juni 2012 - diepenbeekdownloads.diepenbeek.be/ro/rup_woonkern_lutselus/rup... · 2019. 8. 13. ·...

76

Upload: others

Post on 01-Feb-2021

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 131/210

    TITEL I: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

    1 Algemene bepalingen

    Artikel 1. Bepalingen in verband met de bestemmingen en inrichtingsvoorschriften Aard van de zones. De begrenzing van de verschillende deelgebieden is aangeduid op de grafische plannen.

    Artikel 2. Wijze van meten. bescheiden woonaanbod het aanbod aan kavels en woningen, met uitsluiting

    van het sociaal woonaanbod, dat onverminderd artikel 4.2.2, § 1, tweede lid, en artikel 4.2.4, § 1, tweede lid, bestaat uit : a) kavels met een oppervlakte van ten hoogste 500 m2; b) woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550 m3;

    c) overige woongelegenheden met een bouwvolume van ten hoogste 240 m3; bouwvolume: het bruto-bouwvolume van een constructie en haar fysisch aansluitende

    aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld;

    b/t (bouwindex) de verhouding van het geheel van bebouwbare oppervlakte (exclusief

    buitenverhardingen) tot de totale terreinoppervlakte van het perceelsdeel of de perceelsdelen;

    bvo (Bruto-vloeropp’te) de som van aan de buitenzijde gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus van de

    binnenruimten van het gebouw; v/t (Vloerindex) de verhouding van de bruto-vloeroppervlakte van een gebouw tot de totale

    terreinoppervlakte van een perceel(en), uitgedrukt als decimaal getal. Bebouwbare oppervlakte: de oppervlakte die kan bebouwd worden, gemeten op de uiterste buitengrens

    van een bebouwingszone. Bouwdiepte de bouwdiepte wordt gemeten vanaf de bouwlijn tot de verst verwijderde gevel van het

    gebouw. Deze afstand wordt loodrecht op de bouwlijn gemeten.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 132/210

    Bouwhoogte Hoogte van een bouwwerk, die indien niet anders is aangeduid, wordt gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot de bovenkant voorgevelbekroning (deksteen, kroonlijst of dergelijke).

    Bouwlaag: Een horizontaal deel van een gebouw dat bestaat uit één of meer ruimten waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen. Een bouwlaag heeft een gemiddelde hoogte van ± 3 meter.

    Bouwlijn: locatie waar de voorgevel van het gebouw dient opgericht te worden. Bruto-vloeroppervlakte van een gebouw

    De buitenwerks gemeten oppervlakte van alle bovengrondse bouwlagen van een gebouw, eventuele vloeren in het dakvolume ingerekend voor zover er een vrije hoogte van 2.00 m aanwezig is.

    Dakrandhoogte: de hoogte die gemeten wordt vanaf het gemiddelde peil van de as van de weg tot de bovenzijde van de dakrand van het plat dak.

    Kroonlijsthoogte: de hoogte die gemeten wordt vanaf het gemiddelde peil van de as van de weg tot de bovenzijde van de kroonlijst van het hellend dak.

    Nokhoogte: de hoogte van het bouwwerk, gemeten vanaf het peil van de as van de weg, tot aan de bovenkant van de uiterste dakconstructie.

    Artikel 3. Gehanteerde begrippen. Bebouwingsindex De verhouding van het geheel van de bebouwde en/of overdekte terreinoppervlakte op

    de totale terreinoppervlakte van een perceel, of desgevallend alle percelen die deel uit maken van een totaalproject.

    Aanhorigheid Deel van een gebouw dat aansluitend met het hoofdgebouw er één geheel mee vormt, maar dat niet beantwoordt aan de voorschriften van de bouwstrook, maar aan deze van aanhorigheden.

    Achtergevellijn (achtergevelbouwlijn of achterbouwlijn) Lijn waarop de achtergevel van een gebouw (hoofdgebouw en/of aanhorigheid) effectief is opgericht. Deze lijn valt niet noodzakelijkerwijze samen met de uiterste grenzen voor hoofdgebouwen of aanhorigheden zoals op plan kunnen aangegeven zijn, maar wel met de op plan aangegeven verplichte bouwlijnen.

    Alleenstaand gebouw of bebouwing Gebouw waarvan geen enkele zijgevel op een perceelsgrens als mandelige muur is opgericht.

    Balkon Open uitbouw aan een enkele verdieping van een huis, voorzien van een balustrade en toegang hebbend met een vertrek van het gebouw.

    Begroeningspercentage: Een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de minimale oppervlakte van het perceel of de zone aangeeft die onverhard en met vegetatie begroeid moet zijn.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 133/210

    Bijgebouwen (bijbouw) Vrijstaande opgerichte gebouwen die niet beantwoorden aan de voorschriften van een bouwstrook, maar wel aan deze van de bestemmingszone waarin ze zijn opgericht.

    Bouwblok Groep van twee of meer gebouwen die aan beide uiteinden met kopgevels zijn afgewerkt.

    Bouwlaag Indeling van aaneensluitende volwaardige vertrekken boven elkaar in een gebouw, vertrekkend vanaf het maaiveld. - De 1° bouwlaag komt overeen met de gelijkvloerse vertrekken. - De 2° bouwlaag komt overeen met de vertrekken van de 1° verdieping, enz.

    Bouwlijn: Lijn waarop een gevel van een gebouw (hoofdgebouw enlof aanhorigheid) is opgericht. Deze Lijn valt niet noodzakelijkerwijze samen met de uiterste grens voor hoofdgebouwen of aanhorigheden die op het plan kunnen aangegeven zijn, wel met een op plan aangeduide verplichte bouwlijn.

    Bouwstrook Strook die over haar gehele oppervlakte onder bepaalde bouwvoorschriften voor bebouwing in aanmerking komt als hoofdbouw, eventueel aanhorigheden.

    Bouwvrije strook Strook die behoudens speciale bepalingen niet in aanmerking komt voor bebouwing. Constructie: elk bouwwerk van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal dat met de grond

    verbonden is of erop geplaatst is. Dakkapel: een uit het dakvlak uitgebouwd venster voorzien van een eigen dakkap. Dakterras: een terras, inspringend in een hellend dak of op een plat dak van een aanbouw dat is

    aangelegd als verblijfplek in open lucht, aansluitend op de leefvertrekken. Diensten: onder dienstverlening valt bijvoorbeeld reisbureaus, bankinstellingen, verzekerings-

    en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, huisartsenpraktijken, tandartsenpraktijken, praktijkvestigingen voor fysiotherapie en tandtechniek en schoonheidssalons…

    Garage Bijgebouw of aanhorigheid die geschikt is voor het stallen van 1 of meerdere auto’s met uitsluiting van enig bedrijf. In een gebouw opgenomen ruimte die geschikt is voor het stallen van 1 of meerdere auto’s met uitsluiting van enig bedrijf.

    Gebouw Een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte.

    Gemeenschapsvoorzieningen: dit zijn dienstverleningen met een openbaar karakter: het betreft ondermeer alle vormen

    van onderwijs (van kleuter, lager tot hoger, van dag tot avondonderwijs, …), cultuur en erediensten (museum, cultureel centrum, tentoonstellings- en congresruimten, bibliotheek, ...), overheidsdiensten (politie, administratie, opslag, bescherming, ...), verzorging (polyklinieken, materniteiten, ziekenhuizen en bijbehorende diensten, bejaardentehuizen, bungalows voor bejaarden, …), voorzieningen (recreatieve- en sportinfrastructuur, nutsvoorzieningen, ...).

    Gemengde bebouwing Bebouwingswijze waarbij de mandelige zijgevels van maximum 6 aaneensluitende gebouwen opgericht zijn op de perceelsgrenzen en waarvan de vrijstaande zijgevels afgewerkt worden als kopgevels.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 134/210

    Gesloten bebouwing De bebouwingswijze waarvan, bij een onbepaalde reeks aaneensluitende gebouwen (normaal meer dan 6), de beide zijgevels opgericht zijn op de perceelsgrenzen als mandelige muren en waarvan de uiteinden van de reeks afgewerkt worden als kopgevels.

    Gevel Buitenmuur van een gebouw. Gevelbekroning-kroonlijst Bovenafwerking van een gevel waar deze de dakvlakken snijdt (deksteen,

    kroonlijst, goot, ...). Gevelelement Zichtbaar deel van een gevel met zodanige afmetingen dat ze zich niet uitstrekken over

    de ganse breedte en/of de ganse hoogte van het gebouw zoals venster, deur, garagepoort, balkon, erker, luifel, enz.).

    Gesloten bebouwing bebouwingswijze waarvan, bij een onbepaalde reeks aaneensluitende gebouwen, de beide zijgevels opgericht zijn op de perceelsgrenzen als mandelige muren en waarvan de uiteinden van de reeks afgewerkt worden als kopgevels.

    Groepswoningbouw het gemeenschappelijk oprichten van woningen die een gemeenschappelijke werf hebben en fysisch of stedenbouwkundig met elkaar verbonden zijn;

    Half open bebouwing Bebouwingswijze waarbij de mandelige zijgevel van maximum 2 aaneensluitende gebouwen opgericht is op de perceelsgrenzen en waarvan de vrijstaande zijgevels afgewerkt worden als kopgevels.

    Handelsbedrijf Bedrijf dat zich bezighoudt met de aan- en verkoop van producten en/of diensten, zonder deze te bewerken.

    Harmonie Het aangepast zijn van gebouwen aan elkaar en aan hun omgeving (qua volume, materiaal, ...), om te komen tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel.

