werkstuk: een taalbeleid op school

10
CV3 2010-2011 Ilse Strobbe Een taalbeleid op school Werkstuk taalbeleid en taalgericht vakonderwijs Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis 1

Upload: sonny

Post on 27-Jun-2015

743 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Werkstuk: Een taalbeleid op school.In samen werking met Valeri Merckx en Jorg Stevens.Opdracht van AHS OSO CV3 taal (2010-2011)

TRANSCRIPT

Page 1: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Een taalbeleid op school

Werkstuk taalbeleid en taalgericht vakonderwijs

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis1

Page 2: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

InhoudsopgaveWerkstuk taalbeleid en taalgericht vakonderwijs................................................................................1

Inhoudsopgave................................................................................................................................2

Korte taakverdeling.........................................................................................................................2

Inleiding...........................................................................................................................................2

Waarom moet er op school een taalbeleid zijn?..............................................................................3

Wat is een taalbeleid?......................................................................................................................5

Taalgerichte didactiek in elke les.....................................................................................................7

Slot...................................................................................................................................................9

Bibliografie.......................................................................................................................................9

Korte taakverdeling

Valerie Merckx Waarom moet er op school een taalbeleid zijn?Jorg Stevens Wat is een taalbeleid?Sonny Coddens-Cornelis Taalgerichte didactiek in elke les

InleidingTaal is niet weg te denken uit onze maatschappij. We komen er elke dag mee in aanraking op allerlei manieren. Toch is het niet voor iedereen evident om algemeen Nederlands te praten. Dialect en tweetaligheid zijn sterk aanwezig in onze samenleving. Het beheersen van de standaardtaal is echter een belangrijke vaardigheid om te functioneren in de huidige samenleving. Om die reden zou iedere school een taalbeleid moeten voorzien om de leerlingen op een algemeen taalniveau te brengen. Aan dit taalbeleid moet in iedere les aandacht worden besteed, dit kan op verschillende manieren. Naast de reden waarom een taalbeleid nodig is en wat een taalbeleid juist inhoudt, zullen we daarom ook algemene richtlijnen en voorbeelden aanhalen in dit werkstuk.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis2

Page 3: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Waarom moet er op school een taalbeleid zijn?(Valerie Merckx)

De wereld is de laatste decennia heel wat veranderd. Zo kunnen we niet ontkennen dat we in een multiculturele maatschappij wonen. Dit brengt diversiteit met zich mee die heel verrijkend kan zijn, om bijvoorbeeld kennis te maken met andere culturen, maar er kunnen ook problemen door ontstaan. Zo zijn er heel wat geïmmigreerde families in België die nog steeds de taal van hun land van herkomst hanteren binnen het gezin, denken we maar aan het Turks of het Arabisch. Dit kunnen we deze mensen absoluut niet kwalijk nemen, maar het kan er wel voor zorgen dat kinderen uit deze gezinnen moeilijkheden op school ondervinden.

Ook zijn er heel wat families die thuis Frans spreken. Vooral in de rand rond Brussel zien we dit fenomeen optreden. Velen van hen zijn tweetalig opgevoed, wat voordelig lijkt te zijn, maar het kan ook voor problemen zorgen. Zo is het moeilijk om beide talen even goed te beheersen en geregeld moet het Nederlands dan ook aan kwaliteit inboeten.

Niet alleen het spreken van andere talen kan voor verwarring zorgen. Er zijn namelijk ook heel wat mensen die nog een sappig dialect spreken en dit ook doorgeven aan hun kinderen. Soms is de woordenschat heel verschillend van die van de standaardtaal, kijken we maar naar het West-Vlaams. De meeste jongeren hanteren een tussentaal wanneer ze met hun vrienden omgaan. Zeker wanneer ze via het internet of hun gsm communiceren.

Het is duidelijk nodig dat de school zich gaat bezighouden met de taal van hun leerlingen om die te verbeteren. De school moet trachten het taalgebruik van alle leerlingen op een min of meer gemeenschappelijk niveau te brengen. Dit is dan ook hét motief voor elke school om een taalbeleid in te voeren waar ze met het hele schoolteam achterstaan.

