west vloams voor beginners

Upload: evilzorro

Post on 10-Feb-2018

226 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    1/22

    Plat West-Vlams vooranderstaligen

    (De klapnasje bie oes, likdamme t wider zeggen ..)

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    2/22

    Bie t vrovolk

    Meisjoengs : meisjes

    nSubbedutte: seut

    n Kachtelgat: iemand met een gezond achterwerk

    n ouderschejoenge dochtre, n kweene: ongehuwde vrouwZurkeltrutte: zuurpruim

    n vies keun: vrij onsympathieke dame

    Masseurke: nonnetje

    n skoolieffrouwe: lerares

    Naaistringe: stikster, naaister

    Prente: mooie vrouw, einigzins opgetut

    Slunsepuppe: slappe pop, ook slecht geklede vrouwBabette: babbelzieke vrouw

    Commeere: roddelaarster

    Z n koeketiene: zijn partner, zijn vriendin

    n snelle mokke: een mooi meisje

    Ne gendarm: bazige man of vrouw

    Ne kobbejoagre : iemand met een wijd staande haardos

    Goe voorzien van pootn en oorn: een vrouw met weelderige boezem

    Ze loopt met n kot: ze heeft o-benenZis nie controarie :ze valt wel mee

    Zo zot of een achterdeure: stapelgek

    Gesgeite :vrouw waar men het niet voor heeft

    De moarte: de dienster

    Veie: slappe figuur

    Zottekonte: vrouw die gek doet

    Dullekonte: boze vrouw

    Dommekonte, slimmekonte: vrouw die uit dommigheid iets verkeerd deed

    Lelijk skermik, skermienkel: lelijke vrouw

    Franke bette : een stoutmoedige vrouw

    Stikt nen bustelstil in eur gat en geel t stroate is gevoagd: iemand die

    heupwiegend, preuts stapt

    Eksevel: onsympathieke, sluwe vrouw

    Zeit nogoal wel kak an eur gat: ze laat zich goed gelden

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    3/22

    Ne vieze perluit : onsympathieke heerNe mageren harink : mager figuur

    De garde: wijkagent, politieagent

    t bootje: de postbode

    Den biermesjang: de drankhandelaar

    Ne klutser: hij die onnauwkeurig werkt

    Soepkieken: iemand die grappig uit de hoek kan komen

    Nen akkeloare: stotteraar

    Ne pzewvre: muggenzifterKlunten, klunten oliebrood: iemand waarop men het niet echt begrepen heeft

    Tjoolder: iemand die veel werkt, ook arme persoon

    Pispater: een zagevent

    Masseur: kinesist

    Ne skoolmjeestre: onderwijzer

    Ne neetebuk: een nijdig ventje

    Paptote: persoon met rond, dik gezicht

    Paptoarte:

    Nen oardigoard : vreemd, onbetrouwbaar figuur

    Nen busbing: macho, sterke, stoere man

    Nen deural: iemand die doorzet, hoe moeilijk het ook is

    Ne slunsevint: voddenhandelaar, iemand die slordig gekleed gaat

    n vullemulle: hij die vuile praat vertelt

    Den buf van t spel: de zondebok

    Nen bleuzoard: iemand die aardig bloostJis enen hoed: hij is dronken

    Jis canard:

    Peiredelam droenke:

    Bie t mannevolkNen deurejager: persoon die veel mag eten

    zonder te verdikken

    Ie smeirt ze zelve: zwaarlijvige persoon

    Een fakke wind: iemand met veel zwier en

    zwaai

    Nen talloreterter: lange figuur

    Ne lange zwierel: man met groot gestalte

    Nen dubble joengne: puber

    Ne vieze kust-min-kloten: norse man

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    4/22

    Jeit een vlre ip:

    Jis nie van nen hoaze gepoept: hij is traag

    Jeit anden gelik koolscheppen: iemand met uitzonderlijke grote handen

    Jeit oren gelik talloren: iemand met grote oren

    Ne potuul: domme figuur

    Ne pooijas: een clown

    n zjeemtote: mauwveger

    Ne lompe kloef: lompe, weinig elegant man

    Moozevet : dik

    Nen doendigoard: een bezig baasje

    Dreiteloare: traag sprekende man

    Pietje stek: deugniet

    Ne pezewevre: muggenzifter

    Zo dom of t achterste van een koe: heel erg domNen hertefretter: iemand die heel erg op de zenuwen werkt

