begeleiden van clienten bij adl

46
training: Begeleiden van cliënten bij ADL

Upload: uitgeverij-eduactief-bv

Post on 02-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

begeleiden van clienten bij ADL, algemeen

TRANSCRIPT

Page 1: Begeleiden van clienten bij ADL

training:

Begeleiden van cliënten bij ADL

Page 2: Begeleiden van clienten bij ADL

> Over deze training 3 > Zorgen voor jezelf 6 > Afhankelijk zijn 9 > Zorgen voor een ander 13 > Houding, beweging en rust 24 > Babyverzorging 28 > Werkmodel 1: Handen wassen 32 > Werkmodel 2: Het handelingsschema 33 > Werkmodel 3: Babyverzorging 35 > Theoriebron 1: Zorgen voor een ander. De voorbereiding. 36 > Theoriebron 2: Persoonlijke verzorging. De handeling. 38 > Theoriebron 3: Rusten en verplaatsen 40 > Theoriebron 4: Zorgen voor jezelf 41 > Specificaties 43 > Beoordeling 44

>Inhoud

Colofon

Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel

Postbus 1056

7940 KB Meppel

Tel.: 0522-235235

Fax: 0522-235222

E-mail: [email protected]

Internet: www.edu-actief.nl

Auteurs Marcel Martinus en ROC Mondriaan

Titel Begeleiden van cliënten bij ADL

Vormgeving Binnenwerk: DBD design / Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld / Hubi de Gast

ISBN 978 90 6053 AAPW 11

Copyright © 2012 Uitgeverij Edu’Actief b.v.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke

andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht

te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Page 3: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 3

Iedereen verzorgt zijn lichaam. Jij ook. Dat is van belang voor je lichaam zelf, maar ook

voor je psychisch en sociaal functioneren. Als iemand die verzorging niet meer of

gedeeltelijk kan uitvoeren, is er hulp nodig. Jij, als hulpverlener, kunt daarmee te maken

krijgen. Je zult een totaal afhankelijke baby maar ook een tijdelijk of langdurig afhankelijke

jongere of oudere moeten ondersteunen bij de lichaamsverzorging.

Tijdens deze training leer je hoe je bepaalde handelingen kunt voorbereiden en uitvoeren.

Het gaat dan om ondersteuning bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Tijdens

deze training spreken we over cliënt als we de persoon bedoelen die de zorg ondergaat,

de zorg ontvangt.

Je toekomstige collega

>Ov er deze training

Doelstellingen • Je kunt het belang van goede lichaamshygiëne voor zowel jezelf als de cliënt verwoorden en toepassen.

• Je kunt lijsten toepassen die je helpen bij lichaamsverzorging voorbereiden en uitvoeren.

• Je kunt je eigen hygiënische maatregelen treffen om besmetting zo goed mogelijk te voorkomen.

• Je kun je inleven in de afhankelijkheid van een cliënt en het begrip vertrouwen toelichten.

• Je kunt in een oefensituatie de behandelde vaardigheden uitvoeren.

• Je kunt een baby in een oefensituatie verzorgen.

• Je kunt maatregelen nemen met betrekking tot rust, regelmaat en beweging.

• Je kunt een cliënt die in een rolstoel zit zich helpen voortbewegen.

Naam Maarten Lageweg

Leeftijd 24 jaar

Medewerkers In de gehele instelling werken ongeveer

80 mensen; verzorgenden en hulpverleners. Op de afdeling onderwijs

werken 12 leraren en 6 onderwijsassistenten.

Werkzaam als Onderwijsassistent voor leerlingen van 2 tot ongeveer 14 jaar.

Soort werkzaamheden Het voorbereiden van onderwijs en begeleiden van leerlingen, maar

ook het helpen bij lichamelijke verzorging van de kinderen die

aangepast onderwijs nodig hebben.

Over de werkomgeving Stichting Nova. Deze stichting biedt onderdak, begeleiding en

onderwijs aan kinderen en jongeren met zowel lichamelijke

beperkingen als psychosociale problemen. Enkele cliënten hebben ook

een verstandelijke beperking, maar functioneren op een redelijk hoog

niveau. Ik werk voornamelijk in een gebouw waarin we ons

bezighouden met onderwijs en educatie.

Wat is leuk aan je werk Ik vind het erg leuk als ik merk dat kinderen, we spreken soms van

jongeren of cliënten, plezier krijgen in het leren en dat ze aantoonbaar

resultaten boeken.

Page 4: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 4

Beoordeling Je oefent tijdens de training veel. Ook maak je opdrachten. De mate waarin je vooruit bent

gegaan, en dus wat geleerd hebt in de theorie en de praktijk, wordt als volgt beoordeeld:

1 Actieve deelname aan de lessen.

2 Goede samenwerking met groepsgenoten.

3 Een persoonlijk verslag met daarin:

a het trainingslogboek

b een verslag van de opdrachten

c een compleet afgetekende lijst vaardigheden.

4 Demonstratie.

5 Beroepsproduct.

Demonstratie: baden van een baby In een oefensituatie voer je alleen de hele vaardigheid uit. De opdracht wordt beoordeeld

aan de hand van de beoordelingslijst. Een essentiële deelvaardigheid moet met een

Voldoende gescoord zijn. Zo niet, dan is de vaardigheid Onvoldoende.

Op de scorelijst staat aangegeven wanneer je een Voldoende gescoord hebt.

De beoordeling wordt gedaan door 2 medestudenten.

De totale beoordeling moet met een Voldoende worden afgerond.

Persoonlijk vers lag

Het persoonlijk verslag inleveren voor: _____________________________________ (datum met je docent afspreken)

In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt. Het

persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een STARR-reflectie.

• Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of een snelhechter waarin je notities

bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na

elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes

uit.

• De STARR-reflectie doe je aan het einde van de training. Je kiest, met behulp van je

trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze

opdrachten of oefeningen verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van een

STARR.

Belangrijke uitdaging in je werk Bij elk kind het beste naar boven halen zonder dat het te veel spanning

oplevert bij dat kind.

Grootste blunder Ik dacht dat ik een week vakantie had en verbleef in Zandvoort, terwijl

ik eigenlijk pas een week later vakantie had. Collega's hebben me op

mijn mobiele nummer gebeld, maar ik kon gelukkig blijven waar ik

was.

Grootste succes We hadden een jongere met leerproblemen. Na onderzoek bleek dat

zij een autistische stoornis had. Het meisje bleek zeer intelligent. Met

afgestemd onderwijs kon zij naar de havo en later zelfs naar het vwo.

Waar werk je aan Ik werk momenteel met een collega, naast mijn dagelijkse werk, aan

een project waarbij we protocollen toepassen, zodat we bij leerlingen

nog sneller leerproblemen kunnen vaststellen.

Waar wil je nog aan werken Ik wil meer inzicht in en ervaring met het werken met leerlingen die

een probleem hebben met studeren

Zie www.factor-e.nl voor het

Beoordelings-formulier babyverzorging.

Page 5: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 5

Situatie en Taak

• Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had.

Actie en Resultaat

• Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat

hiervan het resultaat was.

Reflectie

• Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde.

• Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld.

• Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

Tips

• Bestudeer eerst de theorie.

• Maak een opzet van je presentatie.

• Gebruik audio- of visuele hulpmiddelen, zoals een digitale fotocamera of camcorder.

• Je kunt de vaardigheid bijvoorbeeld naspelen.

• Vraag medewerking van deskundigen.

• Over het gebruik van een scheerapparaat bij een man staan ook enkele

aandachtspunten in de theoriebron.

• De vaardigheid wordt in deze training uitgebreid behandeld.

• Overleg met je docent over de werkwijze van de beoordeling.

• Oefen de vaardigheid aan de hand van de beoordelingslijst die je kunt vinden op

www.factor-e.nl.

Beroepsproduct 1: Vaardigheid demonstreren

Deze presentatie moet in de voorlaatste week van deze training klaar zijn.

Verdeel de groep in drie subgroepen. Elke subgroep werkt een onderdeel uit en maakt

een lespresentatie die geschikt is voor internet.

Er ontstaan in totaal drie presentaties met als onderwerpen:

• make-up aanbrengen

• de nagels van de handen knippen

• een man scheren met een elektrisch scheerapparaat.

Deze presentaties zijn bedoeld als lesmateriaal, als voorlichtingsmateriaal waarvan

andere studenten kunnen leren. Ze kunnen geplaatst worden op internet bij Kennisnet,

YouTube, Hyves of een andere website. Het is een voorlichtingsfilm of presentatie.

• Verdeel de groep in drie subgroepen, één groep per onderwerp.

• De presentatie moet visueel gericht zijn, dus gericht op het zien. Dit kan via foto's of

een filmopname. Dit ondersteund met tekst.

• De presentatie duurt ongeveer 5 tot 10 minuten, ook afhankelijk van de gebruiker.

Werkmodel: woordenlijst. Zie

www.factor.e.nl

Taal Taal Taal Taal

• Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent.

• Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij.

• Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan

de woordenlijst.

• Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio.

Page 6: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 6

Je kunt pas goed voor een ander zorgen als je goed voor jezelf zorgt, zeggen veel mensen.

En dat is waar. Jezelf beschermen tegen infecties hoort daar ook bij, zeker als je zorg

verleent.

Uiteraard verzorg jij jezelf.

Maak een logboek waarin je vier dagen achter elkaar precies opschrijft wat je per dag

doet aan lichaamsverzorging of persoonlijke verzorging. Noteer daarbij de volgende

onderdelen:

• Op welke manier verzorg ik mezelf, wat doe ik allemaal?

• Op welk tijdstip van de dag doe ik iets?

• Waarom doe ik dat?

• Waar (op welke plek) doe ik iets aan persoonlijke

verzorging?

• Wat is mijn gevoel erbij?

• Wat gebruik ik hierbij aan materialen (denk aan

verzorgingsproducten en handdoeken, maar

bijvoorbeeld ook aan kleding)?

• Wat doe ik dagelijks en wat enkele keren per week

of één keer per week?

• Andere bijzonderheden?

Haren wassen.

Bespreek je opdracht na met vier medestudenten en maak aantekeningen in je

trainingslogboek.

Voorbereiding

• Deze handeling doe je individueel, maar onder controle van een medestudent.

• Bestudeer het werkmodel Handen wassen. Zoek, als je dat wilt, extra informatie op.

• Zorg voor een goede werkplek en schone materialen.

• Zet de materialen klaar: schone handdoekjes of schone handdoek, pedaalemmer,

vloeibare zeep, eventueel een nagelborstel en als je dat wilt handcrème.

Uitvoering

• Was je handen op de juiste wijze. Doe dit volgens schema.

• Je collega controleert en geeft zo nodig aanwijzingen.

• Voer de handeling minimaal tweemaal op de juiste manier uit.

• Het gaat om handen wassen in een situatie waarin je te maken kunt hebben met

cliënten.

• Wissel vervolgens van rol: nu wast je collega dus zijn handen en observeer jij.

• Voer de handeling nogmaals helemaal uit.

>Zorgen v oor jezelf

Doelstellingen • Je kunt in eigen woorden vertellen hoe jij jezelf verzorgt en waarom je dat belangrijk vindt.

• Je kunt vertellen welke verzorging je dagelijks doet en welke enkele malen per week.

• Je kunt het belang van goede hygiëne uitleggen.

• Je kunt je handen efficiënt wassen.

• Je kunt handschoenen, zoals die gebruikt worden in de zorg, op de juiste wijze aantrekken en uittrekken.

Opdracht 1: Hoe verzorg jij jezelf?

2. Oefening: Handen wassen

Werkmodel 1:

Handen wassen.

Page 7: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 7

Handen wassen.

Controle

• Heb je je handen gewassen volgens het werkmodel Handen wassen?

Reflectie

• Noteer wat goed en fout ging.

• Geef ook aan of dit een ideale situatie was voor het wassen van je handen en wat

eventueel beter kan. Beschrijf waarom je handen op de juiste wijze wassen

belangrijk is.

