info steel 35

68
info _steel 35 Afgiftekantoor Brussel X - P910504 - Driemaandelijks - nummer 35 - 7-8-9 / 2012 Bureau de dépôt Bruxelles X - P910504 - Trimestriel - numéro 35 - 7-8-9 / 2012 info_steel_35 © Robbrecht & Daem - Van Hee architecten

Upload: byzan-trope

Post on 05-Dec-2014

184 views

Category:

Documents


9 download

TRANSCRIPT

Page 1: Info Steel 35

info_steel

35Afgif

teka

ntoo

r Bru

ssel X

- P9

1050

4 -

Driem

aand

elijks

- nu

mm

er 3

5 -

7-8

-9 /

2012

Bure

au d

e dé

pôt B

ruxe

lles X

- P9

1050

4 - T

rimes

triel

- num

éro

35 -

7-8

-9 /

2012

info

_ste

el_3

5

© Robbrecht & Daem - Van Hee architecten

Page 2: Info Steel 35

Staalbouwdag 2012Het topevenement voor de staalbouw in België

infosteel_logo copy.pdf 27/07/2009 12:57:01

vrijdag 23 november 2012

• Sheraton Brussels Airport• lezingen - seminaries• state of the art staalbouw• bekendmaking laureaten Staalbouwwedstrijd• StaalbouwExpo• networking• doelpubliek: architecten, studiebureaus, bouwheren, staalconstructeurs,

promotoren, overheden, onderwijs,....• compleet programma op www.infosteel.be

Journée Construction Acier 2012L’événement clé de la construction en acier en Belgique

A noter dans votre agendavendredi 23 novembre 2012

• Sheraton Brussels Airport • conférences et séminaires• dernières évolutions en matière de construction en acier• proclamation des lauréats du Concours Construction Acier• Expo Acier • networking• public cible: architectes, bureaux d’études, maîtres d’ouvrage, constructeurs

métalliques, entrepreneurs, promoteurs, pouvoirs publics, enseignement, …• programme complèt sur www.infosteel.be

Noteer alvast in uw agenda

www.infosteel.be

Page 3: Info Steel 35

editoriaal_éditorial

Cher lecteur,

Peut-être avez-vous déjà rapidement feuilleté ce numéro. Avez-vous remarqué que tous les projets présentés se trouvaient en Belgique et au Luxem-bourg ? Ce souci de vous proposer un plus grand nombre de projets 'nationaux' faisait partie des suggestions mises en avant l’année passée par l’enquête menée auprès des lecteurs.

Un magazine qui reflète mieux ce qui se passe en Belgique et au grand-duché de Luxembourg dans le domaine de l’acier – quelles réalisations, avec quels partenaires – est donc l’approche du futur. Bien entendu, nous continuerons à suivre les pro-jets en acier à l’étranger, en particulier ceux dans lesquels sont impliqués nos membres.

L’enquête auprès des lecteurs a fait ressortir un second souhait : celui d’un plus grand nombre d’articles 'techniques'. Nous entendons prêter plus d’attention à ce point également. Pour tout cela, nous avons besoin de votre contribution. Vous avez un projet en acier intéressant, ou vous souhaitez participer à la rédaction d'un article technique ? Faites-le-nous savoir !

Pendant ce temps, la construction en acier bat son plein ; les 118 projets participants au Concours Construction Acier 2012 en témoignent. Vous pouvez d’ores et déjà découvrir les 25 projets nominés par le jury dans ce numéro et sur notre site web.Les noms des lauréats seront rendus public lors de la Journée Construction acier du 23 novembre prochain – date à absolument bloquer dans votre agenda. La Journée Construction Acier est égale-ment l'occasion de nouer de nombreux contacts en une seule journée, de découvrir les dernières solutions en acier ou simplement d'assister à de des nombreux exposés.

Rendez-vous donc le 23 novembre !

Philippe Coigné, General Manager Infosteel

Beste lezer,

Misschien heeft u reeds snel door het dit nummer gebladerd. Heeft u dan ook opgemerkt dat alle voorgestelde projecten terug te vinden zijn op Belgische en Luxemburgse bodem? Deze aandacht voor meer 'nationale' projecten was dan ook één van de suggesties die vorig jaar uit de lezers-enquete naar voor kwam.

Een tijdschrift met een betere afspiegeling van wat er in Belgie en het G.H. Luxemburg met staal ge-realiseerd wordt - en met welke partners -, is dan ook de insteek naar de toekomst. Uiteraard blijven we ook de buitenlandse staalprojecten volgen en zeker die waar onze leden toe bijdragen.

Een tweede wens vanuit de lezersbevraging was de oproep naar meer 'technische' artikels. Ook daar willen we meer aandacht aan besteden. Bij dit alles hebben we echter uw input nodig. Heeft u een interessant staalproject of wenst u mee te werken aan een technische topic, dan horen wij dit graag.

Dat er overigens volop met staal gebouwd wordt bewijzen de 118 deelnemende projecten aan de Staalbouwwedstrijd 2012. De jury nomineerde 25 projecten. U kunt deze nu alvast op onze website en in dit nummer ontdekken.

Tijdens de Staalbouwdag van 23 november aan-staande – een datum om aan te merken en vrij te houden in uw agenda – worden de uiteindelijke winnaars bekendgemaakt. Maar ook blijft de Staalbouwdag de beste investering om in één dag volop contacten te leggen, de nieuwste staaloplos-singen te ontdekken of gewoon te genieten van de vele voordrachten.

Dus tot 23 november !

Philippe Coigné, General Manager Infosteelcover_couverture

Ontwerpschets_Croquis Stadshal Gent © Robbrecht & Daem - Van Hee architecten

info_steel 35 - 09/2012

Kwartaalblad voor architectuur en bouwtechnieken, uitgegeven door Infosteel (België en Luxemburg) _Revue trimestrielle d’architecture et de génie civil publiée par Infosteel (Belgique et Luxembourg).

Verantwoordelijke Uitgever_Editeur Responsable: Philippe Coigné, General Manager Infosteel vzw_Infosteel asblArianelaan 5 Avenue ArianeB-1200 Brussel - Bruxellest: +32-2-509 15 01 - f: +32-2-511 12 [email protected] - www.infosteel.beBTW-TVA: BE 0406 763 362

Redactie_Redaction:Auteurs: Sofie De Vriese, Laure Eggericx, Romain Goffinet, Roxane Heeren (Palindroom), Lucien Kayser, Jean-Philippe Vériter.

Correctie_Correction: Jean-Philippe Vériter, Jo Van den Borre.

Vertaling_Traduction: Miles Translations, Brussels Jos Segaert, Meise

Opmaak_Mise en page: Johnny Van den Borre

Advertenties_Publicité

[email protected] - t: +32-2-509 15 01

Verspreiding_Diffusion

Gratis voor leden van Infosteel vzw _Gratuit pour les membres d’Infosteel asblLid worden_Affiliation:[email protected] - t: +32-2-509 15 05Verkoop per stuk_Vente au numéro€ 15 / nummer_numéro (iBTW - TVAc)€ 28 / speciale editie_édition spéciale (iBTW - TVAc)

Oplage_Tirage: 3.500 exemplaren_exemplaires

Copyright 2012 by InfosteelAlleen de auteurs zijn verantwoordelijk voor de artikels. De auteur gaat akkoord met publicatie van de toegezon-den documenten. Alle rechten voorbehouden, die van vertaling en bewerking inbegrepen._Les articles publiés n’engagent que la responsabilité de leurs auteurs. Les documents reçus impliquent l’accord de l’auteur pour libre publication. Tous droits de reproduction, traduction et adaptation réservés.

ISSN 2032-281X

infosteel_logo copy.pdf 27/07/2009 12:57:01

1

Page 4: Info Steel 35

inhoud_sommaireEditoriaal 1 Editorial

Inhoud 2 Sommaire

Staalbouwwedstrijd 2012: 25 genomineerden 3 Concours Construction Acier 2012 : 25 nominés

Agenda 4 Agenda

De bouw van het nieuwe Havenhuis in Antwerpen is gestart 6 Début du chantier 'Havenhuis' à Anvers

Zetel van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie 7 Siège du Conseil européen et du Conseil de l’Union européenne

Gentse stadshal: een polyvalente ‘open zaal’ 10 Halle urbaine de Gand : une 'salle ouverte' polyvalente

Administratief gebouw EFC Lummen 16 Bâtiment administratif EFC, Lummen

Industriehal, werkplaats/kantoren en zonnepark Monnaie-Bays 20 Hall industriel, atelier-bureaux et parc solaire Monnaie-Bays

Slimme constructie, hoogwaardige architectuur 26 Construction intelligente, architecture de qualité

Onder een hemel van golven: 'Duerfplaz' te Mondercange 32 Sous un ciel ondulé : la 'Duerfplaz' de Mondercange

'Les Pasturelles' 38 'Les Pasturelles'

Bel-etage in de Vlaamse Ardennen 44 Bâtiment bel-étage dans les Ardennes flamandes

De scheepsliften van het Centrumkanaal 50 Les ascenseurs à bateaux du Canal du Centre

Minimale afstand tussen industriegebouwen 56 Bâtiments industriels : distance minimale à respecter

Leden 64 Membres

2

Page 5: Info Steel 35

3

staalbouwwedstrijd 2012 _concours construction acier 2012

E011 E017 F001 F002 F011

D008 D010 D015 E001 E005

C004 C019 C027 C029 D001

B001 B003 B012 B015 C003

A001 A002 A009 A017 AF004

A001 - Stadshal Gent © Foto_Photo : BCM

A002 - Opéra de Wallonie 3D beeld - Image de synthèse

A009 - Verbouwing van pakhuis tot kantoren © Foto_Photo : Eveline Boone

A017 - Museum aan de Stroom MAS Foto_Photo : Sara Lee © Neutelings Riedijk Architects

AF004 - Brandweerkazerne Puurs © Foto_Photo : Stijn Bollaert

B001 - Woning MOVE © Foto_Photo : Tom Verheyen

B003 - Lang Leve Le Corbusier © Foto_Photo : Architectenbureau Vanderperren

B012 - Loods met woning © Foto_Photo : Philippe Leyssens (Eigen Werk)

B015 - Loi 42’ - Logements passifs préfabriqués en acier © Foto_Photo : Jo Van den Borre (Infosteel)

C003 - Bedieningsgebouw sluis en bruggen © Foto_Photo: Tim Van de Velde

C004 - Rénovation maison Campanules © Foto_Photo : Marc Detiffe

C019 - Middelheimmuseum, paviljoen Het Huis © Foto_Photo : Ney & Partners

C027 - Limbe - mobilier urbain © Foto_Photo : Bernard Boccara

C029 - Plate-forme citadelle, Liège © Foto_Photo : Luc Gilson, Greisch

D001 - Brug over Albertkanaal © Foto_Photo: J-L Deru (Photo-Daylight)

D008 - Brug over de sporen © Foto_Photo : Filip Dujardin

D010 - Passerelle Peterbos, Anderlecht © Foto_Photo: J-L Deru (Photo-Daylight)

D015 - Passerelle Marche-en-Famenne © Foto_Photo : Bureau d'études Greisch

E001 - “Pont Neuf” over de Oise, Compiègne (FR) © Foto_Photo : www.icade.fr

E005 - Uitbreiding Pont National, Parijs (FR) © Foto_Photo : Archief Victor Buyck Steel Construction

E011 - Fietsers- en voetgangersbrug, Metz (FR) © Foto_Photo : Joos Louage (Anmeco)

E017 - Scheepvaartmuseum, Amsterdam (NL) © Foto_Photo: J-L Deru (Photo-Daylight)

F001 - ISSOL - intégration de solutions solaires © Foto_Photo : ISSOL

F002 - Reeferplatformen PSA © Foto_Photo : BCM

F011 - Houtpelletloods, Gent © Foto_Photo : Van Huffel

25 genomineerden_25 nominés

Op 28 juni 2012 nomineerde de jury volgende 25 pro-jecten. We danken alle inschrijvers en tussenkomende partijen voor het grote aantal ingediende projecten. De laureaten worden bekendgemaakt tijdens de Staal-bouwdag 2012 op 23 november.

_Le 28 juin 2012, le jury a nominé les 25 projets suivants. Nous remercions tous les souscripteurs et tous les intervenants pour le grand nombre de projets inscrits. Les lauréats seront révélés lors de la Journée Construction Acier 2012 le 23 novembre.

Page 6: Info Steel 35

'Protection anticorrosion de structures en acier'02.10.2012. Strépy-BracqueniesDeze technische studienamiddag (in het Frans) wordt georganiseerd in het kader van de publi-catie van een nieuwe gids voor de bescherming tegen corrosie van staal voor binnen- en buiten-constructies. Info en inschrijving: www.infosteel.be

Nationale Staalbouwdag 2012 - Nederland04.10.2012. Katwijk (NL).Het programma staat – als vanouds – borg voor alle wetenswaardige informatie over ontwikkelin-gen en innovaties in het ontwerpen en bouwen met staal. Het congres met lezingen en discussies en de beurs met presentaties van naar verwach-ting zo'n 60 bedrijven en organisaties gaat dit jaar vergezeld van de uitreiking van de Nationale Staalprijs 2012. http://nationalestaalbouwdag.nl/

Projectbezoek: Metal Structures Centre09.10.2012. Zwijnaarde, Gent. Gelegen in het 52 hectare groot technologiepark net buiten Gent werd dit 8.300 m² grote gebouw vorig jaar geopend. Het centrum, met ruim 200 weten-schappers en ingenieurs, is een gezamelijk project van de Universiteit Gent, OCAS (een samenwerkingsver-band tussen ArcelorMittal en het Vlaams Gewest) en het Belgisch Instituut voor Lastechniek. De verschil-lende partners werken hierbij samen op het vlak van research en de verdere ontwikkeling van competenties in ontwerp, gebruik en gedrag van staalconstructies. Het nieuwe gebouw zelf werd opgevat als een de-monstratie van de veelzijdigheid van staal. Archipl architecten uit Gent nam de uitdaging aan om dit gebouw te ontwerpen, de engineering afdeling van ArcelorMittal Gent en OCAS verleenden technische bijstand. Info en inschrijving : www.infosteel.be

Staalbouwdag 201223.11.2012, Sheraton Hotel Brussels Airport. Dit topevent voor de staalbouw in België en Luxemburg richt zich tot architecten, studiebu-reaus, bouwheren, staalbouwers, promotoren, overheden, onderwijs,… Op het programma van de dag: StaalbouwExpo 2012, lezingen en semi-naries met topsprekers uit binnen- en buitenland, voorstelling en bekendmaking van de laureaten van de Staalbouwwedstrijd 2012 en networking - ontmoet belangrijke actoren uit de staalwereld. Info: www.infosteel.be

Protection anticorrosion de structures en acier 02.10.2012. Strépy-BracqueniesCette après-midi d’étude est organisée dans le cadre de la publication d’un nouveau guide de protection anticorrosion de l’acier pour les struc-tures intérieures et extérieures.

Public cible: bureaux d’étude, architectes, maîtres d’ouvrage, constructeurs métalliques, entreprises spécialisées dans le traitement de surface, …Lors de cette après-midi, les questions suivantes seront traitées : Comment détermine-t-on la caté-gorie de corrosivité d’une structure (intérieure ou extérieure) en acier? - Quelle sont les systèmes de protection anticorrosion les plus courants? - Comment choisir le système de protection le plus adapté à une situation donnée? - L’ensemble des présentations sera donné en français.Une organisation d’Infosteel, VOM asbl et de Info-Zinc Benelux.Infos et inscription : www.infosteel.be

Advancements for metal buildings25-26.10.2012. Gdansk, Poland. CongressThe light metal construction method is a young and dynamic process. Modern requirements with regard to energy savings, environmental protec-tion and standardization within the European Market require closer cooperation in order to meet todays challenges.This congress will offer the participants the opportunity to operate in a network across the association borders, with the aim of both infor-mation exchange and building up new business partnerships. Participation does not require mem-bership.Info: www.panandpro.org - http://www.epaq.eu

Journée Construction Acier 201223.11.2012, Sheraton Hotel Brussels Airport, Cet événement-clé de la construction en acier en Belgique et au Luxembourg est destinée aux architectes, bureaux d’études, maîtres d’ouvrage, constructeurs métalliques, entrepreneurs, promo-teurs, pouvoirs publics, enseignants, … Au programme de cette journée: ExpoAcier 2012, conférences et séminaires avec des orateurs natio-naux et internationaux de renom, proclamation des lauréats du Concours Construction Acier 2012 et networking. Infos: www.infosteel.be

Staalbouwdag 2012 - vrijdag 23.11 _Journée Construction Acier 2012 - vendredi 23.11

Technische studienamiddag: Bescherming van sta-len constructies tegen corrosie. Duplexsysteem (thermische verzinkt staal + verfsy-steem) toegepast bij het zwembad Sportboulevard Dordrecht (NL). Bron: Stichting Zinkinfo Benelux_Après-midi d'étude protection anticorrosion. Système duplex (galvanisation à chaud + peinture)‘Sportboulevard’ à Dordrecht (NL). Source: Stichting Zinkinfo Benelux

Projectbezoek Metal Structures Centre, Gent_Visite de projet Metal Structures Centre, Gand

4

agenda_agenda

Page 7: Info Steel 35

Coffrages perdus anti-feu à queue d’aronde

Rapidité et souplesse de mise en œuvre incomparablesRf > 2 heures sans protection supplémentairePossibilité de livraison sur stockNombreuses référencesService étude complet

Brandwerende verloren bekistingen met zwaluwstaartprofiel

Snelle en gebruiksvriendelijke plaatsingBrandweerstand > 2 uur zonder bijkomende beschermingLevering uit voorraad mogelijkTalrijke referentiesTechnische ondersteuning

•••••

•••••

S.A.N.V.

rue de Champles 501301 Bierges

TEL. 010-24 16 50FAX: 010-24 16 56

Coffrages perdus anti-feu à queue d’arondeBrandwerende verloren bekisting met zwaluwstaartprofiel

- Rapidité et souplesse de mise en œuvre incomparables- Rf > 2 heures sans protection supplémentaire- Possibilité de livraison sur stock- Nombreuses références- Service étude complet

- Snelle en gebruiksvriendelijke plaatsing- Vuurweerstand > 2 uur zonder bijkomende bescherming- Levering uit voorraad mogelijk- Talrijke referenties- Technische ondersteuning

dynabat_holorib 23-10-2004 12:18 Page 1

L’art de construire simplementEenvoudig bouwen met stijl

HoloribCoffragEs pErdus a quEuE d’arondE VErLorEn BEkistingEn mEt zwaLuwstaart

®

[email protected] - www.dynabat.be

Rue de Champles 50B-1301 Bierges

TEL : +32 (010) 24 16 50FAX : +32 (010) 24 16 56

S.A. N.V.

dynabat.indd 1 11/03/2010 15:09:25

Gratis helpdeskService helpdesk gratuit

infosteel.beinfosteel_logo copy.pdf 27/07/2009 12:57:01

???!une question sur l’acier

een vraag over staal

sa33_helpdesk_kwart.indd 1 12/12/2011 12:17:32

Staalplaat-betonvloerenOnderdeel van uitdagingen

T +31 (0)[email protected] www.dutchengineering.nl

Ontwerpprogramma op onze website www.dutchengineering.nl

ComFlor 210 ComFlor 225ComFlor 100

ComFlor 46 ComFlor 51 ComFlor 75

ComFlor 95

ASB-ligger

61981_DEN_advertentie_105x141.indd 1 19-03-12 12:37

Page 8: Info Steel 35

in 't

ko

rt_e

n b

ref

Siberiastraat 20, AntwerpenPlaats_Localisation

Gemeentelijk Havenbedrijf, AntwerpenOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

THV Zaha Hadid Limited (Zaha Hadid Architects, Bureau Bouwtechniek, Studiebureau Mouton en Ingenium)Ontwerp_Concept

Zaha Hadid Architects, London (UK)Architect_Architecte

Studieburo Mouton, Gent Bureau Bouwtechniek, AntwerpenIngenium, BruggeStudiebureau_Bureau d’études

Interbuild, WilrijkAlgemene aannemer_Entrepreneur général

Victor Buyck Steel Construction, Eeklo Staalconstructeur_Constructeur métallique

Groven+, PuursGevelbouwer_Constructeur façade

Bron_Source: Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Renderings: © Zaha Hadid Architects

Début du chantier 'Havenhuis' à Anvers

La construction d’un nouveau siège central pour la ‘Havenbedrijf’ (autorité portuaire d’Anvers) per-met de solutionner les problèmes d’exigüité et de décentralisation des locaux actuels, et de donner un visage au port d’Anvers. Le projet a été confié au bureau Zaha Hadid Architects et consiste en un volume prismatique libre, maintenu au-dessus du bâtiment existant par deux piliers sculpturaux en béton. Celui-ci a été choisi parmi une sélection de 5 projets, à l’issue d’un concours organisé par le ‘Vlaams Bouwmeester’, où près de 100 architectes avait participé.Trois des membres d’Infosteel - Victor Buyck Steel Construction (Eeklo), Studieburo Mouton (Gand) et le Bureau Bouwtechniek (Anvers) – participent à la réalisation de ce projet, dont le coût total est évalué à 49,9 million d’euros. On prévoit que les quelques 500 employés de la ‘Havenbedrijf’ s’installent dans leur nouveau siège central vers la fin de 2015.