    Hoekgebouw gebouw dat wordt opgericht op een perceel dat aan twee kruisende straten paalt. Dit gebouw bezit langs elke straat een voorgevel.

    Hoofd(ge)bouw Deel van een gebouw dat zich door zijn maatschappelijke functie als dusdanig manifesteert ten opzichte van het openbaar domein en in een zone voor hoofdgebouwen gelegen is.

    Horeca Hotel, restaurant, café, … Kopgebouw (half open gebouw) Gebouw aan de uiteinden van een reeks aaneensluitende gebouwen waarvan

    de kopgevel niet op een gemeenschappelijke perceelsgrens als mandelige muur, maar als open zijgevel (kopgevel) dient te worden afgewerkt.

    Kopgevel (open zijgevel) Vrijstaande zijgevel van een kopgebouw, in dezelfde materialen en met analoge gevelelementen af te werken als een voorgevel.

    Kroonlijst vooruitspringende afwerking van de gevelrand of de uiterste horizontale afwerking van de gevelrand in het voorgevelvlak waar tevens de overgang naar de verschillende dakvlakken gebeurt.

    Lokale handel heeft betrekking op handelszaken waarvan het economisch draagvlak lokaal is. Dit wil zeggen dat het klantenbestand grotendeels bestaat uit mensen van de directe omgeving en in rechtstreekse relatie staat met de dagdagelijkse behoefte van de omgeving. Met lokale handel wordt vooral gedacht aan: superette, bakker, slager, enz… .

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 135/210

    Losstaande uitbouw Gevelelement in uitbouw (vb. balkon, loggia, erker, afdakje of luifel). Luifel afdak aan een vrijstaande gevel van een gebouw. Meergeneratiebewoning De bewoning van een of meer woningen op eenzelfde perceel door personen uit een

    familie van meer dan twee generaties (bv. ouders inwonend bij kinderen). Open bebouwing Bebouwingswijze waarbij enkel vrijstaande bebouwing kan voorkomen. Ondergrondse constructies Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Dat wil zeggen

    dat er bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet nagegaan worden wat de dimensies van de ondergrondse constructies zijn. Indien deze dieper dan 5.00 m gelegen zijn en een horizontale lengte van meer dan 100 m hebben, dient advies ingewonnen te worden aan de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot het begroten van het effect van de gewijzigde afstromingshoeveelheid.

    Plat dak Dak dat een gebouw afdekt onder een helling die lager is dan 10 %, eventueel ook als dakterras uit te bouwen.

    Perceel een aaneengesloten al dan niet bebouwd stuk grond. Op het opmetingsplan zijn de percelen aangeduid zoals weergegeven op het kadasterplan van 1 januari 2011.

    Perceelsgrens een grens van het (bouw)perceel. De op plan aangeduide perceelsgrenzen zijn deze van het kadasterplan van 1 januari 2011 dat de basis vormt van het bestemmingsplan. De perceelsgrenzen kunnen door middel van herverkavelingen steeds aangepast worden.

    Rooilijn Grenslijn van het openbaar wegdomein. Scheidingsmuur Zijgevel van twee gebouwen die als mandelige muur is opgericht op de

    gemeenschappelijke perceelsgrens. Schuin dak (hellend dak) Dak dat een gebouw afdekt onder hellingen die hoger zijn dan 10 %. Straatbeeld Voorkomen van de bebouwde omgeving als begrenzing van het openbaar domein,

    zowel straat als plein. Zichten op aanpalende straten en pleinen behoren hier eveneens toe.

    Terras Buitengedeelte van een gebouw met verblijfsfunctie, toegang hebbend met een vertrek van het gebouw.

    Tweewoonst (gekoppelde bebouwing) Bebouwingswijze waarbij twee gebouwen een zijgevel op de perceelsgrens oprichten als mandelige muur en de voor- en achtergevel zodanig aan mekaar sluiten dat de beide gebouwen tezamen een harmonisch geheel vormen.

    Uitbouw Aanbouw aan een gevel als voortzetting van een binnenruimte, met minstens de afmetingen van een gevelelement (vb. balkon, erker, ...).

    Uitsprong Aanbouw aan een gevel dat geen voortzetting is van een binnenruimte (luifel, kroonlijst, dorpel, enz.). Venster in het dakvlak Venster gelegen in de helling zelf van een schuin dak.

    Verdieping Indeling van aaneensluitende volwaardige vertrekken boven elkaar in een gebouw, vertrekkend vanaf de bovenkant van gelijkvloerse bouwlaag.

    Voorgevelgebied Gebied dat alle naar de weg gekeerde gevels voor de achtergevellijn van het hoofdgebouw bevat.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 136/210

    Voorgevellijn (voorgevellijn of voorbouwlijn) Lijn waarop de voorgevel van een gebouw (hoofdgebouw) effectief is opgericht. Deze lijn valt niet noodzakelijk samen met de uiterste grens voor hoofdgebouwen die op plan kunnen aangegeven zijn, wel met een op plan aangeduide verplichte bouwlijn.

    Voortuin Strook gelegen tussen de voorgevellijn en de rooiljn. Vrijstaande bebouwing Bebouwingswijze waarbij geen enkele gevel van een gebouw als een mandelige muur

    op een perceelsgrens wordt opgericht. Vrijstaande gevel (open zijgevel) Zijgevel of gedeelte van een zijgevel waartegen niet is of wordt gebouwd. Woning Geheel of deel van een gebouw bestemd voor huisvesting. Zadeldak Schuindak, gevormd door twee nagenoeg gelijkhellende dakvlakken. Zijgevelljn (zijgevelbouwlijn of zijbouwlijn)

    Lijn waarop de zijgevel van een gebouw (hoofdgebouw en/of aanhorigheden) effectief is opgericht. Deze lijn valt voor kopgevels niet noodzakelijkerwijze samen met de uiterste grens voor hoofdgebouwen of aanhorigheden die op plan kunnen aangegeven zijn, wel met de op plan aangeduide verplichte bouwlijnen.

    Zijtuin Strook gelegen tussen de zijgevellijn en de laterale perceelsgrens.

    Artikel 4. Overgangsbepaling. Aan de behoorlijk vergunde gebouwen die volledig niet of gedeeltelijk niet beantwoorden aan de voorschriften van het voorliggende RUP kunnen enkel beperkte verbouwingen, onderhouds- en instandhoudingwerken toegelaten worden. Onder beperkte verbouwingswerken worden werken verstaan met een beperkte uitbreiding van het bestaande volume tot maximum 20% van de bestaande vergunde bebouwde volume. Bij heropbouw of verbouwingen waarbij meer dan 60% van het bestaand volume gewijzigd wordt, dienen deze in overeenstemming te zijn met de voorschriften van dit RUP. Voor een verbouwing waarbij tussen de 20 en 60% van volume van het gebouw gewijzigd wordt, dienen enkel de werkzaamheden waarvoor de vergunning van toepassing is, te voldoen aan de bepalingen van het RUP. Bestemmingswijzigingen dienen altijd (ook binnen de bestaande volumes) in overeenstemming te zijn met de bepalingen van dit RUP. De huidige agrarische activiteiten binnen de afbakening van het RUP kunnen behouden blijven tot er een vergunning voor desbetreffende zone wordt afgeleverd.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 137/210

    Artikel 5. Bepalingen in verband met parkeren Per eengezinswoning moet er minimaal 1 en maximaal 2 parkeerplaatsen gerealiseerd worden op het eigen terrein in een al of niet overdekte ruimte. In functie van vrije beroepen moet er minimaal 1 parkeerplaats per 50m² en maximaal 1 parkeerplaats per 30 m² bruto vloeroppervlakte gerealiseerd worden. In functie van vrije beroepen moet er minimaal 1 bijkomende fietsenstelplaats per 50 m² bruto vloeroppervlakte gerealiseerd worden. Een afwijking in functie van specifieke doelgroepen op dit minimum van 1 is mogelijk mits motivatie.

    Artikel 6. Bepalingen in verband met nutsleidingen Werken van algemeen belang, aanleg van nutsleidingen of noodzakelijke infrastructuurwerken worden binnen het gehele plangebied toegelaten.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 138/210

    Artikel 7. Bepalingen in verband met het waterbeleid. Regenwater. Het regenwater moet, indien technisch mogelijk, aangesloten worden op de waterloop, het afvalwater moet worden aangesloten op de openbare riolering. Voor het waterbeheer moet er rekening gehouden worden met de richtlijn gewijzigde afstromingshoeveelheid en de ter zake geldende wetgeving. Om geen bijkomend afvoerdebiet te laten ontstaan door het omzetten van onverharde oppervlakte in verharde ondoordringbare oppervlakten moet binnen het plangebied de nodige ruimte voorzien worden voor waterinfiltratie en/of waterberging. Er moet voorzien worden in maximaal hergebruik en maximale infiltratie om wateroverlast stroomafwaarts maximaal te vermijden, indien infiltratie niet mogelijk is moet de aanleg van een collectief bufferbekken als maatregel opgenomen worden.” Bestaande en nieuwe verharde oppervlakten moet afwateren naar open infiltratievoorziening. De dimensionering ervan moet aangepast worden aan de totaal aangesloten verharde oppervlakte. Hieraan kan enkel voorbijgegaan worden indien aan de hand van een haalbaarheidsstudie blijkt dat afkoppelen van de bestaande verharding niet mogelijk is. Bij het uitvoeren van bergings- en infiltratiemaatregelen wordt voor nieuwe structuren gekozen voor open waterstructuren zoals grachten, vijvers, wadi’s, . Verder moet voldaan worden aan de Vlarem-wetgeving m.b.t. de afvoer van hemelwater, het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Er moet aandacht gaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Voor openbare wegenis, daken en andere verharde oppervlakten zijn volgende maatregelen verplicht: - aanleg van gescheiden stelsel voor nieuwe infrastructuren en maximaal nastreven van een gescheiden stelsel voor bestaande infrastructuren; - hergebruik van hemelwater; indien dit mogelijk is, wordt er in eerste instantie de maximale infiltratie van hemelwater vooral afkomstig van daken beoogd, afhankelijk van de infiltratiecapaciteit van de grond en in tweede instantie de infiltratie of buffering van hemelwater afkomstig van andere verharde oppervlakten. Werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van het gebied, het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstroming zijn toegelaten voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. De in de overige artikelen genoemde werken, handelingen en wijzigingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het algemene waterbergend vermogen niet doet afnemen.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 139/210