Beschrijf de hierboven genoemde vragen in je trainingslogboek.

Elleboogkraan.

Page 8: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 8

Voorbereiding

• Beschrijf in je trainingslogboek waarom het belangrijk is om in bepaalde situaties

handschoenen te dragen. Noem 3 redenen.

• Beschrijf in je trainingslogboek vijf vaardigheden waarbij jij als hulpverlener

handschoenen hoort te dragen

• Leg materialen klaar: (latex of plastic) handschoenen, pedaalemmer.

Uitvoering

• Trek de handschoenen aan en vervolgens weer uit zonder de buitenkant van de

handschoen aan te raken. Binnenstebuiten uittrekken.

• Gooi de handschoen weg in een pedaalemmer. Raak de emmer niet met je handen

aan.

Controle

• Is het je gelukt om de handschoenen hygiënisch aan en uit te trekken?

Reflectie

• Noteer wat je makkelijk en moeilijk vindt.

• Noteer, als je die nog hebt, je vragen en bespreek deze met je docent.

• Schrijf je bevindingen in het trainingslogboek.

Latexhandschoenen gebruiken tijdens de handeling.

3. Oefening: Handschoenen aan- en uittrekken

Page 9: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 9

Iemand die afhankelijk van zorg is, is hoe dan ook op een bepaalde manier afhankelijk. In

dit geval afhankelijk van jou als hulpverlener. Je inleven in de situatie van die hulpvrager,

hier de cliënt genoemd, is belangrijk om goede zorg te kunnen geven.

Lees de onderstaande casus en beantwoord daarna de vragen.

Vragen:

1 Hoe zou jij je voelen in de verschillende onderdelen van deze situatie?

2 Beschrijf kort of je deze gevoelens bij jezelf of bij een ander herkent. Licht je antwoord

toe.

3 Is er iemand in je omgeving die zoiets heeft meegemaakt? Hoe heeft diegene dit

ervaren?

>Afhankel i jk zi jn

Doelstellingen • Je kunt in eigen woorden vertellen wat jij verstaat onder afhankelijkheid.

• Je kunt aangeven hoe andere mensen afhankelijkheid kunnen ervaren.

• Je kunt vertellen waarom het belangrijk is dat jij rekening houdt met gevoelens van afhankelijkheid van

een cliënt.

• Je kunt in eigen woorden omschrijven hoe het voelt om afhankelijk te zijn.

• Je kunt in eigen woorden de overeenkomst aangeven tussen afhankelijkheid en vertrouwen.

Opdracht 4: Afhankelijk zijn

Sportblesure

Stel je voor: tijdens het sporten kom je verkeerd neer op

je voet. Je voelt direct een hevige pijn aan je rechterenkel.

Deze wordt meteen dik. Je kunt niet opstaan. Een meneer

legt een drukverband aan en zegt dat je maar naar een arts

moet. Het duurt wel tien minuten voordat iemand

gevonden is die je naar de huisartsenpost wil brengen met

de auto. Jij hebt inmiddels iemand gevraagd om je ouders

te bellen, maar weet niet of dat ook gebeurd is. Via de

huisarts kom je in het ziekenhuis. Je moet dezelfde dag

nog geopereerd worden.

Na de operatie is een van je ouders (of andere familie of

opvoeders) aanwezig. Je vriend of vriendin weet nog van

niets. Graag zou je willen dat die ook komt. Inmiddels

moet je nodig naar het toilet, maar je mag de eerste uren

niet uit bed en moet dus, in bed, op de po. Het duurt wel

vijftien minuten voordat iemand je daarbij komt helpen.

In het ziekenhuis krijg je hulp met het wassen van je rug

en onderlichaam. Het bovenlichaam mag je zelf wassen

aan de wastafel. Alles wat je nodig hebt, wordt dan klaar

gelegd.

Na drie dagen mag je naar huis. Omdat je familie

allemaal moet werken, komt een buurvrouw af en toe bij

je langs. Ze zorgt voor je natje en droogje en helpt je

onder andere als je naar het toilet moet. Zomaar even iets

pakken is er voorlopig niet bij.

Je kunt niet zelfstandig lopen, omdat je je voet niet mag

belasten. Lopen met krukken vind je erg moeilijk. Je hebt

bijna met alles wat je normaal zelf doet hulp nodig. Bij

het wassen en bij het naar het toilet gaan, maar onder

andere ook bij het omhoog komen uit een stoel.

Op een avond zou je naar een feest van een vriendin. Je

hebt je hierop erg verheugd; eindelijk weer tussen je

vrienden, lekker kletsen en wat drinken. Iemand heeft

beloofd om je met de auto weg te brengen en op te halen.

Na een halfuur is de chauffeur nog niet komen opdagen.

Je baalt als een stekker! Maar uiteindelijk ben je op het

feest. Als het dan net gezellig wordt voor je gevoel, komt

iemand je al weer ophalen op de afgesproken tijd.

Normaal kun je zelf bepalen hoe laat je naar huis gaat.

Pas na een week kun je weer naar school. Maar je moet

gebracht en opgehaald worden. Lopen doe je met

krukken. Over twee weken krijg je waarschijnlijk gips om

je onderbeen waarmee je voorzichtig mag lopen.

Page 10: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 10

4 In welke gevallen is er voor jou sprake van afhankelijkheid? Onderstreep deze situaties

in de tekst.

5 Beschrijf in maximaal vijf regels hoe jij het zou vinden om afhankelijk te zijn. Geef

hierbij een duidelijke toelichting.

6 Wat zou deze ervaring voor jou als hulpverlener kunnen betekenen?

Bespreek de uitkomsten met maximaal vier medestudenten.

Maak een beknopt verslag in je trainingslogboek.

Voorbereiding

• Zoek een medestudent die ongeveer even groot is als jij bent.

• Spreek goed af dat jullie de oefening serieus zullen uitvoeren en zorg dat er iemand

bij jullie is om te coachen en, eventueel letterlijk, te ondersteunen.

• Zoek een rustige plek uit waar genoeg ruimte is. De ondergrond moet niet glad zijn.

• Het doel van deze oefening is dat je ervaart hoe belangrijk het is om elkaar te

vertrouwen. Ook is dit een oefening in samenwerken.

• Neem de opdracht eerst in gedachten door, bestudeer de tekening en de foto.

• Was je handen.

Uitvoering

• Ga recht tegenover elkaar staan. Zet de voeten naast elkaar op de grond. Zet de

punten van jouw schoenen tegen de punten van de schoenen van de ander.

• Pak de handen van elkaar vast zoals op de foto hieronder:

Handen vastpakken.

• Houd de voeten op de plaats en blijf elkaar vooral vasthouden.

• Ga nu alle twee langzaam en voorzichtig achterover hangen totdat beide armen

recht zijn. Dus de beide armen van beide personen. Dit zonder te vallen. Zoek dus

naar een evenwicht.

• Ga weer terug naar de beginstand, zonder de voeten te verplaatsen.

• Herhaal deze oefening enkele malen.

• Je kunt de oefening daarna, als je dat wilt, met iemand anders nog eens doen.

• Was je handen.

Controle

• Is de oefening gelukt?

• Verliep de oefening op een veilige manier?

5. Oefening: Elkaar vertrouwen en samenwerken

Page 11: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 11

Elkaar vertrouwen.

Reflectie

• Beantwoord samen met de medestudent de volgende vragen:

1 Wat heb ik van deze oefening geleerd?

2 Wat ging goed en wat ging minder goed?

3 Wat heeft deze oefening te maken met cliënten helpen bij de persoonlijke

verzorging?

Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.

Afhankelijkheid en vertrouwen hebben veel met elkaar te maken. Dat blijkt ook uit deze

oefening.

Voorbereiding

• Zorg voor een goede blinddoek.

• Kies in overleg een medestudent, werk in groepjes van twee.

• Spreek af om de oefening serieus te doen.

Uitvoering

• Een van jullie beiden doet een blinddoek om.

• Was je handen.

• De ander geeft de collega met de blinddoek een arm.

• Laat degene die een blinddoek om heeft kiezen op welke wijze hij veilig contact wil

• hebben. Zorg er dus voor dat de cliënt zich veilig voelt.

• Loop samen enkele minuten rond. Bijvoorbeeld over de gang, een stukje buiten of,

als jullie

• dat durven, op een trap.

• Neem de opdracht uiterst serieus en voorkom dat er ongelukken gebeuren.

• Geef, als de ander dat wil, duidelijk aan welke obstakels er aankomen. Of geef aan

wat er te doen staat.

• Was je handen.

• Wissel vervolgens van rol.

6. Oefening: Nog meer vertrouwen

Page 12: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 12

Controle

• Is de opdracht op een veilige manier gelukt?

• Voelde je je veilig bij je partner?

Reflectie

• Geef in eigen woorden aan hoe je deze opdracht ervaren hebt.

• Omschrijf waarom deze opdracht belangrijk is voor deze training.

• Noteer je ervaringen in je trainingslogboek.

Je hebt enkele vragen gemaakt en enkele oefeningen gedaan waarin je stil stond bij

afhankelijkheid, vertrouwen en samenwerken. Als je een cliënt helpt bij de persoonlijke

verzorging uitvoeren of iemand daarbij ondersteunt, zal deze cliënt mogelijk ook

afhankelijkheid ervaren. Ook moet de cliënt je kunnen vertrouwen en wellicht met je

moeten samenwerken.

Beschrijf kort in eigen woorden zeven situaties die jij als hulpverlener, binnen je

werkveld, kunt tegenkomen waarin de cliënt afhankelijkheid kan ervaren. Of waarin

vertrouwen belangrijk is. Geef hierbij ook aan wat afhankelijkheid met vertrouwen te

maken heeft.

1 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

2 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

3 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

4 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

5 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

6 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

7 _______________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________________________________________

Opdracht 7: Afhankelijkheid van de cliënt

Page 13: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 13

Als je iemand wilt helpen bij de lichaamsverzorging, is het van belang dat je weet uit welke

onderdelen een handeling bestaat, maar ook dat je een handeling kunt voorbereiden en

uitvoeren.

Vul samen met een medestudent de gegevens van Anneke in op de onderstaande

korte ADL-lijst. De lijst begint op 5 juni 2010 en wordt voor drie dagen ingevuld. Niet

alle onderdelen worden ingevuld.

>Zorgen v oor een ander

Doelstellingen • Je kunt het doel en de werkwijze uitleggen van een ADL-lijst en een handelingsschema.

• Je kunt een ADL-lijst en een handelingsschema toepassen.

• Je kunt het belang van de volgende vaardigheden benoemen, de stappen die daarbij horen en de

vaardigheden in een oefensituatie uitvoeren bij een cliënt: een man scheren, tandenpoetsen, een gezicht

wassen, wassen aan de wastafel, aankleden en uitkleden, helpen bij eten en drinken, make-up

aanbrengen, nagels verzorgen.

• Je kunt ervaringen van een cliënt bij het ondergaan van zorg vertellen.

• Je kunt hygiënisch en efficiënt zorg verlenen in een oefensituatie.

Opdracht 8: Een ADL-lijst invullen

Theoriebron 1: Zorgen voor een

ander. De voorbereiding.

Anneke

Anneke is 15 jaar en verblijft tijdelijk in een instelling

voor jongeren met lichamelijke en psychosociale

problemen. Ze heeft leerproblemen en is licht depressief.

Anneke heeft problemen met de fijne motoriek, waardoor

ze sommige vaardigheden niet zelfstandig kan uitvoeren.

Ze verblijft op afdeling Gelder, waar jij als hulpverlener

werkt.

Anneke kan zichzelf best goed lichamelijk verzorgen,

maar ze moet erg gestimuleerd worden om dagelijks

onder de douche te gaan. Bij het wassen van haar haren

heeft ze volledige hulp nodig. Haar haren worden

gewassen op 5 juni en 7 juni. Eten en drinken kan ze

zelfstandig met behulp van aangepast bestek. Anneke

moet wel gestimuleerd worden om uit bed te komen, het

liefst blijft ze de hele dag in bed liggen. Afgesproken is

dat ze de hele dag uit bed moet blijven. Aankleden en

uitkleden gaat goed zelfstandig.

