voorwoord - mariaziekenhuis noord-limburg · zoe richten zich zowel naar patiënten uit de...

1 Informatie stagebegeleiders - V3

Voorwoord

Beste stagebegeleider,

Van harte welkom in het Mariaziekenhuis.

Elk jaar bieden we tal van studenten de kans om door een stage heel wat ervaring op te doen. Hiervoor

heeft het Mariaziekenhuis met verschillende opleidingen uit de regio afspraken gemaakt over de te

verdelen stageplaatsen.

Stages geven ons de unieke kans om toekomstige collega’s op te leiden en te vormen, waardoor zij

zich kunnen ontwikkelen tot goede beginnende beroepsbeoefenaars.

Jij als stagebegeleider mag van ons een goede werkbegeleiding, een veilig leerklimaat, coaching met

duidelijke en onmiddellijke feedback verwachten.

Van jou verwachten wij een goede samenwerking, open communicatie en waardering van de cultuur en

afspraken die gangbaar zijn in het ziekenhuis. De werking van een afdelingen wordt te allen tijden

gerespecteerd.

Namens de directie en alle medewerkers

1. Het Mariaziekenhuis in beeld

1.1. Onze visie (ambitie) & missie (opdracht)

Het Mariaziekenhuis wil binnen zijn regio een sterk gewaardeerd ziekenhuis zijn. We willen bekend

staan omwille van ons patiëntgeoriënteerde werking.

Wij bieden kwalitatieve hoogstaande gezondheidszorg aan in respectvolle samenwerking met alle

partners.

1.2. Kernwaarden

Respect – gericht op de persoon

Samen – gericht op de groep

Deskundig – gericht op elk van ons

Zorgzaam – onze slogan = ‘Mensen

zorgen voor mensen’

Centraal staat ‘VERTROUWEN’ - van

patiënt, familie en collega’s


1.3. Organisatiestructuur

De structuur van het ziekenhuis stelt de patiënt met zijn zorgvraag en de zorgprocessen centraal. Het

geheel van zorgeenheden (ZE) vormt de basisstructuur van het ziekenhuis. De overige diensten worden

georganiseerd in zorgondersteunende (ZOE) en in organisatie ondersteunende eenheden (OOE).

ZE richten zich naar patiënten die verblijven in de verpleegeenheden.

ZOE richten zich zowel naar patiënten uit de zorgeenheden als naar patiënten uit de consultaties van

de specialisten of patiënten verwezen door de huisartsen.

De dienstverlening door de OOE strekt zich uit over het gehele ziekenhuis

Een goede samenwerking tussen al deze eenheden is prioriteit.

1.4. Beroepsgeheim en discretieplicht

Tijdens het begeleiden van studenten zal je heel wat te weten komen over de patiënt. Gegevens over

zijn gezondheidstoestand, de behandeling, maar ook informatie over zijn familiale omstandigheden,

leef- en beroepsaangelegenheden, …

Je zal ook met andere vertrouwelijke informatie in contact komen zoals gegevens over personeelsleden

en personeelsaangelegenheden, en allerlei bedrijfsinformatie in de breedste zin

van het woord.

Al deze informatie valt onder beroepsgeheim / discretieplicht en dient te allen tijde

als TOPsecret behandeld te worden. Praat nooit in de nabijheid van huisgenoten

en vrienden, zelfs met collega’s van andere afdelingen over je patiënt. Doe dit

enkel indien dit noodzakelijk is voor goede en kwaliteitsvolle zorg voor die patiënt.

RESPECT

Ik groet iedereen

Ik stel mezelf voor

Ik luister naar anderen en laat hen uitspreken

Ik ben beleefd en pas mijn stem en woordgebruik aan mijntoehoorder aan

Iedereen is gelijk en zo behandel ik hen ook

Ik draag zorg voor materiaal in infrastructuur

Ik garandeer privacy en beroepsgeheim

…

DESKUNDIGHIED

Ik vraag advies aan collega’s met specifieke expertise

Ik ken de richtlijnen en procedures en volg ze op

Ik erken wat ik niet kan en spreek dit uit

Ik leg uit waarom en hoe ik iets doe en evalueer dit ook

Ik erken fouten en zet ze recht

Ik leer uit ervaring en neem initiatief om te verbeteren

….