    Afvalwater. De zoneringsplannen en de bepalingen van Vlarem zullen strikt worden gerespecteerd m.b.t. het vormen van een gescheiden rioleringsstelsel. Er mag geen regenwater geloosd worden in het rioleringssysteem. Het regenwater dient apart opgevangen worden en zal worden afgeleid naar het bestaande bekensysteem. Het afvalwater zal worden geleid naar een waterzuiveringstation. Bepalingen naar aanleiding van de “richtlijn gewijzigd overstromingsregime en van de “richtlijn gewijzigde afstroomhoeveelheid”. Gezien de kwetsbaarheid van het plangebied voor overstromingen moeten verstrengde normen worden toegepast voor wat betreft buffering van hemelwater. Bij het uitvoeren van infiltratiemaatregelen moet voor nieuwe structuren steeds gekozen worden voor open waterstructuren zoals grachten of vijvers (wadi’s). Deze ruimtes moeten dienen voor de compensatie van de verharde oppervlakte van de wegenis en de verhardingen op de percelen. Dit kan in de vorm van een open gracht aan de rand van het perceel of een open bekken. De zate van eventuele nieuwe wegen moet worden verbreed zodat een grachtensysteem kan voorzien worden. Langs elke nieuwe weg wordt een komvormige infiltratieberm aangelegd voor de infiltratie van hemelwater. Bestaande grachten moeten behouden worden. Er moeten infiltratieproeven worden uitgevoerd op de locaties waar men regenwater wenst op te vangen, om de infiltratiecapaciteit van de bodem en afgeleid daarvan de dimensionering van het infiltratiebekken(s) te kunnen bepalen. Hierbij moet uitgegaan worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 10 jaar, met een minimum van 200 m³/ha verharde oppervlakte (los van de aanwezige hemelwaterputten) en een infiltratieoppervlakte van minimaal 2 % van de verharde oppervlakte. Het risico van overloop moet zo mogelijk op eigen terrein worden gehouden. Tevens moet een inschatting gemaakt worden van de hoogste grondwaterstand. De dekking tussen de bodem van de infiltratievoorziening en de grondwatertafel moet minimaal 30 cm. bedragen. Ook de eventuele bestaande verharde oppervlakte op de nieuw aan te leggen riolering moet meegenomen worden in de dimensionering ervan. Er moet in de te verwachten verkavelings/bouwvergunning(en) een dwarsprofiel van het infiltratie/bufferbekken bijgebracht worden met het niveau van de inloop en eventuele overloop. Het volume dat voor buffering instaat is het volume onder de overloop.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 140/210

    noodoverloop

    Infiltratievoorziening: Bij voorkeur wordt er ruimte voorbehouden voor de buffering van hemelwater in een globaal concept voor het volledig te ontwikkelen gebied i.p.v. het uitwerken van de hemelwaterbuffering in elke fase, zodat het globale concept vastligt en de beschikbare ruimte optimaal kan benut worden voor een collectieve aansluiting op open wateropvangsystemen. Dit moet een concept zijn met open dus controleerbare infiltratie- of bergingsstructuren waarin de overloop van de hemelwaterput en de wegriolering in terecht komt.

    Artikel 8. Bepalingen archeologisch onderzoek Bij grootschalige werken met ingreep in de bodem dient archeologisch onderzoek te gebeuren. Voor werken die groter zijn dan 500 m² en die dieper gaan dan 1 meter dient steeds voorafgaand overleg gepleegd met archeologen van de afdeling Monumenten, Landschappen en Archeologie. Indien vereist moeten vanaf de planvorming de nodige middelen voorzien worden voor een archeologisch vooronderzoek, conform het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 en 28 februari 2003 (BS 15.09.1993, 08.06.1999 en 24.03.2003) én conform het Europees verdrag inzake bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van La Valetta, 16.01.1992) dat door België werd ondertekend op 30.01.2002.

    Artikel 9. Bepalingen voor het behoud van waardevolle bomen en kleine landschapselementen Bomen en kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, houtwallen,…) die beeldbepalend of structuurondersteunend voor de omgeving zijn, genieten een bescherming als waardevolle boom of landschapselement. In het kader van een vergunningsaanvraag wordt bepaald of deze behouden of versterkt moeten worden of gecompenseerd kunnen worden.

    infiltratie

    waterdoorlatende materialen

    inloop

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 141/210

    Vergunningsplichtige handelingen (omgevingswerken, graafwerken) in de omgeving van deze bomen of landschapselementen mogen het verder leven van deze bomen of beplantingen niet bedreigen of de aanwezige beeldkwaliteit beperken. Bij versterking van kleine landschapselementen en van opgaande bomenrijen en houtkanten moet gebruik gemaakt worden van standplaatsgeschikte bomen en struiken. Onder inheemse of streekeigen struiken of bomen worden de volgende soorten verstaan: Spaanse Aak of Veldesdoorn Haagbeuk

    Klimop Rode Kornoelje

    Wilde Liguster Eénstijlige Meidoorn

    Grove den Brem

    Ratelpopulier of Esp Beuk

    Sleedoorn Hulst

    Zomereik Wintereik

    Sporkehout of Vuilboom Schietwilg

    Schietwilg Bittere Wilg

    Kraakwilg Amandelwilg

    Katwilg Gewone Vlier

    Wilde Lijsterbes Zwarte Els

    Winter- of Kleinbladige Linde Ruwe Berk

    Zomer- of Grootbladige Linde Hazelaar

    Gewone Esdoorn Boswilg

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 142/210

    2 Specifieke bepalingen voor de verschillende bestemmingszones. Dit deel beschrijft de stedenbouwkundige voorschriften voor de verschillende bestemmingszones. Elke zone heeft een herkenbare bladschikking, ingedeeld in drie kolommen. In kolom één wordt een inhoudelijke toelichting gegeven. In kolom twee zijn de essentiële inhoudelijke aspecten opgenomen die belangrijk zijn om het beoogde te realiseren. Deze twee kolommen hebben een toelichtende en richtinggevende functie. In kolom drie worden dan de stedenbouwkundige voorschriften gegeven; deze hebben een juridische en bindende waarde.

    Informatief

    Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Kolom 1: Gewenste ruimtelijke invulling

    Kolom 2: Noodzakelijke randvoorwaarden die zeker gerealiseerd moeten worden

    Kolom 3: Juridische afdwingbaarheid

    Toelichting bij de gewenste ordening

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 143/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen. Dit gebied vormt het kerngebied van Lutselus. Het wordt gekenmerkt door een sterke verweving van wonen en centrumfuncties op het niveau van de woonkern. Het is wenselijk dat deze verweving behouden blijft. Woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante voorzieningen. Het gaat hier om lokale handel, horeca, dienstverlening en vrije beroepen. Aan het wonen verwante activiteiten zijn nevengeschikt. De handel wordt evenwel beperkt tot die gebieden die gelegen zijn langs de N76 en in de directe omgeving van het Lutseluspein. De zones gelegen langs de N76 komen enkele en alleen in aanmerking voor de bestemming handel indien in kader van de herinrichting van de N76 de parallelle ventwegen zijn uitgevoerd. Deze wegen doen dienst als ontsluitingswegen voor de desbetreffende handelszaken.

    - wonen en handel

    Artikel 10. Zone voor gesloten bebouwing

    De hoofdbestemming van deze zone is wonen in de vorm van één- of meergezinswoningen. Een aantal zones aangeduid op het grafisch plan zijn verder gespecificeerd als volgt: WO: Hoofdbestemming wonen minimaal 70% van de totale bruto-oppervlakte per perceel Toegelaten nevenbestemming: - kantoren, - diensten en vrije beroepen, - kleine ambachtelijke bedrijven, indien zij door hun inplanting en/of activiteit geen

    hinder vormen voor de woonomgeving. De nevenbestemmingen mogen enkel de gelijkvloerse bouwlaag innemen.

    - Bij elke bestemming dienen de nodige maatregelen genomen te worden teneinde niet te schaden aan de woonomgeving.