Naar het toilet gaan vindt Anneke verschrikkelijk vies. Ze

gaat wel, maar als ze ontlasting heeft gehad, wil ze

absoluut geholpen worden bij het reinigen. In het team is

afgesproken dat ze zichzelf zal moeten leren reinigen

onder toezicht. Op 7 juni moet ze dit zelfstandig doen.

Door haar beperking kan Anneke geen make-up

aanbrengen, dit wil ze wel heel graag. Er is haar beloofd

dat een hulpverlener haar hierbij zal helpen op 6 juni.

Anneke kan door haar lichte beperking haar tanden niet

goed zelfstandig verzorgen, 's ochtends krijgt ze hierbij

lichte hulp. Voor het naar bed gaan poetst een

hulpverlener haar tanden.

Anneke kan zichzelf goed verplaatsen. Alleen bij een

lange wandeling gebruikt ze soms een stok.

Page 14: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 14

ADL-LIJST

Naam: Δ = volledig zelfstandig

× = begeleiding nodig, stimuleren, lichte hulp.

Ο = controle nodig

θ = volledig afhankelijk, volledige hulp nodig

= zelfstandig met behulp van hulpmiddel:

…....................................................

∩∩ = zelfstandig met behulp van

loophulpmiddel:

stok/elleboogkruk/vierpoot/rolstoel

Φ = begeleiding nodig, lichte hulp nodig met

gebruik van: …............

Afdeling:

Eerste invuldatum:

Afdeling:

Datum Bijzonder-

heden

05-

06-10

06-

06-10

07-

06-10

08-

06-10

09-

06-10

10-

06-10

11-

06-10

12-

06-10

Wassen

bovenlichaam

Wassen

onderlichaam

In bad/onder de

douche

Scheren

Gebit verzorgen

Haar verzorgen

Nagels verzorgen

Make-up

aanbrengen

Aan- en uitkleden

bovenlichaam

Aan- en uitkleden

onderlichaam

Ontbijt eten

Warme maaltijd

eten

Drinken

Verplaatsen op

de kamer

Verplaatsen

buiten de kamer

Page 15: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 15

Datum Bijzonder-

heden

05-

06-10

06-

06-10

07-

06-10

08-

06-10

09-

06-10

10-

06-10

11-

06-10

12-

06-10

In bed gaan

Uit bed komen

Verplaatsingen in

bed

Rituelen bij het

naar bed gaan

In een stoel of

rolstoel komen

Uit een stoel of

rolstoel komen

Continentie

overdag

Continentie 's

nachts

Continentie van

ontlasting

Werk een handelingsschema uit dat gaat over het gezicht van een man nat scheren.

Nat betekent scheren met scheerzeep en mes, dus niet met een scheerapparaat.

Noteer je uitgewerkte schema in je trainingslogboek.

Je gaat een man scheren. Vraag aan iemand in je privéomgeving of je hem mag scheren.

Je kunt denken aan familie, een goede vriend of iemand anders die je kent.

Voorbereiding

• Zoek iemand uit die je in een privésituatie mag scheren met scheermes en zeep.

Men noemt dat meestal nat scheren.

• Werk voor jezelf een handelingsschema uit voor deze vaardigheid.

• Vraag naar wensen en zet de volgende materialen klaar:

– scheercrème, scheerzeep, mousse of scheerschuim

– scheermesje

– bak met water

– handdoek

– aftershave/aftershavebalsem.

Uitvoering

• Was je handen.

• Scheer je cliënt op de gewenste manier.

Opdracht 9: Handelingsschema

Werkmodel 2: Handelings-

schema

10. Oefening: Scheren

Theoriebron 2: Persoonlijke verzorging. De

handeling

Page 16: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 16

• Vraag hierbij gerust om aanwijzingen, je cliënt is immers gewend zichzelf te

scheren.

• Was je handen.

Controle

• Is het gelukt om een cliënt te vinden?

• Is je cliënt tevreden over het eindresultaat?

• Wat heb je gedaan?

• Welke hulpmiddelen heb je gebruikt?

• Wat heb je geleerd?

Reflectie

• Op welke manier heb je de vrijwilliger gevonden?

• Hoe vond je het om deze persoon te scheren?

• Vond je het eng? Waarom en hoe ging je daarmee om?

Beschrijf je proces en je antwoorden op de vragen in je trainingslogboek.

Je gaat bij een medestudent de tanden poetsen. De medestudent die de verzorging

ontvangt, noemen we cliënt.

Voorbereiding

• Zoek informatie op over tandenpoetsen en gebitsverzorging. Het Ivoren Kruis

bijvoorbeeld heeft veel folders hierover uitgegeven.

• Maak van tevoren een afspraak met een medestudent. Jullie kunnen dan beiden je

eigen tandenborstel en tandpasta

meenemen.

• Overleg met je medestudent over zijn

wensen en gewoonten. Gebruikt hij een

elektrische tandenborstel of een gewone

tandenborstel?

• De handeling kan aan een wastafel

plaatsvinden, maar ook aan tafel of zelfs in

bed.

• Zet de juiste materialen klaar: water om te

spoelen, een eigen tandenborstel met

tandpasta, een spuugbak, desgewenst

flosdraad, een handdoek en handschoenen.

Uitvoering

• Op welke wijze je de handeling gaat uitvoeren, hangt voor een deel af van de

tandenborstel die je studiegenoot gebruikt.

• Doe bij de cliënt een handdoek om.

• Laat de cliënt zelf desgewenst tandenstokers of flosdraad gebruiken. Dit om

beschadigingen aan het gebit te voorkomen.

• Trek handschoenen aan.

• Bij gebruik tandenborstel: ongeveer 1 cm tandpasta op de borstel, zet de borstel in

een hoek van ongeveer 45 graden op de rand van tandvlees en kies. Maak

draaiende bewegingen bij het poetsen aan de voor- en achterkant van een kies of

tand. Bij het tandoppervlakte kun je heen en weer gaande bewegingen maken.

Poets eerst boven van achterkant naar voorkant, eerst binnenkant dan kauwvlak en

vervolgens voorkant. Poets minimaal 2 minuten.

Bij gebruik van een elektrische tandenborstel met ronde kop: tandenborstel

11. Oefening: Tandenpoetsen

Page 17: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 17

stilhouden per onderdeel van kies of tand gedurende ongeveer 10 seconden. Bij

brede poetskop van de tandenborstel mag je wel enige beweging maken. Overleg

steeds over de wensen van je cliënt, die uiteraard alleen kan knikken of schudden.

Stel gesloten vragen.

• Laat de cliënt goed de mond spoelen en maak het gezicht schoon.

• Trek je handschoenen weer uit.

• Vraag vervolgens hoe de cliënt het ervaren heeft en welke tips er voor je zijn.

• Maak de tandenborstel netjes schoon.

• Ruim de spullen op en rapporteer wat je gedaan hebt en wat je opgevallen is.

Controle

• Is het gelukt een geschikte cliënt te vinden?

• Heb je op de juiste wijze de tanden gepoetst?

• Heb je aan de wensen van de cliënt voldaan?

Reflectie

• Hoe vond je het om de vaardigheid uit te voeren?

• Hoe vond je het om zelf “slachtoffer” te zijn?

• Wat zijn je leerervaringen?

Noteer in je trainingslogboek wat je gedaan hebt en hoe het ging. Maar ook hoe jij het

vond om “slachtoffer” te zijn.

Veel mensen zijn wel eens afhankelijk geweest van anderen wat betreft de persoonlijke

verzorging. Je kunt denken aan iemand die volledig gewassen moest worden. Sommige

mensen zijn tijdelijk afhankelijk, andere mensen blijvend (gedeeltelijk of geheel).

Onderzoek of je iemand kunt vinden die wel eens afhankelijk is geweest of dat nog is.

Vraag aan deze persoon of je hem mag interviewen. Bereid het interview met twee

personen voor. Belangrijk is dat de vragen die jullie tot nu toe hebben aan de orde

komen. Je kunt denken aan:

• Welke zorg is nodig geweest?

• Ervaringen van deze cliënt.

• Tips voor jou als hulpverlener die je kunt gebruiken als jij iemand gaat helpen bij de

persoonlijke verzorging.

Denk aan de privacy van de persoon.

Bespreek deze opdracht kort met je docent na.

Maak aantekeningen in je trainingslogboek.

Je gaat bij een medestudent het gezicht wassen.

Voorbereiding

• Zoek een medestudent met wie je de vaardigheid kunt uitvoeren.

• Vraag naar wensen. Veel mensen wassen hun gezicht met koud water. Vaak

zonder zeep.

• Ga op een geschikte plek zitten. Dit kan ook aan een (was)tafel.

Opdracht 12: Interview een cliënt

13. Oefening: Het wassen van een gezicht (2)

Page 18: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 18

• Zet de juiste materialen klaar: schone bak met water, washandje, eventueel zeep,

handdoeken en eventueel gezichtscrème of make-up.

• Zorg voor privacy.

Page 19: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 19

Uitvoering

• Was je handen.

• Laat je cliënt zitten.

• Bescherm de kleding van de cliënt en laat, als dat kan, die deels de bovenkleding

uittrekken.

• Begin bij de ogen en was deze, zonder zeep, van buiten naar binnen.

• Was de rest van het gezicht, vergeet niet om ook achter de oren te wassen.

• Pas op dat je niet met een washandje of handdoek iemands neusgaten dicht drukt.

• Droog het gezicht deppend af.

• Vraag naar specifieke wensen, zoals crème of make-up.

• Was je handen.

• Evalueer met cliënt.

• Ruim alles weer op en rapporteer zo nodig.

Controle

• Heb je op de juiste wijze het gezicht kunnen wassen?

• Welke methode voor het wassen van de ogen heb je toegepast?

• Ben je zelf ook cliënt geweest?

Reflectie

• Hoe vond je het om iemand aan te raken tijdens de verzorging?

• Hoe vond je het om zelf cliënt te zijn?

Bij deze oefening heb je de kennis en ervaring van vorige vaardigheden nodig. Alleen het

wassen van het bovenlichaam wordt geoefend.

Het is een oefening die gevoelig kan liggen. Je kunt misschien een badpak aantrekken of

het bovenstukje van een bikini. Als je om persoonlijke redenen niet wilt meewerken, kun je

dit bespreken met je docent. Misschien kun je een echt lijkende pop wassen of een

vervangende opdracht doen.

Uiteraard gebeurt de uitvoering zeer discreet, in vertrouwen dus.

Doe je opdracht met twee personen. Eerst ben jij cliënt en vervolgens wisselen jullie van rol.

Je kunt, als je dat veiliger vindt, ook in een groepje van drie personen werken. Hierbij is

één persoon degene die observeert en aanwijzingen geeft. Jullie kunnen dan wisselen van

rol.

Voorbereiding

• Overleg goed over wat jullie taken zijn en wat je wel wilt en wat niet.

• Zorg voor een goede omgevingstemperatuur (kamertemperatuur), zodat de cliënt

geen kou vat.

• Zorg voor privacy. Dus: deur dicht, eventueel belet op de deur aangeven en als dat

nodig is een scherm gebruiken waardoor jullie door anderen niet te zien zijn.

• Leg materialen klaar: schoon washandje, twee handdoeken, de gewenste zeep,

eventueel deodorant, enzovoort. Maar ook een stoel. Als er geen wastafel is, dan

een wasbak.

• Leg ook schone kleding klaar.

Let op: in de tekst staat “Was de ogen van buiten naar binnen”. Dit is al jarenlang een veelgebruikte

methode. Een nadeel hiervan kan zijn dat je op deze manier de traanbuis besmet met micro-organismen uit

dat oog. Daarom vinden sommige mensen dat je beter de ogen van binnen naar buiten kunt schoonmaken.