ZORGZAAM

Ik maak mensen wegwijs in de organisatie

Ik straal positivisme en optimisme uit

Ik toon me beschikbaar voor anderen, ben aandachtig en geef blijk van mij zorgzaamheid

Ik durf mijn emoties/ gevoel uit te drukken maar waak over het effect ervan op anderen

Ik betrek iedereen van de groep

Ik kijk verder dan alleen mijn taak

…

SAMEN

Ik overleg met anderen en vraag en geef informatie waar nodig

Samen bepalen we het te bereiken doel en maken afspraken om dit na te streven

Ik schakel anderen in voor hun kennis en kunde

Ik geef op constructieve wijze terugkoppeling

Ik kom afspraken na

Ik verwittig als ik afspraken niet kan nakomen/ waarmaken

Ik sta open om hulp te geven én te vragen

…..


1.5. Patiëntenrechten

Elke patiënt heeft rechten. Als ziekenhuismedewerker heb je respect voor deze rechten, dus ook jij.

Een patiënt heeft recht op:

kwaliteitsvolle dienstverlening;

vrije keuze van een beroepsbeoefenaar;

informatie over de persoonlijke gezondheidstoestand;

toestemming en weigering in iedere tussenkomst van de beroepsuitoefenaar;

te weten of de beroepsbeoefenaar verzekerd is en gemachtigd is om zijn beroep uit te oefenen;

een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, met mogelijkheid tot inzage en afschrift;

de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, privacy;

klachtenbemiddeling, het neerleggen van een klacht bij de bevoegde ombudsfunctie.

Ook als stagebegeleider weet je hoe je een patiënt over zijn rechten of over een klachtenbehandeling kan informeren. Je kan de patiënt dan ook informeren over de verschillende mogelijkheden rond klachten en klachtbehandelingen:

je verwijst (proactief) bij opname naar

het klachtenformulier

de onthaalbrochure van het ziekenhuis;

de website;

infokanaal op TV;

infobrochure FOD;

je behandelt de klacht zelf, onder begeleiding van je mentor of diensthoofd;

je verwijst naar

de eventueel betrokken medewerker of leidinggevende;

de ombudsdienst

2. Richtlijnen patiëntveilige zorg Regelmatig worden er interne controles gedaan om zo een continue kwaliteitsbewaking en –verbetering te kunnen garanderen. Als student ben je medewerker van ons ziekenhuis en moet ook jij op de hoogte zijn van deze thema’s.

Weet dat er een bevraging over de verschillende thema’s kan volgen! Om kwalitatieve en veilige zorg te kunnen aanbieden is het belangrijk dat men procedures en richtlijnen volgt. Als ziekenhuis moeten wij voldoen aan verschillende kwaliteitsnormen en is het van belang dat wij

voldoen aan de opgelegde verplichte instellingsrichtlijnen = VIR’s.

Je krijgt nu concrete handvaten en VIR’s aangereikt. Deze VIR’s moeten door iedereen, dus ook door jullie, gekend en correct toegepast worden. Lees deze VIR’s grondig door en werk mee aan kwalitatieve zorg.

Goede patiëntenzorg = veilige en kwaliteitsvolle zorg


2.1. Patientenidentificatie: algemeen beleid

2.2. Handhygiëne


2.3. Patiëntveiligheid - Incidenten melden

2.4. Preventief onderhoud apparatuur

Toestel niet tijdig onderhouden? Meld dit bij het diensthoofd!


