visie magazine dvhn
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
een commerciële uitgave van multiplus i.o.v. nDc meDiagroep
Visie*magazine 2016
januari 2016
Waar wil je naar toe en waarom doe je wat je doet, vroegen wij aan de geïnterviewden indeze bijzondere special. Zij openden met plezier de deuren van hun bedrijf en gingen hetgesprek aan. Wij laten u met hen kennismaken.
Groei begint bij jezelf; als het goed is voor jezelf, is
het ook goed voor het bedrijf. Even afstand nemen
om te kijken wat er speelt, kan louterend werken. De
markt is aan alle kanten in beweging en vraagt ogen-
schijnlijk vooral om inzetten op flexibiliteit.
Hylke van der Veen,
aB VaKwerK
water alliaNCe
“Bring in the Dutch”
Pagina 7
pezy group
Innovatieve product-ontwikkeling
Pagina 2
SCHN
“Een bedrijfstak om te koesteren”
Pagina 3
visie magazine2
“Innovatieve productontwikkelingbiedt kansen maakindustrie”
Pezy Group is een bedrijf van 100
mensen dat nieuwe producten
ontwerpt voor met name multi-
nationals. Het heeft meerdere
vestigingen in Nederland en eentje in
Singapore, in Groningen werken 35 men-
sen. De focus ligt op het ontwerpen van
nieuwe, nog niet bestaande producten en
het ontwerpen van opvolgers van
bestaande producten. Jan Hoekstra kijkt
graag verder en ontwikkelde een nieuwe
mindset met behulp van een verrassende
startup-look-a-like website.
Eerst denken, dan doenWat drijft hem om buiten z’n bedrijfsmu-
ren te kijken? “Wij hebben twintig jaar
ervaring opgedaan met het werken voor
talloze vooral grote bedrijven, hebben
innovatieve producten bedacht en zetten
steeds meer stappen in het ontwerpen
van duurzaam geproduceerde producten.
Ik geloof steeds meer in radicale product-
ontwikkeling, echt een andere aanpak. Op
verschillende productieniveaus hebben
we geleerd vooral heel goed na te denken
voor we iets doen. We ontwikkelen bij-
voorbeeld veel kunststof producten waar-
voor je kostbare matrijzen nodig hebt. Je
kunt je in dat proces geen fouten veroor-
loven, want dat is financieel zeer risicovol.
Daarom hebben wij onze aandacht bij
onze grootste zorg; eerst datgene oplossen
wat nog niet goed is en dan pas verder.”
“Wij zijn gewend te werken op basis van
vertrouwen, onderling en met klanten. Wij
hebben geleerd om uit te spreken wat we
denken en voelen, want als je dat niet
doet, kom je niet tot het ultieme ontwerp.
De basis van dat vertrouwen zit er in dat
we ‘jij’ tegen elkaar kunnen zeggen. Zelfs
in Nederland is dat niet overal even mak-
kelijk en in Azië is het al helemaal ondenk-
baar. Wij hebben in het Noorden een cul-
turele voorsprong als het om creatieve
ontwerpen gaat die we kunnen omzetten
naar massaproductie.”
Focus op efficiency“Wij hebben veel geleerd van multinatio-
nals en zijn tegelijk goed in staat om te kij-
ken wat er bij start- ups gebeurt en
waarom het daar wel of niet goed gaat.
Wij willen onze ervaring gebruiken om
met start- ups en maakbedrijven in het
noorden te kijken of we het vele werk dat
er in productontwikkeling plaatsvindt,
weer naar het Noorden te halen.”
“Focus op efficiency en heb de meeste
aandacht voor je grootste risico, maak je
idee zo snel mogelijk tastbaar voor je klant
en maak gebruik van co- creatie.
Communicatie is een van de grootste
deugden om ergens te komen en daarom
hanteer ik de uitspraak dat ‘ingenieurs
creatief en welbespraakt moeten zijn en
om moeten kunnen gaan met professione-
le onzekerheid’. Wat je zelf niet in huis
hebt, heeft een ander misschien wel en
daarom geloof ik dat we in het noorden
stappen kunnen zetten. De essentie in het
mogelijk maken van nieuwe productie-
kansen voor het Noorden, ligt in het leren
inschatten van de vraag of de markt op
jouw product zit te wachten. ”
Minimal features“Na het toetsen van je eerste idee aan je
klant met een model of demo, komt de
fase van het marketfit maken, het bekij-
ken of er voldoende markt is. In die fase
worden er van het product enkele honder-
den of duizenden gemaakt die in de markt
worden getest; daarna volgt de massapro-
ductie. Juist die testfase waarin je kijkt
hoe veel je minimaal nodig hebt om ver-
der te gaan, kan interessant zijn voor de
noordelijke maakindustrie. De testproduc-
ten worden nu grotendeels elders
gemaakt. Het zou helemaal geweldig zijn
als we ook de massaproductie naar het
Noorden kunnen halen, zoals we met de
Quinny kinderwagen al voor elkaar
hebben gekregen. Leren denken, ontwik-
kelen en produceren aan de hand van
minimal features is waar het om gaat.”
Naast aansprekend werk voor multinatio-
nals als de Heineken thuistap, zijn ver-
schillende productontwerpen van Pezy
zeer geschikt om als Noordelijk project
aan te pakken licht Hoekstra toe, omdat
ze daar zelf de testproductie voor moesten
regelen. “Zoals de geïntegreerde TomTom
met business applicaties die we voor Iveco
maakten; de Cervisafe, een apparaatje
waarmee vrouwen zonder tussenkomst
van een arts een uitstrijkje kunnen
maken; de biologisch afbreekbare Ground
Consolidators (van het Drentse bedrijf
Anome) die gebruikt worden voor lan-
daanwinning; de pocket irrigator van de
Groningse paradontholoog Van Dijk en tot
slot de kleinste diepvries ter wereld die we
voor Unilever hebben ontwikkeld.”
“Voor het Noorden liggen er kansen bin-
nen het domein van de gezondheid in
combinatie met duurzame productie.
Healthy Ageing is een geweldig thema, er
komt veel kennis uit Life Lines en het
Healthy Ageing Network, we hebben
Philips om de hoek en Emmen heeft ken-
nis van bioplastics en wordt er binnen een
consortium met Philips, Fokker en CIG al
een zogeheten Smart Factory gebouwd.
We hebben een unieke positie, laten we er
meer mee doen!”
Mind to matterOm te kijken hoe er tegen start- ups werd
aangekeken en de huidige markt zich
manifesteert, ontwikkelde Pezy z’n eigen
online start- up, www.pilotfactory.com,
een online toegankelijk maar niet-
bestaand bedrijf. Het leerde Hoekstra z’n
mindset te ontwikkelen, te testen en te
verbeteren aan de hand van het ‘mind to
matter’ model dat pilotfactory uitdraagt.
De online kijkende lezer ontdekt in de site
wat Hoekstra hierboven vertelt; het is een
uitnodiging van de innovation accelera-
tors van Pezy aan de noordelijke maakin-
dustrie en kennisbedrijven. Zijn visie sluit
aan bij de ‘Toekomstvisie Groningen 2025’,
die gisteren door Rabotopman Wiebe
Draijer aan CdK Max van den Berg over-
handigd is.
“Ik droom wel eens van een pop-up store
in de Heerestraat, waar je iedere week een
nieuw innovatief product kunt kopen,
met daarachter een fabriek waar het
gemaakt wordt en ruimten waar we met
z’n allen aan de slag zijn. Voor multinatio-
nals en voor jezelf. Gewoon in zo’n winkel
verkopen wat je zelf bedacht en geprodu-
ceerd hebt. Sterke innovatie en voortdu-
rend wisselend….Lijkt me geweldig inspire-
rend!”
jan Hoekstra van pezy group in groningen ziet
kansen. 2016 kan het jaar worden van de
doorbraak om weer meer productiewerk naar
het noorden te halen. twintig jaar werken met
multinationals leert je niet alleen dromen en
doen, maar vooral denken over het managen
van je grootste risico’s.
Jan Hoekstra
pezy group
Bij Shipyard Construction
Hoogezand Nieuwbouw wordt
aan twee schepen gewerkt op
deze ijskoude natte vrijdag. Een
LNG- aangedreven LPG- tanker en een
LNG- aangedreven splijtbak. De eerste ligt
in het water en zit in z’n afbouwfase, de
tweede ligt in helften op de kant. Slijpen,
lassen, takelen, het gaat gewoon door
ondanks ijzige kou en opgevroren wegen.
18 Maart komt een grote delegatie vanuit
Bremen naar Foxhol om de wereldpri-
meur in het water te zien glijden.
Compagnons Roelof Kregel, Bouko Meijer
en Fred Ufkes over scheepsbouw, beteke-
nis voor de regio, de slag om garanties en
gebrek aan visie.