Het is zo dat taal zich niet mag beperken tot de taallessen. Nederlands heb je ook nodig in de les wiskunde, anders kan er heel wat verwarring ontstaan bij de opgave van een vraagstuk. Je hebt ook een goede kennis nodig van het Nederlands om een tekst over de Franse Revolutie te begrijpen of bij aardrijkskunde om alles over het zonnestelsel te weten te komen. Bovendien is het zo dat je de moedertaal, voor ons dus het Standaardnederlands behoorlijk moet beheersen om op een goede manier een andere taal als het Frans of het Engels aan te leren. Vaak zijn de leerlingen die problemen hebben met de schooltaal wel intelligent genoeg, maar kunnen ze dit niet tot uiting brengen omdat taal een obstakel is. Het is belangrijk dat elke leerkracht, in elke les, goed Algemeen Nederlands spreekt. Zo kunnen de leerlingen deze taal goed onder de knie krijgen en zullen de taalobstakels verminderen of zelfs verdwijnen. Minister Vandenbroucke doet in zijn beleidsnota hierover een interessante uitspraak: “Elke leerkracht moet een taalleerkracht zijn” (Vandenbroucke, 2006).

Het is aangetoond dat door de taalverschillen onder jongeren er een grote kloof ontstaat voor wat betreft schoolresultaten. Jongeren die de schooltaal ook min of meer thuis gebruiken, halen hogere punten dan leerlingen die thuis een andere taal dan de schooltaal hanteren. Centraal op de school moet dus aandacht worden besteed aan zorg en beheersing van de Standaardtaal.

Het taalbeleid moet volgens minister Vandenbroucke al beginnen in de kleuterschool. 1 op 5 kleuters spreekt thuis namelijk geen Nederlands en dit is een angstaanjagend groot aantal. Vandenbroucke wil dat de kleuters op een creatieve manier vertrouwd raken met het Standaardnederlands. Dit kan ervoor zorgen dat alle leerlingen in het eerste leerjaar kunnen starten op een gelijk taalniveau. Dit zorgt er dan op zijn beurt weer voor dat het lager onderwijs op een goede manier kan doorlopen worden. Hierbij is het natuurlijk belangrijk dat ook de lagere school een goed taalbeleid heeft. Een goede taalbeheersing kan ervoor zorgen dat de leerling een betere doorstroommogelijkheid heeft en voortstuderen mogelijk is. Taalrelativisme zorgt namelijk voor ongelijke kansen.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis3

Page 4: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Taal is van belang op school maar ook daarbuiten. Iemand staat pas sterk in de samenleving als hij of zij goed kan communiceren en indien nodig zich kan verweren. En dat kan alleen als je over een goed taalgebruik beschikt. In Vlaanderen spreekt men Vlaams, het is daarom nodig het Algemeen Nederlands grondig te kennen en op een correcte manier te kunnen gebruiken. Het begint op school, maar ook op straat, als op het werk kan dit veel voordelen bieden.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis4

Page 5: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Wat is een taalbeleid?(Jorg Stevens)

Het begrip taalbeleid is geëvalueerd vanuit een proefproject. Dit proefproject werd gevoerd door inspecteurs voor wie taal de eerste deskundigheid is, tijdens de inspectie in het schooljaar 1999-2000. Samen met de talloze redenen vernoemd in vorig hoofdstuk, toonde dit proefproject nog maar eens aan dat er wel degelijk nood was aan een grotere belangstelling voor taal in het onderwijs.

Een taalbeleid is niet gemaakt om één bepaald doel te behalen, maar oogt op het slagen van een school in verscheidene doelstellingen. Eerst en vooral gaat het erom dat het de leerlingen in staat stelt om de doelstellingen te halen die in het schoolcurriculum besproken worden. Deze doelstellingen zijn natuurlijk gebaseerd op de leerplandoelstellingen. Voor taalzwakke leerlingen en/of anderstaligen moet in dit beleid ook plaats zijn, door hen te voorzien van de mogelijkheid om een basiskennis van de schooltaal (Nederlands) te verwerven.

Daarnaast heeft een taalbeleid ook als doel om voor alle leerlingen de resultaten voor talen in het algemeen, dus alle moderne vreemde talen zoals Engels en Frans, te optimaliseren. Bij een moderne vreemde taal gaat het niet alleen om de kennis van de taal, pure grammatica en een uitgebreide woordenschat, maar ook het communicatieve aspect van elke taal is essentieel. In staat zijn om de taal effectief te gebruiken en ze te kunnen gebruiken in een conversatie is naast de pure kennis op zich het belangrijkste doel bij het leren van een taal.

