te gast ii - oktober 2013
DESCRIPTION
Patiënten, bezoekers, verwijzers, zorgpartners, vrijwilligers en natuurlijk medewerkers. Ons blad Te Gast is voor iedereen die ‘iets’ met het Westfriesgasthuis heeft. Sterker nog, deze mensen, met de patiënt voorop, staan centraal in Te Gast.TRANSCRIPT
Te Gast | H
ét blad
van h
et Westfriesg
asthu
is | editie 0
2 2
01
3
GastTe
Hét blad van het
142mensen
werken op de operatie
kamers
ups & downs“MS moet je leren
accepteren.”Intensive
care“Ik leefde tenminste
nog.”
Neem mee!
“patiënt zijn, terwijl je zelf dokter bent,
is best lastig.”
Welkom
Sommigen spreken van een roeping. Anderen noemen het een voorrecht. Hoe dan ook: de zorg is werk dat je niet alleen met je handen en je hoofd doet.
hart voor de
zorg
‘het komt goed, alleen ziet het er soms
anders uit dan dat je van te voren denkt’
Moniek de Boer is gynaecoloog én coach.
“Wat het vak van gynaecoloog zo waardevol maakt, is dat je onderdeel bent van belangrijke levensgebeurtenissen. Het is een heel veelzijdig vak. Met enerzijds
een praktische en spoedeisende insteek , bijvoorbeeld bij bevallingen en operaties. Maar ook met langdurige begeleiding, zoals bij onvruchtbaarheid.
Juist omdat ik mensen begeleid in bijzondere gebeurtenissen heeft dat impact op mijzelf. Ik leer dan ook veel van patiënten.”
“Zo moest ik in het begin van mijn opleiding een bejaarde dame vertellen dat
haar baarmoeder verwijderd moest worden vanwege kanker. Die mevrouw was in diepe rouw. Niet omdat zij kanker had, maar omdat ze haar baarmoeder
kwijt zou raken. Haar kinderen waren daarin groot geworden, het was haar ‘kinderkamer’. Voor mij was dat een groot leermoment. Een tweede voorbeeld
gebruik ik zelf nog vaak. Er was eens een patiënt die als antwoord op een slecht- nieuwsgesprek zei: ‘Het komt goed.’ Ik dacht dat ze mij niet begreep, maar ze had
mij juist heel goed begrepen. En ze zei ‘Het komt goed, alleen ziet dat er soms anders uit dan dat je van te voren denkt.’ Ik vond dat zo’n mooie uitspraak over
acceptatie. Ik gebruik dit voorbeeld weleens bij andere patiënten.”
“Omdat ik zelf heb ervaren hoe het is om gecoached te worden, ben ik met de coachopleiding gestart. Het is een fantastische manier om in korte tijd
verstand, gevoel en gedrag weer op een lijn te krijgen. In mijn spreekkamer in mijn vorige ziekenhuis had ik, natuurlijk geheel tegen de regels in, op de muur geschilderd ‘...sta eens stil bij wat je beweegt...’ Ik vind namelijk dat je alleen goed voor een ander kan zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt. Veel
mensen die in de zorg werken zijn gevers, meestal onder hoge werkdruk, met veel verantwoordelijkheid. Ze raken soms de balans kwijt en zijn niet meer in evenwicht met de rest van hun bestaan, zoals hun gezin en hobbies. Met
coaching wil ik bereiken dat mensen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg in balans blijven en het beste uit zichzelf halen. Dat komt ten goede aan de
kwaliteit van de zorg.”
2 | Te Gast | editie 02 2013
inhoud02 Hart voor de zorg Moniek de Boer
04 Nieuws
06 De vrijwilliger Rolhf Mammen
07 Kunst
08 Medisch Moderne operatiekamers
10 Tien vragen aan huisarts Tjeerd van der Klei
12 Uit de praktijk
13 Op de kiek
14 Culinair Koken met Ruud
16 Wie bent u?
19 Column Lebby
20 Event St. Janslezing 2013
23 Feiten & cijfers van... de operatiekamer
24 Mijn trots Barbara de Jong
26 Je zal �t maar hebben Ondervoeding
28 Mijn verhaal Jolanda Bron
32 In behandeling Multiple Sclerose (MS)
36 Wat is dit?
38 Samen Orthopedie & Thuiszorg
40 Vette pech
42 Tweets Het Westfriesgasthuis & Twitter
42 Meer informatie
43 Column huisarts Maarten van Bemmel
4008
13
10
04
editie 02 2013 | Te Gast | 3
Art direction 100% Ontwerpen & Edson Goes Coördinatie & eindredactie Afdeling communicatie Redactie Fred Beemsterboer, Emmie Bobeldijk, Vincent Cliteur, Miriam Eliel, Judith van Druten, Tim de Haan, Chantal Hofenk, Irene Hoogstraten, Arjen de Jager, Marijke Jongert, Edy Klaassen, Esther Muusse, René Nieuwenhuijse, Arthur Verhulst, Hilda Vleems Fotografie Dewi Koomen-Bakker, Amber Nan Adres Westfriesgasthuis, Communicatie, Postbus 600, 1620 AR Hoorn Mail [email protected] geportretteerden (in woord en beeld) hebben hun toestemming gegeven voor publicatie. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
ColoFon
op de cover: Stefan Loos uit
Wognum is voor het eerst vader geworden.
Zijn dochter heet Lenthe Joëlle.
Prettig vertoeven op Vriendenplein
Patiënten, bezoekers en medewerkers kunnen vanaf nu gebruik maken van het plein tussen het ziekenhuis
en het centrum voor Radiotherapie en Oncologie.
Een frisse neus Begin 2013 is het centrum voor Radiotherapie en Oncologie officiëel geopend. Door de komst van dat nieuwe gebouw ontstond een open plein tussen het ziekenhuis en het centrum. Onlangs is dat plein verfraaid met meubilair, bomen en planten. Daarmee is een prettige omgeving voor patiënten en bezoekers gecreëerd, zodat zij zich welkom voelen om buiten een frisse neus te halen. De inrichting van het plein is volledig gefinancierd door giften en donaties die zijn gedaan aan de Vrienden van het Westfriesgasthuis. Daarom draagt het plein de naam ‘Vriendenplein’.
Het Westfriesgasthuis voldoet aan alle eisen van het VMS, het veiligheidsmanagement-
systeem dat in het kader van het landelijk veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen ontworpen is. Margriet Witteveen, manager Kwaliteit & Veiligheid in het Westfriesgasthuis: “Het Westfriesgasthuis heeft de ambitie
om tot de top van veilige ziekenhuizen te behoren. Patiëntveiligheid is dan ook zonder twijfel een belangrijk onderdeel van de zorg in ons ziekenhuis. Het behalen van de VMSaccreditatie is het bewijs dat we op de goede weg zitten. We zijn trots, maar dit is voor ons niet het eindpunt. We zullen de zorg in het Westfriesgasthuis blijven verbeteren.”
Antoinette Steltenpool werkt een paar ochtenden in de week op de afdeling
Revalidatie. Via OpMaat is ze al 25 jaar aan de slag in het ziekenhuis. Ze zet koffie en thee, maakt schoon waar nodig en zorgt voor een gezellige sfeer. Zelf vindt Antoinette het helemaal niet zo bijzonder wat ze doet: “Ik vind het gewoon leuk om te doen.” Maar haar collega’s zijn heel blij met haar: “Ze is heel gezellig en spontaan. Altijd blij en ze houdt van een geintje.”
Westfriesgasthuis behaaltaccreditatie voor veilige zorg
Blijf op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen
Wethouder Michiel Pijl ‘opent’ het Vriendenplein.
Antoinette werkt sinds 1988 in het Westfriesgasthuis en plakt daar met liefde nog een paar jaar aan vast.
A ls ziekenhuis hebben we alle contactgegevens van patiënten nodig voor een goed dossier.