2.5. Decubituspreventie

2.6. Valpreventie


2.7. Klinische communicatie van patiëntgebonden informatie en transfer van patiënten

2.8. Oproep interventie van interne MUG (reanimatie)

Bel direct 111 of laat bellen - Direct reanimeren – Vroeg defibrilleren – Vroege specialistische

reanimatie

� � � �

2.9. Andere belangrijke onderwerpen

Afhankelijk van de opleiding, module of het opleidingsjaar doe je tijdens je stage nog meer kennis op over nog enkele belangrijke VIR’s. Deze VIR’s leveren elk op zich een bijdrage aan kwalitatieve patiëntenzorg. De bijhorende procedures kan je vinden op Infoland en samen met je begeleider/ mentor toepassen in de praktijk.


Nog enkele belangrijke richtlijnen/ procedures (VIR)

Antibioticabeleid - Antibioticaprofylaxe in de chirurgie

Beleid hoogrisicomedicatie

Beleid medicatieverificatie

De optimale toedieningsweg van een geneesmiddel

Eenmalig gebruik van spuiten en injectienaalden

Hoogrisicomedicatie en hoog geconcentreerde elektrolyten (double check) - Toediening

Safe Surgery Checklist: volwassenen en kinderen in het operatiekwartier, het polyklinisch operatiekwartier en MKA

Tromboseprofylaxe; beleid

Vrijheidsbeperkende maatregelen: fixatie

3. Basispreventie

3.1. Dresscode en hygiëne

3.1.1 Werkkleding en persoonlijke beschermmiddelen

Zichtbaar verontreinigde kleding wordt onmiddellijk vervangen door gewassen kleding.

Bij zorg-klinische activiteiten bij of in de nabijheid van de patiënt: steeds kledij met korte mouwen (maximale lengte tot juist boven de elleboog).

Werkkleding bedekt steeds de eigen kleding (geen overschort met korte mouwen over de eigen kleding met lange mouwen). Topje of T-shirt met korte mouwen onder het vestje kan wel.

Over de werkkleding wordt geen persoonlijke kleding gedragen. Ook is het verboden om over de werkkleding lange kettingen of andere sieraden te dragen.

Werkkleding wordt in het ziekenhuis aan- en uitgetrokken, in de daarvoor voorziene kleedkamers.

Het is niet toegelaten het ziekenhuis te verlaten in werkkleding.

Elke dag wordt gewassen werkkleding aangetrokken. Was de werkkleding minimaal op 60°.

Schoenen en klompen moeten van glad, goed te reinigen materiaal en geruisloos zijn. Bij zichtbare verontreiniging moet het schoeisel worden schoongemaakt.

Om veiligheidsredenen wordt schoeisel, gesloten aan de tenen, geadviseerd. Achteraan moeten de schoenen gesloten zijn of voorzien zijn van een hielriempje.

Er mogen geen uiterlijke kenmerken van de geloofsovertuiging getoond worden.

Al de bovenstaande punten / vereisten moeten in orde zijn vóór het betreden van de afdeling.

3.1.2 Handhygiëne

De basisvereisten van hygiëne en infectiepreventie gelden voor alle medewerkers van het ziekenhuis,

dus ook voor jou.

Slecht of het niet toepassen van de regels van handhygiëne verhoogt de kans op besmetting

aanzienlijk. Om dit te voorkomen wordt er veel aandacht aan handhygiëne geschonken.

Handhygiëne is zeer belangrijk omwille van het risico voor kruisinfecties.

Je hebt patiënten- of zorg-klinisch contact

Ringen, armbanden, polshorloges, nagellak en kunstnagels zijn niet toegelaten.

Nagels zijn kort geknipt (niet zichtbaar boven de vingertoppen wanneer je op ooghoogte naar de binnenkant van je gestrekte handen kijkt) en zichtbaar schoon.