    Blokzwijn: hij die fel studeert

    Slifsavatte: hij die zijn voeten sleept

    Jis kloar zot: hij is totaal gek

    Ne menten: een rare kerel

    Ne prethere: hooghartige man

    Luuszak, luzzigoard: vuil iemand

    Klakpottre: iemand onnauwkeurig schildertDe putmoaker: grafdelver

    Ne wieten: halve gare

    Een woaie: man met veel zwier en zwaai

    Ne kleine wup: een klein mannetje

    Ne geassreerden bing: stoutmoedige man

    Vezelaar: hij die fluistert

    Vezelaars zijn kwezelaars: fluisteraar

    hebben iets te verbergen

    Nen vroete werker: een noeste, harde werker

    Nen baron riskon toe: iemand die alles aandurft en ongeoorloofde risicos neemt

    n pretentiestik: iemand die hoogmoedig is

    Ne kalessieklutser: onhandige inhoudloze man

    Nen tootetrekker: iemand die zn hoedje naar de wind zet

    Ne kloefkapper: weinig elegante man

    Jeit ne slag van de meulne get: hij is niet goed wijsJeit t zot in de kop: zijn hoofd slaat op hol

    Jeit nie te piepn: hij heeft niets te zeggen

    Ie loopt rond gelik n inne die moet legn: hij loopt nerveus rond

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    5/22

    Jeit den top van zn toenge ofgebeetn :hij hield de lippen stijf op elkaar

    Nen broekskitter: bange figuur

    Ie trekt n vieze gespe: hij kijkt boos

    De skulpe hangt nog an zn gat: t is nog een groentje

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    6/22

    t West-vlaamse weerpraatje..

    Bah, lik met t were , eeh..

    t rint dat zikt: het regent heel hard

    t spuugt kattejoengn:t rint mollejoegn:

    Nen blek voor ne lek: de zon die schijnt voor het gaat regenen

    Smuuk: motregen

    Slekkenat: doorregend

    t goat n bizze doen: er is een regenvlaag op komst

    t swisselt: lichte regenval

    t smoort: t is mistig

    t is issebitte koud: het is ijskoud

    Bjeeste koud: ijzig koud

    t is laaf: t is drukkend warm

    t is fel geluchte: heel helder, open weer

    t een is gin spiere wind: het is windstil

    Adrilligenwere: grijs herfstig weer

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    7/22

    West-Vlamingen steeds stipt op tijd !

    Ossan ip tijd zijn !

    Olsan: steeds

    Ottemets: somsTen uutkomn: in het voorjaar

    Antiddens: vroeg tijdig

    Tiellik: vroeg

    Pekken: lang op blijven

    De puuste skeirn: vertrekken

    Zn skippe afkuusn:

    Zn pupe uutklopn: sterven

    Me zin ribbebedie: we zijn weg

    Overanderedag : om de twee dagen

    Overanderemoand: om de twee maanden

    Overanderejoar: om de twee jaar

    In nen oai en nen droai: ogenblikkelijk

    Ip zn sleppe liggn: lang slapen

    Tiellik op zn stikken: vroeg in de morgen

    Loate ip zn stikken: laat op de avondSebiets: onmiddellijk

    Oolverre noene: t is ongeveer middag

    Binstdien: ondertussen

    Te binst: terwijl

    Jis skampavie: hij is er van door

    Jis t gat in: hij is vertrokken

    Tefrente kjeeren: herhaalde malen

    Zjere affeseren: goed doorwerkenNe kjeer ip en weg: bij uitzondering

    Oolmetekeer: opeens

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    8/22

    In West-Vlaanderen op pad met de fiets

    of de auto

    Onderboane met de veloo of met de

    feteure

    Fiets:

    De giedoeng: het stuur

    Ne koersegiedoeng: stuur van een racefiets

    De gardeboe: spatbordDe gaine: huls van de remkabel

    De foerse: voorvork

    Den brack: onderkant van de kader waarin de trappers vervat zitten

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    9/22

    De buuzze: bovenste deel van de kader

    De freings: remmen

    De sepappe: het ventiel

    Katogen: reflectoren

    Ie plakt in min gat: hij rijdt in mijn wiel (wielkens zuiger)

    Nen bidong , n pulle: drinkbus

    Auto

    De sjarszebuze: de uitlaatDen barsjok: bumper

    Sportkarre, sportfeteure: sportief wagentype

    Sjieke feteure: mooie wagen

    Sjieke slee: mooie grote wagen

    Amortiseurs: ophanging, vering van de wagen

    Ip zinne steirt duwen: goed gas geven

    In vulle galloo: in volle vaart

    Dr is nen dfoo an: er werkt iets niet

    Een proces: een boete

    De moteur droait zoete: de motor draait zacht

    n oud karjot: een oud voertuig

    Rein en rotsen: onveilig rijden

    Ne weuglienk: een weggetje

    Innewoarts: naar binnen toe

    De remor, een remorke: een aangangwagent plak: de nummerplaat

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    10/22

    Aan de West-Vlaamse tafel

    t is teetn en drienkn.

    Smoutzochte: mals

    Koppekei hard: heel hardt is slekke vet: heel vettige voeding

    Oenger gelik n peird: reuze honger hebben

    t is zwinneteetn: het is niet lekker

    Teeweln: met lange tanden eten

    Fleeuw: smaakloos

    Ie kan eten gelik nen dikkedelver: hij kan zeer veel eten

    t is van lekmelippe: het is lekker

    Eten buik stao bie: veel eten

    Smoefeln: smakelijk eten

    Poteten: warme maaltijd

    Gekooksel:

    Noeneteetn: middagmaal

    Eten voor viere: vieruurtje

    Glazen patatten: slecht aardappel

    Gebruneerde patatjes: gebakken aardappeltjesSjiekoengs: witloof

    Groensels: groenten

    Sesneeln: schorseneren

    Persebonen: boontjes opgegroeid langs een stok

    Huttebonen: stam bonen

    Pret: prei

    Pretsoepe: preisoep

    Bloelink: bloedworstVers geregeld: spek

    Gekapt: gehakt

    Sietre: limonade

    Keiremelk: karnemelk

    n zjatte kaffie: kop koffie

    Nunnekaffie: slappe koffie

    Deuregeute: : heel slappe koffieKaffiepulle: thermoskan die men mee uit werken neemt

    Spoelkom: bolvormig (soep) kommetje

    Talloare: bord

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    11/22

    Fersjette: vork

    Skelmes, skeldersmes: aardappelmesje

    Versip: zeef

    Ne moor: een fluitketel

    Stuuttedoze: boterhamdoos

    Sneukeln: snoepen

    Sneukeloar: snoeper

    Sneukelgat:

    Kallissiestok: zoethout

    Een mente: snoep met muntsmaak

    Smoeletrekkers: zure snoepjes

    Nunnebillen: roos-wit zacht snoepgoed

    Lekkestok: lolly

    Peintepies: peperkoekSjieklitte: kauwgom

    Een zeupe: een slok

    Ne klak: een hoeveelheid, bv: ne klak mayonnaise, ne klak beuter

    n poote: een handvol

    Mantepeirden: klaaspaarden

    Lukken: nieuwjaarswafeltjes

    Een bakske: vierkant brood

    Stuutn, stuutjes: boterhammenTetjespap: karnemelkstampers

    t stoan zoane ip de melk: vliesje dat zich vormt op warme melk (room van melk)

    Pootienk: pudding

    Klakoards: wentelteefjes

    Nen dreupel: geestrijke drank

    Een zoetje: zoete geestrijke drank, meestal door vrouwen gedronken

    Fluutjesbier: bier van minderwaardige kwaliteit

    Sturtn: morsen

    De dorre van t ei: de dooier van een ei

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    12/22

    Algemeen beschaafd West-Vlaams .

    De klapnasje bie oes, lik damme t wider

    zeggen ..