Dit dossier wordt bij elk bezoek of behandeling gebruikt en aangevuld. Daarom moeten patiënten zich, als ze hier voor het eerst komen, inschrijven. Als u met veel pijn, haast of ander ongemak binnenkomt, is dat soms al een hele opgave. Helemaal als het ook nog eens dubbelop gebeurt. “En dat kwam veel vaker voor dan ons lief is,” vertelt Marion de VriesOverdiek. Zij werkt als hoofd Digitalisering in het Westfriesgasthuis. “Sterker nog, dubbele inschrijvingen kosten niet alleen veel tijd en geld. Soms komt zelfs de veiligheid van patiënten in gevaar. We willen dat artsen en verpleegkundigen een goed overzicht hebben van de complete voorgeschiedenis van een patiënt. Bij een dubbele inschrijving is een beperkt deel beschikbaar. Dat kan natuurlijk niet.”
DigiDVorig jaar september is er in het Westfriesgasthuis een onderzoek geweest waaruit bleek dat er van de 809 patiënten in die maand, 51 patiënten dubbel waren ingeschreven. Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat de dubbele inschrijvingen voornamelijk werden gemaakt bij de acute patiënten en de patiënten die online afspraken maakten. Een verbeteractie was het invoeren van het DigiD bij het maken van online afspraken. Andere verbeteracties zijn het controleren en invoeren van de persoonlijke gegevens uit het legitimatiebewijs en het werken met één protocol en stappenplan. Op de afdeling patiënteninschrijving wordt al gewerkt met dit stappenplan. Marion: “Zo hopen we samen met de patiënt dubbele inschrijvingen te voorkomen.”
Dubbele inschrijvingen
Al 25 jaareen vrolijke noot
4 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 5
nieuws
“Ik verveel me geen moment meer”Het kopje koffie in de wachtkamers.
De boekenkar voor patiënten op de verpleegafdeling. Het Sint Janskoor. Patiëntenvervoer. Allemaal mogelijk gemaakt dankzij de 340 vrijwilligers die zich inzetten voor het Westfriesgasthuis. Rolhf Mammen is gastheer bij de hoofdingang en bij de wachtkamer van de hartfunctiepoli.
In januari van dit jaar stopte Rolhf met zijn werk als accountmanager bij een leidingenbedrijf. Hij wilde met zijn leeftijd (62) geen plaats bezet houden in dit economisch ongunstige tij. Maar toen sloeg de verveling toe.
“Mijn vrouw en ik liepen door de centrale hal en zij zag een advertentie: vrijwilligers gezocht. Zo ben ik hier terechtgekomen en ik vind het heel leuk. Vooral alle verschillende contacten: van medewerkers kan ik veel leren over het Westfriesgasthuis. En bij patiënten is het juist andersom. Die zijn onzeker, kunnen de weg niet meteen vinden. Hen kan ik dan juist helpen,” vertelt Rolhf. “Bij de ‘deur’ zijn de contacten met patiënten wat korter dan bij de wachtkamer. Het is vooral euro’s wisselen of even op iemand letten terwijl de auto wordt geparkeerd. Maar ook weleens spannende dingen: laatst zat een man van middelbare leeftijd buiten een shaggie van me te roken. Voordat hij met zijn zoon zou weggaan, viel hij ineens weg! Ik dacht dat hij dood was. Gauw de Spoedeisende Hulp erbij en gelukkig kwam hij weer bij. Hij bleek epileptisch te zijn en kon meteen blijven. Kortom, ik verveel me hier geen moment.”
6 | Te Gast | editie 02 2013
de vrijwilliger
Titel ‘Knotwilgen’ Techniek Acryl op papier Kunstenaar Jan HollenbergInfo www.janhollenberg.exto.nl, Kunstenaarsvereniging De Boterhal
editie 02 2013 | Te Gast | 7
KunsT
ModerneoperatiekamersT wee operatiekamers (OK’s) van
het Westfriesgasthuis zijn onlangs omgebouwd tot moderne multimedia-OK’s. Deze bieden
nog betere mogelijkheden om met name kijkoperaties uit te voeren. Ook kunnen filmbeelden en foto’s worden opgeslagen.
“Het Westfriesgasthuis voert relatief veel kijkoperaties uit ten opzichte van een gemiddeld ziekenhuis in Nederland,” vertelt chirurg Eric Sonneveld. “Denk aan operaties op het gebied van chi-rurgie, urologie en gynaecologie. Dit heeft grote voordelen voor de patiënt,
want kijkoperaties zijn een subtielere vorm van chirurgie dan open operaties. In plaats van een grote snee worden er een paar kleine sneetjes gemaakt om de camera en de instrumenten in het lichaam te brengen. Ook wordt er minder schade aangericht in het weefsel van de buik. Dit betekent dat de patiënt minder pijn heeft en het herstel na de operatie sneller gaat. Bovendien kan het ook cosmetische voordelen hebben: een kleiner litteken springt minder in het oog.”
MonitorenIn de nieuwe multimedia-OK’s hangen meerdere monitoren, zodat alle aanwezigen
in de operatiekamer mee kunnen kijken met wat er gebeurt. “Bij een open operatie zien vooral de chirurg en de assistent waar ze mee bezig zijn. Doordat nu bijvoorbeeld ook de anesthesist en de operatieassistent beter mee kunnen kijken, leidt dat tot een grotere betrokkenheid van het hele team.” Voor het operatieteam heeft de nieuwe opstelling ook ergonomische voordelen. “Eerst zag je als opererende chirurg de beelden op een monitor die op een vaste plek stond. Doordat nu de monitoren aan het plafond hangen en in alle mogelijke posities kunnen worden gedraaid, hoef je zelf niet in een onnatuur-lijke positie te staan of te kijken.” Het nieuwe
systeem bestaat verder uit een vaste ‘toren’ waarop alle benodigde apparatuur standaard aanwezig is. “Op die toren kunnen alle slan-gen en instrumenten worden aangesloten. Erg efficiënt.”
PatiëntendossierTen slotte kunnen de filmbeelden en foto’s die tijdens de operatie zijn gemaakt, worden op-geslagen in het elektronisch patiëntendossier dat het ziekenhuis van elke patiënt heeft. Dit wordt overigens niet standaard gedaan. “Dat zou veel te veel opslagruimte kosten en het is ook lang niet altijd relevant. Wel worden vaak foto’s van cruciale operatiemomenten
opgeslagen en bij terugkoppeling en over-dracht gebruikt. Daarnaast zijn de beelden op termijn rechtstreeks te zien op het zieken-huisinformatiesysteem: zo kan iemand bui-ten de operatiekamer op hetzelfde moment meekijken. Dit is onder meer handig voor de chirurgen in opleiding die op die manier kunnen leren van operaties van anderen.”
Sonneveld is enthousiast over de nieuwe technologische mogelijkheden, maar voegt daaraan toe: “Het gaat uiteindelijk natuurlijk niet om het mooie kunstje, maar om kijkope-raties voor de patiënt nog beter en veiliger te maken.”
Eric Sonneveld
8 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 9
MEdiSch
1 Waarom ben je huisarts?“Nadat ik in 1984 afstudeerde aan de
Sportacademie en in militaire dienst moest, zag ik dat er weinig werk voor gymleraren was. Er was net als nu grote werkeloosheid. Ik besloot door te studeren en werd in één keer ingeloot voor geneeskunde. Tijdens de studie werd mijn interesse het meest getrokken door de snijdende vakken: orthopedie of chi-rurgie. Ik houd namelijk best van sleutelen en techniek. Het co-schap bij mijn huidige collega Henk Korfker was echter zo leuk, dat ik voor huisartsgeneeskunde koos.”