Nadeel hiervan is weer dat je oogvuil langs een onnatuurlijke weg verwijdert en dat dat onder de oogleden

kan komen. Over de juiste werkwijze wordt soms anders gedacht. Overleg dus met je cliënt, en eventueel

met je docent, over welke manier de voorkeur heeft.

14. Oefening: Iemand wassen aan de wastafel

Page 20: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 20

• Let op dat de werkomgeving schoon is.

• Vraag naar wensen en gewoonten van de cliënt en vertel wat je gaat doen.

• Stimuleer de cliënt zoveel mogelijk zelf te doen.

Uitvoering

• Laat de cliënt zitten.

• Was je handen.

• Bescherm het onderlichaam tegen water, bijvoorbeeld met een handdoek.

• Laat de wasbak met water vollopen of laat de kraan lopen. Denk aan de voorkeur

van de cliënt wat betreft de watertemperatuur.

• Werk efficiënt en hygiënisch. Dus niet tussendoor weggaan, schoon werken.

• Verwijder de kleding. Zie ook opdracht 15.

• Was eerst het gezicht zoals hiervoor geoefend is.

• Was het bovenlichaam aan de voorkant, met zeep meestal. Onder de borsten was

je voorzichtig, zeker bij wat oudere mensen. Deppend wassen.

• Was de zeep er weer af en was de rug (als de cliënt zichzelf nog deels kan wassen,

kun je met de rug beginnen en de cliënt vervolgens zijn voorkant zelf laten wassen).

• Veel mensen vinden het fijn dat de rug wat steviger gewassen wordt. Vraag hierna!

• Verschoon andermaal je washandje en verwijder de zeep.

• Voorkom afkoeling.

• Sommige mensen vinden het prettig dat je alvast het gewassen lichaamsdeel

afdroogt. Je kunt ook het bovenlichaam in één keer afdrogen.

• Was daarna de armen van boven naar beneden, verwijder de zeep.

• Als laatste was je de oksels. Onder de oksels zitten de meeste micro-organismen

(dus als je daarmee zou beginnen, verspreid je die over het lichaam).

• Droog de oksels.

• Breng zo nodig deodorant of iets dergelijks aan.

• Vraag of er nog andere wensen zijn.

• Kleed de cliënt weer aan.

• Begeleid de cliënt weer naar de gewenste plaats.

• Ruim alles op, maak alles schoon.

• Was je handen.

• Rapporteer bijzonderheden. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan

huidbeschadigingen.

Controle

• Noteer wat je gedaan hebt.

• Is het gelukt om de vaardigheid efficiënt en doelgericht uit te voeren?

• Op welke manier heb je rekening gehouden met de wensen van de cliënt?

• Ben je tevreden over je eindresultaat?

• Wat heb je geleerd?

Reflectie

• Wat vond je moeilijk wat betreft je eigen houding?

• Hoe vond je het om cliënt te zijn bij deze vaardigheid?

Deze oefening verloopt een beetje anders dan de vorige oefeningen. Het is de bedoeling

dat je zelf ontdekt wat de beste methode is om de opdrachten uit te voeren. Vervolgens

zet je dat in een schema.

Voorbereiding

• Ga in groepjes van twee personen aan de slag.

15. Oefening: Aankleden en uitkleden

Page 21: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 21

• Zorg dat jullie extra bovenkleding aan hebben die je uit kunt doen tijdens de

oefening.

• Zorg voor privacy.

Uitvoering

• Was je handen.

• Allereerst help je de cliënt bij het uittrekken van een jas en/of trui. Vervolgens trek

je die weer aan.

• Wissel nu van rol.

• We gaan een stap verder. De cliënt kan nu zijn rechterarm totaal niet bewegen.

Help nu andermaal bij het uitkleden en aankleden van het bovenlichaam.

• Wissel van rol en herhaal de hele oefening.

• Was je handen.

• Zet de handeling in schema op papier (zoals werkmodel 1: handen wassen)

Controle

• Welke methode is handig bij het aankleden en uitkleden als iemand zijn arm niet

kan of mag bewegen?

• In welke volgorde heb je iemand geholpen?

• Is het gelukt om de handeling in schema te zetten?

• Is het uitvoeren van de handeling gelukt?

Reflectie

• Op welke manier heb je de handeling geleerd? Heb je bijvoorbeeld eerst geoefend

of ben je direct aan het proberen gegaan?

• Hoe heb je de oefening ervaren?

Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.

Je gaat een studiegenoot helpen bij het eten en drinken. Let op: gebruik nooit het woord

“voeren”, dat doe je namelijk bij dieren. Zorg dat je je ook hierbij steeds bewust bent van

gewoonten en wensen van de cliënt. Hygiëne speelt ook hierbij een grote rol.

Voorbereiding

• Overleg met wie je de oefening gaat uitvoeren. Vraag naar wensen en gewoonten.

• Bestel zo nodig van tevoren eten, zoals soep, vla of yoghurt. Bestel ook iets te

drinken.

• Zet je cliënt in de juiste houding aan tafel.

• Was je handen voordat je het eten klaarzet.

• Zet materialen en eten klaar. Bestek, servet, drinkbeker, servet, eventueel

warmhoudplaat.

• Maak ruimte en zorg zo nodig voor privacy. Creëer een prettige omgeving.

• Zorg voor een schone werkomgeving.

• Zorg ervoor dat het eten er aangenaam uitziet.

• Laat de cliënt eventueel ook handen wassen.

• Geef gelegenheid tot bidden.

Uitvoering

• Ga rustig bij de cliënt zitten. In een goede houding, zodat je makkelijk kunt werken.

• Doe zo nodig een servet om bij de cliënt of leg dit op schoot.

• Vraag in welke volgorde de cliënt wil eten.

• Pas je tempo aan aan dat van je cliënt.

• Geef tussendoor desgewenst kleine slokjes te drinken.

16. Oefening: Eten en drinken geven

Theoriebron 2: Persoonlijke

verzorging. De handeling

Page 22: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 22

• Voorkom verslikken.

• Help de cliënt totdat hij voldoende gegeten en gedronken heeft.

• Vraag tussendoor of alles naar wens is.

• Maak mond en gezicht schoon, deppend.

• Geef andermaal gelegenheid tot bidden.

• Verwijder het servet.

• Geef gelegenheid tot het verzorgen van het gebit.

• Ruim op.

• Vul de rapportagelijst in. Bijvoorbeeld de vochtlijst.

• Help de cliënt zo nodig terug in de gewenste houding.

• Was je handen.

Controle

• Heb je de cliënt op de juiste wijze geholpen bij het eten en drinken?

• Heb je hygiënisch gewerkt?

• Heb je genoteerd wat en hoeveel de cliënt gegeten en gedronken heeft?

Reflectie

• Hoe vond je het om iemand te helpen bij het eten en drinken?

• Hoe vond je het om zelf hierbij geholpen te worden?

• Welke ervaringen heb je nog meer?

Beschrijf je antwoorden in je trainingslogboek.

Veel mensen gebruiken make-up. Soms alleen maar eyeliner, mascara, lippenstift of

lipgloss, maar vaak ook meer. Vaak met gebruik van een foundation. Sommige mensen

gebruiken dit dagelijks, andere mensen

bijvoorbeeld alleen als ze uitgaan.

Beantwoord de volgende vragen:

• Gebruik jij wel eens make-up?

• Wat gebruik je en wanneer?

• Waarom gebruik je make-up?

• Op welke manier breng je het aan?

• Op welke manier verwijder je je

make-up weer?

Bespreek deze vragen vervolgens met

minimaal vier andere personen. Bij

voorkeur van verschillende leeftijden.

Bespreek de opdracht na in een subgroep

van drie personen.

Make-up..

Opdracht 17: Make-up

Page 23: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 23

Breng bij één of meer personen uit je groep make-up aan.

Voorbereiding

• Zoek een geschikte partner voor deze opdracht.

• Spreek af wanneer en hoe jullie de oefening zullen uitvoeren.

Uitvoering

• Denk vooral aan de volgende aandachtspunten.

• Gebruik artikelen van de cliënt zelf.

• Werk hygiënisch.

• Vraag naar wensen en gewoonten van de cliënt.

• Denk aan de volgende hulpmiddelen:

– make-upartikelen, zoals eyeliner, foundation, lippenstift, lipgloss, mascara,

oogschaduw of rouge

– artikelen om make-up te verwijderen, zoals doekjes of demake-up

– spiegel.

• Was je handen voor en na de handeling.

• Doe het zo serieus mogelijk. Maak geen clown van je medestudent.

• Jongens kunnen gewoon meedoen. Als je zelf geen artikelen hebt, kun je misschien

gebruikmaken van artikelen van een ander. Denk dan extra aan hygiëne.

• Laat de cliënt, als die dat wil, meekijken in een spiegel.

Controle

• Is het gelukt om een cliënt te vinden?

• Welke afspraken hebben jullie gemaakt over de uit te voeren vaardigheid?

• Is het opmaken gelukt volgens de wens van de cliënt?

• Ben je zelf ook tevreden over het resultaat?

Reflectie

• Hoe heb je het ervaren om iemand op te maken?

• Zou je deze vaardigheid ook in de praktijk kunnen en durven uitvoeren? Motiveer je

• antwoord.

• Is de opdracht serieus uitgevoerd? Of was het ook lachen?

Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.

Het knippen van de nagels van de handen kan tot je taken behoren. Teennagels worden in

de zorgverlening meestal verzorgd door een pedicure. In ieder geval nooit door een

hulpverlener, omdat er nogal wat risico's zijn. De zorg voor de nagels van de handen kan

uiteraard ook een manicure uitvoeren.

Voorbereiding

• Leg de volgende materialen klaar: nagelschaar (een echte nagelschaar is krom

gebogen), nagelvijl, bakje om resten van de nagel op te vangen, eventueel een

handdoek.

• Vraag naar wensen en gewoonten.

• Doe je sieraden af en was je handen.

• Laat de cliënt zitten aan tafel met de handen bijvoorbeeld op een handdoek.

18. Oefening: Het aanbrengen van make-up

19. Oefening: Knippen van de nagels

Page 24: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 24

Uitvoering

• Nagels van de hand worden in de meeste gevallen rond geknipt.

• Knip de nagels niet te kort. Niet in huis knippen!

• Vang de resten op in een bakje.

• Indien nodig of gewenst vijl je de nagels vervolgens.

• Zo nodig kun je de nagels nog verder verzorgen. Denk aan nagellak aanbrengen.

• Doe alles volgens de wensen van de cliënt.

• Vraag vervolgens of alles naar wens is.

• Ruim op, resten van de nagels in de afvalbak.

• Was je handen.

• Help zo nodig de cliënt verder.

• Rapporteer zo nodig.

Controle

• Is je uitvoering gelukt?

• Wat heb je precies gedaan?

• Beheers je de vaardigheid?

Reflectie

• Vond je het eng om te doen?

• Wat vond je leuk en wat minder leuk?

• Hoe heb je de rol van cliënt ervaren bij deze vaardigheid?

Nagels knippen.

Page 25: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 25

Het zal geregeld voorkomen dat je iemand moet helpen bij het voortbewegen. Ook krijg

je als hulpverlener te maken met aspecten van rust en beweging. Het gebruik van een

rolstoel, het slaap- en waakritme van een mens en rituelen bij het naar bed gaan door een

kind komen aan de orde.

Er zijn veel soorten rolstoelen. Elk met zijn eigen specifieke kenmerken.

Ook zijn er zaken waaraan jij, als hulpverlener, moet denken als je iemand helpt die in een

rolstoel zit.

1 Beschrijf kort drie soorten rolstoelen met hun kenmerken.

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

2 Beschrijf zeven zaken waaraan je moet denken als je iemand helpt die in een rolstoel

zit.

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________________________________________________________________

Informatie is ook te vinden in brochures, op internet of in vakbladen.

Deze opdracht doe je met twee personen. De een duwt de rolstoel, de ander is de cliënt

die in de rolstoel zit.