Handen moeten gewassen worden:

bij het begin en het einde van elke stagedag

bij zichtbare bevuiling

na een bezoek aan het toilet

bij bepaalde besmettingen

Handen moeten ontsmet worden:

voor en na ieder rechtstreeks contact met de patiënt

onmiddellijk voor een zuiver invasie handeling

na blootstelling aan lichaamsvochten en slijmvliezen

na contact met de directe patiëntenomgeving. Bij voorkeur worden de handen ontsmet met Alcogel en dit telkens er een verpleegkundige interventie uitgevoerd wordt

Een goede handontsmetting duurt minimum 30 seconden.

Na de handwassing niet aansluitend nog Alcogel-ontsmetting toepassen! Op korte termijn is dit

nefast voor de handen en kunnen de handen ruw worden met pijnlijke kloven.

Leer om zoveel mogelijk handschoenen te dragen.

Handschoenen moeten altijd gedragen worden bij contacten met lichaamsvochten.

Het dragen van handschoenen wordt soms als een hinder ervaren bij het prikken van een infuus, vooral om de vena te palperen. Toch dien je je ook hierin te bekwamen, en dat kan alleen maar door te oefenen!

Ook bij het dragen van handschoenen worden de regels van handen wassen en ontsmetten gevolgd!

Je hebt geen patiënten- of zorg-klinisch contact

De medewerkers op administratieve diensten of medewerkers die geen patiënten- of zorg-klinisch

contact hebben, worden vrijgesteld van de voorschriften rond het dragen van juwelen, kunstnagels en

nagellak. Als je om een bepaalde reden wel zorg-klinisch contact dient te hebben met patiënten, ben je

verplicht aan de voorwaarden van handhygiëne voor patiënten- of zorg-klinisch contact te voldoen.

Bijkomend moet je dan korte mouwen dragen of de mouwen oprollen.

Handen moeten gewassen worden:

bij het begin en het einde van elke stagedag

bij zichtbare bevuiling

na een bezoek aan het toilet

Werkbegeleiding:

o volg alle regels van handhygIëne

Leerbegeleiding:

o volg alle regels van handhygiëne. Draag opgestroopte mouwen (minimaal de onderste helft van de onderarm ontbloot). Indien eigen kledij onder de werkkleding gedragen wordt, mag deze de elleboog niet bedekken. Je betreedt immers een afdeling en begeeft je in een patiëntenomgeving.

3.1.3 Haar, baarden en snorren

Het haar is verzorgd, baarden en snorren zijn goed verzorgd en kort geknipt.

Lang haar wordt opgestoken of samengebonden gedragen (verpleegkundigen, vroedvrouwen, zorgkundigen, logistiek assistenten, paramedici en artsen)


3.1.4 Piercings

Het dragen van zichtbare piercings (uitgezonderd kleine oorbellen) is verboden.

3.1.5 Gebruik van papieren zakdoeken

Tijdens de werkzaamheden worden papieren zakdoekjes gebruikt (verpleegkundigen, vroedvrouwen,

zorgkundigen, logistiek assistenten, paramedici en artsen)

Na gebruik worden de zakdoekjes direct weggegooid en de handen gewassen of ontsmet.

Gebruikte zakdoeken die in de werkkleding worden meegedragen, kunnen als besmettingsbron fungeren en iedere keer dat ze worden aangeraakt, de handen besmetten.

3.1.6 Eten en drinken

Je eet, zoals onze medewerkers, in het personeelsrestaurant.

In ruimten waar wordt gewerkt met patiënten en patiëntmateriaal (behandelkamer, spoelkeuken, laboratorium) wordt niet gegeten of gedronken.

Enkel maaltijden die afgedekt zijn, mogen getransporteerd worden.

3.2. Prikongeval, arbeidsongeval

In geval van een ongeval tijdens de begeleiding van studenten of op weg van of naar de stageplaats, breng je onmiddellijk je werkgever op de hoogte.

Een prikongeval of incident met bloedcontact of contact met lichaamsvochten wordt altijd als een arbeidsongeval gezien en dus ook als zodanig behandeld.

Te ondernemen acties zijn:

Meld je voor medische verzorging aan op de spoedafdeling van het ziekenhuis

o Verzekeringsdocumenten van de school en je identiteitskaart meenemen!