2 Wie was je meest invloed-rijke leermeester?
“Ik ben altijd nogal autodidactisch en nieuwsgierig geweest. Het favoriete boek tijdens mijn jonge jeugd was de encyclopedie van mijn ouders. Ze kregen van de uitgever om de zoveel tijd een nieuw deel. Van die mooie ingebonden boeken met illustraties en foto’s. Ik heb als kind alle 15 delen doorgeno-men. In die boeken las ik over Leonardo da Vinci, die een soort duizendpoot was. Men noemt hem een homo universalis. Het idee om als mens van veel markten thuis te zijn, spreekt me nog steeds zeer aan. Vandaar dat het werk als dokter universalis (huisarts) mij het beste past. Beroepsmatig zijn mijn groot-ste leermeesters de arts-assistenten geweest die co-assistenten moesten begeleiden. En de verpleegkundigen die mij hielpen bij mijn eerste schreden als arts op de Spoedeisende Hulp van het Westfriesgasthuis.”
3 Als je dit beroep niet had gekozen, wat had
je dan willen worden?“Als ik van mijn hobby’s mijn werk had kun-
nen maken was ik gitarist of prof-sporter geworden.”
4 Wat was je eerste betaalde (bij)baan?
“Al heel jong ging ik met de melkboer mee venten. Aan het einde van de dag kreeg ik dan een kwartje of zoiets. Toen ik wat ouder werd verdiende ik wat door folders rond te brengen voor de optiek/juwelen zaak van mijn ouders. En vanaf 12 jaar ging zo’n beetje iedere West-Fries bollen pellen en rapen in de zomer. Ik dus ook. Tijdens mijn middelbare school tijd werkte ik als markt-kramen opbouwer/afbreker op de woensdag-markt. Naast gratis spierballen verdiende ik 27,50 gulden per dag.
5 Wat maakt jouw dag goed?
“Van mijn partner mag ik mijn eerste in-geving niet noemen. Maar mocht mijn dag niet goed zijn geweest dan kan een lekkere schoudermassage wonderen doen.”
6 Welke ontdekking zou je leven het meest
verbeteren?“Ik ben nogal een onrustige slaper. Sinds ik huisarts ben, kan ik de slaap soms moeilijk vatten. In mijn eerste jaren als huisarts, met diensten vanuit huis, is mijn slaapritme ont-regeld geraakt. Dus als we nu eens alle ziek en zeer in de avond en nachturen zouden kunnen bevriezen dan was het werk een stuk lichter.”
7 Als je zelf patiënt bent, wat vind je
dan belangrijk?
“Ik ken mezelf alleen als patiënt bij de tand-arts. Bij de tandarts ben ik een makkelijke patiënt, die begrijpt dat ze het druk heeft. Ik stel geen onnodige vragen en ben snel weer buiten. Patiënt zijn terwijl je zelf dokter bent is best lastig. Belangrijke punten voor mij als patiënt zijn bereikbaarheid -we hebben toch allemaal een hekel aan keuzemenu’s?-, persoonlijk contact -dus de patiënt echt aan-kijken-, vakbekwaamheid en vertrouwen.”
8 Wat vind je van het Westfriesgasthuis?
“Ik heb er met plezier bijna zes jaar gewerkt. De sfeer is goed en West-Fries. Het is een ziekenhuis dat voortdurend werkt aan ver-betering. Ze staan open voor kritiek of feed-back. Ervaringen in het Westfriesgasthuis met mijn eigen familie waren prima. Mijn zoon van 11jaar was nog geen 24 uur na ap-pendectomie (blindendarmoperatie) op het afscheidsfeest van de basisschool. Kortom, een goed ziekenhuis. En voor ons huisartsen een vertrouwde partner.”
9 Met wie werk je graag samen en waarom?
“Met mensen die lol in hun werk hebben, behulpzaam en plooibaar zijn. Bijvoorbeeld onze assistentes. Als ‘Huisartsen binnen de Vest’ hebben we nu acht assistentes die in vrij korte tijd het voor elkaar hebben gekregen samen te werken terwijl ze toch de routine van hun oude praktijken gewend waren.”
10 Waarom woon je in West-Friesland?
“Omdat ik ben geboren in de Parel van het IJsselmeer: Enkhuizen.”
Tjeerd van der Klei is 15 jaar huisarts in Enkhuizen. Samen met zijn partner Monica Oomen runt hij een duopraktijk van ongeveer 3300 patiënten. Met de praktijken van Korfker en de Vries & Bleijendaal zijn ze sinds april als ‘Huisartsen binnen de Vest’ gevestigd in het Molenweg Gezondheidscentrum in Enkhuizen. Voordat hij huisarts werd, werkte hij als arts op de Spoedeisende Hulp van het Westfriesgasthuis.
editie 02 2013 | Te Gast | 1110 | Te Gast | editie 02 2013
Tjeerd van der klei10 VraGEn aan…
NoNDe man is 80 jaar. We praten over zijn gezin. Hij vraagt of ik getrouwd ben.
Voor het gemak zeg ik van wel. En of ik dan ook kinderen heb. Ook dat beaam ik. Daar is hij toch wel heel verbaasd over. Hij vertelt me dat hij dacht dat verpleegsters nooit getrouwd zijn. Dan is het mijn beurt om verbaasd te zijn. “Waarom denkt u dat
dan?” Hij legt uit: “In de eerste plaats is het toch niets voor een man dat zijn vrouw bij nacht en ontij aan het werk is. En ten tweede verdienen jullie volgens mij zo weinig dat jullie daar toch geen gezin van kunnen onderhouden.” Als ik hem antwoord dat we daar die man dan weer voor nodig hebben, zie ik hem denken. Dan schiet hij in de lach en zegt dat hij het zo
nog niet bekeken had. Maar hij kan het niet laten om toch nog even te melden dat hij er heilig van overtuigd is dat de meeste verpleegsters vrije meid zijn. Ik help hem uit de droom. Ik denk dat hij het nonnentijdsperk voor ogen heeft. Tegenwoordig heten we geen verpleegster, maar verpleegkundige. Lopen we niet in lange jurken met een kaarsje door de nacht, maar hebben
hippe broekpakken aan en werken met elektronische patiëntendossiers, automatische bloeddrukmeters en bladderscans. We delen de medicatie niet meer van een lijstje met een
kruisje erachter, maar tekenen elektronisch af in een hypermodern medicatiesysteem. We werken met wasdoekjes, hooglaagbedden, zorgpaden en sondevoedingspompen.
We verzorgen patiënten die nu zorgvragers heten. Maar dan wel met de toewijding en de liefde van een echte non. Het is allemaal te combineren hoor, en soms
wordt het bar ingewikkeld. Maar toch kies ik voor deze tijd. Al zou het salaris inderdaad wel wat rianter mogen.
12 | Te Gast | editie 02 2013
uit de praktijk
editie 02 2013 | Te Gast | 13
op de kiekfoTo’s uiT de reGio
Heeft u mooie foto’s van de regio? En wilt u ze met ons delen? Stuur ze dan op naar [email protected] onder vermelding van
‘Op de kiek’. Wie weet ziet u ze dan terug in de volgende ‘Te Gast’.
bOllEnScHuur – Wil KnOl-PElT
EnKHuizEn, dE OudE HavEn – carOliEn laan
HOOrn, ScHEEPSjOnGEnS van bOnTEKOE – cOOS mOlEnaar
IJSSElmEEr – carla dEKKErS
HOOrn, uiTzicHT OP HOOfd – cOOS mOlEnaar
EnKHuizEn, dE bOcHT ‘bY niGHT’ – Wil KnOl-PElT
Koken met RUUD
Als je een......satéprikker in de taart steekt moet hij er droog uit komen. Laat ‘m anders nog even rusten in de oven op 100°C.
Serveertip!De taart kan ook in zijn
geheel worden afgekoeld,
koud gesneden worden
en op een ander moment
warm worden gemaakt in
een oven op 125 °C.
Afgelopen winter heb ik samen met collega-kok Cees Neefjes deel genomen aan een postculinaire opleiding ‘selectieve smaaksturing’.