    WO-I Hoofdbestemming wonen minimaal 50% van de totale bruto-oppervlakte per perceel Toegelaten nevenbestemming: - kantoren en vrije beroepen, - huisnijverheden, - Bij elke bestemming dienen de nodige maatregelen genomen te worden

    teneinde niet te schaden aan de woonomgeving. WO-II Hoofdbestemming wonen minimaal 50% van de totale bruto-oppervlakte per perceel. Toegelaten nevenbestemming: - kantoren en vrije beroepen, - Bij elke bestemming dienen de nodige maatregelen genomen te worden

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 144/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    teneinde niet te schaden aan de woonomgeving. Gebouwen die bij het van kracht worden van dit plan niet de bestemming hebben zoals hierboven omschreven, mogen deze bestemming behouden. Dit gebied is aangeduid als gebiedscategorie ‘wonen’.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing. Gesloten woningbouw is verplicht. Woningen die deel zijn van een gesloten woningbouw hebben gemeenschappelijke zijgevels. Naar bouwvolume toe worden de traditionele afmetingen gehanteerd om de integratie in de omgeving na te streven.. De bouwhoogte is erg gevarieerd. Afhankelijk van de ligging zijn twee tot drie bouwlagen toegestaan. De voorgevelbreedte zal minimum 7.00 m bedragen met een maximale voorgevelbreedte van 12.00 m. Het is niet wenselijk dat het aantal garages en inritten in de gevelwand sterk toeneemt. Daarom is een garage en of inrit toegelaten op voorwaarde dat deze esthetisch te verantwoorden is. De esthetische verantwoording zal worden afgewogen door de vergunningenverlener. Om te vermijden dat het straatbeeld naar volumewerking monotonie uitstraalt worden uitsprongen in het voorgevelvlak en zijn diverse voorgevelbreedtes toegelaten. De uitsprongen kunnen slechts beperkt toegestaan worden en zullen afgewogen worden door de vergunningenverlener. De voorgevelbreedte zal minimum 7.00 m en maximaal 12.00 m bedragen. Het algemeen uitzicht en de keuze van de materialen van de op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht van de omgeving.

    - ingrepen verenigbaar

    met de omgeving - gesloten bebouwing - minimale en maximale

    voorgevelbreedte respectievelijk 7 m en 12 m

    Wanneer de benedenverdieping van een gebouw geen woonbestemming heeft of de bestemming in die richting gewijzigd wordt, moeten de woningen op de verdiepingen rechtstreeks bereikbaar zijn vanaf de openbare weg. De ruimten onder het dak mogen enkel benut worden als deel van een woning die is gesitueerd in de onderliggende bouwlaag. Het oprichten van volwaardige woongelegenheden is niet toegelaten. Garagepoorten en overdekte autostandplaatsen in het voorgevelgebied zijn slechts toegestaan wanneer zij op esthetisch verantwoorde wijze ingericht worden. In deze zone zijn enkel gebouwen in gesloten orde toegelaten. De kopgevel van een gebouwenreeks moet met dezelfde zorg en materialen als de voorgevel worden afgewerkt. De voorgevelbreedte zal minimum 7.00 m bedragen, behoudens bestaande percelen met kleinere perceelsbreedte, en op voorwaarde dat geen herverkaveling mogelijk is. De maximale voorgevelbreedte bedraagt 12.00 m. Inplanting De inplanting dient te geschieden binnen de grafisch aangeduide zone op het plan. De niet bebouwde gedeelten van deze strook (o.a. in geval uiterste grenzen worden aangegeven) zullen zich richten naar de voorschriften van de overeenstemmende zones (o.a. die van de zone voor voortuinen aan de voor- en zijgevelzijde en die van de zone voor koeren en hovingen aan de achtergevelzijde). Hoogte De op het plan aangeduide hoogtes zijn als volgt:

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 145/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Er worden maximale hoogtes voor kroonlijsten aangegeven, gerelateerd aan de bestaande ruimtelijke context. De nokhoogte kan variëren afhankelijk van de bouwdiepte maar wordt bepaald door de gegeven dakhelling. Aan de pleinzijde van het Lutselusplein zijn drie bouwlagen mogelijk. De overige gesloten bebouwing in de woonstraten wordt beperkt tot 2 bouwlagen. Nieuwe gebouwen in gesloten bebouwing sluiten voor wat betreft bouwhoogte en dakhelling zoveel mogelijk aan bij de bouwvorm van de naastliggende reeds bebouwde panden. De dakvorm is vrij. Hedendaagse architectuur moet mogelijk zijn in de kern van Lutselus. Om hierop geen hypotheek te leggen wordt de dakvorm vrijgelaten.

    - Twee tot drie

    bouwlagen - Bouwdiepte maximaal

    17 m - De maximum diepte

    van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m

    Zone 2Z/P : Twee volwaardige bouwlagen verplicht. De hoogte tussen het peil van het aansluitend maaiveld/voetpad en de bovenkant van de kroonlijst kan variëren van 5.50 m tot 7.20 m. Zone 3Z/P: Drie volwaardige bouwlagen verplicht. De hoogte tussen het peil van het aansluitende maaiveld/voetpad en de bovenkant van de kroonlijst kan variëren van 8.00 m tot 9.00 m. Van hoger vermelde mag afgeweken worden wanneer een gebouw een wachtgevel afbouwt welke hoger is dan hoger vermeld. In dit geval dient het volume verantwoord te worden in het kader van het straatbeeld en de omgeving. Diepte De maximum diepte der gebouwen is aangegeven op het plan en in alle gevallen beperkt tot 17.00 m ongeacht de eventueel op het grafisch plan aangegeven grotere bouwdiepte. De maximum diepte van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m. De meerdiepte van het gelijkvloers mag plat afgedekt worden, mits een verantwoord geheel bekomen wordt. Van deze maximale bouwdiepte kan enkel afgeweken worden indien een nieuwbouw een bestaande wachtgevel met grotere diepte afbouwt. Men dient er over te waken dat de nieuwbouw niet elders hinder vormt op gebied van bezonning of lichtinval. De diepte van het hoofd- en bijgebouw dient steeds in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen. Voor bestaande gebouwen, die het maximum volume overschrijden, zijn slechts instandhoudingswerken toegelaten. Bij afbraak en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het RUP. Ter verbetering van de lichtinval of bezonning binnen een bouwblok kan in geval van nieuwbouw of verbouwing met volumewijziging een geringere bouwdiepte dan de oorspronkelijke of dan deze in de omgeving opgelegd worden. Daken Vrije dakvorm. Andere hellende dakvormen of combinaties van verschillende dakvormen zijn toegelaten voor zover ze niet uitzonderlijk worden voor de omgeving.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 146/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    De dakvorm is vrij

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 147/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen. Om verschillende woontypologieën te realiseren, wordt in aansluiting op de halfopen typologie ook een gedeelte van het plangebied met gesloten bebouwing ingericht. Om aan de toekomstige behoefte tegemoet te komen, wordt het toegelaten om één zorgwoning per wooneenheid bijkomend op te richten. De percelen zullen over voldoende ruimte beschikken om een private tuin aan te leggen. Het is niet de bedoeling om op grote schaal commerciële functies in deze wijk te integreren. Toch kunnen kantoren en diensten en vrije beroepen onder bepaalde voorwaarden toegelaten worden.

    - Diensten en vrije

    beroepen, als nevenbestemming.

    Artikel 11. Zone voor halfopen en gesloten bebouwing

    De hoofdbestemming van deze zone is wonen in de vorm van minimaal 70% van de totale bruto-oppervlakte per perceel. Hoofdbestemming wonen. Toegelaten nevenbestemming: - kantoren - diensten en vrije beroepen Bij elke bestemming dienen de nodige maatregelen genomen te worden teneinde niet te schaden aan de woonomgeving. Dit gebied is aangeduid als gebiedscategorie ‘wonen’.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing. Omdat het belangrijk is in deze zones bouwplaatsen aan te bieden met verschillende perceelsbreedte is halfopen en gesloten bebouwing mogelijk. Om een bepaalde dichtheid te kunnen realiseren in het gebied, wordt een minimale en maximale kavelbreedte vastgelegd. In deze zone wordt de bestaande woontypologie van open en gesloten bebouwing verdergezet. Deze woningtypologie is typisch voor de rand van de kern van Lutselus. In de kern wordt gesloten bebouwing voorgesteld. Aan de rand een verweving van halfopen en gesloten bebouwing en aan de buitenrand op de grens met het buitengebied wordt open en halfopen bebouwing toegelaten. In het straatbeeld zijn naast 2 bouwlagen hoge woningen ook 1

    - ingrepen verenigbaar

    met de omgeving - gesloten en/ of

    halfopen bebouwingstypologie.

    - gesloten bebouwing

    de minimale perceelsbreedte 7.00 m

    - halfopen bebouwing de minimale perceelsbreedte 10.00 m.

    In deze zone zijn enkel gebouwen in half open en gesloten orde toegelaten. Alleenstaande groepen van 2 tot 6 woningen zijn toegelaten, afwijkingen kunnen enkel toegestaan worden voor bestaande woningen. Perceelsbreedte -De minimale perceelsbreedte bij een verkaveling bedraagt voor een gesloten bebouwing 7.00 m en 10.00 m voor half open bebouwing. In geval een vrijblijvend perceel van minimum 16.00 m en maximum 24.00 m gelegen is tussen 2 bebouwde percelen met een open zijgevel, is de oprichting van één vrijstaande woning toegelaten. De voorgevelbreedte bedraagt min. 7.00 m. De kopgevel van een gebouwenreeks moet met dezelfde zorg en materialen worden afgewerkt als de voorgevel.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 148/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    bouwlaag hoge woningen aanwezig. Nieuwe gebouwen sluiten voor wat betreft bouwhoogte en dakhelling zoveel mogelijk aan bij de bouwvorm van de naastliggende reeds bebouwde panden. Het aantal bouwlagen in de omgeving bedraagt maximaal 2 bouwlagen. In de architectuur wordt gestreefd naar samenhang en afstemming in ritme; materiaalgebruik en gevelopbouw zodat per bouwblok uniforme esthetische gehelen bekomen worden; Enkel in functie van accenten en een hoge architecturale kwaliteit kan afwijkende bebouwing toegestaan worden.