Voorbereiding

• Overleg met een medestudent over wanneer en hoe je de opdracht zult uitvoeren.

• Lees de opdracht van tevoren zorgvuldig.

• Regel een goede rolstoel.

• Controleer de rolstoel op gebreken, zoals een lege band.

>Houding, bew eging en rus t

Doelstellingen • Je kunt drie soorten rolstoelen omschrijven.

• Je kunt een cliënt in een rolstoel voortbewegen.

• Je kunt met een rolstoel een stoep op en af rijden.

• Je kunt het belang van een goed slaap- en waakritme in eigen woorden uitleggen.

• Je kunt rituelen gebruiken bij het naar bed brengen van een kind.

Opdracht 20: Rols toelen

Theoriebron 3: Rusten en

verplaatsen

21. Oefening: Rols toel rijden

Page 26: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 26

• Maak afspraken met je cliënt.

• Lees de opdracht van tevoren door.

Uitvoering

• Neem de opdracht serieus en voorkom ongelukken.

• Denk aan het volgende: als je met de rolstoel op openbaar terrein komt, kan het

vervelend zijn voor anderen als je ineens opstaat uit de rolstoel of andere grappen

maakt.

• Probeer erachter te komen wat de beste werkwijze is bij:

– een stoeprand oprijden

– een stoeprand afrijden.

• Wees voorzichtig bij het uitvoeren van deze oefening.

• Zet de rolstoel op de rem en plaats de voetsteunen omhoog.

• Laat de cliënt zo comfortabel mogelijk plaatsnemen in de rolstoel. Vaak is dat

achter in de rolstoel, rechtop zittend.

• Zorg dat de voeten op de voetsteunen staan als de cliënt zit.

• Houd rekening met de wensen van de cliënt tijdens het rijden.

• Voer de opdrachten uit om erachter te komen wat de beste werkwijze is bij een

stoeprand op- en afrijden.

• Rijd de cliënt naar de gewenste plaats terug.

• Zet de rolstoel op de rem.

• Doe de voetsteunen omhoog.

• Laat de cliënt opstaan. Uiteraard zal hierbij vaak speciale hulp nodig zijn. Nu dus

niet.

• Wissel van rol.

• Doe de opdracht nogmaals, zorg voor variatie. Dat maakt het leuker om te doen.

Controle

• Is het gelukt om de opdracht uit te voeren?

• Wat heb je gedaan?

• Weet je hoe je het best met een rolstoel een stoep op en neer kunt rijden zonder

dat de cliënt hinder ervaart of gevaar ontstaat? Noteer dit vervolgens.

• Benoem nog twee niet genoemde aandachtspunten die van belang zijn als je

iemand helpt bij het voortbewegen met een rolstoel.

Reflectie

• Is de opdracht serieus uitgevoerd?

• Wat is je ervaring als hulpverlener en

als cliënt, de afhankelijke persoon dus?

• Hoe heb je de wereld om je heen

beleefd vanuit een rolstoel?

Beschrijf ook je ervaringen en leermomenten

als hulpverlener en als cliënt.

Noteer je ervaringen in je trainingslogboek.

Rolstoel rijden.

Page 27: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 27

Lees de onderstaande situatiebeschrijving door en beantwoord dan de vragen.

Vragen:

• Afwisseling tussen slaap en wakker zijn is erg belangrijk. Waarom?

• Op welke manier kun jij als hulpverlener afwisseling brengen in het dag- en

weekprogramma zodat er tijd is voor leren, spelen en rust?

• Wat vind je van het beleid ten opzichte van Eva, Lucas en Marijn? Motiveer je

antwoord.

• Welke gewoonten en wensen had jij vroeger toen je naar bed werd gebracht?

• Heb jij wel eens een kind naar bed gebracht? Wat deed je toen?

Voorbereiding

• Maak groepjes van 3 personen.

• Maak bij deze oefening gebruik van de volgende rituelen: muziek maken of zingen,

voorlezen en een spelletje.

• Zorg voor de volgende hulpmiddelen: boek om uit voor te lezen, kinderliedje van

een cd of alleen de tekst, een eenvoudig kort spelletje.

Uitvoering

• Julie werken in een instelling waar Anke van 6 jaar woont. Om de beurt brengen

jullie haar naar bed, maar uiteraard wil Anke niet naar bed.

• Speel nu driemaal een rollenspel waarin alle drie rituelen aan de orde komen. Eén

persoon speelt afwisselend Anke, de hulpverlener en vervolgens de observant.

• Elke spel duurt maximaal 5 minuten.

Opdracht 20: S lapen, rust en activ iteiten

Stichting Nova

Jij werkt als hulpverlener bij de stichting Nova samen

met onder anderen Maarten Lageweg, je toekomstige

collega. Er verblijven kinderen van 2 tot ongeveer 14 jaar.

Je hebt veel te maken met de jongste leeftijdscategorie,

kinderen van 2 tot 9 jaar.

Op de groep is het gebruikelijk dat er tussen 12.30 uur en

14.30 uur een rustperiode is. Tijdens deze periode rust of

slaapt elk kind. Vooral de jongere kinderen gaan naar bed

om te slapen. De anderen gaan ook rusten of doen iets

voor zichzelf zonder de andere kinderen te storen.

Activiteiten worden zoveel mogelijk afgewisseld. Elk

kind gaat op zijn eigen tijdstip naar bed. Dit gaat

uiteraard gepaard met eigen vaste rituelen en gewoonten.

Na het eten mogen de kinderen nog even ontspannen.

Sommige kinderen kijken naar tv, andere kinderen doen

een spelletje. Ze weten dat ze geen wilde spelletjes

mogen doen of naar enge films mogen kijken.

Eva moest vanmiddag om 14.30 uur gewekt worden.

Eigenlijk wilde je collega haar laten liggen, omdat ze erg

vast sliep. Maar ja, dan zou ze misschien tot wel 20.00

uur doorslapen, met als gevolg dat ze dan 's nachts niet

goed meer zou slapen. Haar ritme zou dan verstoord

raken.

Lucas van 9 jaar heeft veel minder slaap nodig dan

leeftijdsgenoten. Hij mag dan ook iets later dan anderen

naar bed. Anders ligt hij toch maar wakker. Marijn vindt

dit niet leuk, ze wil net als Lucas wat later naar bed. Maar

zij heeft haar slaap juist zo nodig.

23. Oefening: Kind naar bed brengen

Theoriebron 3:

Rusten en verplaatsen

Page 28: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 28

Controle

• Is het gelukt om met gebruik van de hulpmiddelen de situaties te spelen?

Reflectie

• Hoe voelde het om de 2 rollen te spelen?

• Wat vond je moeilijk en wat minder moeilijk?

Noteer je ervaringen in je trainingslogboek.

Misschien is het mogelijk om, met gebruik van de theorie, in een situatie buiten school een

kind naar bed te brengen.

Voorbereiding

• Zoek een situatie waarin je

een kind naar bed mag en

kunt brengen. Belangrijk is

dat het kind je van tevoren

wel kent.

• Uiteraard overleg je met de

ouders of opvoeders over de

wensen, gewoonten en

rituelen van het kind.

Uitvoering

• Breng het kind op de

gewenste manier naar bed en

denk daarbij aan de volgende vragen:

– Hoe oud is het kind?

– Hoe laat mocht of moest het kind naar bed?

– Op welke manier heb je het kind naar bed gebracht?

– Welke rituelen of gewoonten heb je gebruikt?

– Wat vond je bijzonder?

Controle

• Heb je een kind naar bed mogen en kunnen brengen?

• Op welke manier heb je het kind naar bed gebracht?

Reflectie

• Had je al eerder dit kind of een ander kind naar bed gebracht?

• Hoe heb je dat ervaren?

• Hoe heb je deze opdracht ervaren?

24. Oefening: Kind naar bed brengen in privés ituatie)

Page 29: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 29

Als hulpverlener kun je te maken krijgen met baby's en kleine kinderen. Zij hebben

lichamelijke zorg nodig.

Een baby vasthouden, vervoeren én neerleggen doe je niet zomaar. Dat moet je

voorzichtig doen en op een bepaalde manier. Misschien heb je dit al vaak gedaan. Dan

kun je het vast en zeker goed voordoen aan je medestudenten.

Voorbereiding

• Zorg voor de juiste materialen en hulpmiddelen: babypop, indien mogelijk een

wiegje en een aankleedkussen.

• Leg de baby klaar in bijvoorbeeld het wiegje.

• Was je handen.

Uitvoering

• Pak een baby op uit het wiegje en draag die vervolgens naar een andere plek,

bijvoorbeeld een aankleedkussen.

• Bespreek eerst met een groepje hoe je dat het best kunt doen en waaraan je moet

denken. Zoek eventueel een filmpje op waarin een baby vastgehouden wordt.

• Voer de opdracht enkele malen uit.

• Voorkom dat de baby afkoelt: zorg minimaal dat de baby aangekleed is, gebruik

een omslagdoek. Vergeet de

sokjes niet.

• Was je handen.

Controle

• Kun en durf je een baby op de

juiste wijze vasthouden, dragen

en weer neerleggen?

• Op welke manier hebben jullie je

voorbereid?

• Noteer wat je al wist en wat je

van deze oefening geleerd hebt.

Baby(pop) vasthouden.

>Baby v erzorging

Doelstellingen • Je kunt een baby op de juiste wijze vasthouden.

• Je kunt luiers vouwen en aantrekken bij een babypop.

• Je kunt het belang van goede hygiëne bij een kind of baby uitleggen.

• Je kunt in een oefensituatie een baby wassen en verzorgen.

25. Oefening: Baby vasthouden

Page 30: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 30

Reflectie

• Had je al ervaring met deze oefening met de handeling?

• Hoe voelde het om deze baby(pop) vast te houden?

Beschrijf in je trainingslogboek je ervaringen tijdens deze oefening. Noteer ook vier

aandachtspunten die van belang zijn als je een baby oppakt, vasthoudt en weer neerlegt.

Leg bij de babypop zowel een katoenen of flanellen luier aan als een wegwerpluier.

Voorbereiding

• Oefen eerst het vouwen van luiers, zodat je voorbereid te werk kunt gaan.

• Leg alles klaar: gevouwen luier of wegwerpluier, doekjes voor het schoonmaken

van de billetjes, plakmateriaal voor de luier, een aankleedkussen, handschoenen,

pedaalemmer met een vuilniszak daarin.

• Zorg ervoor dat het lekker warm is in de ruimte waar je gaat oefenen.

• Was je handen.

Uitvoering

• Houd de baby op de juiste wijze vast.

• Laat de baby nooit alleen op een aankleedkussen liggen.

• Doe zo nodig handschoenen aan.

• Leg de baby op het aankleedkussen en trek de vieze luier uit. Je houdt hierbij de

beentjes vast met een hand en trekt deze voorzichtig iets omhoog zodat de billetjes

vrij liggen. Denk eraan dat jongetjes ver kunnen plassen. Dus als de luier uit is, kun

je het piemeltje misschien tijdelijk afdekken met een schoon doekje. Je zult niet de

eerste zijn die vol geraakt wordt door een jongetje.

• De billetjes moeten ook schoongemaakt en verzorgd worden.

• Maak de billetjes schoon van voren naar achteren, dus naar de rug toe.

• Gooi de vieze luier direct in de pedaalemmer.

• Doe de nieuwe luier om.

• Kleed de baby zo nodig verder aan.

• Breng de baby terug naar een veilige plek.

• Ruim alles op en leeg de pedaalemmer.

• Was je handen.

Controle

• Heb je verschillende soorten luiers bij de babypop aangebracht?

• Heb je de oefening enkele malen geoefend?

• Wat ging goed, wat wil je nog verder oefenen?

Reflectie

• Heb je adviezen van medestudenten gekregen?

• Hoe vond je het om dit te oefenen?

• Beschrijf wat je gedaan hebt en je ervaringen en aandachtspunten in je

trainingslogboek.

