training assertiviteit: zeggen wat je vindt... · training assertiviteit 7 . 1.2 doel . hoofddoel...

23
Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad erkenningscommissie, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten:

Upload: others

Post on 15-Aug-2020

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt

Werkblad beschrijving interventie

Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Werkblad erkenningscommissie, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten:

Page 2: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 2

Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam organisatie: Indigo B.V. Postadres: Lijnbaan 4, 2512 VA Den Haag E-mail: [email protected] Telefoon: 088-3571060 Website (van de interventie): www.indigowest.nl/cursussen Contactpersoon Haaglanden Naam : Thuan-Nhi Truong E-mail : [email protected], [email protected] Telefoon : 088-3571586 | 06 20 246 987 Rijnmond Naam : Peter Overzier E-mail : [email protected] Telefoon : 088-3571241 | 06 10 799 822 Referentie in verband met publicatie Naam auteur interventiebeschrijving: Indigo Preventie Titel interventie: Assertiviteit: zeggen wat je vindt Databank(en): Plaats, instituut: Den Haag, Indigo B.V., onderdeel van de ParnassiaGroep Datum: 17 januari 2019 Het werkblad is een invulformulier voor het maken van een interventiebeschrijving, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel, enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. De interventiebeschrijving is een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie over de interventie voor de bezoeker van de databanken effectieve interventies en voor de erkenningscommissie interventies. De informatie is van belang voor de beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en randvoorwaarden van de interventie. Kijk bij het invullen in de handleiding die bij dit werkblad hoort.

Page 3: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 3

Inhoud Colofon .............................................................................................................................................................. 2

Inhoud ................................................................................................................................................................ 3

Samenvatting .................................................................................................................................................... 4 Korte samenvatting van de interventie ............................................................................................................. 4 Doelgroep ............................................................................................................................................................. 4 Doel ....................................................................................................................................................................... 4 Aanpak .................................................................................................................................................................. 4 Materiaal ............................................................................................................................................................... 4 Onderbouwing ...................................................................................................................................................... 4 Onderzoek ............................................................................................................................................................. 4

1. Uitgebreide beschrijving ......................................................................................................................... 5 Beschrijving interventie ....................................................................................................................................... 5 1.1 Doelgroep ..................................................................................................................................................... 5 1.2 Doel ............................................................................................................................................................ 7 1.3 Aanpak ....................................................................................................................................................... 7

2. Uitvoering ................................................................................................................................................ 10

3. Onderbouwing ........................................................................................................................................ 13

4. Onderzoek ............................................................................................................................................... 17 4.1 Onderzoek naar de uitvoering ................................................................................................................. 17 4.2 Onderzoek naar de behaalde effecten .................................................................................................... 18

5. Samenvatting Werkzame elementen .................................................................................................... 19

6. Aangehaalde literatuur........................................................................................................................... 20

7. Praktijkvoorbeeld ................................................................................................................................... 23

Page 4: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 4

Samenvatting Eén A-4tje, max 600 woorden

Korte samenvatting van de interventie – max 150 woorden De groepstraining Assertiviteit bestaat uit vijf bijeenkomsten waarin actief gewerkt wordt aan het versterken van de assertieve vaardigheden. De nadruk ligt op het doen. Psycho-educatie, huiswerkbespreking, uitwisseling, het doen van opdrachten en oefeningen (zoals rollenspellen) en feedback geven en ontvangen zijn terugkerende elementen in elke bijeenkomst. De volgende onderwerpen worden o.a. behandeld: stijlen van assertiviteit; nee zeggen en grenzen stellen; steun vragen en lichaamstaal; omgaan met kritiek; meningsverschillen en conflicten. De deelnemers hebben een proactieve rol en oefenen in de thuissituatie door middel van huiswerk. Doelgroep – max 50 woorden De Training Assertiviteit is bedoeld voor volwassen mannen en vrouwen die hun assertieve vaardigheden willen verbeteren om zo adequaat te kunnen reageren op sociale situaties die zij in hun leven tegenkomen. Doel – max 50 woorden Het doel is het vergroten van de mogelijkheden van deelnemers om assertief te handelen, door hen te helpen een assertief gedragsrepertoire op te bouwen en de psychologische factoren die een assertieve houding belemmeren weg te nemen. Aanpak – max 50 woorden In vijf wekelijkse bijeenkomsten van twee uur wordt aandacht besteed aan en geoefend met assertieve vaardigheden: de vier stappen; nee zeggen; grenzen stellen; steun vragen; lichaamstaal; omgaan met kritiek; meningsverschillen en conflicten. Dit wordt gedaan door middel van psycho-educatie, opdrachten en oefeningen in verschillende werkvormen, feedback, uitwisseling en huiswerk. Materiaal – max 50 woorden

• Trainingsmap voor deelnemers met ondersteunende informatie en huiswerk opdrachten • Draaiboek voor begeleiders met een planning per bijeenkomst, inleidingen voor de meeste thema’s

en oefeningen die ingezet kunnen worden om vaardigheden van de deelnemers te trainen • Ondersteunende materialen bij de oefeningen voor de begeleiders

Onderbouwing – max 150 woorden Let op: dit onderdeel hoeft niet ingevuld te worden voor erkenning op niveau ‘Goed beschreven’. Gebrek aan assertieve vaardigheden is een non-specifieke risicofactor voor fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Het zorgt voor meer ervaren spanning en eenzaamheidsproblematiek. Het trainen van een assertieve gedragsstijl vergroot de zelfredzaamheid en vermindert angst, stress en depressieve klachten. Het verbetert de zelfwaardering en het zorgt voor meer tevredenheid binnen een relatie. Het biedt daarnaast een structurele bescherming van de psychische gezondheid in stressvolle omstandigheden. Het trainen van assertieve vaardigheden binnen een groep blijkt ook effectiever dan wanneer gebruik gemaakt wordt van een individuele benadering. Een korte duur van vijf bijeenkomsten zou geen invloed hebben op de effectiviteit. De assertiviteitstraining maakt gebruik van de sociale leertheorie en de cognitieve gedragstherapie welke effectief zijn in het aanpakken van een subassertieve copingstijl. Onderzoek – max 100 woorden Intern worden effect- en tevredenheidsmetingen aan het begin en einde van de interventie afgenomen. Op een tienpuntschaal krijgt de interventie een tevredenheidsscore van gemiddeld een 8.1 (sd=1). De effectmeting (effectonderzoek zonder controleconditie) laat een significante vermindering in spanning in de omgang met anderen zien tussen voor- en nameting. In vergelijking met de normgroep ‘normale bevolking’ scoren deelnemers aan het begin van de cursus hoog op spanning in het omgaan met anderen en gemiddeld aan het eind van de cursus. De frequentie van handelen in sociale interacties laat een verhoging zien tussen voor- en nameting, van beneden gemiddeld naar gemiddeld. Gevonden effectgroottes zijn hierbij gemiddeld tot groot.

Page 5: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 5

1. Uitgebreide beschrijving

Beschrijving interventie Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel gericht is op de community als op de school als op de individuele docent. Of aan interventies met verschillende modules die bij een doelgroep ‘op maat’ worden toegepast. Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema. Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie ook de aanwijzingen in de handleiding.

1.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep – max 100 woorden Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? De training Assertiviteit is voor volwassen mannen en vrouwen die gemotiveerd zijn om in een groepssetting proactief te werken aan eigen valkuilen en assertieve vaardigheden om zo adequaat te kunnen reageren op sociale situaties die zij in hun leven tegenkomen. Dit betreft zowel mensen die geneigd zijn voornamelijk subassertief of agressief gedrag te vertonen. De financiering, bijbehorende doelstellingen en/of locatie kunnen invloed hebben op de samenstelling van de groep. Zo kan de training specifiek ingezet worden voor bijvoorbeeld studenten, ouderen, werkzoekenden of een groep bestaande uit voornamelijk niet-westerse allochtone deelnemers. Intermediaire doelgroep – max 100 woorden Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? De training kan gegeven worden aan een intermediaire doelgroep. Echter, dit komt in de praktijk niet voor daar het niet passend is binnen de huidige doelstellingen en financiering. Wel wordt veelvuldig samengewerkt met de intermediaire doelgroep om de beoogde einddoelgroep te bereiken (zie procesevaluatie). Daarnaast worden voorlichtingen of workshops gegeven (één- of tweemalige bijeenkomsten) aan bijvoorbeeld vrijwilligers van maatschappelijke organisaties of mantelzorgers. Er wordt dan zoveel mogelijk op maat een programma ontwikkeld. Hierbij wordt rekening gehouden met de aandachtspanne, taal- en opleidingsniveau, functie en de betreffende einddoelgroep van de intermediaire doelgroep. De psycho-educatie en werkvormen worden hierop aangepast. Selectie van doelgroepen – max 250 woorden Hoe wordt de (intermediaire)doelgroep geselecteerd? Zijn er contra-indicaties? Zo ja, welke? Inclusiecriteria:

• zich herkennen in problemen met assertief gedrag • kunnen functioneren in een groep • gemotiveerd zijn voor deelname

Exclusiecriteria:

• sterk op de voorgrond staande problemen die de concentratie en/of het functioneren in een groep belemmeren, bijv. actuele crisis, verslaving

• lees en taalproblemen (onvoldoende beheersing van het Nederlands) De manieren om de doelgroep te selecteren kan per locatie en financiering verschillen. Zie paragraaf ‘1.3 Aanpak – Inhoud van de interventie’ voor meer informatie.