    - Twee bouwlagen - Bouwdiepte maximaal

    17 m - De maximum diepte

    van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m

    Per nieuw lot zijn maximum twee woongelegenheden toegestaan. Inplanting De inplanting dient te geschieden binnen de grafisch aangeduide zone op het plan. De niet bebouwde gedeelten van deze strook (o.a. in geval uiterste grenzen worden aangegeven) zullen zich richten naar de voorschriften van de overeenstemmende zones (o.a. die van de zone voor voortuinen aan de voor- en zijgevelzijde en die van de zone voor koeren en hovingen aan de achtergevelzijde). De afstand tussen de zijgevels in geval van halfopen bebouwing moet tenminste 6.00 m bedragen. Hoogte Maximum twee volwaardige bouwlagen toegestaan. De hoogte tussen het peil van het aansluitend maaiveld/voetpad en de bovenkant van de kroonlijst kan variëren van 3.00 m tot 6.00 m. Van hoger vermelde hoogte mag afgeweken worden wanneer een gebouw een wachtgevel afbouwt welke hoger is dan hoger vermeld. In dit geval dient het volume verantwoord te worden in het kader van het straatbeeld en de omgeving. Diepte De maximum diepte der gebouwen is aangegeven op het plan en in alle gevallen beperkt tot 17.00 m ongeacht de eventueel op het grafisch plan aangegeven grotere bouwdiepte. De maximum diepte van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m. De meerdiepte van het gelijkvloers mag plat afgedekt worden, mits een verantwoord geheel bekomen wordt. Van deze maximale bouwdiepte kan enkel afgeweken worden indien een nieuwbouw een bestaande wachtgevel met grotere diepte afbouwt. Men dient er over te waken dat de nieuwbouw niet elders hinder vormt op gebied van bezonning of lichtinval. De diepte van het hoofd- en bijgebouw dient steeds in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen. Voor bestaande gebouwen, die het maximum volume overschrijden, zijn slechts instandhoudingswerken toegelaten. Bij afbraak en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het RUP.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 149/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Hedendaagse architectuur moet mogelijk zijn in de kern van Lutselus. Om hierop geen hypotheek te leggen wordt de dakvorm vrijgelaten.

    - De dakvorm is vrij

    Ter verbetering van de lichtinval of bezonning binnen een bouwblok kan in geval van nieuwbouw of verbouwing met volumewijziging een geringere bouwdiepte dan de oorspronkelijke of dan deze in de omgeving opgelegd worden. Daken Vrije dakvorm. Andere hellende dakvormen of combinaties van verschillende dakvormen zijn toegelaten voor zover ze niet uitzonderlijk worden voor de omgeving.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 150/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen. Om verschillende woontypologieën te realiseren, wordt in aansluiting op de halfopen typologie ook een gedeelte van het plangebied met open bebouwing ingericht. Om aan de toekomstige behoefte tegemoet te komen, wordt het wel toegelaten om één zorgwoning per wooneenheid bijkomend op te richten. De percelen zullen over voldoende ruimte beschikken om een private tuin aan te leggen. Het is niet de bedoeling om commerciële functies in deze wijk te integreren. Toch kunnen kantoren, diensten en vrije beroepen onder bepaalde voorwaarden toegelaten worden.

    - open en of halfopen

    bebouwingstypologie. - Eén wooneenheid,

    ééngezinswoning. - Diensten, vrije

    beroepen als ondergeschikte bestemming.

    Artikel 12. Zone voor halfopen en open bebouwing

    De hoofdbestemming van deze zone is wonen in de vorm van minimaal 70% van de totale bruto-oppervlakte per perceel. Hoofdbestemming wonen. Toegelaten nevenbestemming: - kantoren - diensten en vrije beroepen - Bij elke bestemming dienen de nodige maatregelen genomen te worden

    teneinde niet te schaden aan de woonomgeving. Dit gebied is aangeduid als gebiedscategorie ‘wonen’.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing. Omdat het belangrijk is in deze zones bouwplaatsen aan te bieden met verschillende perceelsbreedten is halfopen en open bebouwing mogelijk. Om een bepaalde dichtheid te kunnen realiseren in het gebied, wordt een minimale en maximale kavelbreedte vastgelegd. In deze zone wordt de bestaande woontypologie van open en beperkte halfopen bebouwing verdergezet. Deze woningtypologie is typisch voor de buitenrand van Lutselus. In het straatbeeld zijn naast 2 bouwlagen hoge woningen ook 1 bouwlaag hoge woningen aanwezig. Nieuwe gebouwen sluiten voor wat betreft bouwhoogte en dakhelling zoveel mogelijk aan bij de bouwvorm van de naastliggende reeds bebouwde panden. Het aantal bouwlagen in de omgeving bedraagt maximaal 2 bouwlagen. In de architectuur wordt gestreefd naar samenhang en afstemming in

    - ingrepen verenigbaar

    met de omgeving - open en of halfopen

    bebouwing - de breedte van de

    voorgevel bedraagt minimum 7.00 m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte voor percelen tot 30.00 m

    - voor grotere percelen is de voorgevelbreedte beperkt tot 20.00 m.

    In deze zone zijn enkel gebouwen in half open en open orde toegelaten. - In deze zone mogen enkel alleenstaande woningen of tweewoonsten opgericht worden. - Per nieuw lot zijn maximum twee woongelegenheden toegestaan. Perceelsbreedte Voor een tweewoonst is de minimum perceelsbreedte per perceel 13.00 m, voor een alleenstaande woning is de minimum perceelsbreedte 18.00 m. Voor bestaande percelen met kleinere afmetingen kunnen afwijkingen worden toegestaan. - De breedte van de voorgevel bedraagt minimum 7.00 m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte voor percelen tot 30.00 m. Voor grotere percelen is de voorgevelbreedte beperkt tot 20.00 m. Inplanting De inplanting dient te geschieden binnen de grafisch aangeduide zone op het plan. De niet bebouwde gedeelten van deze strook (o.a. in geval uiterste grenzen worden

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 151/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    ritme; materiaalgebruik en gevelopbouw zodat per bouwblok uniforme esthetische gehelen bekomen worden; Enkel in functie van accenten en een hoge architecturale kwaliteit kan afwijkende bebouwing toegestaan worden. De afstand van een niet gemeenschappelijke zijgevel tot de laterale grens van de kavel moet tenminste 3.00 m bedragen Het algemeen uitzicht en de keuze van de materialen van de op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht van de omgeving. De dakvorm is vrij. Omwille van de eenvormigheid wordt gestreefd om alle daken uit te voeren in zadeldaken met de nok evenwijdig met de rooilijn en een hellingspercentage van 45 graden. De helling dient bij voorkeur te variëren tussen min. 35° en max. 45. Hedendaagse architectuur moet mogelijk zijn in de kern van Lutselus. Om hierop geen hypotheek te leggen wordt de dakvorm vrijgelaten

    - Twee bouwlagen - Bouwdiepte maximaal

    17 m - De maximum diepte

    van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m

    - De dakvorm is vrij

    aangegeven) zullen zich richten naar de voorschriften van de overeenstemmende zones (o.a. die van de zone voor voortuinen aan de voor- en zijgevelzijde en die van de zone voor koeren en hovingen aan de achtergevelzijde). De afstand tussen de zijgevels moet tenminste 6.00 m bedragen. Hoogte Maximum twee volwaardige bouwlagen toegestaan. De hoogte tussen het peil van het aansluitend maaiveld/voetpad en de bovenkant van de kroonlijst kan variëren van 3.00 m tot 6.00 m. Van hoger vermelde mag afgeweken worden wanneer een gebouw een wachtgevel afbouwt welke hoger is dan hoger vermeld. In dit geval dient het volume verantwoord te worden in het kader van het straatbeeld en de omgeving Diepte De maximum diepte der gebouwen is aangegeven op het plan en in alle gevallen beperkt tot 17.00 m ongeacht de eventueel op het grafisch plan aangegeven grotere bouwdiepte. De maximum diepte van de hoofdgebouwen op de verdieping bedraagt 12.00 m. De meerdiepte van het gelijkvloers mag plat afgedekt worden, mits een verantwoord geheel bekomen wordt. Van deze maximale bouwdiepte kan enkel afgeweken worden indien een nieuwbouw een bestaande wachtgevel met grotere diepte afbouwt. Men dient er over te waken dat de nieuwbouw niet elders hinder vormt op gebied van bezonning of lichtinval. De diepte van het hoofd- en bijgebouw dient steeds in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen. Voor bestaande gebouwen, die het maximum volume overschrijden, zijn slechts instandhoudingswerken toegelaten. Bij afbraak en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het RUP. Ter verbetering van de lichtinval of bezonning binnen een bouwblok kan in geval van nieuwbouw of verbouwing met volumewijziging een geringere bouwdiepte dan de oorspronkelijke of dan deze in de omgeving opgelegd worden. Daken Vrije dakvorm. Andere hellende dakvormen of combinaties van verschillende dakvormen zijn toegelaten voor zover ze niet uitzonderlijk worden voor de omgeving.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 152/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen. Dit gebied richt zich expliciet op het wonen in combinatie met het behoud van het bestaande biologisch waardevolle groengebieden. De bebouwing wordt georganiseerd rond een plein langs de Paul Piperslaan. Aanvullend op het centrumkarakter rondom het Lutselusplein kunnen er ondergeschikte functies toegevoegd worden zoals kleinschalige gemeenschapsvoorzieningen, diensten, vrije beroepen, kantoren en diensten. Woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor aan het wonen verwante voorzieningen. Aan het wonen verwante activiteiten zijn nevengeschikt en zijn enkel toegelaten op de gelijkvloerse verdieping en beperken zich tot vrije beroepen en kleinschalige diensten. De onbebouwde delen van het gebied staan steeds in relatie met de bebouwde delen.