Vraag in je sociale omgeving of je mag kijken hoe een baby of kind bij die mensen

verzorgd wordt. Misschien mag jij de baby ook, onder toezicht uiteraard, eens

verzorgen.

Aandachtspunten voor je trainingslogboek:

26. Oefening: Luiers aan- en uittrekken

Werkmodel 3: Babyverzorging

Opdracht 27: Baby of kind verzorgen in privés ituatie

Page 31: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 31

• Hoe werd gereageerd op je vraag?

• Is het gelukt een baby of kind te verzorgen? Wie heb je verzorgd, hoe oud was het

kind?

• Welke voorbereidingen werden getroffen voor de verzorging?

• Waren er bijzondere aandachtspunten? Zo ja, welke?

• Wat heb je gedaan?

• Heb je praktische tips gehad? Zo ja, welke?

• Hoe vond je het om de baby of het kind te verzorgen?

• Wat heb je geleerd?

Spreek de uitkomsten kort na met je docent.

Deze oefening is ook bedoeld als voorbereiding op een deel van je beroepsproduct.

Voorbereiding

• Maak groepjes van drie personen. Terwijl één persoon de babypop wast, kunnen de

andere twee personen adviezen geven aan de hand van het beoordelingsformulier.

• Zorg voor een omgevingstemperatuur van 20 tot 22 graden Celsius.

• Zorg dat je ongestoord kunt werken.

• Verwijder je sieraden en was je handen.

• Leg de volgende materialen klaar:

• Op het aankleedkussen leg je een zachte handdoek.

• Maak het badje gereed.

Uitvoering

• Haal de baby uit het bedje of wiegje.

• Kleed de baby uit op het aankleedkussen. Laat de baby nooit alleen achter op dit

kussen!

• Trek eventueel handschoenen aan. In de praktijk doen hulpverleners dit steeds

vaker.

• Verwijder eventueel ontlasting met speciale doekjes, watten of een washandje met

zeep. Denk eraan dat jongetjes ver van zich af kunnen plassen. Dek, als je dat wilt,

het piemeltje af met een schoon doekje.

• Denk in deze fase extra aan de hygiëne, omdat je nu de rest van het lichaampje

gaat wassen.

• Was als dat gewenst is het gezichtje alleen met water. Pas op met de ogen van de

baby.

• Was de rest van het lichaam: oren, hals, armen, borst en buik, rug, benen,

geslachtsorganen (zonder zeep), billen (met zeep, olie).

• Let bij het wassen op de huidplooien. Was deze voorzichtig deppend.

28. Oefening: Baby in bad

Materialen:

• babypop

• babybad

• water van ongeveer 37 graden Celsius

• badthermometer

• eventueel waterkan

• schone babykleertjes

• schone luiers

• zachte washandjes

• babydoekjes voor verschonen van de billetjes

• watten, ook voor verschonen

• babyzeep of -olie

• eventueel babyshampoo

• aankleedkussen

• handdoeken

• pedaalemmer

Page 32: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 32

• De baby wordt op een veilige manier in het badje gedaan. Dit kan goed op de

volgende manier: je linkerpols onder het hoofdje en je vingers van deze hand onder

de oksel of om de bovenarmen. Nooit de armen afklemmen! Met je rechterhand

wordt het linkerbovenbeen vastgehouden. Of: met je linkeronderarm ondersteun je

het hoofdje en met je linkerhand houd je het linkerarmpje vast, zonder knellen. Je

rechterarm kun je gebruiken voor het afspoelen en vasthouden van de benen.

• De billetjes schoonmaken van voren naar achteren, dus naar de rug toe.

• Soms wordt de baby eerst in bad gedaan en dan gewassen zoals hierboven

beschreven is.

• Eventueel haren nat maken en met babyshampoo wassen. Doe dit voorzichtig!

Geef geen druk op het hoofdje. Met water uit de kan worden dan de haren weer

afgespoeld. Voorkom dat water in de ogen komt.

• Spoel de baby af.

• Observeer de baby: huid, gedrag (zoals huilen).

• Haal de baby voorzichtig en veilig uit bad. En leg die op het aankleedkussen.

• Droog de baby met een zachte handdoek of schone luier af. Let ook op de

huidplooien, deze deppend drogen.

• Droog ook af van “schoon” naar “vuil”. Dus dezelfde volgorde als bij wassen.

• Verzorg de huid zo nodig met babypoeder, zalf of olie. Vooral de billetjes en

huidplooien. Doe dit volgens afspraak of voorschrift.

• Trek een schone luier aan.

• Kleed de baby verder aan. Vaak: rompertje, kleding met sluiting van klittenband of

drukknoopjes.

• Breng de baby terug.

• Uiteraard zul je steeds contact met de baby houden: praten, geluidjes maken,

enzovoort.

• Was je handen.

• Ruim vuile was en afval op,

eventueel plastic zakje uit

pedaalemmer direct

verwisselen.

• Breng de (was)kamer weer in

orde.

Controle

• Heb je de handeling voldoende

geoefend, zodat je deze als

eindopdracht kunt

demonstreren?

• Heb je voldoende feedback

ontvangen en kunnen geven?

• Wat vond je moeilijk en wat

minder moeilijk?

• Wat moet je nog vaker

oefenen?

• Welke bijzonderheden zijn je

opgevallen?

Reflectie

• Hoe verliep de samenwerking met je medestudenten?

• Werd je door je medestudenten afgeleid of juist geholpen? Licht je antwoord toe.

• Wat is je gevoel bij een baby verzorgen? Leuk of bijvoorbeeld eng? Of iets anders?

Page 33: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 33

Voorbereiding

Uitvoering

Nazorg

>Werkm odel 1: Handen w as s en

Hulpmiddelen: Kraan, zeep, bij voorkeur vloeibaar nagelborstel handdoekjes pedaalemmer handcrème.

Handeling Toelichting

Zorg dat je korte nagels hebt en doe je

polssieraden en handsieraden af.

Onder en op sieraden kunnen micro-organismen zich

nestelen. Vaak wordt een gladde ring wel toegestaan.

Zorg voor de juiste werkplek en leg de nodige

materialen klaar:

• zeep, bij voorkeur zeep uit een zeepautomaat,

dispenser

• papieren handdoekjes of een schone handdoek

• pedaalemmer

• zo nodig handcrème, zo nodig een

nagelborstel

Vloeibare zeep is hygiënischer.

Crème gebruik je desgewenst na de handeling.

• Rol zo nodig je mouwen op. Hygiëne.

Handeling Toelichting

Open de kraan en zorg voor lauwwarm water. Een kraan met elleboogbediening is nog hygiënischer.

Bij een kraan met handbediening kun je een papieren

handdoekje gebruiken.

Hou je polsen lager dan je ellebogen en maak de

polsen en handen nat.

Voorkom dat je de wasbak aanraakt.

Was eerst je polsen en dan je handen

Aandachtspunten hierbij zijn: de rug van je hand,

de knokkels, de vingers en de ruimtes tussen de

vingers, en ook de nagels.

Doe dit minimaal 15 seconden.

Houd tijdens het wassen je handen niet onder het

water (handen nat maken en afspoelen doe je dus

onder de kraan).

Spoel je onderarmen, polsen en handen goed af. Begin bij de onderarm of de polsen.

Doe de kraan dicht. Met de elleboog of met een handdoekje, vanwege de

hygiëne.

Schud eerst het water af en droog je handen. Vanaf de vingers in de richting van de polsen

Met papieren handdoekjes of schone handdoek.

Er zijn ook drogers waaruit hete lucht geblazen wordt.

Gooi papieren handdoekjes weg. Pedaalemmer niet aanraken met je handen.

Breng zo nodig crème aan. Alleen na de handeling, anders heb je te vette handen.

Als je echt vuile handen hebt, moet je deze

handeling herhalen.

Zie nazorg.

Handeling Toelichting

Begin zo snel mogelijk met je handeling Als je nu weer van alles gaat aanraken, heeft het

wassen weinig zin gehad

Page 34: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 34

Als je een persoonlijke verzorgende handeling wilt uitvoeren, is het gebruik van een

handelingsschema erg makkelijk. Je kunt het gebruiken als hulpmiddel bij de

voorbereiding, tijdens de uitvoering of als evaluatie van die handeling. Dit geldt voor

situaties waarin je iemand alleen maar moet stimuleren en voor situaties waarin maar

beperkte zorg (ondersteuning) nodig is, maar ook als er volledige zorg nodig is. Het is ook

een goed hulpmiddel bij het aanleren van vaardigheden met betrekking tot de

persoonlijke verzorging van iemand anders.

Een vaardigheid aanleren is niet makkelijk. Van alleen oefenen op school zul je niet alles

leren. Elke situatie, elke cliënt is anders. Dus de te geven zorg is ook steeds anders.

Het is belangrijk dat je je steeds bepaalde vragen stelt: kan en mag ik de vaardigheid

uitvoeren, waarom wordt de vaardigheid uitgevoerd, wat is het doel, wat zijn voordelen

en nadelen en wat zijn risico's, waaraan moet ik bij deze cliënt denken?

We spreken in dit deel van cliënt, maar uiteraard kun je ook denken aan woorden als

jongere, zorgvrager en andere termen die je gewend bent.

Veel en goed oefenen is van groot belang. In de praktijk eerst onder begeleiding van een

collega en later misschien zelfstandig.

Je kunt een vaardigheid onderverdelen in drie fasen:

• de fase voor de uitvoering

• de fase van de uitvoering

• de fase na de uitvoering.

In elke fase zijn er drie onderdelen waarmee je steeds rekening moet houden:

• de cliënt

• de omgeving van die cliënt

• de techniek, de uitvoering.

Fase voor de uitvoering

• Met betrekking tot de cliënt. Onderzoek wat nodig is aan hulp, wat de cliënt nog zelf

kan en vooral wat de wensen en gewoonten zijn van die cliënt. Leg ook steeds uit wat

je gaat doen. In sommige gevallen moet je zelfs toestemming vragen.

• Met betrekking tot de omgeving. Hierbij zorg je voor privacy. En je zorgt, als dat nodig

is, dat de omgevingstemperatuur goed is.

• Met betrekking tot de techniek. Leg alles wat je nodig hebt klaar en was je handen.

Fase van de uitvoering

• Met betrekking tot de cliënt. Je begeleidt en observeert de cliënt. Ook houd je contact

en geef je informatie. Denk aan gevoelens van afhankelijkheid en schaamte. Houd

steeds in de gaten of de uitvoering bedoeld is als leermoment (zoals bij kinderen), als

tijdelijke ondersteuning of als blijvende ondersteuning.

• Met betrekking tot de omgeving. Je zorgt ervoor dat je ongestoord kunt blijven werken.

• Met betrekking tot de techniek. Je voert de handeling efficiënt en doelmatig uit.

Tijdens deze training staan we vooral stil bij dit onderdeel. Maar vergeet de rest

alsjeblieft niet.

>Werkm odel 2: Het handel ings s chem a

Page 35: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 35

Fase na de uitvoering

• Met betrekking tot de cliënt. Je geeft nazorg. Zorg dat iemand weer in de gewenste

houding of op de juiste plaats is. Vraag of alles naar wens was. Rapporteer mondeling

of schriftelijk wat je gedaan hebt, wat je opviel en dergelijke.

• Met betrekking tot de omgeving. Je brengt de omgeving zo nodig terug in de oude

staat, bijvoorbeeld door de lamp weer uit te doen.

• Met betrekking tot de techniek. Uiteraard zo nodig handen wassen, opruimen en

eventueel de voorraad aanvullen.

Zelf bepalen wat er gebeurt

Iedereen heeft zelfbeschikkingsrecht. Dat betekent dat je niemand kunt verplichten om

mee te werken aan zijn persoonlijke verzorging. In de praktijk zul je hiermee weinig

problemen krijgen. Ook voor de oefeningen in deze cursus geldt in principe hetzelfde.

Niemand is verplicht om mee te werken aan een oefening. Als je niet wilt meewerken aan

bijvoorbeeld het poetsen van je tanden, is het aan te raden dit tijdig te bespreken met je

docent en misschien ook met je groep.

Page 36: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 36

We vertellen niets nieuws door te stellen dat baby's een luier aan hebben. In het algemeen

kun je zeggen dat ouders de keus hebben tussen katoenen of flanellen luiers en

wegwerpluiers. Al die luiers hebben voordelen en nadelen.

Katoenen of flanellen luiers hebben onder meer als voordeel dat ze goedkoper zijn en het

milieu minder belasten. Hoewel er ook stemmen opgaan die zeggen dat luiers vaak

wassen slechter is dan wegwerpluiers weggooien.

Veiligheidsspelden worden eigenlijk niet meer gebruikt. Mocht je daarmee toch nog in

aanraking komen, dan is het van belang eraan te denken de speld nooit rechts ten

opzichte van de baby vast te maken. Mocht het kind geprikt worden, dan is dat namelijk

extra gevaarlijk, omdat rechts de lever zit. Dat is een groot en bloedrijk orgaan. Gevaarlijk

dus bij prikken.

Het vouwen van de luiers:

Stap 1 Stap 4

Stap 2 stap 5

Stap 3

>Werkm odel 3: Baby v erzorging

Page 37: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 37

Een goede voorbereiding op persoonlijke zorg geven is erg belangrijk. Je wilt toch geen

fouten maken, dingen vergeten of handelingen dubbel doen.

In dit deel wordt eerst het begrip ADL uitgelegd, samen met de ADL-lijst. Daarna wordt de

voorbereiding op een verzorgende handeling uitgewerkt aan de hand van een

veelgebruikt schema.

ADL De afkorting ADL staat voor Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen. Ook wordt wel

Activiteiten van het Dagelijks Leven gebruikt. Bij beide betekenissen gaat het om hetzelfde.

Het gaat om dingen die een mens dagelijks doet, zoals eten, drinken, zich wassen, zich

aan- en uitkleden, gebitsverzorging, haren kammen of scheren. Er zijn echter veel meer

voorbeelden.

In de meeste gevallen kunnen mensen zelfstandig deze vaardigheden uitvoeren. Maar er

zijn veel situaties waarin dat niet het geval is. Soms tijdelijk, soms blijvend.

Een kind kan aan het begin van zijn leven bijna niets wat betreft de ADL. Langzamerhand

zal een kind steeds meer van deze vaardigheden zelfstandig kunnen uitvoeren. Dat is een

proces waarin jij als hulpverlener bij jongeren een belangrijke taak kunt hebben. Je zult

dan volgens een stappenplan, dat vaak vaststaat, het kind helpen bij zijn ADL. In het begin

zul je de ADL geheel overnemen, vervolgens zul je het kind ondersteunen en stimuleren en

later motiveren en controleren.

Bij mensen met een ziekte of beperking kan het nodig zijn om de hele ADL over te nemen.

Of een deel daarvan, omdat de cliënt nog wel wat zelfstandig kan. Als een cliënt

herstellende is, kun je je ondersteuning soms langzaam afbouwen, totdat de cliënt alle

vaardigheden weer zelfstandig kan. Maar het komt ook voor dat je langzamerhand steeds

meer van de ADL moet overnemen.

Het is belangrijk dat je beseft dat het voor mensen belangrijk is om zoveel mogelijk

zelfstandig te doen. Het is goed voor het gevoel van eigenwaarde, maar vaak ook voor

andere lichamelijke functies. Men spreekt wel eens van helpen met je handen op je rug.

In de gezondheidszorg en het welzijnswerk wordt vaak gebruikgemaakt van een ADL-lijst.

Hierop kun je zien wat een cliënt wel of niet zelfstandig kan en waar welke hulp nodig is.

Een ADL-lijst is ook een goed hulpmiddel om te zorgen dat alle medewerkers ongeveer

hetzelfde doen.

Een voorbeeld van een ADL-lijst:

Naam: meneer Markerink Δ = volledig zelfstandig

× = begeleiding nodig, stimuleren, lichte hulp.

Ο = controle nodig

θ = volledig afhankelijk, volledige hulp nodig

= zelfstandig met behulp van hulpmiddel:

…....................................................

∩∩ = zelfstandig met behulp van

loophulpmiddel:

stok/elleboogkruk/vierpoot/rolstoel

Φ = begeleiding nodig, lichte hulp nodig met

gebruik van: …............

Afdeling: Wheme

Eerste invuldatum: 28 mei 2010

> >Theoriebron 1: Zorgen v oor een ander. De v oorbereiding.

Page 38: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 38

Datum Bijzonder-

heden

28-

05-10

29-

05-10

30-

05-10

31-

05-10

01-

06-10

02-

06-10

03-

06-10

04-

06-10

Wassen

bovenlichaam

Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ

Wassen

onderlichaam

θ θ θ θ θ θ θ θ

In bad/onder de

douche

×

Scheren θ θ θ θ θ θ θ θ

Gebit verzorgen Prothese,

materiaal

klaarleggen

Haar verzorgen × × × × × × × ×

Nagels verzorgen θ

Make-up

aanbrengen

Aan- en uitkleden

bovenlichaam

× × × × × × × ×

Aan- en uitkleden

onderlichaam

Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ

Ontbijt eten Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ

Warme maaltijd

eten

Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ Δ

Drinken

Naam:

Afdeling:

Eerste invuldatum: Je ziet op deze lijst dat meneer Markerink zijn bovenlichaam zelfstandig

kan wassen, maar bij het verzorgen van zijn onderlichaam volledig geholpen moet worden.

Hij moet worden geholpen tijdens het scheren, maar zijn gebitsprothese kan hij zelf

verzorgen als de materialen aangegeven worden. Bij het aankleden heeft hij lichte hulp

nodig bij het bovenlichaam, bij het aantrekken van zijn onderbroek en broek moet hij

volledig geholpen worden. Nog een voorbeeld: meneer kan zelfstandig drinken, maar

alleen met behulp van een speciale drinkbeker. Op 29 mei gaat meneer onder begeleiding

in bad.

Er zijn veel van dit soort lijsten. Bij de zorg voor kinderen zie je vaak ook lijsten waarop

speciaal is aangegeven hoe laat een kind bijvoorbeeld een fruithapje moet hebben of hoe

laat en hoelang een jongere rust moet houden. Vaak wordt dan van de hulpverlener

gevraagd om aan te tekenen of dat ook echt gebeurd is. Dit om misverstanden te

voorkomen.

Page 39: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 39

Het scheren van een gezicht Iemand kan zich droog scheren, dat is met een scheerapparaat. Bij nat scheren gebruikt

iemand scheerzeep (schuim, crème of mousse) en een scheermes.

Enkele aandachtspunten bij droog scheren:

• Gebruik voor elke cliënt zijn eigen scheerapparaat.

• Als het apparaat ronddraaiende mesjes heeft, maak je met het apparaat ook

ronddraaiende bewegingen. Het apparaat heeft ronde scheerbladen.

• Bij een apparaat met een vlak scheerblad maak je op en neer gaande bewegingen.

• Trek de huid glad tijdens het scheren.

• Vergeet niet om het apparaat na gebruik schoon te maken.

Enkele aandachtspunten bij nat scheren:

• Zorg voor materialen en hulpmiddelen: lauw water, scheerzeep of scheerschuim,

handdoek, mesje met houder.

• Breng de scheercrème op de juiste wijze aan. Zorg dat deze niet in mond of neus komt.

• Trek de huid glad.

• Scheer van boven naar beneden, met de richting van de haargroei mee.

• Maak het mes geregeld schoon in of onder water. Pas op dat je je niet snijdt.

Algemeen:

• Pas op met pukkeltjes en andere huidproblemen.

• Veel mannen gebruiken na het scheren een verzorgend product, al dan niet in

combinatie met aftershave.

Het wassen van een cliënt Enkele algemene aandachtspunten bij het wassen van een cliënt:

• Toon altijd respect voor de cliënt. Elke wasbeurt of hulp confronteert de cliënt met zijn

afhankelijkheid.

• Werk zo hygiënisch mogelijk. Dit om besmetting van jezelf en de ander te voorkomen.

• Houd altijd rekening met de wensen en gewoonten van de cliënt.

• Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf doen, zonder dat de cliënt oververmoeid wordt.

• Verzorg iemand in principe van “schoon” naar “vuil”. Vaak is dat van boven naar

beneden. Dat betekent van gezicht naar voeten. Het genitaalgebied wordt vaak als

laatste gewassen, maar wel met schoon water en schone materialen. De anus was je

als laatste. Doe dat overigens van de geslachtsdelen af in de richting van de rug.

• Voorkom afkoeling van de cliënt.

• Werk efficiënt, dus snel en doortastend zonder het contact te verliezen.

• Gebruik ruim water en aparte washandjes voor bovenlichaam en onderlichaam.

• Geef de cliënt voor het wassen de gelegenheid om naar het toilet te gaan.

• Houd steeds contact met de cliënt en observeer bijzonderheden, zoals afwijkingen van

de huid en pijn.

Hulp bij het eten en drinken Eten en drinken is natuurlijk erg belangrijk voor mensen. Je hebt het nodig voor je lijf, om

te groeien, om te herstellen, om te kunnen leven. Voedsel en drank bevatten belangrijke

stoffen die je lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren. Inname van vocht speelt

ook een rol bij onbruikbare en gevaarlijke stoffen afvoeren uit je lichaam.

Daarnaast heeft eten en drinken een psychische en sociale functie. Eten en drinken kan

gewoon lekker zijn, dat is fijn. Gezellig samen eten heeft een sociale functie. Tijdens het

>Theoriebron 2: Pers oonli jke v erzorging. De handel ing.

Page 40: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 40

eten komen de verhalen los, hoor je wel eens zeggen. Mensen gaan vaak voor de

gezelligheid, of uit romantiek, samen uit eten.

Zelfredzaamheid, zelf vaardigheden met betrekking tot de ADL kunnen uitvoeren, is voor

iedereen belangrijk. Hulpmiddelen, zoals een tuitbeker of rietje, kunnen ervoor zorgen dat

mensen langer zelfstandig blijven als het gaat om eten of drinken. Soms zul je iemand

daarbij toch moeten helpen.

Enkele algemene aandachtspunten hierbij:

• Houd rekening met de wensen en gewoonten van iemand en let ook op een mogelijk

dieet.

• Zorg voor voldoende variatie in de voeding.

• Laat iemand voldoende drinken. Ga uit van minimaal twee liter per dag.

• Laat de cliënt te grote slokken drinken. Oefening baart kunst!

• Creëer een gezellige en ontspannen sfeer tijdens het eten.

• Zien eten, doet eten. Dus gezamenlijk eten kan belangrijk zijn.

• Neem de tijd als je een cliënt helpt. Maak dus nooit een gehaaste indruk.

• Laat de cliënt rechtop zitten, zo voorkom je verslikking.

• Geef gelegenheid om te bidden. Dit is voor veel mensen erg belangrijk!

• Denk aan de maatregelen met betrekking tot hygiëne.

• Voorkom dat eten of drinken te koud wordt.

• Bied het eten en drinken aan zoals de cliënt dat gewend is om te gebruiken.

• Blaas niet over het eten van een ander. Laat de cliënt dat, als dat nodig is, zelf doen.

• Bescherm de kleding.

• Maak zo nodig na het eten de mond schoon en geef gelegenheid tot het verzorgen

van het gebit.

• Geef ook na het eten de gelegenheid tot gebed.

Soms wordt bij een cliënt een vochtlijst, vochtbalans bijgehouden. Hierop moet je noteren

hoeveel een cliënt gedronken heeft. Soms ook hoeveel iemand geürineerd heeft.

Page 41: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 41

Enkele algemene aandachtspunten bij het gebruik van een rolstoel:

• Controleer de rolstoel voor gebruik: schoonheid, bandenspanning.

• Zet de rolstoel op de rem voordat iemand er in gaat zitten.

• Zet ook de voetsteunen omhoog, voorkom dat iemand op die steunen gaat staan.