Hier leer je om te koken voor voor mensen met een smaak- en reukafwijking. Dit komt vaak voor bij oudere of ernstig zieke mensen. Wij willen hen weer aan het eten krijgen en zelfs met smaak laten eten zodat ze voldoende voedingsstoffen en vitamines binnen krijgen. Het gebruik van veel verse producten en kruiden helpt daar bijvoorbeeld bij. Of letterlijk eten met kraak serveren, zoals een krokant laagje. Het is voor ons een uitdaging om gezonde, eiwitrijke en calorierijke tussendoortjes te bedenken die lekker zijn en prettig aanvoelen in de mond. Deze hartige taart is hier een voorbeeld van. En het leuke van deze hartige taart is dat hij door iedereen gegeten kan worden als tussendoortje, snack of lunchgerecht. Lekker glaasje wijn erbij!
Eet smakelijk!
Hartige taart16 porties. Totale bereidingstijd 70 minuten, waarvan 45 minuten in de oven.
Ruud Mars is in 1979 begonnen als kok in het Westfriesgasthuis en nooit meer weggegaan. Hij heeft in al die jaren diverse (koks)opleidingen gevolgd, onder andere voor dieetkok.
Deze taart bevat 3539 kcal en 168 gram eiwit. Dat is 221 kcal en 10 gram eiwit per portie.
Ingrediënten• 6 plakken bladerdeeg à 50 gr • 10 gr boter• 1 ui • 250 gr champignons • 300 gr soepgroenten • 150 gr brie • 100 gr geraspte kaas • 3 eieren • 200 ml melk • 100 gr geraspte kaas voor over
de taart • kerriepoeder• knoflookpoeder• peper & zout naar smaak
Benodigdheden• deegroller• springvorm 24 cm • oven
BereidingLaat de plakken bladerdeeg ontdooien. Snipper de ui. Borstel de champignons schoon en snijd ze in plakjes. Snijd de brie in plakjes. Smeer de taartvorm in met boter. Leg de plakken bladerdeeg op elkaar en rol ze uit tot een
ronde plak die iets groter is dan de springvorm (strooi een beetje bloem op het werkvlak, zodat het deeg niet blijft plakken). Druk de plak bladerdeeg voorzichtig in de vorm en snijd ‘m bij de rand af. Prik met een vork gaatjes in de bodem van het bladerdeeg. Fruit de ui aan in boter. Voeg de champignons toe wanneer de uien kleuren. Wacht tot het vocht is verdampt. Voeg dan de soepgroenten toe en bak die even mee. Laat het groentemengsel daarna een beetje afkoelen. Breng het op smaak met peper, knoflookpoeder, kerriepoeder en zout en verdeel de vulling gelijkmatig over de taartbodem. Klop de eieren en melk los en doe de geraspte kaas erbij. Verdeel het ei/kaas/melk-mengsel over de vulling. Verdeel de dunne plakken brie gelijkmatig over de vulling. Bestrooi het geheel met geraspte kaas. Bak de taart ongeveer 45 minuten in een voorverwarmde oven op een temperatuur van 165°C.
editie 02 2013 | Te Gast | 1514 | Te Gast | editie 02 2013
culinAir
...uit Wieringerwerf wacht op haar schoonmoeder die hier voor onderzoek is. “Ik breng haar straks weer naar huis, zodat ze niet zelf hoeft te rijden.” Voor Shanti is het de eerste keer in het ziekenhuis. “Een gast-vrouw heette ons welkom en begeleidde ons naar de afdeling. Dat gaf ons wel een rustig en veilig gevoel, want nu hoefden we zelf niet te zoeken waar we heen moesten.”
Shanti Smied...
...heeft net haar ogen laten druppelen bij de poli Oogheelkunde. Samen met haar dochter zit ze te wachten op de taxi die haar weer naar huis brengt. “Ik kom oorsponkelijk uit Amsterdam, maar woon nu ruim dertig jaar in Zwaag. Dicht in de buurt van mijn dochter.” Inmiddels heeft ze de respectabele leeftijd van 96 bereikt. “Maar ik laat me nog steeds de kaas niet van het brood eten hoor! Ik woon zelfstandig en kook mijn eigen maaltijd.”
mevrouw Steijn...
editie 02 2013 | Te Gast | 1716 | Te Gast | editie 02 2013
wie bent u?
wie bent u?
...loopt een rondje door het ziekenhuis. In zijn borst is een infuus geprikt. Voor een onderzoek moest hij een dagje blijven. “Het is hier net een hotel! Ik heb prima kunnen slapen vannacht en het personeel is best gezellig. Mijn zus werkt hier trouwens ook.” Vanmiddag mag hij weer naar huis. “Dat is maar goed ook, want ik moet vanavond nog een bruiloft fotograferen.”
marcel de reuS...
18 | Te Gast | editie 02 2013
colu
mn Graag gedaan
“I k heb al eens eerder de vrijheid genomen om u aan te spreken. Dat moet in 2003 geweest zijn, toen de nieuwbouw er net
stond. Inmiddels is men bezig met fase 2 en mijn grote angst begint steeds meer nabij te komen: de sloop van één van mijn vleugels. Niet dat ik nog langer behoefte heb om ze uit te slaan. Ik kwijn langzaam weg. Gecontroleerde verwaarlozing noemen ze dat.
Frappant toch hoe makkelijk afscheid van dingen wordt genomen. Onlangs zag ik dat alle oude bedden werden vervangen door nieuwe. Je zou boeken kunnen vullen met de verhalen die al die bedden kunnen vertellen. Maar nee, er is een positieve ‘business case’ en hup, daar gaat die ouwe zooi. Dat geldt voor mij hetzelfde. Renovatie zou te duur zijn. En dan is er voor gevoeligheden geen plaats meer. En dan mag ik wel op leeftijd zijn, voor verontwaardiging bij Oud Hoorn ben ik niet oud genoeg, denk ik.
Als ik toch terugdenk aan al die levensbepalende feiten die in de afgelopen 42 jaar binnen mijn muren hebben plaatsgevonden. Pijn, aftakeling, gemiste kansen, fouten, overschatting, dood, maar ook hoop, liefde, samenwerking en nieuw leven of hernieuwd leven. Dat vind ik zo indrukwekkend, dat laatste: het leven lijkt te eindigen, hoop vervliegt, het lichaam geeft het op, maar dan, door een snelle trefzekere ingreep stroomt nieuwe energie door de aderen en wordt de patiënt weer teruggeroepen tot het leven... Maar laat ik geen ijdele hoop koesteren. Mijn dagen zijn geteld en de bouw verloopt volgens plan.
Ik neem vast afscheid van u. Nu ik nog voldoende ‘heel’ ben. En mocht u als patiënt of als medewerker dierbare herinneringen koesteren aan wat zich in mij heeft afgespeeld, ook al was mijn rol daarin klein, ik zeg u: Graag gedaan!”
Lebby
“Laat ikgeenij dele hoop koesteren. Mij n dagen zij n geteld.”
editie 02 2013 | Te Gast | 19
Oosterkerk in Hoorn
St. JanSlezing 2013
EEn EvEnEmEntvoor mEdischprofEssionalsDe zorg ligt onder het vergrootglas. Incidenten krijgen volop aandacht in de pers. Klachten en claims stijgen, het aantal tuchtzaken ook. De politiek staat op scherp. Wat zijn de gevolgen? Hebben medische professionals dagelijks te maken met de vrees voor negatieve publiciteit, klachten en reputatieschade? Maakt het de zorgsector onzeker? Heeft het effect op de kwaliteit van zorg? En op de uitgaven? Met andere woorden: is defensief handelen aan de orde van de dag? En zo ja, wat zijn dan de gevolgen hiervan voor patiënten en voor de beroepsgroep? Over deze vragen gaat de St. Janslezing.