    - Ontwikkelen van een

    woonzone. - Beperkte

    ondergeschikte bestemmingen vergunbaar.

    - Onbebouwde delen in

    relatie tot de hoofd- of nevenbestemming.

    Artikel 13. Strategisch woonproject I.

    Wonen vormt de hoofdbestemming. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor openbare ruimtes (groene en verharde) en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder wonen verwante activiteiten wordt kleinschalige gemeenschapsvoorzieningen, diensten, vrije beroepen, kantoren en toegangverlening verstaan. De nodige maatregelen dienen getroffen te worden teneinde niet te schaden aan de hoofdbestemming. De ondergeschikte bestemming is enkel toegestaan mits eerdere of gelijktijdige realisatie van de hoofdbestemming. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

    Kantoren welke geen deel zijn van behoorlijk vergunde woningen; Activiteiten die niet geïntegreerd kunnen worden in de kleinschalige

    woonontwikkeling; Horeca; Handel; Industriële productie en verwerking van goederen; Bedrijvigheid met betrekking tot de bewerking en verwerking van grondstoffen; Bedrijvigheid met betrekking tot op- en overslag en fysieke distributie; Afvalverwerking en recyclage; Activiteiten met een hoge emissie (geluid, afvalwater, luchtverontreiniging, ….).

    Dit gebied is aangeduid als gebiedscategorie ‘wonen’.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing. Elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met betrekking tot nieuwbouw moet verantwoord worden met een inrichtingsplan. Dit plan duidt aan hoe de nieuwbouw ruimtelijk geïntegreerd wordt en welke ruimtelijke en functionele relaties bestaan. Dit plan duidt

    - Inrichtingsstudie is

    noodzakelijk

    Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen voor de ontwikkeling van het plangebied moeten vergezeld zijn van een samenhangende inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor ordening van het plangebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 153/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    tevens aan hoe het ontwerp ingepast wordt in de gewenste kwalitatieve inrichting van het gebied zoals opgenomen in de visie, randvoorwaarden, afwegingscriteria en de gehanteerde referentiebeelden uit de toelichtingsnota en hoe duurzaamheids- principes geïmplementeerd worden. Het inrichtingsplan hanteert schetsen en tekeningen om het voorkomen en de inrichting van de omgeving duidelijk weer te geven. Variant 1

    - Aanleg en inrichting

    publieke ruimte en verzekeren

    - Kwalitatieve publieke

    ruimten en tuinen

    vergunning voor nieuwbouw of verkavelingsvergunning en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Dit document duidt aan op welke wijze het gebied ontwikkeld kan worden en hoe deze invulling kadert in de gewenste ontwikkeling in het gehele plangebied met oog op het de fasering, de ontsluiting, de gewenste bouwdichtheid en de architecturale kwaliteit. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming kunnen vergund worden voor zover aan elke van de volgende bepalingen wordt voldaan:

    De noodzakelijke lijninfrastructuren aangelegd zijn of gelijktijdig aangelegd worden;

    De aanleg van verharde (parkeerterreinen, terrassen, paden,…) en niet-verharde ruimten (tuinen, …) en de aanleg van de voetwegen en fietspaden opgenomen zijn in het plan;

    Het project duidelijk uiting geeft aan het integreren van verschillende duurzaamheidprincipes;

    De op plan aangeduide maximum kroonlijsthoogte, maximum bebouwingspercentages, aantal bouwlagen, maximaal aantal woningen per hectare, maximum verhardingspercentages niet overschreden worden en de minimum begroeningspercentages gerealiseerd worden.;

    Bepalingen voor nieuwe woongebouwen:

    Woongebouwen mogen opgetrokken worden als meergezinswoningen of in gesloten bebouwing met maximum twee bouwlagen en drie bouwlagen in geval van platte daken. Maximaal 50% van de bebouwing bestaat uit 3 bouwlagen;

    De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 7 meter voor hellende daken en 10,50 meter voor platte daken.

    De maximum nokhoogte in geval van hellende daken bedraagt 13 meter. Woningen moeten herkenbaar zijn door het aanbrengen van schakeringen in

    de gevelwand; Elke woning moet rechtstreeks van op het openbaar domein bereikbaar zijn

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 154/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Variant 2 Dit voorschrift is gericht op een differentiatie van woningtypologieën¨n en op het creëren van een aanbod dat beantwoordt aan de behoeften van diverse maatschappelijke groepen. Het legt op om een bepaald percentage sociaal wonen te creëren. Onder andere vanuit het proportionaliteitsbeginsel worden daarbij projecten vanaf een

    - Schakering in gevels

    en bebouwing opleggen

    - Woningen herkenbaar maken

    - Rechtstreekse toegang tot de woningen van op het openbaar domein

    - Constructies in tuinen

    beperkt toestaan

    met een individuele toegang;

    Bepalingen voor tuinen Vrijstaande constructies in de tuinen kunnen enkel toegestaan worden

    wanneer elk van de volgende bepalingen nageleefd wordt: De vloeroppervlakte van deze constructies is beperkt tot maximum

    12m²; De kroonlijsthoogte van deze constructies is beperkt tot maximum 3

    meter; Deze constructies moeten op tenminste 1 meter van de zijdelingse

    perceelsgrens gebouwd worden of op de zijdelingse perceelsgrens mits akkoord van de aanpalende.

    Dakvorm is vrij. In geval van gekoppelde bijgebouwen moet eenzelfde bedaking voorzien worden.

    Afsluitingen: Voor een afstand van maximaal 10 meter vanaf de

    achtergevel zijn gesloten afsluitingen toegestaan Overige afsluitingen: draad- of hekwerk; en deel zijn van

    een bredere erfscheiding met levende groenelementen. Maximale hoogte: 2,00 meter.

    Bepalingen voor de autostaanplaatsen

    Er moeten minimum 1,2 autostaanplaatsen per woning gecreëerd worden; Ondergrondse autostaanplaatsen kunnen toegestaan worden;

    Bepalingen voor publiciteit Het aanbrengen van vrijstaande publiciteit en/of reclamepanelen kan niet toegestaan worden. Bepalingen voor de inrichtingsstudie De inrichtingsstudie bevat een beschrijving van de ordening van het plangebied. De inrichtingsstudie duidt aan op welke wijze de ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd en gewaarborgd wordt. Belangrijke aandachtspunten zijn: De wijze waarop de gevels gericht op de publieksgebonden ruimten een sterke

    ruimtelijke relatie met deze ruimte aangaan. Voor deze projectzone geldt dat er een sterke relatie tot stand komt met de Paul Piperslaan. De groenstructuur bestaande uit hoogstammig groen is structurerend hierin;

    De wijze waarop het totale gebied ingericht wordt.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 155/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    bepaalde omvang beoogd. Het voorschrift is een vertaling van de principes die zijn opgenomen in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid (DGPB). Om die reden moeten de gehanteerde begrippen gelezen worden in de zin die het DGPB daaraan geeft. De bebouwing wordt georganiseerd rond een plein langs de Paul Piperslaan. Hier wordt een erfachtige inrichting voorgesteld. Rondom dit erfplein is gesloten woningbouw gewenst, waarbij de koppen kunnen bestaan uit 2 tot 3 bouwlagen. In het bestaande bosgebied dat bestaat uit eiken en berken zijn ofwel parkwoningen (type urban villa) mogelijk ofwel gesloten bebouwing als zuidwest gerichte woningen verkaveld in strokenbouw. Omdat voor gesloten bebouwing geopteerd wordt ontstaat er ruimte die onbebouwd blijft. Deze ruimte is uiteindelijk het biologisch waardevolle bos dat op deze manier behouden kan blijven. Andere mogelijkheden zijn het herstel van de oorspronkelijk heidevegetatie met het behoud van de eikendreef. Het blijft mogelijk om hierdoor een padenstructuur aan te leggen zodat er een verbinding tussen de Schoolstraat en de N76 voorzien kan worden. Afsluitingen zijn belangrijk voor de beschutting van de woning, afscherming van de tuinzones en de privacy tussen de kavels onderling. Zij hebben ook een niet te verwaarlozen ruimtelijke component en worden daarom aan een aantal bepalingen onderworpen. Zij dragen immers bij aan de ruimtelijke beeldkwaliteit van het gebied. Nieuwe stedenbouwkundige initiatieven moeten leiden tot een hoge ruimtelijke en woonkwaliteit van de woonomgeving. Vergunningsaanvragen voor gebouwen en terreinen hebben daarom ook oog voor en betrekking op de omgevingsaanleg (publieksgebonden buitenruimten en de gegroepeerde autostaanplaatsen). De aanleg van de (semi) publieke ruimten is een integraal deel van de woonontwikkeling. De niet-bebouwde delen van

    De wijze waarop louter functionele constructies verbonden aan de woningen aan het oog onttrokken worden (liftkokers, antennes, luchtverversers, …) Zonnepanelen voor het opwekken van energie zijn vrijgesteld van deze bepaling.

    De wijze waarop zichtbare zijgevels uitgevoerd worden. Deze moeten uitgevoerd worden in materialen gelijkwaardig aan deze van de gevels.