Oud spul“Er moet een boel gebeuren,” vertelt
Roelof Kregel, scheepsbouwer in hart en
nieren over de markt voor LNG- aangedre-
ven schepen. “Het aantal gebieden waar
beperkte marges gelden van uitstoot
neemt toe, milieu is z’n algemeenheid
wordt belangrijker en havens gaan het
gebruik van LNG- aangedreven schepen
stimuleren. Door de lage olieprijs is de
noodzaak om te investeren in deze schone
schepen weer wat minder aantrekkelijk
geworden, dus het zou helpen als de over-
heden nieuwbouw zouden stimuleren; en
het zou helpen als er meer locaties kwa-
men waar LNG getankt kan worden. Er
vaart veel oud spul, dus als het gestimu-
leerd wordt, komt er een hele golf nieuw-
bouw.”
Shipyard Construction Hoogezand
Nieuwbouw SCHN bestaat vier jaar en is
als relatief kleine werf specialist
in het bouwen van enkele stuks of
kleine series. De werf heeft zich
vanaf de start toegelegd op LNG
voortstuwingstechnieken, een
nichemarkt met specials die de
werf dankzij ervaring en deskun-
digheid van de scheepsbouwers
Meijer en Kregel goed aan kan.
Het zijn mannen van de traditio-
nele scheepsbouw met een voorkeur voor
innovatie.
Inmiddels zijn vier LNG- aangedreven tan-
kers van de helling gerold. ”Een schip bou-
wen is een schip bouwen,” vertelt Kregel
nuchter als ik hem vraag naar specifieke
kennis. Dat schip bouwen vereist het
gebruikelijke vakmanschap en verder
moet je kennis hebben van materiaaleisen,
de diversiteit in materialen, koude-en
warmte bruggen omdat LNG nu eenmaal
minus 162 graden is en vele technische
specificaties. “Het is nog vrij nieuw in
Nederland, niet alleen het bouwen, vooral
alle al dan niet noodzakelijke regels. In
Noorwegen hebben ze al vijftien jaar erva-
ring met LNG aandrijving, met het tanken
en noem maar op. Het valt me op dat er
behoorlijk wat verschil is in de manier
waarop de Noren en wij aankijken tegen
alle aspecten voor omgeving en veiligheid
bij LNG.”
Sturen op vernieuwingFred Ufkes: “Het krijgt echt toekomst als
de overheid gaat sturen op schonere tech-
nieken zoals LNG; als je het aan bedrijven
overlaat, wachten ze liefst zo lang moge-
lijk voor ze de overstap maken. Wat het
belangrijkste is, is de duidelijkheid naar de
markt. De overheid zou, zeker ook op
Europees niveau moeten zeggen, op die
datum willen we de uitstoot op een
bepaald niveau hebben of over tien jaar
einde diesel; dan weten reders waar ze aan
toe zijn en kunnen ze er op sturen, nu is er
te veel onduidelijkheid en dat is voor nie-
mand goed.”
“Voor ons is LNG een mooie markt, we
geloven er in en hebben inmiddels de
nodige ervaring opgedaan. We zijn relatief
klein en kunnen makkelijk inspringen op
verandering en we hebben een lage over-
head. Dat is bij elkaar ook het mooie aan
scheepsbouw als je zo georganiseerd bent;
je raakt nooit uitontwikkeld, er is altijd
wel iets nieuws. Ik vind het mooi dat we
zelf de nodige dingen kunnen bedenken,
we hoeven niet alleen maar te doen wat
een ander bedacht heeft.”
Hoe zit het met de zogeheten splijtbak
voor Bremen? “De eerste in de wereld die
LNG- aangedreven wordt, dus dat is wel
bijzonder. Deze 70 meter lange splijtbak
wordt gebouwd in opdracht van
Bremenports, de gezamenlijke havenorga-
nisatie van Bremen en Bremerhaven. Zij
zetten in op een groene haven en willen
dat hun baggerschepen niet langer op die-
sel varen. Dit schip brengt de bagger van-
uit de havens naar buiten en stort het
daar; de helften gaan hydraulisch uit
elkaar en blijven door middel van een
soort lang scharnier verbonden. Dit is de
eerste die LNG- aangedreven is en we
hopen dat er meer komen.”
Koesteren “Een mooi project, alleen de financiering
was lastig. We zijn een jaar bezig geweest.”
Fred Ufkes vertelt hoe dat in z’n werk gaat
en waar het probleem schuilt. “Zo’n schip
moeten wij volledig voorfinancieren en
dan praat je over een miljoen of vier, vijf.
Uiteindelijk blijkt dat je ook nog een
garantie nodig hebt en dan wordt het
moeilijk. We zijn een jaar bezig geweest
om die garantie te krijgen, het is uiteinde-
lijk een staatsgarantie geworden.” Nee,
schudt hij z’n hoofd, op geen enkele ande-
re manier kregen ze het voor elkaar. “Dat
maakt het lastig voor bedrijven als het
onze, want je hebt een goeie klant, een
mooie opdracht die voor je voortbestaan
van je werf essentieel is. Je hebt het over
directe en indirecte werkgelegenheid van
enkele honderden mensen in de regio en
aan de andere kant een risico als je het
goed beschouwt, dat relatief klein is. Daar
zouden overheden wel eens naar mogen
gaan kijken.”
Met de koffie in de hand, praten we door.
Over de scheepsbouw die je breder in de
Groninger genen verwacht en liefst con-
creter zou herkennen. Over het baggeren
van het Diep, de kosten en de impact van
de scheepsbouwcultuur. “Je moet dit koes-
teren, het is handwerk, een bedrijfstak die
wel eens de laatste zou kunnen zijn waar
veel mensen met de handen aan de slag
kunnen. Het is een cultuur van duidelijk-
heid, dat is de scheepsbouw. De scheeps-
bouw is een sector waar we ruimte heb-
ben voor veel verschillende mensen. Het
wordt tijd dat de overheid daar eens een
duidelijke visie op loslaat.”
visie magazine 3
Het Winschoterdiep is de verbeelding van
groningse scheepsbouw. innovatie en ambacht
verenigen zich bij scHn, dat een lng- wereld-
primeur bouwt voor de haven van Bremen. “We
blijven graag zelf een beetje nadenken.” De
impact op de regio in nuchtere woorden.
“Een bedrijfstakom te koesteren”
roeloF kregel
Fred UFkes
scHn
visie magazine4
Zeven jaar geleden begon Edwin
Wierda met een eigen kantoor
als vermogensbeheerder met vijf
klanten. Die vijf van toen zijn er
ruim 500 geworden die ze met zeven man
bedienen. Wierda en Partners
Vermogensbeheer in Assen en Laren
groeit gestaag en de resultaten zijn goed.
Z’n collega’s zijn net zulke vakidioten als
hijzelf, zegt hij met ’n glimlach. “We hou-
den van onze zelfstandigheid, van onaf-
hankelijkheid. We komen bijna allemaal
van grote banken waar we vonden dat we
te veel te weinig tijd konden besteden aan
het adequaat beheren van het vermogen
van onze klanten. Wij willen fulltime bezig
zijn voor onze klanten. Het gaat bij vermo-
gensbeheer om feiten, cijfers en de juiste
kennis. Focus hebben en focus houden. Er
is dankzij internet ongelooflijk veel infor-
matie beschikbaar, maar de vraag is wat je
er mee kunt. Focus op wat je werkelijk
nodig hebt om beslissingen te nemen.
Bepaal je koers, hou er aan vast en wees
scherp en flexibel; als je je koers moet wij-
zigen, moet dat wel kunnen. Alert blijven
en je rug recht houden.”
Flexibel inspelen Terugkijkend op 2015, zegt hij: “In de eerste
helft van het jaar ging het goed op de
beurzen (de tweede helft was het klaar).
We zijn daar goed doorheen gerold.” Hoe
dat kan? “Het is een beetje van alles, je
moet ook geluk hebben, alert reageren. We
hebben gelijk gehad met een aantal keu-
zes, bijvoorbeeld met ons advies over de
BAM en onze verwachting van bedrijven
die werden overgenomen zoals USG en
Grontmij.”
Flexibel zijn en alert kunnen reageren op
verschuivingen, zegt Wierda, is een van de
belangrijkste voorwaarden in deze tijd. “Bij
de grote veranderingen in de wereld, de
vele fundamentele ver-
schuivingen die er plaatsvinden past een
flexibele houding. Mensen hebben daar
behoefte van, ze willen zich niet meer
langdurig vastleggen, ze willen beschikken
over hun geld wanneer hen dat past.”
Hoe kijkt Edwin Wierda naar alle “ellende”
op de wereld, de vluchtelingenstromen, de
oorlogen en aanslagen? “Populair gezegd
is het een bende, alles is in de war. Het
hoort bij deze tijd, we leven in een tijd van
grote veranderingen. Alles lijkt te schui-
ven. Nee, het gaat zeker niet langs me
heen, want we zijn elke dag bezig met wat
er wereldwijd gebeurt en wat dat betekent
voor het beheer van het vermogen van
onze klanten. Al die zaken leiden tot veel
onrust, tot onverschilligheid, tot angst. En
ik kan je nu al zeggen dat het niet anders
wordt, het wordt zeker geen rustig jaar.”