Verzekeringsdocumenten en medisch attest laten invullen door de behandelende arts.

Kopie van ‘Verslag ongevallen’ bezorgen aan de dienst Preventie en bescherming van het ziekenhuis.

Denk ook aan een incidentmelding!

Procedures: ‘Verslag van arbeidsongeval stagiaires’ – ‘Medische opvolging prikongeval voor stagiaires’.

3.3. Ongewenst gedrag, agressie of criminaliteit ingrijpende gebeurtenissen

Ben je slachtoffer van ongewenst gedrag, agressie, of criminaliteit? Word je geconfronteerd met een

plotse emotionele gebeurtenis? Ben je betrokken met een medische fout met ernstige gevolgen? Je

diensthoofd of je begeleider doet de eerste opvang en volgt de procedure ‘Ingrijpende gebeurtenis op

het werk’

3.4. Gevaarlijke producten

Op het etiket van elk (gevaarlijk) product vind je veiligheidsmaatregelen terug. Aan welke producten jij

kan blootgesteld worden en welke veiligheidsmaatregelen je bij gebruik van deze producten moet

volgen, vind je allemaal terug op de werkpostfiche van je toegewezen afdeling. Neem dit document

grondig door.

3.5. Noodplanning

Je neemt voor de aanvang van de stage deze informatie betreffende noodplanning grondig door.

Het is uiterst belangrijk dat iedereen weet wat van hem verwacht wordt, wat hij moet doen in noodsituaties.


Signalisatie Wat te doen?

Brand

Bij vaststelling van brand

Sla alarm door in te drukken of bel nr 111

Meld duidelijk waar je bent en wat je ziet

Sluit alle ramen en deuren

Onderneem 1 bluspoging

Start evacuatie

Volg de instructies van de Commandocel

Richting nooduitgang

Uitgang of Plaats

richting uitgang nooduitgang

Evacuatie

Horizontaal tot na de eerste branddeur. Daarna verticaal naar beneden

Is de kamer ontruimd trek dan de deur dicht en zet een voorwerp aan de deur

Gebruik van de liften is enkel toegestaan mits goedkeuring door de brandweer

Maak gebruik van stoelen, rolstoelen, matrassen, lakens …

Roken

Het ziekenhuis en de terreinen van het ziekenhuis zijn rookvrij

GSM

Tijdens de werkuren is GSM-gebruik niet toegestaan

Identificatie

Elke medewerker draagt zijn idenificatiebadge zichtbaar

Stagiaires dragen de badge van het ziekenhuis tijdens hun aanwezigheid

Toegangscontrole

Je ontvangt je persoonlijke badge op de eerste stagedag

Deze geeft toegang tot alle locaties die nodig zijn voor je functie

De kaart is strikt persoonlijk en mag niet worden doorgegeven

Het verlies van een badge wordt onmiddellijk gemeld aan je stage verantwoordelijke op 6484

Gevaarlijke producten

Ken de risico’s van de producten waar je mee werkt (zie risicoanalyse website)

Gebruik steeds de vereiste beschermingsmiddelen

Ioniserende stralen

Betreed de ruimte waar ioniserende straling kan voorkomen enkel indien dit noodzakelijk is en je op de hoogte bent van de veiligheidsmaatregelen

Bij twijfel contacteer je steeds de verantwoordelijke van de afdeling

Bij beroepsmatige blootstelling aan ioniserende stralen ben je verplicht een dosismeter te dragen (RX, nucleaire, operatiekwartier)

Sterk magnetisch veld

Geen metalen voorwerpen toegelaten in deze ruimte

Arbeidsongevallen en incidenten

Meld alle incidenten (incidentmelding Infoland)

Doe altijd aangifte als je slachtoffer bent van een ongeval op het werk

Ingrijpende gebeurtenis

Ben je slachtoffer van ongewenst gedrag, agressie, of criminaliteit? Word je geconfronteerd met een plotse emotionele gebeurtenis? Ben je betrokken met een medische fout met ernstige gevolgen? Je diensthoofd of je begeleider doet de eerste opvang en volgt de procedure ‘Ingrijpende gebeurtenis op het werk’

Criminaliteit

Ben je slachtoffer of heb je te maken met vandalisme, diefstal, weggelopen patiënten, bedreiging, agressie of dreigende agressie contacteer dan je leidinggevende en breng de interne veiligheidsdienst op de hoogte ( nr 6054)

Voor verdere instructies en procedures zie Infoland (intern).