    Ip t goe riskier: op goed geluk

    Pilleboutrechte: kaarsrecht

    Van je tap moaken: je boos maken

    Konterkjere aafs: averechts

    Heel de ruttemetut: alles

    Heel den battaklang:

    Een twadde ipsulfern: iets opdringen

    Utskjein: stoppen

    Abie: bijna

    Biekans:

    Tewege:

    Ne boaznpoeper : een gatlekker

    Ip on nante: zo ongeveer

    De kluts kwijt zijn: van zn melk zijn

    Ut zn kramme skietn: uitvliegenOver de skreve goan: te ver gaan

    Ketje mie, ketje were: oog om oog, tand om tand

    Pioanewis: geleidelijk aan

    Sebwoort: behoorlijk

    Ip den travoo: op de werf

    t is elk voor zijn skelle: het is ieder voor zich

    Een skete ip ne stok: een maat voor niets

    Een skete in nen netzak: storm in een glas waterVanselikke: evenzeer

    t gapt gelik nen oven: dat staat als een paal boven water

    Jis bedrogen dat den doom uut zin oren komt: hij werd heel erg bedrogen

    n t wadde ipsulfern: iets opdringen

    Hjeel de ruttemetut: alles

    Hjeel de santeboetiek:

    Hjeel den battaklang :

    Hjeel den annekesnest :

    t deirt mie: het spijt me

    Biechte woarheid: echt waar

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    13/22

    Brokkeverskjeen: helemaal uit elkaar vallen

    Klapnansje: de volksmond, de praat van mensen

    Koetnansje:

    t ei ut zin gat vroagen: iemand uithoren

    Den oorm ut zn neuze kootrn:

    Lachen gelik n paptoarte: hartelijk lachen

    Smoordje gie? : rook je ?

    k ben verloan: ik heb veel werk

    W ontzient oes: we zien er tegen op

    Een bescheten commissie: een onaangename taak

    k moete ne kjeer noar bachten: ik moet eens naar het toilet

    k : moete ne kjeer noar de koer:

    k moete ne kjeer noar t vertrek :

    Jis ip zinne kop gestekt en bluuvn bokn: hij is niet goed wijsIn de foele van t volk: in de massa

    Olle hout een is geen temmerhout: ga niet met iedereen om

    Van n skeete nen dunderslag moaken: van een mug een olifant maken

    Ne stront ne strek andoen: iets mooier maken dan het in werkelijkheid is

    De joaren komen, nie olene: oud worden brengt wel wat ongemakken met zich me

    t is indliks groot: heel groot

    k goa minne crayong skerpen: ik ga mijn best doen

    Mezienke !: warempelTe vierklauwe: stande pede

    Stapnolf: met een stevige tred

    Plokke vort: rot

    Ne puut ontvluchten voor een padde tegemoet te komen: iets ontwijken maar

    nog iets ergers tegenkomen

    De stamnee: de herberg

    Gekend gelik slicht geld: zeer gekend

    Van tiene neegne: hoogstwaarschijnlijk

    Deur t eeuwig pramen: door het hevig aandringen

    Klap tegen de voak: zinloos gepalaber

    Oltegare: allemaal samen

    Oltope:

    Teure moar deure: ga maar door

    Kjere kjeer were: kom eens terug

    Tuut noaste kjeer: tot de volgende keerIe vrijt dat zijn imde wikkelt: hij heeft serieus kennis

    Lezen da je lippn beevn: veel bidden

    Elk is libber van zn kalibber: iedereen is vrij om te doen wat hij wil

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    14/22

    Anzetten gelik nen hond van zijne stront: onmiddellijk vertrekken zonder op- of

    omkijken

    Menne ne kjeer : we hebben eens

    Preus lik veertig: apetrots

    t zin toeren met de boeren die met de pollepel oalevoeren: t zijn erge dingen

    Fietjefatjerie : tierlantijntjes

    t is een flutse: het is een mislukking

    Kontroarie: in tegendeel

    Van pikkens geboaren: doen alsof zijn neus bloedt

    t is riskierlik: dat houdt risico in

    Contentement: tevredenheid

    Ne preusslag: iets waarop men apetrots is

    D okkoazje ein van een twadde: de mogelijkheid hebben om

    t goat an en of: t is wisselvallig, op en afgaant is d antoave die niet deugt: ergens geen handeling van hebben

    t is oal gin avanse: dat zet allemaal niks op

    Ie weet nie woar me zn ende gevoaren: hij verveelt zich, weet niet wat doen

    t is heel gakmandeerd: het is helemaal beschadigd

    t is heel gabimeerd:

    Van ensentens: over heel de lijn

    J eit den ippergoai afgeskootn: hij heeft een zware fout gemaakt

    Goa je dunne doen?: doe niet flauwZo zwart of moorkens gat: wordt gezegd tegen iemand die heel vuil is

    In een vroete lokeire: in een kolerieke bui

    Ge wit nooit hoe da een koe nen oaze vangt: sommige zaken kunnen toch, al

    lijken ze onmogelijk

    Ie ligt in t skeis: hij ligt in ruzie

    Gerte ne kjeer;: ga eens uit de weg

    Hort ne kjeer ier: luister eens

    n Pille: batterij

    Ne pillelucht: zaklamp

    Konkelfoezn : binnensmonds praten, mompelen

    Een t wadde bekokstoven: iets in het schild voeren

    t is em gesketen en gespogen: lijkt er op als twee druppels water

    Jn eit van de meur nie geskreept :de appel valt niet ver van de boom

    Flak in zn wezen: recht in zijn gezicht

    Ne rekmandee: een aangetekende zendingTussen olf en eblik: half om half

    Elk zn meuge zei de zeuge en zat stront: ieder doet wat hij wil

    De stoutste wezels zuipen de schoonste eiers :wie meest durft bekomt meest

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    15/22

    Gepakt en gezakt: zwaar geladen

    Ip of nante: bij benadering

    Moosten en brielen: onnauwkeurig, slordig werken

    Gediend gelik nen here: gediend als een hond met vlooien

    Drillen: op stap gaan

    Ip den dril zijn :

    t is gangk: er is iets begonnen

    t spel zit ip de karre:

    Ze skittn ool in dezelfste zak: ze spelen allemaal onder n hoedje

    Water puttn met n peirdemande: een werk doen dat traag vooruit gaat

    J eit in min roapen gesketen: hij heeft me iets misdaan

    De gebroadte kiekens vliegen nie in je mond: om iets te bekomen moet je

    inspanningen doen

    Ie kent t er even ville van of n zwin van koesn stoppen: hij kent er niets vanAffeseren lik ardunzoagen: nauwlijks vooruitgaan

    Lege zakken rechte zetten: nutteloos werk verrichten

    t finste is zn oar: geen ellebogen hebben, niets aanvoelen

    Ot pap regent zit ie met zn tallore in t droge: geen geluk hebben

    J et een toenge lintjes: hij kant zeer goed praten

    Klappen tuut dat ne frang effen is: blijven praten om gelijk te halen

    Rondloopn gelik n kieken zonder kop: nerveus rondlopen

    Ge goat nen uoden aap gin tootn leern trekn: je moet geen lessen willen gevenaan ouderen

    We geneirn oes ier: we amuseren ons

    We verkneukkeln d r oes ip: we kijken er naar ui

    Puutonnozle: dolverliefd

    Ten iptelle: op overschot

    Tuut toezens: bij ons thuis

    Tuut tulders: bij jullie thuis

    n twoarten in t ol van fluutool: ergens op een afgelegen plek

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    16/22

    West-Vlamingen bij de dokter

    Stokkestif: een zwaar stram, stijf gevoel

    Iele van oofde : een leeg draaierig gevoel hebben

    Mn vel is verskoeperd: mijn huid is verbrand

    De vliegende spetter, de schitte: diarreeDen ofagank :

    Den afloop :

    Tenden olle stroaten: heel erg vermoeid

    Z is in positie: ze is in verwachting

    Z is an t spoaren :

    Gepakt van de vliegend sigare: ongewenst zwanger

    Ge kunt het sop uut uw ogen scheppen: je ziet er vermoeid uitk draoie gelik nen top: ik ben duizelig

    Pottedoof :slechthorend

    t Is betraaplik: het is besmettelijk

    Snottekeise: neusvocht

    t is ool begoaringe: het is een geveinsde ziekte

    Kriepen: kreunen van de pijn

    De kozientjes: jicht

    J eit overkomste: hij heeft last van jichtJ eit een keunebloaze: hij moet om de haverklap plassen

    Min bobinne is of: ik ben doodop

    Min Pille is of :

    Onpessentig: ongedurig

    Petjikkeln: hinken

    Gabbe: open wonde aan het hoofd

    Peirdeslicht: zich heel slecht voelen

    Pikuure: een injectie

    Tenterdjot: ontsmettingsmiddel

    Varizn: spatadres

    t is verkwoad : het is verzworen, ontstoken

    Lavement, ne suppositoir: zetpil

    k ben slicht tepoote: ik ben niet goed te been

    Spoahoeste: zware, droge hoest

    Tjaffeln : struikelenk benne lik oardig: ik voel me niet goed

    Een tumbleite moaken

    Een tumemperte moaken: vallen

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    17/22

    N appandesiet: ontstoken endeldarm

    Ne kaktand, de kaktanden: melktand melktanden

    k ben gin en kluute weird : ik voel me niet goed, slapjes

    k gloeie gelik n kolevier: ik gloei heel erg

    Ie pakt nogoal ne post: hij viel zwaar

    n peire skeln: vallen

    Van zinnen sies voaln: het bewustzijn verliezen

    Van zinnen orgel droaien

    t speen: aambeien

    Houd j an t ges: geef de moet niet op

    Kaieten: het uitschreeuwen van de pijn

    Z n elletuutje: zijn elleboog

    t voaln van t blad: najaarsmoeheid

    t skietn van t blad: voorjaarsmoeheid

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    18/22

    Thuis in het West-Vlaamse huis

    Doeninge: huis

    Ip den allee: in de gang

    De sjambrangs: de lambrisering

    t ipperste : de zolderSandriejee: asbak

    Lampedair: staande lamp

    Zulle: dorpel

    Scheuteldoek: schotelvod

    Watersteen: gootsteen

    Slunse: vod

    Moor: fluitketelSchuimspa: spatel

    Buzze, kaba : boodschappentas

    Commissies doen; op boodschappen gaan

    Een batje doen : een gouden zaak doen

    De batjes: braderie, koopjesdagen

    Jaloezie: gor

    Waskeirne: wasmachine

    Plaffteurn: luikjesPersjeene, lattestorze: rolluik

    Bassing: grote kom

    Kave: schoorsteen

    Lattestorzen : rolluiken

    Een t wadde in t gotgat gieten: iets in de gootsteen gieten

    Een balladeuse : looplamp

    Een pillelucht, pillampe: lamp op batterijen

    De logtingk: de tuin

    Fiekfak, fietjefak: rommel

    t innebluuk: het kippenhok

    Zunnestorze: zonwering

    Ne kobbejoaegre : borstel op lange steel waarmee men spinnenwebben verwijdert

    t ligt ool onvrende: alles ligt overhoop

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    19/22

    De kleren maken de West-Vlaamse man !

    Riekoorden: veters

    Skoeblienk: schoensmeer

    Blinkdoze: doos schoensmeer

    Tieritte: ritsBaai: trui

    Klakke: pet

    Salopette: overal

    Galoschen: rubberen schoeisel, vaak gebruikt bij schoonmaak

    Slissen, savatten : pantoffels

    Jis ip zijn slissen : hij is stilletjes binnengekomen

    Taboart: slaapkleedFrak: jas

    Alpingske: typische Franse pet, vaak door oudere mannen gedragen

    Toupetje: muts

    Talloengs: damesschoenen met hoge hakken

    Ne foelaar : sjaal voor een vrouw

    Ne velne frak: een bontjas

    De parmang: een omslag van een herenbroek

    Ne presjoeng: een drukknopEen schabbe: een stofjas

    Ne saroo :

    Na kiel :

    Ne sjutien : een beha

    t stoat woater in de kelder: zijn broekspijpen zijn te kort

    Zeeslissen : teenslippers

    Geklid gelik nen rauwen andjoen: pover gekleed

    Kagoele: overtrekmuts

    Kasjevikske: onderlijf

    t was gelik ne zakneusdoek: was gemakkelijk

    Ip zn pikkebeste stoan: op zijn paasbest staan

    Ze klidt met n slunse : ze hoeft geen dure kledij om er mooi uit te zien

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    20/22

    In de tuin

    Hovenier: tuinman

    Logtiengk: moestuin

    Roakle: hark

    Greep: drietandDen dam : een paadje rond het huis

    Pisseblommen, beddepissers: paardebloemen

    Zeiksla: paardebloemen in het gazon

    Bache: zeil om iets af te dekken

    Pablaten , ne paphut : struik lauwlierkers

    Moaneschitter: grote vlieg

    Flieflotter: vlinderMeirlaan: merel

    Hemelwerke: leeuwerik

    De peloeze: het gazon

    Eemelbjeestje: onze lieve heerbeestje

    Bjeestrie: ongedierte

    Pruusje: parkiet

    Pintoande: muskuseend

    Kraaistekker: stekelbaarsStraalbie: wesp

    Stinkerkes: afrikaantjes

    Noteloare, kriekloare, pruimeloare, appeloare,pereloare : alle fruitbomen

    Oore: moder

    Mooze:

    Mereikle :

    Kortwagen: kruiwagen

    Messiengk: de mesthoop

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    21/22

    Tussen de kinderen

    Ketje duuk spelen: verstoppertje spelen

    Gift em moar een reflemente: geef hem maar een berisping

    Een toppeire geven; een pak slaag geven

    Een voage geven :De klein zet zn lippe: de kleine begint te wenen

    n trotinette: een autopet

    Ne skietlap: een katapult

    Skammateern: goochelen

    Ne skammateur: goochelaar

    Canassiere: boekentas

    Skuffliengk: een fluitjeDefreubelskole: de kleuterschool

    Nen bedorven keutle :een verwend kind

    Nen bedorven stront

    Battern: op de vuist gaan

    Ie wit nie woar met zn ende gevoaren; hij verveelt zich

    De renne: schommel

    Rennen: schommelen

    Marbels: knikkersMarbelen: knikkeren

  • 7/22/2019 West Vloams Voor Beginners

    22/22

    West-Vlamingen en centen

    Ie zoe ne frang in tween bitn..

    Kluttergeld: kleingeld

    Klutters :Bendig: zuinig

    De kroos: de rente

    Nen bendigoard: hij die zuinig is

    Ne krebbebittre :

    Ool den oap deure en ool de gieregoard were: zuinig op stap gaan

    t een nis moar de rook die deur de koave goat ( en t ligt ton nog ne zak ip):

    gierigaard

    Ofdokkn: betalen

    De pree : het loon

    t een is ginnen rosten dikken weird: het is niets waard

    t een is gin kluute weird

    Ie eit er zin sleppe an geskeurd: hij heeft er een slechte zaak aan gedaan

    Smeiren en teiren: geld verkisten

    Smoorrijke: steenrijk

    Nen hazoard doen: een gouden zaakLeven van den trek: leven van een uitkering

    Ze verbuust al haar geld: ze verteert al haar centen

    Ze breekt geld met amers: ze gaat onoordeelkundig met geld om

    Ie verdient geld gelik mooze: hij verdient heel snel hopen geld

    Ie neit ginne noagel voor an zn gat teskarten: hij is zo arm als job

    De weilde is een kwoa bjeeste: met weelde valt moeilijk om te gaan

    Lege buzzen moaken dulle zinnen: wie in geldnood verkeert, is tot alles in staat

    Ne kei kun je nie vloan: wie niets bezit kan niets ontnemenVergoan van ponte tuut stronte: alles verliezen wat men bezit

    Zoaien noar de zak: de tering naar de nering zetten

    Geldjode: iemand die fel achter de centen aanzit

    Oarmoezoaier: arme man

    D okkoazje makt den dief: de gelegenheid maakt de dief

    Jis bie den buk gezet: hij werd bedrogen en deed een slechte zaak

    Ge kunt t nie oal ein, een vette moarte en veel beutre: je kan niets alleshebben in het leven, soms gaat het ten koste van het andere