Klaar met rentegedoeKun je mensen nog vertrouwen geven?
“Het is vooral een kwestie van eerlijk zijn,
wij kunnen het niet anders maken dan
het is en hebben ook niet altijd een ant-
woord. Het is aan ons om rust te brengen
in al die emotie waar het mee gepaard
gaat, om het te duiden met de kennis die
je hebt en je koers te bepalen op basis van
feiten zodat een zeker evenwicht ontstaat.
Sturen op wat er is, de feiten, de cijfers.”
Die wijzen ook uit dat spaarrente voorlo-
pig laag blijft, dus dat is geen aantrekkelij-
ke optie. En obligaties? “Dat is een tikken-
de tijdbom, dat gaat vroeg of laat mis en
dan zie je helemaal niets meer van je geïn-
vesteerde geld terug, dus dat blijft echt
oppassen."
Cijfers en feiten, de werkelijke prestaties
van bedrijven, zo verwacht Wierda, zullen
dit jaar een sterkere rol gaan spelen. “We
zijn met z’n allen wel een beetje klaar met
dat rentegedoe zoals we in 2015 hebben
gezien. Die politieke beïnvloeding, dat stu-
ren, heeft niets te maken met de econo-
mie. De Europese Centrale Bank ECB
heeft z’n hand overspeeld, de markten
hebben daar eerst sterk afwijzend op
gereageerd en vervolgens heeft het bijna
geen effect meer. Het is net als met de
koersen in China.“
‘t Wordt beter!“Als je iedere dag hoort dat de koersen
zeven procent dalen, dan heeft word je er
immuun voor. Het gaat uiteindelijk om
vraag en aanbod. Voor komend jaar gaat
de inhoud een sterke rol spelen; hoe staan
bedrijven er voor, wat is het aanbod, wat
is de werkelijke vraag. Dat heeft ook effect
op de prijzen van olie en grondstoffenprij-
zen die weer zullen gaan stijgen en dat
heeft weer effect op alle bedrijven die
mede afhankelijk zijn van grondstoffen,
zoals bijvoorbeeld Unilever of bouwbedrij-
ven. Kijk je voor komend jaar naar de
Nederlandse bouwwereld dan heb je het
bijvoorbeeld over de BAM die wij positief
blijven volgen en kijk je Europees dan zie
je dat het Franse Vinci- concern sterk posi-
tief profiteert van de opleving in de bouw-
sector.”
“Multinationals hebben de wind meer mee
dan het MKB. De grote bedrijven hebben
zich veel meer gereorganiseerd en kunnen
zaken gefinancierd krijgen; het MKB heeft
daar veel meer moeite mee, dat is deels
blijven hangen. De crisis duurt al acht jaar
en is nog steeds niet helemaal over; dat
geeft aan dat er veel meer schuift dan we
gewend waren, maar ik zeg je dat het in
2016 beter wordt!”
En buiten Europa? “Japan. Het land is
wereldwijd afgeserveerd door beleggers, ik
weet het, maar dat verandert. Het is een
heel traditioneel land dat onder zijn nieu-
we premier de laatste tijd grote verande-
ringen doorvoert in het efficiënter maken
z’n economie en belastingsysteem. Wij
denken dat we daar op mee kunnen liften
op die trend in het kielzog van wereldwij-
de voorhoedespelers als Goldman Sachs.
We zijn eind vorig jaar in Japan gestapt en
houden die koers voorlopig ook vast.”
rust brengen, focus houden en zorgen voor
rendement. Dat is wat edwin Wierda doet voor
z’n klanten. Wat bracht 2015 en wat betekent
2016 voor uw vermogen? vermogensbeheerder
edwin Wierda over turbulente tijden van
extreem lage spaarrente, wankelende obligaties
en verrassend japan.
edwin wierda
WierDa en partners
“Dit jaar wordthet beter!”
visie magazine 5
Leefbaarheid gediend bijeconomische vitaliteit
Dit is genieten, denk ik bij
mezelf als ik vanuit het nieu-
we kantoor van ECOstyle over
het park uitkijk. Hoeveel het
oude bedrijfsgebouw in Appelscha het
bedrijf ook heeft gebracht, het werd voor
de fabrikant van biologische producten
voor tuin en huisdier om uit de krapte te
verhuizen ”want seizoen van tuinieren
staat voor de deur.” Het bedrijf moet door,
en al moeten de laatste puntje op de i wor-
den gezet, afgelopen week verhuisden vijf-
tig man naar ECOmunity Park. Anne Jan
Zwart nam ECOstyle van z’n vader over
die het in 1967 oprichtte en nu hebben zijn
kinderen het weer overgenomen. Naast de
dynamiek van hun familiebedrijf, besloot
Zwart 12 jaar geleden te gaan werken aan
de totstandkoming van een duurzaam
bedrijventerrein in Oosterwolde, om
ECOstyle en andere bedrijven een besten-
dige toekomst te kunnen bieden. Het was
niet altijd even makkelijk, blikt hij terug,
maar naast me zit een tevreden mens. “Ja,
als ik zie wat er allenmaal al gebeurt, hoe-
veel mensen, bedrijven en kennisinstellin-
gen dit ontdekken, dan word ik heel blij.”
Beneden ontwaar ik de Breeam 5- sterren
certificaten voor zowel het hele park als
magazijn en kantoor. Zwart nam een
geweldige stap destijds door het gebied
volledig duurzaam te willen ontwikkelen,
evenals de gebouwen die hij er op zet. Het
park was Europees zelfs het eerste gebied
dat de Breeam- certificering ontving. Wat
beoogt Anne Jan Zwart met zijn concept?
“Het is onze opgave om het noorden leef-
baar te houden. We zijn in het Noorden in
een paar dingen niet goed en dat is samen-
werken, omdat we niet open zijn; en we
missen de aansluiting tussen kennisinstel-
lingen en mkb- bedrijven. Die twee aspec-
ten wil ik hier verbeteren om de leefbaar-
heid van het gebied te vergroten. Ik geloof
dat je economische vitaliteit nodig hebt
om verder te komen. Natuurlijk zijn er
momenten geweest in de crisisjaren dat ik
twijfelde, om me heen keek en me afvroeg,
moet ik verder met iets nieuws? Toch heb-
ben we doorgezet, juist omdat ik geloof in
een katalysator als ECOmunity Park.”
“Een aantal jaren gelden waren we met
een groepje ondernemers en bestuurders
in Boston, stad van Harvard en MIT, waar
ik ontdekte wat het faciliteren van toeval
betekende. Dingen organiseren op plek-
ken die er toe doen trekt mensen die dan
bij ‘toeval’ anderen tegenkomen. Ik leerde
wat het betekende om in een grote hal
statafels neer te zetten en een student te
laten vertellen aan welk idee, project of
nieuw product hij op dat moment werkt.
Ondernemers op zoek naar nieuwe pro-
ducten en diensten vinden er een wereld
aan inspiratie en innovatie. In no-time
kwamen uit alle hoeken van de VS men-
sen naar Boston om op die plekken met
elkaar van gedachten te wisselen, de slim-
me mensen er uit te pikken of zelf een
idee aan de man te brengen.”
“Dat heb ik meegenomen. Oosterwolde is
geen Boston, maar wel een centrale plek
in het Noorden die er toe doet en reuring
kun je organiseren. Met de ECOmunity
Box en straks ECOmunity Center bieden
we een plek aan studenten, een kennisin-
stellingen en mkb’ers om elkaar te ont-
moeten en kennis te delen. En dat begint
te werken. We halen kennis binnen van
opleidingen op MBO, HBO niveau en zelfs
de RUG, TCNN heeft een servicedesk
geopend en ja, als je toch moet werken
kun je dat beter op de prachtigste woon-
en werkplek van het land doen!”
Het is Anne Jan Zwart ten voeten uit, een
kwinkslag omdat de verkoop van de grond
op het natuurlijk vormgegeven park net is
gestart. Vijftig procent van het park wordt
bebouwd om als duurzame locatie voor
ondernemers en kennisinstellingen, de
andere helft blijft natuurlijke omgeving.
Over de kracht en toevoegende waarde
van die omgeving zegt Zwart. “Ik heb de
afgelopen jaren ontdekt dat ik het belang-
rijk vind om iets te willen bijdragen aan de
wereld. We hebben ons afgevraagd op
welke wijze wij onze verantwoordelijkheid
kunnen nemen. Een van die dingen is het
toevoegen van de kwaliteit van je omge-
ving aan je businessmodel, een bijzondere
kans voor het mooie Noord- Nederland. Er
zijn op dit moment volop ontwikkelingen
voor een biobased economy; we hebben de
ruimte kwaliteit om daar op in te zetten
en dat past bij het verhaal van ECOstyle
waarin de bodem en bodemgesteldheid
een grote rol spelen en in breder verband,
het past in de wetenschap dat er een
einde komt aan ons groei-
model en we spaarzamer
moeten omgaan met de bodem en hoe we
die benutten.”