20 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 21
eventsT. janslezinG 2013
D e St. Janslezing bestaat uit een lezing en een paneldiscussie. De avond wordt ingeleid door Ronnie van Diemen. Zij is sinds
begin 2013 Inspecteur-generaal van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De titel van haar lezing luidt: ‘Inspectie: gezond-heidspolitie of hoeder van de waarden en normen?’
De daaropvolgende paneldiscussie over ‘defensief handelen (hét gevaar in de zorg?)’ wordt geleid door Pauline Meurs, hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg aan de Eras-mus Universiteit en lid van de Onderzoeks-raad voor Veiligheid. Het panel bestaat uit:
• Marg Janssen, advocaat-partner bij Van Doorne
• Dick Willems, hoogleraar medische ethiek aan de Universiteit van Amsterdam
• Jan-Willem de Waard, chirurg in het Westfriesgasthuis en lid van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam
De St. Janslezing is bedoeld voor medische professionals in West-Friesland. Het vindt plaats op 31 oktober vanaf 18.30 uur in de Oosterkerk in Hoorn.
Geïnteresseerd?Meldt u aan via een mail aan [email protected]
Wie was Sint Jan?Sint Jan is een verbastering
van Johannes de Doper. Deze profeet leefde van omstreeks 7 voor tot 30 na Christus en trok zich geregeld terug in de woestijn voor reflectie. Met de St. Janslezing wil het Westfriesgasthuis medisch professionals uit de regio een podium bieden voor reflectie en discussie.
In 1563 werd begonnen met de bouw van een nieuw gasthuis aan het Kerkplein in Hoorn (nu de Boterhal). Als beschermheilige werd gekozen voor Johannes de Doper.
In 1867 vestigde het St. Jansgasthuis zich aan de Ramen en in 1880 aan de Koepoortsweg in enkele particuliere huizen. In 1913 ontstond daar een nieuw, groter gebouw.
In 1971 verhuisde het Gasthuis naar de huidige locatie aan de Maelsonstraat, waardoor het gebouw aan de Koepoortsweg beschikbaar kwam voor het verpleeghuis Lindendael.
In 1985 fuseerde het St. Jansgasthuis met het Streekziekenhuis. De nieuwe naam voor het ziekenhuis werd ‘Westfries Gasthuis’.
Van Gasthuys naar Westfriesgasthuis
dE titEl van haar lEzing luidt: ‘inspEctiE: gEzondhEidspolitiE of hoEdEr van dE waardEn En normEn?’
Het St. Jansgasthuis aan de Koepoortsweg (boven en rechts)
Het eerste Gasthuys, nu de Boterhal (boven)
Het Westfriesgasthuis aan de Maelsonstraat in 1985 (boven)
Het Westfriesgasthuis komt voort uit het voormalige Streekziekenhuis en St. Jansgasthuis. Dit laatste ziekenhuis vindt haar oorsprong in het eerste Gasthuys in Hoorn. Dit jaar is het precies 450 jaar geleden dat de eerste
zieke gasten daar werden opgevangen.
22 | Te Gast | editie 02 2013
eventsT. janslezinG 2013
editie 02 2013 | Te Gast | 23
feiten & cijfers van……de operaTiekamer
In 2012 zijn er in het
Westfriesgasthuis 18.886
operaties uitgevoerd bij
14.171 patiënten.
Daarvan waren 2.345
operaties niet gepland.
De meest voorkomende
operatie in 2012 was
de implantatie van
een ooglens.
In totaal werken
er 142
mensen op
de OK.
Het is gemiddeld 19
graden op een OK. De
temperatuur wordt
constant gehouden om de
groei van bacteriën tegen
te gaan.
Er zijn 10 klinische
operatiekamers (OK’s) en
2 poliklinische OK’s. Op
de poliklinische OK vinden
operaties zonder narcose
plaats.
In de ontvangstruimte
van de OK draaien we sinds kort
muziek. Tijdens het wachten op de
naderende operatie bestaat de kans
dat de patiënt een beetje zenuwachtig
wordt. De muziek kan dan helpen
om te ontspannen.
Op de operatiekamer wordt gefilterde
lucht boven de operatietafel naar
beneden geblazen. De (lucht)
inhoud van de operatiekamer wisselt
ongeveer 20 keer per uur zodat die
zo schoon mogelijk is.
Voor de operatie krijgen
patiënten meerdere keren
dezelfde vragen gesteld. Dat
is niet omdat het personeel
vergeetachtig is, maar gebeurt
vanuit het oogpunt van
veiligheid. Het is een extra
controle.Een gemiddeld OK-team
bestaat uit een operateur,
anesthesioloog, 3
OK-assistenten en een
anesthesiemedewerker.
Wist u dat?
Er zijn 2
multimedia-OK’s.
(leer hier meer over op blz 8/9)
Het zijn vaak kleine dingen. Soms grote. Maar iedereen heeft wel iets om trots op te zijn in het Westfriesgasthuis. Dit keer legt decubitus- en wondconsulent Barbara de Jong uit waar zij trots op is.
Lekker liggen
Eerder dit jaar zijn alle bedden in het Westfriesgasthuis vervangen door nieuwe. De oude waren al twintig jaar oud. “Die waren niet stuk te
krijgen,” vertelt Barbara. “Toch wilden we al langer nieuwe bedden. Om een heleboel redenen, maar vooral omdat we graag willen dat patiënten hier ‘lekker liggen’.” Samen met negen collega’s vanuit verschillende disciplines heeft ze vier jaar nodig gehad om tot de juiste keuze te komen. Barbara: “Dat lijkt vreselijk lang. Maar voor jezelf een bed uitzoeken kost je vaak al een hele dag. Wij deden dat voor duizenden mensen tegelijk. Jong, oud ziek, heel erg ziek, wel of niet mobiel, dik of dun, noem maar op. Allemaal moeten ze lekker kunnen liggen. Bovendien hebben verpleegkundigen, artsen en andere ziekenhuismedewerkers ook eisen, qua hanteerbaarheid, techniek, schoonmaak. Uiteindelijk hebben we het ultieme bed gevonden. Dat hebben we nog laten testen door patiënten en daarna zijn ze besteld. Met meteen alles erop en eraan: verschillende soorten matrassen voor mensen met een afwijkend gewicht en matrassen met luchtfiltersystemen voor mensen met doorligwonden. Na al dat zoek- en testwerk heb ik ontzettend genoten van de eerste keer dat ik een patiënt in een nieuw bed zag liggen. Als je dan toch in het ziekenhuis ligt, dan het liefst in zo’n mooi bed van ons.” Helemaal tevreden is Barbara nog niet. “De knappe nachtkastjes ontbreken nog. Maar daar zijn we mee bezig!”
editie 02 2013 | Te Gast | 2524 | Te Gast | editie 02 2013
mijn trots
Wat doet een decubitus- en wondconsulent?Een decubitus- en wondconsulent is een gespecialiseerd verpleeg-kundige. Hij/zij geeft advies over het voorkomen en behandelen van (doorlig-)wonden en volgt het genezingsproces.
“Ondervoeding betekent dat iemand een te-kort heeft aan energie (brandstof ) en andere
voedingstoffen die belangrijk zijn voor een gezond lichaam,” vertelt Matteke Feenstra. Zij is diëtist in het Westfriesgasthuis en houdt zich, samen met zeven collega’s, onder andere bezig met ondervoeding bij patiënten die opgenomen zijn in het ziekenhuis.“Iemand met ondervoeding eet en drinkt minder, waardoor iemand minder energie
en voedingstoffen binnen krijgt dan dat er nodig is. Het is dus niet iets wat alleen in derde-wereldlanden voorkomt. Ook bij een normaal gewicht (en zelfs bij overgewicht) kan ondervoeding voorkomen. Ik hoor regelmatig: ‘Maar ik ben zwaar genoeg, dus ik heb wel wat over.’ of ‘Ik hoef niet veel te eten, want ik doe bijna niets’.” Oorzaken van ondervoeding kunnen zijn: gebrek aan eetlust, misselijkheid/braken, pijn, benauwdheid en vermoeidheid, maar ook psychische klachten en kauw- of slikproblemen.