De bouw van het nieuwe Havenhuis in Antwerpen is gestart

Met de nieuwe hoofdzetel komt het Havenbedrijf tegemoet aan een nijpend plaatsgebrek in het hui-dige Havenhuis en worden de afdelingen gecen-traliseerd. Daarnaast wil het Havenbedrijf met het nieuwe gebouw ook een duidelijk gezicht geven aan de wereldhaven. Het ontwerp, van de hand van Zaha Hadid Architects, bestaat uit een vrije interpretatie van een balkvormig volume dat opge-tild wordt boven het bestaande gebouw en steunt op twee sculpturale pijlers. Het werd na een 'Open Oproep'-procedure van de Vlaamse Bouwmeester gekozen uit een laatste selectie van 5 ontwerpen. Bijna 100 architecten waagden hun kans. Aan de bouw van het nieuwe Havenhuis werken drie van onze leden mee; Victor Buyck Steel Construction uit Eeklo, Studieburo Mouton uit Gent en Bureau Bouwtechniek uit Antwerpen. Het totale prijskaartje voor de bouw bedraagt 49,9 miljoen euro. In het na-jaar van 2015 nemen zowat 500 werknemers van het Havenbedrijf hun intrek in de nieuwe hoofdzetel.

werf_chantier

6

Page 9: Info Steel 35

Wetstraat_Rue de la Loi 155, Brussel_BruxellesPlaats_Localisation

Regie der Gebouwen_Régie des Bâtiments, Brussel_BruxellesOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers, lead and design partner, Brussel_BruxellesStudio Valle Progettazioni architects, Roma (IT)Buro Happold Limited engineers, Bath (UK)Architect_Architecte Studiebureau_Bureau d’études

THV Interbuild – CEGELEC (BE)Algemene aannemer_Entrepreneur général

International Metal Works (IMW), Tessenderlo (BE) Staalconstructeur lantaarn _Constructeur métallique lanterne

Tekst_Texte & Foto’s_Photos: Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers Renderings: Stijn Stragiers (Polygon Graphics)

Siège du Conseil européen et du Conseil de l’Union européenne

Le Conseil de l'Union européenne est à l'étroit dans son bâtiment Justus Lipsius à Bruxelles, suite à l’élargissement de l’Union Européenne. Afin de répondre à ces besoins, l'Etat belge a proposé au Conseil de lui céder le bloc A de l'ensemble immobilier 'Résidence Palace' pour en faire le futur siège du Conseil européen et du Conseil de l'Union européenne, une fois ce bâtiment rénové et adapté aux besoins de ses futurs occupants. Le Résidence Palace, construit entre 1922 et 1927 en style Art-Déco, est agrandi du côté Nord-Est avec deux nouvelles façades pour transformer le 'L' de sa forme actuelle en 'cube'. L'espace exté-rieur, ainsi converti en atrium, accueille l’entrée principale ainsi que le nouveau volume en forme de lanterne abritant les salles de conférences. La face extérieure de la nouvelle double façade, sera composée d’un ensemble en patchwork de vieux châssis en bois en provenance de différents pays européens.

Zetel van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie

De Raad van de Europese Unie kampt, door uitbreiding van de Europese Unie met plaatsge-brek in het Justus Lipsius-gebouw te Brussel. Om de behoeften in te vullen heeft de Belgische Staat aan de Raad voorgesteld het 'blok A' van het Résidence Palace af te staan om, zodra het gebouw gerenoveerd en aan de behoeften aange-past is, er de toekomstige zetel van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie in te huisvesten. Het Résidence Palace, gebouwd tussen 1922 en 1927 in Art-Déco-stijl, wordt uitgebreid aan de noordoost-zijde met twee nieuwe gevels zodat de huidige 'L'-vorm omgevormd wordt tot een 'kubus'. De uitwendige ruimte, om deze wijze omgezet in een atrium, omvat de hoofdingang alsook het nieuwe volume in de vorm van een lantaarn voor de verga-derzalen. De buitenste schil van de dubbele gevel zal worden samengesteld uit een patchwork van oude houten ramen afkomstig uit verschillende Europese landen.

werf_chantier

7

Page 10: Info Steel 35

Travail collaboratif - Nemetschek Scia soutient Open BIM

Qu’est-ce-que Open BIM ?Open BIM est une approche universelle favorisant le travail collaboratif lors de la conception, la réalisation et l’exploitation des structures? Open BIM est basé sur des standards et processus de travail ouverts. Les différents acteurs/disciplines s’accordent sur un processus de travail sans imposer les logiciels à utiliser.

Des logiciels métiers orientés objet seront toutefois nécessaires pour ajouter des informations intelligentes au modèle numérique de la structure. Le groupe Nemetschek Engineering offre depuis plusieurs années des solutions logicielles dédiées et performantes dans le domaine de l’ingénierie en construction. Scia Engineer est une de ces applications. Ce logiciel permet de concevoir et dimensionner vos structures (métalliques et autres) suivant les exigences les plus récentes des Eurocodes.

Open BIM et Scia Engineer Pour rappel, “BIM” est l’abréviation de “Building Information Model” ou ‘maquette numérique du bâtiment’ en français. Le “I’ de BIM (“Information”) est le point le plus important en matière d’échange de données. Le gain dans le processus dépend en effet de la qualité et richesse des informations qui pourront être échangées. Scia Engineer offre à l’utilisateur une large gamme de possibilités d’import/export de données. Le programme propose en effet une particularité unique : il enregistre à la fois le modèle de structure (modèle DAO en encombrement réel) et le modèle d’analyse (modèle simplifié filaire pour le calcul). Les données relatives à ces 2 types de modèle restent donc disponibles en parallèle à tout moment.

Echange de la géométrie de la structure (modèle DAO) Le modèle DAO se focalise sur la géométrie de la structure. De plus en plus de spécialistes s’accordent sur les avantages de l’utilisation du format IFC pour les imports/export entre logi-ciels des informations relatives à la géométrie. Il s’agit d’un format certifié ISO défini et documenté par l’association indépendant de promotion des échanges collaboratifs de données : building SMART.

Le groupe Nemetschek Engineering jour un rôle novateur dans ce domaine.

Scia Engineer supporte le format IFC. Scia Engineer est le premier logiciel de calcul à avoir reçu la certification IFX 2x3 et se prépare pour le second tour de certification.

Le format IFC constitue la force motrice de l’Open BIM. Nous sommes convaincus de sa puis-sance et ses possibilités. Nous mettons tout en œuvre pour en assurer l’implémentation dans nos logiciels et en promouvoir l’utilisation.

Du modèle géométrique DAO vers le modèle de calcul, dimensionné et optimisé.Le modèle DAO importé au format IFC peut être converti dans Scia Engineer en un modèle de calcul. Le passage du modèle de structure (DAO) ou modèle de calcul fait appel à la Boîte d’outils BIM disponible dans Scia Engineer. Cette dernière offre une série de fonctions pra-tiques pour cette conversion (alignement … ).

Le projet peut ensuite être enrichi avec les données et hypothèses spécifiques au calcul pour finalement être vérifiés, dimensionnés et optimisés suivant les règles en vigueur.

Le modèle DAO est adapté en parallèle dans Scia Engineer et peut être renvoyé au logiciel DAO pour création des plans et/ou fiches de fabrication.

Dans la pratique, cette technologie permet d’échanger de manière intelligente les données de structure entre Scia Engineer et, par exemple, Tekla Structure ou Bocad. Des possibilités existent également avec d’autres logiciels de dessin.

Si le projet subit de nouvelles modifications, elles pourront être prises en compte dans le processus d’échange sans perte de données. La Boîte d’outils BIM de Scia Engineer permet également un affichage synoptique des modifications entre 2 versions du projet.

Plus d’informations ?C’est avec plaisir que nous vous informerons des possibilités, avantages, contraintes et perspectives de cette innovation qu’est l’Open BIM pour votre entreprise. Vous pouvez contacter Brigitte Lognard ([email protected] ou 0478/67.20.99)

Nemetschek Scia – Industrieweg 1007 – 3540 Herk-de-Stad www.scia-online.com

Interdisciplinaire samenwerking : Nemetschek Scia overtuigt met Open BIM

Wat is Open BIM ?Open BIM is een universele benadering voor samenwerking in modelleren, ontwerpen en uitvoering van constructies, gebaseerd op open standaarden. De nadruk ligt hierbij op de afstemming van de werkprocessen, en niet op de software-toepassingen.

Uiteraard is er wel gerichte software nodig om BIM en het toevoegen van intelligente informatie aan het 3D model mogelijk te maken.

Binnen de wereld van de engineering levert de Nemetschek Engineering Group reeds meerdere jaren verscheidene gerichte en performante oplossin-gen. Eén ervan is Scia Engineer waarmee (staal)constructies conform de recentste Eurocodes worden ontworpen en gedimensioneerd.

Open BIM en Scia EngineerDe afkorting “BIM” staat voor “Building Information Modelling”.

De “I” in BIM staat dus voor “Informatie” en is van het grootste belang bij het uitwisselen van gegevens. De voordelen (= win-sten) die geboekt worden in de processen zijn dus afhankelijk van de kwaliteit en inhoud hiervan.

Scia Engineer levert de gebruiker een uniek en breed gamma aan mogelijkheden voor import en export van constructie-data. Dankzij de unieke mogelijk-heid van het bi-model beschikt de gebruiker tegelijk over een analyse- en constructiemodel, waardoor zowel zijn rekentechnische als de exacte geometrische data en relaties beschikbaar zijn.

Uitwisselen van het constructie (CAD) model CAD modellen focussen in hoofdzaak op geometrie. Bij de import in de rekensoftware worden de voor de berekening irrelevante data binnen Scia Engineer op een afzonderlijke layer geplaatst. De specialisten én de overheden waar deze uitwisseling wordt gebruikt (en

in sommige gevallen zelfs voorgeschreven) zijn het erover eens voor de import en export van de geometrie volop de kaart te trekken van het IFC formaat. Dit is ISO-gecertificeerd en wordt beheerd en gestuurd door het onafhankelijke building SMART.

De Nemetschek Engineering Group speelt een voortrekkersrol bij de implementatie ervan. Scia Engineer is de allereerste rekensoftware met een IFX 2x3 certificatie, waarvan momen-teel de tweede ronde wordt voorbereid.

IFC is de drijvende kracht binnen Open BIM. Wij zijn vast overtuigd van de toekomstige moge-lijkheden, en ondersteunen dan ook volop het gebruik en de implementatie ervan.

Hoe het werkt : het CAD-model naar het analyse-model, de berekening en optimalisatieAlle geïmporteerde IFC modellen worden geconverteerd naar een rekenmodel, en worden binnen Scia Engineer gefinetuned voor de berekening ervan. Dit gebeurt m.b.v. de BIM-toolbox ; deze bevat een aantal praktische hulpmiddelen die de gebruiker begeleiden in de omzetting (uitlijnen …). Het project wordt nadien vervolledigd met opleggingen, lasten e.d. zodat het kan berekend en geoptimaliseerd worden conform de normvoorschriften.

Het CAD-model wordt parallel met Scia Engineer aangepast, en kan terug gestuurd worden naar de CAD-software voor opmaken van plannen, uitvoeringsdetails enzomeer.

Concreet maakt deze technologie het mogelijk om op een intelligente manier gegevens uit te wisselen met bvb. Tekla Structures en Bocad. Ook met andere CAD-toepassingen zijn dergelijke links beschikbaar.

Bij aanpassingen aan het project, worden deze binnen het uitwisselingsproces in rekening genomen, zonder verlies aan informatie. De BIM-toolbox omvat eveneens de mogelijkheid om in één oogopslag de wijzigingen tussen twee versies te visualiseren.

Wenst u meer info ?We informeren u graag over de mogelijkheden van deze innovatieve visie, de voordelen en de oplossin-gen die Open BIM ook voor u kunnen betekenen. U kan daarvoor contact opnemen met Rudi Vanmechelen ([email protected] of 0473/91.87.57)

Nemetschek Scia – Industrieweg 1007 – 3540 Herk-de-Stad www.scia-online.com

publireportagepublireportage

sa35_scia_pano.indd 1 20/07/2012 11:29:24

Page 11: Info Steel 35

Travail collaboratif - Nemetschek Scia soutient Open BIM

Qu’est-ce-que Open BIM ?Open BIM est une approche universelle favorisant le travail collaboratif lors de la conception, la réalisation et l’exploitation des structures? Open BIM est basé sur des standards et processus de travail ouverts. Les différents acteurs/disciplines s’accordent sur un processus de travail sans imposer les logiciels à utiliser.

Des logiciels métiers orientés objet seront toutefois nécessaires pour ajouter des informations intelligentes au modèle numérique de la structure. Le groupe Nemetschek Engineering offre depuis plusieurs années des solutions logicielles dédiées et performantes dans le domaine de l’ingénierie en construction. Scia Engineer est une de ces applications. Ce logiciel permet de concevoir et dimensionner vos structures (métalliques et autres) suivant les exigences les plus récentes des Eurocodes.

Open BIM et Scia Engineer Pour rappel, “BIM” est l’abréviation de “Building Information Model” ou ‘maquette numérique du bâtiment’ en français. Le “I’ de BIM (“Information”) est le point le plus important en matière d’échange de données. Le gain dans le processus dépend en effet de la qualité et richesse des informations qui pourront être échangées. Scia Engineer offre à l’utilisateur une large gamme de possibilités d’import/export de données. Le programme propose en effet une particularité unique : il enregistre à la fois le modèle de structure (modèle DAO en encombrement réel) et le modèle d’analyse (modèle simplifié filaire pour le calcul). Les données relatives à ces 2 types de modèle restent donc disponibles en parallèle à tout moment.

Echange de la géométrie de la structure (modèle DAO) Le modèle DAO se focalise sur la géométrie de la structure. De plus en plus de spécialistes s’accordent sur les avantages de l’utilisation du format IFC pour les imports/export entre logi-ciels des informations relatives à la géométrie. Il s’agit d’un format certifié ISO défini et documenté par l’association indépendant de promotion des échanges collaboratifs de données : building SMART.

Le groupe Nemetschek Engineering jour un rôle novateur dans ce domaine.

Scia Engineer supporte le format IFC. Scia Engineer est le premier logiciel de calcul à avoir reçu la certification IFX 2x3 et se prépare pour le second tour de certification.

Le format IFC constitue la force motrice de l’Open BIM. Nous sommes convaincus de sa puis-sance et ses possibilités. Nous mettons tout en œuvre pour en assurer l’implémentation dans nos logiciels et en promouvoir l’utilisation.

Du modèle géométrique DAO vers le modèle de calcul, dimensionné et optimisé.Le modèle DAO importé au format IFC peut être converti dans Scia Engineer en un modèle de calcul. Le passage du modèle de structure (DAO) ou modèle de calcul fait appel à la Boîte d’outils BIM disponible dans Scia Engineer. Cette dernière offre une série de fonctions pra-tiques pour cette conversion (alignement … ).

Le projet peut ensuite être enrichi avec les données et hypothèses spécifiques au calcul pour finalement être vérifiés, dimensionnés et optimisés suivant les règles en vigueur.

Le modèle DAO est adapté en parallèle dans Scia Engineer et peut être renvoyé au logiciel DAO pour création des plans et/ou fiches de fabrication.

Dans la pratique, cette technologie permet d’échanger de manière intelligente les données de structure entre Scia Engineer et, par exemple, Tekla Structure ou Bocad. Des possibilités existent également avec d’autres logiciels de dessin.

Si le projet subit de nouvelles modifications, elles pourront être prises en compte dans le processus d’échange sans perte de données. La Boîte d’outils BIM de Scia Engineer permet également un affichage synoptique des modifications entre 2 versions du projet.

Plus d’informations ?C’est avec plaisir que nous vous informerons des possibilités, avantages, contraintes et perspectives de cette innovation qu’est l’Open BIM pour votre entreprise. Vous pouvez contacter Brigitte Lognard ([email protected] ou 0478/67.20.99)

Nemetschek Scia – Industrieweg 1007 – 3540 Herk-de-Stad www.scia-online.com

Interdisciplinaire samenwerking : Nemetschek Scia overtuigt met Open BIM

Wat is Open BIM ?Open BIM is een universele benadering voor samenwerking in modelleren, ontwerpen en uitvoering van constructies, gebaseerd op open standaarden. De nadruk ligt hierbij op de afstemming van de werkprocessen, en niet op de software-toepassingen.

Uiteraard is er wel gerichte software nodig om BIM en het toevoegen van intelligente informatie aan het 3D model mogelijk te maken.

Binnen de wereld van de engineering levert de Nemetschek Engineering Group reeds meerdere jaren verscheidene gerichte en performante oplossin-gen. Eén ervan is Scia Engineer waarmee (staal)constructies conform de recentste Eurocodes worden ontworpen en gedimensioneerd.

Open BIM en Scia EngineerDe afkorting “BIM” staat voor “Building Information Modelling”.

De “I” in BIM staat dus voor “Informatie” en is van het grootste belang bij het uitwisselen van gegevens. De voordelen (= win-sten) die geboekt worden in de processen zijn dus afhankelijk van de kwaliteit en inhoud hiervan.

Scia Engineer levert de gebruiker een uniek en breed gamma aan mogelijkheden voor import en export van constructie-data. Dankzij de unieke mogelijk-heid van het bi-model beschikt de gebruiker tegelijk over een analyse- en constructiemodel, waardoor zowel zijn rekentechnische als de exacte geometrische data en relaties beschikbaar zijn.

Uitwisselen van het constructie (CAD) model CAD modellen focussen in hoofdzaak op geometrie. Bij de import in de rekensoftware worden de voor de berekening irrelevante data binnen Scia Engineer op een afzonderlijke layer geplaatst. De specialisten én de overheden waar deze uitwisseling wordt gebruikt (en

in sommige gevallen zelfs voorgeschreven) zijn het erover eens voor de import en export van de geometrie volop de kaart te trekken van het IFC formaat. Dit is ISO-gecertificeerd en wordt beheerd en gestuurd door het onafhankelijke building SMART.

De Nemetschek Engineering Group speelt een voortrekkersrol bij de implementatie ervan. Scia Engineer is de allereerste rekensoftware met een IFX 2x3 certificatie, waarvan momen-teel de tweede ronde wordt voorbereid.

IFC is de drijvende kracht binnen Open BIM. Wij zijn vast overtuigd van de toekomstige moge-lijkheden, en ondersteunen dan ook volop het gebruik en de implementatie ervan.

Hoe het werkt : het CAD-model naar het analyse-model, de berekening en optimalisatieAlle geïmporteerde IFC modellen worden geconverteerd naar een rekenmodel, en worden binnen Scia Engineer gefinetuned voor de berekening ervan. Dit gebeurt m.b.v. de BIM-toolbox ; deze bevat een aantal praktische hulpmiddelen die de gebruiker begeleiden in de omzetting (uitlijnen …). Het project wordt nadien vervolledigd met opleggingen, lasten e.d. zodat het kan berekend en geoptimaliseerd worden conform de normvoorschriften.

Het CAD-model wordt parallel met Scia Engineer aangepast, en kan terug gestuurd worden naar de CAD-software voor opmaken van plannen, uitvoeringsdetails enzomeer.

Concreet maakt deze technologie het mogelijk om op een intelligente manier gegevens uit te wisselen met bvb. Tekla Structures en Bocad. Ook met andere CAD-toepassingen zijn dergelijke links beschikbaar.

Bij aanpassingen aan het project, worden deze binnen het uitwisselingsproces in rekening genomen, zonder verlies aan informatie. De BIM-toolbox omvat eveneens de mogelijkheid om in één oogopslag de wijzigingen tussen twee versies te visualiseren.

Wenst u meer info ?We informeren u graag over de mogelijkheden van deze innovatieve visie, de voordelen en de oplossin-gen die Open BIM ook voor u kunnen betekenen. U kan daarvoor contact opnemen met Rudi Vanmechelen ([email protected] of 0473/91.87.57)

Nemetschek Scia – Industrieweg 1007 – 3540 Herk-de-Stad www.scia-online.com

publireportagepublireportage

sa35_scia_pano.indd 1 20/07/2012 11:29:24

Page 12: Info Steel 35

Halle urbaine de Gand : une 'salle ouverte' polyvalente

La construction de la halle urbaine de Gand s’inscrit dans le cadre du plan global d’aména-gement KoBra censé donner un nouvel élan à différentes places gantoises et rues adjacentes. Le Korenmarkt a fait l'objet d'un réaménagement par le passé. L’enchevêtrement de lignes de tram, d’arrêts de bus, de trottoirs et de mobi-lier urbain a été remplacé par une vaste place minérale ouverte. Le même revêtement de sol est prévu pour l’Emile Braunplein, mais on y trouvera également plus de verdure et, bien entendu, la nouvelle halle urbaine de Gand, un projet du bureau Robbrecht & Daem, en collaboration avec Marie-Josée van Hee.

Trois placesLes Gantois sont conscients depuis longtemps déjà de l’ampleur de cet édifice. La forme particulière du bâtiment et son impact sur le centre historique de la ville ont suscité un certain ressentiment au sein de la population et chez les sceptiques. Mais la Ville et les architectes croient en leur projet. Ils étayent la raison d’être de celui-ci par de nom-breux arguments architecturaux, urbanistiques

stedelijk_urbainGentse stadshal: een polyvalente ‘open zaal’

De bouw van de Gentse stadshal kadert in het masterplan KoBra dat verschillende Gentse plei-nen en aanpalende straten een nieuw élan moet geven. De Korenmarkt werd al eerder aangepakt. De wirwar van tramlijnen, bushaltes, trottoirs en straatmeubilair werd vervangen door een groot, open mineraal plein. Het Emile-Braunplein voorziet dezelfde bestrating, maar hier is veel meer groen en uiteraard de nieuwe Gentse stadshal, een ont-werp van Robbrecht & Daem i.s.m. Marie-Josée van Hee.