“Daarom starten we een Centrum voor de
Bodem, waarin we samenwerken met
onder Universiteit Wageningen, Van Hall
Larenstein en HAS Dronten; het is belang-
rijk het is belangrijk voor deze omgeving
dat we kennis bundelen en ontwikkelen
op het gebied van bodem en bodem-
vruchtbaarheid, want naast de klimaat-
verandering is het teruglopen van de
natuurlijke bodemvruchtbaarheid een
wereldwijd probleem. Dankzij de betrok-
kenheid van de Hospitality opleidingen
van Friesland College en Stenden bij het
restaurant in het Ecomunitycenter
stroomt kennis naar Zuidoost Friesland.
Daarvan kunnen ondernemers in de
recreatiesector van profiteren.
Twaalf jaar enthousiasme en doorzet-
tingsvermogen om ECOmunity Park tot
stand te brengen; hoe voelt het? “In de
loop der tijd heb ik geleerd dat het tijd
vergt om iets goeds neer te zetten. We
hebben aanpassingen gedaan, onderweg
geleerd hoe het beter kon worden. Het
begint te bruisen, er gaat wat gebeuren.
En dat is wat we wilden, een economische
vitaliteit te weeg brengen, een hotspot
met voorzieningen creëren waar mensen
graag willen zijn. We hebben de menselij-
ke maat als uitgangspunt genomen. Dit is
het begin, nu kan het los en kunnen we
het verhaal vertellen en het aan elkaar en
anderen laten zien, want het gaat altijd
om mensen die iets willen.”
nog even en de nieuwe n381 is helemaal
gereed. ecomunity park verrijst aan de nieuwe
weg, visitekaartje voor oosterwolde dat bij-
draagt aan de leefbaarheid van het noorden.
anne jan zwart kijkt na twaalf jaar uit over zijn
ecologische werklandschap. prettige reuring in
oosterwolde.
anne Jan Zwart
ecomunity park
visie magazine6
Jan Loeters, directievoorzitter van
Rabobank Stad en Midden
Groningen (SMG) en directeur
Bedrijven Peter Schey nemen de
tijd om hun Rabobank in 2016 te beschou-
wen. De toezichthouder op de banken
(AFM) en de behoefte aan zowel meer effi-
ciency als meer onderscheid, hebben
geleid tot één landelijke Rabobank in
plaats van 106 verschillende lokale
Rabobanken. Per 1 januari van dit jaar is
dat een feit en dus is de vraag relevant
hoe Rabobank zich in Groningen blijft
manifesteren.
Jan Loeters: “In plaats van 106 bankver-
gunningen hebben we er nu nog één en
het hoofdkantoor van de bank staat in
Utrecht. Wat blijft, is onze coöperatieve
grondslag: we staan midden in de samen-
leving en zijn dienend. Verdere stroomlij-
ning van het bedrijf is nodig om efficiën-
ter en klantgerichter te kunnen werken.
Dat betekent dat we ons wereldwijd
focussen op onze roots van agri en food; in
Nederland blijven we alle sectoren bedie-
nen. Ook voor ons geldt dat online bedie-
ning van onze klanten zal toenemen.
Algemeen is ons doel om de klantbedie-
ning verder te verbeteren en lokaal nog
meer zichtbaar te worden. De banen die
wereldwijd bij de Rabobank verdwijnen
zijn vooral interne functies; door verder-
gaande automatisering hebben we minder
mensen nodig in de bedrijfsprocessen.
Door het verminderen van het aantal
menselijke handelingen, neemt de kans op
het aantal fouten af en dit verbetert de
prestatie van de bank.”
Keuzes maken loontMet Peter Schey richt Loeters het vizier
op hun werkveld van de Groningse econo-
mie. ”De regionale agri- en foodsector blijft
een stevige bijdrage leveren, ondanks de
lastige tijd voor met name de melkvee-
sector. Meer zorgen zijn er in de maritie-
me- en scheepvaartsector, waar de prijzen
voor verlading vooral door internationale
ontwikkelingen nog steeds onder druk
staan; positief is de aantrekkende scheeps-
bouw.”
De zorgen in de retail zijn goed zichtbaar
door problemen bij diverse winkelketens.
Toch is het beeld niet alleen maar somber,
merken Loeters en Schey op. “Dat er in de
detailhandel ook volop kansen zijn, bewij-
zen de gespecialiseerde zaken die we in de
stad Groningen zien floreren. In de horeca
zie je overigens hetzelfde; het maken van
duidelijke keuzes loont, het middenseg-
ment staat het meest onder druk.”
De technologie- en informatiesector doet
het goed, niet in het minst door de vele
startups. De sector zoekt continu nieuwe
gekwalificeerde mensen en daar wringt
deels de schoen. ”Het is lastig om de goede
mensen te krijgen. Het onderwijs en
bedrijfsleven moet ervoor zorgen dat de
vraag naar goed personeel kan worden
ingevuld. De sector zal zelf moeten evolu-
eren om gekwalificeerde en gediplomeer-
de mensen aan zich te kunnen blijven bin-
den.”
De cijfers van de woningmarkt liegen er
niet om en kennen vooral grote lokale ver-
schillen. “In delen van de stad Groningen,
zoals het centrum en de west- en zuid-
kant, zien we verkoopstijgingen tot wel
50%. Terwijl er elders in
de regio amper sprake is
van stijging of zelfs van
lichte daling.” De direc-
tievoorzitter van
Rabobank SMG wijst
voor de tegenvallende
cijfers in delen van de
provincie vooral op het effect van de aard-
bevingsproblematiek. “We moeten daar
snel stappen in zetten en zorgen dat we
consensus bereiken over vervanging van
een deel van de slechtste woningen.
Daarnaast zorgen voor fundamentele ver-
duurzaming en het aardbevingsbestendig
maken van het overgrote deel van de
andere woningen. Het is onmogelijk om
alle getroffen panden te vervangen.
Renovatie en verduurzaming scheppen
tegelijk kansen voor de lokale economie.”
Perspectief regioEén Rabobank die zich krachtig gaat rich-
ten op klanttevredenheid. Wat betekent
dat voor de Rabobank in Groningen? “In
Martiniplaza werd gisteren door bestuurs-
voorzitter Wiebe Draijer het rapport
‘Perspectief Groningen 2025’ aan de
Commissaris van de Koning Max van den
Berg overhandigd. We hebben als vier
Groningse Rabobanken het voortouw
genomen en opdracht gegeven om onder-
zoek te laten doen naar mogelijkheden en
perspectief in de breedte van de samenle-
ving. Niet alleen aandacht voor economie
en werk, maar ook voor zorg en onderwijs.
Die toekomstvisie is opgesteld door
Arcadis en de onderzoeksbureaus
AldusWillem en Bureon, in samenwerking
met Rijksuniversiteit Groningen en
Kadaster.”
“We hebben dat gedaan omdat we vanuit
onze coöperatieve gedachte iets willen
geven aan Groningen. Om werk te maken
van werk, om perspectief te bieden aan de
toekomst op de korte termijn en rekening
houdend met de sterke en zwakke kanten
van Groningen.” In het rapport staan tal
van handvatten die verder onderzocht
kunnen worden als ondernemers daar
brood in zien. Bijvoorbeeld het idee in het
kader van de circulaire economie, dat je
beter zelf hier vrachtschepen kunt slopen
om vervolgens het restmateriaal weer in
te zetten bij nieuwbouw.”
Zichtbare kernteams“We denken dat de tijd rijp is om zelf in
Groningen te bepalen hoe we als regio ver-
der willen. Het geld is er, het is tijd om
samen de schouders er onder te zetten.
We kunnen Groningen sterk maken, het
gaat er om dat we de krachten bundelen
en in beweging blijven.”
Hoe zichtbaar wordt de bank voor de
Groningers? “Rabobank Stad en Midden
Groningen heeft vier kernteams, verspreid
over ons werkgebied, in het leven geroe-
pen. Dat zijn teams die bestaan uit bank-
medewerkers en uit leden van de leden-
raad van Rabobank, die in hun omgeving
gaan kijken, praten en luisteren wat er
speelt. Zij zijn naast alle andere bankme-
dewerkers onze lokale ambassadeurs die
initiatieven aanhoren en kijken waar
Rabobank actief en financieel kan onder-
steunen. In het MKB, in het onderwijs en
in de breedte van de samenleving. Zij dra-
gen onze coöperatieve gedachte zichtbaar
uit; minder zichtbaarheid in stenen, maar
vooral in mensen”, zo typeert Loeters het
Groningse initiatief. “Samen met de prak-
tische uitvoering van de toekomstvisie
‘Perspectief Groningen 2025’ hebben we
voldoende om er met z’n allen een mooi
jaar van te maken.”
een belangrijk jaar voor rabobank, landelijk en
zeker in groningen. van 106 lokale banken
naar één landelijke bank met behoud van het
coöperatieve karakter: dichtbij de klant en
meer zichtbaarheid. een regionaal initiatief
voerde gisteren in martiniplaza de boventoon
met de presentatie van het rapport ‘perspectief
groningen 2025’. tijd voor inspiratie uit de
coöperatie.
