wereld de pieter van · 2019. 3. 10. · ghemeene duytsche spreekwoorden, adagia oft proverbia...
TRANSCRIPT
DE WERELD
VAN Pieter
de Oude
Niet zonder te lachen. Humor en allegorie bij
Pieter Bruegel
De grote vissen eten de kleine (1556)
‘Kijk jongen, dat heb ik altijd al geweten; dat de grote vissen de kleine eten’
De Adagia (1500 – 1536) ‘Ik blijf dagelijks je Adagia lezen en niet zonder grote vrolijkheid en gelach [...] Wat een eruditie, wat een verscheidenheid, wat een kracht, wat een overvloed aan uitdrukkingen, wat een vrolijke feestelijkheid die de vermoeide lezer met spitse humor boeit en ontspant!’
Sebastiano Giustiniani, in een brief aan Erasmus
Guillaume Budé: ‘Het Arsenaal van Minerva, dat men raadpleegt als waren het de Sibyllijnse boeken’
- Collectanea adagiorum veterum, (‘Verzamelingen van oude adagia’), 1521 - De Adagiorum epitome (‘bloemlezing’) van Ioannes Servilius uit Antwerpen uit 1544 was de eerste tweetalige editie met Nederlandse vertalingen naast het Latijn
Ghemeene duytsche Spreekwoorden, Adagia oft Proverbia ghenoemt. Seer ghenuechlick om te lesen, ende ook pro- fytelyk om te weten allen dengheenen die der wijslick willen leren spreken ende schrijven (1550)
1548
Goedthals: Elke taal heeft haar eigen gratie en eigen bevallige klank
‘Het woud heeft oren, het veld heeft ogen’
‘Alles is hooi’
‘Als de blinde de blinde leidt…’
De parabel der blinden (ca. 1568), 85 x 184 cm
De strijd tussen carnaval en vasten (1559) 118 x 165,5 cm
De kreupelen (1568), 18,5 × 21,5 cm
Al dat op den blauwen trughelsack, gheerne leeft Gaet meest al Cruepele, op beijde sijden, Daerom den Cruepelen Bisschop, veel dienaers heeft, Die om een vette proue, den rechten ghanck mijden
Iedereen die graag van bedrog leeft heeft vaak twee kreupele benen. Daarom heeft de Kreupele Bisschop veel dienaren, die voor een vette buit niet op het rechte pad blijven
De kreupelen (1568), 18,5 × 21,5 cm
Maatschappelijke spot, standsverschil en bedelarij als georganiseerd bedrog? Van links naar rechts zien we de sjako van soldaten, de kroon van koningen, de baret van burgers en de mijter van bisschoppen, terwijl de ruggelings afgebeelde figuur een boerenmuts draagt
‘… de Kreupele Bisschop …’
1530 / 1546
Pieter Balten, Cocagne (1560)
1567
De Dulle Griet (1561)
‘Sie solde wel een roof voer die Helle halen ende coemen ongeschendet weder’ Karel van Mander: ‘’t Ware moeilijk te verhalen wat hij allemaal gemaakt heeft, van toverijen, Hellen, boerse geschiedenissen en anders (…) Ook een dulle Griet, die een roof voor de Hel doet, die zeer verbijsterd ziet, en vreemd op z’n schots gekleed is’
Het varken moet in het kot (1557)
LodovicoGuicciardini, Beschrijving van de Nederlanden (1567) ‘De vrouwen van dit land zijn, zoals hiervoor is gezegd, boven hun algemene schoonheid ook zeer ingetogen, vriendelijk en lieflijk, want ze gaan van jongs af, naar de gewoonte van het land, vrij met iedereen om. Daardoor worden ze in gedragen woorden, en bij alle zaken, vaardig, behendig en flink, maar niettemin blijven ze bij een dergelijke vrijheid zeer braaf en deugdzaam. En ze gaan niet alleen in de stad van hier naar daar om haar zaken te regelen, maar ze reizen ook het land door van de ene plaats naar de andere, met weinig gezelschap, zonder dat iemand er wat van zegt. Ze zijn zeer sober, bedrijvig en altijd wat doende, niet alleen zorgend voor het werk thuis en het huishouden, waar de mannen zich nauwelijks om bekommeren, maar ze houden zich ook bezig met koophandel, door te kopen en te verkopen, en ze zijn ijverig in de weer met woord en daad in ondernemingen die eigenlijk de man passen, en dat met zo'n behendigheid en vlijt dat op veel plaatsen, zoals in Holland en Zeeland, de mannen de vrouwen alles laten doen [...]. Waar door, gegeven ook de natuurlijke neiging der vrouwen tot heerszucht, zij zonder twijfel veel te veel de meesteres zijn en soms bovenmatig fier, trots en afgunstig worden’
Pieter Aertsen, De keukenmeid (1559)
In Engeland heerste sinds 1553 koningin Mary, die in 1558 werd opgevolgd door haar zuster Elizabeth. In Frankrijk was Catherine de’ Medici regentes. De rijke Nederlanden werden bestuurd door landvoogdes Margaretha van Parma, die haar tante Maria van Hongarije en oudtante Margaretha van Oostenrijk in die functie opvolgde. En in 1561 werd Mary Stuart koningin van Schotland, nadat haar moeder Marie de Guise daar sinds 1542 regentes was geweest
Jheronimus Bosch, Hellelandschap circa 1500
Eduard de Dene, Pantagruelsche prophetie, ca. 1560
Ira (woede), 1556
Zeven hoofdzonden (1556)
Zeven deugden (1558)