Voor meer informatie contacteer de dienst Preventie & bescherming tel. 6480.


4. Stages en afspraken

4.1. Verdeling van studenten

Afspraken hieromtrent worden telkens eind van het vorige schooljaar gemaakt in overleg met

leidinggevenden en stagecoördinatoren.

4.2. Voorbereiding op stage

Alle informatie is te vinden op de website

o Zowel stagiaire als stagebegeleiding neemt deze informatie door voor de aanvang van stage;

o De student registreert zich minimum 14 dagen voor de aanvang van de stage via de website van het ziekenhuis;

o Is de student niet in orde, dan kan de stage niet starten!

4.3. Introductie

1°stage lopende schooljaar:

Introductie om 8u30

Aanmelden aan het onthaal. Student wordt opgehaald door de stafmedewerker -begeleidingsverpleegkundige

Ter voorbereiding op de stage heeft de student en ook de stagebegeleider de brochure ‘Stage-informatie’ op de website van het ziekenhuis grondig gelezen. Zij zijn op de hoogte van de ‘Richtlijnen patiëntveilige zorg’ (2).

Volgende stage lopende schooljaar

Praktische zaken om 9u30

Student komt naar vergaderzaal 2 (Sigmund Freud). Dit is in de C-Blok, verdieping -1 (kelder)

! Nieuwe stagebegeleiders sluiten aan bij de introductie of maken een afspraak voor kennismaking

4.4. Einde 1° stagedag

14u36 voor de meeste afdelingen

Uitzonderingen:

o Palliatieve zorg 16u00

o PAAZ 16u30

o Operatiekwartier 16u30

o (Para)medische diensten tussen 16 en 17u

o Verloskwartier na de introductie op de afdeling

4.5. Uurlijsten

Studenten volgen de uren van de medewerkers.

Lijsten gemaakt door de hoofdverpleegkundige/ mentoren

o In samenspraak met stagebegeleiding

o Belangrijke informatie wordt tijdig doorgegeven door de stagebegeleider

Speciale wensen van de student worden via de stagebegeleider doorgegeven aan de afdeling

max. 2 wensen per student

o TK, verlofdagen, vrije dagen, …worden samen met de stagelijst doorgeven.

! Geen mails van studenten naar afdeling of begeleidingsverpleegkundige.

GEEN uitzonderingen op startuur omwille van vervoer of andere redenen! Er is mogelijkheid om gebruik te maken van het logement. Studenten vragen dit tijdig aan.

Bij wijziging uurlijsten:


o Student brengt zelf de school/ begeleiding op de hoogte

o Student vult document ‘aanvraag wissel’ in op de afdeling!

Uurroosters van studenten dienen bewaard te blijven (digitaal op map voor mentoren)

Communicatie door de stagebegeleiding dient tijdig en goed te gebeuren, zowel naar de afdeling als naar de student!

4.6. Werkbegeleiding

De organisatie van de afdeling is prioritair!

Duidelijke afspraken rond verzorging/ toegewezen patiënt worden tijdig gemaakt

Mondelinge en schriftelijke briefing is een noodzaak!

Eigen leerproces van de student dient benadrukt te worden

o Voorbereiding gebeurt thuis

o Totaalzorg moet gekend zijn voor coördinatie aan bod kan komen

! Waarschuw steeds de afdeling als je niet op het eerder afgesproken moment aanwezig kan zijn!

4.7. Einde van de stage (ZE/ZOE)

In de laatste stageweek wordt van de student verwacht dat hij de stagebeleving invult (PIM – Algemene linken – Stagebeleving ZE/ZOE)

o inlogcode wordt gevraagd aan het diensthoofd/ zorgcoördinator of de mentor;

o bewijs van invulling wordt afgeprint op de afdeling door de student;

o bewijs wordt aan stagebegeleider gegeven voor ontvangst van de eindevaluatie. Deze is verantwoordelijk voor de uitvoering en opvolging hiervan.

4.8. Evaluatie

Duidelijke afspraak van evaluatiemomenten!

Rekening houden met planning medewerkers/ mentoren

Meer aandacht voor doorstroom van informatie betreffende evaluatie

Rekening houden met evaluatie door mentoren!

Terugblik op gegeven feedback!

! Stagebegeleiding maakt vertaling van feedback naar evaluatiedocument → mentoren/ hoofdverpleegkundige ontvangen dit rapport vooraf ter inzage → voor of tijdens eindevaluatie worden enkel de niet overeenstemmende items besproken

= Beperking van tijd!

4.9. Inhaalstage – aansluitende stageperiode

Een inhaalstage of een aansluitende stageperiode wordt steeds door de student zelf tijdig gemeld bij de begeleidingsverpleegkundige

o Badge wordt aangepast alsook de inlogmogelijkheden

o Nodige documenten voor deze nieuwe stageperiode worden in orde gebracht

o Afspraken rond de volgende stage worden gemaakt

Stage aansluitend en binnen dezelfde afdeling of afdeling waar eerder stage gelopen werd

o Start met een vroege of late shift in afspraak met de afdeling

o Stage aansluitend maar binnen een andere afdeling

Afhankelijk van soort afdeling wordt het moment van aanvang bepaald

4.10. Laatste stagedag

Aandacht voor het inleveren van badges en sleutels

Inhaalstage wordt door de STUDENT gemeld bij de begeleidingsverpleegkundige!

Niet tijdig inleveren:

o Student en school ontvangt een melding via mail

o School neemt dit alsnog op als aandachtspunt op het feedbackformulier van de student!


5. Praktische weetjes

5.1. Registratie

Stagebegeleiders registreren zich eenmalig via het document op de website of bij wijziging van eerder

gemelde gegevens.

5.2. Parking

Bij je eerste kennismaking met het ziekenhuis parkeer je op de bezoekersparking. Je krijgt een uitrijkaartje om de parking te verlaten. Na ontvangst van de persoonlijke identificatiebadge heb je toegang tot de personeelsparking.

5.3. Maaltijden

Voor maaltijden kan je steeds terecht in het personeelsrestaurant op C-1.

Met je badge kan je alle maaltijden en andere voedingswaren kopen aan personeelstarief. Water en warme drank zijn gratis.

o Middagmaal: zelfbediening is mogelijk tussen 11 en 13.30 uur.

o Avondmaal: via de automaat in het personeelsrestaurant.

Je eigen lunchpakket meebrengen is uiteraard toegelaten.

5.4. Einde van de stage (ZE/ZOE)

Badge, sleutel en eventueel andere gebruikte zaken worden afgeleverd bij de stageverantwoordelijke – begeleidingsverpleegkundige van het ziekenhuis.

o Terugbetaling van de betaalde waarborg na ontvangst van badge en eventueel sleutel via rekeningnummer

Badge = 13 euro

Sleutel = 12 euro

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Voor kennisneming en ontvangst van één exemplaar

Naam ………………………………………………………………………………….

Stagebegeleiding van (opleiding) ………………………………………………………………

Datum ………………………………………………….

Handtekening …………………………………………………………………………

Document afprinten, ondertekenen en 1 exemplaar afgeven aan de stageverantwoordelijke-begeleidingsverpleegkundige van het ziekenhuis.

voorwoord - mariaziekenhuis noord-limburg · zoe richten zich zowel naar patiënten uit de...

Documents