Lokaal perspectiefin woord en daad
Jan loeters
Peter scHey
raBoBank smg
visie magazine 7
“Bring in the Dutch”
“Vooral doen: de ambitie is
dat het groeit. Investeren
in watertechnologie loont.”
Zegt Hein Molenkamp,
directeur van Water Alliance, over vijf jaar
watertechnologiebeleid. Leeuwarden is
het fysieke centrum van watertechnologie
met haar WaterCampus, waartoe Wetsus,
het CEW (Center of Expertise for Water
Technology), het WaterApplicatieCentrum
en Water Alliance behoren. Een unieke
Nederlandse en internationale samenwer-
king tussen overheden, kennisinstellingen
en bedrijfsleven. Water Alliance richt zich
met name op het bedrijfsleven in de inno-
vatieve en duurzame watertechnologie die
wereldwijd vermarkt kan worden.
“Wetenschappelijke kennis, toegepaste
kennis en de vertaling daarvan met bedrij-
ven naar markt; alles komt samen op de
WaterCampus. Daarnaast hebben we in
het noorden prachtige proeftuinen.
Internationaal oogsten we waardering
met die infrastructuur om kennis te ver-
groten en te delen en innovatieve verbin-
dingen te leggen. Het nieuwe Wetsus
gebouw laat zien dat dat we geloven in
excellentie en wereldwijde marktpotentie.
Het gebouw geeft de ambities weer van de
hele regio en dat wordt herkent.”
De uitstraling vanWaterCampus Leeuwarden als internationaal knooppunt
van watertechnologie is breed. “We leggen
verbinding met andere sectoren, organisa-
ties en bedrijven in Noord-Nederland en
daarbuiten, in binnen- en buitenland. In
het Limburgse Chemelot, de chemische
innovatie community, hebben we een
goeie gesprekspartner. We hebben elkaar
veel te bieden en verkennen vanuit speci-
fieke kennis steeds meer mogelijkheden in
het vinden van gezamenlijke oplossingen.”
Innovatie proeftuin“Water en watertechnologie hebben raak-
vlakken met veel andere sectoren, zoals
energie, gezondheid, landbouw, voedings-
industrie, chemie, sensortechnologie, de
maritieme wereld, het is eindeloos.
Waterkwaliteit is cruciaal in vele proces-
sen en van groot economisch belang. Juist
omdat we een broedplaats zijn waar we
mensen verbinden, weet je nooit waar het
gaat raken. Zoeken naar nieuwe oplossin-
gen en de drive om een idee om te zetten
in nieuwe producten. Soms zijn innovaties
het gevolg van toeval, soms een bijpro-
duct. Je kunt het niet sturen, je kunt wel
het ecosysteem creëren waar innovatie
kan ontstaan en verder worden uitont-
wikkeld . Dat wekt internationaal de
belangstelling, zeker als het gaat om de
samenwerking tussen regionale overhe-
den en bedrijfsleven.”
“De technologie die we hier ontwikkelen,
is niet persé voor de regio, want water-
kwaliteit is een wereldwijd issue. De
wereld komt steeds vaker hier naar toe,
zoals op 10 februari met het EIP Water
congres en als ze hier zijn kunnen we
laten zien wat het noorden te bieden
heeft. De regio is een proeftuin voor nieu-
we innovatieve technologien, zoals het
Blue Energy project op de Afsluitdijk, de
diverse demo-sites, zoals voor ziekenhuis-
afvalwater in Sneek, sensorontwikkelin-
gen bij WLN in Glimmen, drinkwateron-
derzoek bij Vitens in Noord Bergum en
rioolwaterzuivering in Leeuwarden.' Maar
ook de waterzuiveringstechnologie van de
nieuwe dierentuin Wildlands in Emmen.
We vragen bezoekers altijd waar ze naar
op zoek zijn. Hun interesses zijn talrijk en
als we in het Noorden van elkaars bestaan
weten, kunnen we elkaar versterken.
Relaties aangaan en business genereren.”
Lonend voor regio“De WaterCampus breidt snel uit. Wetsus
heeft zo’n 100, ook internationale, bedrij-
ven aan zich gebonden en bij Water
Alliance zijn ruim 90 bedrijven als lid aan-
gesloten, waaronder veel noordelijke tech-
nologie- en maakbedrijven. De aaneenge-
sloten keten van faciliteiten trekt kennis-
werkers en genereert werk naar
toeleveranciers. We geven tast-
baar inhoud aan de topsectoren.
Door de veelkleurigheid van
watertechnologie maak je mak-
kelijk verbinding met andere technologie,
bijvoorbeeld met ICT en big data. Al dat
onderzoek levert heel veel gegevens, de
vraag is wat je er mee gaat doen?”
”Ondernemers ontginnen nieuwe mark-
ten, ze zien nieuwe mogelijkheden, zoals
bijvoorbeeld bij Westra Roestvaststaal-
industrie in Elahuizen, die met een specia-
list in membraantechnologie een nieuw
bedrijf, Wafilin Systems is gestart. Of
recent bij de winnaar van de Water
Alliance Innovation Stimulation (WIS)
Award.“
Winnaar Fleet Cleaner stelt met hun
schoonmaakrobot rederijen in staat om
tijdens het laden en lossen vrachtschepen
te reinigen. De robot draagt bij aan forse
besparingen in tijd en geld en vermindert
de milieubelasting, omdat het afvalwater
wordt opvangen en gezuiverd in contai-
ners. Het idee genereert wereldwijd enor-
me belangstelling en heeft positieve
impact op de directe omgeving. Het oor-
spronkelijke idee is uitgegroeid naar een
compleet concept met technologie, senso-
ren, behuizingen en containers. Het is een
stimulans voor alle betrokken maakbedrij-
ven, voor filtratie, automatisering, zuive-
ringstechnologie, noem maar op. Juist
omdat het zo breed en veelomvattend is
en wereldwijd belangstelling oproept,
geeft dat groeikansen voor het bedrijfsle-
ven in de regio.”
SpringplankHet Friese land van water en zuivel levert
ook opzienbarende innovaties op. “Een
jaar geleden hebben we vanuit Dairy
Campus en Water Alliance mensen uit
melkveehouderij en watertechnologie met
elkaar laten kennismaken. Driekwart jaar
later zorgt die verbinding voor de ontwik-
keling van het idee dat je vanuit de circu-
laire economie- gedachte direct op de
boerderij een deel van het water uit de
melk kunt halen, in plaats van dat elders
in een zuivelfabriek te doen. Dat gezonde
water uit de koe, kun je elders op de boer-
derij inzetten en je vermindert het aantal
melktransporten, de druk op wegen en
algemeen de druk op het milieu.
Initiatieven ontstaan uit verbinding; daar-
na is het zaak om te komen tot vermarkt-
bare producten.”
“Innovatie kun je niet regelen, het is
scheppen van vrijheid, het vertrouwen
hebben dat het de goede richting uitgaat
en vooral doorzetten, ook als mensen om
je heen zeggen dat het niet gaat lukken.
Niet voor niets riepen ze laatst in Canada
‘Bring in the Dutch!” toen ik daar een pre-
sentatie mocht geven op de Canada Water
Summit in Vancouver. Men ziet
Nederland als een land waar erg innova-
tief gedacht en gewerkt word. Dat geeft
het Nederlandse en dus ook het noordelijk
bedrijfsleven enorme kansen om wereld-
wijd uitdagingen op gebied van waterkwa-
liteit, droogte, schaarste aan schoon drink-
water, etc op te lossen. In Noord
Nederland bieden wij mensen en bedrij-
ven die hieraan willen bijdragen de spring-
plank naar de wereld.”
Het noorden als internationaal kenniscentrum
en proeftuin voor innovaties in de watertechno-
logie. De impact van Watercampus leeuwarden
neemt snel toe. vorige week namen 240 men-
sen deel aan het jaarlijks Waterlink symposium.
en op 10 februari kiest ook het europese eip
Water congres voor leeuwarden als inspireren-
de locatie na Brussel en Barcelona.
Hein MolenkaMP
Water alliance
“We geven tastbaar inhoud aan de topsectoren”
Ons leven verandert door toe-
nemende invloed van techno-
logie en dat heeft ook effect
op verzekeringsmaatschappij-
en. Hoe gaat een middelgrote speler als
Unigarant om met verandering?