Ten derde moet het taalbeleid ook de onderwijskwaliteit bewaken door aandacht te hebben aan de rol van taal bij het leren. Niet alleen bij het leren en het studeren, maar ook in de didactische aspecten doorheen elk vak moet er aandacht besteedt worden aan het belang en gebruik van taal.

Ten slotte moet een taalbeleid op school ook bijdragen aan een bredere algemene vorming van de leerlingen. Niet alleen binnen het schoolgebeuren maar ook daarbuiten zorgt een vlotte taalvaardigheid voor vele voordelen. Het kan een middel zijn om integratie in het beroeps- en sociale leven uitermate te bevorderen.

Elk taalbeleid zal dus anders zijn, aangepast aan de eigenschappen en toegespitst op de noden van elke school. Wat zeker is, is dat elke school wat betreft taalgebruik een voorbeeldfunctie heeft en deze ook zo goed als mogelijk moet proberen na te komen. Omdat dit taalbeleid, te merken aan de doelstellingen alleen al, geen individueel gebeuren is, vraagt het om een duidelijke sturing. Deze sturing bevat een heel belangrijke en actieve rol voor de schoolleiding die met het schoolteam samen zal moeten werken aan een goed uitgewerkt taalbeleid.

Er zijn vier essentiële onderdelen, verschillende methoden en werkwijzen om van een taalbeleid een geslaagd taalbeleid te maken. Eerst en vooral moeten de leerlingen individueel opgevolgd worden. Zo kan het schoolteam een duidelijke evolutie vastleggen en voldoen aan de persoonlijke behoeften van de leerling, maar zo ook opmerken waar er nog aan moet gewerkt worden of waar de knelpunten zitten in het taalbeleid. Naast het individuele aspect, kan een degelijke uitwerking van een sterk curriculum Nederlands ervoor zorgen dat een taalbeleid slaagt in zijn doelstellingen. Dit curriculum zal voor elke school verschillen en worden aangepast aan de schoolse taken die leerlingen door de jaren heen moeten uitvoeren, om zo een hulpmiddel voor hen te zijn.

Vervolgens is een taalgerichte vakdidactiek een must-have voor elk taalbeleid. In elk vak- en vormingsgebied, moeten (in een ideale situatie) alle leerkrachten taaldidactische middelen gebruiken om hun onderwijs en hun lessen van een voldoende kwaliteit te houden en een steentje bij te dragen aan het taalbeleid. Het scheppen van een gunstig taalleerklimaat is het laatste maar zeker niet minst belangrijke onderdeel dat mee kan helpen een uitstekend schooltaalbeleid uit te werken. Een positieve houding aanmoedigen en een actieve rol van de leerlingen proberen tot stand te brengen zijn nodig om het leren te vereenvoudigen.

Een sluitende definitie geven die omschrijft wat een taalbeleid precies inhoudt, is moeilijk, zo niet onmogelijk. Daarom deze uitleg die enkele verschillende aspecten, zowel doelstellingen als methoden beschrijft en tracht duidelijk te maken waar een taalbeleid voor zorgt, wat het tracht te

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis5

Page 6: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

bereiken en hoe het dat doet. In het volgende hoofdstuk zal duidelijk worden, aan de hand van enkele concrete voorbeelden, hoe dit taalbeleid zich vertaalt in de praktijk.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis6

Page 7: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Taalgerichte didactiek in elke les(Sonny Coddens-Cornelis)

De belangrijkste opdracht van een leerkracht is om de leerlingen nieuwe kennis bij te brengen. Wanneer nieuwe stof aangebracht wordt, moet men die nieuwe informatie proberen te koppelen aan de eerder verworven kennis of persoonlijke ervaringen van de leerlingen. Het verband waarin de nieuwe stof geplaatst wordt, noemt de context. Nieuwe stof kan aan de context gekoppeld worden door aanknopingspunten aan te reiken of door de leerlingen op eigen houtje verbanden te laten leggen met hun referentiekader en eerdere ervaringen. Dit kan door gebruik te maken van visualisatie, schematisering, multimedia en ander tekstsoorten dan de schoolboeken (bijvoorbeeld het gebruik van reclameblaadjes in de lessen hardware). Voorgaande zijn contexten uit het dagelijkse leven, maar een verwijzing naar de op school eerder behandelde stof is evenzeer het creëren van een context voor de leerlingen. Context geeft betekenis aan het leerproces. De nood om contexten samen met de leerlingen te gaan verkennen bestaat. Niet iedere leerling zal de context zelf herkennen of kunnen vinden. Het is de taak van de leerkracht om de context voor de leerlingen toegankelijk te maken, dit geldt voor zowel het schriftelijke (boeken en evaluaties) als het mondelinge (wat de leerkracht zegt) gedeelte.

