook in 2011 start weer de Cursus Oogheelkundige Zorg, verzorgd door het onderwijsbureau Tracé-onderwijs van dhr. Ton Ransijn. De data en loca-ties vindt u in onze nieuwsbrief en op onze website. Regelmatige bijscholing is een belangrijke voorwaarde voor het leveren van kwalitatief goede zorg en zorgt voor arbeidsvreugde in uw belangrijke werk.- Vandaag hebben zich 12 nieuwe leden aangemeld! Daar zijn wij erg blij mee. Bedankt allemaal voor uw ondersteuning.Ook na vandaag kunt u zich natuurlijk nog altijd aanmelden. Aanmelden kan ook via internet; kijkt u op www.vovz.nl

Vanaf deze plaats wil ik een aantal mensen bedanken en ik denk dat ik dat ook zeker namens u doe.* De sprekers van vandaag: bedankt voor uw medewerking aan dit sympo-sium. We zijn verrast door alle lezingen,zeer divers, over uiteenlopende onder-werpen. Met uw levendige presentaties zorgde u voor een boeiende en leer-zame dag. Alle deelnemers zijn weer vanuit de eerste hand bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen en stand

van zaken betreffende uw vakgebied!Het was een geweldig scala aan boeiende onderwerpen: een pluim op de hoed van de symposiumcommissie voor deze programmasamenstelling!* Ook wil ik u allen bedanken voor uw aanwezigheid: door uw deelname aan deze dag toont u uw waardering voor ons en vooral voor de symposium-commissie.* Dank aan allen die vandaag hun steentje aan de organisatie hebben bijgedragen: zij die vanochtend de inschrijfbalie hebben bemand en de financiën hebben afgewikkeld, diegenen die u in de VOVZ-stand van informatie hebben voorzien, zij die zorgden voor een prima catering, voor de technische ondersteuning. Iedereen bedankt voor de ondersteuning. * Ook de firma's bedank ik voor hun aanwezigheid en presentatie op deze dag.* Maar de grootste dank gaat uit naar de symposiumcommissie. Zij zijn er het hele jaar door mee bezig en heb-ben ook dit jaar weer een enorme klus geklaard. Hen wil ik dan ook graag even in het zonnetje zetten. Ingrid Groenewegen, Els Gutker, Karen Rakers, Tinie van der Linden zijn verantwoordelijk voor de organi-satie van deze dag en zij hebben dat weer op een voortreffelijke manier gedaan! Namens iedereen bedankt daarvoor en voor volgend jaar heel veel succes gewenst.

Tot slot wil ik u uitnodigen nog even met ons na te borrelen tijdens de afsluiting van vandaag. Napraten, nog even herinneringen ophalen, onder het genot van een drankje.De borrel zal niet in de aula plaats vinden maar, net als vorig jaar, in Grand Café The Basket, hiernaast gelegen op het campusterrein. Voor daarna wens ik u allemaal wel thuis.

En uiteraard zien wij u graag volgend jaar weer terug op ons 23ste symposium!

Tiny Manders, oud-voorzitter VOVZ

Afsluiting 22e VOVZ symposium

W