“We weten niet hoe het verloopt; we
weten wel dat er nog enorm veel gaat ver-
anderen in de komende twintig jaar, meer
dan de afgelopen tien jaar en meer dan we
nu kunnen bedenken. Neem bijvoorbeeld
de zelfrijdende auto, als je daar vanuit ver-
zekeringsoogpunt naar kijkt, is het een
zeer interessant fenomeen. Wij hoeven als
middelgrote speler in onze markt niet te
denken dat bij wijze van spreken BMW
ons benadert om daar een product voor in
de markt te zetten. Daar zijn wij te klein
voor.“
Aanpassen“De vraag is altijd, wat ga jij doen als orga-
nisatie in jouw vakgebied met de kennis
die je hebt van de veranderingen om je
heen? Er zijn talloze vragen waar ook wij
nog geen antwoord hebben; je weet wel
dat de verzekeringsmarkt verder en snel-
ler verandert, dat je je daarop moet aan-
passen en dat het heeft gevolgen heeft
voor bijvoorbeeld de manier waarop je je
dienstverlening inricht en de mensen die
je nodig hebt.”
“Een van de voordelen van Unigarant is
dat we een relatief kleine speler zijn en
dus zijn wij wendbaarder dan grote orga-
nisaties en dat beschouw ik in de huidige
tijd als een voordeel, omdat je snel moet
kunnen schakelen en aanpassen.
Bovendien hebben we een andere positie
omdat we onderdeel zijn van de vereni-
ging ANWB, dat is een heel andere positie
dan die van een beursgenoteerd internati-
onaal verzekeringsbedrijf waarbij de
belangen en de drijfveren van de
aandeelhouders anders zijn dan die
van klanten. Bij ons zijn die belan-
gen hetzelfde.”
“Technologie speelt een steeds grotere rol
in ons leven en in de financiële dienstver-
lening. Om te kijken wat er kan in de
markt en hoe mensen er op reageren, is
internet een ideale testomgeving om voor
je zelf stappen te zetten. Het boeiende is
dat je wel weet dat het verandert, maar je
weet niet hoe en wat je daarvan kunt
leren is dat je al doende leert, je probeert
nieuwe vormen van dienstverlening uit en
leert van de ontwikkeling; zo ging in 2012
tien procent van onze correspondentie per
mail, nu is dat opgelopen naar veertig pro-
cent.”
“Inmiddels wordt ruim vijftig procent van
onze nieuwe ANWB schadeverzekeringen
via internet afgesloten. Hoe je binnen die
veranderingen je dienstverlening vorm-
geeft voor jouw klanten moet je proefon-
dervindelijk vaststellen. Het helpt daarbij
als je wendbaar bent, want dat stelt je in
staat om sneller je beleid aan te passen en
het geleerde in de praktijk te brengen, we
gaan zoals dat heet ‘zoekend voorwaarts’.
Het is kort cyclisch denken, er is veel in
beweging en ik vind het een enorm leuke
tijd om daar samen de weg in te vinden.”
Costs of complexityAls je kijkt naar de grote wereldwijde
bewegingen, zien we aan de ene kant de
schaalvergroting internationaal met al
dan niet beursgenoteerde ondernemingen
en aan de andere kant de meer regionaal
opererende bedrijven. Hoe kijk je daar
naar vanuit het perspectief van
Unigarant? “Als je kijkt naar de verhou-
ding tussen die twee grote stromingen,
dan zie je een groot verschil. Unigarant
doet het als middelgroot bedrijf goed, we
hebben zowel in 2014 als 2015 een omzet-
groei gehad van zo’n acht procent per
jaar.”
“In het bredere perspectief van de grote
verzekeraars in Nederland zie je dat de
costs of complexity groter zijn dan de eco-
nomy of scale; voorheen telden de schaal-
voordelen van je grootte, maar langzamer-
hand is dat ingehaald door andere facto-
ren. Veel van die bedrijven met een com-
plexe structuur zitten in het midden, de
uitersten doen het goed. Unigarant is een
middelgrote speler met een overzichtelijke
structuur en dat verklaart mede onze
goede resultaten.”
Mensen helpenNet spraken we over de mensen die je
nodig hebt, vind je die hier in de omge-
ving? “Dat is niet altijd even makkelijk. De
dienstverlening wordt steeds meer digi-
taal ingericht, we hebben mensen nodig
met die kennis. Voor een deel kun je speci-
alisten elders neerzetten omdat je met de
grotere organisatie van de ANWB samen
doet; zo hebben we in een
Wegenwachtstation in Utrecht een aantal
specialisten zitten die zich richten op
internet en e-commerce. Door automatise-
ring en ict- gerelateerde dienstverlening
verschuift je behoefte; het werk wordt
onder druk van technologie hoogwaardi-
ger en specialistischer, je hebt meer men-
sen nodig die verstand hebben van auto-
matisering en van data, zoals technologie-
specialisten en actuarissen. De kwaliteit
van je mensen maakt je bedrijf en daarin
spelen kennis, flexibiliteit en technologie
een grote rol.”
“Bij de ANWB zeggen de mannen en vrou-
wen van de Wegenwacht: wij maken geen
auto’s, wij helpen mensen. Zo is het met
ons als verzekeraar ook, wij helpen men-
sen als ze een probleem hebben met scha-
de. Dat is het moment waarop je contact
hebt met mensen, dat is het moment dat
telt, dan moet je er zijn. Daarom is het
belangrijk dat we het hier naar onze zin
hebben, want als hier tevreden mensen
werken, kunnen ze onze klanten met
tevredenheid helpen. Ruimte geven aan
mensen om zelf hun beslissingen te
nemen, dat levert tevredenheid.”
Wat doe je met de wetenschap dat alles
verandert? lidwien suur van unigarant/anWB
verzekeren beschouwt de complexe en
internationale verzekeringswereld vanuit de
Hoogeveense thuisbasis van deze particuliere
schadeverzekeraar als een ‘enorm leuke tijd’.“
“Kwaliteit van je mensenmaakt je bedrijf”
visie magazine8
lidwien sUUr
unigarant
Waar kwaliteit en hoogwaar-
digheid de standaard bepa-
len, is franje overbodig en
bepaalt inhoudelijke kennis
het gesprek. Al ruim vijfentwintig jaar
wordt er volgens de hoogste productie-
standaarden in het Heerenveense
Laboratorium Medisan gewerkt met hoog-
waardige natuurlijke ingrediënten voor
functionele voedingssupplementen en
medische hulpmiddelen, die bijdragen aan
de gezondheid van de mens.
Oprichter Fokke Haanstra en zijn specifie-
ke medewerkers zoals apothekers en bio-
chemici blijven werken aan het behouden
en verhogen van de kwaliteitsstandaard.
Dit geldt voor productontwikkeling, de
productieprocessen in de cleanroom als-
mede voor de volledige traceerbaarheid
van hoogwaardige ingrediënten en eind-
producten. Niet voor niets beschikt het
Heerenveense bedrijf over het
Voedselveiligheidcertificaat (FSSC 22000)
en de certificaten voor Bio en Halal pro-
ductie. In december is de farmaceutische
validatie van de cleanroom weer pro-
bleemloos verlengd, gebaseerd op EU
GMP classificatie A&D.
Kentering in denkenHaanstra’s dochter Anke- Mare is sinds
kort als directeur benoemd en daarmee
kan de oprichter zich zelf nog sterker rich-
ten op het toezicht op productie en ont-
wikkeling. “Meer dan ooit staan we inter-
nationaal in de belangstelling. Die belang-
stelling wordt ondersteund door toene-
mende interesse en samenwerking binnen
Healthy Ageing Noord Nederland en uni-
versiteiten, artsen en bedrijven in de far-
macie- en gezondheidsketen in nationaal
en internationaal verband. We maken nu
al producten die naar ziekenhuizen gaan
en zijn we op verzoek van een groep
Europese artsen bezig met de ontwikke-
ling van producten op hoogwaardige
natuurlijke basis. Dat was enkele jaren
geleden ondenkbaar.”
Is er sprake van een kentering in ons den-
ken? “Nederland heeft geen cultuur als
het gaat om hoogwaardige natuurlijke
producten. De laatste tijd zien we echter
een sterke belangstelling ontstaan voor
functionele ingrediënten en producten,
die een traceerbare natuurlijke oorsprong
hebben. Wat een rol speelt, is dat aan de
ene kant de kennis over de functionaliteit
van natuurlijke middelen al duizenden
jaren oud is en er aan de andere kant een
tendens is naar gezonde voeding en
natuurlijke producten voor de gezondheid
van mensen. Bij voeding zien we, dat de
industrie door schandalen en gebrek aan
transparantie en informatievoorziening
die belangstelling zelf aanwakkert; men-
sen eisen steeds vaker inzicht in wat ze
eten en wat dat voedsel betekent voor
hun gezondheid.”
De voedingssupplementen wereld is een
volstrekt andere dan de farmaceutische
wereld, waar de financiële belangen vele
malen groter zijn. De miljarden aan medi-
cijnen die omgaan in onze gezondheids-
zorg, blijken in toenemende mate geen
garantie voor onze gezondheid te zijn en
daarnaast lopen de kosten van medicijnen
zo extreem hoog op, dat onze zorg weer
onbetaalbaar door wordt. “Door het toene-
mend aantal internationale wetenschap-
pelijke onderzoeken kunnen we in steeds
meer gevallen de functionaliteit van
natuurlijke stoffen claimen in een voe-
dingssupplement of gezondheidsproduct.