Drie pleinenDe Gentenaars hebben al geruime tijd zicht op de omvang van het gebouw. De opvallende vormgeving en de impact van het gebouw op het historische stadscentrum hebben voor enige wrevel gezorgd bij de bevolking en bij sceptici. Maar het stadsbestuur en de architecten zijn overtuigd van hun zaak. Ze onderbouwen de bestaansreden van het ontwerp met tal van stedenbouwkundige, ruimtelijke en architec-tuur-historische argumenten. Het bouwwerk is een historisch ingebed project, dat wil zeggen

Emile Braunplein, GentPlaats_Localisation

Stad Gent/ TMVW/ De LijnOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

TV Robbrecht – Daem – Van Hee – Wirtz – Bas – Boydens – France (d.i.: Robbrecht en Daem archi-tecten + Marie-José Van Hee architecten + BAS (ingenieur stabiliteit) + Studiebureau Boydens (technieken) + Wirtz International (landschapsar-chitectuur) + Marianne France (infrastructuur))Ontwerp_Concept

BAS, Leuven (concept) - Stabilogics, Kampenhout (uitvoering)Studiebureau_Bureau d’études

THV KOBRA 2, BESIX – StadsbaderAlgemene aannemer_Entrepreneur général

BCM, HoogstratenStaalconstructeur_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Sofie De Vriese Foto’s_Photos: BCM, Stabilogics, Thomas Vlerick, Jo Van den Borre

in d

etai

l_en

dét

ail

10

Page 13: Info Steel 35

dat de plek waar de stadshal nu staat, gene-raties geleden al een bebouwd stadsdeel was. Meer nog: de bebouwing stond op het knoop-punt van en gaf structuur aan drie pleinen: het huidige Emile Braunplein, het Goudenleeuw-plein en de Poeljemarkt. Toen de historische panden gesloopt werden en niet vervangen, versmolten de drie pleinen tot één open ruimte, die hoofdzakelijk ingericht was als boven-grondse parking. Door er nu op die plek de stadshal te bouwen, wordt de pleinfunctie niet kapotmaakt, maar integendeel versterkt, aldus de voorstanders van het project.

et historiques. Cette construction se justifie his-toriquement : l’endroit où vient se placer la halle urbaine était déjà bâti il y a plusieurs générations. Mieux encore, le bâti structurait et se trouvait au carrefour de trois places : l’actuelle Emile Brau-nplein, la Goudenleeuwplein et le Poeljemarkt. Lorsque les immeubles historiques furent démolis sans être remplacés, les trois places se fondirent en un espace ouvert unique, principalement aménagé comme parking. Les partisans de ce projet sou-tiennent qu’en édifiant aujourd’hui la halle urbaine à cet endroit, la fonction de place n’est pas détruite, mais se voit au contraire renforcée.

11

Page 14: Info Steel 35

Vue sur le beffroiMais les bâtiments historiques comme le beffroi et la maison communale ne risquent-ils pas de se retrouver dans l’ombre d’une halle urbaine de bois et d’acier ? Cette critique a aussi été réfutée. Les autorités de la Ville affirment que l’implantation de la halle, plutôt en bordure de la place près des maisons du Poeljemarkt, permet justement de préserver la vue sur le beffroi. Dégager litté-ralement un monument en laissant vide ou en vidant l’espace environnant n’est pas toujours la meilleure solution. L’UNESCO – qui semblait auparavant avoir des doutes quant au remplissage de l’Emile Braunplein – ne s’est finalement pas opposée au concept de Robbrecht & Daem et de Marie-Josée Van Hee. L’UNESCO a même exprimé son appréciation de la réflexion archéologique et historique qui a présidé à l’édification d’une halle urbaine. Elle constate également – malgré la modification radicale du site – que le beffroi reste le bâtiment dominant dans la nouvelle situation. Mieux encore, la fonction ajoutée par la halle urbaine à son environnement accroît l’intérêt du beffroi et des environs.

Place couverteLa construction doit être vue davantage comme une place couverte que comme un bâtiment mo-numental. Cela permet de conserver le lien visuel entre les trois places. Même si la nouvelle halle urbaine donne l’impression d’éclipser et d’écra-ser véritablement les bâtiments historiques, le bâtiment ne dépasse toutefois pas le volume des constructions voisines. La forme et les dimensions du toit, composé de deux toitures en bâtière, font clairement référence aux deux pignons de l'hôtel de ville.

Pendant sa construction, l'édifice ressemblait à un squelette monumental en acier. L’acier est en grande partie masqué par la finition en planches d’afrormosia de la toiture et de la partie supé-rieure des façades. Entre ces planches se trouvent environ 1600 lames de verre qui permettent à la lumière du jour d’entrer dans la halle urbaine. Les planches de bois sont à leur tour recouvertes et protégées par des tuiles de verre.

Autre intervention historico-architecturale: le rétablissement du niveau du sol médiéval, qui se trouve bien plus bas que celui des rues et places environnantes. La halle urbaine s’enfonce littérale-

Zicht op BelfortOok de kritiek dat historische gebouwen als het Belfort en het stadhuis in de schaduw van een stadshal van hout en staal komen te staan, wordt weerlegd. Door de inplanting, eerder aan de rand van het plein tegen de huizen van de Poeljemarkt wordt het zicht op het Belfort juist gevrijwaard, aldus het stadsbestuur. Een mo-nument letterlijk vrijmaken door de omliggende ruimte leeg te laten of te maken, is niet altijd de meest aangewezen oplossing. UNESCO die eerder bezwaar leek te hebben door de opvul-ling van het Emile Braunplein, heeft zich uit-eindelijk niet tegen het ontwerp van Robbrecht & Daem en Marie-Josée Van Hee gekant. De VN-organisatie uitte zelfs haar appreciatie voor de archeologische en historische achtergrond waaruit de idee om een stadshal te bouwen ontstond. Daarenboven stelt ze dat - hoewel de site radicaal verandert – het Belfort ook in het nieuwe ontwerp het dominante gebouw blijft. Meer zelfs, door de functie die de stadshal aan de omgeving toevoegt, stijgt het belang van het Belfort en de ruimere omgeving.

Overdekt pleinDe constructie moet eerder gezien worden als een overdekt plein dan als een nieuw monumentaal gebouw. Dat maakt dat de drie pleinen nog steeds visueel met elkaar verbonden blijven. Ook al is de perceptie dat de nieuwe stadshal de historische gebouwen letterlijk overweldigt en overschaduwt, toch overschrijdt het gebouw het volume van de omliggende panden niet. Het dak, bestaande uit twee spitsdaken, refereert vrij letterlijk naar de twee puntgevels van het stadhuis, zowel wat be-treft de vorm als de afmetingen.

Tijdens de bouw verrees in eerste instantie een monumentaal stalen geraamte. Dat wordt groten-deels aan het oog onttrokken door een afwerking van het dak en het bovenste deel van de gevels met planken van afrormosia. In die planken zitten zo’n 1600 glazen elementen, langs waar daglicht via een lichttunneltje in de stadshal binnenvalt. De houten beplanking wordt op zijn beurt bekleed met glazen dakpannen, ter bescherming van het hout.

Een andere architectuur-historische ingreep is het herstellen van het vroegere middeleeuwse maaiveld, dat zich een stuk onder de omliggende straten en pleinen bevindt. De stadshal verzinkt

12

Page 15: Info Steel 35

letterlijk in het Emile Braunplein. Het niveau ver-springt zeer geleidelijk van het nieuw aangelegde verharde plein naar de lager gelegen groenzone, die afgebakend wordt met een stenen muur. De ‘Green’ – zo genoemd omwille van 300 m2 groen – is bereikbaar via trappen en hellingen.

ment dans l’Emile Braunplein. Le niveau varie très progressivement, depuis la nouvelle place minérale jusqu’à la zone verte située en contrebas et délimi-tée par un mur en pierre. Le 'Green' – qui doit son nom à ses 300 m² de verdure – est accessible par des escaliers et des rampes.

13

Page 16: Info Steel 35

La halle urbaine elle-même constitue un lieu polyva-lent sous lequel un espace semi-enterré comprend des hangars à vélos, des sanitaires publics, des espaces artistiques et surtout le 'Grand Café', accessible depuis le 'Green'. Les œuvres d’art exis-tantes, comme les sculptures de George Minne et la Mathildisklok, trouvent un nouvel emplacement sur l’Emiel Braunplein.

ConstructionPour la construction de la halle urbaine, le constructeur métallique BCM de Hoogstraeten a utilisé environ 300 tonnes d’acier pour la structure de 40 x 15,75 x 15,75 m de hauteur, posée sur quatre socles en béton. Les éléments en acier comprennent des profilés S235, des tubes S355 et des tirants S460. Tous les aciers ont été traités avec un primer anticorrosion, une peinture intu-mescente (résistance au feu R30) et une couche finale de protection. La structure en acier, qui est assez conventionnelle et repose sur des socles en béton, est composée des éléments suivants : - poutres treillis pour les façades gouttereaux et

les toits, en acier profilé avec tirants réglables ; - poutres Vierendeel horizontales constituées de

longs profilés creux soudés ; - treillis en acier profilé pour les pignons ; - structures secondaires pour fixer les bardages.

À l’intérieur, à hauteur des parois, deux des trois poutres Vierendeel (horizontales) restent apparentes (à hauteur de l’angle entre la paroi et la toiture et à

De stadshal zelf wordt een polyvalente plek, er-onder – dus halfondergronds - zijn fietsstallingen, publiek sanitair, artiestenruimtes en bovenal het ‘Grand Café’, dat via de 'Green' bereikbaar is. Be-staande kunstelementen zoals de George Minne-beelden en de Mathildisklok krijgen een nieuwe plaats op het Emiel Braunplein.

ConstructieVoor de constructie van de stadshal gebruikte staalconstructeur BCM uit Hoogstraten zo’n 300 ton staal, goed voor een gebouw van 40 x 15,75 x 15,75 m hoog, steunend op vier betonnen sok-kels. Er werd profielstaal S235 gebruikt, in combi-natie met kokerprofielen S355 en trekstaven S460. Alle staal werd behandeld met een primer met uitstekende corrosiewerende eigenschappen, een brandvertragende zwelverf (R30) en een eindlaag ter bescherming van de brandvertragende verf. Het is een klassieke constructie van staal op betonnen sokkels, die samengesteld is uit : - vakwerkliggers in de langse gevels en daken, op-

gebouwd uit profielstaal met regelbare trekkers - horizontale vierendeelliggers, samengesteld uit

kokerprofielen gelast in grote lengtes; - vakwerken uit profielstaal voor de kopgevels - secundaire structuren voor de bevestiging van

de bekledingen.

Aan de binnenzijde blijven ter hooge van de wan-den twee van de drie (horizontale) vierendeellig-gers zichtbaar (ter hoogte van de knik wand-dak

14

Page 17: Info Steel 35

mi-hauteur de la paroi). Elles servent également de structure portante pour l’éclairage fixe et les che-mins de câbles et disposent sur leur face inférieure d’un profilé circulaire pour suspendre des spots lors d’événements (pont lumineux).

Des structures en treillis triangulaires sont encas-trées sur deux des quatre socles diamétralement opposés. Ces structures sont indépendantes de la structure en acier du toit. Elles sont pourvues d’un habillage en acier et servent de cheminées pour les installations techniques et le feu ouvert du Grand Café.

La halle urbaine est l’endroit idéal pour accueil-lir des événements comme des spectacles, des démonstrations de danse ou des marchés. Lors de ces événements, les façades de la halle peuvent être protégées par des toiles amovibles. L'ouverture officielle a eu lieu le 1er septembre dernier. Il s'agit du premier projet mené par An Pierlé, en tant que nouvelle 'compositrice' de la Ville de Gand.

en op halve hoogte wand). Ze fungeren secundair ook als draagstructuur voor de vaste verlichting en kabelgoten en worden aan de onderzijde voorzien van een buisprofiel voor de ophanging van spots bij evenementen (lichtbrug).

Op twee van de vier sokkels wordt - diagonaal te-genover elkaar - een driehoekige vakwerkstructuur ingeklemd. Die staat los van de staalstructuur van het dak. Deze vakwerken worden voorzien van een stalen bekleding en fungeren als schouwen voor afvoer van technische installaties en open haard van het Grand Café.

De stadshal wordt de plek waar allerlei evene-menten zoals optredens, dansdemonstraties en markten kunnen plaatsvinden. Tijdens evenemen-ten kan de hal worden afgeschermd met tijdelijke zeilen. De officiële opening van de stadshal, op za-terdag 1 september 2012, was meteen het eerste project van de kersverse Gentse stadscomponiste An Pierlé. Plaatsen van het glas, inbouwen lichttunnels

_Montage des éléments en verre et intégration des ouvertures lumineuses.

15

Page 18: Info Steel 35

Administratief gebouw EFC Lummen

Het industrieterrein van Zolder en Lummen heeft een nieuwe blikvanger. EFC, een bedrijf met twin-tig jaar ervaring en talrijke Europese referenties in lucht- en vloeistoffiltratie, investeert voortdurend in innovatie en het opleiden van een vakkundig team. Het afgeleefde, onopvallende bedrijfsge-bouw stond dus in schril contrast met de bedrijfs-geest. Op hun terrein aan de oprit naar de E313 ontwierp Atech architecten een markant nieuw kantoorgebouw dat hun dynamiek zou visualise-ren. Mathieu Gijbels bracht de constructie tot een goed einde.Het bestaande L-vormige gebouw, dat zowel kantoren als magazijn huisvestte, was na twintig jaar intensief gebruik aan een grondig onderhoud en uitbreiding toe. De L-vorm werd vervolledigd tot een vierkant en dient nu enkel als magazijn. Aan de straatzijde werd een nieuw administratief gebouw ingeplant, dat met zijn vier bouwlagen (gelijkvloers inbegrepen) boven de omgeving uit rijst. Het was dan ook de bedoeling een 'baken' te bouwen, dat vanop de aanpalende wegen goed zichtbaar zou zijn.

Het basisvolume is een kubus, waarvan verschil-lende delen vervolgens in- en uitgeschoven zijn. Deze verschuiving suggereert beweging en refereert naar de voorbijzoevende auto's op de snelweg. Het is echter niet enkel een esthetische beslissing: op deze manier worden de binnenruim-

bedrijf_entreprise

Dellestraat 30, LummenPlaats_Localisation

EFC - European Filter Corporation, LummenOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Atech Architecten, BeringenArchitect_Architecte

Gert Janssen bij Mathieu Gijbels, OpglabbeekStudiebureau_Bureau d’études

Mathieu Gijbels, OpglabbeekAlgemene aannemer_Entrepreneur général

Gijmacon, MeeuwenStaalconstructeur_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Roxane Heeren (Palindroom) Foto’s_Photos: Marc Scheepers

in d

etai

l_en

dét

ail

16

Bâtiment administratif EFC, Lummen

Le zoning industriel de Zolder et Lummen au Lim-bourg abrite un nouveau bâtiment remarquable. EFC, une entreprise possédant vingt ans d’expérience et de nombreuses références européennes dans le domaine de la filtration d’air et de liquides, investit constam-ment dans l’innovation et la formation d’une équipe compétente. Le contraste entre l'ancien bâtiment, décrépi et discret, et l'image de l'entreprise était frap-pant. Sur leur terrain situé sur la bretelle d’accès à la E313, le bureau 'Atech architecten' a conçu un nouvel immeuble de bureaux qui symbolise la dynamique de l'entreprise EFC. La société Mathieu Gijbels s’est char-gée de l'exécution des travaux de construction.Après vingt années d'utilisation intensive, le bâtiment existant en forme de L nécessitait une rénovation en profondeur et une extension. La forme en L a été complétée afin d'obtenir un carré; elle ne sert actuel-lement plus que d'entrepôt. Un nouveau bâtiment administratif a été implanté le long de la voirie, et surplombe son environnement, du haut de ses quatre niveaux (rez inclus). Les travaux avaient pour autre objectif de créer un point de repère, bien visible depuis les routes avoisinantes.

Le bâtiment présente la forme de cube, déformé par une série de glissements vers l'intérieur ou l'extérieur. Ces glissements suggèrent le mouvement et font réfé-rence aux voitures qui filent sur l’autoroute. Il ne s’agit pourtant pas d’une décision purement esthétique : de cette manière, les espaces intérieurs sont modulés

Page 19: Info Steel 35

17

Page 20: Info Steel 35

tes gemoduleerd om grotere vergaderruimtes en kleinere kantoren te bekomen. Bovendien worden oversteken gecreëerd die dienen als balkons voor de bovenliggende en zonwering voor de onderlig-gende ruimtes. De gevelbrede raampartijen geven het geheel een luchtige look en zorgen voor over-vloedig natuurlijk daglicht in de kantoren.

Binnenin zijn de kantoren geschikt rond een cen-trale trap- en liftkoker, zodat het plaatsverlies voor circulatie minimaal is. Ook hier is openheid troef: de verschillende ruimtes zijn hoogstens van elkaar gescheiden door een plafondhoge glazen deur. Zowel in het interieur als in de gevel is gespeeld met wit, zwart en rood, de drie kleuren uit het logo van EFC. Zo is de trap- en liftkoker bv. rood geschilderd. De gevel is een mix van witte en zwarte gevelpanelen, met rode accenten. Zwarte gevelpanelen vergen wel extra aandacht naar af-werking toe, aangezien ze thermisch zwaar belast worden. Om de lijnen strak en recht te houden, werden de hoeken verstevigd met galvaplaatjes.

Voor een dergelijk gebouw met een vrij grote hoogte en diverse overkragingen was staal als constructiemateriaal een logische keuze. Eender welk ander materiaal zou tot een zware en logge vormgeving hebben geleid, wat nu precies niet de bedoeling was. De draagstructuur bestaat uit balken en kolommen in standaard secties en is achteruit geplaatst ten opzichte van de gevel, zodat de glaspartijen over de volledige breedte kunnen doorlopen. Ook de buitenwanden zijn opgebouwd rond een staalstructuur, aan de bui-tenzijde bekleed met sandwichpanelen van 8 cm dikte en de respectievelijke afwerkingslagen, en aan de binnenzijde met 5 cm rotswol en gipskar-tonplaten. Het dak is eveneens een staalstructuur met steeldeck.

De stabiliteit wordt verzekerd door de structuur van stalen balken en kolommen, ingeklemd in de fundering, in combinatie met de vaste kern van de betonnen trap- en liftkoker en de betonnen vloer-platen, die dienst doen als stijve schijven. Doordat de gevels sterk beglaasd zijn, kunnen slechts weinig krachten rechtstreeks verticaal afgeleid worden - enkel in de voorgevel is op één plaats een verband geplaatst. Via de vloeren worden de krachten van de gevels naar de verticale construc-tie-elementen geleid. De vloeren zijn niet bovenop, maar tussen de profielen geplaatst. Dit levert niet

18

pour obtenir de grandes salles de réunion et de petits bureaux. En outre, les saillies ainsi créées servent de balcons pour les espaces supérieurs, et de protection solaire pour les espaces sous-jacents. Les baies vitrées, de la largeur d'une façade, donnent à l’ensemble un aspect aéré et apportent de la lumière naturelle en abondance dans les bureaux.

À l’intérieur, les bureaux sont organisés autour d’une cage d’escalier et d’ascenseur centrale qui limite l'espace perdu au minimum. L'ouverture de l'espace central présente un autre atout: les différents espaces sont tout au plus séparés par une porte vitrée allant jusqu’au plafond. La finition intérieure et celle de la façade combinent le blanc, le noir et le rouge, les trois couleurs du logo d’EFC. La cage d’escalier et d’ascen-seur est peinte en rouge; la façade est composée de panneaux blancs et noirs, accentués de rouge. Les panneaux de façade noirs demandent une attention supplémentaire en ce qui concerne la finition, en rai-son de leur forte charge thermique. Afin de garder les lignes droites et sobres, les angles ont été renforcés par des tôles galvanisées.

Pour réaliser un bâtiment avec une telle hauteur libre et de tels porte-à-faux, le choix de l’acier comme ma-tériau de construction était logique. L’utilisation d’un autre matériau aurait conduit à une forme massive, précisément à l'opposé de l’objectif visé. La structure portante, constituée de poutres et de poteaux de sections standard, est en retrait de la façade, ce qui permet aux baies vitrées d'être continues sur toute la largeur des façades. Les parois extérieures sont également supportées par une structure en acier, habillée à l’extérieur de panneaux sandwich de 8 cm d’épaisseur et à l’intérieur de 5 cm de laine de roche et de placoplatre. Le toit est constitué d’une structure en acier couverte de steeldeck.

La stabilité est assurée par une structure de poutres et de poteaux en acier encastrée dans les fonda-tions, par le noyau rigide de la cage d’escalier et d’ascenseur en béton, et par les dalles en béton qui font office de raidisseurs. Les façades étant largement vitrées, peu d'efforts peuvent être direc-tement redirigés verticalement – seule la façade avant contient un contreventement. Les efforts dans les façades sont redirigés vers les éléments de construction verticaux via les planchers. Ceux-ci ne sont pas placés au-dessus, mais entre les profilés. Cette solution réduit la hauteur des planchers et permet de faire des économies dans le traitement

Page 21: Info Steel 35

alleen plaatswinst op, maar heeft als bijkomend voordeel dat minder brandwerende behandeling nodig is, aangezien een kleiner deel van de profie-len zichtbaar is. Voor de brandveiligheid zijn verder alle zichtbare kolommen uitgevoerd als holle ronde kokers, die volgestort zijn met beton teneinde aan de brandveiligheidseisen te voldoen. De niet-zichtbare profielen zijn brandwerend afgekast. Het gebouw is verdeeld in twee compartimenten: de onderste drie verdiepingen vormen één comparti-ment, de bovenste verdieping het tweede.