Page 6: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 6

Deelnemers komen via twee wegen binnen: op eigen initiatief of op advies van een verwijzer (huisarts, POH-GGZ of behandelaar binnen de GBGZZ). Bij de eerste is de herkenning in de genoemde problematiek en leerdoelen meestal de aanleiding. Het al dan niet bezitten van weinig assertieve vaardigheden is hierbij een subjectief oordeel van de deelnemer zelf. Bij de tweede is deelname onderdeel van de behandeling of van nazorg. Deelnemers zonder verwijzing krijgen meestal voorafgaande aan de training een kennismakingsgesprek met een preventiedeskundige. Tijdens dit gesprek wordt verdere indicatie van de problematiek gesteld met behulp van een standaard intakeformulier. Daarnaast wordt een gestandaardiseerde vragenlijst afgenomen, de MHI-5 (Berwick et al., 1991), ter indicatiestelling van de psychische gezondheidstoestand. Op basis van beide vragenlijsten beslist een preventiedeskundige samen met de cliënt of degene baat kan hebben bij de training. Personen met ernstige problematiek (score 32 of lager op de MHI-5) wordt het advies gegeven om contact op te nemen met hun huisarts daar een training mogelijk niet voldoende is voor de huidige problematiek. Uiteindelijk is de motivatie van de deelnemer doorslaggevend voor deelname. Wel wordt dan expliciet de doelstellingen en de praktische informatie ten behoeve van het volgen van de training benadrukt (eigen regie, geen behandeling en persoonlijke begeleiding, beperkte tijd voor persoonlijke input en feedback). Betrokkenheid doelgroep – max 150 woorden Was de doelgroep betrokken bij de (door)ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? De doelgroep wordt uitgenodigd door de trainer om hun wensen en verbetersuggesties kenbaar te maken. Dit kan tijdens de training, na afloop van een bijeenkomst en schriftelijk tijdens de laatste bijeenkomst door middel van een tevredenheidsformulier. De afgelopen jaren heeft de training Assertiviteit echter maar weinig inhoudelijke verbetersuggesties gekregen. De concrete verbeteringen die door de doelgroep zijn aangedragen betroffen typefouten en achterhaalde voorbeelden. Deze zijn gecorrigeerd.

Page 7: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 7

1.2 Doel Hoofddoel – max 100 woorden Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training Assertiviteit is het vergroten van de mogelijkheden van deelnemers om assertief te handelen, door hen te helpen een assertief gedragsrepertoire op te bouwen en de psychologische factoren die een assertieve houding belemmeren weg te nemen. Einddoel: Deelnemers aan de cursus hebben na de training een assertieve gedragsstijl; dit houdt in dat zij in staat zijn om voor zichzelf op te komen zonder de gevoelens en belangen van anderen uit het oog te verliezen. Hiermee tracht Preventie uiteindelijk om (een verergering van) psychische klachten te voorkomen en te verminderen. Subdoelen – max 350 woorden Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: welke subdoelen horen bij welke intermediaire doelgroepen of subdoelgroep(en)?

1. Verminderen van ongunstig oordelen over de eigen persoon en het vergroten van positieve zelfwaardering als voorwaarde voor assertief gedrag 2. Vergroten van kennis over en toepassen van vaardigheden die assertief gedrag bevorderen:

• de verschillende stijlen en de vier stappen van assertiviteit • de rol van irreële gedachten en het belang van realistisch denken • nee zeggen en grenzen stellen • het vragen van steun • non-verbale communicatie • het omgaan met conflicten en meningsverschillen • het reageren op onplezierig gedrag en omgaan met kritiek

1.3 Aanpak Opzet van de interventie – max 200 woorden Hoe is de opzet van de interventie en wat is de omvang (duur, aantal contacten – indien van toepassing)? Voeg eventueel een schema toe als bijlage. De training bestaat uit vijf wekelijkse bijeenkomsten van twee uur. Naast de bijeenkomsten besteden deelnemers ongeveer één uur per week aan huiswerkopdrachten. De groep wordt begeleid door één preventiedeskundige. De grootte van de groep varieert tussen de vier tot twaalf deelnemers. Ter ondersteuning van de groepsbijeenkomsten en de huiswerkopdrachten, werken de deelnemers met een trainingsmap. De preventiedeskundige werkt met een vast draaiboek, maar blijft alert op het groepsproces om de training zoveel mogelijk op maat aan te bieden. Als blijkt dat er meer aandacht besteed moet worden aan bepaalde onderdelen, dan kan de preventiedeskundige (al dan niet in samenspraak met de groep) meer tijd hieraan besteden en andere onderdelen als zelfstudie meegeven. De bijeenkomsten kennen de volgende onderdelen: - Inleiding en bespreken van huiswerk - Opdracht - Theoretische toelichting en oefening - Pauze - Oefening en rollenspel - Bespreken huiswerk en korte evaluatie - Afsluiting. (Voor meer informatie over de voorbereiding ten behoeve van de uitvoering, zie de procesevaluatie van de training Assertiviteit)

Page 8: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 8

Inhoud van de interventie – max 1200 woorden Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en -eventueel- in welke volgorde? Geef geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe dit gedaan wordt. Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Vergeet niet aandacht te besteden aan de werving. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geef ook aan wat minimaal moet worden uitgevoerd om de gestelde doelen te behalen. Werving Deelnemers worden ruim van tevoren (minstens 1½ maand) geworven door/via:

• informatie op de website van Indigo en betreffende samenwerkingspartners, • de POH-GGZ en huisartsen, • behandelaren werkzaam binnen de GBGGZ, • netwerkpartners in de wijken (zoals scholen, buurtcentra, maatschappelijk werk en bibliotheken), • posters/flyers op verschillende centrale plekken, • advertenties in de regionale pers, • mond tot mond reclame, • eenmalige workshop Assertiviteit van twee uur. Deelnemers aan deze workshop die behoefte

hebben om hun kennis over dit thema verder te verdiepen, kunnen beslissen deel te nemen aan de training.

Interventies op externe locaties Als een training op een externe locatie plaatsvindt kan de selectieprocedure, de aanmeldroute, de afspraken betreffende het minimum en maximum aantal deelnemers verschillen. Dit is afhankelijk van de wensen van de samenwerkingspartner en de betreffende afspraken die gemaakt zijn met de financier. Een verschil met trainingen op eigen locatie is bijvoorbeeld dat de deelnemers zichzelf meestal aanmelden zonder tussenpersoon. Daarnaast wordt vaker de beslissing gemaakt om voorafgaande aan de training een informatiebijeenkomst of workshop te geven. Deelnemers krijgen op die manier meer informatie, zodat ze weloverwogen een keuze kunnen maken wel of niet deel te nemen. Ook kan de doelgroep meer homogeen zijn, bijvoorbeeld als trainingen plaatsvinden op een hogeschool (studenten), basisschool (ouders) of binnen een wijkcentra met specifieke doelgroepen (zoals ouderen en bepaalde etnische groepen). Inhoud In ieder van de vijf bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan een ander aspect van assertief gedrag:

• 1e bijeenkomst: Stijlen van assertiviteit • 2e bijeenkomst: Nee zeggen en grenzen stellen • 3e bijeenkomst: Steun vragen en lichaamstaal • 4e bijeenkomst: Omgaan met kritiek • 5e bijeenkomst: Meningsverschillen en conflicten

Tijdens de bijeenkomsten is er aandacht voor de theorie in de vorm van psycho-educatie met als doel de deelnemers inzicht te geven in de achtergrond van het probleem en oplossingen hiervoor. Daarnaast leren deelnemers door middel van verschillende werkvormen (rollenspellen, feedback, oefeningen in tweetallen) technieken en vaardigheden om hun assertieve gedrag te vergroten. De huiswerk opdrachten dragen bij aan het uitvoeren van de nieuwe vaardigheden in de eigen context. Deze worden dan ook aan het begin van de bijeenkomst besproken. Deelnemers delen hun ervaringen, kunnen hun successen en belemmeringen delen en krijgen feedback. Voorbeeld: Bijeenkomst 2: Nee zeggen en grenzen stellen Doelstellingen van deze bijeenkomst:

- deelnemers presenteren zich - deelnemers nemen kennis van theorie ‘nee’-zeggen en grenzen stellen - deelnemers oefenen met ‘nee’-zeggen en grenzen aangeven

0.00 – 0.20 minuten 1 Welkom, bespreken huiswerk Korte herhaling van de inhoud van bijeenkomst 1 (3 stijlen van assertief gedrag, de 4 stappen van assertief gedrag, het belang van positieve zelfwaardering en realistisch denken). Bespreken van huiswerk opdracht (p 18 en verder deelnemersmap)

Page 9: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 9

0.20 – 0.35 2 Presentatie-opdracht. Opdracht om deelnemers de invloed van presentatie (lichaamshouding, intonatie, woordgebruik, stemgebruik, oogcontact etc.) te laten ervaren en de link te leggen met assertiviteit. 0.35 – 0.45 3 Theorie: het stellen van grenzen, ‘nee’ - zeggen (p 26 t/m 32 deelnemersmap). De theorie kort behandelen door de hoofdlijnen te schetsen. Hierbij wordt interactie gestimuleerd door deelnemers te laten reageren, om herkenning te vragen, door vragen te stellen etc.. Lees met de deelnemers de theorie over ‘de kapotte grammofoonplaat’ (p30 deelnemersmap). 0.45 – 1.00 4 Nee – carrousel (p 32 deelnemersmap). Oefenen van besproken theorie. Deelnemers oefenen om de beurt met de 4 manieren van ‘nee’- zeggen. Gezamenlijke nabespreking 1.00 – 1.10 5 Pauze 1.10 – 1.25 6 Ervaringsoefening grenzen Deelnemers oefenen aan de hand van een opdracht in tweetallen met het aangeven van grenzen. Nabespreken en vragen naar herkenning, verband leggen tussen de reacties en stijlen van ‘assertief gedrag’ zoals besproken in bijeenkomst 1. 1.25 – 1.50 7 Rollenspel: mogelijkheid te oefenen met eigen situaties in 4-stappen Laat deelnemers situaties waarin zij het moeilijk vinden om assertief te reageren in de 4 stappen zetten. 1.50 – 2.00 8 Huiswerk en afsluiting (p 33 deelnemersmap). Sluit af met een positieve opmerking. Toekomstige ontwikkeling In de afgelopen jaren is de training Assertiviteit doorontwikkeld naar een online module welke momenteel blended aangeboden wordt. De einddoelgroep is actief betrokken geweest om de blended variant te vormen. De groep heeft schriftelijk feedback kunnen geven op de online conceptmodule. Er werd expliciet gevraagd naar verbetersuggesties op inhoud, taal, lay-out en gebruiksvriendelijkheid. Tijdens de pilot van de blended training is daarnaast ook feedback gevraagd naar de inhoud van de groepsbijeenkomsten, de duur en de combinatie met de module. De online module Assertiviteit bevat dezelfde theorie en soortgelijke oefeningen en opdrachten als de reguliere training Assertiviteit. Maar het bevat ook ondersteunend materiaal zoals filmpjes, quizjes en audiobestanden. Tevens kunnen cliënten persoonlijke feedback krijgen op gemaakte opdrachten en kunnen ze hun vragen aan de trainer stellen via beveiligd emailcontact. Het bevat vier face-to-face groepsbijeenkomsten van 2 uur. De bijeenkomsten zijn vooral gericht op het oefenen van de vaardigheden. In vergelijking met de reguliere training is deze training korter, bevat meer zelfstudie, oefening en mogelijkheid tot persoonlijke feedback. Meer zelfregie, discipline en een goede beheersing van de Nederlandse taal is een pré voor deelname aan deze blended training. Deze blended training Assertiviteit heeft verder geen invloed op de relevantie van de face-to-face groepsinterventie Assertiviteit. Ze bestaan naast elkaar. De blended variant wordt nu vooral aangeboden aan studenten op hogescholen. Er was een trend waar te nemen dat studenten vooral kozen voor de kortere interventies. Daarentegen had de blended variant in het reguliere aanbod juist minder cliënteninstroom. Vanwege de financiering, bijbehorende doelstelling, hoge tevredenheid, effectiviteit en een goed bereik is gekozen om de reguliere training onveranderd te laten bestaan naast de blended variant. Meer financiering en onderzoek is nodig voor de doorontwikkeling van de blended training.

Page 10: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 10

2. Uitvoering Materialen – max 200 woorden Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie? De volgende materialen zijn beschikbaar voor de:

• werving o flyer/poster met inhoudelijke en praktische informatie o website met inhoudelijke en praktische informatie en een aanmeldbutton.

• uitvoer van de training

o trainingsmap voor deelnemers met ondersteunende informatie en huiswerkopdrachten o handleiding voor begeleiders met een planning per bijeenkomst, inleidingen voor de meeste

thema’s en oefeningen die ingezet kunnen worden om vaardigheden van de deelnemers te trainen

o ondersteunende materialen bij de oefeningen voor de begeleiders o ter ondersteuning van de bijeenkomsten is er een PowerPoint presentatie voor de

begeleiders

• evaluatie van de training o tevredenheidsvragenlijst bestaande uit 22 vragen: 16 vragen die de tevredenheid over

verschillende aspecten van de training meet, een vraag betreffende een totaalcijfer (1 t/m 10) en een open vraag om het cijfer toe te lichten. De overige vragen gaan over biografische gegevens en opleidingsniveau.

o effectmeting waarbij het volgende gemeten wordt: de mate van assertief gedrag (ervaren spanning en frequentie van handelen), de algemene gezondheidstoestand, draagkracht, leefstijl en zorgconsumptie. Deze meting wordt afgenomen tijdens de eerste en laatste bijeenkomst van de training.

Alle materialen zijn verkrijgbaar via Indigo Preventie, onderdeel van de Parnassia Groep, Lijnbaan 4, 2512 VA Den Haag, [email protected], 088 357 10 60. Locatie en type organisatie – max 200 woorden Waar kan de interventie uitgevoerd worden en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan/kunnen de interventie uitvoeren? De training wordt uitgevoerd door preventiedeskundigen, werkzaam voor een GGZ Preventie afdeling. Het kan op elke locatie uitgevoerd worden, mits er een afgesloten groepsruimte beschikbaar is met de benodigde faciliteiten (white-board, flapover, beamer en laptop/computer of smartboard). Voorbeelden van locaties zijn gezondheids- en wijkcentra, GGZ instanties, bibliotheken en hogescholen/universiteiten. Uitvoering binnen de GBGGZ is verder goed mogelijk. Opleiding en competenties van de uitvoerders – max 200 woorden Wie zijn de uitvoerders en welke opleiding en competenties hebben zij nodig? De training wordt gegeven door een preventiedeskundige met een HBO of WO GGZ opleiding, zoals een SPV-er, psycholoog of gezondheidswetenschapper. De preventiedeskundige moet voldoen aan de volgende eisen:

- Minimaal HBO niveau - Kennis over en ervaring in de GGZ (omgaan met mensen met depressieve klachten en/of

andere psychische problematiek) - Ervaring met groepswerk

De preventiedeskundige moet tenminste eenmaal de training Assertiviteit hebben begeleid in samenwerking met een ervaren trainer. Daarnaast wordt van de trainer verwacht dat deze in staat is cultuursensitieve voorbeelden voor assertief en niet assertief gedrag aan te halen indien nodig. Om optimaal de training te

Page 11: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 11

kunnen uitvoeren is het daarnaast wenselijk dat de preventiewerker ook in zijn/haar eigen gedrag voldoende assertiviteit toont om zodoende als rolmodel voor de deelnemers te kunnen fungeren. Kwaliteitsbewaking – max 200 woorden Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? Interne toezicht- en kwaliteitscontroles worden gedaan door middel van feedback en toetsing van trainingen en prestaties door collega-trainers, (kwaliteits)coördinatoren en teammanagers. Deze toetsing is conform HKZ-certificering. Verder wordt na de laatste bijeenkomst de tevredenheid van de deelnemers gemeten door een evaluatielijst. Deze resultaten worden één keer per jaar door de kwaliteitscoördinator teruggekoppeld aan het team. Indien een training een gemiddelde tevredenheidsscore behaald van een 7.4 of lager, wordt door de betreffende trainer, coördinatoren en collega-trainers kritisch bekeken welke factoren hebben meegespeeld en welke verbeteringen doorgevoerd dienen te worden. Externe bedrijven die de training willen uitvoeren dienen een train-de-trainerscursus te volgen. De betreffende uitvoerders dienen te voldoen aan de opleidings- en competentie-eisen alvorens ze deel kunnen nemen. Na afronding van de cursus mogen uitvoerders gebruik maken van de draai- en werkboeken. Het bedrijf zelf is verantwoordelijk voor eenzelfde toezicht- en kwaliteitscontrole. Bij vragen of verbetersuggesties kunnen ze contact opnemen. Daarnaast is het voor externen mogelijk om supervisie en/of terugkombijeenkomst(en) aan te vragen. Randvoorwaarden – max 200 woorden Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? Organisatorische randvoorwaarden: • De GGZ preventie afdeling dient genoeg tijd en middelen vrij te stellen voor de betreffende trainer en

ondersteunende secretaresse om de uitvoer van de training mogelijk te maken. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de werving en de voorbereiding van de training.

• De betreffende trainer, coördinator en secretaresse dragen zorg voor een juiste planning (bijvoorbeeld afstemming locatie betreffende werving en ruimte, op tijd starten met de werving, versturen van de bevestigingsbrieven, voorbereidingstijd, op tijd op locatie arriveren, deelnemers bellen indien nodig).

• Bereikbaarheid van collega-trainers, contactpersonen op locatie en manager om relevante casussen of situaties die om actie vragen, direct te kunnen bespreken.

• Intervisiebijeenkomsten voor de preventiedeskundige om casuïstiek te bespreken. • Het is wenselijk dat de groepsruimte beschikt of de benodigde faciliteiten en dat de privacy van de

deelnemer gewaarborgd blijft (afgesloten ruimte). Contextuele randvoorwaarden • Als de training op een andere locatie plaatsvindt dan dient er geïnvesteerd te worden in het aangaan

en onderhouden van een goede samenwerkingsrelatie met de samenwerkingspartner. Daarbij geldt de voorwaarde dat de partner ook genoeg tijd en middelen levert om een bijdrage te kunnen leveren aan het succesvol laten verlopen van de training.

• De trainer heeft kennis van de locatie en bijbehorende doelgroepen en weet de training hiernaar te vertalen (bijvoorbeeld rekening houdend met taalniveau, IQ, cultuur en leeftijd).

Implementatie – max 200 woorden Is er een systeem voor implementatie? Geef een samenvatting. Momenteel is er nog geen specifiek beleid om de training door externe intermediaire doelgroepen te laten uitvoeren. Indien hiertoe wordt besloten is het nodig dat kritisch gekeken wordt naar de personele inzet en financiële middelen om de training breed neer te kunnen zetten. Ook dient vervolgens gekeken te worden wat nodig is om te kunnen voldoen aan de train-de-trainersvraag. In ieder geval geldt een globaal beleid dat tegen een kostprijs externe professionals een train-de-trainerscursus kunnen aanvragen. Deze cursus zou uit een dagprogramma bestaan, waarin het volgende behandeld wordt:

• het doorlopen van de randvoorwaarden om de training te kunnen geven, • informatie betreffende de werving, voorbereiding en proces van uitvoering, • kwaliteitsbewaking,

Page 12: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 12

• het doorlopen van het draai- en werkboek, • het oefenen en maken van de oefeningen en opdrachten.

Er kan ook gekozen worden om de training in twee dagdelen te geven. In de eerste bijeenkomst wordt dan vooral stilgestaan bij de praktische gang van zaken en het globaal doorlopen van het draaiboek. In de tweede bijeenkomst wordt het draaiboek per bijeenkomst doorlopen en worden oefeningen en opdrachten gedaan. Voor de uitvoer van de training is het volgende beschikbaar: - een draaiboek voor begeleiders - ondersteunende materialen voor begeleiders, zoals situatiekaartjes en een PowerPoint presentatie - een trainingsmap voor deelnemers - tekst voor werving Daarnaast kunnen externen na het volgen van de train-de-trainerscursus supervisie en terugkombijeenkomst(en) aanvragen. Kosten – max 200 woorden Wat zijn de kosten van de interventie? Benoem daarbij de personele (in aantallen uren) en de materiële kosten. Personele kosten: Voor de uitvoer van de training heeft de trainer 15 uren nodig. Directe tijd voor uitvoering: 10 uren (5x2 uur) Indirecte tijd: administratie, voorbereiding en afronding: 5 uren Afhankelijk van de locatie van de training dient ook rekening te worden gehouden met reistijd. Voor de werving, afstemming en aanmeldprocedure zijn ongeveer 3 à 4 uren nodig. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de mogelijke benodigde kennismakingsgesprekken. Uitgaande van twaalf deelnemers die geen verwijzing hebben, kan uitgegaan worden van 12 uren. De kostprijs is per discipline verschillend, het preventietarief is 78 euro per uur. Het totaal aantal in te zetten uren kan geschat worden op 30 uren (exclusief reistijd). Materiële kosten: Als onderdeel van het communicatiebeleid van Indigo Preventie wordt 500 euro besteed aan PR en foldermateriaal. De trainingsmappen voor deelnemers bedragen, uitgaande van twaalf deelnemers, 240 euro per training (deze boeken kunnen besteld worden bij Indigo Preventie). De huurprijs voor de groepsruimte verschilt per locatie. Aangezien Indigo Preventie op eigen locaties werkt en gebruik maakt van groepsruimtes van samenwerkingspartners, heeft Indigo Preventie hier geen extra kosten aan.

Page 13: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 13

3. Onderbouwing

Probleem – max 400 woorden Voor welk probleem of (mogelijk) risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard, ernst, spreiding en gevolgen. Er is geen beschikbaar prevalentieonderzoek naar een gebrek aan assertieve vaardigheden. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2018) blijkt echter wel dat 11% van de volwassen Nederlanders (18+) psychisch ongezond is. Daarnaast is meer psychische ongezondheid gebleken bij vrouwen (13%) dan bij mannen (9%) en bij niet-westerse allochtone (18,2%), dan westerse allochtone (11,5%) en autochtone doelgroepen (9,9%). Als er gekeken wordt naar het gestandaardiseerde inkomen, dan blijkt dat mensen met een lager inkomen (20%) meer psychisch ongezond zijn. Hoe hoger het inkomen hoe meer psychisch gezond. Wat betreft het opleidingsniveau is te zien dat mensen met een laag -niveau (basisonderwijs als hoogst behaald) meer psychisch ongezond zijn (20,4%) dan mensen met een hoger opleidingsniveau. Ook hier blijkt, hoe hoger het niveau hoe meer psychisch gezond. Een gebrek aan assertieve vaardigheden heeft invloed op de psychische gezondheid. Literatuur toont aan dat het niet in bezit zijn van deze vaardigheden kan worden beschouwd als een non-specifieke risicofactor voor diverse mentale gezondheidsproblemen (WHO, 2004). Het onderzoek van Segrin (2017) bevestigt deze uitspraak. Zijn onderzoek toont aan dat mensen met een gebrek aan sociale vaardigheden meer stress en eenzaamheid ervaren en daardoor het risico lopen op een slechte fysieke en mentale gezondheid. Deze constateringen worden teruggezien in een recente literatuurstudie van Speed, Goldstein en Goldfried (2018). Hoewel er verschillende definities te vinden zijn voor assertiviteit, is een van de meest gebruikte de driedeling van Alberti en Emmons (1974). Assertiviteit wordt hierbij geplaatst op een denkbeeldig continuüm, met aan de ene kant ervan subassertiviteit en aan de andere kant agressiviteit (Klumpers & Van der Rhee, 1998). Zowel subassertief als agressief gedrag kan op den duur leiden tot ongezonde stress en is daarmee een risicofactor voor diverse psychische problematiek. Subassertieve mensen proberen conflicten te voorkomen door zonder bezwaren of verzet de gedachten en gevoelens van anderen te accepteren. Dit gedrag zorgt op den duur dat ze weinig vertrouwen in zichzelf hebben en niet overtuigd zijn van hun eigen vaardigheden en bekwaamheden (Bijstra, Bosma & Jackson, 1993). Ze hebben het gevoel dat ze niet de baas zijn over hun eigen leven en ontwikkelen een negatief zelfbeeld. Dat kan op zijn beurt leiden tot stress en somberheidklachten (Peters & Klumpers, 2005). Aan het andere eind van het continuüm vinden zich agressieve mensen. Zij hebben weinig respect voor de gevoelens van anderen en door hun gedrag creëren zij onnodige ruzies. Dit kan tot resultaat hebben dat ze eenzaamheid ervaren. Wanneer ze niet in staat zijn hun eigen emoties te doorgronden, kunnen de negatieve gevoelens over zichzelf of over hun prestaties de overhand krijgen. Assertieve mensen hebben over het algemeen minder conflicten in hun omgang met anderen, wat zich vertaalt in minder stress in hun leven (Segrin et al., 2007). Hun behoeften worden voldaan, met daarbij aandacht aan de behoeften van anderen. Assertieve mensen hebben hierdoor vaker meer ondersteunende relaties, en kunnen vaker rekenen op sociale steun in stressvolle situaties. Naast deze conceptuele definitie van assertiviteit zijn er ook meer operationele definities, die assertiviteit in een verzameling van reactiemogelijkheden beschrijven (Heimberg & Becker, 1981). Zo onderscheiden Schroeder, Rakos en Moe (1983) assertiviteit in zeven responsklassen: 1 toegeven van persoonlijke tekortkomingen; 2 geven en ontvangen van complimenten; 3 initiëren en gaande houden van interacties; 4 uiten van positieve gevoelens; 5 uiten van impopulaire of afwijkende meningen; 6 anderen verzoeken hun gedrag te wijzigen; 7 afwijzen van onredelijke verzoeken. Oorzaken – max 400 woorden Welke factoren veroorzaken het probleem of (mogelijk) risico? Er bestaat niet een theorie waarmee het gebrek aan een assertieve gedragsstijl te verklaren valt. Vanuit een psychologische invalshoek zijn er een drietal basis hypothesen die samen de aspecten beleving,

Page 14: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 14

handeling en cognitie representeren en een geïntegreerde visie voor assertief gedrag geven (Kraaimaat & van Dam-Baggen, 1988): 1. Inhibitie door angst Wolpe (1958) ziet een assertieve gedragsstijl als een manier om angst in sociale situaties te onderdrukken (angst wordt hierbij meestal geoperationaliseerd als spanning). Angst lijkt in verschillende onderzoeken een belangrijke determinant te zijn bij het al dan niet vertonen van assertief gedrag (Larijani, Aghajani, Baheiraei & Neiestanak, 2010). Er is dan zowel angst voor sociale isolatie, bijvoorbeeld wanneer men zijn mening buiten beeld laat, als angst voor onwelkome aandacht en een foutieve communicatie wanneer men wel een mening geeft of voor zichzelf opkomt (Hornsey, Majkut, Terry, & McKimmie, 2003; Willnat, Lee, & Detender., 2002). Personen die agressief reageren hebben vaak angst om kwetsbaar over te komen in reactie op anderen. Agressie is hierbij een overreactie uit angst de controle over andere personen te verliezen. Personen met subassertief gedrag vermijden zodoende conflicten, wat op korte termijn voor opluchting zorgt, maar op lange duur de angst in stand houdt (Klumpers & Van der Rhee, 1998). Vaak houden subassertieve mensen lange tijd hun ergernis over allerlei zaken voor zich, tot dit op een gegeven moment ook escaleert in agressief gedrag (Peeters & Klumpers, 2005). 2. Niet of onvoldoende geleerd Deze hypothese stelt dat bepaalde sociale responsen nooit geleerd zijn of niet meer beschikbaar zijn. Opvoeders spelen hierbij een belangrijke rol door het bieden van steun of het geven van een bepaald voorbeeld (conditionering en modeling). De verwachtingen vanuit de maatschappij en de daarbij behorende sekserollen zijn eveneens belangrijk bij de kijk op en de waardering van assertief gedrag. Opvoeders bleken minder geneigd om hulp te zoeken voor meisjes met (sociale) angstklachten dan voor jongens. Onderwijzers beschouwden een stille jongen als problematischer dan een stil meisje (Peeters & Klumpers, 2005). Volgens Van Dam-Baggen en Kraaimaat (1988) gaat het hierbij om overt gedrag. Dit is te onderscheiden in verbaal (bijvoorbeeld spreekduur en verbale reactie), non-verbaal (oogcontact) en paralinguïstisch handelen (zacht praten). 3. Irrationele cognities Cognities kunnen in belangrijke mate verantwoordelijk gehouden worden voor subassertief gedrag (Bruch, Hamer, & Kaflowitz-Lindner, 1992). Hierbij kan gedacht worden aan negatieve zelfevaluaties, irrationele opvattingen en attributies die de omgang met anderen belasten (Van Dam-Baggen & Kraaimaat, 1988). Niet functionele denkpatronen kunnen subassertief gedrag in stand houden (Peeters & Klumers, 2005). Ook cognitieve processen, bijvoorbeeld de manier van informatie verwerken, kunnen een rol spelen. Het gaat hierbij om de perceptie en interpretatie van sociale situaties, selectie van gedragsalternatieven op basis van te verwachten consequenties en cognitieve aandacht (Klumpers & Van der Rhee, 1998). Aan te pakken factoren – max 200 woorden Welke factoren pakt de interventie aan en welke onder 1.2 benoemde (sub)doelen horen daarbij? De volgende factoren worden door de interventie aangepakt:

• Er wordt gewerkt aan het verminderen van irrationele cognities door onder andere exposure (gedragsoefeningen) en cognitieve herstructurering. Het volgende subdoel hoort hierbij: ‘Verminderen van ongunstig oordelen over de eigen persoon en het vergroten van positieve zelfwaardering.’

• Daarnaast wordt overt assertief gedrag aangepakt door onder andere het aanleren van vaardigheden en het oefenen met rollenspellen. Het volgende subdoel hoort hierbij: ‘Vergroten van kennis over en toepassen van vaardigheden die assertief gedrag bevorderen.’

Verantwoording – max 1000 woorden Maak aannemelijk dat met deze aanpak ook daadwerkelijk de doelen bij deze doelgroep bereikt kunnen worden. Voor het behalen van het genoemde doel en subdoelen van de training, maakt de training in haar methodiek gebruik van principes uit de sociale leertheorie (Bandura, 1977), lichaamswerk en de cognitieve gedragstherapie (CGT). Per vaardigheid wordt theorie besproken (psycho-educatie) met illustratie van constructieve en minder constructieve voorbeelden (modeling). Hierbij worden enerzijds basale vaardigheden geoefend ten aanzien van overt assertief gedrag (oogcontact, stemgebruik, mimiek en

Page 15: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 15

andere lichaamstaal, experimenteren met afstand en nabijheid, assertieve zinnen gebruiken, ‘nee’-zeggen, uitdrukken van emoties). Anderzijds komen ook specifieke vaardigheden aan bod als onredelijke verzoeken afwijzen, vragen om steun, kritiek geven en ontvangen. Daarnaast is er binnen de psycho-educatie aandacht voor de rol van irrationele cognities. Deelnemers krijgen informatie over de manier waarop niet-realistische gedachten de kans vergroten dat ze subassertief of agressief reageren. Als onderdeel van het huiswerk oefenen deelnemers met het identificeren van hun gedachten en het toepassen van positieve zelfinstructies om deze niet-functionele denkpatronen om te buigen. Daarnaast krijgt de deelnemer de opdracht om een angsthiërarchie uit te werken, om vervolgens het geleerde stapsgewijs in de praktijk toe te passen (graduele exposure). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat deze combinatie van cognitieve herstructurering met gedragstraining leidt tot een grotere verhoging van assertiviteit, meer dan gedragstraining of cognitieve therapie alleen (Jacobs & Cochran,1982; Klumpers & Van der Rhee, 1998; Speed et al., 2018; Van Dam-Baggen & Kraaimaat, 1997; Van Dam-Baggen, Kraaimaat & Van Emmerik, 2000). Met behulp van oefeningen en rollenspellen worden de nieuwe vaardigheden binnen de groep geoefend (zie het werk- en draaiboek Assertiviteit voor concrete voorbeelden). Deelnemers kunnen op die manier meer vertrouwd raken met assertief gedrag en leren van de ervaringen van andere deelnemers. Hierbij is ook aandacht voor voldoende instructie, begeleiding en feedback, zodat gezorgd kan worden voor het creëren van een succeservaring en positieve bekrachtiging. Deelnemers krijgen huiswerkopdrachten mee om de nieuwe vaardigheden uit te voeren in de eigen situatie. Onderzoeken geven aan dat het trainen van assertiviteit binnen een groepsaanpak effectiever is dan een individuele benadering. Juist vanwege de oefening met en het leren van de ervaringen van andere deelnemers (Lin et al., 2008). Met betrekking tot de duur van de training zijn er uit de literatuur geen aanwijzingen dat langer durende interventies effectiever zijn dan korte. In het onderzoek van Lin et al. (2008) bestond de training uit acht bijeenkomsten gedurende vier weken. In vergelijking met een controlegroep vertoonden deelnemers direct na afloop van de training en een maand later significant meer assertief gedrag. Een studie van Zhou et al. (2008) liet zien dat een training van vijf wekelijkse bijeenkomsten na afloop ook leidde tot significant meer assertief gedrag. Disfunctionele cognities waren echter niet significant afgenomen bij de deelnemers. Dit geeft wellicht aan dat het veranderen van deze dimensie meer tijd vergt. Daarnaast met betrekking tot de duur, blijkt uit literatuur het verwachtingsmanagement een rol te spelen. Hoe langer iemand verwacht dat het duurt, hoe langer het ook daadwerkelijk duurt (Mueller & Pekarik 2000; Owen, Smith & Rodolfa, 2009). Verder blijkt uit onderzoek dat het aanleren van een assertieve gedragsstijl de zelfredzaamheid vergroot en een structurele bescherming biedt van de psychische gezondheid in stressvolle omstandigheden (Mofrat & Mehrabi, 2015; Segrin, Hanzal, Donnerstein, Taylor, & Domsche, 2007). Angst, stress en depressieve klachten worden daarnaast ook verminderd (Eslami, Rabiei, Afzali, Hamidizadeh, & Masoudi, 2016). Uit de literatuurstudie van Speed et al. (2018) worden dezelfde bevindingen aangetoond. Zij concluderen dat het hebben van een assertiviteitsprobleem een belangrijke factor is voor internaliserende psychopathologie. Meerdere onderzoeken laten zien dat het aanpakken van assertiviteit door het oefenen van gewenste gedrag en/of werken aan het uitdagen van cognities (cognitieve herstructurering), assertief gedrag verhoogt en symptomen van depressie en angst verlaagt. Verbeteringen zijn verder op te merken in de mate van zelfwaardering en bij mensen die een relatie hebben, op hun relatietevredenheid. De genoemde bevindingen in de studie ondersteunen de inzet van een assertiviteitstraining als een bruikbare, op zichzelf staande behandeling om een verscheidenheid aan klinische problemen aan te pakken. Het belang van het inzetten van een assertiviteitstraining om uiteindelijk het preventiedoel om (een verergering van) psychische klachten te voorkomen en/of te verminderen wordt hiermee onderstreept. Voor een overzicht van de gestelde doelen, bijbehorende methoden en aanpak van de training kan Tabel 1 geraadpleegd worden.

Page 16: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 16

Tabel 1 Doelen, methoden en aanpak Doelstelling Onderbouwing Onderdeel training Kennis van verschillende gedragsstijlen

Sociale leertheorie: modeling; psycho-educatie

Psycho-educatie en rollenspel: - Bijeenkomst 1: onderdeel Inleiding en oefening kaartspel

Toepassen van de vier stappen van assertiviteit / In staat te reageren op onplezierig gedrag en kritiek

Sociale leertheorie: modeling, exposure; psycho-educatie

- Bijeenkomst 1, onderdeel theorie, oefening kaartspel (rollenspel) en huiswerkopdracht (observatieopdracht assertief gedrag, angsthiërarchie en oefenen met de vier stappen) - Bijeenkomst 2, onderdeel oefening ‘nee-carrousel’ (rollenspel) en huiswerkopdracht - Bijeenkomst 4, onderdeel theorie, oefening ‘assertief reageren op kritiek’, ‘actief luisteren’ (rollenspel) en huiswerkopdracht - Bijeenkomst 5, onderdeel oefening

Vergroten van positieve zelfwaardering

Psycho-educatie en CGT

- Bijeenkomst 1, onderdeel theorie - Bijeenkomst 2, onderdeel huiswerk (opdracht 1, 2 en 3 over positieve zelfinstructies, positieve eigenschappen en zelfbeeld)

Inzicht in de rol van irreële gedachten en het belang van realistisch denken

Psycho-educatie en CGT

- Bijeenkomst 1, onderdeel theorie en huiswerkopdracht (inzichtopdracht: belemmeringen en valkuilen) - Bijeenkomst 3, onderdeel huiswerk (bijlagen 1 en 2, belemmeringen steun vragen en helpende gedachten)

In staat nee te zeggen en grenzen te stellen

Sociale leertheorie: modeling; psycho-educatie

Bijeenkomst 2, onderdeel theorie, oefening ‘nee-carrousel’ (rollenspel) en huiswerkopdracht

In staat steun te vragen Sociale leertheorie: modeling; psycho-educatie

- Bijeenkomst 3, onderdeel theorie, oefening ‘steun vragen’ (rollenspel) en huiswerk (bjij

Inzicht non-verbale communicatie Lichaamswerk en sociale leertheorie: modeling.

- Bijeenkomst 2, onderdeel presentatieopdracht - Bijeenkomst 3, onderdeel oefening ‘oogcontact’, ‘praten met gevoel’ en huiswerkopdracht - Bijeenkomst 4, onderdeel oefening ‘aarden’ en huiswerkopdracht - Bijeenkomst 5, onderdeel oefening ‘ja-nee’, ‘tekenopdracht’

Kennis van conflicthanteringsstijlen Sociale leertheorie: modeling; psycho-educatie

- Bijeenkomst 5, onderdeel theorie, oefening ‘ja-nee’ (rollenspel), ‘tekenopdracht’ en rollenspel.

Page 17: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 17

4. Onderzoek 4.1 Onderzoek naar de uitvoering – max 600 woorden Wat is op basis van het beschikbare onderzoek bekend over de uitvoering van de interventie? Beschrijf kort welke onderzoeken zijn gedaan en wat daarvan de uitkomsten waren. Stuur bij het indienen van het werkblad de volledige publicatie van ieder genoemd onderzoek mee.

Beschrijf per onderzoek: a) De titel, auteurs, organisatie en jaar van uitgave (indien gepubliceerd)

b) Het type onderzoek, de onderzoeksmethode en de omvang van het onderzoek

c) Een samenvatting van de meest relevante uitkomsten met betrekking tot inzicht in de mate waarin activiteiten zijn uitgevoerd volgens plan, het bereik van de interventie, de waardering en ervaring van de uitvoerders en doelgroep, succes- en faalfactoren, en -indien beschikbaar- de uitvoerbaarheid, de randvoorwaarden en de omgevingsvariabelen.

De assertiviteitstraining wordt meerdere malen gepland en uitgevoerd in een jaar, afhankelijk van de financiering, focusgebieden en aanvragen. Daarnaast is de uiteindelijke groepsgrootte van belang om de training door te kunnen laten gaan. Als er gekeken wordt naar de periode van 2013 t/m 2017 hebben er 567 mensen deelgenomen aan de training in Rijnmond en Haaglanden. Jaarlijks worden er gemiddeld 113 mensen bereikt en vinden er zo’n 11 à 15 trainingen plaats. Deelnemers hebben vooral de voorkeur om subassertief te reageren. Bij te hoog opgelopen frustratie verandert de stijl meer naar agressief, met name richting partner, kinderen en familie. Geschat wordt dat 5 à 10 procent van de deelnemers meer agressieve kenmerken heeft. Verder nemen meer vrouwen (73%) deel dan mannen (27%). De gemiddelde leeftijd is 40.2 jaar met een range van 17 tot 78 jaar. Iets minder dan de helft van de respondenten (46%) heeft als hoogste opleiding mbo of havo en 25,5% een hbo of universitaire opleiding. De meerderheid van de respondenten (75%) is in Nederland geboren, daarnaast komen de respondenten uit veel verschillende landen, waarbij Suriname (5,6%), andere Europese landen (4,6%) en Curaçao (3,6%) de grootste groepen zijn. Het gemiddelde tevredenheidscijfer is een 8,1 ( N= 409), met een range van 5 tot en met 10. Van de respondenten geeft 0,5% een onvoldoende. In een open vraag wordt de respondenten gevraagd of ze nog opmerkingen hebben over de interventie. De meest genoemde opmerking is dat de respondenten de training te kort vinden, ze willen meer bijeenkomsten om te kunnen oefenen met de vaardigheden. Daarnaast zijn er opmerkingen dat respondenten graag een meer homogeen samengestelde groep willen; verschil in leeftijd en achtergrond lijkt voor sommige deelnemers niet goed te bevallen. Al met al kan geconcludeerd worden dat deelnemers zeer tevreden zijn en de training assertiviteit op bijna alle aspecten een positieve beoordeling geeft. Succesfactoren zijn:

• laagdrempelige uitvoer zonder GGZ etiket; • snelle uitvoer: in vijf wekelijkse bijeenkomsten leren de deelnemers de vaardigheden; • de training bestaat uit psycho-educatie en uit het oefenen van vaardigheden. De training biedt niet

alleen informatie over assertief handelen, maar ook over vaardigheden die assertief handelen ondersteunen, zoals grenzen aangeven, nee zeggen, non-verbaal gedrag en aanpak van conflicten;

• groepswerking: deelnemers voelen zich door elkaar gemotiveerd en gesteund, ervaren (h)erkenning, gevoel van saamhorigheid (er niet alleen voor te staan);

• deskundige trainer die beschikt over competenties om groepen succesvol te begeleiden. Faalfactoren kunnen zijn dat deelnemers te veel spanning ervaren om in een groep te kunnen functioneren, problemen met lezen en schrijven, problemen met begrijpen van de Nederlandse taal. Zie het document ‘Procesevaluatie Training Assertiviteit’ voor een uitgebreide beschrijving van de voorbereiding ten behoeve van de uitvoering, het proces van uitvoering, resultaten en succes- en faalfactoren.

Page 18: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 18

4.2 Onderzoek naar de behaalde effecten – max 600 woorden Wat is op basis van het beschikbare onderzoek bekend over de behaalde effecten met de interventie? Beschrijf kort welke onderzoeken zijn gedaan en wat daarvan de uitkomsten waren. Stuur bij het indienen van het werkblad de volledige publicatie van iedere genoemde studie mee. Beschrijf per onderzoek: a) De titel, auteurs, organisatie en jaar van uitgave

b) Het type onderzoek, de meetinstrumenten en de omvang van het onderzoek

c) Een samenvatting van de meest relevante uitkomsten met betrekking tot het bereik van de interventie, de gevonden effecten en -indien beschikbaar- de door de doelgroep ervaren effectiviteit en de mate waarin de veronderstelde werkzame elementen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

Assertiviteit wordt gemeten met de Inventarisatielijst Omgaan met Anderen, de IOA (Van Dam-Baggen & Kraaimaat, 2000). Dit instrument heeft twee componenten waarvan de eerste de mate van ervaren spanning in sociale situaties bepaalt en de tweede de frequentie van handelen in sociale situaties. Beide componenten kunnen nog worden onderverdeeld in vijf subschalen (kritiek geven, aandacht voor eigen mening vragen, waardering uitspreken, initiatief nemen en jezelf waarderen). De score loopt van 35 tot 175, zowel voor de ervaren spanning bij assertief gedrag als voor de frequentie van assertief gedrag. Een hogere score is beter voor frequentie, een lagere score is beter voor spanning. Jaarlijks worden de effecten van deze training onderzocht door een interne onderzoeker. Als er wordt gekeken naar de afgelopen periode (2013 – 2017) dan zijn er in totaal 1152 vragenlijsten ingevuld. De gemiddelde score voor spanning in sociale situaties daalt van 93,8 ( N=567) bij de start van de training naar gemiddeld 79,7 (N=470) na afloop van de training. Van een kleine groep respondenten is ook de gemiddelde score voor een half jaar na afloop van de training bekend; 72,5 (N=90). De score voor frequentie van handelen in sociale situaties stijgt van gemiddeld 98,2 (N=558) bij de start naar gemiddeld 109,5 ( N=473) na afloop van de training. Een half jaar na afloop van de training is de gemiddelde frequentie van handelen verder gestegen naar 112,6 (N=91). Deze positieve resultaten komen overeen met eerdere bevindingen van 2008 en 2011 (van Orden, Wansink & Willemse); de spanning in sociale situaties daalt en de frequentie van handelen stijgt. Zie voor meer informatie het document ‘Procesevaluatie Training Assertiviteit’.

Page 19: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 19

5. Samenvatting Werkzame elementen Wat zijn de werkzame elementen van deze interventie waardoor de gestelde doelen bij de doelgroep gerealiseerd worden? Geef een puntsgewijs overzicht van de belangrijkste werkzame elementen van de interventie. Denk daarbij aan inhoudelijke en praktische elementen. Max 250 woorden Het doel van de training Assertiviteit is het vergroten van de mogelijkheden van deelnemers om assertief te handelen, door hen te helpen een assertief gedragsrepertoire op te bouwen en de psychologische factoren die een assertieve houding belemmeren weg te nemen. Inhoudelijke elementen:

- Het vergroten van inzicht in de eigen gedragsstijl en bijbehorende gevolgen op korte en lange termijn, door middel van psycho-educatie en een observatieopdracht.

- Het vergroten van positieve zelfwaardering door bewustwording van eigen belemmerende, irreële gedachtenpatronen om assertief te gedragen en het formuleren van helpende, realistische cognities en affirmaties.

- Kennis vergroten over assertief gedrag door psycho-educatie over verschillende vaardigheden die assertief gedrag bevorderen, bijvoorbeeld uitdrukken van emoties, feedback regels, non-verbale communicatie, grenzen stellen en aanvoelen, afwijzen van verzoeken, steun vragen, kritiek geven en ontvangen en conflicthanteringsstijlen.

- Assertieve vaardigheden aanleren door het aanbieden van en oefenen met concrete handvatten. Dit laatste wordt gedaan door middel van rollenspellen, plenair en in subgroepen.

- Vaardigheden eigen maken door het stapsgewijs toe te passen in de eigen context (huiswerkopdrachten).

- Kennis vergroten en ondersteund/gemotiveerd voelen door uitwisseling van ervaringen en (huiswerk)opdrachten met mededeelnemers.

- Begeleiding door deskundige GGZ trainers die naast kennis en kunde zorgdragen voor een veilige sfeer en over een positieve, oplossingsgerichte grondhouding beschikken.

Praktische elementen:

- gebruik van schriftelijk (en online) materiaal; - kortdurende interventie zonder GGZ etiket, daardoor laagdrempelig; - organisatorische en contextuele randvoorwaarden: werving, planning, coördinatie, afgesloten

groepsruimte met de benodigde faciliteiten en indien relevant een goede afstemming/samenwerking met de locatie.

Page 20: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 20

6. Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur en gebruik hiervoor de APA-normen (variant met kleine letters, zie aanwijzingen in de handleiding). Alberti, R. E., & Emmons, M. L. (1974). Your perfect right: A guide to assertive behavior. California: California State Legislature. Argyle, M., & Lu., L. (1990). Happiness and social skills. Personality and Individual Differences, 11, 1255-1261. Bandura, A. (1977). Social learning theory. Englewood Cliffs: Prentice-Hall. Bijstra, J.O., Van der Kooi, H.P., Bosma, H.A., Jackson, S., & Molen, H.T. van der (1993). Zelfwaardering en sociale vaardigheid bij adolescenten. Relaties tussen begrippen en effecten van een preventieve sociale–vaardigheidstraining. Kind en Adolescent, 14, 161-172. Bijstra, J.O., Bosma, H.A., & Jackson, S. (1994). The relationship between social skills and psycho-social functioning in early adolescence. Personality and Individual Differences, 16, 767-776. Bruch, M. A., Hamer, R.J., & Kaflowitz-Lindner, N.G. (1992). Cognitive balance and assertiveness: Testing the construct validity of the states of mind categories. Cognitive Therapy and Research, 6, 653-669. Centraal Bureau voor de Statistiek (2018). Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Geraadpleegd op 8 januari 2019, van https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83005NED/table?ts=1547044295783. Costa, P. T., Terracciano, A., & McCrae, R. R. (2001). Gender differences in personality traits across cultures: Robust and surprising findings. Journal of Personality and Social Psychology, 81, 322–331. Eskin, M. (2003). Self-reported assertiveness in Swedish and Turkish adolescents: A cross-cultural comparison. Scandinavian Journal of Psychology, 4, 7–12. Eslami, A.A., Rabiei, L., Afzali, S.M., Hamidizadeh, S., & Masoudi, R. (2016). The effectiveness of assertiveness training on the levels of stress, anxiety and depression of high school students. Iran Red Crescent Medical Journal, 18(1), e21096. Graaf, R. de, ten Have, M., & Van Dorsselaer, S. (2010). De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking. NEMESIS-2: Opzet en eerste resultaten. Utrecht: Trimbos-instituut. Heimberg, R. G., & Becker, R. E. (1981). Cognitive and behavioral models of assertive behavior: Review, analysis and integration. Clinical Psychology Review, 1, 353-373. Hornsey, M. J., Majkut, L., Terry, D. J., & McKimmie, B. M. (2010). On being loud and proud: Non-conformity and counter-conformity to group norms. British Journal of Social Psychology, 42, 319-335. Jacobs, M. K., & Cochran, S. D. (1982). The effects of cognitive restructuring on assertive behavior. Cognitive Therapy and Research, 6, 63-76. Klumpers, K., & Van der Rhee, C. (1998). En nee is geen antwoord! Assertiviteitstraining in de RIAGG. Tijdschrift voor Psychotherapie, 24,98–105. Kraaimaat, F.W., & Van Dam-Baggen, C.M.J. (1988). Sociale angst en non-assertiviteit. Gedragstherapie, 21, 83-93 Lange, A. J., & Jakubowski, P. (1976). Responsible assertive behavior. Champaign IL: Research Press. Larijani, T. T., Aghajani, M., Baheiraei, A., & Neiestanak, N. S. (2010). Relation of assertiveness and anxiety among Iranian University students. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 17, 893-899.

Page 21: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 21

Lin, Y.R., Wu, M.H., Yang, C.I., Chen, T.H., Hsu, C.C., Chang, Y. C., Tzeng, W.C., Chou, Y.H., & Chou, K.R. (2008). Evaluation of assertiveness training for psychiatric patients. Journal of Clinical Nursing, 17, 2875–2883 Mofrad, S.H.K., & Mehrabi, T. (2015). The rol of self-efficacy and assertiveness in aggression among high-school students in Isfahan. Journal of Medicine and Life, 8 (4), 225-231. Mueller M, Pekarik G. (2000). Treatment duration prediction: Client accuracy and its relationship to dropout, outcome, and satisfaction. Psychotherapy, 37, 117-123. Onyeizugbo, E.U. (2003). Effects of gender, age and education on assertiveness in a Nigerian sample. Psychology of Women Quarterly, 27, 12-16. Owen J, Smith A, Rodolfa E. (2009). Clients’ expected number of counseling sessions, treatment effectiveness and termination Status: Using emipirical evidence to inform session limit policies, Journal of College Student Psychotherapy, 23, 118-134. Peeters, S., & Klumpers, K. (2005). Leven met assertiviteitsproblemen. PsychoPraxis, 7, 210-214. Rakos, R. F. (1991). Assertive behavior: Theory, research and training. London: Routledge. Schouten, J. (2002). Ik ben d’r ook nog: Een handleiding voor assertiviteitstraining. Amsterdam: Uitgeverij Thema Schouten, J., & Lingsma, J. (2006). Persoonlijke effectiviteit. Assertief gedrag als basisvaardigheid. Zaltbommel: Thema. Schroeder, H.E., Rakos, R.F., & Moe, J. (1983). The social perception of assertive behavior as a function of responseclass and gender. Behavior Therapy, 14, 534-544. Segal, D. L. (2005). Relationships of assertiveness, depression, and social support among older nursing home residents. Behavior Modification, 29, 689-695. Segrin, C. (2017). Indirect effects of social skills on health through stress and loneliness. Health Communication, 34 (1), 2019. Segrin, C., Hanzal, A., Donnerstein, C., Taylor, M., & Domsche, T.J. (2007). Social skills, psychological well-being, and the mediating role of perceived stress. Anxiety, Stress, & Coping, 20, 321-329. Speed, B.C., Goldstein, B.L., & Goldfried, M.R. (2018). Assertiveness training: a forgotten evidence-based treatment. Clinical Psychology: Science and Practice, 25 (1), 2018. Van Dam-Baggen, R., & Kraaimaat, F.W. (1988). Sociale angst bij volwassenen: een overzicht. Gedragstherapie, 21, 83-94. Van Dam-Baggen, C.M.J., & Kraaimaat, F.W. (1999). Assessing social anxiety: the Inventory of Interpersonal Situations (IIS). European Journal of Psychological Assessment, 15, 25-38 Van Dam-Baggen, C.M.J., & Kraaimaat, F.W. (2000). Handleiding Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA) (2e editie). Lisse: Swets & Zeitlinger. Van Dam-Baggen, R., & Kraaimaat, F.W. (2000). Group social skills training or cognitive group therapy as the clinical treatment of choice for generalized social phobia? Journal of Anxiety Disorders, 14, 437–451. Van Dam-Baggen, R., Kraaimaat, F.W., & Van Emmerik, A. (1997). Sociaalvaardigheidstherapie en cognitieve gedragstherapie even effectief bij sociaal angstige psychiatrische patiënten? Gedragstherapie, 30, 253-266. Van Orden, M., Wansink, H., & Willemse, A.M. (2008). Rapportage pilotonderzoek programma-evaluatie cursussen ‘Assertiviteit’ en ‘Stoppen met piekeren en negatief denken’. Den Haag: Parnassia Bavo Groep

Page 22: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 22

WHO. (2004). Prevention of mental disorders: effective interventions and policy options: summary report. Geneva, World Health Organization Willnat, L., Lee, W., & Detender, B. H. (2002). Individual-level predictors of public outspokenness: A test of the spiral of silence theory in Singapore. International Journal of Public Opinion Research, 14, 391-412. Wolpe, J. (1958). Psychotherapy by reciprocal inhibition. Stanford: Stanford University Press. Zhou, S. L., Hou, Z.J. & Ru, B. (2008). Effect of group assertiveness training on university students' assertive competence. Chinese Journal of Clinical Psychology, 16, 665-667.

Page 23: Training Assertiviteit: zeggen wat je vindt... · Training Assertiviteit 7 . 1.2 Doel . Hoofddoel – max 100 woorden . Wat is het hoofddoel van de interventie? Het doel van de Training

Training Assertiviteit 23

7. Praktijkvoorbeeld Beschrijf, indien beschikbaar, in max. 600 woorden een praktijkvoorbeeld van de uitvoering van de interventie: hoe was de situatie voor, tijdens en na de interventie? Een vrouw van 21 jaar geeft aan spanningsklachten te ervaren. Ze slaapt de laatste tijd moeilijk in, piekert veel, merkt een korter lontje te hebben en zich meer terug te trekken. Ze zegt veel op haar bordje te hebben, ervaart stress vanuit haar studie en merkt dat er binnen haar familie veel beroep op haar wordt gedaan. Ze vindt het belangrijk om dingen goed te doen, is gewend om alles zelf te doen en helpt anderen graag. Ze heeft daardoor de neiging om alle ballen in de lucht te houden, over haar grenzen heen te gaan, zichzelf minder uit te spreken en geen steun te vragen of aan te nemen. Mevrouw neemt deel aan de training. Ze merkt het spannend te vinden. Er zijn acht andere deelnemers. Het verbaast haar dat de leeftijden zo uiteen lopen, de jongste is een 19 jarige man en de oudste een vrouw van 67. Verder vindt ze het bijzonder om te zien dat sommige mensen heel assertief overkomen. Ze zijn erg aanwezig en spreken zich uit. Dat had ze niet verwacht. Tijdens het voorstelrondje herkent ze zich in wat de andere deelnemers vertellen. Zelfs de mensen waarbij ze vraagtekens had of ze wel in de juiste cursus zitten, waren open over hun onzekerheden. Ze merkte dat de ene helft van de groep het lastig vond om bij sommige mensen en in bepaalde situaties assertief te zijn. De andere helft vond het lastig op bijna alle fronten. Een enkeling had daarentegen juist de neiging om agressief te reageren. Al gauw merkte ze dat het fijn was om te zien en horen dat iedereen zo verschillend is, maar toch tegen dezelfde dingen aanloopt. Ze merkte gedurende de training dat ze steeds bewuster werd van haar eigen patronen. De opdrachten en oefeningen waren prettig, ze gaven houvast. Soms was het wat ongemakkelijk en gekunsteld om de rollenspellen te doen, maar het gaf wel meer inzicht. Buiten de bijeenkomsten heeft mevrouw dagelijks geoefend met de assertieve tips. Ze besloot om het eerst toe te passen op haar vrienden en haar studiegroepje. Het was in het begin best spannend. Door de helpende gedachten, het stappenplan en door het gewoon maar te doen, heeft ze voorzichtig ervaren dat het best meevalt om aan te geven wat ze ervaart en wat haar wensen en grenzen zijn. Ze merkte zelfs dat vrienden haar complimenten gaven voor het feit dat ze voor zichzelf opkwam. Wat ze nog wel lastig vond was assertiever te zijn richting haar familie. Wat helpt is dat ze steeds meer is gaan beseffen dat ze zelf de keuze heeft. Ze gunt zichzelf meer de ruimte om na te denken of het haar uitkomt, ze probeert te kijken om familiezaken meer te plannen op dagen en tijdstippen die gunstiger voor haar zijn. Daar is ze al trots op. Mevrouw geeft aan het fijn gevonden te hebben om in een veilige omgeving met gelijkgestemden bewust bezig te zijn geweest met het trainen van assertiviteit. Het maakte niet uit of je het ‘niet goed’ deed, iedereen reageerde begripvol en complimenteus. De persoonlijke feedback die ze van mededeelnemers en de trainer heeft gekregen motiveerde om door te zetten en het de volgende keer net wat anders aan te pakken. Ten slotte geeft ze aan het ook een leuke training te hebben gevonden, ze keek er altijd naar uit. Twee maanden na de training geeft ze aan nog bewust bezig te zijn met het toepassen van de handvatten, met name richting de familie. Sommige situaties blijven nog moeilijk, maar het gevoel dat mevrouw zelf de keuze heeft geeft het gevoel regie te hebben.