Wij mogen het echter in geen geval een
geneesmiddel noemen. Het lastige is dat
we binnen de Europese regelgeving wel
iets algemeens mogen zeggen over de
invloed van producten op de gezondheid,
maar we mogen geen enkele koppeling
leggen met ziektes of aandoeningen.”
Tomatenextract diabeticiOm die complexiteit concreet te maken,
komt apotheker Gerard ten Vregeler met
een voorbeeld. “Een internationaal
concern dat grootschalig hoogwaardige
natuurlijke ingrediënten initieert en pro-
duceert, heeft een extract uit tomaten
ontwikkeld dat meetbare positieve effec-
ten heeft op de microcirculatie van het
bloed. Bij diabetes (de snelst toenemende
ziekte in de westerse wereld) treden ver-
storingen van de microcirculatie op die
o.a. leiden tot klachten in handen, voeten
en van de ogen. Het is wetenschappelijk
aangetoond dat het voor diabetici een
goed product is om de verminderde circu-
latie weer te herstellen en de verslechte-
ring van de oogfunctie tegen te gaan. Het
zou zeer welkom zijn als je dat product
zou mogen voorschrijven aan diabetespa-
tiënten. Dat mag dus niet. Sterker nog; je
mag het wel als voedingssupplement voor
de gezondheid verkopen, maar je mag
geen concrete informatie aan de consu-
ment geven over de werking van het pro-
duct voor zijn gezondheid. Hoe moet je
dan als patiënt weten. wat dat voedings-
supplement voor jou zou kunnen beteke-
nen?”
Haanstra en zijn collega’s, zoals de apothe-
kers Ten Vregeler en Hokwerda uiten hun
zorg over deze gang van zaken, die door de
European Food Safety Authority (EFSA)
wordt bepaald. “Het is uitermate bedenke-
lijk dat transparante en aan de hand van
wetenschappelijk onderzoek traceerbare
informatieverstrekking wordt verboden,
terwijl de consument daar alle belang bij
heeft voor zijn gezondheid. De keuze
wordt steeds vaker bij de consument
gelegd, maar hoe kun je als consument
keuzes maken als je jezelf niet kunt infor-
meren?”
Commerciële drukEr is een verschil in benadering tussen
farma- en voedingssupplementen. “Wij
houden vast aan de functionaliteit van
werkzame stoffen uit natuurlijke bron-
nen; de farmaceutische industrie zoekt
voortdurend naar chemische varianten
van die natuurlijke stoffen om het eigen
geneesmiddel te kunnen patenteren. Op
natuurlijke stoffen kun je nu eenmaal
geen patent verkrijgen, dus blijven de far-
maceutische industrie en alle daaraan
gerelateerde organisaties de werking van
natuurlijke stoffen voor onze gezondheid
afwijzen.”
“De laatste jaren is de prijs van voedings-
supplementen onder commerciële druk
steeds verder omlaag gegaan. Als je toe-
geeft aan commerciële druk, dan verlies je
de focus op de hoogwaardigheid van de
ingrediënten en verlies je ook het positie-
ve effect voor de gezondheid van de men-
sen”.
“Laboratorium Medisan is desondanks
gefocust gebleven op functionele voe-
dingssupplementen met de hoogwaardige
ingrediënten onder andere voor het ont-
wikkelen en produceren van preventieve
gezondheidsproducten. Er vindt nu inter-
nationaal een kentering plaats, waardoor
men gaat focussen op de positieve effec-
ten van preventieve gezondheidsproduc-
ten. Binnen Healthy Ageing Noord
Nederland kunnen we het verschil gaan
maken met alle expertise die de deelne-
mende bedrijven hebben in wetenschap-
pelijke kennis, ervaring, productie en het
inzicht dat we positief kunnen bijdragen
aan de kwaliteit van de gezondheid van de
mensen”.
visie magazine 9
preventieve hoogwaardige natuurlijke produc-
ten voor de gezondheid van de mens zijn
actueel in de belangstelling. als het gaat om
onze gezondheid, kan de lat alleen maar op
het hoogste niveau van kwaliteit liggen. 2016 is
het jaar van de toenadering tussen tot nu toe
gescheiden werelden, laboratorium medisan
de ontmoetingsplaats.
Kentering biedt grotekansen Healthy Ageing
Fokke, Haanstra, anke- Mare Haanstra en gerard ten Vregeler (v.l.n.r.)in de cleanroom van laboratorium Medisan.
laBoratoriummeDisan
“Voor elkaar: eenwaanzinnig mooi vak”
’nPassie voor dienstverlening.
Dat zei Hylke van der Veen
een jaar geleden toen we AB
Vakwerk onder de loep
namen. De coöperatieve specialist in
arbeidsbemiddeling in primair de agri en
food heeft begin 2015 lastige jaren achter
de rug en werkt aan de cultuuromslag
naar een gezond toekomstperspectief.
“Digitalisering gaat zeker een voorname
rol spelen”, zei de algemeen directeur van
AB Vakwerk toen. De omslag zet zoden
aan de dijk, want na een goed afgesloten
boekjaar 2014, noteert AB Vakwerk voor
het eerst in de geschiedenis in 2015 zelfs
een omzet van meer dan 100 miljoen met
haar ruim 1100 vaste krachten en 4000
flexwerkers. De digitalisering wordt con-
creet met de verdere online dienstverle-
ning met portals en apps voor werkgevers
en werknemers. En in december breidde
AB Vakwerk haar dienstverlening uit met
de nieuwe payrollsite AB Direct.
AB Vakwerk zet AB Direct in zodat bedrij-
ven op een betrouwbare manier zelf hun
personeel kunnen verlonen. “De kracht
van AB Vakwerk”, zegt Hylke van der Veen
“is de garantie dat het werk gebeurt. Wij
durven te zeggen dat je je niet druk hoeft
te maken, wij garanderen immers dat het
werk gebeurt. Ook bij ijzel zoals laatst, we
zijn er. Die betrouwbaarheid vind je terug
in de online verloning tegen een eerlijk
tarief met AB Direct. Betrouwbaar, trans-
parant en zonder verrassingen, omdat de
continuïteit van de bedrijven van onze
leden en klanten voorop staat. Geen ver-
rassingen, want alle wet- en regelgeving is
meegenomen in de website. Onze leden
weten het al; je kunt op ons vertrouwen,
want de kwaliteit van AB Vakwerk en nu
ook van AB Direct is de reden van ons
bestaan.”
“AB Direct is voor ons een manier om te
laten zien waar we staan, dat we degelijk
en betrouwbaar zijn en door de online
dienstverlening ook actief en modern.
Want met de cultuuromslag die we de
afgelopen paar jaar hebben gemaakt, zet-
ten we in op meer online met portals, apps
en slimmere processen. Op het oude ver-
trouwde AB- fundament zetten we iets
extra’s neer en dat biedt kansen in brede
zin; we hebben nu al gesprekken met een
aantal grote bedrijven in Groningen,
Drenthe en Noordoostpolder over wat we
hen kunnen bieden. Ook meten we vanaf
dag 1 de naamsbekendheid van AB Direct
en dat is spannend moet ik zeggen, want
naamsbekendheid is zeker niet vanzelf-
sprekend. Van AB Vakwerk weten we dat
we in onze sectoren een hoge naamsbe-
kendheid hebben en dat willen we natuur-
lijk ook bereiken met AB Direct.”
Verdringt de online dienstverlening van
AB Direct de fysieke zichtbaarheid en aan-
wezigheid van AB Vakwerk in Friesland
en Noord- Holland? “Nee, zeker niet.
Natuurlijk past bij AB Direct een online
dienstverlening; tegelijk is het zo, dat men-
sen die via AB Direct met ons kennisma-
ken, ook geïnteresseerd kunnen raken in
onze andere dienstverlening en dan krij-
gen ze gewoon de bekende dienstverle-
ning zoals we dat al decennia doen bij AB
Vakwerk. Bovendien zetten we blijvend in
op zichtbaarheid in de omgeving, omdat
we deel uit willen maken van lokale net-
werken. In Dokkum bijvoorbeeld bieden
we werk aan zo’n 400 mensen en is het
heel belangrijk dat we fysiek zichtbaar
zijn en blijven in die omgeving. Omdat we
de fysieke en menselijke component zo
wezenlijk vinden, breiden we zelfs het
aantal vestigingen verder uit naar
Groningen en Noordoostpolder, dus nee,
verdringing is het niet, AB Direct is een
zeer welkome aanvulling op onze bestaan-
de dienstverlening.”