Naast context is interactie ook een belangrijk aspect van het leerproces. Leren is en blijft een interactief proces, kennis vergaar je dan ook het best door met anderen over de leerstof te praten. Praten en schrijven zijn vormen van actief taalgebruik. Het actief gebruik van taal stimuleert de taalontwikkeling van de leerlingen. Daarom is het belangrijk dat de leerlingen ook een talige inbreng kunnen hebben tijdens de les. Dit wil zeggen dat het belangrijk is dat alle leerlingen de mogelijkheid hebben om te praten en te schrijven tijdens het lesgebeuren. De rol van de leerkracht is deze mogelijkheid te creëren en te regisseren tijdens de leerervaring. Het gesprek op gang brengen en iedere leerling de kans op inbreng bieden kan soms een moeilijke taak zijn voor de leerkracht. De juiste keuze van werkvormen en media heeft namelijk een grote invloed op de manier waarop de leerlingen met de kernstof bezig zijn. Het stellen van open vragen en het reageren op antwoorden is een belangrijk deel van de begeleiding. Deze twee zaken zijn van enorm belang voor de manier waarop leerlingen met de leerstof bezig zijn in het lesgebeuren. Iedere leerling moet de kans krijgen om te antwoorden. Vragen doorspelen van leerling op leerling en de leerlingen aanmoedigen elkaar te bevragen, leert hen over elkaars taalgebruik na te denken. De daardoor gecreëerde competitie in de klasgroep zal de leerlingen motiveren tot het geven van een zo juist en begrijpelijk mogelijk antwoord, zowel inhoudelijk als taalkundig. Het geven van duidelijke instructies, de organisatie, het tijdsverloop, de link met de doelen en het bijhouden van correcte antwoorden is de taak van de leerkracht. Bij het retrospectief evalueren van het leerproces wordt er teruggekoppeld naar de doelen, aan de hand van de geïnventariseerde uitkomsten.

Dit alles moet gebeuren met de nodige taalsteun. Het is belangrijk dat leerlingen hulp krijgen bij het begrijpen en produceren van (nieuwe) taal binnen elk vak. Een overzicht geven van de inhoud en structuur van de les zorgt ervoor dat leerlingen gerichter kunnen luisteren en meepraten. Leerlingen ondersteunen bij het lezen van een tekst, het bespreken van nieuwe woorden en het behandelen van de formulering van de vaktaal zijn de basis van taalsteun. Door feedback te geven op de taaluitingen van de leerlingen en waar nodig te corrigeren, weten leerlingen of ze op de goede weg zijn. Zo ga je het gebruik tegen van dialect en tussentaal tijdens het schoolgebeuren. Herformuleren van antwoorden en het aanbieden van beoogde voorbeelden zet de leerling op weg naar een correct taalgebruik in het lesgebeuren. Als leerkracht heeft men een voorbeeldrol, zelf correcte taal gebruiken en rustig spreken met duidelijke articulatie spoort de leerlingen dan ook aan om op hun eigen taal te letten. Het is van belang dat de leerkracht steeds weet of de leerlingen begrijpen wat er gezegd wordt. Daarom dient men de eigen begrijpelijkheid in vraag te stellen. Het taalgebruik dient aan de leerlingen aangepast te worden.

Het actief aandacht schenken aan context, interactie en taalsteun tijdens de les is een aspect van taalbeleid dat door iedere leerkracht, voor elk vak en tijdens elke les, gedaan kan worden. En niet enkel tijdens taallessen. Iedereen dient zijn bijdrage te leveren aan de opleiding van talige leerlingen en de ontwikkeling van taalrijke lessen. Op deze manier is het niet enkel simpeler om les te geven maar help je de leerlingen ook bij het ontwikkelen van een standaardtaal. De

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis7

Page 8: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

mogelijkheden om dit in lessen toe te passen zijn eindeloos. Ter illustratie van de eerder besproken aspecten van taalbeleid volgen enkele concrete voorbeelden.