Wanneer een patiënt opgenomen wordt in een ziekenhuis, vragen we tijdens het opnamegesprek of er onbedoeld gewichts-verlies is en hoe het met de eetlust is gesteld. Matteke: “Om tijdig te kunnen behandelen is herkenning van ondervoe-ding erg belangrijk. We gebruiken daar een zogenaamde SNAQ-score voor, dit is een screening instrument. Als uit die score blijkt dat een patiënt ondervoed is, wordt er direct een diëtist ingeschakeld. Er worden dan acties ondernomen om verder gewichtsverlies te voorkomen. In een team van arts, verpleegkundige, servicemedewerker en diëtist wordt het behandelplan regelmatig besproken en daar waar nodig aangepast.”
De gevolgen van aan ziekte gerelateer-de ondervoeding zijn onder andere:
verlies van spiermassa, vermin-derde weerstand, verhoogde
kans op infectie, vertraagde wondgenezing, en doorlig-
wonden. “Al met al best heftig. Want ‘ziek zijn
is topsport’. Goede voeding is gewoon
erg belangrijk.”
bij ondervoeding
Praktische
Tips
Gebruik tussendoortjes en volle
producten zoals margarine in plaats van halvarine.
Doe bijvoorbeeld een klontje boter door de groenten.
Gebruik dubbel beleg.
Schep liever 2x een klein beetje op dan in 1x
een grote portie. Dat eet makkelijker.
Zoek afleiding tijdens het eten:
lees een boek of zet de tv aan.
Schakel de diëtist in voor persoonlijke adviezen.
Als het nodig is kan medische drinkvoeding of
sondevoeding ingezet worden.
Meer informatie? Kijk online!www.malnucare.nl
www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/ondervoeding
‘Op gewicht’ en toch ondervoed
26 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 27
ondervoedinGje zal ’t Maar hebben
Uiteindelijk bleek de combinatie van COPD en twee longontstekingen zo ernstig dat Jolanda ruim drie weken in coma zou liggen. En toen ze wakker werd was de wereld gewoon doorgedraaid.
Ze voelde Zich
‘niet Zo lekker’28 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 29
pijlermijn verhaal
olanda Bron is een hippe vrouw van net 40 jaar uit
Venhuizen. Ze voelde zich al een tijdje niet fit. Dat werd
langzaam steeds erger. Eigenlijk was naar de keuken lopen al een
opgave. Ze viel ook af. “Maar dat vond ik natuurlijk geen probleem.
Haha! Toch ging ik op aandringen van mijn man naar de huisarts. Die gaf me
vanwege mijn COPD een Prednison kuurtje.”Maar de volgende dag was ze doodziek. De huisarts stuurde haar direct door naar de Spoedeisende Hulp van het Westfriesgasthuis. “Eigenlijk heb ik vanaf dat moment al geen herinneringen meer. Ik schijn nog even ‘bij kennis’ op de Longafdeling te hebben gelegen. Maar daarna?”
Intensive CareJolanda bleek ernstig ziek. Naast de COPD, waarvoor ze al langer on-der behandeling was bij dokter Stallaert, had ze een hele flinke long-ontsteking opgelopen. Waarschijnlijk had ze die al een tijdje want de conditie van haar longen en het zuurstofgehalte in haar bloed waren zo slecht dat Jolanda werd overgebracht naar de Intensive Care (IC). Daar werd ze in een kunstmatige coma gebracht.
In coma“Het was een enorme schok voor mijn hele familie en vriendenkring. Van het ene op het andere moment was ik ineens echt heel ziek. En niet meer aanspreekbaar voor hen. Er zijn momenten geweest waarop mijn familie en vrienden blij waren dat ik de volgende dag nog haalde.”Jolanda zou uiteindelijk drieëneenhalve week op de Intensive Care blijven. In coma. Na een week bleek er een bacterie in Jolanda’s longen te huizen. De behandeling werd meteen ingezet. “Na ruim
twee weken is een poging gedaan om me wakker te maken. Ik was nog te zwak. Uit een bronchoscopie bleek dat er nog een tweede bacterie in mijn longen zat. Pas toen die ook werd aangepakt, ging ik de betere kant op.”
Weer wakker“Ik kan me het moment niet herinneren dat ik voor het eerst weer wakker werd. Het ging geleidelijk. Ik had natuurlijk geen idee dat ik zo ziek was en ook niet dat ik al die tijd ‘weg’ was geweest. Dat besef groeide langzaam. Op de IC hangen daar speciale klokken voor met, naast de tijd, ook de dag- en datumaanduiding. Mijn man wees me op die klok. Ik was 22 juni naar de Eerste Hulp gebracht. Op die klok was het 14 juli. Zelf toen drong het nog niet tot me door. Mijn man was 24 juni jarig geweest, voor mijn gevoel moest dat nog gebeuren.”
realiteit gemist“Tijdens de coma heb ik hele rare dromen gehad. Echt idiote dingen, maar voor mijn gevoel waren die dromen echter dan de realiteit. Het kostte tijd om te beseffen dat mijn dromen onwerkelijk waren. Ook moest ik accepteren dat ik een heel stuk realiteit had gemist.” Jolanda’s man en zus hebben daar een postieve rol in gespeeld. Zij hebben een dagboek bijgehouden van haar tijd op de IC. Niet alleen hebben ze daarin opgeschreven wie er op bezoek waren geweest en hoe haar toestand was, ook het nieuws dat haar zou interesseren is opgenomen. “Bijvoorbeeld dat Ben Saunders met z’n nieuwe Harley op een auto inreed. Zo kreeg ik toch weer wat van die tijd terug”
moeiteOp 17 juli was Jolanda voldoende hersteld om van de IC naar de Longafdeling te gaan. “Toen maakte ik eigenlijk kennis met mijn nieuwe leven. Ik was zo zwak. Ik liep achter een rollator. Alles, maar dan ook alles kostte moeite. Ook kreeg ik daar het nieuws dat ik door de COPD en de heftige ontstekingen nog maar 35% longinhoud over had. Mijn oude leventje oppakken werd dus eigenlijk onmogelijk.”
nicotinepleisters“Maar goed, ik leefde tenminste nog. Dat dit best nog spannend was geweest zag ik in de ogen van mijn eigen longarts dokter Stallaert. Die blik zal ik nooit vergeten. Ik was altijd een verstokte roker. Stoppen vond ik ondanks mijn COPD heel lastig. Daarvoor speelde er teveel in mijn leven. Dokter Stallaert was daar wel duidelijk over, maar nooit veroordelend in. Hij toonde begrip. Dat vond ik heel bijzonder. Maar nu moest ik echt stoppen. Dat was een zaak van leven of dood. Op de Intensive Care hebben ze dat als service van de zaak geregeld. De schatten. Ze zijn tijdens mijn coma al met nicotinepleisters begon-nen. Dus de eerste stap was al genomen.”
nazorgpoli“Ik was heel blij om op 24 juli weer thuis te komen. Toen kon ik echt beginnen met herstellen, zowel fysiek als emotioneel. Ik heb wel een half jaar getraind bij de afdeling Revalidatie in het Westfriesgasthuis. Ook met lotgenoten, daar heb je veel aan. Toen ik zes weken thuis was, werd ik gebeld door de nazorgpoli van de Intensive Care met de vraag of ik behoefte had om nog eens terug te komen en te praten over de periode. Ook waren ze erg benieuwd hoe het nu met mij ging. Eenmaal op de poli werd meteen duidelijk waarom ik er was: ik werd opgehaald uit de wachtkamer door een verpleegkundige die meteen wist wie ik was. Ze begroette mij heel hartelijk, alsnog ik een oude bekende was. Het deed me goed, maar was ook gek: ik had deze mevrouw nog nooit gezien.”