    De wijze waarop ondergeschikte infrastructuur en constructies eigen aan de bestemming opgericht worden (omheiningen, verlichtingspalen, verdeelkasten,…). Deze infrastructuur of constructies moeten bestaan uit duurzame materialen en deze moeten op een kwaliteitsvolle wijze in het woonproject worden.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 156/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    de bouwvlakken worden ingericht als tuinen of (semi-) publieke buitenruimten en moeten gelijktijdig met de woongebouwen gerealiseerd worden. De (semi-) publieke ruimten worden gestructureerd door een fijnmazig netwerk van trage wegen. Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan een aantal criteria welke bepalend zijn voor de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving. Morfologische criteria hebben betrekking op het volume en de vormgeving van de gebouwen. De aangereikte concepten uit de toelichtingsnota zijn informatief van aard. Het inrichtingsplan fungeert als methodologisch instrument dat moet aantonen dat de doelstellingen van het ruimtelijk beleid gehaald worden door:

    de ruimtelijke context aan te duiden waarin het project gerealiseerd wordt;

    de doelstellingen en concepten van het initiatief aan te reiken; het project naar gebruik en voorkomen te beschrijven; de opbouw, functies, toegankelijkheid, geleding, relaties,

    materiaalkeuzen, en andere te verantwoorden; de effecten en de kwaliteitsverhoging die ontstaan door de

    uitvoering van het project te beschrijven; alle noodzakelijke elementen voor het afwegen en beoordelen

    van de aanvraag aan te reiken. Het inrichtingsplan besteedt op een gedetailleerd wijze aandacht aan de relatie tussen het bestaande bosgebied en de Paul Piperslaan. Het is wenselijk dat het groengebied maximaal geïntegreerd wordt in de projectzone als bijvoorbeeld een speelbos of als een nieuw te creëren heideveld waarin het hoogstammig structurerend groen de structuur bepaald. De ontwikkelingen van de strategische woonprojectzones kunnen niet los gekoppeld worden van een groen frame waarbij een groenstructuur in noord zuid richting wordt vastgelegd. De nabijheid van het groen bepaalt sterk de leef- en omgevingskwaliteit van de bebouwde zones en moet daarom aangelegd zijn, vooraf of minstens gelijktijdig met de bebouwde zones. Het aanbieden van ruimtelijke kwaliteit is een basisvereiste voor het functioneren van een hoogwaardige omgeving als een aantrekkelijke en dynamische (semi-) publieke ruimten. De aantrekkelijkheid wordt

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 157/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    bepaald door de bebouwde en niet- bebouwde ruimte. Een centrale doelstelling in de gewenste ruimtelijke ontwikkeling is het structureren van de openbare ruimte. De inrichting van de openbare ruimten zijn bepalend voor de kwaliteit van de woonomgeving. Het is daarom erg belangrijk om de inrichting en de wanden van de openbare ruimten goed aan te leggen en te verzorgen. De concrete inrichting van de publieke ruimte is een vereiste voor het bereiken van de gewenste beeld- en belevings- en gebruikskwaliteit. Deze zones hebben aanzienlijke oppervlaktes en zullen bovendien niet allen gelijktijdig ontwikkeld worden. Alle ontwikkelingen die binnen de contour van deze zone plaats vinden, zullen ongeacht hun grootte, omvang, aantal of tijdstip van realisatie, dienen te kaderen binnen de visie zoals aangehaald in het masterplan dat opgesteld werd voor dit gebied. Inrichtingstudies worden beoordeeld op:

    De stedenbouwkundige inpassing van het project waarop de aanvraag betrekking heeft. Het betreft de inplanting van de gebouwen, groene ruimten, parkeervoorzieningen, bouwstijlen, bouwhoogten, gevelkenmerken, bouwmaterialen,…;

    De contextuele inpassing in de morfologie van het straatbeeld. Het betreft onder meer de gevelhoogte, de gevelkenmerken, het aantal traveeën, de kroonlijsthoogte, de gebruikte bouwmaterialen, dakvorm en dakhelling, …;

    De effecten van het project voor de omgeving. Deze afweging kan enkel gemaakt worden wanneer duidelijk beschreven wordt van welke functies in het project gepland zijn en hoe deze zich verhouden met bestaande functies;

    De architecturale kwaliteit van het pand of project. Deze afweging kan enkel gemaakt worden wanneer de gevelopbouw en gebruikte gevelmaterialen duidelijk beschreven worden met nadruk op duurzaamheid en beheer;

    De relatie tussen morfologie, architectuur en functie van het gebouw. Deze afweging kan enkel gemaakt worden wanneer gedetailleerd beschreven wordt welke functies in welke delen van het gebouw gepland zijn en wat de relatie is tussen deze functies onderling en tussen deze functies en het openbaar domein zijn;

    De mate van waarin de stedenbouwkundige kwaliteit verhoogd

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 158/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    wordt door het project. Deze afweging kan enkel gemaakt worden wanneer gedetailleerd beschreven wordt op welke wijze het project bestaande functies en relaties respecteert en de gewenste ontwikkeling versterkt.

    De natuurlijke waterhuishouding van het gebied wordt door de bebouwing van het gebied zeer sterk gewijzigd. Niettemin kan er op iedere kavel een bijdrage geleverd worden aan de waterhuishouding van dit gebied: daarom wordt er een maximaal verhardingspercentage opgelegd. Fasering De SWPI zone heeft een oppervlakte van 14.185 m² en is dus groter dan een halve hectare. . Voor het SWPI zal gezien de grootte van ongeveer 1,5 ha een fasering ingeschreven worden van maximaal uit te voeren in 2 fasen.

    - Maximaal 2 fasen

    Fasering Het Strategisch woonproject I kan maximaal uitgevoerd worden in twee fasen.

    Bepalingen met betrekking tot beheer. Alle voor het publiek toegankelijke gebieden worden publieke ruimten genoemd. Het gebruik en de inrichting van de verschillende publieke ruimten varieert echter sterk. Bij de keuze van materialen voor de aanleg van deze ruimte wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van een goed beheer en onderhoud. Belangrijke aandachtspunten zijn: een lange levensduur, een mooie uitstraling en een veilige omgeving. Een beheersbaar (semi) openbaar gebied is een van de voorwaarden voor een aantrekkelijk en woongebied. De publieke ruimten moeten zowel door bewoners als door bezoekers als veilig ervaren worden. Bij het ontwerp van gebouwen en de openbare ruimte wordt daarom aandacht besteed aan ongewenst gedrag, overlast, overtredingen en mogelijke ongevallen. Zo verhoogt een sterke visuele relatie tussen de activiteiten in de gebouwen de openbare ruimte de betrokkenheid en de sociale controle. Andere belangrijke aspecten zijn:

    - de overzichtelijkheid van de publieke ruimte met zichtlijnen en oriëntatiepunten;

    - de attractiviteit van de omgeving welke sterk bepaald wordt door vormgeving, materiaalgebruik en verlichting;

    - Veilige ruimten

    aanleggen - Inrichting richten op

    het beperken van het beheer

    - Ruimte voor integraal

    waterbeheer - Een beheerder voor

    groenvoorzieningen langs het openbaar domein

    De ruimte moet ingericht en beheerd wordt met oog op het creëren van een zo hoog mogelijke sociale veiligheid en een zo hoog mogelijke beeld-, belevings-, en verblijfskwaliteit. De inrichting en aanleg van de publieke verblijfsruimten en functionele terreinen moet gericht zijn op een beperkt onderhoud, een lange levensduur, een blijvende mooie uitstraling en een veilige omgeving. Deze ruimten moeten voorzien worden met beplantingen, watervoorzieningen en straatmeubilair. Al het water van daken moet opgevangen worden in hemelwaterputten welke verbonden worden met wadi’s of infiltratiebekkens. De groenvoorzieningen langs wegen en paden worden beheerd door één beheerder.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 159/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    - controle en toezicht bepaald door de betrokkenheid; - het algemeen onderhoud,…

    De verhardingen worden bij voorkeur gekenmerkt door soberheid, duurzaamheid en onderhouds-vriendelijkheid. Beplantingen en water zijn onderdeel van de inrichting van de openbare ruimte. Het is wenselijk om een variatie aan beplantingen toe te passen, dit zowel in bomen, heesters, bodembedekkers. De plantkeuze moet duurzaam zijn. In deze omgeving duidt dit op weinig onderhoud vragend, bestand tegen zwerfvuil en betreding, sociaal veilig en gebruiksvriendelijk. De aanplantingen accentueren het onderscheid tussen de verschillende soorten van publieke ruimten: verblijfsruimte, parkeerruimten, fiets- en wandelwegen,…. Water blijft zoveel mogelijk zichtbaar. De wijze waarop dit gebeurt, is afhankelijk van de aard van de publieke ruimte. In de verblijfsruimte is een formele integratie (kanaaltjes…) meer wenselijk, in de niet-verharde oppervlakte kunnen wadi’s en grachten het water zoveel mogelijk bufferen en in de bodem laten infiltreren. Om geen bijkomend afvoerdebiet te laten ontstaan door het omzetten van onverharde oppervlakte in verharde ondoordringbare oppervlakten moet bij elke bouwproject de nodige ruimte voorzien worden voor waterinfiltratie of waterberging. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is van toepassing. Voor openbare wegenis, daken en andere verharde oppervlakten die niet onder de modaliteiten van de gewestelijke verordening vallen zijn volgende maatregelen verplicht: Aanleg van gescheiden stelsel voor nieuwe infrastructuren; Hergebruik van hemelwater, indien dit onmogelijk is wordt er in

    eerste instantie de maximale infiltratie van hemelwater vooral afkomstig van daken beoogd afhankelijk van de infiltratiecapaciteit van de grond en in tweede instantie de eventuele infiltratie of buffering van hemelwater afkomstig van andere verharde oppervlakten.

    De verlichting van de publieke ruimten wordt opgevat met oog op het beperken van het energiegebruik (duurzaamheidsprincipes) en de voorkomen van lichthinder.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 160/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen met betrekking tot de bestemming De zone is voorbehouden voor het oprichten van gebouwen horende bij een middenstandsactiviteit. Het betreft steeds gebouwen en constructies voor functies welke onmiskenbaar verbonden zijn met de woonfunctie of andere toegelaten functies in het hoofdgebouw. Het is niet de bedoeling dat er woningen in worden gevestigd.