Sexy agri“Met AB Direct volgen we de trend in de
markt; in alle sectoren wordt gedigitali-
seerd en je toetst je eigen positie voortdu-
rend aan die van de markt. Nieuwe, jonge
agrariërs komen de markt versterken en
de ontwikkelingen gaan snel, er gebeurt
op dit moment heel veel in de sector. Meer
diversiteit, meer specialisme en meer
maatwerk. De aandacht voor de sector is
in positieve zin heel erg gegroeid, van wat
oubollig en suffig naar betrouwbaar, effi-
ciënt en zelfs sexy. Binnen dat geheel zijn
wij een niet-bedreigende factor, ook al
maakt de jonge generatie zijn eigen keu-
zes. Waar voor de ouders AB Vakwerk een
logische keuze was, is dat voor jongeren
niet vanzelfsprekend. Met AB Direct gaan
we mee in de verandering en zetten we in
op uitbreiding van onze diensten.”
Zekerheid en vrijheid“We hebben met AB Vakwerk in de loop
van al die decennia een positie bereikt
waarin we de goede opdrachten hebben
waardoor we goede mensen trekken; en
we ontmoeten de goede bedrijven omdat
we die mensen hebben. Nog steeds bieden
we aan zo’n 5000 mensen werk en dat wil-
len we blijven doen, omdat we geloven in
het bieden van leuk werk dat bij hen past.“
“Voor het eerst in de geschiedenis gaan we
door de grens van de 100 miljoen omzet.
Ook komend jaar voorzie ik een groei van
zo’n acht tot tien procent. Groei begint bij
jezelf; als het goed is voor jezelf, is het ook
goed voor het bedrijf. Even afstand nemen
om te kijken wat er speelt, kan louterend
werken. De markt is aan alle kanten in
beweging en vraagt ogenschijnlijk vooral
om inzetten op flexibiliteit. Ik ben er van
overtuigd dat de jongere generatie ook
behoefte heeft aan het comfort van zeker-
heden, maar dan wel in combinatie met
flexibiliteit en vrijheid. Dat comfort biedt
houvast en dat moet je met elkaar zien te
bereiken. Het binden van mensen zit
zeker niet alleen maar in een vast con-
tract.”
”Wij zijn er als u er niet bent.” aB vakwerk is de back- up van menig agrarisch ondernemer.
continuïteit blijven bieden kan alleen als de organisatie gezond blijft en meegaat in de tijd.
online dienstverlening hoort daarbij en dus is het tijd voor aB Direct. Hylke van der veen
over zelf digitaal kunnen verlonen en fysiek deel uit blijven maken van je omgeving.
Hylke van der veen
aB vakWerk
visie magazine10
visie magazine 11
Damwoude is z’n thuisbasis, hij
is er geboren en getogen. Zoon
van aannemer en rietdekker
en vooral ondernemend. Het
geld dat hij kreeg zag hij als manier om
meer te verdienen. Twaalf gulden krijgen
en het werk uitbesteden, aan klasgenoot-
jes, omdat je dan meer werk kunt aanne-
men. “Het ging me toen meer om zakgeld
verdienen dan om de kwaliteit. Dat kwali-
teit ook heel erg belangrijk is, hebben m’n
vader en opa me wel duidelijk gemaakt.”
Een toekomst als rietdekker was er in z’n
ogen niet en dus koos hij voor opleidingen
en de ruimte om z’n toekomst vorm te
geven. Na bouwbedrijf Lont in Sint Anne,
werd het de uitdaging om met Van Wijnen
Noord de realisatie van huisvesting in een
andere tijd gestalte te geven; en met de
ervaring van z’n Groningse HBO- oplei-
ding Makelaardij er bij werkt hij nu aan de
ontwikkeling van comfortabele leefomge-
vingen. Voor Hekstra is het “een mooie
tijd, omdat deze tijd van verandering bete-
kent dat ik mijn creativiteit kwijt kan
……het verbinden.”
“Bouwen en ontwikkelen vandaag de dag
vergt lef en creativiteit, de verdienmodel-
len van voorheen zijn er niet meer, we
moeten anders denken om relevant te zijn
voor morgen. Wij geloven dat iedereen
recht heeft op een comfortabele leefom-
geving.. Dat kunnen we niet alleen, het is
vooral een kwestie van verbindingen leg-
gen, het is een kwestie van gesprekken….,
van openstaan voor ideeën. Voorheen lag
de nadruk vooral bij het bouwen, nu is
het de tijd om oplossingen aan te dragen
waarbij de mate van integraliteit het
draagvlak en succes bepaalt. We initiëren,
verbinden en spelen in op de veranderin-
gen op de lange termijn om uiteindelijk
die comfortabele leefomgeving te creëren
waarop iedereen recht heeft., vraag creë-
ren om oplossingen mogelijk te maken
voor onze leefomgeving.”
“Het betaalbaar houden van die leefomge-
ving speelt voortdurend mee; daar hoort
industrieel ontwerpen en bouwen bij dat
een andere instelling van de keten vergt.
Dat geldt voor zowel de nieuwbouw als de
bestaande bouw.
Bouwen is faciliteren en vooral initiëren
geworden, meedenken is oplossingen, voor
nieuwbouw en zeker ook voor bestaande
bouw, zegt hij wijzend op de fraaie entou-
rage van het Post Plaza Grand Café in
Leeuwarden waar we ons gesprek hebben.
ToekomstbestendigHekstra wijst op de ontwikkeling van Fijn
Wonen in Gorredijk als voorbeeld voor het
Van Wijnen- denken over morgen.
“Comfort, veilig, duurzaam en lage en
zekere woonlasten zijn de sleutelwoorden.
Bestaande woningen worden met de eige-
naren zoals corporaties omgeturnd tot
woningen voor de toekomst. Het idee is in
Gorredijk gelanceerd en heeft naast regio-
nale ook zeker landelijke interesse.
Afgelopen jaar hebben wij staatsecretaris
van Rijn mogen ontvangen. Dat is niet
alleen mooi, maar zeker ook nodig om
voor zo’n vernieuwend concept ook draag-
vlak en ruimte van politiek Den Haag te
kunnen ontvangen. In vervolg op Fijn
Wonen voor bestaande huisvesting is er in
de tussentijd hard gewerkt aan Fijn
Wonen voor nieuwbouw situaties. Het
resultaat is een slim en uitgekiend geïn-
dustrialiseerd proces met een product dat
qua architectuur zeer veel mogelijkheden
biedt en met een gunstige prijs/kwaliteits-
verhouding, een prijstechnisch zeer scher-
pe aanbieding. Binnenkort zullen wij in
Friesland diverse Fijn Wonen nieuwbouw-
projecten uitrollen.”
Hekstra memoreert de waarde van
geschiedenis in ons denken. Soms lijken
de dingen die we doen een navolging van
onze eigen geschiedenis of kunnen we
leren van wat eerder was.
“Stappen zetten betekent ook kleur
bekennen”, zegt Romke Hekstra. “In het
Fijn Wonen- concept hebben we de garan-
tie opgenomen voor nul op de meter. Dat
is geen loze kreet, we kunnen het garande-
ren, omdat we het meten, afstemmen en
bijstellen. Het betekent ook dat je duide-
lijk moet maken dat je bij wijze van spre-
ken ‘meekijkt’ in iemands huis; we weten
door te meten wat het energieverbruik is.
Het raakt de privacy; wij denken dat het
past in de tijd omdat je de garantie kunt
geven. Ook dat komt allemaal voort uit
het in gesprek gaan met elkaar ”waar ben
jij mee bezig en hoe kunnen we elkaar ver-
sterken. Je stelt je in dat soort gesprekken
inspireerbaar op omdat je je in een gebied
begeeft dat je niet volledig kent. Het
mooie er van is de inspiratie die uitgaat
van het nieuwe. ”
Fijn Wonen is een initiatief van van Wijnen
noord. De huisvesters en ontwikkelaars in
gorredijk zoeken de verbinding om vindingrijk
en creatief de toekomst vorm te geven. alleen
maar stenen stapelen is voorbij licht ontwikke-
laar romke Hekstra toe.
roMke Hekstra
van WijnenprojectontWikkeling
“Dit vraagt lef encreativiteit”
BLOKHUT SUMMER - 28mm
GRATIS GEIMPREGNEERD+ GRATIS FUNDATIELIGGERS
380 x 300 cm + 70 cm luifel
BLOKHUTREUS.NL
€ 1395,-
HELLINGSTRAAT 4 | 9269 PV | FEANWALDEN | TEL: 0511-705250 | MOBIEL: 06-2251 0084
INCL. MONTAGE !
Berging lessenaar + overkapping200 x 300 cm berging + 300 cm overkapping
HELLINGSTRAAT 4 | 9269 PV | FEANWALDEN | TEL: 0511-705250 | MOBIEL: 06-2251 0084Houtbouw.nl
de Bruin
€ 2995,-Houtbouw de Bruin, dé inspiratie voor uw tuin!
Laat u inspireren door Blokhutreus.nl
Breng vrijblijvend een bezoek aan ons showterrein te Feanwâldenmet ruim vele modellen!