Doos gebak“Op de poli kon ik al mijn vragen kwijt. Ik had bijvoorbeeld litteken-tjes waarvan ik niet wist hoe ik daar aan kwam. Dat hebben ze me al-lemaal uitgelegd. Ook kon ik aangeven wat mijn man niet prettig had gevonden. Hij was eigenlijk heel positief over alles, maar had toch wat verbeterpunten waar zij blij mee waren. Ik wilde ook graag nog het bed zien waar ik had gelegen. Die rondleiding op de IC deed mij goed. Ik was een van eerste patiënten op de nazorgpoli. Maar ik kreeg de indruk dat het zowel voor mij als voor hen prettig was. Ik ben later nog eens een doos gebak gaan brengen met mijn man. Als dank voor hun goede zorg.”
een jaar later“Dokter Stallaert kreeg van mij een fles wijn. Die zou hij pas opdrin-ken als ik meer dan een half jaar was gestopt met roken. Inmiddels mag die fles dus open. Ik vind het wel lastig om alles wat gebeurd is een goede plek te geven. Dat komt natuurlijk ook omdat ik gehandi-capt ben door die COPD. Toch heeft het ook mooie dingen gebracht. Zo is de relatie met mijn zus enorm verbeterd. Ook hebben we zoveel hulp en medeleven van dorpsgenoten en vrienden gehad. Dat is ook goud waard.”
J“ze waren blij dat ik de
volgende dag nog haalde”
De IC nazorgpoli is in 2012 gestart en is bedoeld
voor patiënten die langere tijd op de Intensive Care zijn behandeld. Zij hebben na ontslag vaak klachten
op lichamelijk, geestelijk en/of sociaal gebied. Door middel van een vragen-
lijst en een gesprek kunnen even-tuele klachten worden opgepakt
en resterende vragen worden beantwoord.
COPD is een verzamelnaam voor onder meer de longziekten
chronische bronchitis en longemfyseem. De longen zijn
ernstig ontstoken en beschadigd. Het is een ongeneeslijke ziekte met ernstige benauwdheid als
belangrijkste kenmerk.
30 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 31
mijn verhaal
Jorien Pieterse is een vrolijke, jonge vrouw van 26 jaar uit Bovenkarspel. Tijdens het interview is ze 32 weken zwanger. “Het gaat allemaal heel goed,” zegt ze stralend. Na haar zwangerschap wil ze borstvoeding geven en na de borstvoeding wil ze weer starten met haar medicijnen tegen multiple sclerose (MS): elke dag een injectie met Copaxone.
Ups & downsUps downsdownsdownsdownsUpsUpsUps
32 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 33
in behandelingmulTiple sclerose (ms)
R uim drie jaar geleden kreeg ze vrij plotseling coördinatiestoornissen. “Ik viel zomaar op straat, toen ik me wilde omdraaien voor een
wegrijdende taxi. De huisarts had vrij snel door wat er aan de hand kon zijn en verwees me naar de neuroloog, Hans Schrijver. Er volgden onderzoeken en scans. Ik kreeg de diagnose multipele sclerose. Dat was een schok. Er kwam zoveel op me af. Allereerst moest ik het slechte nieuws verwerken. Vervolgens moest ik me verdiepen in alle informatie. En kiezen welke behandeling ik wilde ondergaan.” Haar werkgever wilde haar, nu ze ziek was, niet in vaste dienst nemen. Daarbij verliep ook de ziekte met ups en downs. “Ik ben van mezelf heel actief. Altijd druk en bezig. Maar in het begin was ik zo ontzettend moe. ”
Jorien kwam in contact bij MS-verpleeg-kundige Barbara van Someren. Zij werkt in het MS-centrum van het Westfriesgasthuis. Barbara: “Zeker als patiënten net de diagnose hebben gekregen komen ze regelmatig langs. Er komt zoveel op hen af, waardoor ze ook veel vragen hebben. Op lichamelijk, maar zeker ook op psychosociaal gebied.” Zo kon Jorien geholpen worden door naar de ergotherapeut te gaan. Daar leerde ze de vermoeidheid beter te accepteren, een plek te geven en ook niet alles meer aan te pakken. Jorien: De gesprekken met Barbara hebben mij echt geholpen om te leren omgaan met MS en met de onzekerheden die MS met zich mee kan brengen. Dat zeg ik nu heel mak-kelijk, maar het was best een proces.”
Gelukkig wilde de oude werkgever Jorien wel weer in dienst nemen. ‘Sterker nog, ik kreeg ook aangepast werk en aangepaste werktij-den. Zo kan ik ook weer genieten van mijn werk.
Nu ben ik 32 weken zwanger. Ik ben zo blij dat het toch kan. Ik heb eigenlijk weinig last nu van mijn ziekte. Vanwege de zwanger-
schap gebruik ik ook geen medicijnen meer. Als het even lukt wil ik graag borstvoeding gaan geven. Daarna ga ik weer met de medi-cijnen beginnen.”
“Mensen kunnen mij altijd bellen als het wat minder gaat,” zegt Barbara. “We zijn op korte termijn beschikbaar, als iemand dat nodig heeft.” Jorien is blij dat ze bij het MS-centrum
lekker dichtbij in Hoorn is. “Inmiddels heb ik toch een soort band opgebouwd. De men-sen zijn heel open. Ik voel me ook betrok-ken, bijvoorbeeld bij avonden die worden georganiseerd. Ik merk ook dat Barbara zich erg betrokken bij mij voelt. Laatst belde ze zomaar om te vragen hoe alles ging met de zwangerschap. We hebben het niet eens over MS gehad.”
“ allereerst moest ik het slechte nieuws verwerken”
Multipele sclerose is een aandoening van
het centrale zenuwstel-sel. Het is een auto-im-muunziekte, waarbij het afweersysteem zich richt tegen de uitlopers van de hersencellen. Patiënten hebben last van zenuw-uitval. Soms verergert de ziekte en soms gaat het beter. Niet alle patiënten hebben evenveel last.
Vaak verminderen de klachten tijdens zwanger-schap. Tegen multipele sclerose bestaan tal van geneesmiddelen die het immuunsysteem beïnvloeden. Men hoopt zo het aantal aanvallen te verminderen en zoveel mogelijk hersenschade te voorkomen. Het Westfriesgasthuis heeft speciaal voor
MS-patiënten een MS-centrum. Hier krijgen patiënten gerichte begeleiding, onder andere door de twee MS-verpleegkundigen Marja Lödel en Barbara van Someren-Achterberg. Zie voor meer informatie: http://www.westfriesgast-huis.nl/mscentrum
34 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 35
in behandelingmulTiple sclerose (ms)
Stuur de oplossing voor 30 november 2013 naar [email protected] vermelding van ‘Wat is dit?’. Onder de goede inzendingen
verloten we twee toegangsbewijzen voor Cinema Oostereiland.
De oplossing van de vorige keer: een beddensprei. Er waren veel inzenders met het goede antwoord. De prijswinnaar is Hans Meijer uit Bovenkarspel.
Weet u wat dit is?
36 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 37
wat is dit?
Huisartsen, verpleeghuizen, thuiszorg, andere ziekenhuizen…. Het Westfriesgasthuis werkt graag
nauw met deze zorgcollega’s samen om de best mogelijke zorg
te bieden. In deze rubriek een voorbeeld van de samenwerking
tussen orthopedisch chirurgen van het Westfriesgasthuis en
gespecialiseerde thuis - zorg verpleegkundigen
van de Omring.
Bij een nieuwe knie, heup of schou-der ligt een patiënt steeds korter in het ziekenhuis. Een groot deel van de behandeling kan gewoon
thuis. “Vijfentwintig jaar geleden duurde een dergelijke opname nog bijna drie weken,” vertelt Willam Neve, orthopedisch chirurg. “Tegenwoordig lig je nog maar een paar dagen in het ziekenhuis. De revalidatie en wondgenezing kan thuis ook heel goed. Maar om goede zorg te leveren werken we samen met thuiszorg. En dat loopt prima.”