    - Hoofdbestemming

    zijn gebouwen horende bij een middenstands-activiteit.

    - Woonvertrekken zijn niet toegelaten

    Artikel 14. Zone voor economische nevenactiviteiten

    De zone is voorbehouden voor het oprichten van gebouwen horende bij een middenstandsactiviteit. Toegelaten bestemmingen zijn:

    handel en bijhorende toonzalen, huisnijverheden niet-hinderlijke ambachtelijke bedrijven, diensten, sociale en culturele activiteiten, kleine werk- en opslagplaatsen parkeerplaatsen horende bij de tertiaire functie, met een

    maximale oppervlakte gelijk aan de bebouwde oppervlakte in deze zone en de bijhorende zone voor hoofdgebouwen.

    Voornoemde bestemmingen zijn echter slechts toegelaten op voorwaarde dat ze het stil en gezond karakter van de omgeving niet schaden. Woonvertrekken zijn niet toegelaten. De zone voor economische nevenactiviteiten valt onder categorie 1, wonen.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing De bouwhoogte van deze gebouwen en constructies wordt beperkt. De bouwhoogte mag nooit hoger zijn de bouwhoogte van het gelijkvloers van het hoofdgebouw. De gebouwen en constructies kunnen enkel vergund worden wanneer deze in dezelfde bouwmaterialen van het hoofdgebouw opgetrokken worden. Ook de dakbedekking moet harmonisch aansluiten bij de dakbedekking van het hoofdgebouw. Enkel platte of licht hellende daken ( 40°) zijn toegestaan. De dakvorm is dus vrij. De nokhoogte bedraagt maximum 5.50 m vanaf

    - Beperkte bouwhoogte - Kwalitatieve

    bouwmaterialen - Beperkte dakhelling

    Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voorzover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft, verenigbaar zijn met de omgeving. De uitgeoefende functies dienen bovendien in relatie te staan met de functie van de gelijkvloerse bouwlaag van de voorliggende zone voor hoofdgebouwen. Vergunning tot bouwen in deze zone wordt slechts verleend voor dit gedeelte van de zone waarvan de voorliggende bouwzone is volgebouwd of gelijktijdig gerealiseerd wordt, dit teneinde geen openingen in de straatwand te krijgen.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 161/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    het maaiveld. Wanneer de dakoppervlakte van alle gebouwen en constructies omvangrijk is, is het wenselijk een deel van de dakoppervlakte aan te leggen als vegetatiedak. Dit wordt niet verplicht.

    Inplanting De bebouwing dient te komen binnen de op plan aangeduide zones. Voorgevel aansluitend met de achterste grens voor hoofd- en bijgebouwen of op minstens 5.00 m achter deze grens, wanneer op het gelijkvloers van het hoofdgebouw woonvertrekken zijn ingericht. Hoogte Eén bouwlaag, met een maximum van 3.00 m. In geval van oprichting op de perceelscheiding is de hoogte beperkt tot 2.80 m. In functie van specifieke bestemmingen kunnen grotere bouwhoogten worden toegestaan. Daken De dakvorm is vrij. De dakhelling bedraagt maximum 40°, de nokhoogte bedraagt maximum 5.50 m vanaf het maaiveld. Materialen Deze dienen aangepast aan de aard van het voorliggend gebouw ingeval het gebouw zichtbaar is van op de openbare weg of van op een voetpad, dient hetzelfde materiaal gebruikt als voor de voorgevel. Uitzonderingen Indien in de zone voor hoofdgebouwen op het gelijkvloers geen handels- of ambachtelijke functie wordt uitgeoefend, doch slechts een woonfunctie bestaat, zullen de achterliggende gronden beschouwd worden als zone voor koeren en hovingen en zullen de voorschriften van desbetreffende zone van kracht zijn.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 162/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen met betrekking tot de bestemming Omwille van de ligging nabij het centrum van Lutselus en aan de rand van het kleinstedelijk gebied, de goede ontsluitingsmogelijkheden en de toegankelijkheid wordt deze zone bestemd voor grootwinkelbedrijf. Bestemmingen met deze oppervlakte, activiteit of mobiliteitsgeneratie zijn moeilijk te integreren zijn in het centrum van Lutselus.

    - Hoofdbestemming is

    grootwinkelbedrijf

    Artikel 15. Zone voor grootwinkelbedrijven

    De zone is voorbehouden voor het oprichten van grootwinkelbedrijven. Toegelaten bestemmingen zijn:

    handel en bijhorende toonzalen, niet-hinderlijke ambachtelijke bedrijven, kleine werk- en opslagplaatsen parkeerplaatsen.

    De zone voor grootwinkelbedrijven valt onder categorie bedrijvigheid.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing Het algemeen uitzicht en de keuze van de materialen van de op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht van de omgeving. De bouwhoogte van deze gebouwen en constructies wordt beperkt tot één bouwlaag, variërend tussen 3.00 m en 4.50 m. Deze zone is gelegen tussen de gewestweg en de voetbalterreinen aan de Wasserijstraat die afgeboord wordt met een groene permanente buffer. Door het voorzien van de parking achter de bebouwing in, is het mogelijk de buffer tesamen in te richten als een zone te vrijwaren voor geparkeerde auto’s. De parking is gemeenschappelijk te gebruiken en dient groen ingericht te worden. De principes van het duurzaam ruimtegebruik worden als uitgangspunt gebruikt voor de inrichting van de kleinhandelszone zoals o.a. gebundeld parkeren, gebundelde ontsluiting, efficiënt ruimtegebruik en een duurzame ruimtelijke inpassing.

    - beperkte bouwhoogte - Vrijblijvende ruimte in

    te richten als groen en groene parking

    - Kwalitatieve

    bouwmaterialen

    Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft, verenigbaar zijn met de omgeving. Inplanting De inplanting dient te gebeuren binnen de aangeduide zone op het plan. De afstand van de gebouwen tot de laterale perceelsgrens bedraagt minimum 5.00m. Bebouwing en inrichting Oppervlakte van de zone : ± 3.325 m2 V/T = max. 0.35 Hoogte : Eén bouwlaag, variërend tussen 3.00 m en 4.50 m vanaf peil van de voorliggende weg tot bovenkant gevelbekroning. Daar waar de zone grenst aan de zone voor koeren en hovingen zal een bufferbeplanting aangeplant worden die voldoet aan de voorschriften van de bufferzone (artikel 22). De overgebleven vrije ruimte zal aangelegd worden als groene ruimte met parking. Het gebruik van hoogstammige

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 163/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    bomen tussen de parkeervakken is verplicht. Materialen Alle buitengevels en alle overige zichtbare delen van het gebouw zullen uitgevoerd worden volgens bijgaande voorschriften: - de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerkerij,

    beglazing en buitenschilderwerk dienen wat voorkomen en kleur betreft esthetisch en constructief verantwoord te zijn,

    - de aard, de toepassing en kleur van de gebruikte materialen mogen geen afbreuk doen aan de bestaande waardevolle elementen die in de omgeving voorkomen,

    - het gebruik van nabootsende en camouflerende materialen is niet toegelaten, - de hellende daken zullen worden afgedekt met gebakken pannen,

    natuurleien, zink, koper of andere esthetisch verantwoorde materialen.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 164/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    Algemene bepalingen met betrekking tot de bestemming Deze gebieden zijn bestemd voor openbare functies en inrichtingen voor het algemeen nut en als open publieke ruimte. Wooneenheden gerelateerd aan de gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten.

    - Bestemmen als

    openbaar nut - Woningen

    gerelateerd aan gemeenschaps-voorzieningen

    - Publieke ruimte

    Artikel 16. Zone voor openbaar nut

    Dit gebied is bestemd voor: - gemeenschapsvoorzieningen, - openbare nutsvoorzieningen, - horeca, woningen of wooneenheden die, gerelateerd zijn aan de

    gemeenschapsvoorziening. - De onbebouwde delen van het gebied zijn bestemd voor kwaliteitsvol semi-

    publiek en openbaar domein. De zone valt onder gebiedscategorie “gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen”.

    Bepalingen met betrekking tot inrichting en bebouwing Aangezien de voorschriften vrij flexibel worden opgevat en de invulling van openbaar nut steeds een belangrijke invloed heeft op zowel het ruimtelijk weefsel van Diepenbeek alsook op socio-economisch weefsel, wordt er een inrichtingsstudie opgemaakt. Deze inrichtingstudie kan bij elke vergunningsaanvraag aan adviserende instanties voorgelegd en beoordeeld worden. O.a. de mate waarin de eenheid van het complex en zijn omgeving bewaard blijft wordt gecontroleerd. Bepalingen voor de inrichtingsstudie De inrichtingsstudie bevat een beschrijving van de ordening van het plangebied. De inrichtingsstudie duidt aan op welke wijze de ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd en gewaarborgd wordt. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig

    - Inrichtingsstudie is

    noodzakelijk - Representatief plein - Kwalitatieve

    architectuur

    Bij vergunningsaanvragen wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of een nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Het voldoen aan ondervermelde randvoorwaarden dient bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning, informatief aangetoond worden door middel van een inrichtingsstudie.

  • Juni 2012 Definitieve vaststelling

    110730: RUP Lutselus – Gemeente Diepenbeek

    NOT01E-110730-definitieve vaststelling pag. 165/210

    Informatief Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten

    Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften

    overgemaakt aan de vergunningsverlenende overheid. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstu