de werking van het geheugen
DESCRIPTION
De werking van het geheugen. Deel 1. Het geheugen. ‘ Zonder het geheugen kan er géén leren plaats vinden en verliest alles zijn betekenis ’ Leren = leidt tot blijvende gedragsveranderingen leidt tot cultuur = geheel van voortbrengselen van een gemeenschap. Back-up. Eerste ideeën. - PowerPoint PPT PresentationTRANSCRIPT
De werking van het geheugen
Deel 1
Het geheugen
‘Zonder het geheugen kan er géén leren plaats vinden
en verliest alles zijn betekenis’
Leren = leidt tot blijvende gedragsveranderingen leidt tot cultuur = geheel van voortbrengselen van een gemeenschap.
Back-up
Eerste ideeën
Eerste ideeën over de werking van hetgeheugen:
- De geest als wasafdruk (Plato)- Ladenkast- Magnetische band- Computer(chipsysteem)- Geheugensporen (McConnel
Overzicht
1. Introductie
2. Hoe zit het brein in elkaar?
3. Welke soorten geheugens kunnen onderscheiden worden?
2. Hoe zit het brein in elkaar?
Anatomie van een neuron
Het geheugen is opgeslagen in de verbindingen (synapsen)
tussen de neuronen
Er zijn heel veel verbindingen
• Het brein bevat meer dan 40 miljard neuronen– De neocortex bevat er bijna 10 miljard– De neocortex heeft meer opslagcapaciteit dan 10.000
PC harddisks van 10 Gb
• Ieder neuron heeft verbindingen met ongeveer 10.000 andere neuronen.– Dat is 100.000 miljard verbindingen, of wel
100 maal 1000 maal 1000 maal 1000 maal 1000 verbindingen
Sommige dieren hebben er nog meer…
Walvis(5 x mens)
Mens
1. Hippocampus
• Een belangrijke rol bij het opslaan van nieuwe herinneringen.
• Het helpt je onthouden waar je je sleutels gelaten hebt, maar ook bij het leren van iets nieuws.
• Prikkels die interessant of belangrijk bevonden worden zullen vervolgens worden opgeslagen in de neocortex (het lange termijn geheugen).
Herinneringen worden eerst kortstondig opgeslagen in de
hippocampus
2.Temporaalkwabben
• De temporaalkwabben of slaapkwabben zijn gelegen aan beide zijkanten, ongeveer boven de oren. De temporaalkwabben bevatten o.a. Hippocampus.
• De temporaalkwabben zijn betrokken bij het gehoor, het verbale geheugen en de taalfuncties, en ook bij visuele herkenning.
3.Neocortex
• De neocortex is een deel van de hersenen dat bij zoogdieren voorkomt.
• Het bestaat uit de bovenste laag (2-4 mm dik) van de twee hersenhelften.
• De neocortex maakt deel uit van de cerebrale cortex en is betrokken bij de "hogere" functies, zoals zintuigelijke waarneming, bewuste bewegingen en (bij mensen) redeneren, abstract denken en taal.– Abstract denken = denken over iets wat je niet of enkel gefragmenteerd
kunt waarnemen in de werkelijkheid.
4. Welke soorten geheugens kunnen onderscheiden
worden?
Theorie van informatieverwerking (Gagné)1. Sensorisch register /geheugen
– Selectieve waarneming, afhankelijk werking zintuigen en van vele factoren, enkele seconden
2. Korte termijn geheugen of werkgeheugen– Aandacht, vasthouden, seconden tot minuten– Zeven eenheden (chunks). Beperkte capaciteit – Elaboreren = bewerken van de informatie
3. Lange-termijn geheugen– Coderen en decoderen– Herhalen, koppelen voorkennis en zinvol
organiseren– Associatief netwerk– Opslag: dagen, maanden en jaren
Informatieverwerkingssysteem
Associatief netwerk
1. Begrip niveau
2. Affectiereflectie niveau
3. Procedureel niveau
De werking van het geheugen
Deel 2
Overzicht
1. Informatieverwerkingssysteem (herhaling)
2. 8 leerpsychologische fasen van het leerproces.• Aandacht en het KTG• Herinneren en Vergeten en het LTG• Leren om te onthouden
Informatieverwerkingssysteem
Aandacht en het korte termijn geheugen
KTG en aandacht hangen sterk samen
• Je kunt aandacht schenken zien als in het geheugen houden.
• Aandacht is noodzakelijk voor elaboreren; het interne herhaal- en verwerkingsproces.
• Hoe langer je aandacht schenkt aan iets, hoe groter de kans dat het zal worden onthouden (doorgegeven wordt aan het LTG)
Specifiek activeren
• Apen werden getraind om op commando de aandacht te richten op één blokje in een rijtje blokjes.– Vervolgens werd gekeken naar het vuren van
bepaalde zenuwcellen in het visuele gebied.– Het bleek dat sommige zenuwcellen alleen vuurden
als de aandacht werd gericht op het ene blokje. Bij andere blokjes waren andere cellen actief.
– De kijkrichting bleef bij dit alles onveranderd!• Zo specifiek kan aandacht delen in het brein
activeren.
Vertekening
• Neiging ongewenste informatie onbewust te vervormen.
• Cognitieve vrekken: neiging de makkelijkste weg nemen.
• Neiging tot conformeren (aanpassen)
Lange-termijn geheugen, herinneren en vergeten
Herinneren
• We herinneren door het terug te zoeken!• Hulpmiddel zijn attributen (de codes):
informatie, kennis wordt voorzien van eigenschappen tijdens coderingsproces.
3 belangrijke attributen:– Temporale attribuut: eigenschap tijd– Ruimtelijk attribuut: eigenschap ruimte– Associatief attribuut: affectieve associatie
Vergeten
• Vergeten is (tenminste het tegendeel is niet
bewezen) kwijt raken omdat het te weinig gebruikt wordt en/of slecht opgeslagen/ verkeerd gecodeerd is.
3 andere verklaringen voor vergeten:– Een attribuut ontbreekt helemaal– Interferentietheorie, klontering– Verdringing gemotiveerd vergeten als
beschermingsstrategie
Vergeten kan weer gegeven worden in een formule (machtsfunctie)
0
50
100
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4
Per
cen
tage
On
thou
den
5. Leren om te onthouden
Leren volgt wetmatigheden
Masses versus spaced effect:• Regelmatige leerperioden geven steeds
minder extra resultaat.• Als leerperioden ‘te dicht’ op elkaar volgen
is het resultaat minder dan wanneer ze ‘voldoende’ gespreid zijn.
Uitpluizen van het geheugen en leerproces
Bedenk op basis van hetinformatieverwerkingssysteem & deacht leerpsychologische fasen (boek:blz.164 of 143) hoe je als docent hetleerproces optimaal kan ondersteunen.
Bevorderen van verwerken en onthouden.
• Aandacht (het opzettelijk aan of over iets denken)
• Concentratie (zeer gespannen, op één punt gerichte aandacht) • Activeren juiste netwerk• Aansluiten beleving• Meerdere zintuigen aanspreken• Samenhangende context• Kleine delen / opbouw• Rust/sfeer• Activiteit/ inspannenHoe kan je als docent hier aan bijdragen?
TEST
Beantwoord de volgende vragen na het lezen van de powerpoint:
Wie vergeleek het geheugen met wasafdrukken?
Wat is de rol van de hippocampus?Waar wordt de informatie opgeslagen?Welke soorten geheugens kunnen er
onderscheiden worden?