Fieke Burger is één van deze thuiszorgver-pleegkundigen. “Samen met drie collega’s doe ik al ruim tien jaar niet anders dan de zorg vóór en na opname in goede banen leiden. Het is leuk werk dat voldoening geeft. Want juist omdat deze samenwerking met chirurgen goed loopt, hoeven patiënten na een nieuwe knie, heup of schouderoperatie in het Westfriesgasthuis vrijwel nooit tijdelijk naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Bij een gebroken heup komt dat nog wel voor omdat die nazorg veel intensiever is. Bo-vendien hoeven de patiënten na de operatie minder snel naar de polikliniek omdat de thuiszorgverpleegkundigen de hechtingen verwijderen en de controles doen.” William is erg te spreken over de zorg die Fieke en haar collega’s geven. “Zij doen wat is afgesproken. Ze zijn betrouwbaar. En ze trek-ken op tijd aan de bel bij vragen. Ook nemen ze altijd contact op als het beloop anders is dan verwacht. Zij zijn wat dat betreft ons vangnet in het herkennen van complicaties.”
Fieke vertelt dat patiënten zelf ook tevreden zijn over deze samenwerking. Een recente enquête onder patiënten leverde een dikke 8 op. Fieke: “Daar wordt je toch gewoon verle-gen van? Mensen waarderen het dat snel na ontslag uit het ziekenhuis de thuiszorgver-pleegkundigen thuis langskomen. We vragen of alles duidelijk is en regelen wat nodig is. Daarna komen we nog twee of drie maal langs tot de wond genezen is.”
Wat zou nog beter kunnen? William: “Mis-schien moeten we elkaar iets vaker zien. Want we werken prima samen en spreken elkaar geregeld. Maar of ik de vier verpleeg-kundigen zou herkennen op straat?”
“Ze trekken altijd op tijd
aan de bel”
38 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 39
SamenorThopedie & ThuiszorG
ireille Hoekman was met een vriendin op de kermis. Ze had
eigenlijk al niet zo’n zin om een attractie in te gaan, maar liet zich toch overhalen. “Het was zo’n funhouse. Je weet wel: met allemaal van die bewegende trappen enzo.” Ze kwam verkeerd terecht op haar voet. Op de huisartsenpost adviseerden ze haar om toch maar even een röntgenfoto te laten maken. “Daaruit bleek dat mijn enkel is gebroken, dus ik moet in het gips.” Ze kan er nu gelukkig al een beetje om lachen. “Maar ik ben voorlopig wel even helemaal klaar met die kermis!”
et een dikke, bont en blauw gekleurde enkel zit mevrouw Rietema te wachten tot haar voet wordt
gegipst. Ze heeft een behoorlijk onfortuinlijke val gemaakt toen ze zich haastte voor de trein. “Ik was al op het perron toen ik ineens onderuit ging. Mijn OV-cipkaart vloog uit mijn handen en ik lag languit op de grond.” Tot overmaat van ramp was haar telefoon eerder die dag stuk gegaan. Ze leende de telefoon van een voorbijganger om haar man te bellen. “Hij nam niet op… Toen vond ik mezelf wel even heel erg zielig.” Gelukkig bood een lief echtpaar aan om haar thuis te brengen. “Ze wonen zelf in Broek in Waterland en zijn speciaal voor mij naar Hoorn gereden. Ik ben ze heel dankbaar.”
M
M
“ Toen vond ik mezelf wel even heel erg zielig.”
“ klaar meT de kermis.”
40 | Te Gast | editie 02 2013 editie 02 2013 | Te Gast | 41
Vette pech
Algemene informAtieHet Westfriesgasthuis in Hoorn is een algemeen ziekenhuis met een opnamecapaciteit van 506 bedden en ongeveer 258.000 polikliniekbezoeken per jaar. In de medische staf zijn 26 specialismen vertegenwoordigd. Daarnaast heeft het Westfriesgasthuis twee buitenpoliklinieken, in Enkhuizen en Heerhugowaard. Deze locaties brengen poliklinische zorg dichtbij de patiënt in de regio.
AdressenHoorn (hoofdlocatie) 0229 - 25 72 57 Postbus 600, 1620 AR Maelsonstraat 3, 1624 NP Poli Enkhuizen 0228 - 31 23 45Molenweg 9b, 1601 SR Enkhuizen
Poli Heerhugowaard 072 - 575 30 30 Middenwaard 45, 1703 SC072 - 575 30 30
BezoektijdenAlgemene verpleegafdelingen
Dagelijks: 11.00 – 12.00 uur 15.30 – 17.00 uur 19.00 – 20.30 uur
Afwijkende bezoektijden Afdelingen: Cardiologie, Geriatrie, Nefrologie en MDL 15.30 – 17.00 uur 19.00 – 20.30 uur Afdeling Kind & Jeugd 10.00 - 12.00 uur 14.00 - 20.15 uur (Voor kinderen tot 11 jaar tot 19.00 uur)
Intensive care en hartbewaking / CCU 11.00 - 12.00 uur 16.00 - 17.00 uur 19.30 - 20.30 uur (Maximaal twee bezoekers per patiënt)
wfg & twitterDoor wfgLuister je naar @RadioHoorn? Zometeen een #interview met een van onze #kinderartsen Gavin ten Tusscher over de 1e prijs voor onze opleiding.
Komt u weleens op onze #kinderafdeling? Die hebben #Hoornse #scholieren opgeknapt!
Kent u de Vrienden van het Westfriesgasthuis? Dankzij hen bent u nu welkom op ons Vriendenplein!
over het wfgDat het #WFG de prijs voor patiëntenservice heeft ontvangen hebben ze bij mijn vrouw gisteren weer meer dan waargemaakt. #pluim
Westfriesgasthuis voldoet aan landelijke norm aantal prostaatoperaties. http://bit.ly/168sblE
Het #Westfriesgasthuis licht hun #patiënten voor met oa het #Zorgzine over wat te doen bij klachten. En uw ziekenhuis? http://bit.ly/14ndvwC
42 | Te Gast | editie 02 2013
twEEts
colu
mn
Macht, machtsverhoudingen, verhouding, houding, communicatie. Deze reeks is van toepassing op alle contacten tussen levende
wezens. Ik wil het nu hebben over de relatie tussen arts en patiënt, of patiënt en arts, dat is hetzelfde, toch?
‘Dokter’ is nog één van de veel gebruikte aanspreektitels. Dit wordt vooral gebruikt door de doktersassistentes in de huisartsenpraktijk of de polikliniek.Zo van: “Dokter Pilstra komt u zo halen!” De manier waarop zij dit zeggen kan voor de patiënt van groot belang zijn, als die daar, op zijn hoede, een oud tijdschrift zit door te bladeren. Ook geeft deze zin meteen de verhoudingen aan: ik werk voor een dokter en kan zelfs even zeggen wat hij gaat doen!Daar heb je niet van terug als je in de wachtkamer in de rats zit te denken wat je zal vragen, hopend op een goede uitslag.Dan moet je ook nog denken aan je houding, want die is van invloed op de communicatie met de arts.Zo is de reeks rond, het kan dan zó gaan: “Zo, u komt even voor de uitslag” of “gaat u zitten, u zal wel veel vragen hebben”, daar kan ik heel veel voorbeelden van geven.Toch is er altijd sprake van een ongelijke situatie, de arts is niet de zieke, maar heeft wel de kennis van de ziekte die jij als patiënt hebt. Als wij ons dat blijven realiseren kan er vaak een heel goede verhouding tussen beiden bestaan, en daardoor een goede communicatie.
Maarten van Bemmel, huisarts in De Goorn
“Dokter Pilstra komt u zo halen!”
M •a •c •h • t
editie 02 2013 | Te Gast | 43
Ons West-Friesland
Uitzicht over Hoorn (foto eigendom Gemeente Hoorn)