Wiskunde wordt vaak beschouwd als het minst talige vakgebied in het onderwijs. Niets is minder waar, het taalgebruik tijdens de les wiskunde is heel belangrijk. Bij vraagstukken zal de leerkracht tijdens verschillende momenten aandacht moeten geven aan taal. Dit is al het geval bij het opstellen van de in de les te gebruiken vaagstukken. De opgaves moeten een context creëren die de leerlingen aanspreekt en hen het praktische nut van de les laat inzien. Vraagstukken over beursschommelingen zullen leerlingen in een technische richting misschien niet zo aanspreken en vraagstukken over metaalhardheid worden dan waarschijnlijk weer niet warm onthaald bij de economische opleidingen. De taal en de context dienen aangepast te worden aan de leerlingen. Een vraagstuk kan enkel worden opgelost als de leerlingen de inhoud begrijpen. Tijdens de les zal de opgave overlopen worden. Het vragen naar onduidelijkheden op zich is ook talig. Alle gegevens moeten uit de tekst gehaald worden: wat is er gevraagd, wat is er gegeven, op welke manier moet het antwoord gepresenteerd worden. De leerkracht vraagt van de leerlingen dat ze het antwoord geven in een contextvolle volzin en corrigeer hun taal waar nodig.

Niet enkel binnen één vak kan men aandacht geven aan taal. Er kan ook overschrijdend worden gewerkt. Collega’s kunnen samen aan de tafel gaan zitten. Bijvoorbeeld als bij geschiedenis over de Franse revolutie gesproken wordt is het mogelijk om diezelfde week tijdens de les Frans eens een Franse brontekst over de revolutie te bekijken. Dit creëert een context die voor beide vakken gebruikt kan worden.

Met een beetje inzet en samenwerking kan van een gewone les een talige les gemaakt worden, zonder er en taalles van te maken.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis8

Page 9: Werkstuk: een taalbeleid op school

CV3 2010-2011Ilse Strobbe

Slot

Het belang van taal wordt vaak onderschat in onze maatschappij. Een taalbeleid is de geschikte manier om alle leerlingen op een gelijk niveau te brengen. Een hoogstaande talenkennis is nodig om in alle vakken op een goede manier te functioneren. Zo krijgt iedereen dezelfde startkansen als ze het onderwijs verlaten. Het perfecte taalbeleid bestaat niet, het is voor iedere school anders. Elke schoolgemeenschap heeft zijn eigen werkpunten die geval per geval moeten worden bekeken. Er zijn echter een paar algemene pijlers die voor iedere school, elk vak en iedere les van belang zijn. Het creëren van een contextrijke interactieve les waar de leerkracht voldoende taalsteun biedt, is zo een algemeen gebruikte manier om het taalbeleid toe te passen.

BibliografieInspectieverslag 1999 -2000 - Secundair Onderwijs Bijzondere aandachtspunten. (1999). Opgeroepen op December 1, 2010, van Inspectieverslag 1999 -2000: http://www.ond.vlaanderen.be/schooldirect/inspverslag/SO-Taal.htm

DE VOS, R. (2010, Augustus 18). Van taalbeleid naar talenbeleid. Opgeroepen op December 1, 2010, van http://www.olvcollege.be/resources/7/pdfs/visietalenbeleidcampuscentrum1011.doc%20%28Compatibiliteitsmodus%29.pdf

HAJER, M. (2008, Oktober). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek. Vonk, pp. 12-27.

PRISMA. (2006, December 15). Taalbeleid in diversiteit. Opgeroepen op December 1, 2010, van Prisma: http://www.prismavzw.be/prismavzw/bestanden/producten/onderwijspartners/taalbeleid/Taalbeleid.pdf

SMET, P. (2009, November). Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2004-2009 - Beleid Onderwijs en Vorming. Opgeroepen op December 1, 2010, van Beleid Onderwijs en Vorming: http://www.ond.vlaanderen.be/beleid/nota/2009-2014.htm

STEUNPUNT GOK. (2008, September 18). De lat hoog... voor iedereen! - Taalbeleid, ronde 1. Opgeroepen op December 1, 2010, van De lat hoog... voor iedereen!: http://www.steunpuntgok.be/delathoogvooriedereen/taalbeleid_ronde1.aspx

VANDENBROUCKE, F. (2006). De lat hoog voor talen in iedere school. Ministerie van Onderwijs.

Jorg Stevens Valerie Merckx Sonny Coddens-Cornelis9