Fotovoltaïsche panelen op het dak van het ma-gazijn leveren voldoende stroom voor de venti-latie en de verlichting, die volledig gebeurt met energiezuinige TL-buizen en LEDs. Het gebouw is mechanisch geventileerd met warmteterug-winning en mogelijkheid tot nachtkoeling. Een gasgestookte warmtepomp produceert de warmte of koelte. Buitenzonwering is enkel voorzien in de twee zuid-zuidwest georiënteerde ruimtes. In de andere kantoren is dit onnodig, aangezien ze eer-der noordgericht zijn of een grote oversteek boven de ramen hebben. Het beton van de vloeren en trapkoker zorgt bovendien voor een grotere ther-mische inertie van het gebouw dan bij een zuivere staalbouw het geval is. Dit alles zorgt ervoor dat er geen airconditioning nodig was – behalve voor het serverlokaal. Na twee maanden gebruik, waaron-der een aantal zeer warme dagen, is gebleken dat het gebouw aangenaam fris blijft.

De wanden bestaan uit sandwichpanelen van het merk Kingspan, type : KS 1000 AWP met volgende kenmer-ken : werkende breedte : 1000 mm - kerndikte : 100 mm - profilering : Mini Micro-Rib._Les parois sont composées de panneaux sandwich de la marque Kingspan, de type KS 1000 AWP (largeur : 1000 mm, épaisseur du noyeau : 100 mm, profilage ‘Mini Micro-Rib’).

19

ignifuge, en réduisant les surfaces visibles à traiter. Tous les poteaux visibles sont des profilés circulaires creux qui sont remplis de béton afin de leur conférer la résistance au feu requise. Les profilés non visibles protégés par des caissons en matériau ignifuge. Le bâtiment est subdivisé en deux compartiments : les trois étages inférieurs forment un compartiment et l’étage supérieur constitue le second.

Des panneaux photovoltaïques placés sur le toit fournissent suffisamment d'énergie pour la ventilation et l’éclairage – entièrement constitué de tubes TL économiques et de LED. Le bâtiment est ventilé mécaniquement, avec un système de récupération de la chaleur et la possibilité d'un rafraîchissement nocturne. Une pompe à chaleur alimentée au gaz produit la chaleur ou le froid. Les protections solaires extérieures sont uniquement présentes prévus pour les deux espaces orientés sud-sud-ouest. Dans les autres bureaux, cette pro-tection est inutile du fait soit de leur orientation au nord, soit de la présence d’un important porte-à-faux au-dessus des fenêtres. Le béton des plan-chers et de la cage d’escalier amène également au bâtiment une inertie thermique plus importante que dans le cas d’une structure uniquement en acier. Tout cela permet de se passer de condition-nement d’air – à l’exception du local des serveurs. Après deux mois d’utilisation, dont quelques journées très chaudes, il apparaît que le bâtiment reste agréablement frais.

Page 22: Info Steel 35

Industriehal, werkplaats/kantoren en zonnepark Monnaie-Bays

Het bedrijfscomplex in Strépy-Bracquenies dicht bij het Centrumkanaal en zijn scheepslift, bestaat uit drie delen: een kantoorgedeelte, een industriehal en een carport (daarnaast is er nog de opslag, die met het oog op de brandveiligheid van de rest is gescheiden). Het is de maatschappelijke zetel van de DECUBE-holding, waarin de activiteiten zijn ondergebracht van zijn voornaamste vennootschap, Monnaie-Bays. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de behandeling en het verven van metalen onderdelen, zowel in de werkplaats als buiten. Doorslaggevend bij de keuze van de site waren de bereikbaarheid via de snelweg, de nabijheid van een waterweg om grote onderdelen via het water te kunnen vervoeren en de aanwezigheid in de buurt van een gespeciali-seerd opleidingscentrum voor schilders.

Hall industriel, atelier-bureaux et parc solaire Monnaie-Bays

Implanté à Strépy-Bracquenies, à proximité du canal du Centre à grand gabarit et de son ascen-seur funiculaire, cet ensemble immobilier com-prend trois entités : les bureaux, le hall industriel et le car-port (sans oublier le stockage, séparé du reste pour des raisons de sécurité incendie). Siège social du holding DECUBE, il abrite les activités de sa principale société, Monnaie-Bays, spécialisée dans le traitement et le revêtement par peinture de pièces métalliques, tant en atelier qu'à l'extérieur. Le choix du site a été déterminé par la facilité d’accès depuis l'autoroute, par la proximité d’une voie d’eau permettant le transport de pièces de grande taille, ainsi que par la présence toute proche d’un centre de formation spécialisé destiné aux peintres.

Quai du Pont Canal, 3 Strépy-BracquegniesPlaats_Localisation

DECUBE, Strépy-BracquegniesOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Openarchitectes, B. Noël – R. Picard, CharleroiArchitect_Architecte

Stabili D., LiègeStudiebureau_Bureau d’études

DECUBE, Stépy-BracquegniesAlgemene aannemer_Entrepreneur général

TMI (Techno Métal Industrie), AndenneStaalconstructeur_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Laure Eggericx Foto’s_Photos: M. Mainil

bedrijf_entreprisein

det

ail_

en d

étai

l

20

Page 23: Info Steel 35

Voor de bouw van het gebouwencomplex viel de keuze van de architecten voor de structurele en secundaire elementen al snel op staal. Als gevolg van de slechte bodemkwaliteit (ophoging) moest de constructie namelijk licht zijn. Door met staal te werken, konden lichtheid en design worden gecom-bineerd en was het mogelijk om de knowhow van de opdrachtgever tentoon te spreiden. Staal was dan ook een evidente keuze. De architecten verfijnden de structuren en de kosten maximaal, met als resultaat een uiterst coherente totaalconstructie in staal.

Het administratief gebouw

Het technisch-administratieve gedeelte is perma-nent verbonden met de industriële pool en bevat

Pour réaliser ce complexe immobilier, les archi-tectes ont rapidement choisi l'acier pour les éléments structurels et secondaires. La mau-vaise qualité du sol (remblais) plaidait pour une construction légère. L'acier combine cette légèreté à un certain design, il témoigne en outre du savoir-faire du maître d'ouvrage. Il s'est imposé tout naturellement, et les architectes ont cherché à affiner au maximum les structures et à réduire ain-si les coûts, pour donner naissance à une 'œuvre totale en acier', d’une grande cohérence.

Le bâtiment administratif

A côté du bâtiment industriel, et en contact perma-nent avec celui-ci, se dresse le bâtiment technico-

21

Page 24: Info Steel 35

kantoren, een panoramische vergaderzaal en een conciërgewoning.

Het ontwerp verwijst naar het beeld van een chip die op zijn industrieel proces is bevestigd. De draag-structuur bestaat uit een raster van stalen buizen. In de gevel, zowel bij zonnewering, om de inval van de zon in het gebouw met een groot glasoppervlak te regelen, als bij de galerij wordt vernuftig ge-bruikgemaakt van staal. Die galerij, uitgevoerd met stalen roostervloeren, bevindt zich tussen het raam en de claustra’s in geverfd gerekt metaal, en laat het schoonmaken van de glaspartijen toe.

administratif des bureaux qui abrite également une salle de réunion panoramique et une conciergerie.

Sa conception fait référence à l’image de la puce électronique agrafée sur son process industriel. La structure porteuse est composée d’une trame de colonnes en tubes d’acier. La structure en façade illustre une utilisation ingénieuse de l’acier à la fois comme pare-soleil, régulant l’apport solaire d’un bâtiment fortement vitré, et comme coursive. Les coursives, réalisées en caillebotis, sont bordées par le vitrage et les claustras en métal déployé peint; elles permettent le nettoyage des surfaces vitrées.

22

Page 25: Info Steel 35

23

Page 26: Info Steel 35

De industriehal

De grote industriehal (4.500 m²) is bekleed met metalen sandwichpanelen voorzien van microrib-profilering. De hal is conform de milieunormen en is opgevat als een grote, goed geïsoleerde polyvalente doos. Het binnenvolume kan maximaal worden benut dankzij de grote overspanningen. In de ruimte zijn verschillende zones voorzien voor de behandeling en het verven van metaal, die telkens met loopkranen zijn uitgerust.

Le hall industriel

Les façades du grand hall industriel (4500 m²) sont réalisées en panneaux sandwichs métal-liques micronervurés. Adapté aux normes environnementales, il est conçu comme une grande boîte polyvalente bien isolée, permettant d'exploiter au maximum le volume intérieur grâce à ses grandes portées, et aménagée en diverses zones de mise en peinture et de traitement des métaux, toutes desservies par des ponts roulants.

24

Page 27: Info Steel 35

De zonnepanelenparking

Het derde gedeelte van het project, de carport (2.000 m² bruto), biedt beschutting aan de be-drijfsvoertuigen en levert tegelijk stroom aan de bedrijfsprocessen. Om dat voor elkaar te krijgen, bedachten de architecten een netwerk van fijne metalen kolommen, vergelijkbaar met die van het kantoorgebouw, waarop een dak rust dat bestaat uit 1100 fotovoltaïsche panelen met een totaalver-mogen van 250 kWp (kilowattpiek).

De fotovoltaïsche dakconstructie bestaat uit ranke V-vormige kolommen die door middel van kogelge-wrichten met het dak zijn verbonden (zie details). Dankzij de V-profielen profiteren de voertuigen van maximale bewegingsruimte, zonder het risico dat de kolommen worden geraakt. De structuurlijn vloeit voort uit de vereisten die de voertuigen en de fotovoltaïsche panelen stellen. Door de panelen bo-ven de parkeerplaats te installeren, is er ook geen sprake van overgewicht zoals wanneer ze traditio-neel op het dak van de fabriek worden geplaatst.

Le parking de panneaux solaires

Le troisième pôle du projet est le car-port (2000 m² bruts) servant à abriter les véhicules de la société tout en fournissant de l’électricité au process industriel. Pour ce faire, les archi-tectes ont imaginé une résille de fines colonnes métalliques, similaires à celles du bâtiment de bureaux, supportant une toiture composée de 1100 panneaux photovoltaïques d’une puissance totale de 250 kWc (kilowatt-crète).

La structure portante de ces ombrières solaires est composée de fines colonnes en V fixées à la toiture grâce à des rotules (voir détails). Les profils en V permettent de manœuvrer aisément les véhicules, sans risque de heurter les colonnes. Le rythme de la structure découle des impératifs fonctionnels du parking et de la modulation des panneaux photovoltaïques. Leur implantation sur le car-port permet également d’éviter la sur-charge qu’ils auraient provoquée s’ils avaient été placés classiquement sur le toit de l’usine.

25

Page 28: Info Steel 35

renovatie_rénovationSlimme constructie, hoogwaardige architectuur

Dat er slechts twee van de oorspronkelijk vijf loodsen gesloopt zijn, mag een wonder heten. Nadat de economische activiteit van de Voorhaven noordwaarts opschoof naar de nieuwe haven, ta-kelden de havengebouwen af en bleef een herbe-stemming uit. De kades kwamen leeg te staan en de buurt geraakte in de vergetelheid. In de jaren 1990 ontkiemde een privé-initiatief dat de schoon-heid van de constructies herkende en ruimtelijke mogelijkheden zag. De loodsen werden samen met een aantal andere gebouwen in de buurt in 1996 beschermd als monument. Het Gentse bureau Compagnie-O architecten stond in voor de reconversie en restauratie van Loods 22 naar een woon- en werkcomplex. Ook de aanpalende Loods 23 wordt binnenkort gerestaureerd tot een heden-daags woon- en werkcomplex.

Puur utilitairOp de benedenverdieping van Loods 22 is er voor ongeveer 4000 m2 bedrijfsruimte, waar vooral jonge creatieve bedrijven zich vestigen. Op de ver-dieping zijn er twintig duplex-lofts, goed voor nog eens 4000 m2 die casco verkocht worden.

Voorhavenlaan 31-33, GentPlaats_Localisation

Locus Developments, GentOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Compagnie-O architecten, Gent Architect_Architecte

Fabian Van Der Meersche, Gent Studiebureau_Bureau d’études

Building & Engineering, Deerlijk Algemeen aannemer_Entrepreneur général

NV Ferrokonstrukt, MeulebekeStaalbouwer_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Sofie De Vriese Foto's_Photos: Ruth Wytinck, Yannis Argyropoulos ([email protected]), Dirk Sabbe (wijs.be)

Construction intelligente, architecture de qualité

Que seuls deux des cinq hangars aient été détruits tient du miracle. Au moment où l’activité écono-mique a quitté l’ancien avant-port, les bâtiments portuaires se sont détériorés – lorsqu’ils n’ont pas disparu – et n’ont jamais accueilli de nouvelle fonction. La beauté des structures et le potentiel en matière d’espace ont inspiré une initiative privée dans les années 1990. Les hangars et quelques autres bâtiments du quartier ont été classés monuments historiques en 1996. Le bureau d’architectes gantois Compagnie O s’est vu confier la restauration du hangar 22 pour le recon-vertir en logement et bureau. Le hangar avoisinant, 'Loods 23', sera prochainement restauré en un complexe comtemporain d’habitat et lieu de travail.

Purement utilitaireLes 4000 m² du rez-de-chaussée du 'hangar 22' forment un espace dédié aux entreprises, dont la plupart sont actives dans le domaine de la création. L'étage qui compte également quelques 4000 m² est quant à lui destiné à accueillir vingt lofts duplex qui seront vendus à l'état de gros-oeuvre clos.

in d

etai

l_en

dét

ail

26

Page 29: Info Steel 35

Architect Francis Catteeuw: 'Het is geen sinecure om een open loods te transformeren naar woon- en werkgelegenheid, zonder de originele architec-tuur te schaden. Zelfs als is het een beschermd monument, je moet toch leefcomfort, akoestiek, stabiliteit en (brand)veiligheid garanderen.' Dat is juist waar het architectenbureau in slaagde: de constructie blijft prominent, de nieuwe ingrepen zijn terughoudend en bevinden zich (ook letterlijk) op het tweede plan. Het resultaat van ontwerp-beslissingen gebaseerd op een fascinatie voor het industrieel erfgoed.

Om de vormgeving van de oude loods te begrij-pen, moeten we even terug in de geschiedenis. De ontwikkeling van de Voorhaven was eind 19de eeuw het resultaat van een gedreven politiek die Gent als havenstad op de wereldkaart wilde zetten. Spilfiguur was de energieke Emile Braun, jarenlang de hoofdingenieur van de stad en later Gents burgemeester. De Voorhaven was de eerste haven van Gent die met de zee verbonden was en overzeese handelsgoederen aanleverde. Vooral katoen werd geïmporteerd en via de Voorhaven

Selon l’architecte Francis Catteeuw, 'ce n’est pas une sinécure de transformer un hangar ouvert, sans murs latéraux, en espace de logements et de bureaux, sans dénaturer l’architecture d’origine. Même s’il s’agit d’un monument classé, il faut garantir un certain confort de vie, permettre la flexibilité, et répondre aux critères d'acoustique, de stabilité et de sécurité (incendie).' Et c’est justement ce qu’a réussi le bureau d’architectes : l’architecture ancienne reste dominante, les nouvelles interventions sont discrètes et se situent (littéralement) au second plan. Le résultat du pro-jet témoigne d’une fascination pour le patrimoine industriel.

Pour comprendre la forme de l’ancien hangar, il nous faut remonter le temps. C’est Emiel Braun, ingénieur en chef de la ville pendant des années, et plus tard bourgmestre de Gand, qui a entière-ment dessiné l’avant-port. Celui-ci était le premier véritable port de Gand relié à la mer et accueillait des marchandises d’outre-mer. On importait alors surtout du coton, qui était transporté jusqu’aux fabriques textiles flamandes via le port gantois.

27

Page 30: Info Steel 35

naar onder de meer de Gentse textielfabrieken getransporteerd. Bij het plan hoorden de vijf ka-toenopslagplaatsen, met aan de ene kant het ka-naal Gent-Terneuzen en een rail voor de laad- en loskranen en aan de andere zijde het treinspoor, waarlangs de goederen naar hun eindbestemming werden gebracht. De loodsen dienden dus vooral voor overslag van katoenbalen, een faciliteit die de stad tegen een vergoeding verleende aan de handelaars. De afwezigheid van gevels en bin-nenmuren maakte de overslag veel vlotter. Om het katoen tegen slagregen te beschermen werd een dakoversteek van 5 m voorzien.

Economische rentabiliteit De loods bestaat uit twee delen: een bakstenen sokkel met een halfondergrondse kelder en daarboven twee bouwlagen volledig in staal opgetrokken en afgedicht met een groot dubbel tentdak. De stalen bovenbouw is een heel slimme constructie, die een perfect evenwicht vindt tussen stabiliteit en draagkracht enerzijds en een grote ononderbroken ruimte anderzijds. Met andere

C’est là que se trouvaient les cinq entrepôts de coton, avec d’un côté le canal Gand-Terneuzen et un rail pour les grues de chargement et de déchargement, et de l’autre la voie ferrée grâce à laquelle les marchandises étaient transportées vers leur destination finale. Les hangars servaient donc principalement au transbordement des balles de coton, un service que la Ville de Gand offrait aux commerçants, contre rémunération. L’absence de façades et facilitait les opérations de transborde-ment. Le débordement de toiture de 5 m proté-geait le coton des intempéries.

Rentabilité économiqueLe hangar comportait deux parties : un socle en briques comprenant une cave semi-enterrée et une structure en acier de deux niveaux refermée par une toiture à double versant. La structure supé-rieure en acier présente une conception particuliè-rement ingénieuse, fruit du compromis idéal entre la stabilité et la capacité portante d’une part, et l’existence d’un grand espace libre d’autre part. L’usage parcimonieux de l’acier – avec notam-28

Page 31: Info Steel 35

verdieping_étage

29

Page 32: Info Steel 35

woorden: door het vernuftig gebruik van staal – onder meer met de zogenaamde Polonceauspan-ten op de verdieping – konden overspanningen van meer dan 20 m gerealiseerd worden. Het gewicht van het hele dak wordt door middel van deze ragfijne Polonceauspanten en vakwerkliggers naar spaarzame kolommen afgedragen. Het staal werd indertijd geleverd door Cockerill uit Seraing. De stalen spanten, vakwerkliggers en samengestelde kolommen zijn geklinknagelde elementen die op de werf tot een geheel aan elkaar gebout werden.

De loods is een zuiver utilitair gebouw dat indertijd niet als een esthetisch object gewaardeerd werd. Het tentdak is net als de rest van het gebouw het gevolg van een louter economisch-bouwtechni-sche logica. Omdat het gebouw vrij omvangrijk is – 100 x 40 m – werd in de nok een lichtstraat voorzien, zodat daglicht tot in het midden van het gebouw reikte.

De loodsen in de Gentse Voorhaven zijn opgetrok-ken voor Antwerpse wereldtentoonstelling van 1883 en daarna gedemonteerd en verscheept naar Gent om daar heropgebouwd te worden. Vermoe-delijk waren de loodsen ontworpen om herbruikt te worden. Een duurzaamheidskenmerk van staal dat ook toen al toegepast werd. Dit kan verklaren waarom ze als een demonteerbare meccano in elkaar steken.

De restauratie

Loods 22 bevond zich in een relatief goede bouwtechnische staat. Enkel het staal aan de pe-rimeter van het gebouw had zwaar geleden onder oxydatie, het staal centraal in de loods was enkel oppervlakkig door corrosie aangetast. Te zwaar aangetaste elementen werden gedemonteerd en in het werkhuis hersteld of volledig vervangen door exacte kopieën.

De te behouden stalen delen die in buitencondities zouden blijven, werden integraal gezandstraald en met een drielaags verfsysteem roestwerend behan-deld. Het staal binnenin bleef onbehandeld en behield zijn roestige uitzicht. De volledig beglaasde gevel beneden werd in zwart gecoat aluminium schrijnwerk uitgevoerd. Dit gevelvlak is achter de buitenste kolom-menrij geplaatst waardoor het op een tweede vlak komt te liggen. Hierdoor blijft de oorspronkelijke con-structie integraal en onbelemmerd zichtbaar.

ment la présence de fermes de type Polonceau à l’étage – permet de franchir des portées de plus de 20 m. Les fermes Polonceau et les poutres en treillis de la toiture ramènent l’en-semble du poids de la toiture sur les quelques colonnes présentes. L’acier est issu de la pro-duction de Cockerill, à Seraing. Les fermes, les poutres en treillis et les colonnes composées sont des éléments rivetés dont l’assemblage a été réalisé sur chantier.

À l’époque, ce type d’architecture avait une fonction purement utilitaire; son esthétique était tout à fait secondaire. À l’instar du reste du bâtiment, la toiture est la conséquence d’une logique essentiellement économique et constructive. Le bâtiment étant assez vaste – 100 x 40 m –, une verrière a été intégrée dans le faîte pour que la lumière atteigne le centre du bâtiment.

Les hangars à Gand ont été construits pour l’Exposition Universelle d’Anvers en 1883 et ont ensuite été démontés et transportés par bateau pour être remontés à Gand. On suppose que ces hangars ont été conçus dès le départ pour être réutilisés. Il s’agit donc déjà à cette époque d’une approche ‘durable’. Ceci peut expliquer pourquoi les hangars s’assemblent comme d’ingénieux meccanos.

La restauration

Le hangar 22 se trouvait dans un relativement bon état constructif. Seul l’acier situé en pour-tour du bâtiment a réellement souffert de la corrosion ; l’acier au centre du hangar n’étant atteint que très superficiellement. Les éléments trop détériorés ont été démonté afin d’être réparés en atelier ou être remplacés par des éléments refaits à l’identique.

Les éléments existants en acier qui seront exposés à l’ambiance extérieure ont été sablés, puis traités par un système de protection anticorrosion com-posé de trois couches de peinture. L’acier intérieur reste, quant à lui, en l’état afin de conserver son aspect rouillé. L’ensemble de la façade vitrée en partie basse est réalisé en profilé d’aluminium laqué en noir. Le plan de cette façade est situé, de manière déportée, derrière la rangée extérieure de colonnes. Ceci permet de maintenir une parfaite visibilité des structures d’origine.

30

Page 33: Info Steel 35

Op de verdieping, waar de woonlofts gesitueerd zijn, bestaat de gevel uit houten schrijnwerk. Om de lofts meer licht te geven, springt het bouw-volume aan langse zijde 4 m in. Zo ontstonden buitenterrassen die het hedendaagse wooncomfort aanzienlijk verhogen. Ter hoogte van de terrassen schermen micro-geperfeerde goud gelakte stalen golfplaten de lofts af tegen directe inkijk.

De originele houten dakbedekking bleef behou-den, zichtbaar van binnenuit. De dakdichting werd gerealiseerd in zink met staande naad. In de dak-nok werd de oorspronkelijk continu doorlopende lichtstraat terug geëvoceerd door de speelse en ritmische plaatsing van grote dakvlakramen.

De scheidingsvloer tussen kantoren en woonlofts is in een massieve betonplaat uitgevoerd, gegoten op de originele stalen golfplaatvloeren. Deze be-tonplaat biedt naast het noodzakelijke akoestisch comfort en brandveiligheid de lofteigenaars de mogelijkheid om hun dubbelhoge ruimte naar eigen wens in te richten. Alle binnenwanden zijn uitgevoerd in ontdubbelde zelfdragende en geïso-leerde gipskartonwanden, opnieuw in functie van akoestiek en brandveiligheid.

À l’étage, où sont situés les lofts, le choix s’est porté sur des menuiseries en bois. Afin de rendre les lofts plus lumineux, le volume construit est en retrait de 4 m par rapport aux longues façades. Cela a permis de créer des terrasses non couvertes, qui augmen-tent directement le confort de vie. Pour des raisons d’intimité, quelques tôles profilées, microperforées et laquées or ont été installées entre les terrasses.

La couverture d’origine en bois a été conservée et reste visible depuis l’intérieur du bâtiment. L’étanchéité de la toiture est réalisée en zinc à joint debout. Le long du faîtage, la verrière d'origine continue a été remplacée par une série de baies vitrées dont le rythme présente un côté ludique.

Le plancher de séparation entre les bureaux et les lofts est réalisé en béton, directement coulé sur les tôles de plancher profilées existantes. Ce plancher, qui apporte le confort acoustique et la sécurité incendie nécessaires, offre aux occupants des logements toute la flexibilité d’aménagement sur la double hauteur. Les séparations intérieures sont réalisées en parois auto-portantes doubles de pla-coplâtre, afin d’également satisfaire aux exigences d’acoustique et de sécurité incendie.

31

Page 34: Info Steel 35

Sous un ciel ondulé :la 'Duerfplaz' de Mondercange

Dans un lointain passé, on l’appelait agora ou fo-rum. Chez les Grecs et les Romains, les conditions climatiques permettaient d’y gérer les affaires de la cité à ciel ouvert. Dans nos démocraties actuelles, la politique a trouvé refuge dans des lieux abrités de la pluie

Mondercange, dans le sud du Grand-Duché de Luxembourg, s’est fortement métamorphosée les dix, vingt dernières années: naguère encore village dont témoignent les maisons avec leurs dépendances qui trahissent une activité agricole, il est devenu ville-dortoir, d’Esch-sur-Alzette d'abord, de Luxembourg ensuite. Cette 'Duerfplaz' (place villageoise) s’est muée à son tour en lieu de rencontre. La destination politique faisant définiti-vement place à la convivialité seule, la commune s’est efforcée de la rendre la plus pratique, la plus agréable possible. Centre de rencontre ouvert et couvert à la fois, espace délimité mais non clos. Hospitalière aux individus comme aux groupes et associations, grâce à la protection des toitures, la 'Duerfplaz' sera très vite appelée, de par sa situa-tion au cœur de Mondercange et son accessibilité, à attirer les activités les plus diverses. Cette place

openbaar_public

B

A

B

A

C

situation plan 1:250

1

2

3

4

5

6

7

8

5

9

10

1112

13

15

14

paviljoen A_pavillon A 1.kassa_caisse 2.vaatwas_vaisselle 3.keuken_cuisine 4.betonnen bevloering_sol en béton 5.paviljoen B_pavillon B 6.backstage_backstage 7.stock_stockage 8.gravel bevloering_sol en terre battue 9.paviljoen C_pavillon C 10.bar_bar 11.rustruimten_endroits de repos 12.speelruimte, asfalt_plaine de jeux, asphalte 13.bestaande seniorenclub_club des seniors existant 14.bestaande parking_parking existant 15.

Rue d’Esch, MondercangePlaats_Localisation

Administration communale de Mondercange Opdrachtgever_Maître d’ouvrage

Bruck+Weckerle Architekten, LuxembourgArchitect_Architecte

InCA Ingénieurs Conseils Associés, NiederanvenStudiebureau_Bureau d’études

Constructions métalliques Arendt, Colmar-BergStaalbouwer_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Lucien Kayser Foto’s_Photos: BWA, Commune de Mondercange Tekeningen_Dessins: Bruck+Weckerle Architekten

in d

etai

l_en

dét

ail

Onder een hemel van golven: 'Duerfplaz' te Mondercange

In lang vervlogen tijden werd het agora of forum genoemd. Zowel bij de Grieken als bij de Romeinen werden er stadszaken geregeld. Tegenwoordig heeft de politicus, of de politiek (in onze representatieve democratieën), een onderkomen gezocht in parle-menten of kamers van volksvertegenwoordigers.

Mondercange, in het zuiden van het Groothertog-dom Luxemburg, is de afgelopen tien, twintig jaar erg veranderd. Nog niet zo lang geleden was het nog een dorp; de huizen en hun bijgebouwen verraden een landbouwverleden. Daarna werd het dorp een slaapstad. Eerst van Esch-sur-Alzette, daarna van Luxemburg zelf. De 'Duerfplaz' (dorpsplein) is op zijn beurt een ontmoetingsplaats geworden. Het politieke doel maakte definitief plaats voor gezelligheid en de gemeenschap heeft haar uiterste best gedaan om het plein zo praktisch en aangenaam mogelijk te maken. Het ontmoetingscentrum is zowel open als overdekt, de ruimte is afgebakend maar niet afgesloten, en zo-wel individuen als groepen en verenigingen voelen er zich welkom. De 'Duerfplaz' wordt dankzij de bescher-ming van de overkappingen, zijn ligging in het hart van Mondercange en zijn toegankelijkheid al snel de trekpleister voor allerlei activiteiten. Bovendien steekt

32

Page 35: Info Steel 35

de oppervlakken_les surfaces

de paviljoenen_les pavillons

de daken_les toitures

nouvelle, du moins nouvellement et heureusement aménagée, s’intègre sans difficulté dans l'environ-nement bâti existant.

Avec l’appui sans faille du maître d’ouvrage, l’administration communale, le bureau Bruck + Weckerle Architekten, secondés dans son travail par INCA Ingénieurs Conseils Associés, a conçu la place pour répondre dans ses différentes parties à des fonctions précises. Les surfaces en question, au nombre de trois, sont accompagnées chacune par un pavillon en bois : zone d’entrée, avec caisse et cuisine ; scène et locaux de stockage ; buvette et toilettes. Ces pavillons servent également de points de repère pour la toiture, composante sans doute la plus originale de la 'Duerfplaz'. Les struc-tures en acier ont permis de parfaitement traduire le concept en une réalisation concrète.

dit nieuwe plein – of beter dit nieuw en succesvol aangelegde plein – zeker niet af tegen de bestaande gebouwen.

Met de niet aflatende steun van de opdrachtgever, de gemeentelijke overheid, hebben Bruck + Wec-kerle Architekten, bijgestaan door INCA Ingénieurs Conseils Associés, een ontwerp gemaakt waarbij de verschillende gedeelten specifieke functies hebben. Bij de drie delen hoort telkens een houten paviljoen: de ingang, met een kassa en een keuken; het po-dium en de opbergruimtes; de bar en de toiletten. Deze paviljoenen lijken een beetje op de delen van een schrijn. Ze dienen tegelijk als richtpunt voor de overkappingen, die zonder twijfel het origineelste element van de 'Duerfplaz' zijn. Dankzij die stalen constructies kon men perfect overgaan van het ont-werp naar de uitvoering of de bouw.

33

Venue of Senior Club in MondercangeBruck + Weckerle Architekten

Pavillon CPavillon A

Pavillon B Pavillon A

Pavillon C Pavillon B

longitudinal section A-A 1:250

longitudinal section B-B 1:250

cross section C-C 1:250

Page 36: Info Steel 35

34

Page 37: Info Steel 35

35

Page 38: Info Steel 35

Le choix du matériau a été dicté par de mul-tiples considérations, aussi bien d'ordre esthé-tique, que fonctionnel : mise en évidence de la forme ondulé, montage rapide et facilité par la préfabrication, durabilité… En particulier, l’acier a permis de concevoir les toitures comme des bandes pliées. Il en résulte d’une part de larges ouvertures verticales qui favorisent l'éclairage naturel, d’autre

Zowel esthetische als functionele overwegingen hadden een bijna onvermijdelijke invloed op de materiaalkeuze: de benadrukking van de golvende vorm, de snelle en eenvoudige opbouw dankzij montagebouw, de voordelen van duurzaamheid… Met name dankzij het staal konden de overkap-pingen ontworpen worden als geplooide stroken. Daardoor werden enerzijds grote, verticale ope-ningen gecreëerd die het daglicht doorlaten, en 36

Page 39: Info Steel 35

part des surfaces inclinées qui garantissent une acoustique optimale.

Pour ce qui concerne l'aspect structural des toitures, donnons la parole aux architectes et ingénieurs:'... Afin de couvrir la grande portée des toitures et de permettre les différences de niveaux sou-haitées, il a été opté pour des poutres en treillis symétriques et asymétriques qui se confondent avec les ondulations de la toiture.Dans la partie supérieure de la poutre en treillis, les profilés laminés comprimés de section H stan-dard empêchent le flambage. Les éléments infé-rieurs en traction sont des tirants ronds, réduits à leur forme la plus simple.

Les toitures sont couvertes de bacs métalliques, traités en face inférieure par une mousse verte antibruit. Les parties verticales sont fermées par des panneaux en polycarbonate.'

Au-delà de ces considérations techniques, on est frappé par l'esthétique de la 'Duerfplaz'. La beauté de l’édifice est liée à la légèreté de sa toiture. Cet espace nous rappelle les marchés couverts du début de l’ère industrielle qui ont, par le passé, souvent été victimes de traite-ments désinvoltes.

Sa beauté tient du mariage réussi entre la nature et l'artificiel, comme cet arbre sauvé au milieu de la surface en graviers.

Mais aucun plan, aucune photo ne fascine autant que l’axonométrie de la structure en acier, plus qu’une simple charpente, harmonieuse comme une symphonie vertébrale.

anderzijds hellende oppervlakken om een optimale akoestiek te garanderen.

Over de structurele oplossing van deze stalen overkappingen laten we de architecten en ingeni-eurs zelf aan het woord:'... Om de grote overspanning van de overkappingen op te vangen en de verschillende gewenste hoogtes te kunnen realiseren, werd er gekozen voor sym-metrische en asymmetrische vakwerkliggers die de golvingen van de overkapping volgen.In het bovenste gedeelte van de vakwerkligger voor-komen gewalste, op druk belaste profielen met een standaard H-doorsnede dat de liggers doorbuigen. De onderste, op trek belaste elementen zijn ronde trekstaven die herleid zijn tot hun eenvoudigste vorm. De overkappingen zijn bedekt met geprofileerde pla-ten, waarvan de onderkant behandeld is met een ge-luiddempend groen schuim. De verticale openingen zijn afgesloten met polycarbonaatplaten.'

Naast de technische kant, zonder welke de 'Duerf-plaz' niet zou kunnen bestaan, is er ook het estheti-sche aspect. De schoonheid van het plein is mede te danken aan de luchtigheid die de overkappingen cre-eren. Het plein doet denken aan de oude markthallen uit het begin van het industriële tijdperk (die te vaak het slachtoffer zijn geworden van lichtzinnige omgang met het verleden). Zijn schoonheid steunt ook op het geslaagde contrast (of moeten we ‘huwelijk’ zeggen) van kunst(matig) met natuurlijk, zoals die geredde boom te midden van het grind.

Maar of je het ermee eens bent of niet: geen enkel plan en geen enkele foto is fascinerender dan de dwarsdoorsnede van deze stalen constructie, die meer is dan een eenvoudig geraamte, harmonieus zoals een gewervelde symfonie.

37

Page 40: Info Steel 35

wonen_résidentiel'Les Pasturelles'

Sis à Mont-sur-Marchienne en bordure d'une voie régionale, ce projet porte sur la réalisation d'un ensemble de 10 appartements au-dessus d'une surface commerciale en activité. L'urbanisme imposait le respect du gabarit des constructions environnantes (Rez+2 avec toiture à deux ver-sants). Cette imposition combinée aux recherches menées depuis longtemps par l'architecte en matière d'industrialisation du bâti ont plaidé en faveur d'une 'construction industrialisée légère en synergie ouverte'.

Comme un mécano

Cette option allait de pair avec le choix de l'acier comme matériau de construction.L'acier s'est imposé en raison de sa légèreté (au-dessus d’un rez commercial en béton armé préfabriqué) et des caractéristiques du site : un complexe commercial très fréquenté dont on ne

Mont-sur-Marchienne, Charleroi Plaats_Localisation

Ecologis, BreeOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Société interprofessionnelle d'architectes Paul Petit & Associés, CharleroiArchitect_Architecte

ST 2 Etudes, CharleroiStudiebureau_Bureau d’études

Vitiello, BatticeStaalbouwer_Constructeur métallique

M.E. Construct, BreeAlgemeen aannemer_Entepreneur général

Tekst_Texte: Laure Eggericx Foto’s_Photos: Bernard Boccara

'Les Pasturelles'

Dit project bevindt zich langs een regionale weg in Mont-sur-Marchienne. Het betreft de bouw van 10 appartementen boven een commerciële ruimte die al in gebruik is. De door Stedenbouw voorgeschreven bouwhoogte van de gebouwen in de omgeving (benedenverdieping+2 met zadel-dak) moest worden nageleefd. Deze verplichting en de lange zoektocht van de architect naar een industriële bouwtrant hebben geleid tot de keuze voor een ‘lichte geïndustrialiseerde constructie in open synergie’.

Net als meccano

Deze keuze ging gepaard met de selectie van staal als bouwmateriaal. Staal drong zich op door zijn lichtheid (boven een commerciële verdieping in geprefabriceerd gewapend beton) en door de kenmerken van de site: een druk bezocht com-mercieel centrum dat open moest blijven en zo

in d

etai

l_en

dét

ail

38

Page 41: Info Steel 35

39

Page 42: Info Steel 35

pouvait interrompre l'exploitation et qu'il fallait gêner le moins possible. De plus, la surface allouée au chantier était particulièrement réduite et l'utilisation de grues ou d'échafaudages quasi impossible. Il était par ailleurs essentiel de réduire les nuisances en matière de bruit, de poussière, de parking et d'accessibilité. Bref, des conditions particulièrement difficiles qui deman-daient une solution rapide, légère, propre et respectueuse de l’environnement. Ces requêtes allaient être pleinement rencontrées par l’option 'mécano' à assembler sur place. Le gros oeuvre fermé allait être réalisé en moins de 8 semaines, un délai record !

Modulable

L'ensemble est composé de 5 modules compre-nant chacun un appartement 2 chambres au-des-sus duquel se déploie un duplex 2 chambres. Cet ensemble naît de l'assemblage de différents com-

weinig mogelijk hinder moest ondervinden. De oppervlakte die voor de bouwplaats was voorzien, was bovendien uiterst klein, zodat dat kranen en stellingen nagenoeg onmogelijk te plaatsen zou-den zijn. Bovendien moest de last op het gebied van lawaai, stof, parkeerplaatsen en toegang tot een minimum beperkt blijven. Kortom, bijzonder moeilijke omstandigheden die om een snelle, lichte, schone en milieuvriendelijke oplossing vroegen. Aan die eisen kon ruimschoots worden voldaan door te kiezen voor een ‘meccano’ die ter plaatse werd gemonteerd. De gesloten ruwbouw werd in minder dan 8 weken gerealiseerd. Een record-termijn!

Moduleerbaar

Het geheel bevat 5 modules. Elke module bestaat uit een appartement met 2 kamers en daarboven een duplex met 2 kamers. Dit geheel ontstond uit de montage van verschillende bestanddelen

40

Page 43: Info Steel 35

41

Page 44: Info Steel 35

42

Page 45: Info Steel 35

posants en acier. Les éléments structurels constitués d'éléments en acier galvanisé, qui ont préalable-ment été découpés, perforés et profilés à froid, suivant un processus complètement automatisé. Les accessoires en tôle d'acier sont produits sur des presses plieuses numériques. Tous ces composants sont prémontés en atelier pour former des cadres structurels mis, qui sont ensuite assemblés par vis-sage ou boulonnage sur chantier. Les panneaux de plancher, de façade et de toiture sont ensuite mis en place. Les panneaux sandwich des façades et des toitures sont fabriqués à partir de tôle en acier pré-revêtu. Enfin, le gros-œuvre est fermé par la pose des fenêtres et des portes extérieures. La der-nière étape concerne les finitions intérieures.

Expérimental

Le projet répond aux normes de stabilité, sécu-rité incendie, d’isolation thermique (coefficient K inférieur à K30) et acoustique. Une attention particulière a en outre été accordée aux questions de durabilité et de consommation énergétique (système de conditionnement 'split' avec pompe à chaleur air/air de type 'inverter' pour les apparte-ments, chauffage central basse température pour les duplex ainsi qu'une ventilation double flux avec récupération de chaleur). Ce projet expérimental prend place dans un environnement hétéroclite, presque improbable. La prochaine étape, évoquée par l'architecte, vise à appliquer le même concept à un projet de bâtiment passif.

in staal. De structurele elementen bestonden uit vooraf verzinkte stalen profielen die op voorhand waren gesneden, geboord en koud gefabriceerd met digitale profileer/boormachines. Het toebe-horen in staalplaat werd gemaakt met digitale afkantpersen. Al deze bestanddelen werden vooraf in de werkplaats geassembleerd tot structurele raamwerken die op de bouwwerf met schroeven en bouten werden geplaatst en vastgehecht. Vervol-gens werden de vloer-, gevel- en dakplaten aange-bracht. De sandwichpanelen voor de gevels en de daken werden gemaakt van gecoate staalplaten. Ten slotte werd de ruwbouw dichtgemaakt door de plaatsing van ramen en buitendeuren. In de laatste fase wordt de binnenafwerking voltooid.

Experimenteel

Dit project beantwoordt aan de normen inzake stabiliteit, brandveiligheid, thermische isolatie (K-waarde lager dan K30) en akoestiek. Het streeft bovendien naar duurzaamheid en een laag energie-verbruik (‘split’ airconditioningsysteem met warm-tepomp lucht/lucht van het ‘inverter’-type voor de appartementen, centrale verwarming met laag temperatuurregime voor de duplexappartementen, dubbelstroomventilatie met warmterecuperatie). Dit experimentele complex is ingebed in een he-terogene, bijna onwaarschijnlijke omgeving. De volgende stap zal er ongetwijfeld in bestaan deze formule ook in de passiefbouw toe te passen. Die hoop koestert de architect koestert in elk geval.

43

Page 46: Info Steel 35

Bel-etage in de Vlaamse Ardennen

Architect Johan Bessems uit Sint-Maria-Horebeke ontwierp een staalskeletwoning voor een gezin in Mater. Aanvankelijk was het de wens van de bewo-ners om de bestaande oude woning met stalling te verbouwen en uit te breiden met een staalvolume. Maar de bouwvallige staat van het huis, het gewenste programma en de stedenbouwkundige voorschrif-ten maakten dat verbouwen niet haalbaar was. Heroprichting wel, en dus werd het oude woonhuis gesloopt. De stalling bleef behouden, om later als ber-ging te dienen en als buffer naar de straat. Het perceel bevindt zich twee meter boven het straatniveau. Bo-vendien wilden de bouwheren een bel-etagewoning zodat de woonkamer zich boven het landschap van de Vlaamse Ardennen uittorent. Het open woon-gedeelte met bureau bevindt zich op de verdieping, samen met de ouderslaapkamer. Beneden zijn kin-derkamers, badkamer en keuken. Dat de woning een staalskelet zou worden, stond vooraf vast, gezien de architect die het koppel raadpleegde, gespecialiseerd is in staalarchitectuur.

Mater, OudernaardePlaats_Localisation

Dhr. en mevr. Vandemeulebroucke-BaertOpdrachtgever_Maître d’ouvrage

Bessems Staalarchitectuur, Sint-Maria-HorebekeArchitect_Architecte

I’m with Alice Architecture & Engineering, GentStudiebureau_Bureau d’études

Diliën Metaalwerken, HouthalenStaalbouwer_Constructeur métallique

Tekst_Texte: Sofie De Vriese Foto’s_Photos: Arch. Johan Bessems

wonen_résidentielBâtiment bel-étage dans les Ardennes flamandes

L’architecte Johan Bessems de Hoorebeke-Sainte-Ma-rie a conçu un logement familial à ossature en acier à Mater. Le souhait initial des habitants était de rénover et l’ancien logement existant et son hangar, et de l’agrandir par un volume en acier. Mais l’état de déla-brement de la maison, le programme souhaité et les prescriptions urbanistiques rendaient cette rénovation impossible. Une nouvelle construction étant toutefois réalisable, l’ancienne maison a été démolie. Le han-gar, quant à lui, a été conservé pour servir par après de remise et de tampon par rapport à la rue. La par-celle se trouve deux mètres au-dessus du niveau de la rue. En outre, les maîtres d’ouvrage souhaitaient une maison bel étage afin que le séjour domine le pay-sage des Ardennes flamandes. Le séjour ouvert avec bureau se trouve donc à l’étage, avec la chambre des parents. Les chambres des enfants, la salle de bain et la cuisine se situent en bas. Le choix de l’utilisation d’une ossature en acier pour la maison était fixé dès le début, l’architecte consulté par le couple étant spécia-lisé dans l’utilisation de ce matériau.

in d

etai

l_en

dét

ail

44

Page 47: Info Steel 35

Industriële montageArchitect Johan Bessems: 'Staalbouw biedt een aantal voordelen. Als je de juiste voorwaarden res-pecteert, kan je het budget merkbaar drukken. Het constructiemateriaal zelf blijft relatief goedkoop en wordt per gewicht gerekend, een slank skelet is dus van essentieel belang. Voorwaarde hierbij is dat de koppelingen en afwerking eenvoudig en industrieel blijven. Ik zorg altijd voor een zeer rationeel ontwerp waarbij ik van meet af aan let op de monteerbaarheid en de modulering van de woning. Met staalbouw zijn grotere bewoonbare oppervlaktes betaalbaar. De woning in Mater is 220 m2 groot en dat is voor wat mijn portfolio betreft zelfs eerder compact. De verdere invulling is in dit huis traditioneler, maar het principe ruw-bouw is afwerking blijft gehandhaafd. Het systeem laat bovendien toe de afwerking van het gebouw te faseren in de tijd, zodat je de financiering kan spreiden.

Wat betreft de stabiliteit van de projecten, maakt het studiebureau steevast zeer scherpe berekenin-gen op basis van het structuurschema van de ar-chitect. Dat wil zeggen dat we de norm uiteraard

Montage industrielJohan Bessems, architecte : 'La construction en acier offre plusieurs avantages. La prise en compte des contraintes existantes permet de réduire sensiblement son impact budgétaire. L’acier en lui-même est un matériau relativement bon marché. Son coût est proportionnel à la quantité de matériau utilisée ; il est donc essentiel de concevoir des structures légères. Il importe également de concevoir des systèmes d’assemblage et de parachèvement simples. Je veille toujours à appliquer un concept très rationnel qui intègre les critères de facilité de montage et de modularité de l’habitation. La construction en acier permet de réaliser de grandes surfaces habitables de manière abordable. La maison de Mater s’étend sur 220 m², ce qui est relativement compact par rapport à la moyenne de mes réalisations. La finition de cette maison est plutôt traditionnelle, tout en appliquant le principe 'gros œuvre = finition'. En outre, le système constructif autorise un phasage de l’exécution afin d’en étaler le financement. La stabilité des projets fait l’objet de calculs très pointus par le bureau d’études, sur base des schémas structuraux proposés par l’architecte. La quantité

45

Page 48: Info Steel 35

respecteren, maar niet méér staal of steunpunten gebruiken dan nodig. Dat is een kwestie van ver-trouwen tussen ontwerper en ingenieur, dat met de jaren gegroeid is. Zo zijn er bij deze woning geen windverbanden ter hoogte van de beglazing. Het scharnierend skelet werd grotendeels vorm-vast door de invulmuren in cellenbeton.'

De structuur van de woning en de invulling ervan – zijnde de compartimentering – worden uiter-aard in synergie ontworpen, maar een voordeel bij staalbouw is dat je de twee enigszins van elkaar kan loskoppelen. Met andere woorden: het open staalskelet laat vrijheid in indelen toe. Architect Bessems: 'Dat voordeel moet je relativeren. De afmetingen die wij gebruiken, zijn niet alleen werkbaar voor een gunstige overspanning, maar beantwoorden ook aan een gangbare oppervlakte van de verschillende functionele ruimtes in een huis. De indeling blijft, door het plaatsen van niet-dragende tussenmuren, wel flexibel, maar de praktijk leert dat de oorspronkelijke indeling heel vaak niet meer verandert.'

ProgrammaHet programma van de bouwheren was gebaseerd op heel wat parameters. Het was hun uitdruk-kelijke wens om een bel-etagewoning te bouwen, omwille van het uitzicht – vandaar ook de wens om de achtergevel maximaal te beglazen rondom een loggia - en omwille van het energieconcept: de stijgende warmte komt de woonverdieping ten goede, terwijl de kinderslaapkamers beneden koeler blijven. Ze wilden een open loft-karakter, dus één

d’acier et le nombre de points d’appui sont calculés de manière optimale, dans le strict respect des normes en vigueur. La confiance qui existe entre le concepteur et l’ingénieur a permis, au fil des années, d’atteindre cette optimalisation. Pour cette habitation, il a fallu veiller à ce qu’aucun contreventements ne soit situé au droit des vitrages. L’ossature articulée en acier a été rigidifié principalement par les maçonneries de remplissage en béton cellulaire.'

La structure de la maison et son aménagement – son compartimentage – ont été développés en synergie, même si un des avantages de la construction en acier est de permettre de dissocier ces deux aspects. En d’autres termes, la structure laisse toute la liberté à l’aménagement. Johan Bessems : 'Cet avantage doit être relativisé. Les dimensions que nous utilisons ne sont pas uniquement fonction des portées maximales possibles, mais répondent également aux besoins courants de surface des différents espaces fonction-nels d’une maison. L’aménagement reste cependant flexible, grâce à l’utilisation de cloisons non portantes, mais la pratique nous apprend que les divisions ini-tiales restent généralement inchangées par la suite.'

ProgrammationLa programmation établie par les maîtres d’ouvrage dépendait de plusieurs paramètres. Le choix d’une ha-bitation bel-étage résultait d’une part d’un souhait fa-voriser la vue (d’où la présence de nombreux vitrages en façade arrière autour de la loggia), et d’autre part du concept énergétique (permettre à la chaleur de monter vers les espaces de vie tout en permettant aux chambres d’enfants situées en partie basse de rester

46

Page 49: Info Steel 35

grote ruimte op de verdieping. De woonkamer en bureau vormen één geheel en er is over de loggia en vide heen visueel contact met de ouderslaapka-mer. De woonruimte is ook verticaal opengewerkt, want de verdieping is via de vide verbonden met de leefkeuken beneden. Verder waren een (stalen) luifel ter hoogte van de beglaasde achtergevel en een buitentrap richting tuin een must.

plan 0

plan +1

fraîches). Le maîtres d’ouvrage souhaitait une struc-ture ouverte de type loft avec la présence d’un grand espace à l’étage. Le séjour et le bureau forment une entité en contact visuel avec la chambre des parents via le patio. Le séjour est aussi ouvert à la verticale, l’étage étant relié à la cuisine par un vide. Autres impératifs : un auvent (en acier) au droit de la façade vitrée et un escalier extérieur vers le jardin.

47

Page 50: Info Steel 35

Heel praktisch maar bepalend voor het ontwerp was de wens van de bouwheer om een groot deel van de bouwwerken zelf uit te voeren. Uiteinde-lijk nam hij de afbraak, de fundering, vloerplaat, de riolering, luchtverwarming, de ventilatie, de houten tussenvloer, de houten plafond- en gevel-bekleding, de technieken en de buitenaanleg voor zijn rekening. Een lot cellenbeton dat ze al hadden moest in de woning verwerkt worden, vandaar de invulmuren in cellenbeton ter hoogte van de be-nedenverdieping, die geïsoleerd zijn en met witte crepi bepleisterd.

Slanke constructieDe som van alle wensen leverde een minimale staalbouw op, dat wil zeggen dat de draagstruc-tuur met verdiepingshoog vakwerk, het plat dak, de zwarte gevelbekleding op de verdieping en de structuur voor het terras in staal zijn. Voor het skelet werden HEB100-kolommen en IP100- en IP200-liggers gebruikt, voor een zo slank mogelijk skelet. Het dak bestaat uit zichtbaar blijvende steeldeckplaten. De binnentrap bestaat

Le souhait du maître d’ouvrage d’effectuer lui -même une grande partie des travaux a été déterminant pour ce qui concerne la conception du bâtiment. Il a finale-ment réalisé lui-même la démolition, les fondations, la dalle de sol, l’égouttage, le chauffage par air chaud, la ventilation, le plancher intermédiaire en bois, les plafonds en bois, le revêtement de façade, les ins-tallations techniques et l’aménagement extérieur. Le logement devait si possible intégrer des blocs de béton cellulaire dont disposait le maître d’ouvrage, d’où la présence de murs de remplissage en béton cellulaire à l’étage inférieur. Ceux-ci ont été isolés et enduits d’un crépi blanc.

Construction élancéeL’ensemble des contraintes a eu pour résultat une construction métallique minimaliste, c'est-à-dire que la structure portante en treillis de la hauteur d’un étage, le toit plat, le revêtement de façade noir à l’étage et la structure de la terrasse sont en acier. Des poteaux HEB100 et des poutrelles IP100 et IP200 ont permis de réaliser une ossature élancée. La toiture est composée de panneaux de type ‘steeldeck’ qui 48

P1/01: IPE-200

P0/01: IPE-200

KO

KER

60x

60x6

K19: K

OKER

Ø88

.9x1

2K18: KOKER Ø

88.9x12

KO

KER

60x

60x6

K23

: HEB

-100

K22

: HEB

-100

K24

: HEB

-100

P 1/17

: IP E

-140

P 1/18

: IP E

-140

P 1/19: IP E -140

P 1/20: IP E -140

P1/23: UPN-140

STRUCTUURSCHEMA AS A

Page 51: Info Steel 35

uit UPN200-profielen met houten traptreden. De luifel en de buitentrap zijn gemaakt uit galva persroosters en roostertreden. De gevelafwerking ter hoogte van de verdieping werd uitgevoerd met stalen sandwichpanelen in het zwart, in contrast met de witte crepi beneden. Niet in staal is de verdiepingsvloer. Er werd gekozen voor een hou-ten roostering tussen de staalkolommen, zodat de eigenaar die zelf kon uitvoeren in een vroege fase van de bouwwerken.

De verdieping kraagt uit ten opzichte van de be-nedenverdieping en wordt ondersteund door twee slanke buisprofielen in V-vorm. De ingeklemde luifelstructuur is aan het skelet gebout met behulp van enkele T-stukken Aan de achterzijde werd een hap uit de verdieping genomen, zodat een dakter-ras ontstaat. De verlaagde terrasstructuur verbindt de buitentrap met de loggia en wordt minimaal gekoppeld aan het staalskelet. Alle buitendelen werden thermisch verzinkt. De binnendelen van het staalskelet werden na een roestwerende grondlaag in RAL-kleur geverfd.

restent apparent. L’escalier intérieur est constitué de profilés UPN 200 et de marches en bois. L’auvent et l’escalier extérieur sont réalisés en acier déployé galva-nisé à chaud. L’habillage de la façade à l’étage est en panneaux sandwich en acier de couleur noire, ce qui contraste avec le crépi blanc de l’étage inférieur. Le plancher de l’étage n’est pas en acier : il est constitué d’un gîtage en bois supporté par des poteaux en acier, ce qui a permis au propriétaire de monter lui-même le plancher en début de chantier.

L’étage est en porte-à-faux par rapport au niveau inférieur et est soutenu par deux tubes en acier élancés en forme de V. La structure encastrée de l’auvent est fixé à l’ossature au moyen de raccord en T. À l’arrière, une partie de l’étage a fait place à une terrasse dont la structure abaissée relie l’escalier extérieur avec la logia, en limitant les connections avec le reste du bâtiment. Tous les éléments extérieurs en acier sont galvanisés à chaud ; les éléments d’ossature intérieurs sont revêtus d’une protection anti-corrosion par pein-ture et d’une finition en couleur-RAL.

49

Page 52: Info Steel 35

historisch_historiqueLes ascenseurs à bateaux du Canal du Centre

Merveilles de l’ingénierie figurant au patrimoine mondial de l’humanité de l’UNESCO depuis 1998, les quatre ascenseurs hydrauliques pour bateaux du canal du Centre sont les seuls à fonctionner encore complètement avec les techniques du XIXe siècle. Récemment, ces ascenseurs ont fait l’objet d’une restauration toute particulière, de par l’utili-sation de rivets forgés à chaud…

Historique

Au XIXe siècle, l’Europe connaît une grande pé-riode de développement économique et technique. Dans le Hainaut, le charbon, dont la demande est sans cesse croissante, est essentiellement acheminé par chemin de fer. Mais peu à peu, l’aménagement des voies navigables va connaitre un réel essor.

Très vite, il s’avère indispensable d’établir une liaison fluviale entre les bassins hydrauliques de l’Escaut et de la Meuse. Et comme l’activité indus-

La Louvière, Houdeng-Goegnies (Ascenseur n°1)La Louvière, Houdeng-Aimeries (Ascenseur n°2)La Louvière, Strépy-Bracquegnies (Ascenseur n°3)Le Rœulx, Thieu (Ascenseur n°4)Plaats_Localisation

Région Wallonne, Direction Générale desVoies Hydrauliques, Ministère Wallon del’Équipement et des Transports - MWETOpdrachtgever renovatie_Maître d’ouvrage rénovation

Edwin Clark Clark, Henri Genard, F. Nolet, 1887Ontwerp_Concept

Eiffage Construction Métallique, Colombes (FR)Aelterman, Gent (BE)Baeck & Jansen, Balen (BE)Renovatie staalconstructie_ Rénovation construction métallique

Dumanois, Lille (FR) Warmklinken_Forgeage à chaud de rivets

Tekst_Texte: Romain Goffinet Foto’s_Photos: Ministère de l’Equipement et des Trans-ports - Direction des Editions et de la Documentation (DED) (Région Wallonne), Jean-Marie Huet, Jo Van den Borre, Bernard Boccara.

De scheepsliften van het Centrumkanaal

De vier hydraulische scheepsliften van het Centrumkanaal zijn prachtige technische verwe-zenlijkingen en staan sinds 1998 op de Unesco-werelderfgoedlijst. Het zijn bovendien de enige die nog helemaal werken met 19e-eeuwse techniek. De liften werden onlangs op een wel heel bijzon-dere manier gerestaureerd aangezien er werd gebruikgemaakt van warmklinken …

Voorgeschiedenis

In de 19e eeuw maakt Europa een periode van grote economische en technische ontwikke-ling door. De vraag naar kolen neemt dan ook voortdurend toe. In Henegouwen worden kolen voornamelijk via het spoor aangevoerd, maar geleidelijk aan nemen waterwegen een hoge vlucht.

Het blijkt al snel noodzakelijk om het Schelde- en het Maasbekken met mekaar te verbinden. Aangezien de industriële activiteit in Henegouwen niet te stuiten is,

in d

etai

l_en

dét

ail

50

Page 53: Info Steel 35

trielle dans le Hainaut ne cesse de croître, des nouveaux projets de voies navigables apparaissent et se concrétisent. Toutefois, leur construction se heurte toujours au franchissement des dénivel-lations. C’est pour pallier à ce problème que les ascenseurs hydrauliques ont vu le jour en 1887-1888. Ils furent construits suivant les plans de l’ingénieur britannique Edwin Clark, qui avait déjà réalisé un ascenseur de ce type en 1875 sur le canal reliant la Rivière Weaver au Trent & Mersey Canal, au pays de Galles. Les ascenseurs belges furent pleinement opérationnels en 1917.

Revenons à la genèse du projet. Dès 1871, le gou-vernement belge décide de construire le canal. La décision de relier la Sambre à l’Escaut tombe le 4 août 1879. Un avant-projet sera signé entre Edwin Clark et l’ingénieur Kraft de la société Cockerill de Seraing, qui fournira les parties métalliques des ascenseurs.

Le canal du Centre est unique dans le réseau des voies navigables belges. En effet, on ne constate nulle part ailleurs une différence de niveau aussi grande sur une distance aussi courte. Le canal présente, entre son embranchement à La Louvière jusqu'à Mons, une longueur de 21 km pour un dénivellé de 90 m.

Cette dénivellation sera rachetée dans la partie aval du canal à l’aide de 6 écluses de 4 m de chute, 5 écluses de 4,20 m de chute, et une écluse

zien nieuwe kanaalprojecten het licht. Bij de aanleg duikt echter altijd het probleem op van hoogtever-schillen die moeten worden overwonnen. Om dat probleem op te lossen, kwamen er vanaf 1887-1888 hydraulische liften. Die liften werden gebouwd op basis van de plannen van de Britse ingenieur Edwin Clark, die in 1875 in Wales al een dergelijke lift had gebouwd op het kanaal dat de Weaver-rivier verbindt met Trent & Mersey Canal. De Belgische liften waren volledig operationeel in 1917.

Laten we even teruggaan naar het begin. In 1871 beslist de Belgische regering om het kanaal te gra-ven en op 4 augustus 1879 valt de beslissing om de Samber en de Schelde te verbinden. Er wordt een voorontwerp ondertekend tussen Edwin Clark en ingenieur Kraft van Cockerill in Seraing, dat de metalen onderdelen van de liften zal leveren.

Het Centrumkanaal is een unicum onder de Bel-gische kanalen. Nergens anders moet namelijk zo’n groot hoogteverschil over zo’n korte afstand worden overwonnen. Van de aftakking in La Lou-vière tot in Bergen wordt 21 km afgelegd, met een verval van meer dan 90 m.

In het stroomafwaartse deel van het kanaal wordt het verval opgevangen met behulp van zes slui-zen met een valhoogte van 4 m, vijf sluizen met een valhoogte van 4,20 m en één sluis met een valhoogte van 2,26 m. In het stroomopwaartse gedeelte worden vier Clark-liften gebruikt (één

51

Page 54: Info Steel 35

de 2,26 m de chute ; et dans sa partie amont à l’aide de 4 ascenseurs de type Clark ( 1 de 15,40 m de chute et 3 de 16,93 m de chute). L’utilisation d’ascenseurs est justifiée par la forte déclivité du terrain et par leur faible consommation d’eau (60 fois inférieure à celle d’une écluse). Ils ont été réalisés au gabarit Freycinet (norme régissant la dimension des écluses et de certains canaux) et sont tous à peu près identiques.

Principe de fonctionnement des ascen-seurs hydrauliques

L’ascenseur de Houdeng-Goegnies (ascenseur n°1) consiste essentiellement en deux compartiments mobiles, chacun actionné par sa propre presse hy-draulique ; les presses sont reliées entre elles par des tuyaux de sorte que lorsqu’un compartiment est au niveau de l’ouverture supérieure, l’autre se trouve au niveau de l’ouverture inférieure. Et quand le premier descend à la suite de l’introduc-tion d’eau depuis l’ouverture supérieure, le second s’élève. Ainsi, la particularité de ces monstres de métal réside dans le fait qu’ils sont – paradoxa-lement - faciles à manœuvrer : puisque le poids d’un bac plein est pratiquement constant (avec ou sans bateau), il suffit simplement de remplir un peu plus le bac à descendre que l’autre bac (contrepoids), pour que son poids soit légèrement supérieur et entame sa descente pendant que l’autre, simultanément, monte.

Cet ascenseur a également pour particularité d’être flanqué de 2 ponts-canaux métalliques de 17 m de long, qui prennent appui sur un mur de soutènement construit à l’amont du canal. Ils sont fermés, du côté des sas, par des portes métalliques auxquelles viennent s’accrocher les portes correspondantes des bacs.Zuiger bootlift nr4_Piston ascenseur à bateaux n°4.

Bootlift nr1_Ascenseur à bateaux n°1 - Houdeng-Goegnies Bootlift nr2_Ascenseur à bateaux n°2 - Houdeng-Aimeries

met een valhoogte van 15,40 m en drie met een valhoogte van 16,93 m). Het gebruik van liften wordt verantwoord door hun lage waterverbruik (zestig keer minder dan een sluis) en door de sterke helling van het terrein. De liften zelf werden volgens het Freycinet-gabarit gebouwd (een norm die de afmetingen van sluizen en bepaalde kana-len regelt) en zijn vrijwel identiek.

Werkingsprincipe van de hydraulische liften

De scheepslift van Houdeng-Goegnies (lift nr1) be-staat hoofdzakelijk uit twee mobiele compartimen-ten, die elk door een hydraulische pers worden aangedreven. De persen zijn onderling verbonden met buizen zodat wanneer het ene compartiment zich aan de bovenste opening bevindt, het andere zich aan de onderste opening bevindt. Wanneer het eerste compartiment daalt doordat water wordt ingelaten via de bovenste opening, stijgt het tweede compartiment. Het bijzondere aan deze metalen monsters is dan ook dat ze – pa-radoxaal genoeg – gemakkelijk te bedienen zijn: aangezien het gewicht van een volle bak vrijwel constant is (met of zonder boot), volstaat het om in de bak die moet zakken wat meer water in te laten dan in de andere bak (tegengewicht). Op die manier wordt de eerste bak zwaarder en begint hij te zakken, terwijl de tweede tegelijk stijgt.

Een andere bijzonderheid is dat zich aan beide kanten van de lift een 17 m lang metalen aqua-duct bevindt. Beide rusten op een steunmuur die aan het stroomopwaartse deel van het kanaal werd gebouwd. Aan de kant van het sas zijn ze afgesloten met metalen deuren waaraan de overeenkomstige deuren van de bakken worden gehaakt.

52

Page 55: Info Steel 35

Trente années séparent la construction du dernier ascenseur (l’ascenseur n°4, situé à Thieu) de l’entrée en fonction du premier. Il présente par conséquent un certain nombre de modifications apportées au dessin initial, dictées par des consi-dérations d’ordre pratique. Toutefois, le principe opératoire demeure identique (seules quelques pe-tites modifications ont été apportées aux guides, aux presses hydrauliques et à leurs pistons, ainsi qu’aux écluses).

Le premier ascenseur ayant subi une avarie pro-voqué par la collision d'un bateau, une remise à neuf s’est avérée nécessaire. Dans la foulée, les trois autres ascenseurs ont également été rénovés. La particularité de ces rénovations consiste en l’utilisation d’une technique ancienne : le forgeage à chaud de rivets en acier, effectué par l’entreprise Dumanois, de Lille. Notons également qu’une partie du rivetage a pu être réalisée en atelier au moyen de l’outillage hydraulique, des parties entières de bacs ayant pu être transportées par convois exceptionnels.

Le rivet forgé à chaud

La première étape d’un assemblage riveté consiste à préparer toutes les pièces de l'assemblage : traçage, débit et ensemble des perçages. L'assem-blage est d'abord réalisé par un boulonnerie provisoire, avant d'être remplacée par les rivets définitifs.

Pour chaque rivet, l'opération débute par le dé-montage du boulon provisoire (ou par la chasse du rivet ancien à remplacer, dans le cas d’une répara-tion), puis par l’alésage du trou au bon diamètre.

Bootlift nr3_Ascenseur à bateaux n°3 - Strépy-Bracquegnies Bootlift nr4_Ascenseur à bateaux n°4 - Thieu

Bootlift nr4_Ascenseur à bateaux n°4 - Thieu

Tussen de bouw van de laatste lift (lift nr4, in Thieu) en de inbedrijfstelling van de eerste lift verstreek dertig jaar. Het gevolg daarvan is dat – uit praktische overwegingen – een aantal wijzigingen werden aangebracht aan het oorspronkelijke ontwerp. Het werkingsprincipe bleef echter onveranderd (het betreft slechts enkele kleine veranderingen aan de geleidin-gen, de hydraulische persen en de zuigers, alsook aan de sluizen).

Nadat de eerste lift averij had opgelopen als gevolg van een klap van een boot, drong een vernieuwing zich op. De drie andere liften werden dan ook maar meteen gerenoveerd. Bijzonder aan die renovaties is dat een techniek van vroe-ger werd gebruikt: het warmsmeden van stalen klinknagels, uitgevoerd door het Rijselse bedrijf Dumanois. Er moet nog op worden gewezen dat een deel van het klinkwerk in de werkplaats kon worden uitgevoerd met behulp van hydraulische werktuigen aangezien volledige bakelementen met uitzonderlijk vervoer naar de fabriek konden worden getransporteerd.

Warmgesmede klinknagels

De eerste fase van een klinkassemblage betreft de voorbereiding van alle stukken die de staalcon-structie vormen: traceren, snijden en doorboren. Vervolgens kan worden gemonteerd met behulp van voorlopige bouten, die daarna worden vervan-gen door de definitieve klinknagels.

Voor elke klinknagel wordt dus eerst een voorlopige bout gebruikt (of wordt de te ver-vangen klinknagel uitgedreven in geval van een herstelling) en wordt het gat uitgeboord tot de juiste diameter.

53

Page 56: Info Steel 35

Le rivet neuf est chauffé au ‘rouge cerise’ dans un four ou par induction : le chauffeur le transmet alors au poseur chargé de l’insérer dans le trou et de le bloquer avec le tas. Une fois le rivet ‘tassé’, le riveur, placé en vis-à-vis, pourra façonner la tête seconde avec son mar-teau pneumatique équipé d’une bouterolle. Le refroidissement assurera le serrage, mais c’est surtout l’acier repoussé dans l’alésage qui vient combler la totalité du jeu.

Notons au passage que quelques 14.000 rivets en acier forgés à chaud auront été nécessaires dans la rénovation de l’ascenseur de Thieu. Mais pourquoi utiliser cette technique com-plexe et tellement particulière qu’elle en est devenue rarissime ? Non seulement pour des raisons évidentes d’esthétique, mais aussi - et surtout -, parce que les qualités techniques du rivet forgé à chaud sont remarquables.

M. Thierry Descamps, PDG de l’entreprise Dumanois, explique : 'Le rivetage à chaud est notre spécialité. Nous avons travaillé sur ces rénovations avec la Maison Eiffel pour la remise à neuf de l’ascenseur n°1, ainsi qu’avec deux entreprises belges, Aelterman et Baeck & Jansen, pour les 3 autres ascenseurs'.

'Nous avons tout d’abord procédé au remon-tage successif des différents éléments des ascenseurs avec un système classique de bou-lonnerie. Lorsque le remontage est effectué on passe à la partie la plus spectaculaire de l’assemblage: le remplacement progressif des assemblages boulonnés par des assemblages rivetés à chaud. Par rapport au boulon, le rivet garnit complètement le trou dans lequel on vient le mettre. La tête, en se refroidissant, vient appliquer un serrage assez puissant. Cette d’absence totale de jeu va faire qu’au cisaillement, l’assemblage riveté est absolu-ment exceptionnel'.

Et M. Descamps de conclure : 'Nous sommes très fiers d’avoir pu exercer notre savoir-faire unique sur ces ouvrages qui sont remarquables sur le plan technique et qui témoignent d'un riche passé industriel.'

De nieuwe klinknagel wordt in een oven of door inductie verhit tot hij roodgloeiend is. De verwarmer geeft de klinknagel dan door aan de zetter, die hem in het gat steekt en blokkeert met een tegenhouder. Vervolgens kan de klin-ker, die tegenover zit, de tweede kop bewerken met een pneumatische hamer die is uitgerust met een dopper. De geklonken onderdelen worden stevig vastgeklemd door de afkoeling van het staal maar vooral door het klinknagel-staal zelf, dat de speling in de uitboring vol-ledig opvult.

Vermelden we nog dat voor de renovatie van de lift in Thieu zo’n 14.000 warmgesmede klink-nagels zullen zijn gebruikt. Maar waarom die complexe techniek, die zo bijzonder is dat ze bijna nergens meer wordt toegepast? Dat is niet alleen om (evidente) esthetische redenen, maar ook – en vooral – omdat warmgesmede klinknagels uitste-kende technische kwaliteiten bieden.

Dhr. Thierry Descamps, CEO van Dumanois, licht toe: 'Warmklinken is onze specialiteit. Voor de vernieuwing van lift nr1 hebben we sa-mengewerkt met Maison Eiffel, en voor de drie andere liften ook met twee Belgische bedrijven, Aelterman en Baeck & Jansen'.

'Eerst monteerden we de verschillende elementen van de liften opnieuw met behulp van klassieke bout- en moersystemen. Na die voorlopige mon-tage volgde het meest spectaculaire deel van de assemblage: de geboute verbindingen een voor een vervangen door warmklinkverbindingen om-dat klinknagels niet-geëvenaarde technische kwa-liteiten bieden. In vergelijking met een bout vult een klinknagel namelijk het volledige gat. Door de afkoeling van het metaal zorgt de kop voor een stevige samenklemming. Maar het is vooral door de totale afwezigheid van speling dat klinken een buitengewone verbinding vormt die afschuiven verhindert'.

M. Descamps besluit: 'We zijn heel trots dat we onze unieke knowhow konden aanwenden voor deze bijzondere kunstwerken, die getuigen van een grote industriële geschiedenis en uiterst inte-ressant zijn op technisch vlak.'

54

Page 57: Info Steel 35

55

Page 58: Info Steel 35

Bâtiments industriels : distance minimale à respecter

Contexte

Pour les bâtiments non industriels, la distance minimale à respecter entre bâtiments est fixée de manière prescriptive. Elle dépend uniquement de la hauteur des bâtiments : 6 m pour les bâtiments bas, 8 m pour les bâtiments moyens et élevés.

Pour les bâtiments industriels, la distance à respec-ter entre bâtiments est variable et dépend d’une série de caractéristiques propres aux façades : leur hauteur, leur largeur, leur pourcentage non EI (par-tie de la façade non résistante au feu), …

L’approche proposée par l’Annexe 6 des Normes de Base permet soit d’utiliser des distances tabulées, soit de déterminer soi-même la distance par calcul. La seconde approche (par calcul) per-met d’optimaliser l’implantation des bâtiments industriels, en réduisant la distance requise entre bâtiments.

Le but de cet article est de donner une synthèse des exigences de distance entre bâtiments indus-triels et de faciliter l’approche par calcul de cette distance minimale.

Distance minimale entre bâtiments : différentes solutions

L’annexe 6 donne des exigences (voir Figure a) : - pour la distance à respecter entre 2 bâtiments

industriels (D); - pour la distance à respecter entre un bâtiment

industriel et une limite de parcelle (D’).

La distance intermédiaire minimale (D) entre bâtiments situés sur une même parcelle peut être déterminée d’une des façons suivantes : - Lorsque les deux bâtiments sont équipés d’une

installation d’extinction automatique (sprin-klers), aucune distance intermédiaire n’est requise ;

- Lorsque les 2 façades présentent E60 (respect du critère d’étanchéité au feu pendant 1 heure), la distance intermédiaire entre les deux façades doit être supérieure ou égale à la hauteur de la façade la plus haute (voir Figure b) ;

techniek_technique

1 Industriegebouwen, gelegen in België, waarvoor de stedenbouwkundige vergunning ingediend is sinds 15 augustus 2009_Bâtiments industriels, situé en Bel-gique, pour lesquels une demande de permis d’urba-nisme a été introduite depuis le 15 août 2009

2 Koninklijk Besluit van 1 maart 2009 _Arrêté royal du 1er mars 2009

Tekst_Texte: Jean-Philippe Vériter, ing Technical Manager Infosteel

Minimale afstand tussen industriegebouwen

Context

Voor niet-industriële gebouwen, wordt de minima-le afstand tussen de gebouwen bepaald volgens prescriptieve regels. Deze hangt alleen af van de hoogte van de gebouwen: 6 m voor lage gebou-wen, 8 m voor middelhoge en hoge gebouwen.

Voor industriegebouwen, is de te respecteren afstand tussen gebouwen variabel en afhankelijk van een aantal kenmerken van de gevels: hun hoogte, breedte, niet-EI percentage (deel van de gevel zonder brandwerendheid),…

Bijlage 6 van de Basisnormen staat toe om, hetzij getabelleerde afstanden toe te passen, hetzij de minimale afstand zelf te berekenen. De tweede be-nadering (berekening) maakt het mogelijk de inplan-ting van industriegebouwen te optimaliseren, door de vereiste afstand tussen gebouwen te beperken.

Het doel van dit artikel is om een overzicht van de vereisten inzake afstand tussen industriege-bouwen weer te geven en de benadering via berekening van deze minimumafstand te verge-makkelijken.

Minimale afstand tussen gebouwen : verschillende benaderingen

Bijlage 6 geeft de vereisten (zie Figuur a) voor wat betreft: - de te respecteren afstand tussen 2 industriege-

bouwen (D); - de te respecteren afstand tussen een industrie-

gebouw en de perceelgrens (D’).

De minimale tussenafstand (D) tussen gebouwen die op hetzelfde perceel gelegen zijn wordt be-paald volgens één van de volgende manieren: - Wanneer beide gebouwen uitgerust zijn met

een automatische blusinstallatie (sprinklers), is geen tussenafstand vereist;

- Indien beide gevels voldoen aan het criterium E60 (vlamdichtheid gedurende 1 uur), dient de tussenafstand tussen de beide gevels groter of gelijk te zijn aan de hoogte van de hoogste gevel (zie Figuur b);

56

tech

niek

_tec

hniq

ue

Figuur b_Figure b

Page 59: Info Steel 35

- En fonction du critère de 15 kW/m²: - Soit en appliquant les distances reprises dans

le Tableau 4 (voir Figure c) ; - Soit en effectuant des calculs de rayonne-

ment entre les bâtiments à considérer.

La distance (D’) minimale entre un bâtiment indus-triel et une limite de parcelle est déterminée en fonction du critère de 15 kW/m² : - Soit en divisant par 2 les distances reprises dans

le Tableau 4 (voir Figure c) ; - Soit en effectuant un calcul de rayonnement

entre le bâtiment considéré et sa symétrie en miroir par rapport à la limite de parcelle.

Remarque : Lorsque les distances minimales imposées par l’Annexe 6 ne sont pas respectées, les bâtiments doivent être traités comme des com-partiments contigus, ce qui implique notamment

minimaal te respecteren afstand _distance minimale à respecter

D = afstand tussen gebouwen _D = distance entre bâtiments

D' = afstand tussen een gebouw en de perceelsgrens

_D' = distance entre un bâtiment et la limite de parcelle

gebouwen op eenzelfde perceel_bâtiments situés sur une même parcelle

gebouw in de nabijheid van een perceelsgrens

_bâtiment situé à proximité d'une limite parcelle

gebouwen met sprinklers_bâtiments sprinklés

gebouwen zonder sprinklers _bâtiments non sprinklés

geen vereiste qua afstand _ pas d'exigence de distance

2 gevels E60 op 100% van de oppervlakte

_2 façades E60 sur 100% de la surface

1 van de 2 gevels EI60 op 100 - x% van de oppervlakte

_1 des 2 façades EI60 sur 100 - x% de la surface

gevel EI60 op 100 - x% van de oppervlakte

_façade EI60 sur 100 - x% de la surface

D ³ 0

D ³ max (h1, h2)

(zie Figuur b _voir Figure b)

Criterium_Critère = 15 kW/m²

D ³ afstand uit Tabel 4

D ³ distance reprise dans le Tableau 4

D ³ max (DA®B ; DB®A)

Door berekening _Approche par calcul

D’ ³ ½ afstand uit Tabel 4

D’ ³ ½ distance reprise dans le Tableau 4

D’ ³ ½ DA®mirror A

Door berekening _Approche par calcul

zie voorbeeldberekening nr1 _voir exemple de calcul n°1

zie voorbeeldberekening nr2 _voir exemple de calcul n°2

Figuur a_Figure a - Volgens het criterium van 15 kW/m²:

- Hetzij door het toepassen van de afstanden van Tabel 4 (zie Figuur c);

- Hetzij door het uitvoeren van berekeningen van de straling tussen de betrokken gebouwen.

De minimale afstand (D’) tussen een industriege-bouw en een perceelgrens wordt bepaald volgens het criterium van 15 kW/m²: - Hetzij door de afstanden van Tabel 4 (zie Fi-

guur c) te halveren; - Hetzij door het uitvoeren van een berekening van

de straling tussen het betrokken gebouw en zijn spiegelbeeld (ten opzichte van de perceelgrens).

Opmerking: Wanneer de minimale afstanden opgegeven door Bijlage 6 niet gerespecteerd worden, dienen de gebouwen beschouwd te worden als aangrenzende compartimenten wat,

57

Page 60: Info Steel 35

de prévoir une paroi de séparation résistante au feu (EI60 si les 2 compartiments appartiennent à la classe A, EI120 dans les autres cas). Pour plus d’informations à ce sujet, il y a lieu de consulter les articles 3.4.1 à 3.4.3 de l’Annexe 6.

Critère de 15 kW/m²

Le législateur a fixé la valeur de 15 kW/m² comme l’intensité de rayonnement à partir de laquelle il existe un risque significatif de propagation d’incendie entre bâtiments indus-triels. Ceux-ci doivent donc être implantés de manière à ce qu’un incendie dans un bâtiment ne génère pas de rayonnement supérieur à 15 kW/ m² sur les façades des bâtiments voisins. Cette exigence s’écrit :

I = α IEC ≤ 15 kW/m²

avec :I : le rayonnement incident, reçu par une façade

d’un bâtiment voisin [kW/m²] : le facteur de formeα : le pourcentage d’ouvertures non EI dans la

façade du bâtiment sinistréIEC : le rayonnement émis par les ouvertures du

bâtiment sinistré [kW/m²]

Dans tous les cas où le critère de 15 kW/m² s’ap-plique, l’Annexe 6 des Normes de Base autorise soit l’utilisation des valeurs tabulées reprises dans le Tableau 4 (voir Figure c), soit d’effectuer un calcul de rayonnement.

brandweerstand van de gevel _résistance au feu de la façade

% openingen zonder brandweerstand _% ouvertures sans résistance au feu

afstand [m] _distance [m]

EI(i«o)60

0% 0

0% £ % openingen_ouvertures < 10% 4

10% £ % openingen_ouvertures < 15% 8

15% £ % openingen_ouvertures < 20% 12

20% ³ % openingen_ouvertures 16

geen brandweerstand of_pas de résistance au feu ou< EI(i«o)60

16

Figuur c : Tabel 4 van Bijlage 6 van de Basisnormen_Figure c : Tableau 4 de l’Annexe 6 des Normes de Base

onder andere, als gevolg heeft dat een brandwerende scheidingswand voorzien moet worden (EI 60 indien beide compartimenten tot de klasse A behoren, EI120 voor de andere gevallen). Voor meer informatie over dit onderwerp, wordt er verwezen naar de paragrafen 3.4.1 tot en met 3.4.3 van Bijlage 6.

Criterium van 15 kW/m²

De wetgever heeft de waarde van 15 kW/m² vast-gelegd als de straling vanaf welke er een aanzienlijk risico van brandvoortplanting tussen industriege-bouwen bestaat. Deze moeten zo geplaatst worden dat een brand in een gebouw geen straling op de gevels van de dichtstbijzijnde gebouwen veroor-zaakt die de waarde van 15 kW/m² overschrijdt. Deze eis kan als volgt uitgedrukt worden:

I = α IEC ≤ 15 kW/m²

met :I : de invallende straling ontvangen door een

gevel van een nabijgelegen gebouw [kW/m²] : de zichtfactorα : het percentage niet-EI openingen in de gevel

van het getroffen gebouwIEC : de straling uitgezonden door de openingen

van het getroffen gebouw [kW/m²]

In alle gevallen waar het criterium van 15kW/m² van toepassing is, laat Bijlage 6 toe om, hetzij de getabelleerde waarden van Tabel 4 te gebruiken (zie Figuur c), hetzij een berekening van de stra-ling toe te passen.

58

Page 61: Info Steel 35

Le facteur de forme

Le facteur de forme est un coefficient adimension-nel qui indique quelle proportion du rayonnement émis par le bâtiment sinistré parvient à un endroit donné d’une façade du bâtiment voisin.

L’annexe 6 donne l’expression algébrique de (voir Figure d) qui permet de déterminer le rayon-nement reçu sur un plan parallèle à la façade rayonnante, à mi-hauteur et mi-largeur de cette façade. D’autres expressions algébriques de existent dans la littérature spécialisée (comme l’annexe G de l’EN1991-1-2), pour des nom-breuses autres dispositions géométriques.

Le pourcentage d’ouvertures non EI

Le coefficient α correspond au pourcentage d’ouvertures non EI de la façade. L’utilisation de ce coefficient permet de simplifier la prise en compte de plusieurs ouvertures non EI dans une façade, en considérant l’effet de ces ouvertures de manière globale.

Figuur d_Figure d

omschreven rechthoek_rectangle circonscrit

De zichtfactor

De zichtfactor is een dimensieloze coëfficiënt die aangeeft hoeveel van de straling uitgezonden door het getroffen gebouw, een bepaald punt van de gevel van een naburige gebouw bereikt.

Bijlage 6 geeft een algebraïsche uitdrukking van (zie Figuur d) die toelaat om de ontvangen straling te bepalen op een vlak evenwijdig aan de stralende gevel, op halfhoge en halve breedte van deze gevel. Andere algebraïsche uitdrukkingen van bestaan in de gespecialiseerde literatuur (zoals Appendix G van de EN1991-1-2), voor vele andere geometrische situaties.

Het percentage niet-EI openingen

De coëfficiënt α is het percentage niet-EI openin-gen in de gevel. Het gebruik van deze coëfficiënt vereenvoudigt de manier om rekening te houden met verschillende niet-EI openingen in een gevel, door het effect van deze openingen globaal te beschouwen.

59

Page 62: Info Steel 35

Le rayonnement incident IEC

Lorsqu’un incendie se produit dans un bâtiment indus-triel, toute ouverture (non EI) émet un rayonnement vers l’extérieur de ce bâtiment. L’Annexe 6 considère uniquement le rayonnement provenant des façades ; le rayonnement provenant d’éventuelles ouvertures dans la toiture n’est pas pris en considération.

L’intensité du rayonnement émis (IEC) par une ou-verture est fonction de la température à l’intérieur du bâtiment sinistré. L’annexe 6 propose conven-tionnellement les valeurs de IEC suivantes: - 45 kW/m² pour les incendies contrôlés par l’ali-

mentation en combustibles ; - 170 kW/m² pour les incendies contrôlés par

l’alimentation en air.

La valeur du produit (α IEC) varie comme indiqué dans la Figure e.

Quand est-il utile de faire un calcul du rayonnement ?

Le Tableau 4 (voir Figure c) donne la distance minimale à respecter entre façades parallèles, en fonction du pourcentage non EI de la façade rayonnante. Ce tableau a été établi sur base du critère de 15 kW/m², en prenant comme hypothèse que la façade rayonnante présente une hauteur de 12 m et une largeur de 60 m.

De invallende straling IEC

Een brand in een industriegebouw veroorzaakt stralingen door alle niet-EI openingen. Bijlage 6 beschouwt enkel de straling komende van gevels; er wordt geen rekening gehouden met de straling uit de mogelijke openingen in het dak.

De intensiteit van de uitgezonden straling (IEC) door een opening is afhankelijk van de tempe-ratuur binnen het getroffen gebouw. Bijlage 6 stelt conventioneel volgende waarden van IEC voor: - 45 kW/m² voor branden gecontroleerd door de

brandstof; - 170 kW/m² voor branden gecontroleerd door de

luchttoevoer.

De waarde van het product (α IEC) varieert zoals af te lezen in Figuur e.

Wanneer is een berekening van de straling nuttig ?

Tabel 4 (zie Figuur c) geeft de minimale afstand tussen evenwijdige gevels weer in functie van het niet-EI percentage van de stralende gevel. Deze tabel is opgesteld op basis van het criterium van 15 kW/m², in de veronderstelling dat de stralende gevel een hoogte van 12 m en een breedte van 60 m heeft.

Figuur e_Figure e0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

50

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0

a I EC

[kW

/m²]

a

a IEC = 45

a I EC

= a

.170

» 26,5%

60

Page 63: Info Steel 35

Les distances reprises dans le Tableau 4 sont donc sécuritaires (et excessives) pour toutes les façades qui sont moins hautes (h < 12 m) et/ou moins large (w < 60) que la façade de référence. En outre, le Tableau 4 ne tient pas compte de l’effet favorable de façades non parallèles (angle ≠ 180°). Dans tous les cas précités, un calcul de rayonnement permet de justifier des distances plus faibles entre bâti-ments industriels.

Distance minimale entre bâtiments situés sur une même parcelle

Utilisation du Tableau 4

Le Tableau 4 donne directement la distance à respecter entre façades parallèles. Lorsque les façades qui se font face présentent des pour-centages non EI différents, l’Annexe 6 admet de déterminer cette distance ‘en fonction de la façade qui a la résistance au feu la plus élevée’ (c’est-a-dire en tenant compte du pourcentage non EI le plus faible).

Pour les façades non parallèles, les distances du Tableau 4 peuvent être utilisées de manière sécu-ritaire pour déterminer la distance la plus courte entre 2 points non EI des façades.

Calcul du rayonnement

Lorsqu’on effectue un calcul de rayonnement, on tient compte de la hauteur et de la largeur réelle de la façade rayonnante. Pour cette raison, le calcul de la distance minimale doit être fait en considérant les deux sens de rayon-nement (de la façade X vers la façade Y et de la façade Y vers la façade X). La distance à appliquer est la plus grande des deux distances obtenues par calcul.

Afin d’éviter de devoir effectuer ce calcul de rayon-nement, Infosteel a développé une série de gra-phiques qui permettent de déterminer par simple lecture la distance minimale à prévoir entre bâti-ments industriels. Ces graphiques sont le résultat de calculs de rayonnement suivant le critère de 15 kW/m². Ils sont disponibles en format pdf sur le site : www.infosteel.be/links

Afstanden in Tabel 4 zijn daarom veilig (en over-matig) voor gevels die minder hoog (h < 12 m) en/of smaller (w < 60) zijn dan de referentiegevel.

Bovendien houdt Tabel 4 geen rekening met de gunstige invloed van niet-parallelle wanden (hoek ≠ 180 °). In al deze gevallen kan een berekening van de straling kleinere afstanden tussen industriegebou-wen rechtvaardigen.

Minimale afstand tussen gebouwen op hetzelfde perceel

Toepassing van Tabel 4

Tabel 4 geeft rechtstreeks de te respecteren af-stand tussen evenwijdige gevels aan. Wanneer de tegenoverliggende gevels verschillende niet-EI percentages hebben, laat Bijlage 6 laat toe om deze afstand te bepalen ‘in functie van de gevel met de hoogste brandwerendheid’ (dat wil zeggen met het laagste niet-EI percentage).

Voor niet-evenwijdige gevels, kunnen de afstan-den in Tabel 4 veilig worden gebruikt om de kortste afstand tussen twee niet-EI punten van de gevels te bepalen.

Berekening van de straling

Bij het uitvoeren van een berekening van de stra-ling, wordt er rekening gehouden met de werke-lijke hoogte en breedte van de stralende gevel.

Daarom moet de berekening van de minimale afstand plaatsvinden, volgens beide richtingen van de straling (van gevel X naar gevel Y en van gevel Y naar gevel X). De te weerhouden afstand is de grootste van de twee afstanden gevonden door de berekeningen.

Om deze berekening van de straling te vermijden, heeft Infosteel een reeks van grafieken ontwikkeld waar de minimale afstand tussen industriegebou-wen rechtstreeks kan van afgelezen worden. Deze grafieken zijn het resultaat van berekening van de straling volgens het criterium van 15 kW/m2. Ze zijn beschikbaar in pdf-formaat via: www.infosteel.be/links

61

Page 64: Info Steel 35

Exemple de calcul n°1

Prenons le cas de deux bâtiments industriels dont les façades sont parallèles :

- Bâtiment X : façade non EI, hauteur 10 m, largeur 25 m ;

- Bâtiment Y : façade non EI, hauteur 8 m, largeur 40 m.

- Pour ces bâtiments, le Tableau 4 (Figure c) de l’Annexe 6 préconise une distance minimale de 16 m entre les façades.

- Rayonnement du bâtiment X vers le bâtiment Y : le graphique (Figure f) indique que la dis-tance à respecter pour limiter le rayonnement reçu par la façade du bâtiment Y à 15 kW/m² est de 11,5 m.

- Rayonnement du bâtiment Y vers le bâtiment X : le graphique (Figure f) indique que la dis-tance à respecter pour limiter le rayonnement reçu par la façade du bâtiment X à 15 kW/m² est de 10,7 m.

- La distance à respecter entre les bâtiments X et Y est donc de 11,5 m (la plus grande des dis-tances obtenues), à la place de 16 m (suivant le Tableau 4).

Distance minimale entre un bâtiment et la limite de parcelle

Utilisation du Tableau 4

Pour déterminer la distance minimale entre un bâti-ment industriel et une limite de parcelle, l’Annexe 6 indique que la moitié de la distance reprise au Tableau 4 doit être respectée, quelque soit l’implan-tation des bâtiments dans la parcelle voisine.

Calcul du rayonnement

Lorsque l’on souhaite déterminer la distance mini-male via un calcul de rayonnement, le principe de symétrie en miroir par rapport à la limite de la par-celle est appliqué. Cela signifie que l’on considère qu’un bâtiment imaginaire identique au bâtiment considéré est situé sur la parcelle voisine, en symé-trie par rapport à la limite de la parcelle.

Du fait de cette symétrie entre bâtiments (entre le bâtiment réel et le bâtiment imaginaire), un seul calcul de rayonnement est effectué. La distance

Berekeningsvoorbeeld nr1

Neem het geval van twee industriegebouwen, waarvan de gevels evenwijdig met elkaar zijn:

- Gebouw X: niet-EI gevel, hoogte 10 m, breedte 25 m;

- Gebouw Y: niet-EI gevel, hoogte 8 m, breedte 40 m.

- Voor deze gebouwen, geeft Tabel 4 (Figuur c) van Bijlage 6 een minimale afstand van 16 m tussen de gevels.

- Straling van gebouw X naar gebouw Y: de grafiek (Figuur f) geeft aan dat de afstand die nodig is om de straling op de gevel van het gebouw Y te beperken tot 15 kW/m² gelijk is aan 11,5 m.

- Straling van gebouw Y naar gebouw X: de grafiek (Figuur f) geeft aan dat de afstand die nodig is om de straling op de gevel van het gebouw X te beperken tot 15 kW/m² gelijk is aan 10,7 m.

- De te respecteren afstand tussen gebouwen X en Y is dus gelijk aan 11,5 m (de grootste van beide berekende afstanden), in plaats van 16 m (volgens Tabel 4).

Minimale afstand tussen een gebouw en de perceelgrens

Toepassing van Tabel 4

Om de minimale afstand te bepalen tussen een in-dustriegebouw en een perceelgrens, duidt Bijlage 6 aan dat de helft van de afstand in Tabel 4 moet worden gerespecteerd, ongeacht de inplanting van de gebouwen op het naastgelegen perceel.

Berekening van de straling

Wanneer het gewenst is de minimale afstand te bepalen door een berekening van de straling, wordt het principe van spiegelsymmetrie ten op-zichte van de perceelgrens toegepast. Dit betekent dat een identiek denkbeeldige gebouw op het naastliggende perceel beschouwd wordt, symme-trisch ten opzichte van de perceelgrens.

Door de symmetrie tussen gebouwen (tussen het werkelijke en het denkbeeldig gebouw), dient slechts één berekening van de straling gemaakt worden.

62

Page 65: Info Steel 35

trouvée par calcul est celle qui sépare le bâtiment réel du bâtiment imaginaire. Il suffit de diviser cette distance par deux pour trouver la distance à respec-ter entre le bâtiment et la limite de la parcelle.

Exemple de calcul n°2

Prenons le cas d’un bâtiment industriel Z avec une façade non EI (hauteur 7 m, largeur 60 m) que l’on souhaite implanter parallèlement à la limite de parcelle.

- Pour ce bâtiment Z, le Tableau 4 de l’Annexe 6 préconise une distance minimale de 8 m (16 m/2) par rapport à la limite de la parcelle.

- Rayonnement du bâtiment Z vers le bâtiment imaginaire : le graphique indique que la dis-tance à respecter pour limiter le rayonnement reçu par la façade du bâtiment imaginaire à 15 kW/m² est de 9,90 m.

- La distance à respecter entre le bâtiment et la limite de parcelle est donc de 4,95 m (9,90 m/2), à la place de 8 m (suivant le Tableau 4).

10

11

12

13

14

15

16

17

H = 12m

H = 11m

H = 10m

H = 9m

H = 8m

H = 7m

Afstand volgens Tabel 4 (Bijlage 6)_Distance selon le Tableau 4 (Annexe 6)

3

4

5

6

7

8

9

10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60

H = 6m

H = 5m

H = 4m

H = 3m

XY

Z

11,5

10,7

9,9

minimale afstand tussen niet-EI evenwijdige gevels [m] _distance minimale entre façades parallèles non EI [m]

hoogte van de stralende gevel _hauteur de la façade rayonnante

breedte van de stralende gevel [m] _largeur de la façade rayonnante [m]

Figuur f_Figure f

Het resultaat van de berekening is de afstand tus-sen het werkelijke gebouw en zijn spiegelbeeld en dient dus gehalveerd te worden om de minimale afstand tussen het gebouw en de perceelgrens te bepalen.

Berekeningsvoorbeeld nr2

Neem het geval van een industriegebouw Z met een niet-EI gevel (hoogte 7 m, breedte 60 m) die ingeplant wordt evenwijdig aan een perceelgrens.

- Voor dit gebouw Z, legt Tabel 4 van Bijlage 6 een minimale afstand op van 8 m (16 m/2) tot aan de perceelgrens.

- Straling tussen het gebouw Z en een denk-beeldig gebouw: de grafiek toont aan dat de vereiste afstand om de ontvangen straling op de gevel van het denkbeeldige gebouw te be-perken tot 15 kW/m² gelijk is aan 9,90 m.

- De minimale afstand tussen het gebouw en de perceelgrens is dus gelijk aan 4,95 m (9,90 m/2), in plaats van 8 m (volgens Tabel 4). 63

Page 66: Info Steel 35

Permanent membersArcelorMittalNLMK La LouvièreGSVTata Steel

Gold membersArval by ArcelorMittalAND-SteelBEST IngénieursBuildsoftGrymaferGalva PowerIemantsIsocabJoris IdeKingspan BelgiumSadefNemetschek SciaVCL-CPSVK Group

Silver membersAalterpaintabt BelgiëAeltermanAertssen KranenAnbumaAnmecoASK Romein MalleA.d’A Paczowski FritschAteliers PoncinBCMBelgium CoatingsBureau BouwtechniekBureau D’Études GreischBureau D’Études PirnayCavale Steel Company ConstrusoftCordeelCSMDeltastaal (Salzgitter)DemeestereDe Wandeler MetaalbouwDejondDevoldere MetaalbouwDiliën Metaalwerken DynabatEdiboEmotecFrisomatHouyoux ConstructionsInCA Ingénieurs Conseils AssociésIng.Bureau Norbert ProvoostIngenieursbureau StendessJanssensKersten EuropeLiebaert StaalbouwLindabMahieu MetaalbouwMathieu GijbelsMCB Belgique BelgiëME ConstructMetaalconstructies VerhofstéMetaalconstructie TruyensMetalix LummenPromat

Vlaamse Gemeenschap / Afdeling MetaalstructurenNedcoatNey and PartnersNmbs B-Holding GroepODSPPG - Protective and Marine CoatingsRosseelSAB-ProfielSBESchroeder & AssociésSecoSetescoSimon-Christiansen & Ass.SoludecStacoStubecoTechnifuturTechnumTimmers Cranes and SteelworksVan KerckhoveVictor Buyck Steel ConstructionWP Steel Assembly – Willemen GroepWSB-Wagner

Bronze membersAB AssociatesArcadis BelgiumArcelorMittal - EurostructuresARCHI+I - BURO IIASBAteliers MerschBC ProjektteamBM EngineeringBSP ConstructionCAD Systems - ParabuildCeqmasCreelDutch EngineeringEstablis (TAB)Euro InoxEurosteel FramingFerronnerie d’Art Dejeond- DelargeHancke MetaalwerkLe Fonds du Logement HatweeIndusteel BelgiumReppelPGB Europesignum+architectenSteel Concept and DesignSlimline BuildingsStabilogicsStudieburo MoutonTechnoconAannemingen VerelstArcelorMittal Projects BelgiumZinkinfo Infozinc Benelux

Individueel lid _Membre individuel Ackx GunnarApers JefBajoit JulesBastin Olivier

Bauvois SergeBeguin AloysBellens StéphanBerben JoBessems JohanBinder GeorgesBleus Jean-MarieBogaert ReinoutBoone RikBosquée PhilippeBouvy LaurentBrutsaert GeorgesBruyère JacquesBuyl ChantalCappan SvenCardon ElsCarrette LucCerfontaine FrédéricChantry MarcCherdon DidierClaes BartClemmens FrancisClerdent Anne-CathérineClotuche GérardColin SergeColin BenoistCollard FrançoisCollard MichelCoopman PeterCooreman JanCoppin ThierryCustermans RonnyD'Leon BrianDe Boever DirkDe Cia MarcoDe Coster JosDe Mey MarcDe Munck PascalDe Pape MarcDe Poortere JanDe Smedt Pierre-PaulDe Vrée BernardDecleyre WalterDecorte RolandDeforche PeterDegallaix HuguesDelgoffe DanielDelvaux JulesDenayer MichelDenoël Jean FrançoisDepouille IsabelleDewaele KathyD’Haveloose TomDuchange FrançoiseDumont Jean-MarieEerlingen DannyErven JanEveraert BramFranssens MaartenGaascht ArnaudGeldhof GeertGérard AmauryGiesen ChrisGoelhen ClaudeGoethals LievenGoffaux Jean-ClaudeGrondal EricGruloos PhilippeGubbini MarcGutfrind StéphaneHans Didier

Hardy DominiqueHeirman GertHendrickx MarcHérin PierreHeyvaert HermanHondekyn FilipIeven GuidoJanssens HansJonckheere KoenKaiser GérardKoch HugoLaurent WillyLeblanc PierreLeenknecht JanLefèvre DaveLeys LucLiekens PaulLievens WilliamLindelauf ToonLoncke MatthieuMabille LucMahy DidierMahy Jean-FrançoisMahy XavierMaisin PhilippeMarbehant ChristianMarbehant FrancisMaters G.A.M.J.Milis LouisMoens JohanMollaert MarijkeNoël GeoffroyNys CharlottePhotiadis KyriakosPlancke MarcPoncin HenriPosen JanReyntjens JohanRietveld JanRorive MarcRousseau JoosSanguinetti AldoSanna FredericSarens BennySchockert LouisSchueremans LucSchwarz WilfriedSenes PaoloSileghem PolSpitaels JanSprangers DannyStormacq PatrickStree RobertStroobandt PascalStrotz BobTaquet FrançoiseThill MireilleTremong Jean-LouisTrippas MyriamVaes EricVan De Velde PatrickVan Den Berg EtienneVan Der Beken MichelVan Der Valk TinusVan Eynde KoenVan Eysden Jean-PhilippeVan Hoecke HendrikVan Hunsel MarianVan Impe RudyVan Issum FranzVan Laere Frank

Van Lysebeth JohanVan Neste MarkVan Odenhoven MarcelVan Oevelen JefVan Roey JohnVandaele JoVandekerkhof JefVandenbosch P.Vanderperren JosVandewalle LucieVandewalle PhilippeVanherk PatrickVanhove FrankVanlommel DieterVanparys AndyVerhelst MarcVerhelst Jean-PierreWagner Jean-LucWieme KristofYsenbrandt Peter & J.J.

Onderwijsinstelling _EnseignementHogeschool Sint Lukas BrusselHogeschool Sint-Lucas GentDe Nayer InstituutIESA Victor Horta BruxellesInstitut Supérieur Industriel ArlonInstitut Supérieur Industriel GrammeInstitut Supérieur Industriel de MonsUniversité du Luxembourg Universiteit Gent - Architectuur Stedenbouw

Student/stagiair _Etudiant/stagiaire Boey ThomasBoomer JérémyBoven PieterBriers KristofBuysmans KrisCambier MargauxCanor ThomasClaeys JonasCooman KenDe Decker BartDe keersmacker MathieuDe Pauw StijnDelameillieure ThomasDeloof Pieter JanDemasure EmelieEloy ValentineFerriere VincianeFrère JulesGeenen GillesGeorges StéphanieGoddeeris TomHalleux ChristopheHooijmans StefanHuvelle ClaraImbrechts TimJanssens GlennJeurissen TomMacris VincentMolemans DriesMortelmans NeleMeynen VincentNijs Floriaan

Pescod EmilyRottiers RubenRousseuw CarloRubens PieterSchiettecatte PieterSchoenmaeckers AugustinSchoenmaekers LienSchotte NicolasSerlet AlyssaSeurinck PatrickSimon CharlotteSlock PieterSnoeck FrançoisSonck DelphineStrobbe TiemenTorrekens BenjaminTrappeniers PeterVan BuytenVan Goethem SofieVan Reet SophieVan Wynsberghe ElineVandenheede JensVandewalle DietwinVanmechelen TessyVermandel ValérieVermeersch SofieVermeir ToonVisser ThibautWulleput Nicolas

Ereleden _Membres d’honneurEric Ceuterick José JongenRené MaquoiAndré Van den Bossche

Staalinformatie- en promotiecentra (IPO) _Centres d’Information et de Promotion de l’Acier (IPO)Bauforumstahl (DE)Bouwen met Staal (NL)ConstruirAcier (FR)Promozione Acciaio (IT)SZS - Centre Suisse de la Construction Métallique (CH)SBI - Stålbyggnadsinstitutet (SE)BCSA - British Constructiona Steelwork Association (UK)

64

leden_membres

Page 67: Info Steel 35

leden_membreslogo_ArcelorMittal.pdf 25/06/2007 16:27:13

VK GROUPBuilding Consultants

VK GROUPBuilding Consultants

PACZOWSKI ET FRITSCH ARCHITECTES Sàrl

greisch

Staalbouw Constructions Métalliques

ww w.dejond.com

Mobiliteit en Openbare WerkenExpertise Beton en Staal

Raadgevende IngenieursStudiebureau voor bouwkunde

STAALCONSTRUCTIES SETESC Osa/nv

Van Kerckhove

S T E E L

WILLEMENWP STEEL ASSEMBLY

associates ASBCREEL

S.A. N.V.

DEJEONDDELARGE

Industeel

ENGINEERING INVISIBLE STRENGTH

logo_ArcelorMittal.pdf 25/06/2007 16:27:13

Projects Belgium

logo_ArcelorMittal.pdf 25/06/2007 16:27:13

Eurostructures C3P - Eurostructures Beam Finishing

AND-STEEL

STABILOGICS

perm

anen

tgo

ld

silv

erbr

onze

Page 68: Info Steel 35

www.galvapower.com

T: +32 11 510 210 - F: +32 11 510 220 - E: [email protected]

the touchof ZINQ

Galva Power streeft naar toegevoegde waarde en tevreden klanten. Daarom hebben we ‘the touch of ZINQ’ ontworpen, een persoonlijke aanpak met slechts één doel voor ogen: het hoogste kwaliteitsniveau op het gebied van produceren, vakkennis, advies, diensten, logistieke en transportoplossingen. We streven ernaar een sterke schakel te zijn in uw projecten en processen zodat u de beste kwaliteit, � exibiliteit en service aan uw klanten kunt bieden.

Galva Power cherche à créer de la valeur ajoutée pour des clients satisfaits. C’est pour cette raison que nous avons conçu « the touch of ZINQ », une approche personnalisée qui n’a qu’un seul but : garantir le niveau de qualité le plus élevé en ce qui concerne les produits, les connaissances techniques, les conseils, les services, la logistique et les solutions de transport. Nous ambitionnons d’être un maillon fort dans vos projets et process a� n que vous puissiez offrir à vos clients la meilleure qualité possible et la meilleure � exibilité.

© v

ia-v

ia.b

e

GPV_Ad_090511.indd 1 19/08/11 15:20