• Zorg ervoor dat de voeten goed op de voetsteunen staan voordat je gaat rijden met de

rolstoel.

• Rijd zoveel mogelijk vooruit.

• Houd contact met de cliënt.

• Denk eraan dat de cliënt alles vanuit een andere, lagere, positie ziet dan jij het ziet.

• Loop kort achter de rolstoel.

• Zorg dat je niet tegen obstakels rijdt.

Rituelen bij het naar bed gaan Iedereen heeft zijn eigen wensen en gewoonten voor het naar bed gaan. De een zal het

fijn vinden om nog wat te lezen om tot rust te komen, terwijl een ander een

avondwandeling erg prettig vindt bijvoorbeeld. Je zult als hulpverlener ook te maken

kunnen krijgen met structuur bieden aan cliënten, zeker bij kinderen. We staan hier kort

stil bij gewoonten, rituelen, bij het naar bed gaan van kinderen. Je zult begrijpen dat

onderdelen hiervan ook gebruikt kunnen worden bij de zorg voor mensen met een

verstandelijke beperking.

Kinderen hechten veel waarde aan veiligheid en vertrouwdheid, Bijna elk kind heeft wel

een favoriete knuffel in bed. We geven enkele voorbeelden van gewoonten en rituelen die

te maken hebben met slapen en rusten.

Een eigen vaste slaapplek is uiteraard erg belangrijk. Verder kun je denken aan:

• voorlezen

• muziek maken met het kind

• knuffelen, mits verantwoord

• een glas water drinken

• napraten over de leuke dingen van de afgelopen dag

• vlak voor het slapen gaan in bad gaan

• eenvoudige ontspanningsoefeningen

• een eenvoudig spelletje doen.

>Theoriebron 3: Rus ten en v erplaats en

Page 42: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 42

In dit onderdeel houden we ons bezig met de zorg die mensen aan hun lichaam besteden

of kunnen besteden. Je eigen lichamelijke hygiëne, wensen en gewoonten zijn hierbij het

uitgangspunt. Ook je eigen veiligheid is belangrijk. Hoe kun je besmetting van jezelf en

van een ander voorkomen?

Bij lichaamsverzorging kun je onder andere denken aan het lichaam wassen, de haren

wassen en verzorgen, scheren, nagelverzorging, gebitsverzorging en make-up aanbrengen.

Uiteraard zijn er meer voorbeelden.

Persoonlijke verzorging gaat eigenlijk nog verder. Hierbij kun je onder meer denken aan

het aan- en uitkleden, aan de keuze van de kleren en aan eten en drinken.

Persoonlijke verzorging richt zich op de drie onderdelen van de mens:

Het lichamelijk functioneren

Een goede verzorging is van belang om in leven te blijven, gezond te blijven en er zo goed

mogelijk uit te zien. Je kunt het natuurlijk niet omdraaien. Iemand die zich goed verzorgt,

kan best ziek worden, maar die kans is kleiner. Het woordje “goed” is zeer individueel:

wat voor de een goed is, kan voor de ander minder goed zijn. Goed en evenwichtig eten is

gezond, te veel of juist te weinig eten kan zeer slecht zijn.

Het psychisch functioneren

Dit heeft te maken met hoe iemand zich voelt. Als je er verzorgd uitziet, voel je je vaak ook

prettig. Je voelt je prettiger als je kleding kunt dragen die bij je past en bij de situatie

waarin je je bevindt. Een korte rok kun je wel leuk vinden, maar als het tien graden vriest is

het misschien minder prettig om die te dragen. Door een lekkere warme douche kan

iemand zich vaak prettig voelen.

Het sociaal functioneren

Iedereen wil er, op zijn eigen manier, graag verzorgd, leuk of gepast uitzien. Een

onverzorgd gebit bijvoorbeeld zorgt er vaak voor dat iemand onprettig ruikt. Dat is niet

leuk voor jezelf, maar ook niet voor een partner.

Je zult begrijpen dat deze drie factoren elkaar beïnvloeden. Als het bijvoorbeeld sociaal

goed gaat, is iemand eerder geneigd zich beter te verzorgen, en daardoor voelt hij zich

nóg beter. Andersom kan ook.

Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren en gewoonten als het gaat om persoonlijke

verzorging. In grote lijnen zijn deze te verklaren door:

• De opvoeding. Wat heeft iemand geleerd thuis? Elk gezin heeft zijn eigen gewoonten

en mogelijkheden.

• De cultuur. Vaak zijn er verschillen op het gebied van hygiëne en persoonlijke

verzorging tussen verschillende landen of culturen.

• De persoonlijke omstandigheden. Ieder mens is anders. De een houdt van een lekker

geurende zeep, terwijl de ander liever een neutrale zeep gebruikt. Trouwens: wat de

een lekker vindt, vindt een ander misschien wel vreselijk. Ook persoonlijke aanleg, zoals

een vette of droge huid hebben, bepaalt welke verzorging nodig is. Als iemand ziek is

of een handicap heeft, is vaak aangepaste verzorging nodig.

• Economische omstandigheden. Niet iedereen heeft een bad, zelfs geen douche. Als

iemand weinig geld te besteden heeft, kan hij geen dure aftershave betalen.

• Klimaat of seizoen. Als het erg warm is, is andere zorg nodig dan als het koud is.

• Werk en activiteiten. Iemand die zware lichamelijke arbeid doet, heeft misschien wel

behoefte aan een extra keer douchen. Na een avond sporten is een extra douche ook

prettig.

>Theoriebron 4: Zorgen v oor jezelf

Page 43: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 43

• Maatschappelijke processen. Hierbij kun je denken aan modetrends.

Hygiëne en veiligheid Tijdens het verzorgen van je lichaam zul je rekening houden met hygiëne en veiligheid. Je

wilt immers geen infectie oplopen of op een andere manier ziek worden. Om hygiënische

redenen zul je geregeld je handen wassen, maar ook schone materialen gebruiken en

bijvoorbeeld je kleren wassen. Een voorbeeld hiervan is dat je voorkomt dat je valt tijdens

het douchen. Over een stukje zeep kun je immers snel uitglijden.

Als je iemand anders helpt met zijn persoonlijke verzorging, moet je zoveel mogelijk

voorkomen dat de cliënt jou besmet met ziekmakende micro-organismen, zoals virussen,

schimmels of bacteriën. Maar jij kunt óók een cliënt besmetten, vaak via je handen.

Daarnaast is het ook nog mogelijk dat je een besmetting overbrengt van de ene cliënt op

de andere.

Vaak zul je, zeker tijdens je werk als hulpverlener, je handen moeten wassen. Meestal is

wassen met water en zeep voldoende. Gebruik dan wel vloeibare zeep, want een stuk

zeep is een voedingsbodem voor micro-organismen. Soms moet je je handen desinfecteren

met een vloeistof, zoals chloorhexidine. Dat doe je als een cliënt, een zorgvrager, een

verminderde weerstand heeft, als er een uitbraak is van bijvoorbeeld een kinderziekte of

als de cliënt extra vatbaar is voor het krijgen van een ziekte. Je moet geregeld je handen

goed wassen voor en na lichamelijk contact met een cliënt. Als je werkt met (kleine)

kinderen, is dat niet altijd mogelijk en ook niet altijd nodig. Maar als je contact hebt gehad

met lichaamsproducten als urine, braaksel of ontlasting, moet je sowieso je handen goed

wassen. Probeer als er kans is op contact met lichaamsproducten handschoenen te dragen.

In veel instellingen voor kinderopvang worden al handschoenen gedragen bij het

verschonen van een kind!

Andere hygiënische maatregelen zijn: lang haar in een staart of knotje dragen, schone

kleding dragen, je nagels kort houden, zo nodig wegwerpzakdoekjes gebruiken. Je kunt

vast nog meer maatregelen bedenken. In sommige gevallen kan het belangrijk zijn om een

schort te dragen over je kleding tijdens het uitvoeren van de persoonlijke verzorging van

een ander. Bijvoorbeeld als je iemand help bij het wassen of iemand moet verschonen. Dit

doe je dan ook om je eigen kleding te beschermen. Ook voorkom je daarmee weer

besmetting van jezelf en van een ander.

Soms is het verstandig om wegwerphandschoenen te dragen. Dit doe je als je in contact

kunt komen met lichaamsproducten. Vooral contact met bloed, al is het maar een klein

beetje, kan erg gevaarlijk zijn. Contact met bloed kan onder andere hepatitis B

veroorzaken, een vorm van leverontsteking die erg besmettelijk kan zijn. Tandartsen

dragen niet voor niets handschoenen. Zo zul jij ook handschoenen moeten dragen als je

iemands tanden verzorgt. Dat moet, en is echt heel belangrijk, bij meer vaardigheden.

Inenting tegen hepatitis B is in de gezondheidszorg tegenwoordig normaal.

Er zijn echter meer ziekten die je kunt oplopen tijdens het uitoefenen van je beroep.

Als je wegwerphandschoenen gebruikt, is het aan te raden om handschoenen te kiezen

die goed passen en waarmee je makkelijk kunt werken. Raak de buitenkant van de

handschoen na gebruik niet aan en trek ze binnenstebuiten uit. Gooi ze direct weg in een

pedaalemmer.

Page 44: Begeleiden van clienten bij ADL

Begleiden van cliënten bij ADL 44

>S pecif icaties

Titel Begeleiden van cliënten bij ADL

Soort Training

Werksituatie Maatschappelijke zorg, pedagogisch werker jeugdzorg en

onderwijsassistent

Eindproducten Presentatie van een vaardigheid als voorlichting

Demonstratie van het baden van een baby

Niveau 3 en 4

KD Pedagogisch werk jeugdzorg, Maatschappelijke zorg, Onderwijsassistent

Kerntaak MZ 2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

verlenen

PWJ 2. Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere

OA 2. Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere

Werkproces MZ 2.2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging

PWJ 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging

OA 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging

Competenties C. Begeleiden

D. Aandacht en begrip tonen

F. Ethisch en integer handelen

K. Vakdeskundigheid toepassen

V. Met druk en tegenslag omgaan

Kernwoorden zorgen voor jezelf, handen wassen, gebruik handschoenen, afhankelijkheid,

vertrouwen, samenwerken, ADL-lijsten, handelingsschema, scheren,

tandenpoetsen, wassen cliënt, make-up aanbrengen, aankleden en

uitkleden, eten en drinken geven, knippen van de nagels van de handen,

houding, beweging, rust, rituelen bij slaap, rolstoel en vervoer per rolstoel,

luiers aantrekken en uittrekken, baby verzorgen

Korte Inhoud Zorgen voor jezelf

Afhankelijk zijn

Zorg voor een ander: voorbereiding

Zorg voor een ander: uitvoering

Zorg voor baby en kind

Zorg rond beweging, rust en slaap

Tijdsduur 40 SLU

Page 45: Begeleiden van clienten bij ADL

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 45

>Beoordel ing

Naam deelnemer:

Groep:

Docent:

Periode/blok:

Onderwerpen:

Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende

Actieve deelname • Student was voldoende aanwezig.

• Student leverde een voldoende bijdrage

binnen zijn groepjes.

• Student leverde een actieve bijdrage

tijdens de les.

Persoonlijk verslag • is goed bijgehouden

• is netjes en verzorgd.

Lijst vaardigheden Alle vaardigheden zijn uitgevoerd

Beroepsproduct Presentatie van het onderdeel:

• is op tijd uitgevoerd

• keuze onderwerp is juist

• doel is duidelijk

• ziet er verzorgd uit

• is inhoudelijk juist.

Demonstratie van de vaardigheid:

• is op tijd uitgevoerd

• essentiële onderdelen zijn voldoende

(zie scorelijst)

• score is voldoende (zie scorelijst).

Taalgebruik Mondeling taalgebruik

Schriftelijk taalgebruik

Samenwerking • Initiatief bij samenwerken.

• Geven van feedback.

Page 46: Begeleiden van clienten bij ADL