zelfevaluatierapport informatica bijlagen isdemey/visitatie/bijlagei...• bijlage i.3.3: lijst van...
TRANSCRIPT
Zelfevaluatierapport Informatica
Bijlagen I
Onderwijscommissie Informatica(Faculteit Wetenschappen — Universiteit Antwerpen)
8 december 2008
2
Lijst van bijlagen I
Het visitatieprotocol voorziet in een reeks verplichte bijlagen bij het zelfevaluatierapport,eventueel aangevuld met extra documenten ter staving van bepaalde argumenten (Bijlagen Ien Bijlagen I - extra). Een aantal bijlagen verspreiden we in beperkte oplage —enkel onder decommissie leden— om redenen van discretie of om papier te besparen (Bijlage II). Een aantalandere bijlagen worden enkel digitaal verspreid (per CD) en ter beschikking gehouden voorde commissieleden op het moment van het visitatiebezoek (Bijlagen III).
Bijlagen I
Lijst van verplichte bijlagen zoals voorzien in het visitatieprotocol; verspreid aan al wie hetaanbelangt
• Bijlage I.2.1: Studiegids[Apart bijlage via CD, zoals ze ook aan onze studenten wordt verspreid]
• Bijlage I.2.2: Overzicht opbouw en inhoud programma: tabel I.1• Bijlage I.2.3: Beschrijving opleidingsonderdelen: tabel I.2• Bijlage I.2.4: Lijst titels en cijfer recente masterproeven• Bijlage I.2.5: Lijst stageplaatsen (niet van toepassing)• Bijlage I.2.6: Lijst externe stagementoren (niet van toepassing)• Bijlage I.3.1: Personeelsbezetting per opleiding: tabel II.1 t.e.m. II.3• Bijlage I.3.2: Lijst personeelsleden met ervaring en kennis vanuit beroepspraktijk (niet
van toepassing)• Bijlage I.3.3: Lijst van de meest relevante onderzoekspublicaties per onderzoeksgroep• Bijlage I.3.4: Overzicht afgewerkte doctoraten jongste 5 jaren• Bijlage I.6.1: Internationale studentenmobiliteit• Bijlage I.6.2: Internationale docentenmobiliteit• Bijlage I.6.3: Internationale partners• Bijlage I.6.4: Internationale onderwijsprojecten• Bijlage I.6.5: Studentenaantallen en slaagcijfers: tabel III.1• Bijlage I.6.6: Gemiddelde studieduur: tabel III.2
Bijlagen I - extra
Lijst van extra bijlagen; verspreid aan al wie het aanbelangt• Bijlage Ix.1.1: Gemeenschappelijk Capaciteitsplan voor de vijf volgende masters: Mas-
ter Informatica (Universiteit Antwerpen), Master Informatica (transnationale Univer-siteit Limburg / Universiteit Hasselt), Master Wiskundige Informatica (Universiteit
3
4 LIJST VAN BIJLAGEN I
Gent), Master Informatica (Katholieke Universiteit Leuven), Master Computerweten-schappen (Vrije Universiteit Brussel)[Alleen de relevante hoofdstukken werden opgenomen in de bijlage]
• Bijlage Ix.2.7: Richtlijn Eindverhandeling• Bijlage Ix.2.8: Beoordelingscriteria Thesis• Bijlage Ix.2.9: Voorbeelden van studiewijzers• Bijlage Ix.3.5: Eindrapport visitatiecommissie onderzoek• Bijlage Ix.5.1: Theoretische analyse studeerbaarheid• Bijlage Ix.5.2: Resultaten studietijdmeting en paarsgewijze vergelijking• Bijlage Ix.5.3: CIKO, samenstelling, missie, opdracht en werking• Bijlage Ix.5.4: Evaluatie van opleidingsonderdelen – toelichting resultaten 07-08• Bijlage Ix.5.5: Voorbeeld docentrapport en vergelijkende profiellijn• Bijlage Ix.5.6: Opzet focusgroepgesprek 07-08• Bijlage Ix.6.7: Rapport opvolgingsgesprek onvoldoendes 1ste Ba Informatica• Bijlage Ix.6.8: Analyse slaagcijfers faculteit wetenschappen
Bijlage I.2.1:
Studiegids
Verspreid op aparte CD; net als voor de studenten
Bijlage I.2.2:
Overzicht opbouw en inhoud programma: tabel I.1
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Bachelor in de informatica (1ste jaar) 1BINF
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Inleiding programmeren 30 30 / / 60 6
Discrete wiskunde 45 45 / / 90 9
Computersystemen 45 45 / / 90 9
Talen en automaten 30 30 / / 60 6
Gegevensstructuren 30 30 / / 60 6
Inleiding software engineering
15 60 / / 75 6
Calculus
45 45 / / 90 9
Computer graphics
30 30 / / 60 6
Inleiding tot C++
12 18 / / 30 3
Keuze
/ / / / / / /
/ / / / / / /
/ / / / / / /
Stage
/ / / / / / /
Master-proef/ Eindwerk
/ / / / / / /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Bachelor in de informatica (2de jaar) BINF
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Gevorderd programmeren 30 30 / / 60 6
Machines en berekenbaarheid
30 30 / / 60 6
Uitbatingssystemen 30 45 / / 75 6
Databases 40 / / / 40 4
Algoritmen en complexiteit 30 30 / / 60 6
Project databases / 50 / / 50 5
Lineaire algebra
25 25 / / 50 5
Numerieke lineaire algebra
20 20 / / 40 4
Computernetwerken
30 30 / / 60 6
Overgangs-maatregel
Computerarchitectuur + practicum
30 30 / / 60 6
Keuze 12 sp
te kiezen uit volgende lijst of (met goedkeuring van de onderwijscommissie) uit andere opleidingen.
Fysica 30 30 / / 60 6
Elementaire statistiek 15 15 / / 30 3
Algemene economie 30 / / / 30 3
Bedrijfseconomie en ondernemerschap
15 15 / / 30 3
Datastructuren en algoritmen
15 15 / / 30 3
Computerarchitectuur
15 15 / / 30 3
2-jaarlijks (niet in 2008-09)
Programmeerparadigma’s 30 30 / / 60 6
Stage
/ / / / / / /
Master-proef/ Eindwerk
/ / / / / / /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar) Bachelor in de informatica (3de jaar) 3BINF
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Databases (XML & webtechnologie)
30 30 / / 60 6
Wetenschappelijk programmeren
15 45 / / 60 6
Software engineering 30 30 / / 60 6
Telecommunicatiesystemen 30 30 / / 60 6
Inleiding gedistribueerde systemen
15 15 / / 30 3
Levensbeschouwing 30 / / / 30 3
Keuze (21 sp)
te kiezen uit volgende lijst of (met goedkeuring van de onderwijscommissie) uit andere opleidingen.
Inleiding tot datamining 15 15 / / 30 3
Toegepaste logica 15 15 / / 30 3
Artificiële intelligentie 15 15 / / 30 3
Gevorderde programmeertechnieken
15 15 / / 30 3
Formele technieken in software engineering
30 30 / / 60 6
Netwerk protocols
/ 30 / / 30 3
Beeldverwerking
15 15 / / 30 3
Bedrijfseconomie en ondernemerschap
15 15 / / 30 3
Datastructuren en algoritmen
15 15 / / 30 3
Labo computernetwerken
/ 30 / / 30 3
Computerarchitectuur
15 15 / / 30 3
Fysica
30 30 / / 60 6
Algemene economie
30 / / / 30 3
Elementaire statistiek
15 15 / / 30 3
2-jaarlijks (niet in 2008-09)
Programmeerparadigma’s 30 30 / / 60 6
Stage
/ / / / / / /
Master-proef/ Eindwerk
Bachelor eindwerk 15 75 / / 90 9
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : computationele informatica (1ste jaar) 1MINF1-CI
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Compilers 15 35 / / 50 6
Gedistribueerde systemen 25 20 / / 45 6
Modelleren en simuleren 25 20 / / 45 6
Optimalisatietechnieken 25 20 / / 45 6
Computational finance 25 20 / / 45 6
Keuze (12 sp)
6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen en buiten de richting.
Wiskundige methoden in de beeldverwerking
15 10 / / 25 3
Computationele meetkunde 15 10 / / 25 3
Multilevel en multirooster methoden
15 10 / / 25 3
Cluster computing 20 25 / / 45 6
Digitale signaal- en beeldverwerking
20 35 / / 55 6
Capita selecta van de computationele wetenschappen
25 / / / 25 3
Computational neuroscience: machine learning
15 10 / / 25 3
Keuzelijst KU Leuven
Wavelets met toepassingen in signaal- en beeldverwerking
39,5 6
Optimalisatie
85 6
Technisch-wetenschappelijke software
64 6
Deterministische en stochastische integratietechnieken
39,5 4
Optie ondernemerschap
Communicatie
30 / / 15 45 6
Management van een organisatie
30 / / 15 45 6
Financieel management en juridische aspecten
30 / 15 45 6
Optie onderwijs / /
Inleiding in de onderwijskunde
18 / / 21 39 3
Didactiek informatica 36 / / 42 78 6
Oefenlessen / 18 / 57 75 3
Leerlingbegeleiding : trends en ontwikkelingen
18 / / 21 39 3
Inleefstage / 30 / 45 75 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Scientific English 18 10 / / 28 3
Communicatie 30 15 / / 45 6
Wetenschapsfilosofie 30 / / / 30 3
Stage
Onderzoeksstage 1 15 / 30 / 45 6
Master-proef/ Eindwerk
/ / / / / / /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : computernetwerken en gedistribueerde systemen (1ste jaar) 1MINF1-CN
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Compilers 15 35 / / 50 6
Gedistribueerde systemen 25 20 / / 45 6
Mobiele en draadloze netwerken
25 20 / / 45 6
Prestatieanalyse van telecomsystemen
25 20 / / 45 6
Distributed computing paradigms
15 30 / / 45 6
Keuze (12 sp)
6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting.
Advanced performance modelling
25 20 / / 45 6
Labo mobiele en draadloze netwerken
/ 25 / / 25 3
Grid computing 15 30 / / 45 6
Cluster computing 20 25 / / 45 6
Seminarie computernetwerken
/ 25 / / 25 3
Labo sensornetwerken
/ 30 / / 30 3
Keuzelijst KU Leuven
Software voor real-time en embedded systems
37,5 4
Capita selecta van gedistribueerde systemen
26 4
Internetinfrastructuur 41 5
Multi-agent systemen 29,5 4
Beveiliging van netwerk- en computerinfrastructuur
42,5 4
Optie ondernemerschap
Communicatie
30 / / 15 45 6
Management van een organisatie
30 / / 15 45 6
Financieel management en juridische aspecten
30 / 15 45 6
Optie onderwijs / /
Inleiding in de onderwijskunde
18 / / 21 39 3
Didactiek informatica 36 / / 42 78 6
Oefenlessen / 18 / 57 75 3
Leerlingbegeleiding : trends en ontwikkelingen
18 / / 21 39 3
Inleefstage / 30 / 45 75 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Scientific English 18 10 / / 28 3
Communicatie 30 15 / / 45 6
Wetenschapsfilosofie 30 / / / 30 3
Stage
Onderzoeksstage 1 15 / 30 / 45 6
Master-proef/ Eindwerk
/ / / /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : databases (1ste jaar) 1MINF1-DB
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Compilers 15 35 / / 50 6
Gedistribueerde systemen 25 20 / / 45 6
Geavanceerde databasesystemen
25 20 / / 45 6
Actuele trends in databases 25 20 / / 45 6
Geavanceerde datamining technieken
25 20 / / 45 6
Keuze (12 sp)
6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting.
Database security 15 10 / / 25 3
Gevorderde AI-technieken 15 10 / 25 3
Project databases / 45 / / 45 6
Keuzelijst KU Leuven
Statistische modellen en data-analyse
/ / / / 72 6
Text-based information retrieval
/ / / / 29,5 4
Machine learning and inductive inference
/ / / / 46,5 4
User interfaces / / / / 49 4
Keuzelijst UHasselt / /
Web-informatiesystemen / / / / 30 5
Fundamenten van databases / / / / 30 5
Bio-informatica / / / / 30 5
Optie ondernemerschap
Communicatie
30 / / 15 45 6
Management van een organisatie
30 / / 15 45 6
Financieel management en juridische aspecten
30 / 15 45 6
Optie onderwijs / /
Inleiding in de onderwijskunde
18 / / 21 39 3
Didactiek informatica 36 / / 42 78 6
Oefenlessen / 18 / 57 75 3
Leerlingbegeleiding : trends en ontwikkelingen
18 / / 21 39 3
Inleefstage / 30 / 45 75 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Scientific English 18 10 / / 28 3
Communicatie 30 15 / / 45 6
Wetenschapsfilosofie 30 / / / 30 3
Stage
Onderzoeksstage 1 15 / 30 / 45 6
Master-proef/ Eindwerk
/ /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : software engineering (1ste jaar) 1MINF1-SE
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
Compilers 15 35 / / 50 6
Gedistribueerde systemen 25 20 / / 45 6
Modeling and transformation in software development
25 20 / / 45 6
Formele specificaties 25 20 / / 45 6
Software re-engineering 25 20 / / 45 6
Keuze (12 sp)
6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting.
Capita selecta van de software engineering
25 20 / / 45 6
Database security 15 10 / / 25 3
Software testing 25 20 / / 45 6
Datamining 25 20 / / 45 6
Keuzelijst KU Leuven
Gedistribueerde software architecturen
6
Vereistenanalyse voor complexe softwaresystemen
/ / / / 18 3
Keuzelijst VU Brussel
Aspect oriented software development
26 26 / / 52 6
Programming language engineering seminar
26 26 / / 52 6
Software architecture 26 26 / / 52 6
Optie ondernemerschap
Communicatie
30 / / 15 45 6
Management van een organisatie
30 / / 15 45 6
Financieel management en juridische aspecten
30 / 15 45 6
Optie onderwijs / /
Inleiding in de onderwijskunde
18 / / 21 39 3
Didactiek informatica 36 / / 42 78 6
Oefenlessen / 18 / 57 75 3
Leerlingbegeleiding : trends en ontwikkelingen
18 / / 21 39 3
Inleefstage / 30 / 45 75 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Scientific English 18 10 / / 28 3
Communicatie 30 15 / / 45 6
Wetenschapsfilosofie 30 / / / 30 3
Stage
Onderzoeksstage 1 15 / 30 / 45 6
Master-proef/ Eindwerk
/ / / / /
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : computationele informatica (2de jaar) MINF-CI
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
/ / / / /
Keuze (18 sp)
6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken en 12 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting
Wiskundige methoden in de beeldverwerking
15 10 / / 25 3
Computationele meetkunde 15 10 / / 25 3
Multilevel en multirooster methoden
15 10 / / 25 3
Cluster computing 20 25 / / 45 6
Digitale signaal- en beeldverwerking
20 35 / / 55 6
Capita selecta van de computationele wetenschappen
25 / / / 25 3
Computational neuroscience: machine learning
15 10 / / 25 3
Keuzelijst KU Leuven
Wavelets met toepassingen in signaal- en beeldverwerking
39,5 6
Optimalisatie
85 6
Technisch-wetenschappelijke software
64 6
Deterministische en stochastische integratietechnieken
39,5 4
Optie ondernemerschap
Innovatie en entrepeneurship 30 / / 15 45 6
Procesmanagement en kwaliteitszorg
30 / / 15 45 6
Optie onderwijs
Verplicht
Onderwijsorganisatie en -beleid
18 / / 20 38 3
Instapstage / 15 / 60 75 3
Keuze : 6 sp te kiezen uit volgende lijst
Klasmanagement 18 / / 21 39 3
Onderwijs aan achtergestelden
18 21 39 3
Leer- en denkprocessen bevorderen
18 / / 21 39 3
Taal en leren 18 / / 21 39 3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
18 / / 21 39 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Keuze : 6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken van de richting.
Stage verplicht
Onderzoeksstage 2 15 / 30 / 45 6
Master-proef/ Eindwerk
Masterproef informatica 100 / 100 / 200 30
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : computernetwerken en gedistribueerde systemen (2de jaar) MINF-CN
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
/ / / / / /
Keuze (18 sp)
6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken en 12 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting.
Advanced performance modelling
25 20 / / 45 6
Labo mobiele en draadloze netwerken
/ 25 / / 25 3
Grid computing 15 30 / / 45 6
Cluster computing 20 25 / / 45 6
Seminarie computernetwerken
25 / / / 25 3
Labo sensornetwerken
/ 30 / / 30 3
Keuzelijst KU Leuven
Software voor real-time en embedded systems
37,5 4
Capita selecta van gedistribueerde systemen
26 4
Internetinfrastructuur 41 5
Multi-agent systemen 29,5 4
Beveiliging van netwerk- en computerinfrastructuur
42,5 4
Optie ondernemerschap / /
Innovatie en entrepeneurship 30 / / / 30 6
Procesmanagement en kwaliteitszorg
30 / / / 30 6
Optie onderwijs
Verplicht
Onderwijsorganisatie en -beleid
18 / / 20 38 3
Instapstage / 15 / 60 75 3
Keuze : 6 sp te kiezen uit volgende lijst
Klasmanagement 18 / / 21 39 3
Onderwijs aan achtergestelden
18 21 39 3
Leer- en denkprocessen bevorderen
18 / / 21 39 3
Taal en leren 18 / / 21 39 3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
18 / / 21 39 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Keuze : 6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken van de richting.
Stage Onderzoeksstage 2 15 / 30 / 45 6
verplicht
Master-proef/ Eindwerk
Masterproef informatica 100 / 100 / 200 30
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : databases (2de jaar) MINF-DB
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
/ / / / / / /
Keuze (18 sp) – 6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken en 12 sp aanullend te kiezen binnen of buiten de richting
Database security 15 10 / / 25 3
Gevorderde AI technieken 15 10 / 25 3
Project databases / / 45 / 45 6
Keuzelijst KU Leuven
Statistische modellen en data-analyse
/ / / / 72 6
Text-based information retrieval
/ / / / 29,5 4
Machine learning and inductive inference
/ / / / 46,5 4
User interfaces / / / / 49 4
Keuzelijst UHasselt
Web-informatiesystemen / / / / 30 5
Fundamenten van databases / / / / 30 5
Bio-informatica / / / / 30 5
Optie ondernemerschap
Innovatie en entrepeneurship 30 / / 15 45 6
Procesmanagement en kwaliteitszorg
30 / / 15 45 6
Optie onderwijs
Verplicht
Onderwijsorganisatie en -beleid
18 / / 20 38 3
Instapstage / 15 / 60 75 3
Keuze : 6 sp te kiezen uit volgende lijst
Klasmanagement 18 / / 21 39 3
Onderwijs aan achtergestelden
18 21 39 3
Leer- en denkprocessen bevorderen
18 / / 21 39 3
Taal en leren 18 / / 21 39 3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
18 / / 21 39 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Keuze : 6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken van de richting.
Stage verplicht
Onderzoeksstage 2 15 / 30 / 45 6
Master-proef/
Masterproef informatica 100 / 100 / 200 30
Eindwerk
Totaal
60
Tabel I.1. Opbouw van het programma (in te vullen voor elk studiejaar)
Master in de informatica : software engineering (2de jaar) MINF-SE
Titel van het opleidingsonder-deel
Contacturen/studietijd Studieomvang uitgedrukt in studiepunten
Hoor- college
Werkcol. of oefen.
Practi-cum
Overige Totaal
Verplicht
/ / / / / / /
Keuze (18 sp)
6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 12 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten de richting.
Capita selecta van de software engineering
25 20 / / 45 6
Database security 15 10 / / 25 3
Software testing 25 20 / / 45 6
Datamining 25 20 / / 45 6
Keuzelijst KU Leuven
Gedistribueerde software architecturen
6
Vereistenanalyse voor complexe softwaresystemen
/ / / / 18 3
Keuzelijst VU Brussel
Aspect oriented software development
26 26 / / 52 6
Programming language engineering seminar
26 26 / / 52 6
Software architecture 26 26 / / 52 6
Optie ondernemerschap / /
Innovatie en entrepeneurship 30 / / / 30 6
Procesmanagement en kwaliteitszorg
30 / / / 30 6
Optie onderwijs
Verplicht
Onderwijsorganisatie en -beleid
18 / / 20 38 3
Instapstage / 15 / 60 75 3
Keuze : 6 sp te kiezen uit volgende lijst
Klasmanagement 18 / / 21 39 3
Onderwijs aan achtergestelden
18 21 39 3
Leer- en denkprocessen bevorderen
18 / / 21 39 3
Taal en leren 18 / / 21 39 3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
18 / / 21 39 3
Optie onderzoek en ontwikkeling
Keuze : 6 sp te kiezen uit de lijst verdiepende keuzevakken van de richting.
Stage verplicht
Onderzoeksstage 2 15 / 30 / 45 6
Master- Masterproef informatica 100 / 100 / 200 30
proef/ Eindwerk
Totaal
60
Bijlage I.2.3:
Beschrijving opleidingsonderdelen: tabel I.2
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 1 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:46(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&all=true
Bachelor in de informatica (1ste jaar) 1BINF 2008-2009
Titel Semester Uren theorie Uren praktijk Studiepunten Lesgever(s)
.
Inleiding programmeren 1e semester 30,00 30,00 6 Frans Arickx
Discrete wiskunde 1e semester 45,00 45,00 9 Guy Van Steen
Computersystemen 1e semester 45,00 45,00 9 Tom Dhaene
Talen en automaten 1e semester 30,00 30,00 6 Els Laenens
Gegevensstructuren 2e semester 30,00 30,00 6 Els Laenens
Inleiding software engineering 2e semester 15,00 60,00 6 Serge Demeyer
Calculus 2e semester 45,00 45,00 9 David Eelbode
Computer graphics 2e semester 30,00 30,00 6 Frans Arickx
Inleiding tot C++ 2e semester 12,00 18,00 3 Frans Arickx
Inleiding programmeren
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-01
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesASO 6u wiskunde
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 2 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De basisvaardigheden voor gestructureerd procedureel en object-georiënteerd programmeren beheersenaan de hand van de programmeertaal Oberon-2. De programmeertaal dient als middel eerder dan doel,zodat de vaardigheden makkelijk overdraagbaar zijn naar een taal met andere syntactische vorm.
3. Inhoud
Er wordt gestart met een procedurele aanpak waarbinnen alle nodige syntactische constructies voordataspecificatie en verwerkingsinstructies worden aangebracht. Er wordt aandacht besteed aansamengestelde types, top-down ontwerp, abstractiemogelijkheden, en modulair programmeren. Er wordteen inleiding gegeven op het object-gericht programmeren, vertrekkend van expliciete pointer syntax, enmet nadruk op de mogelijkheden tot encapsulatie en hergebruik.Afsluitend wordt een overzicht gegeven van de abstractiemogelijkheden (procedureel, klassiek ADT,objectgericht) die Oberon-2 biedt dankzij het modulair en objectgericht karakter van de taal.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
Portfolio
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereidingGesloten boekOpen vragenPracticum
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's en begeleidende slides
7. Facultatief studiemateriaal
"Into the Realm of Oberon, an Introduction to Programming and the Oberon-2 Programming Language", E.Nikitin, Springer Verlag, 1998, ISBN 0-387-98279-5
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar in de pauzes tussen opeenvolgende uren, en kan steeds via mail([email protected]) gecontacteerd worden voor beantwoorden van vragen of het maken van eenafspraak.
Er worden een tweetal vrijblijvende "discussiesessies" georganiseerd: de studenten kunnen vragenformuleren van onderdelen uit de cursus over onderwerpen die ze minder begrepen hebben, waarna eensamenhangende selectie wordt voorgelegd aan groepjes van 6 tot 8 studenten. De groepjes bespreken,onder supervisie van docent en assistent(en), de volledige lijst zodat iedereen op alle vragen een duidelijkantwoord verkrijgt. Dit geeft de gelegenheid (1) tot het oplossen van pijnpunten in begrip en inzicht, en (2)de mogelijkheid de eigen inzichten te verduidelijken.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 11:12 frans.arickx
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 3 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Discrete wiskunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-02
Semester: 1e semester
Studiepunten: 9
Uren theorie: 45,00
Uren praktijk: 45,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Guy Van Steen
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesElementaire verzamelingenleer (niveau middelbaar onderwijs)
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De studenten leren een aantal basistechnieken uit de eindige wiskunde die hun toepassingen hebben in deInformatica.
3. Inhoud
- Verzamelingen, relaties en functies- Bewijstechnieken : volledige inductie- Telmethodes : combinatoriek en principe van inclusie en exclusie- Eindige kanstheorie- Elementaire logica
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Stephen B Maurer en Anthony Ralston : Discrete Algorithmic Mathematics .
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 4 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 16:40 guy.vansteen
Computersystemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-031
Semester: 1e semester
Studiepunten: 9
Uren theorie: 45,00
Uren praktijk: 45,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Tom Dhaene
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd:
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- geen specifieke voorkennis vereist
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- een basiskennis en inzicht verwerven op het gebied van computer- en informatietechnologie, meerbepaald i.v.m.:
data-representatiehardware (basisbegrippen elektronica)software (machinetaal, assembler, hogere programmeertalen)besturingssystemenapplicaties
- de interactie tussen de verschillende onderdelen van een computersysteem begrijpen
- de verworven kennis kunnen toepassen, om bestaande computersysteem kritisch te kunnen evalueren
3. Inhoud
DEEL 1 : Basiskennis Computersystemen
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 5 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
inleiding computersystemen:-- geschiedenis-- lagen-model van computersystemen-- data representatie + getallenstelsels (binair, hexadecimaal, ...)-- basis hardware (transistoren, logische poortjes, multiplexer, flip-flop, ...)
inleiding computer architectuur:-- von Neuman architectuur (CPU, geheugen, bus)-- fetch-execute cycle-- assembler en machinetaal-- microarchitectuur
DEEL 2: Basiskennis Unix scripting
inleiding UNIX scripting
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
Projectwerk:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragenPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- Handboek : Computer Architecture and Organization: An Integrated Approach (CAO)Miles J. Murdocca, Vincent P. Heuring Wiley (2007) ISBN: 978-0-471-73388-1
- Lesmateriaal / transparanten : Beschikbaar bij cursusdienst Beschikbaar via blackboard
7. Facultatief studiemateriaal
- Computer Architecture: A Quantitative Approach, 3rd EditionHennessy & Patterson,Morgan Kaufmann (2002)ISBN: 1558605967
- Operating systems: Internals and design principlesW. StallingsPrentice Hall, Inc.
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 6 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
- Computer organization & architectureW. StallingsPrentica Hall, Inc.
8. Studiebegeleiding
- Wekelijks vragenuurtje
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 09:28 tom.dhaene
Talen en automaten
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-04
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Els Laenens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEr is geen specifieke voorkennis vereist om dit opleidingsonderdeel te starten. Wel is er in de loop van decursus extra voorkennis wiskunde noodzakelijk! Voor de informaticastudenten wordt die voorkennisverzorgd in de cursus discrete wiskunde. Zorg er dus voor dat je als informaticastudent - voor Talen enautomaten - de cursus discrete wiskunde bijhoudt (niet uitstellen!) en grondig bestudeert. Een goedewiskundige basis en een degelijk abstractievermogen zijn troeven.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het eind van dit opleidingsonderdeel kan je de mogelijkheden en beperkingen van eenvoudigerekenprocessen onderzoeken, gebruik makend van wiskundige methodes. Je kent de formele behandelingvan de verschillende onderwerpen uit de cursus (zie inhoud) en kan ze toepassen om eenvoudigeproblemen op te lossen. Voor meer detail zie studiewijzer op blackboard bij studiemateriaal
3. Inhoud
Met het opleidingsonderdeel Talen en automaten begint je studie van de theoretische informatica, d.i. de
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 7 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
studie van automatentheorie, talen en rekenprocessen. In het opleidingsonderdeel Talen en automatenkomen volgende onderwerpen aan bod: • alfabetten, strings, talen, problemen • eindige automaten entoepassingen (web/text search), • reguliere expressies en toepassingen (in UNIX, in lexicale analyse en bijhet opsporen van patronen in een tekst) • het verband tussen eindige automaten en reguliere expressies •eigenschappen en beperkingen van reguliere talen Dit opleidingsonderdeel geeft je samen met decursussen 'Machines en berekenbaarheid' en 'Algoritmen en complexiteit' een inleiding in de theoretischeinformatica.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcolleges
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)PortfolioProjectwerk:
In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Permanente evaluatie:Oefeningen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Introduction to Automata Theory, Languages, and Computation, 2006, John Hopcroft, Rajeev Motwani,Jeffrey Ullman, uitgeverij Addison-Wesley. Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a., vijfde druk 2006 uitgeverij Wolters-Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Er is een uitgebreide studiebegeleiding zoals beschreven in de studiewijzer op blackboard bijstudiemateriaal.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 16/11/2008 10:26 els.laenens
Gegevensstructuren
Academiejaar: 2008-2009
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 8 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-05
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Els Laenens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe studenten dienen vertrouwd te zijn met de grondslagen van een hogere programmeertaal zoals Oberon.Dit betekent dat ze alle aspecten van zo’n taal bestudeerd hebben en zelfstandig kunnen toepassen opkleine en elementaire programmeerproblemen. Het opleidingsonderdeel Inleiding programmeren geeft je denodige voorkennis.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ben je in staat om (zelfstandig en in groep)voor eenvoudige, realistische informaticaproblemen oplossingen te ontwerpen en deze te implementeren ineen concreet systeem, met behulp van denkprocessen en technieken die professionele informaticigebruiken.
3. Inhoud
In het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren bestudeer je volgende onderwerpen: • gegevensabstractie,OO ontwerp, top-down ontwerp, programmeerprincipes • Abstract Data Types: stacks, queues, binairebomen en zoekbomen, tabellen, priority queues, gebalanceerde zoekbomen (2-3, 2-3-4, AVL, ..., B-bomen), grafen • zoek- en sorteeralgoritmen • hashing • efficiëntie van algoritmen • externe methoden
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)Portfolio
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekPracticum
Permanente evaluatie:
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 9 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Opdrachten
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Data Abstraction and Problem Solving with C++: Walls and Mirrors: 5e editie, 2007, Frank Carrano,uitgeverij Addison-Wesley, Pearson International Edition, ISBN 0-321-48500-9. Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a.,, vijfde druk 2006 uitgeverij Wolters-Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Er is een uitgebreide studiebegeleiding zoals beschreven in de studiewijzer op blackboard bijstudiemateriaal.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 14:07 els.laenens
Inleiding software engineering
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-06
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 60,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Serge Demeyer
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesBasisvaardigheden voor gestructureerd procedureel en object-georiënteerd programmeren, bij voorkeura.h.v. de programmeertaal Oberon
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Een eerste ervaring verwerven in het zelf realiseren van een software oplossing voor een niet-triviaalprobleem. Betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid van die oplossing garanderen aan de hand vanvolautomatische tests, contracten en een goed objectgericht ontwerp.
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 10 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
3. Inhoud
Naast een theoretische inleiding bestaat de inhoud van dit vak vooral uit zelfwerkzaamheid. Vertrekkendevan een behoeftespecificatie (die in de loop van het project wordt uitgebreid en aangepast) zal de studenthet probleem analyseren en er een oplossing voor ontwerpen, implementeren en testen. Hetimplementeren en testen gebeurt aan de hand van de programmeertaal Oberon.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
5. Evaluatievormen
Examen:Practicum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Zie http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SE1BAC/
7. Facultatief studiemateriaal
Zie http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SE1BAC/
8. Studiebegeleiding
Docent: Prof. S. Demeyer [ http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ] Assistent: Jan Vlegels [ hhttp://www.ua.ac.be/main.aspx?c=jan.vlegels]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/09/2008 17:13 serge.demeyer
Calculus
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-071
Semester: 2e semester
Studiepunten: 9
Uren theorie: 45,00
Uren praktijk: 45,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) David Eelbode
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 11 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Voor de meeste topics binnen het vak calculus is geen expliciete voorkennis vereist, daar die vanaf nulterug worden opgebouwd, maar enigzins vertrouwd zijn met de begrippen uit een middelbare richtingwordt gewenst. Studenten worden geacht een zekere vaardigheid te hebben in de methodes die in hetmiddelbaar onderwijs werden aangeleerd, en dan in het bijzonder:
- Algemene logica, manier van bewijsvoering
- Rekenen met reële getallen en veeltermen in een eindig aantal onbekenden
- Merkwaardige produkten en ontbinding in factoren
- Oplossen van vergelijkingen en ongelijkheden
- Vergelijking van eerste- en tweedegraadsfuncties
- Het binomium van Newton
- Oplossen van lineaire stelsels (in 2 en 3 veranderlijken)
- Goniometrie en driehoeksmeting
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het is de bedoeling dat de Bachelor informatica aan het eind van deze cursus inzicht heeft in deelementaire differentiaal- en integraalrekening in één en meerdere veranderlijken, zowel vanuit theoretischals practisch standpunt.
Meer concreet is het de bedoeling
- dat de student vertrouwd geraakt met de begrippen en technieken die in de les zullen wordenaangebracht (zie verder bij de inhoud).
- dat de student bepaalde cruciale redeneringen kan reproduceren (er zal duidelijk worden aangegevenvoor welke stukken theorie dit verwacht wordt), en op die manier kan aantonen dat hij inzicht heeftverworven in de logische opbouw van een formeel resultaat.
- dat de student in staat is om een gegeven probleem via logisch redeneren te herleiden tot een formeelwiskundig vraagstuk, uitgedrukt in een correcte wiskundige taal, en eigenschappen kan gebruiken om hetantwoord op die vraag te formuleren. Er wordt dus van de student verwacht dat hij de wiskunde als formeletaal leert hanteren om enerzijds het probleem te herkennen (en mogelijks te "catalogeren"), en anderzijdsom met geziene technieken het antwoord te bekomen.
3. Inhoud
De cursus omvat : Rijen reële getallen (convergentietests), functies en hun eigenschappen (begrensdheid,injectie/surjectie/bijectie, continuïteit), limieten van functies, ééndimensionale differentiaalrekening (meteen inleiding tot differentiaalrekening in meer veranderlijken) en toepassingen (rekenregels,middelwaardestellingen, extremabepaling, functie-onderzoek), integraalrekening van functies van éénveranderlijke en toepassingen (volumebepaling, booglengte), reeksen (met inbegrip van machtreeksen enFourierreeksen).
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 12 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Oefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling met schriftelijke voorbereidingGesloten boek
Permanente evaluatie:(tussentijdse) testen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
James Stewart : Calculus International Student Edition, 5de editie, 2003, Brooks/Cole, ISBN 0-534-27408-0
Sommige bijkomende onderdelen worden op Blackboard geplaatst
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
David Eelbode
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 25/11/2008 14:47 david.eelbode
Computer graphics
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-09
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesInleiding Programmeren 1Ba Informatica
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 13 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De basistechnieken voor 3D-graphics beheersen, en daarmee een eenvoudige 3D-renderer programmerenin Oberon-2
3. Inhoud
Voorbereidend worden de belangrijkste wiskundige structuren besproken die van belang zijn voor ComputerGraphics; er wordt aandacht besteed aan vector-, affiene en Euclidische ruimtes. Coordinatenstelsels enhun transformaties worden toegelicht. De driedimensionale transformaties in homogene coördinaten wordenbesproken.
De hardwarematige elementen voor grafische output worden kort toegelicht, waarna de grafischeprimitieven voor het afbeelden van elementaire krommen op raster-scan outputmedia worden behandeld.
Een wereldbeschrijving vanuit camera oogpunt wordt berekend aan de hand van 3D-transformaties op tweeverschillende manieren. Projectie wordt toegevoegd om uiteindelijk een tweedimensionale geprojecteerdeafbeelding van de wereld te realiseren.
De basismodellering van de wereld gebeurt via gesloten polygonale overdekking. Niet-zichtbare onderdelenworden verwijderd door een aantal technieken, waaronder hidden-line (snel, maar zonderinkleuringsmogelijkheid), Z-buffering (efficient maar beperkt realistisch) en Raytraycing (traag maar zeerrealistisch).
Bijkomend realisme wordt toegevoegd door fenomenologische modellen te gebruiken voor inkleuring enbelichting van de polygonaal opgebouwde wereld.
De practica, leidend tot een beperkte maar functionerende 3D-renderer, gebeuren in Oberon-2.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereidingGesloten boekOpen vragen
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cusrsusnota's en begeleidiende slides
7. Facultatief studiemateriaal
F. S. Hill Jr., "Computer Graphics using OpenGl", Prentice Hall 2001, ISBN 0-02-354856-8
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar in de pauzes tussen opeenvolgende uren, en kan steeds via mail([email protected]) gecontacteerd worden voor beantwoorden van vragen of het maken van eenafspraak.
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 14 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Er worden een tweetal vrijblijvende "discussiesessies" georganiseerd: de studenten kunnen vragenformuleren van onderdelen uit de cursus over onderwerpen die ze minder begrepen hebben, waarna eensamenhangende selectie wordt voorgelegd aan groepjes van 6 tot 8 studenten. De groepjes bespreken,onder supervisie van docent en assistent(en), de volledige lijst zodat iedereen op alle vragen een duidelijkantwoord verkrijgt. Dit geeft de gelegenheid (1) tot het oplossen van pijnpunten in begrip en inzicht, en (2)de mogelijkheid de eigen inzichten te verduidelijken.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 09/09/2008 13:46 frans.arickx
Inleiding tot C++
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1BINF-10
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 12,00
Uren praktijk: 18,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesInleiding Programmeren 1Ba Informatica
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De basissyntax van de programmeertaal C++ voor het procedurele programmeren beheersen en voldoendekunnen toepassen, alsook het paradigma voor object-orientatie in C++ begrijpen.
Bovendien zal de student hierdoor inzicht krijgen in de overeenkomsten en verschillen van talen met eenverschillende syntactische structuur, maar vergelijkbaar paradigma ("hybride" talen).
3. Inhoud
In dit opleidingsonderdeel wordt de "basisfunctionaliteit" van C++ voor het procedurele aspect van deprogrammeertaal behandeld. Dit resulteert grosso modo in volgende inhoud:
Types en daclaraties
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 15 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
Expressies en statementsPointers, arrays (en structures)FunctiesNamespacesBroncodebestanden en programma's
Dit wordt steeds behandeld met een vergelijking met de (gekende) Oberon-2 programmeertaal. Er wordthierbij een expliciete of impliciete syntactische en semantische vergelijking van de overeenkomendestrcturen gebruikt.
Voor wat betreft het object-georienteerde aspect wordt enkel de basissyntax in C++ die overeenkomt metwat Oberon-2 biedt, aangeraakt; in 2e Ba (cursus Gevorderd Programmeren) wordt hier dan dieper opingegaan.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's en begeleidende slides
B. Stroustrup, The C++ Programming Language, Addison-Wesley, ISBN 0-201-88954-4 and 0-201-70073-5 (eveneens beschikbaar in nederlandse vertaling)
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar in de pauzes tussen opeenvolgende uren, en kan steeds via mail([email protected]) gecontacteerd worden voor beantwoorden van vragen of het maken van eenafspraak.
Indien gewenst door de studenten kan een discissiesessie worden georganiseerd: de studenten kunnenvragen formuleren van onderdelen uit de cursus over onderwerpen die ze minder begrepen hebben, waarnaeen samenhangende selectie wordt voorgelegd aan groepjes van 6 tot 8 studenten. De groepjes bespreken,onder supervisie van docent en assistent(en), de volledige lijst zodat iedereen op alle vragen een duidelijkantwoord verkrijgt. Dit geeft de gelegenheid (1) tot het oplossen van pijnpunten in begrip en inzicht, en (2)de mogelijkheid de eigen inzichten te verduidelijken.
03/12/08 08:48universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 16 of 16http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165904&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 16:51 frans.arickx
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 1 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:48(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&all=true
Bachelor in de informatica (2de jaar) BINF 2008-2009
Titel Semester Uren
theorie
Uren
praktijk
Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Gevorderd programmeren 1esemester
30,00 30,00 6 Jan Broeckhove
Machines en berekenbaarheid 1esemester
30,00 30,00 6 Els Laenens
Uitbatingssystemen 1esemester
30,00 45,00 6 Benny Van Houdt
Databases 1esemester
40,00 4 Jan Paredaens
Algoritmen en complexiteit 2esemester
30,00 30,00 6 Dirk Janssens
Project databases 2esemester
50,00 5 Jan Paredaens
Lineaire algebra 1esemester
25,00 25,00 5 Guy Van Steen
Numerieke lineaire algebra 2esemester
20,00 20,00 4 EkaterinaVladislavleva
Computernetwerken 2esemester
30,00 30,00 6 Chris Blondia
Overgangsmaatregel 08-09: stud. met een credit voor computernetwerken volgen ter vervanging
verplicht volgend vak:
Computerarchitectuur +practicum
1esemester
30,00 30,00 6 N.
Keuzevakken (12sp) te kiezen uit volgende lijst of (met goedkeuring van de onderwijscommissie)
uit andere opleidingen
Fysica 1esemester
30,00 30,00 6 Joke Hadermann
Elementaire statistiek 2esemester
15,00 15,00 3 Michiel Debruyne
Algemene economie 1esemester
30,00 3 Liesbet Okkerse
Bedrijfseconomie enondernemerschap
1esemester
15,00 15,00 3 Luc D'Haese
Datastructuren en algoritmen 2esemester
15,00 15,00 3 Benny Van Houdt
Computerarchitectuur 1esemester
15,00 15,00 3 Hans Vangheluwe
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 2 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Gevorderd programmeren
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-02
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesZoals de naam van het opleidingsonderdeel aangeeft, is een degelijke voorkennis in het programmeren voorde hand liggend. Dit zowel op gebied van theoretische kennis als op gebied van praktijkvaardigheden, waareen ruime programmeerervaring vereist is. Daarenboven is inzicht in de theorie van talen (grammatica's,ontleding) een noodzaak, vooral voor het eerste deel van het theoretisch onderricht. Ook elementaire kennisvan software engineering (projectvoering, testen van programma's) is belangrijk. Voor de practia is ervaringmet UNIX of Linux uitbatingssysteem vereist.
*VolgtijdelijkheidInleiding programmeren (1BINF-01) EN Computersystemen (1BINF-03) EN Talen en automaten (1BINF-04)EN Gegevensstructuren (1BINF-05) EN Inleiding software engineering (1BINF-06)
Voor Ba Wis moet men een credit gehaald hebben voor "Inleiding programmeren" (1BWIS-091).
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De doelstellingen die gelden voor de totaliteit van het opleidingsonderdeel zijn de volgende
Je kan zelfstandig een C++ programma schrijven en uitvoeren.Je kan met precisie de aangebrachte termen en begrippen in verband met programmeertalenuitleggen en hanteren.Je beschikt over inzicht in het objectgeori\"{e}nteerd en in het generische programmeer paradigma.
Het opleidingsonderdeel bestaat in essentie uit drie delen, namelijk ``Basis C++ faciliteiten'' (deel I),``Objectgeorienteerd programmeren in C++'' (deel II), en ``Generisch programmeren in C++'' (deel III).Hieronder de doelstellingen voor ieder van die delen.
Basis C++ faciliteiten:
Je hebt voldoende inzicht in de C++ syntax om complexe declaraties op te stellen en te ontleden. Jekan de meest voorkomende syntactische structuren geassocieerd met klassen hanteren.Je beschikt over voldoende parate kennis om C++ programmeeropdrachten te voltooien met eenminimum aan opzoekwerk.
Object georienteerd programmeren in C++
Je beschikt over inzicht in het objectgeori\"{e}nteerd paradigma en kan, voor kleine opdrachten, ditinzicht vertalen en uitvoeren in een programmaontwerp.Je hebt analytisch inzicht in het functioneren van objectgeori\"{e}nteerde C++ code en kan dit via
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 3 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
experimenteren versterken.
Generisch programmeren in C++
Je beschikt over inzicht in het generisch paradigma en kan dit inzicht vertalen in het gebruik vangenerische bibliotheken.Je beschikt over voldoende parate kennis om eenvoudige generische C++ code ontwerpen enimplementeren.
3. Inhoud
Een uitgebreid overzicht van de C++ syntax met bijzondere aandacht voor object-gericht pro-grammeren.Dit omvat elementen van klasseontwerp, operatoroverloading, aggregatie en compositie, inheritance en polymorfisme (virtual methods). Van het laatste wordt de achtergrond van het substitutie-principe grondigbekeken. UML (Unified Modeling Language) klassediagrammen worden ingevoerd waar mogelijk omprogramma-ontwerp te visualiseren. Vervolgens wordt het generisch programmeren aan de hand vantemplates bestudeerd. Parallel met de theorie wordt het idioom, het typische "taalgebruik" in C++programma's, bekeken en ook ingeoefend in de practica.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcolleges
Projectwerk:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De belangrijkste elementen voor het theoretische deel van het Gevorderd Programmeren zijn ongetwijfeld:
Het handboek voor de cursus namelijk ``The C++ Programming Language'' van B. Stroustrup [1].Er bestaat van dit handboek ook een Nederlandstalige versie, getiteld ``De programmeertaal C++''.In de schriftelijke studiewijzer die bij de cursus is gevoegd, wordt in detail aangegeven welke delenvan het boek bestudeerd worden.De nota's die (a) aanvullend materiaal uit andere bronnen aanbrengen dat belangrijk is in het raamvan het opleidingsonderdeel, en (b) selecteren en klemtonen leggen in de stof die in het handboekbehandeld wordt.De voorbeeldcode die je moet bestuderen en die gebruikt wordt om te experimenteren en inzicht tedoen groeien in het functioneren van belangrijke C++ mechanismen.
Dus het handboek levert de leidraad, de nota's geven aanvullingen, de voorbeeldcode concretiseert jeinzichten.Voor de praktijk wordt ook een bundel nota's ter beschikking gesteld. Die bevat een beschrijving van decodeerconventies die gevolgd zullen worden tijdens het coderen in de praktijksessies. Daarnaast bevat dieook de beschrijving van de procedure voor het installeren van de voorbeeldprogramma's en de opdrachtendie tijdens de sessie uitgevoerd moeten worden.
[1] The C++ Programming Language, B. Stroustrup, 3de uitgave, Addison-Wesley, 2000
7. Facultatief studiemateriaal
[1] C++ FAQ's, M. Cline, G. Lomow, M. Girou, 2e uitgave, Addison-Wesley, 1999
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 4 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
[2] C++ Solutions, David Vandevoorde, Addison-Wesley, 1998
8. Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen, enzovoort kan die steeds stellen voor,tijdens of op het einde van de les. Tijdens de les vragen stellen verdient sterk de voorkeur. Het actiefverwerken van de leerstof begint bij het vragen stellen over hetgeen niet begrepen werd of onduidelijk was.
De practicumsessies worden steeds begeleid door een assistent die uiteraard vragen kan beantwoorden,maar die ook actief zal optreden wanneer het lijkt dat je vastloopt met de uitvoering van de opdrachten.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 15:53 jan.broeckhove
Machines en berekenbaarheid
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-03
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Els Laenens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDit opleidingsonderdeel bouwt verder op het opleidingsonderdeel Talen en automaten. Een goedewiskundige basis en een degelijk abstractievermogen zijn troeven.
*VolgtijdelijkheidInleiding programmeren (1BINF-01) EN Talen en automaten (1BINF-04)
Voor Ba Wiskunde is een credit behaald voor "Talen en automaten" voldoende.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het eind van dit opleidingsonderdeel kan je de mogelijkheden en beperkingen van eenvoudigerekenprocessen onderzoeken, gebruik makend van wiskundige methodes. Je kent de formele behandelingvan de verschillende onderwerpen (zie inhoud) en kan ze toepassen om eenvoudige problemen op te lossen.Zie ook studiewijzer.
3. Inhoud
In het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid zet je je studie in de theoretische informaticaverder en bestudeer je volgende onderwerpen: • context-vrije grammatica’s en talen • toepassingen: YACCparser-generator, markup languages, XML • pushdown automaten • Chomsky normaal vorm • Turingmachines Dit opleidingsonderdeel vormt samen met de cursussen 'Talen en automaten’ en 'Algoritmen en
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 5 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
complexiteit' een inleiding in de theoretische informatica: automatentheorie, talen en rekenprocessen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcolleges
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)Projectwerk:
In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boekOpen vragen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Introduction to Automata Theory, Languages, and Computation, 2006, John Hopcroft, Rajeev Motwani,Jeffrey Ullman, uitgeverij Addison-Wesley. Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a.,, vijfde druk 2006 uitgeverij Wolters-Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Er is een uitgebreide studiebegeleiding zoals beschreven in de studiewijzer op blackboard bijstudiemateriaal.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 14:10 els.laenens
Uitbatingssystemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-14
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 45,00
Uren andere:
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 6 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Benny Van Houdt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*VolgtijdelijkheidComputersystemen (1BINF-03) OF Computersystemen (1BINF-031)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In deze cursus worden tal van concepten die centraal staan in het ontwerpen van een besturingssysteembesproken. Getracht wordt de studenten een goed inzicht te verschaffen in deze materie, zodat ze ook zelfhet effect van bepaalde design keuzes kunnen inschatten.
3. Inhoud
Processen en threads: proces image, proces toestanden, mode switching user-level en kernel-level threads
Cache Geheugengeheugenhiërarchiemapping functies (direct, associatief en set-associatief)thrashingreplacement algoritmen (FIFO, random, LRU, pseudo-LRU)
Geheugen Managementpartitionering (fixed en dynamisch)Buddy systeempagingsegmentatie
Virtueel Geheugenpage tables (multilevel, inverted, 4.3 BSD Unix)TBL cachereplacement algoritmen (MIN, LRU, FIFO, Clock)resident set management
SchedulingFCFS, Round Robin, SPN, WSPN, SRTN, nSTRN, HRRN, multilevel feedback schedulingUNIX, fair share schedulerReal-time scheduling (deadline scheduling, rate monotonic scheduling)
Disk Managementdisk structuurscheduling (FIFO, SSTF, (C)-SCAN, (C)-LOOK, VSCAN(R) en FSCAN)RAID: level 0-6 en multilevel RAID
Concurrencyalgoritme van Dekker/Petersenhardware implementatiessemaforen (producer/consumer en readers/writes probleem)monitors en message passing
File Systemenfile attributen, operaties en typesdirectory structuren (bomen, grafen)access en allocatie methodes (continuous, linked en indexed)
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 7 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
UNIX inodefree-space managementFast File Systeem voor UNIX
Multiprocessor issuesSMP organisatiecache coherency (MESI protocol)multiprocessor scheduling
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Er is een uitgewerkte cursustekst beschikbaar via de cursusdienst. De slides worden eveneens onlinebeschikbaar gemaakt.
7. Facultatief studiemateriaal
Operating systems: Internals and design principles by W. Stallings, Prentice Hall, Inc.
Operating System Concepts by A. Silberschatz en P. Galvin, Addison-Wesley Publishing.
Computer organization & architecture by W. Stallings, Prentica Hall, Inc.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 20/11/2008 10:51 benny.vanhoudt
Databases
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-071
Semester: 1e semester
Studiepunten: 4
Uren theorie: 40,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Jan Paredaens
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 8 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Kennis van data types en structuren.Inleiding tot programmeren en logica.Ervaring met het UNIX uitbatingssysteem (voor de practicumsessies).
*VolgtijdelijkheidInleiding programmeren (1BINF-01) EN [Computersystemen (1BINF-03) OF Computersystemen (1BINF-031)] EN Talen en automaten (1BINF-04) EN Gegevensstructuren (1BINF-05)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Opdoen van ervaring en kennis over het gebruik van het relationeel database model, ER diagrammen enSQL.
In de practijk een eenvoudige database kunnen ontwerpen, maken en ondervragen m.b.v. een grafischeuser-interface.
3. Inhoud
Ontwerp van database toepassingen. Ondervragingstalen in het relationeel database model, de relationelealgebra, calculi, datalog en SQL. Het verband tussen deze talen. Het gebruik van LISP om geordendedatabases te specificeren. Eigenschappen van tabellen, functionele afhankelijkheden, sleutels en referentieleintegriteit. Decompositie van tabellen en normaalvormen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Slides
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 9 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Ullman, Widom, A first course in database systems,
7. Facultatief studiemateriaal
Zal tijdens de cursus gegeven worden.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 27/11/2008 15:41 jan.paredaens
Algoritmen en complexiteit
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-04
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesVertrouwd zijn met fundamentele noties uit de theorie van formele talen (automaten en Turing machines)en gegevenstructuren (bomen, sorteeralgoritmen, grafen).
*VolgtijdelijkheidDiscrete wiskunde (1BINF-02) EN Talen en automaten (1BINF-04) EN Gegevensstructuren (1BINF-05)
Voor Ba Wiskunde is een credit voor Talen en automaten voldoende.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De studenten moeten enkele fundamentele modellen van berekenbaarheid begrijpen, en ook de begrippenvan ruimte-en tijdscomplexiteit die ermee samenhangen. Dit betekent onder meer het volgende.- Eenvoudige algoritmen kunnen uitdrukken als programma's in de modellen.- Van programma's in de modellen de tijdscomplexiteit kunnen afleiden.- Kunnen uitleggen hoe een programma uitgedrukt in een model kan omgezet worden in een equivalentprogramma van een ander model, en welke invloed dat heeft op de complexiteit.
Verder moet je in staat zijn in je eigen woorden de redeneringen uit te leggen van een aantalcomplexiteitsanalyses uit de cursus. Tenslotte moet je aantonen de definities en resultaten i.v.m. complexiteitsklassen en reducties te
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 10 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
beheersen, hetzij door bepaalde redeneringen uit de cursus in je eigen woorden te verklaren, hetzij door deconcepten toe te passen op concrete gevallen.
3. Inhoud
In het eerste deel van de cursus worden verschillende modellen van berekenbaarheid beschreven: RAM,RASP, Turing Machine. Deze modellen kunnen gezien worden als wiskundige talen voor het uitdrukken vanalgoritmen; ze verschillen in de keuze van gegevensstructuren en elementaire operaties.
Op basis van die modellen worden vervolgens de begrippen tijds- en ruimtecomplexiteit bestudeerd; metname wordt de complexiteit van een aantal sorteeralgoritmen afgeleid. Daarna wordt er ingegaan op hetbegrip "polynomiale complexiteit", inclusief NP-problemen. Van een aantal concrete problemen wordtbewezen dat ze NP-compleet zijn. Tenslotte wordt ook aandacht besteed aan gerandomizeerde algoritmen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Open boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Eigen cursustekst
7. Facultatief studiemateriaal
Hopcroft, Motwani, Ullman, Introduction to Automata Theory, Languages, and Computation, Addison-Wesley
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 16:26 dirk.janssens
Project databases
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-15
Semester: 2e semester
Studiepunten: 5
Uren theorie:
Uren praktijk: 50,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1/2
Titularis(sen) Jan Paredaens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 11 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDit vak houdt een uitgebreid project in over informatica waar het database aspect een zeer belangrijke rolspeelt.
*Volgtijdelijkheid
"Databases" (2BINF-071) moet voorafgaand of gelijktijdig gevolgd worden.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In staat zijn een uitgebreid software project tot een goed einde te brengen.
3. Inhoud
De inhoud van het project wordt uitgebreid besproken tijdens de eerste les.
4. Werkvormen
Contactmomenten:WerkcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 27/11/2008 09:32 jan.paredaens
Lineaire algebra
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-16
Semester: 1e semester
Studiepunten: 5
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 25,00
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 12 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Guy Van Steen
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesVan de studenten wordt basiskennis over verzamelingen en functies verwacht.
*VolgtijdelijkheidCalculus (1BINF-071)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De studenten moeten een grondige kennis hebben van een aantal basisbegrippen en basistechnieken uit delineaire algebra (elementaire matrixrekening, vectorruimten, lineaire afbeeldingen,eigenwaardenproblemen,..)Zij moeten eenvoudige problemen hierover zelf kunnen oplossen (oefeningen).
3. Inhoud
Matrixrekening en stelsels van lineaire vergelijkingenVectorruimtenLineaire afbeeldingenInproductenEigenwaarden en eigenvectorenSinguliere waardenontwikkeling
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereidingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's verkrijgbaar bij de cursusdienst.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 16:27 guy.vansteen
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 13 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Numerieke lineaire algebra
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-17
Semester: 2e semester
Studiepunten: 4
Uren theorie: 20,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Ekaterina Vladislavleva
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze vak neemt een goede kennis van Lineaire Algebra aan. Een basis kennis van Analyse is een voordeel.
*VolgtijdelijkheidCalculus (1BINF-071)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Op het eind van de cursus worden studenten verwacht om de volgente ontwerpen degelijk te begrijpen:
1) effectief werken met vectoren en matrices,
2) effectief het oplossen van verschillende soorten systemen van vergelijkingen,
3) begrijpen de taxonomie van bestudeerd algoritmen,
4) situaties waar deze algoritmes effectief en ineffectief kunnen zijn,
5) analyseren van conditionering van aangeboden problemen en van stabiliteit van toepasbaar algorithmen.
3. Inhoud
De cursus Numerieke Lineaire Algebra heeft betrekking op de volgende onderwerpen van de toegepastelineaire algebra:
Vector-en Matrix-normen (vernieuwd fundamentals van de lineaire algebra);Conditionering en conditie getallen;Floating-point rekenkunde;De stabiliteit van een algoritme. Stabiliteit van de floating-point rekenen;Oplossingen van systemen van vergelijkingen. Stabiliteit van Gauss eliminatie;De kleinste kwadraten problemen. QR factorisatie door Givens Rotaties (en vergelijking met Gram-Schmidt orthogonalizatie uit de Lineaire algebra);Conditionering en stabiliteit.
De prestatie van studenten wordt geëvalueerd op de basis van examensresultaten en een project die tijdens
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 14 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
het tweede semester wordt uitgevoerd. Actieve deelneming door de studenten in de praktische oefeningenwordt sterk aangemoedigd. Beide "pen-en-papier" oefeningen en programmering zijn van essentieel belangom een goede inzicht te krijgen in de concepten van de toegepaste numerieke algebra. Theoretische kennisis van cruciaal belang niet alleen om in het project te slagen, maar ook om de examens te passeren.
Alle benodigde informatie is te vinden op de website van de cursus (vanaf januari 2009):http://www.win.ua.ac.be/~backelj/teaching/
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Oefeningen
Projectwerk:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
1. Numerical Linear Algebra by L.N. Trefethen and D. Bau2. Data Smoothing and Matrix Methods in Data Mining and Pattern Recognition by L.Elden (especially least-suqares problems)
7. Facultatief studiemateriaal
1. Inleiding tot Numerieke Wiskunde door A. Bultheel
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 04/11/2008 16:40 ekaterina.vladislavleva
Computernetwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-18
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 15 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- De student heeft basiskennis en inzicht op het gebied van computer- en informatietechnologie. - Destudent heeft een basiskennis van calculus en van kansrekenen - vermits de kursusnota's en de slides in hetEngels zijn is een basiskennis van Engels vereist. De colleges en de oefeningen worden in het Nederlandsgegeven.
*VolgtijdelijkheidDiscrete wiskunde (1BINF-02) EN [Computersystemen (1BINF-03) OF Computersystemen (1BINF-031)] ENCalculus (1BINF-071)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De student is in staat de verschillende onderdelen van een computernetwerk te plaatsen in een gelaagdenetwerkarchitectuur. - De student kent de belangrijkste functies die voorkomen in de fysische, MAC, link,netwerk en transportlaag. - Bovendien heeft de student een goed overzicht van belangrijke mechanismen enprotocols die in de volgende netwerklagen voorkomen: fysische, MAC, link, netwerk en transsportlaag .
3. Inhoud
De volgende onderdelen worden behandeld: - Het ISO-OSI model van een gelaagde netwerkarchitectuur -de fysische laag: het begrip signaal wordt bestudeerd - de Medium Access Control (MAC) laag: hierinworden een aantal basis MAC protocollen behandeld: ALOHA, Ethernet, IEEE802.11 - de link laag: devolgende functies van deze laag worden bestudeerd: foutdetectie (CRC) en flow control (stop and waitprotocol, sliding window protocol, meerdere ARQ protocols) - de netwerklaag: hier wordt vooral het IPprotocol bestudeerd - de transportlaag: de protocollen TCP en UDP worden in dit deel behandeld. In deoefeningensessies worden de in de theorie behandelde begrippen/mechanismen/prototocols nader toegelichtvia voorbeelden en oefeningen (bv. varianten op de protocols bestudeerd in het theorie gedeelte).
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- Er is een syllabus (in het Engel) beschikbaar - De gebruikte slides zijn eveneens beschikbaar Beidekunnen gedownload worden van de website van de onderzoeksgroep www.pats.ua.ac.be/courses. Demotivatie voor bepaalde overgangen, veronderstellingen, vereenvoudigingen staan niet altijd in de syllabus
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 16 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
noch in de slides. Daarom zijn additionele eigen nota's vaak onontbeerlijk! De opgaven van de oefeningenstaan tevens op de bovengenoemde website. Het studiemateriaal op de website is beschermd via eenpaswoord dat de student bij de aanvang van de cursus ontvangt.
7. Facultatief studiemateriaal
Een aantal interessante, gerelateerde boeken: - W. Stallings, Data en computer communications(MacMillan) - F. Halsall, Data communications, computer networks and open systems (Addison-Wesley) - A.Tanenbaum, Computer Networks (Prentice-Hall) - J. Kurose, K. Ross, Computer Networking, a top-downapproach featuring the Internet, Addison-Wesley, 2001
8. Studiebegeleiding
De lesgever (zowel theorie als oefeningen) is tijdens en na de les beschikbaar voor vragen. Verder kan eenafspraak gemaakt worden via e-mail.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 16:09 chris.blondia
Computerarchitectuur + practicum
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-20
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) N.
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Fysica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-11
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 17 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Joke Hadermann
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesnihil
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Op het eind van deze cursus:- hebt u inzicht in de basisfysica achter de werking van software, hardware, etc. en de fysische processenwaarmee deze onderdelen worden gemaakt en inzicht in enkele van de fysische verschijnselen in hetalledaagse leven.- kunt u eenvoudige numerieke oefeningen oplossen over de verschillende onderwerpen van de cursus
3. Inhoud
Het is een traditionele cursus algemene fysica, alleen wordt er telkens als extra gezien hoe deze algemenefysica terug te vinden is in de verschillende computeronderdelen. Eerst wordt een noodzakelijke basisgelegd met vektorrekening, kinematica en dynamica. Vervolgens wordt er overgegaan op de onderwerpengolven (met als toepassingen geluid, microfoons, versterkers, klokken, touchscreens,...),optica (met alstoepassing o.a. de optische muis, scanners,...), thermometrie, thermodynamica, elektriciteit (m.i.v.condensatoren, batterijen, touchscreens, snelheid van informatie-overdracht,...), halfgeleiders (met alstoep. juncties, transistoren, diodes,...), integrated circuits (productie, evolutie, toekomst), isolatoren,supergeleiders, magnetoresistieve materialen ( RAM, opdrijven van snelheden, spintronics,...),elektromagnetische golven (optische communicatie, radio, televisie,...), lasers (CD, DVD,...).
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekMeerkeuzevragen
Permanente evaluatie:(tussentijdse) testen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
cursus aangeboden bij de cursusdienst
7. Facultatief studiemateriaal
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 18 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
http://computer.howstuffworks.com/http://howthingswork.virginia.edu/
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar na de lessen en ook op andere momenten na afspraak.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 09:48 joke.hadermann
Elementaire statistiek
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-10
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Michiel Debruyne
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*VolgtijdelijkheidDiscrete wiskunde (1BINF-02) EN Calculus (1BINF-071)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student verwerft inzicht in de basisbegrippen uit de combinatoriek en kansrekening en kan deze correcttoepassen bij het oplossen van nieuwe problemen.
De student kan een steekproef analyseren met behulp van beschrijvende statistiek en de resultaten correctinterpreteren.
De student begrijpt de hoofdideeën achter de theorie van betrouwbaarheidsintervallen, hypothesetesten enlineaire regressie. Hij/zij kan deze theorie toepassen in een aantal specifieke gevallen (bvb. t-tests voornormaal verdeelde variabelen), zowel in schriftelijke oefeningen als m.b.v. statistische software.
Gegeven een data set en een concreet onderzoeksprobleem, kan de student dit probleem correctvertalen naar een statistisch model en door middel van een gepaste test een genuanceerd antwoordformuleren.
3. Inhoud
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 19 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
De cursus start met een overzicht van de belangrijkste begrippen uit de combinatieleer (permutaties,combinaties, ...). De bedoeling is vooral dat concrete telproblemen vlot worden opgelost.
Vervolgens worden de basisbegrippen van de kansrekening ingevoerd. We definiëren wat een kansruimteprecies is en leiden verschillende rekenregels af (bvb. de regel van Bayes). De student dient de theorie vlotte kunnen toepassen in concrete kansproblemen.
Enkele veelgebruikte discrete en continue kansverdelingen worden besproken.
Vervolgens worden de basisbegrippen behandeld omtrent het beschrijven en weergeven van eensteekproef, het opstellen van een betrouwbaarheidsinterval en het uitvoeren van hypothesetests. Voor ditgedeelte maken we ook gebruik van het vrij downloadbare statistisch softwarepakket R.
Tenslotte wordt kort ingegaan op enkelvoudige lineaire regressie. De nadruk ligt er hier vooral opom regressie correct te kunnen uitvoeren in R en de bekomen output correct te kunnen interpreteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
Permanente evaluatie:Oefeningen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota’s worden ter beschikking gesteld via blackboard.
7. Facultatief studiemateriaal
Boeken:
Statistiek en wetenschap - Beirlant J., Dierckx, G. en Hubert, M. Uigeverij ACCOIntroduction to probability - Grinstead CM., Snell, JL. Gratis downloadbaar ophttp://www.dartmouth.edu/~chance/teaching_aids/books_articles/probability_book/amsbook.mac.pdf
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 09:46 michiel.debruyne
Algemene economie
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 20 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-12
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Liesbet Okkerse
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
eindtermen middelbaar onderwijs
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kunnen verklaren van concepten van micro- en macro-economieVerwerven van kennis over belangrijke theoretische economische inzichten op micro-economisch en macro-economisch gebiedInzichten verwerven in de realiteit van de globale, Europese en Belgische economieVerwerven van studievaardigheden
3. Inhoud
De cursus omvat drie delen:Micro-economie: gedrag van gezinnen, gedrag van ondernemingen, prijsvorming inverschillende marktstructurenWelvaartseconomieMacro-economie: bestedingen en economische activiteit, geldmarkt, economische groei,inflatie en werkloosheid
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekMeerkeuzevragen
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 21 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Open vragen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Syllabus die beschikbaar zal worden gesteld op blackboard
7. Facultatief studiemateriaal
David Begg, Foundations of Economics, McGraw Hill, 2006, 3de editie
David Begg, Stanley Fischer, Rudiger Dornbusch; Economics, McGraw Hill, 2008, 9e editie
8. Studiebegeleiding
Voor studiebegeleiding kan men terecht op het blackboard forum van deze cursus of bij de docentna afspraak.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 16/09/2008 11:59 liesbet.okkerse
Bedrijfseconomie en ondernemerschap
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BBIR-A-07
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luc D'Haese
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie: geen inschrijving onder examencontract
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesbasiskennis van micro economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student(e) kan de principes van de algemene boekhouding uitleggen en toepassen. Verder kan hij/zij debasisprincipes van financiële analyse en de kostprijsberekening van een onderneming uitleggen en
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 22 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
doorrekenen. De student(e) kan de essentiële elementen van budgetteren en kasplanning uitleggen entoepassen. Hij/zij kent de verschillende economische en financiële basistechnieken die verband houden metinvesteringsanalyse en kan deze in vraagstukken toepassen.
3. Inhoud
Eerst worden de principes van de algemene en industriële boekhouding behandeld, gevolgd door de analysede financiële structuur en financiering van een onderneming. Vervolgens wordt ingegaan op studie van dekostprijssystemen , de budgettereing en kasplanning. De cursus geeft verder inzicht in de financiële eneconomische technieken van de investeringen. Daarbij aansluitend worden de basistechnieken besprokendie aangewend worden bij de opvolging en planning van activiteiten in de uitvoering van een project.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:Individueel
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De cursusnota's zijn beschikbaar bij de cursusdienst
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor verdere uitleg na de colleges. Op afspraak is de docent bereid individueleinformatie te verschaffen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 24/11/2008 16:23 luc.dhaese
Datastructuren en algoritmen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-15
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 23 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Benny Van Houdt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze cursus behandelt enkele fundamentele netwerk (graph) algoritmen en hun bijhorende datastructuren.Verder wordt de correctheid en complexiteit van dez algoritmen en datastructuren geanalyzeerd. Voorkennisvan enkele basis datastructuren (gelinkte lijst, queue, stack en bomen) is aangewezen. Verder kan enigevoorkennis van complexiteitstheorie (de O-notatie en o-notatie) nuttig zijn.
*Volgtijdelijkheid
"Algoritmen en complexiteit" (2BINF-04) moet voorafgaand of gelijktijdig gevolgd worden.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Er wordt beoogd om de studenten kennis te laten maken met de meest fundamentele netwerk algoritmen ende bijhordende datastructuren. Naast het bijbrengen van deze kennis, wordt er voornamelijk getracht omhet zelfstandig nadenken over deze problematiek, alsook de creativiteit nodig om gelijkaardige algoritmente ontwikkelen, sterk gestimuleerd door middel van praktische oefeningen. Tenslotte moeten de studentenin staat zijn om praktische informatica problemen, die oplosbaar zijn dmw een netwerk algoritme, teherkennen en vertalen naar hun bijhorend graph netwerk probleem.
3. Inhoud
Deze cursus behandelt enkele van de meest elementaire en fundamentele graph netwerk algoritmen, zoalsgraph searching, flow netwerken, matching algoritmen, opspannende bomen, etc.Verder worden een aantal geavanceerde data structuren die snelle implementaties van deze algoritmentoelatenin detail besproken en geanalyzeerd. Een engelstalige inhoudstafel van de cursusinhoud wordt hieronder gegeven:
Contents:GRAPH SEARCHING 1) Graph representations2) Breadth-first Search (BFS) 3) The Depth-first search (DFS) 4) Topological sort
FLOW NETWORKS1) Definitions and basic properties2) The Ford-Fulkerson method (1956) 3) Performance of the Ford-Fulkerson algorithm4) The Edmonds-Karp algorithm (1969) 5) Preflow-push algorithms6) Performance of the Preflow-push algorithm
BIPARTITE MATCHING ALGORITHMS1) The graph matching problem
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 24 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
2) A network flow solution3) The Hopcroft-Karp algorithm (1973)3.1) The algorithm and its number of iterations 3.2) Implementing a single iteration
DISJOINT-SETS DATA STRUCTURES1) Disjoint-sets operations and the linked-list representation 2) Disjoint-sets forest
SPANNING TREES1) Basic properties and definitions 2) Kruskal’s algorithm (1956) 3) Prim’s algorithm (1957) 3.1) Prim’s algorithm and binary heaps 3.2) Graph preprocessing for sparse graphs
FIBONACCI HEAPS 1) Introduction2) Definition and elementary operations2.1) The delete-min operation2.2) The decrease-key operation3) Amortized analysis3.1) Amortized analysis of the delete-min and decrease-key operation 4) Bounding the maximum degree
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Permanente evaluatie:Oefeningen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Een engelstalige uitgewerkte cursustekst van een kleine 60 paginas zal via de cursusdienst wordenaangeboden.
7. Facultatief studiemateriaal
Extra info is terug te vinden in volgende boeken:
Introduction to Algorithms, written by T.H. Cormen, C.E. Leisersonand R.L. Rivest and published by MIT Press, 2001.
Data Structures and Network Algorithms by R.E. Tarjan publishedby CBMS-NSF Regional Conference Series in Applied Mathematics, 1983.
8. Studiebegeleiding
03/12/08 08:49universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 25 of 25http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165905&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 29/10/2008 13:55 benny.vanhoudt
Computerarchitectuur
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-19
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Hans Vangheluwe
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 1 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:49(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&all=true
Bachelor in de informatica (3de jaar) 3BINF 2008-2009
Titel Semester Uren
theorie
Uren
praktijk
Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Bachelor eindwerk 2e semester 15,00 75,00 9 JanBroeckhove
Databases (XML & webtechnologie) 1e semester 30,00 30,00 6 JanParedaens
Wetenschappelijk programmeren 1e semester 15,00 45,00 6 Annie Cuyt
Software engineering 1e semester 30,00 30,00 6 SergeDemeyer
Telecommunicatiesystemen 2e semester 30,00 30,00 6 Chris Blondia
Inleiding gedistribueerde systemen 1e semester 15,00 15,00 3 Frans Arickx
Levensbeschouwing 1e en 2esemester
30,00 3 PatrickLoobuyckWalter VanHerck
Keuzevakken (21 sp) te kiezen uit volgende lijst of (met goedkeuring van de
onderwijscommissie) uit andere opleidingen
Inleiding tot datamining 1e semester 15,00 15,00 3 JanParedaensBartGoethals
Toegepaste logica 1e semester 15,00 15,00 3 Els Laenens
Artificiële intelligentie 2e semester 15,00 15,00 3 BartGoethals
Gevorderde programmeertechnieken 1e semester 15,00 15,00 3 JanBroeckhove
Formele technieken in softwareengineering
2e semester 30,00 30,00 6 DirkJanssensSergeDemeyer
Netwerk protocols 2e semester 30,00 3 Chris Blondia
Beeldverwerking 2e semester 15,00 15,00 3 Dirk VanDyck
Bedrijfseconomie enondernemerschap
1e semester 15,00 15,00 3 Luc D'Haese
Datastructuren en algoritmen 2e semester 15,00 15,00 3 Benny VanHoudt
Labo computernetwerken 1e semester 30,00 3 Chris Blondia
Computerarchitectuur 1e semester 15,00 15,00 3 HansVangheluwe
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 2 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Fysica 1e semester 30,00 30,00 6 JokeHadermann
Algemene economie 1e semester 30,00 3 LiesbetOkkerse
Elementaire statistiek 2e semester 15,00 15,00 3 MichielDebruyne
Bachelor eindwerk
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-A-011
Semester: 2e semester
Studiepunten: 9
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 75,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesHet eindwerk vormt een sluitstuk van de bacheloropleiding. Het is een vakoverschrijdend, software-intensiefgroepsproject en in die zin doet het a priori beroep op de kennis en vaardigheden verworven in alleopleidingsonderdelen. Via het eindwerk toon je dat je de eindcompetenties van de bacheloropleiding involdoende mate beheerst.
Voor de voltijdse UA studenten betekent dit dat het eindwerk enkel tijdens het diplomajaar in hetstudieprogramma kan opgenomen worden.
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Machines en berekenbaarheid (2BINF-03) EN Uitbatingssystemen(2BINF-14) EN Databases (2BINF-071) EN Numerieke lineaire algebra (2BINF-01) EN Algoritmen encomplexiteit (2BINF-04) EN Project gedistribueerd programmeren (2BINF-061)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De algemene doelstelling van het eindwerk is om de studenten vertrouwd te maken met het functionerenals informaticus in een vooraf vastgelegde context. Dit doe je door te werken aan een vakoverschrijdend,software-intensief groepsproject. Dit houdt in dat je bewijst het volgende aan te kunnen:
een probleemstelling en een beoogde oplossing formuleren;de oplossing operationaliseren: welke bestaande systemen kunnen gebruikt worden en welke moetennieuw gerealiseerd worden, welke kennis heb ik daarvoor nodig en hoe zal ze verworven worden, hoezal ik precies het nieuwe systeem realiseren;toetsen of de oplossing effectief aan de probleemstelling beantwoordt;in groep werkzaamheden plannen en uitvoeren, met een kritische benadering zowel voor je eigenwerk als voor dat van anderen;
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 3 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
schriftelijke en mondelinge rapporteren van resultaten en deze resultaten in het openbaar, metcollega's, bespreken;
3. Inhoud
Het onderwerp van de bachelorproef moet betrekking hebben op een toepassingsgebied dat inovereenstemming is met de opleiding Bachelor Informatica. Het staat je vrij zelf een onderwerp te suggerenen daarvoor een promotor (ZAP-lid van de opleiding Informatica) te contacteren. Daarnaast kan je ookkiezen uit de onderwerpen die opgesomd zijn in het ESP systeem (www.esp.win.ua.ac.be) van de opleiding.
Tijdens het academiejaar 2008-2009 geldt voor het Bachelor eindwerk een uitzonderlijke regeling. Ditomdat het opleidingsonderdeel ``jaarproject tweede bachelor'' uit het curriculum wegvalt en omdat decentrale doelstelling daarvan, namelijk ``in groep een software-intensief project realiseren'', in het heteindwerk in het derde bachelorjaar is opgenomen. De studenten die in 2008-2009 het derde bachelorjaaraanvatten hebben echter het jaarproject tweede bachelor nog doorlopen. Vandaar de bijzondere regeling.Deze bestaat erin dat
als je reeds in een vorig academiejaar een ``jaarproject van derde bachelor'' had aangevat maar nogniet voltooid, moeten je dit afwerken met hetzelfde onderwerp en promotor. Het resultaat zal geldenvoor het opleidingsonderdeel ''eindwerk''.als je reeds in een vorig academiejaar voor het ``jaarproject van derde bachelor'' geslaagd was, hebje nu een vrijstelling voor het opleidingsonderdeel ``eindwerk''.in alle andere gevallen, als je maar aan het diplomajaar bezigt bent, heb je de mogelijkheid omindividueel of in groep, met een onderwerp naar keuze, bij een promotor het eindwerk te maken. Welwordt een raamwerk opgelegd dat de activiteiten van het eindwerk structureert.
De promotor en begeleider blijven in deze overgangsregeling dus de personen die het eindwerk inhoudelijkafbakenen en het werk sturen en evalueren.
4. Werkvormen
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)PortfolioProjectwerk:
Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Medewerking tijdens de contactmomenten
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
Portfolio:met mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Dit wordt vastgesteld in overleg met de promotor en begeleider en staat in functie van het onderwerp vanhet eindwerk.
7. Facultatief studiemateriaal
Dit wordt vastgesteld in overleg met de promotor en begeleider en staat in functie van het onderwerp vanhet eindwerk.
8. Studiebegeleiding
Begeleiding:
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 4 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
De promotor en begeleider begeleiden je gedurende alle fases van het eindwerk. Promotor en begeleiderhebben natuurlijk onderlinge afspraken over wie wat precies voor zijn rekening neemt, en ze stellen jedaarvan op de hoogte van bij het begin. Deze begeleiding omvat een duidelijke afbakening van de inhoudt,overleg over de methodologie, interactie over de opgestelde planning, ...
Feedback:
Met de begeleiding is ook steeds feedback verbonden, zodat je tijdens het maken van het eindwerk demogelijkheid krijgt om eventuele gemaakte fouten nog recht te zetten en hieruit te leren. Die feedback vindtplaats binnen een ''veilige leeromgeving'', wat betekent dat het geen onderdeel uitmaakt van de evaluatie.Concreet: je verliest geen punten door door problemen aan te kaarten of fouten te maken, als je ze maarrechtzet. Je kan dus vrij fouten toegeven of om extra uitleg vragen.
Deze remedierende feedback kan op ad hoc manier plaatsvinden, via een een gesprek met de begeleiderdat je aanvraagt. Het kan ook een plaats krijgen in periodische rapportering over de voortgang van hetproject. Ook hierover maak je afspraken met promotor en begeleider bij aanvang van het eindwerk.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 15:54 jan.broeckhove
Databases (XML & webtechnologie)
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-A-02
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Jan Paredaens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze cursus bouwt verder op de cursus Databanken
*VolgtijdelijkheidDatabases (2BINF-07)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Deze cursus verschaft inzicht in de fundamentele aspecten van databanksystemen.
3. Inhoud
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 5 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Deze cursus bevat twee delen. Een eerste deel gaat dieper in op databanken in het algemeen en behandeltonder meer transaction management en security. Het tweede deel van de cursus behandelt XML, XML-
databanken en verschillende web-gerelateerde technologieën voor het opvragen, bewerken en publicerenvan XML gegevens. Om de studenten een beter inzicht te krijgen in de uitgebreide verzameling van XML-tools dienen ze een project uit te werken dat intensief gebruik maakt van Web 2.0, een verzamelnaam voorde nieuwste generatie internet-technologieën. Er hoort ook een schriftelijk examen bij de cursus dat eerderde theoretische materie behandelt.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingOpen boekOpen vragenPracticum
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursus
7. Facultatief studiemateriaal
(2004) XQuery: The XML Query Language. Michael Brundage. Addison-Wesley.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 13/02/2007 10:08 jan.paredaens
Wetenschappelijk programmeren
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-A-03
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 45,00
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 6 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Annie Cuyt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student dient een redelijke basis van calculus te beheersen. Dit houdt onder meer kennis in vanafgeleiden, integralen, limieten, rijen en reeksen, vectoren, complexe getallen, poolcoördinaten,vergelijkingen van rechten en vlakken.
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Numerieke lineaire algebra (2BINF-01)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student moet:
inzicht hebben in de verschillende aspecten van het numerieke rekenen en welke de mogelijkeproblemen zijn die dit met zich teweegt brengt,kennis hebben van de in de cursus behandelde methoden,onderlinge verbanden en verschillen tussen methoden kunnen stipuleren,in staat zijn een probleem te herkennen en de daarvoor geschikte oplossingsmethode aan te wenden,de keuze voor de geschikte oplossingmethode kunnen verantwoorden,de bekomen resultaten correct kunnen analyseren.
3. Inhoud
Deze cursus volgt op het vak Numerieke lineaire algebra. Hierbij zullen we verder een aantal numeriekebasistechnieken bekijken, waaronder
het oplossen van een niet-lineaire vergelijking,veelterminterpolatie,het modelleren van ruizige data,functiebenaderingen,Fourier transformatie,numerieke integratie,random number generatie.Na een inleiding op elke techniek, worden verschillende oplossingsmethoden behandeld. Verschillendewiskundige en numerieke aspecten komen aan bod, zoals foutencontrole, gevoeligheid encomplexiteit. Vervolgens wordt bij elke techniek een illustratief voorbeeld uitgewerkt.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
Projectwerk:Individueel
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 7 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's, eigen nota's. Scripts bij de cursusnota's.
7. Facultatief studiemateriaal
Numerical computing with MATLAB (Moler)
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor vragen voor, tijdens of na de colleges, na afspraak (bij voorkeur via e-mail).Daarnaast kunnen de studenten ook steeds terecht bij de assistent (voor contactgegevens, zie infra).
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 16:02 annie.cuyt
Software engineering
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-A-04
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Serge Demeyer
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Praktijk ervaring met programmeren, bij voorkeur in teamverband.Grondige kennis van de formele grondslagen van de informatica (logica, complexiteit van algoritmes,eindige automaten)Kennis van enkele basisdisciplines binnen de informatica (databases, numeriek rekenen,telecommunicatie)
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Project gedistribueerd programmeren (2BINF-061)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 8 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
De student zal een brede basis verwerven in het bouwen van softwaresystemen die te complex zijn om dooréén persoon gerealiseerd te worden.
3. Inhoud
De inhoud van de cursus beslaat het volledige gamma aan activiteiten die in een typisch project aan bodkomen, zoals daar zijn planning, communicatie, kwaliteitscontrole, evolutie en onderhoud. Concreet houdtdit in
de software levenscyclus (behoeftes, analyse, ontwerp, implementatie, testen, onderhoud)kwaliteitscontrole (code reviews, ISO 9000, CMM, metrics)projectbeheer (PERT, Gantt, kosten schatting)
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's verspreid via de cursusdienst en via http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SE3BAC/
7. Facultatief studiemateriaal
Een van de volgende boeken wordt sterk aangeraden:
Fundamentals of Software Engineering (2nd Edition), C. Ghezzi, M. Jazayeri, D. Mandroli, PrenticeHall, 2003. ISBN 0-13-099183-X.Software Engineering - A Practitioner's Approach, R. Pressman, Mc-Graw Hill, Fifth Edn., 2000. ISBN0073655783.Software Engineering, I. Sommerville, Addison-Wesley, Sixth Edn., 2000. ISBN: 020139815X.
Voor specifieke onderwerpen wordt een uitgebreide lijst materiaal via het internet beschikbaar gesteld; ziehttp://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SE1LIC/
8. Studiebegeleiding
Docent: Prof. S. Demeyer [ http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ] Assistent: Jan Vlegels [ hhttp://www.ua.ac.be/main.aspx?c=jan.vlegels]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/09/2008 17:17 serge.demeyer
Telecommunicatiesystemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-A-07
Semester: 2e semester
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 9 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- De student kent de belangrijkste protocols uit de verschillende netwerklagen; bv. Ethernet, IP, TCP - Destudent is in staat een werkend programma te schrijven in een gekende programmeertaal (bv. C++).
*VolgtijdelijkheidComputernetwerken (1BINF-08) EN Gevorderd programmeren (2BINF-02)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- Theorie: De student heeft een overzicht van de belangrijkste hedendaagse telecommunicatiesystemen, ditzowel wat betreft backbone netwerken als access netwerken. - Practicum: De student is in staat eenprotocol te ontwerpen en te implementeren in een bepaalde opgelegde omgeving (in dit geval CLICK).
3. Inhoud
In deze cursus worden de architectuur en de werking van een aantal hedendaagsetelecommunicatiesystemen besproken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het ISO referentie modelbestudeerd in de cursus Computernetwerken (2de bachelor). Meer in het bijzonder komen volgendetelecommunicatiesystemen aan bod: - telefonienetwerken, -SDH/PDH netwerken, -ISDN netwerken, -ATMnetwerken, -TCP/IP netwerken (Internet) met nadruk op Quality of Service ondersteuning, - wired accessnetwerken (HFC, ADSL/VDSL), - mobiele netwerken (GSM, GPRS), - Wireless LAN. Naast algemeneprincipes die gebruikt worden voor het ontwerp en de werking van deze netwerken, worden ookarchitecturale aspecten behandeld. IIn het practisch gedeelte van deze cursus wordt een opdrachtuitgewerkt gebruik makend van de CLICK modular router. De opdracht bestaat erin een protocol teontwerpen en te implementeren. Deze implementatie wordt gerealizeerd met behulp van CLICK en moetleiden tot een werkende versie van het protocol.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekPracticum
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De slides die gebruikt worden in het theorie gedeelte staan op www.pats.ua.ac.be/courses Naast de
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 10 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
opdracht van het practicum wordt nuttige informatie op de website www.pats.ua.ac.be geplaatst zoalsbijvoorbeeld IETF documenten met beschrijvingen van het te implementeren protocol.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
De lesgever is tijdens en na de les beschikbaar voor vragen. Verder kan een afspraak gemaakt worden viae-mail. Voor het practicum kunnen vragen gesteld worden aan de begeleidende assistenten gedurende deuitlegsessies of kan een afspraak gemaakt worden per e-mail.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 17:30 chris.blondia
Inleiding gedistribueerde systemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-03
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student moet reeds inzicht verworven hebben in zowel de architectuur van computersystemen, als in deconcepten van besturingssystemen. Bovendien moet de student beschikken over voldoendeprogrammeerervaring.
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Uitbatingssystemen (2BINF-14) EN Project gedistribueerdprogrammeren (2BINF-061)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal inzicht hebben verworven over de basisfaciliteiten binnen besturingssystemen voor, en debelangrijkste principes van, de opbouw van gedistribueerde systemen,
Hij zal ook (beperkt) kennis gemaakt hebben met enkele gedistribueerde principes.
3. Inhoud
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 11 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
De cursus belicht essentieel de verschillende principes die gehanteerd worden bij de opbouw vangedistribueerde systemen, en besteedt daarbij vooral aandacht aan de faciliteiten binnen bestaandebesturingssystemen die hiertoe beschikbaar zijn. Deze principes worden geheel of gedeeltelijk toegepast inde constructie van de zogenaamde Middleware systemen die een bepaald gedistribueerd paradigmaondersteunen, en het gebruik van gedistribueerde systemen voor de gebruiker transparant maken.
Volgende principes, met bijhorende OS-ondersteuning, worden o.a. behandeld:
Processen: threads, RPC, scheduling aspectenCommunicatie: socketsDistributed process management: RPC/RMISynchronisatie mechanismen: concurrency principes, klokken
Eventueel voorbeeld van een paradigma
Gedistribueerde file systemen
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingGesloten boekOpen vragen
Permanente evaluatie:Medewerking tijdens de contactmomenten
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
W. Stallings, Operating Systems, Internals and Design Principles (5th ed. 2005), Prentice-Hall
A. S. Tanenbaum en M. van Steen, Distributed Systems, Principles and Paradigms (2nd edition) PrenticeHall
Begeleidende cursusslides
(Syllabus in opbouw)
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar in de pauzes tussen opeenvolgende uren, en kan steeds via mail([email protected]) gecontacteerd worden voor beantwoorden van vragen of het maken van eenafspraak.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 12 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 11/09/2008 13:37 frans.arickx
Levensbeschouwing
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BUA-010
Semester: 1e en 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Patrick Loobuyck
Walter Van Herck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester en/of het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesGeen specifieke voorkennis vereist.De algemene interpretatieve competentie van analyse en synthese.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student heeft kennis van en inzicht in diverse levensbeschouwingen en hun mens- en wereldbeeld(-en). Hij/zij is in staat een levensbeschouwelijk thema op een reflexieve wijze te bespreken en daarbij oog tehebben voor de actueel maatschappelijke implicaties.
3. Inhoud
Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een feit en dit weerspiegelt zich ook aande universiteit. Om met deze diversiteit om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme.Actief pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën en aan de plaats die ze inde openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rolspelen in het morele bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties ensamenlevingen.Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten aanzien van (de eigen en andere)levensbeschouwingen. Het insisteert op een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen enop een concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstigwil nemen.In dat verband richt het Centrum Pieter Gillis een levensbeschouwelijke cursus (30 uur - 3 studiepunten) in
voor alle studenten van het 3e bachelorjaar. De UA wil haar studenten hiermee uitnodigen omlevensbeschouwelijke zaken bespreekbaar te maken en erover na te denken. Omgaan metlevensbeschouwelijke verschillen en conflicten is echter vaak niet vanzelfsprekend. Veelal ontbreekt het aaneen elementaire levensbeschouwelijke geletterdheid. Het vak heeft dan ook niet de bedoeling mensen toteen of andere levensbeschouwing te bekeren, maar is vormend van opzet.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 13 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Om de cursus zo boeiend mogelijk te maken voor een zeer breed spectrum, qua opleiding en belangstellingvan zo vele studenten werd geopteerd voor een breed aanbod met keuzemogelijkheden. De cursus isopgesplitst in drie onderdelen: een inleidende A module, een verdiepende B module waarin men kan kiezentussen lessenreeksen over verschillende levensbeschouwingen, en een verbredende C module waarin derelatie wetenschap-levensbeschouwing, recht/maatschappij-levensbeschouwing aan bod kunnen komen. Meer gedetailleerde informatie over de inhoud is beschikbaar via de websitehttp://www.ua.ac.be/main.aspx?c=*PIETERGIL&n=33956
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's: zie blackboard
Ook verkrijgbaar bij Universitas (CST) of de cursusdienst (CDE, CMI)
7. Facultatief studiemateriaal
aangeleverde teksten en powerpointpresentaties op blackboard
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 28/05/2008 14:16 patrick.loobuyck
Inleiding tot datamining
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-051
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Jan Paredaens
Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 14 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesKennis van data types en structuren. Inleiding tot programmeren en logica.
*VolgtijdelijkheidNiet gedefinieerd
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De basistechnieken en algoritmes uit data mining kennen en kunnen gebruiken. In staat zijn een datamining probleem te herkennen.
3. Inhoud
Data Mining is de geautomatiseerde analyse van (meestal zeer grote) collecties gegevens met als doel eronverwachte relaties of patronen in te vinden en de gegevens op nieuwe manieren samen te vatten zodatdeze zowel verstaanbaar als bruikbaar zijn voor de eigenaar van de gegevens. In deze cursus gaan we in opde basistechnieken en algoritmes uit data mining, waaronder classification, clustering, en frequent patternmining, en dat zowel in theorie als in de praktijk.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
"Introduction to Data Mining" by Pang-Ning Tan, Michael Steinbach, Vipin Kumar (Addison-Wesley)
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 29/10/2008 13:19 bart.goethals
Toegepaste logica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-07
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 15 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Els Laenens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesVan de studenten wordt verwacht dat ze de propositielogica en de predikatenlogica met succes hebbenbestudeerd.
*VolgtijdelijkheidMachines en berekenbaarheid (2BINF-03)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het eind van dit opleidingsonderdeel kan je eenvoudige problemen oplossen gebruik makend vanlogische technieken die van belang zijn binnen de informatica. Er wordt verwacht dat je vlot kan werkenmet de verschillende aspecten van het logisch programmeren en dat je zelfstandig een onderwerp kanuitdiepen.
3. Inhoud
In dit opleidingsonderdeel leer je eenvoudige problemen oplossen gebruik makend van logische techniekendie van belang zijn binnen de informatica. Je oefent in het vlot werken met de verschillende aspecten vanhet logisch programmeren. Verder diep je zelfstandig een onderwerp uit dat je dan ook zowel mondeling alsschriftelijk (portfolio) presenteert. De volgende onderwerpen komen aan bod: lambda-calculus, modalelogica, logica en berekenbaarheid, logica en imperatief programmeren, logisch programmeren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcolleges
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Portfolio
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereidingOpen boek
Portfolio:met mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Van Benthem et al., Logica voor informatici, 3de editie, Addison-Wesley, 2003.
7. Facultatief studiemateriaal
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 16 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
8. Studiebegeleiding
Problemen en vragen kan je emailen naar [email protected]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 14:12 els.laenens
Artificiële intelligentie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-08
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*VolgtijdelijkheidProgrammeerparadigmas (2BINF-08)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Deze inleidende cursus behandelt de klassieke paradigma's van artificiële intelligentie: zoekstrategieën,kennisrepresentatie, kennisinferentie, enz. Dit vormt de basis voor de ontwikkeling van kennis- enexpertsystemen, zelf-lerende algoritmen, planningsystemen, 'intelligent agents' en softbots, ...
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 17 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- Slides.
7. Facultatief studiemateriaal
- Poole, D., Mackworth, A., Goebel, R., Computational Intelligence, A Logical Approach, Oxford UniversityPress, 1998. - Nilsson, S., Artificial Intelligence, A new synthesis, Morgan Kaufmann, 1998. - Russell, S., Norvig, P., Artificial Intelligence. A Modern Approach, Prentice Hall, Second Edition, 2003. - Clocksin, W.F., Mellish, C.S., Programming in Prolog, Springer-Verlag, 3rd edition, 1987.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 29/10/2008 13:25 bart.goethals
Gevorderde programmeertechnieken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-09
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesZoals de naam van het opleidingsonderdeel aangeeft, moet je beschikken over een aanzienlijke voorkennisin de programmeertaal C++ en daarnaast over een ruime programmeerervaring. Dit zowel op gebied vantheoretische kennis als op gebied van praktische vaardigheden.
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Uitbatingssystemen (2BINF-14) EN Project gedistribueerdprogrammeren (2BINF-061)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je bent in staat te discussi\"{e}ren en redeneren over programmacode. Je bent in staat gevorderdetaalconstructen, zoals templates in C++, te bestuderen en toe te passen. Dit betekent dat je de technischeuitwerking doorziet en dat je de mogelijkheden en beperkingen kan inschatten om zo weloverwogenprogrammadesign keuzes te maken.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 18 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
3. Inhoud
In deze cursus worden aspecten wordt een grondige studie gemaakt van het generisch programmeren aande hand van templates in C++ . Het verschil met het interface-implementation model uit de objectgeoriënteerde sfeer wordt onderzocht. Vervolgens onderzoeken we function objects, als oplossing voor derigiditeit van oproepstructuren, en expression templates. Diverse techieken die toelaten generische code temaken zoals sequences en iteratore, traits, policy-based programmeren, meta-programmeren, typefunctions, …, worden behandeld.
De technieken moeten in een geïntegreerd project, dat ieder jaar een nieuw onderwerp aanpakt, gebruiktworden. Dat project wordt via pair programming uitgevoerd.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Werkcolleges
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)Projectwerk:
In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Open boek
Portfolio:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De belangrijkste materialen voor het theoretische deel zijn ongetwijfeld:
Het handboek , ``The C++ Programming Language'' van B. Stroustrup[1]. Er bestaat ook eenNederlandstalige versie van dit standaardwerk, getiteld ``De programmeertaal C++''.De nota's die enerzijds aanvullend materiaal uit andere bronnen aanbrengen en anderzijds selecterenen klemtonen leggen in de stof die in het handboek behandeld wordt.Voorbeeldprogramma's voor de verschillende aspecten van template programming. De broncodewordt bij het begin van de lessen ter beschikking gesteld.
In de nota's zijn artikels opgenomen die aanvullend materiaal behandelen. Daarenboven wordt ook noggeput uit ``C++ Templates: The Complete Guide''.
[1] The C++ Programming Language, B. Stroustrup, Addison-Wesley.
7. Facultatief studiemateriaal
[1] C++ Templates: The Complete Guide, D. Vandevoorde en N. M. Josuttis, Addison-Wesley. [2] Modern C++ Design: Generic Programming and Design Patterns Applied, A. Alexandrescu, Addison-Wesley.
8. Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen enzovoort kan die steeds stellen voor,tijdens of op het einde van de les. Wil men buiten de lesuren contact opnemen, dan kan dat ook. Het iszeker aan te raden eerst een afspraak te maken via email, en daarbij de vraag voor te leggen, zodat hetantwoord kan voorbereid worden.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 16:11 jan.broeckhove
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 19 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Formele technieken in software engineering
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-11
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Serge Demeyer
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Praktijk ervaring met programmeren, bij voorkeur in teamverband.Grondige kennis van de formele grondslagen van de informatica (logica, eindige automaten)Praktische ervaring met het gebruik van UML (klasse-diagrammen, use cases)
*VolgtijdelijkheidGevorderd programmeren (2BINF-02) EN Algoritmen en complexiteit (2BINF-04)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal in staat zijn om aan de hand van formele specificaties (logische specificaties, state-charts,petri-nets) modellen te bouwen van wat een software systeem behoort te doen, die modellen te analyserenen te verifieren, en vanuit die modellen een werkende implementatie te genereren.
3. Inhoud
Deze cursus vormt een praktijk introductie tot het zogenaamde "model driven engineering" (ofmodelgebaseerd ontwikkelen van software). Daarbij wordt een abstract model gemaakt van wat eensoftware systeem hoort te doen, en worden de implementatiedetails omtrent de platformen waarop eensoftware systeem zal draaien achteraf ingevuld door een code generator.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereidingPracticum
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 20 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's verspreid via het web.
7. Facultatief studiemateriaal
Artikels en naslagwerken verspreid via het web en/of beschikbaar in de bibliotheek.
8. Studiebegeleiding
Docenten: Prof. S. Demeyer [ http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ] Prof. D. Janssens [ http://www.fots.ua.ac.be/personal/dirk.php ] Assistenten: Pieter van Gorp [ http://www.win.ua.ac.be/~pvgorp/] Filip van Rysselberghe [ http://www.win.ua.ac.be/~fvrys/]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 17/04/2007 12:01 ann.aerts
Netwerk protocols
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-12
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- Algemene kennis van computernetwerken - Programmeren in C++
*VolgtijdelijkheidComputernetwerken (1BINF-08)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De student is in staat uitgaand van een (informele) specificatie van een applicatie de nodige informatie teverzamelen die hem/haar moeten toelaten het ontwerp van deze applicatie aan te vatten. - De student kaneen applicatie ontwerpen en implementeren in een labo-omgeving.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 21 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
3. Inhoud
Het vak netwerkprotocols is opgebouwd rond trends in de moderne telecommunicatie. Waar anderetelecommunicatievakken zich vaak richten op de onderste netwerklagen van het OSI model, beschouwt ditvak het netwerk eerder vanuit een applicatiestandpunt. De studenten worden in groepjes van tweeingedeeld en moeten een applicatie uitwerken rond enkele van deze moderne technieken. Naast de pureimplementatie wordt ook enig opzoekingswerk rond de 'State of the Art' van de gebruikte technologieverwacht. Enkele voorbeelden: - Peer-to-peer communicatie - Service discovery - File sharing - Wireless adhoc communicatie
4. Werkvormen
Contactmomenten:Practica
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Practicum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Naast de opdracht van het practicum wordt nuttige informatie op de website www.pats.ua.ac.be geplaatstzoals bijvoorbeeld IETF documenten met beschrijvingen van de te implementeren applicatie.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Er kunnen vragen gesteld worden aan de begeleidende assistenten gedurende de uitlegsessies of kan eenafspraak gemaakt worden per e-mail.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 07/11/2008 16:47 chris.blondia
Beeldverwerking
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-13
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Van Dyck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 22 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
De cursus beoogt basisbegrippen bij te brengen van beeldverwerking: digitale voorstelling van beelden,beeldfiltering, reconstructie, morfologische bewerkingen, segmentatie, patroonherkenning en codering.Verder wordt aandacht besteed aan de recentste ontwikkelingen op het gebied van de cognitievebeeldverwerking (artificiële intelligentie).
Wiskundige basis; digitale sampling; digitale filtering; ruis; beeldreconstructie; multispectrale beelden;randdetectie en segmentatie; patroonherkenning; tomografie; toepassingen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota's.
7. Facultatief studiemateriaal
- Gonzalez, R., Woods, R.E., Digital Image Processing, Addison-Wesley, 1992, ISBN 0-201-50803-6.- Pratt, W.K., Digital Image Processing, Wiley, 1991, ISBN 0-471-85766-1.- Schalhoff, R.J., Digital Image Processing and Computer Vision, Wiley, 1989, ISBN 0-471-50536-6.- Jain, A.K., Fundamentals of Digital Image Processing, Prentice Hall, 1991, ISBN 0-13-332578-4.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/01/2007 16:07 annick.debroey
Bedrijfseconomie en ondernemerschap
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BBIR-A-07
Semester: 1e semester
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 23 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luc D'Haese
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie: geen inschrijving onder examencontract
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesbasiskennis van micro economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student(e) kan de principes van de algemene boekhouding uitleggen en toepassen. Verder kan hij/zij debasisprincipes van financiële analyse en de kostprijsberekening van een onderneming uitleggen endoorrekenen. De student(e) kan de essentiële elementen van budgetteren en kasplanning uitleggen entoepassen. Hij/zij kent de verschillende economische en financiële basistechnieken die verband houden metinvesteringsanalyse en kan deze in vraagstukken toepassen.
3. Inhoud
Eerst worden de principes van de algemene en industriële boekhouding behandeld, gevolgd door de analysede financiële structuur en financiering van een onderneming. Vervolgens wordt ingegaan op studie van dekostprijssystemen , de budgettereing en kasplanning. De cursus geeft verder inzicht in de financiële eneconomische technieken van de investeringen. Daarbij aansluitend worden de basistechnieken besprokendie aangewend worden bij de opvolging en planning van activiteiten in de uitvoering van een project.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:Individueel
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 24 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De cursusnota's zijn beschikbaar bij de cursusdienst
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor verdere uitleg na de colleges. Op afspraak is de docent bereid individueleinformatie te verschaffen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 24/11/2008 16:23 luc.dhaese
Datastructuren en algoritmen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-15
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Benny Van Houdt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze cursus behandelt enkele fundamentele netwerk (graph) algoritmen en hun bijhorende datastructuren.Verder wordt de correctheid en complexiteit van dez algoritmen en datastructuren geanalyzeerd. Voorkennisvan enkele basis datastructuren (gelinkte lijst, queue, stack en bomen) is aangewezen. Verder kan enigevoorkennis van complexiteitstheorie (de O-notatie en o-notatie) nuttig zijn.
*Volgtijdelijkheid
"Algoritmen en complexiteit" (2BINF-04) moet voorafgaand of gelijktijdig gevolgd worden.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Er wordt beoogd om de studenten kennis te laten maken met de meest fundamentele netwerk algoritmen ende bijhordende datastructuren. Naast het bijbrengen van deze kennis, wordt er voornamelijk getracht omhet zelfstandig nadenken over deze problematiek, alsook de creativiteit nodig om gelijkaardige algoritmente ontwikkelen, sterk gestimuleerd door middel van praktische oefeningen. Tenslotte moeten de studentenin staat zijn om praktische informatica problemen, die oplosbaar zijn dmw een netwerk algoritme, teherkennen en vertalen naar hun bijhorend graph netwerk probleem.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 25 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
3. Inhoud
Deze cursus behandelt enkele van de meest elementaire en fundamentele graph netwerk algoritmen, zoalsgraph searching, flow netwerken, matching algoritmen, opspannende bomen, etc.Verder worden een aantal geavanceerde data structuren die snelle implementaties van deze algoritmentoelatenin detail besproken en geanalyzeerd. Een engelstalige inhoudstafel van de cursusinhoud wordt hieronder gegeven:
Contents:GRAPH SEARCHING 1) Graph representations2) Breadth-first Search (BFS) 3) The Depth-first search (DFS) 4) Topological sort
FLOW NETWORKS1) Definitions and basic properties2) The Ford-Fulkerson method (1956) 3) Performance of the Ford-Fulkerson algorithm4) The Edmonds-Karp algorithm (1969) 5) Preflow-push algorithms6) Performance of the Preflow-push algorithm
BIPARTITE MATCHING ALGORITHMS1) The graph matching problem 2) A network flow solution3) The Hopcroft-Karp algorithm (1973)3.1) The algorithm and its number of iterations 3.2) Implementing a single iteration
DISJOINT-SETS DATA STRUCTURES1) Disjoint-sets operations and the linked-list representation 2) Disjoint-sets forest
SPANNING TREES1) Basic properties and definitions 2) Kruskal’s algorithm (1956) 3) Prim’s algorithm (1957) 3.1) Prim’s algorithm and binary heaps 3.2) Graph preprocessing for sparse graphs
FIBONACCI HEAPS 1) Introduction2) Definition and elementary operations2.1) The delete-min operation2.2) The decrease-key operation3) Amortized analysis3.1) Amortized analysis of the delete-min and decrease-key operation 4) Bounding the maximum degree
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 26 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Gesloten boekOpen boek
Permanente evaluatie:Oefeningen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Een engelstalige uitgewerkte cursustekst van een kleine 60 paginas zal via de cursusdienst wordenaangeboden.
7. Facultatief studiemateriaal
Extra info is terug te vinden in volgende boeken:
Introduction to Algorithms, written by T.H. Cormen, C.E. Leisersonand R.L. Rivest and published by MIT Press, 2001.
Data Structures and Network Algorithms by R.E. Tarjan publishedby CBMS-NSF Regional Conference Series in Applied Mathematics, 1983.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 29/10/2008 13:55 benny.vanhoudt
Labo computernetwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 3BINF-K-15
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- de student kent de belangrijkste protocollen gerelateerd tot TCP/IP - de student heeft inzicht in dearchitectuur van computernetwerken
*VolgtijdelijkheidComputernetwerken (1BINF-08)
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 27 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- Verwerven van praktisch inzicht in de werking van computernetwerken - het verwerven van een hand-onondervinding in IP netwerken - De student is in staat om een eenvoudig IP netwerk te configureren (bv.routeringstabellen) en te onderhouden - De student is in staat om te gaan met de belangrijkste protocols ineen IP netwerk.
3. Inhoud
Er worden 7 labosessies georganizeerd rond IP netwerken
4. Werkvormen
Contactmomenten:Practica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Practicum
Permanente evaluatie:Opdrachten(tussentijdse) testen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
“Mastering Networks: An Internet Lab Manual” Jörg Liebeherr & Magda El Zarki Slides "Inleiding labocomputernetwerken" te downloaden van www.pats.ua.ac.be/courses
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 17:15 chris.blondia
Computerarchitectuur
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-19
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 28 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Hans Vangheluwe
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Fysica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-11
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Joke Hadermann
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesnihil
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Op het eind van deze cursus:- hebt u inzicht in de basisfysica achter de werking van software, hardware, etc. en de fysische processenwaarmee deze onderdelen worden gemaakt en inzicht in enkele van de fysische verschijnselen in hetalledaagse leven.- kunt u eenvoudige numerieke oefeningen oplossen over de verschillende onderwerpen van de cursus
3. Inhoud
Het is een traditionele cursus algemene fysica, alleen wordt er telkens als extra gezien hoe deze algemenefysica terug te vinden is in de verschillende computeronderdelen. Eerst wordt een noodzakelijke basisgelegd met vektorrekening, kinematica en dynamica. Vervolgens wordt er overgegaan op de onderwerpengolven (met als toepassingen geluid, microfoons, versterkers, klokken, touchscreens,...),optica (met alstoepassing o.a. de optische muis, scanners,...), thermometrie, thermodynamica, elektriciteit (m.i.v.condensatoren, batterijen, touchscreens, snelheid van informatie-overdracht,...), halfgeleiders (met als
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 29 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
toep. juncties, transistoren, diodes,...), integrated circuits (productie, evolutie, toekomst), isolatoren,supergeleiders, magnetoresistieve materialen ( RAM, opdrijven van snelheden, spintronics,...),elektromagnetische golven (optische communicatie, radio, televisie,...), lasers (CD, DVD,...).
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekMeerkeuzevragen
Permanente evaluatie:(tussentijdse) testen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
cursus aangeboden bij de cursusdienst
7. Facultatief studiemateriaal
http://computer.howstuffworks.com/http://howthingswork.virginia.edu/
8. Studiebegeleiding
De docent is steeds beschikbaar na de lessen en ook op andere momenten na afspraak.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 09:48 joke.hadermann
Algemene economie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-12
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Liesbet Okkerse
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 30 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
eindtermen middelbaar onderwijs
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kunnen verklaren van concepten van micro- en macro-economieVerwerven van kennis over belangrijke theoretische economische inzichten op micro-economisch en macro-economisch gebiedInzichten verwerven in de realiteit van de globale, Europese en Belgische economieVerwerven van studievaardigheden
3. Inhoud
De cursus omvat drie delen:Micro-economie: gedrag van gezinnen, gedrag van ondernemingen, prijsvorming inverschillende marktstructurenWelvaartseconomieMacro-economie: bestedingen en economische activiteit, geldmarkt, economische groei,inflatie en werkloosheid
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekMeerkeuzevragenOpen vragen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Syllabus die beschikbaar zal worden gesteld op blackboard
7. Facultatief studiemateriaal
David Begg, Foundations of Economics, McGraw Hill, 2006, 3de editie
David Begg, Stanley Fischer, Rudiger Dornbusch; Economics, McGraw Hill, 2008, 9e editie
8. Studiebegeleiding
Voor studiebegeleiding kan men terecht op het blackboard forum van deze cursus of bij de docentna afspraak.
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 31 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 16/09/2008 11:59 liesbet.okkerse
Elementaire statistiek
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 2BINF-10
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Michiel Debruyne
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*VolgtijdelijkheidDiscrete wiskunde (1BINF-02) EN Calculus (1BINF-071)
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student verwerft inzicht in de basisbegrippen uit de combinatoriek en kansrekening en kan deze correcttoepassen bij het oplossen van nieuwe problemen.
De student kan een steekproef analyseren met behulp van beschrijvende statistiek en de resultaten correctinterpreteren.
De student begrijpt de hoofdideeën achter de theorie van betrouwbaarheidsintervallen, hypothesetesten enlineaire regressie. Hij/zij kan deze theorie toepassen in een aantal specifieke gevallen (bvb. t-tests voornormaal verdeelde variabelen), zowel in schriftelijke oefeningen als m.b.v. statistische software.
Gegeven een data set en een concreet onderzoeksprobleem, kan de student dit probleem correctvertalen naar een statistisch model en door middel van een gepaste test een genuanceerd antwoordformuleren.
3. Inhoud
De cursus start met een overzicht van de belangrijkste begrippen uit de combinatieleer (permutaties,combinaties, ...). De bedoeling is vooral dat concrete telproblemen vlot worden opgelost.
Vervolgens worden de basisbegrippen van de kansrekening ingevoerd. We definiëren wat een kansruimte
03/12/08 08:50universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Bachelor
Page 32 of 32http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64303&ct=064303&e=165906&p=true&all=true
precies is en leiden verschillende rekenregels af (bvb. de regel van Bayes). De student dient de theorie vlotte kunnen toepassen in concrete kansproblemen.
Enkele veelgebruikte discrete en continue kansverdelingen worden besproken.
Vervolgens worden de basisbegrippen behandeld omtrent het beschrijven en weergeven van eensteekproef, het opstellen van een betrouwbaarheidsinterval en het uitvoeren van hypothesetests. Voor ditgedeelte maken we ook gebruik van het vrij downloadbare statistisch softwarepakket R.
Tenslotte wordt kort ingegaan op enkelvoudige lineaire regressie. De nadruk ligt er hier vooral opom regressie correct te kunnen uitvoeren in R en de bekomen output correct te kunnen interpreteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
Permanente evaluatie:Oefeningen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursusnota’s worden ter beschikking gesteld via blackboard.
7. Facultatief studiemateriaal
Boeken:
Statistiek en wetenschap - Beirlant J., Dierckx, G. en Hubert, M. Uigeverij ACCOIntroduction to probability - Grinstead CM., Snell, JL. Gratis downloadbaar ophttp://www.dartmouth.edu/~chance/teaching_aids/books_articles/probability_book/amsbook.mac.pdf
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 09:46 michiel.debruyne
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 1 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:52(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&all=true
Master in de informatica: computationele informatica (1ste jaar) 1MINF1-CI 2008-2009
Titel Semester Uren
theorie
Uren
praktijk
Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Compilers 1esemester
15,00 35,00 6 Dirk Janssens
Gedistribueerde Systemen 1esemester
25,00 20,00 6 Frans Arickx
Modelleren en Simuleren 2esemester
25,00 20,00 6 Annie CuytJoris Van Deun
Optimalisatietechnieken 2esemester
25,00 20,00 6 EkaterinaVladislavleva
Computational Finance 1esemester
25,00 20,00 6 Karel in 't Hout
Keuzevakken (12 sp): 6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten
de richting
Verdiepende keuzevakken
Wiskundige Methoden van de Beeldverwerking 1esemester
15,00 10,00 3 Alain Verschoren
Computationele Meetkunde 1esemester
15,00 10,00 3 Rudi Penne
Multilevel en Multirooster methoden 1esemester
15,00 10,00 3 Wim Vanroose
Cluster Computing 2esemester
20,00 25,00 6 Jan BroeckhoveFrans Arickx
Digitale Signaal- en Beeldverwerking 2esemester
20,00 35,00 6 Jan SijbersDirk Van Dyck
Capita selecta van de computationelewetenschappen
1esemester
25,00 3 Annie CuytKarel in 't HoutWim Vanroose
Computational Neuroscience: machine learning 2esemester
15,00 10,00 3 Erik De SchutterReinoud Maex
Keuzelijst van de richting aan KU Leuven: - Wavelets met toepassingen in signaal- en beeldverwerking (6 sp) -
Optimalisatie (6 sp) - Technisch- Wetenschappelijke software (6 sp) - Deterministische en Stochastische
Integratietechnieken (4 sp)
Optie Ondernemerschap : verplichte opleidingsonderdelen
Communicatie 1esemester
30,00 6 Luuk Van WaesMariëlle Leijten
Management van een organisatie 1esemester
30,00 6 Nathalie Vallet
Financieel management en juridische aspecten 2esemester
30,00 6 Eddy Laveren
Optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
Inleiding in de onderwijskunde 1esemester
18,00 3 Wil MeeusGilberte Verbeeck
Didactiek informatica 1esemester
36,00 6 Fabian Di Fiore
Oefenlessen 1esemester
3 Sabine Van RooseRudi WuytsVicky BeliënLuc BraeckmansTom De RooverWilhelmina De Smedt
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 2 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Danielle DeliJohan DeprezFabian Di FioreJürgen JaspersWil MeeusLiesbet OkkerseAnnie PinxtenRita RymenansMathea SimonsTom SmitsKim SoeteweyMarc StevensKristin VertentenAlexander OltmansKoenraad SmekensJan T'SasAndrea MichielsPieter SprangersNicole HunterKatrien Van DaeleGeert De VosGuy Walraevens
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen 2esemester
18,00 3 Elke StruyfCarlijne Ceulemans
Inleefstage 2esemester
3 Elke StruyfIngrid Imbrecht
Optie Onderzoek en Ontwikkeling: verplichte opleidingsonderdelen
Scientific English 2esemester
18,00 10,00 3 Diana Phillips
Communicatie 1esemester
30,00 15,00 6 Luuk Van Waes
Wetenschapsfilosofie 2esemester
30,00 3 Erik Myin
Onderzoekstage 1 (instapstage in richting naar keuze)
Onderzoeksstage 1 1esemester
15,00 30,00 6 Alle docenten
Compilers
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 35,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesJe hebt enige ervaring nodig met het schrijven en uittesten van een wat complexer programma in een imperatieve of object-georienteerde programmeertaal. Ook basiskennis over context-vrije grammatica's en eindige automaten is vereist.
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 3 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je dient aan te tonen dat je de compilertechnieken die in de theoretische lessen zijn besproken kan toepassen op eenvoudigevoorbeelden (bv. een attributengrammatica opstellen), en je moet in staat zijn de samenhang tussen deze technieken en hunbetekenis in je eigen worden uit te leggen.
Er wordt ook verwacht dat je samen met een medestudent een werkende compiler bouwt voor een eenvoudige imperatieve taal.Deze taal bevat wel de belangrijkste concepten van een dergelijke taal als types, procedures en recursie. Bij die taak moet jegebruik maken van enkele relevante tools voor lexicale analyse en parsing. De compiler moet niet enkel werkende doelcodeproduceren, maar ook in de mate van het mogelijke foutenboodschappen genereren.
3. Inhoud
In deze cursus wordt de structuur van een typische compiler voor een imperatieve taal behandeld. Eerst wordt nauwkeurig ingegaanop de specificatie van de taak die door de compiler moet uitgevoerd worden: voor de verschillende syntactische constructies van debron-taal wordt een vertaling gegeven in termen van code voor een (virtuele) doel-machine, en er wordt gespecifieerd hoe dezestukken code in elkaar gepast moeten worden tot een volledig programma. Dan worden de verschillende fazen die een compilerdoorloopt in meer detail besproken, met de nodige aandacht voor de formele technieken die ze ondersteunen: automaten encontextvrije grammatica's, LL en LR parsing, attributengrammatica's.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
D.Grune, H. Bal, C. Jacobs, K. Langendoen, Modern Compiler Design, Wiley, ISBN 0-471-97697-0
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/11/2008 13:56 dirk.janssens
Gedistribueerde Systemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1002
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 4 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
De student moet reeds inzicht verworven hebben in zowel de architectuur van computersystemen, als in de concepten vanbesturingssystemen. Bovendien moet de student beschikken over voldoende programmeerervaring.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal inzicht hebben verworven over de principes, de opbouw, en paradigma's van gedistribueerde systemen.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee delen, waarin respectievelijk principes en paradigma's worden behandeld.
Na een inleiding en een korte herhaling van noodzakelijke basiswerktuigen (processen en communicatie) worden volgendeonderwerpen besproken:
1. Principes"Naming" of benoeming (identificatie)Synchronisatie mechanismenConsistentie en duplicatie"Fault tolerance" of foutbestendigheid"Security" of beveiliging
2. Paradigma'sGedistribueerde object-gebaseerde systemenGedistribueerde file systemenGedistribueerde web-gebaseerde systemen
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
A. S. Tanenbaum en M. van Steen, Distributed Systems, Principles and Paradigms (2nd edition, in press) Prentice Hall
Begeleidende slides
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 17:03 frans.arickx
Modelleren en Simuleren
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1003
Semester: 2e semester
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 5 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Annie Cuyt
Joris Van Deun
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Deze cursus volgt op het vak 'Wetenschappelijk Programmeren' (uit informatica) óf op het vak 'Numerieke Analyse' (uit wiskunde).
Verschillende benaderingstechnieken worden bestudeerd, waaronder interpolatie, splines, kleinste kwadraten, beste benaderingen,bijna-beste benaderingen, zowel bij gebruik van polynomiale als rationale benaderingen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Gesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/07/2007 09:58 annie.cuyt
Optimalisatietechnieken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1004
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Ekaterina Vladislavleva
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 6 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
De cursus is een up-to-date, toegangelijke inleiding tot verschillende optimalisatieproblemen en -technieken. Basistechnieken voorlineair programmeren en lokale en globale continue optimalisatie (met en zonder beperkingen) worden besproken. Ook techniekenvoor discrete en multi-criteria optimalisatie komen aan bod. Recente ontwikkelingen, waaronder toepassingen in neurale netwerken,Tabu search, interior-point methoden en evolutionaire algoritmen worden besproken.
Afhankelijk van de voorkeuren van de studenten kan dit vak ook in het Engels gedoceerd worden.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Practicum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
- Sultan, Linear Programming, An introduction with applications, Academic Press, 1993.- S. Sait and H. Youssef, Interactive computer algorithms with applications in engineering, IEEE Computer Society, 1999.- J. Nocedal and S.J. Wright, Numerical Optimization, Springer, 1999.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 04/11/2008 16:48 ekaterina.vladislavleva
Computational Finance
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1005
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Karel in 't Hout
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 7 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEnige kennis van analyse en statistiek is een pre, maar niet noodzakelijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kennis van en inzicht in diverse computationele technieken voor het bepalen van optieprijzen.
3. Inhoud
Deze cursus geeft een introductie in financiële opties en het effectief berekenen van de prijzen van zulke opties viacomputersimulaties. Onderwerpen die aan bod zullen komen zijn: call- en putopties op aandelen, stochastische variabelen,aandeelprijsmodellen, Black-Scholes formules, hedging, Monte-Carlo methoden, en binomiale bomen. Er zal ruim gebruik wordengemaakt van het softwarepakket Matlab om het inzicht in de computationele technieken te vergroten.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesPractica
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
D.J. Higham: An Introduction to Financial Option Valuation. Cambridge Univ. Press (2004).
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Docent en assistent zijn beschikbaar voor vragen direct voor en na het college als ook op afspraak.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 19:55 karel.inthout
Wiskundige Methoden van de Beeldverwerking
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Alain Verschoren
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 8 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Computationele Meetkunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2002
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Rudi Penne
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Multilevel en Multirooster methoden
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2003
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Wim Vanroose
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze cursus geeft een introductie tot multilevel en multirooster technieken. Dit zijn computationele methoden die een hierarchie vanvoorstellingen gebruiken om een probleem op te lossen. Door gebruik te maken van deze hierarchie kunnen zeer efficiente oplossingsmethoden ontwerpen worden.
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 9 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student leert geavanceerde numerieke technieken en algoritmes ontwerpen en analyseren op convergentie, stabiliteit ennauwkeurigheid. Ze worden toegepast op realistische grootschalige problemen.
3. Inhoud
Multirooster technieken.Jacobi en Gauss-Seidel iteratiesInterpolatie en restrictie operatorenmultigrid analyse
Barnes-Hut algoritme en hierarchische methodenToepassingen Fast Multipole methode
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk met mondelinge toelichtingGesloten boek
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
Multigrid Tutorial
8. Studiebegeleiding
Docent is beschikbaar na elke les voor vragen en toelichtingen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 14:01 wim.vanroose
Cluster Computing
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2005
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 20,00
Uren praktijk: 25,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Frans Arickx
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 10 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze curus vereist een relatief veelzijdige achtergrond. Het opleidingsonderdeel bevat een systeemgerichte component en daarvooris voorkennis van uitbatingssystemen en van netwerken en gedistribueerde systemen belangrijk. Voorts is enige praktijkervaring inhet installeren van systeemsoftware vereist. Het opleidingsonderdeel bevat ook een component gericht op ontwikkelen van clusterprogrammatuur gebaseerd op MPI en dit vereist een gedegen programmeerervaring in C++, in het bijzonder voorwetenschappelijk-technische toepassingen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De doelstellingen voor het onderdeel ''clustersystemen'' van het opleidingsonderdeel zijn:
Je kent cluster architectuur en middlewareJe hebt ervaring met middleware installatie op een beowulf clusterJe kan cluster middleware tools en benchmarking tools gebruiken
Voor het onderdeel ''MPI gebaseerd parallel programmeren'' zijn de doelstellingen:
Je kent de basisconcepten van de MPI message passing standaardJe kan parallele gedistribueerde MPI-applicaties programmeren en uitvoerenJe kan de efficientie van MPI-programmas analyseren
3. Inhoud
Het opleidingonderdeel bestaat uit twee delen. Het eerste deel is gericht op cluster middleware, met bijzondere aandacht opcommodity clusters. Het tweede deel focust op het traditionele parallel programmeren en behandeld algoritmen en hunimplementatie op basis van de MPI middleware. Het eerste cursusdeel omvat in concreto
Cluster conceptenMiddleware componentenCluster monitoringJob managementBenchmarking
Het is gericht op het opdoen van ervaring in het werken met en op een clustersysteem. Het tweede, en meest omvanrijke,cursusdeel handelt over parallel programmeren op een cluster, gebruik makend van het message-passing paradigma.
Parallel computing achtergrondEen eerste kennismaking met MPIMPI: BasicsMPI: Advanced FeaturesTiming and Profiling
Het geeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het message-passing paradigma en het gebruik ervan via MessagePassing Interface (MPI) bibliotheken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereiding
Portfolio:
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 11 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal bestaat uit de cursustekst, en de documenten waarnaar verwezen wordt in de cursus. Na iedere les zullen ookde handouts ter beschikking gesteld worden via Blackboard. Voor de practica wordt het leermateriaal ter beschikking wordengesteld via de BlackBoard site van het opleidingsonderdeel, in functie van de taak of het project dat moet uitgevoerd worden. Eenbron van aanvullend leermateriaal zijn de diverse bijdragen in [1] en [2].
7. Facultatief studiemateriaal
[1] Beowulf Cluster Computing with Linux, Second Edition W. Gropp, E. Lusk and T. Sterling, 2002, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts[2] Using MPI: Portable Parallel Programming with the Message Passing Interface W. Gropp, E. Lusk and A. Skjellum, 1999, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts
8. Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen enzovoort kan die steeds stellen voor, tijdens of op het eindevan de les. De practica zijn steeds begeleide practica waarbij de assistent soms sturend optreedt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:23 frans.arickx
Digitale Signaal- en Beeldverwerking
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MFYS1014
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 20,00
Uren praktijk: 35,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Jan Sijbers
Dirk Van Dyck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
· kennis verwerven betreffende het basismodel en de basiswiskunde die de grondslag vormt van digitale beeld- en
signaalverwerking.
· kennis verwerven betreffende de algemene concepten van biomedische signaal- en beeldverwerkingstechnologie.
· de technieken zelf kunnen uitvoeren met beschikbare software en hardware.
3. Inhoud
Deel I: signaalverwerking
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 12 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
1. Signalen en Systemen
2. Tijdsdomein beschrijving en convolutie
3. Spectrale analyse
4. Signaal bemonstering
5. Digitale filters
6. Wavelet transformatie
Deel II: beeldverwerking
1. Algemene aspecten van digitale beeldtechnologie
2. Het beeldmodel
a. Lineaire systeemtheorie, Fourier Transformatie, Filter Theorie
3. Digitale beeldverwerking
a. Puntoperaties, Locale operaties, Globale operaties
i. Toepassingen: Beeldverbetering
ii. Beeldsegmentatie
4. Digitale beeldanalyse
a. Objectmetingen, patroonherkenning
5. Moderne technieken in de beeldverwerking:
a. de wavelet transformatie
b. artificiele neurale netwerken
c. genetische algoritmen
d. fuzzy logica
6. Toepassingen
De student vertrouwd maken met algemene concepten van biomedische signaal- en beeldverwerkingstechnologie. Het aanbrengenvan het basismodel en de basiswiskunde die de grondslag vormt van digitale beeld- en signaalverwerking. De student dezetechnieken leren zelf uitvoeren met beschikbare software en hardware. De student deze technieken leren toepassen op eenprobleem uit de medische of microscopische beeldvorming.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Cursus en studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 22:40 jan.sijbers
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 13 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Capita selecta van de computationele wetenschappen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2006
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Annie Cuyt
Karel in 't Hout
Wim Vanroose
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEnige ervaring met vakken uit de numerieke analyse en het wetenschappelijk programmeren strekt tot de aanbeveling.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het leren opzoeken, verwerken en (mondeling en schriftelijk) presenteren van resultaten uit de recente literatuur omtrentnumerieke analyse en wetenschappelijk programmeren.
3. Inhoud
Recente literatuur over onderzoeksonderwerpen uit de numerieke analyse en het wetenschappelijk programmeren zal wordenbestudeerd die in het reguliere licentieprogramma niet aan bod zijn gekomen. De gekozen lesformule ambieert een evenwichtigeafwisseling tussen presentaties van de deelnemende studenten en de verantwoordelijke onderzoeksgroepen. Om dit te realiserenstart de cursus ook met een uiteenzetting door een expert in wetenschapscommunicatie.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Seminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Recente tijdschriftartikelen of boeken, die tijdens de cursus zullen worden meegedeeld.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Docenten zijn beschikbaar voor vragen direct voor en na het college als ook op afspraak.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 14:24 karel.inthout
Computational Neuroscience: machine learning
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 14 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2007
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Erik De Schutter
Reinoud Maex
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
Geen beschrijving gevonden
Communicatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-029
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Mariëlle Leijten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Algemene interesse voor managementprocessen; - Beheersing van het Nederlands op moedertaalniveau; - Opmerking: geen mogelijkheid voor examencontract.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communicerenmet collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hogergeplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden alsniet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatievevaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie. De student verwerft - basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context;
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 15 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
- de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk; - de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinenvan professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowelpraktische vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaireaanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatievecommunicatiethema’s. Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die ophet niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. MANAGEMENTCOMMUNICATIEManagers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)processen aansturen, zowel intern als extern. In hetonderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatie inzet alsmanagementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten alscommunicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzetvan digitale media etc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaal noodzakelijk.Thema’s:
- beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvorming en –evaluatie; - crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties. TECHNISCHE COMMUNICATIE Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowelmondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt. Thema’s:
- instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik de kwaliteit van eenhandleiding of bijsluiter? - productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoe rapporteer ik de evaluatie vanproductontwikkeling? BEDRIJFSCOMMUNICATIE In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategisch en correct is. In ditonderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stil bij strategieën, structuren en conventies. Thema’s:
- onderhandelen en vergaderen - functioneringsgesprekken - solliciteren - voortgangsrapporten - goodwillcommunicatie - slechtnieuwsbrieven
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenCasussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 16 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
- Eigen studiemateriaal- Materiaal op online schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:08 marielle.leijten
Management van een organisatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-030
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Nathalie Vallet
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Algemene interesse voor micro- en macro-economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Basiskennis omtrent begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. het management van een organisatie:Basisinzicht in de globale samenhang van het management van een organisatie;Basisvaardigheden in het (professioneel, methodisch en kritisch) aanwenden van deze kennis en inzichten bij de analyse vanhet management van organisaties;Basisvaardigheden voor de uitoefening van junior kaderfuncties (vb. bedrijfsrelevante informatie verzamelen,bedrijfsdocumenten doornemen, gerichte informatienetwerken uitbouwen, contacten leggen met managers, interviewsafnemen, communiceren, verslagen opstellen, presenteren, zichzelf organiseren in functie van deadlines, …)
3. Inhoud
Partim 1:
In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippen management, manager enmanagementwetenschappen. Anderzijds overlopen we de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leidengeven en controleren). Pér managementfunctie staan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en dehierbij gebruikte methoden en instrumenten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. We benadrukken tenslotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet één wijze/manier om te plannen, teorganiseren, leiding te geven en te controleren). Partim 2
In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de studenten de theoretische kennissystematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als“(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 17 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
duiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijk aspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemtdeze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (vb. informatica, of biomedischewetenschappen, of …) én van hun later carrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoende interessant en vooral relevant is.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Tekstenbundel uitgedeeld tijdens de hoorcollegesEen samen met de studenten aangelegde “lexicon” (kwestie van een overzicht te behouden van alle concepten/begrippen diedoorheen de hele cursus de revue passeren).Nota’s door de studenten genomen tijdens de hoorcolleges (deel 1) en tijdens de werksessies.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/12/2007 11:01 annick.debroey
Financieel management en juridische aspecten
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-031
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Eddy Laveren
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Basiskennis management; - Vertrouwd zijn met het gebruik van een rekenmachine en het spreadsheetprogramma excel;
*Volgtijdelijkheid
Verplichte inschrijving voor '1MBMW-K-030 Management van een organisatie'.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de belangrijkste begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. hetfinancieel management van een organisatie; - De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de financiële en juridische kennis die nodig is om een bedrijf op testarten en te besturen - De studenten moeten in staat zijn deze kennis en inzichten aan te wenden bij het oplossen van problemen en uitdagingen vanhet management van een organisatie.
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 18 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid. Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zij bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan detechniek van het boekhouden en de inhoud van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op dewijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - analyse van de jaarrekening (statische en dynamische analyse); - kostencalculatie en break-evenanalyse; - het maken van financiële prognoses en het opstellen van financiële plannen; - de beoordeling en selectie van investeringsprojecten; - vraag en aanbod van financiering van KMO’s; - venture capital, business angels en mezzanine financiering; - beheer van het bedrijfskapitaal; - methoden van ondernemingswaardering Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijksteaspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - overzicht van de voor- en nadelen van verschillende vennootschapsvormen - inleiding tot de wet op de handelspraktijken - inleiding in het verbintenissen- en contractenrecht - inleiding tot de vennootschapsbelasting en de BTW De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennisinzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reële praktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groepopdrachten uit te werken en te presenteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Eddy Laveren, Peter-Jan Engelen, Arthur Limère & Sigrid Vandemaele (2009), Handboek Financieel Beheer, Intersentia, Antwerpen,derde druk. Syllabus van de docent
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Voor het stellen van vragen omtrent de leerstof of het maken van een individuele afspraak kan de docent of de assistent wordengecontacteerd: - Eddy Laveren (docent): lokaal B-320, Tel: 03/220.40.86, e-mail: [email protected] Vincent Molly (assistent): lokaal B-318, Tel: 03/220.41.79, e-mail: [email protected]
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 19 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 23:06 eddy.laveren
Inleiding in de onderwijskunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO101
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Wil Meeus
Gilberte Verbeeck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student dient minstens over de algemene eindcompetenties van een academische Bacheloropleiding te beschikken. Verder wordtverwacht dat hij zowel mondeling als schriftelijk vlot kan communiceren in correct Nederlands.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
De beginsituatie van de lerende en de leergroep achterhalen;Doelstellingen kiezen en formuleren;De leerinhouden/leerervaringen selecteren;De leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten;Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen;In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen;Realiseren van een adequate leeromgeving;Observatie/evaluatie voorbereiden;Observeren/proces en product evalueren.
De leraar als opvoeder:
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de lerende in klasverband en op school;De emancipatie van de lerende bevorderen;Door attitudevorming lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden;Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;Adequaat omgaan met lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties.
De leraar als organisator
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen;Een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning;Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de lerenden.
3. Inhoud
Volgende topics komen aan bod:
De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan;Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen, groeperingsvormen, media,evaluatie;De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klasklimaat, sociometrie, ordeproblemen,
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 20 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
pesten.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Imbrecht, I., Van Petegem, P. & Meeus W. (2008). Oriëntatie in onderwijskunde. Een openleerpakket. Leuven: Acco.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie Blackboard
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 26/11/2008 12:04 gilberte.verbeeck
Didactiek informatica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO231
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 36,00
Uren praktijk:
Uren andere: 42,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Fabian Di Fiore
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe studenten kunnen vlot werken met de standaard bureautoepassingen (office tools) (Word, Excel, Access, Powerpoint, ...) eneventueel andere softwarepakketten voor tekstverwerking, databeheer, rekenblad en presentaties.De student heeft programmeerervaring vanuit een programmeertaal (C, C++, Java, Pascal, ...) en kent de algemeneprogrammastructuren die in elk van deze talen aanwezig is.Deze cursus loopt parallel met `Inleiding in de onderwijskunde' en zal waar nodig daarnaar verwijzen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In dit opleidingsonderdeel zal je:
informatica als onderwijsvak kunnen situeren binnen het secundair onderwijs;de leerplannen en eindtermen voor de verschillende netten m.b.t. het schoolvak informatica kritisch kunnen analyseren en
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 21 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
toepassen;algemene leerdoelen, doelstellingen en attitudes kunnen concretiseren naar uiteindelijke geoperationaliseerde doelstellingenen per leerdoel een geschikte leerinhoud kunnen vinden waar deze leerdoelen en attitudes kunnen verwezenlijkt worden;een jaarplan voor een bepaalde doelgroep kunnen opstellen vanuit enkele vooraf besproken modellen;belangrijke didactische instrumenten zoals jaarplan, leerplan, lesvoorbereiding, klasagenda, vakwerkgroep, ... kunnensitueren binnen de taken en opdracht van de leraar;het model voor didactisch handelen kunnen opstellen, toelichten en via praktijksituaties kunnen concretiseren;lesvoorbereidingen kunnen opstellen volgens een vooraf besproken gericht model voor didactisch handelen met bijzondereaandacht voor de volgende items: beginsituatie, probleemstelling(en), doelstellingen, onderwijsleersituatie, didactischewerkvormen en didactische hulpmiddelen, evaluaties en de opsplitsing van de lesvoorbereiding in verschillende lesfasenvolgens de OSAEV-structuur;de verschillende didactische werkvormen en evaluatievormen, steeds vanuit het schoolvak informatica, kunnen vergelijkenmet elkaar en beoordelen op functionaliteit vanuit de leersituatie;binnen het onderwijsleergesprek correcte keuzes maken m.b.t. de verschillende soorten vragen (leerkracht - leerling) dieeerder werden besproken, en zal je deze keuze ook kunnen verantwoorden;de lesvoorbereidingen en leersituaties kunnen vertalen in functie van de vorm waaronder informatica als onderwijsvak wordtaangeboden, zoals daar zijn: informatiesystemen, software-ontwikkeling, programmeertechnieken, gebruik en beheer vansoftwarepakketten, informatica als vakoverschrijdende ICT-ondersteuning van andere schoolvakken, ... en dit o.a. vanuitvooraf aangeboden en besproken lesmodellen;vanuit de leersituaties specifieke items zoals `algoritmisch denken', `probleem oplossend werken', `opsplitsen indeelopdrachten' op een functionele manier aan bod laten komen;een verantwoorde keuze kunnen maken (per lesfase) voor de meest geschikte didactische werkvorm, didactischehulpmiddelen en bijbehorende evaluatietechnieken en -methodes;vanuit gemaakte lesvoorbereidingen een gepaste evaluatie (toets) kunnen opstellen (met specificatietabel enmodeloplossingen) over de betrokken leerinhouden;...
3. Inhoud
In deze module worden de principes, zoals bestudeerd in 'Inleiding in de onderwijskunde', toegepast in de informaticavakken vanhet secundair onderwijs.Centraal staat het verwerven van vaardigheden en competenties om zelfstandig en adequaat te kunnen fungeren als leerkracht metfocus op het schoolvak informatica.Deze tekst kan je beschouwen als een syllabus/cursus waarin de elementaire vakdidactische principes aangehaald worden, maarook als een trajectboek/leidraad waarbij je stapsgewijs doorheen de algemene didactiek toegepast op informatica gegidst wordt.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Syllabus met selectie van basisdocumenten, eventueel aangevuld met beschikbare, relevante documenten vanuit de verschillendeonderwijsnetten.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie referentielijst in de syllabus.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 11/10/2008 00:42 fabian.difiore
Oefenlessen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO400
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 22 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 18,00
Uren andere: 57,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Sabine Van Roose
Rudi Wuyts
Vicky Beliën
Luc Braeckmans
Tom De Roover
Wilhelmina De Smedt
Danielle Deli
Johan Deprez
Fabian Di Fiore
Jürgen Jaspers
Wil Meeus
Liesbet Okkerse
Annie Pinxten
Rita Rymenans
Mathea Simons
Tom Smits
Kim Soetewey
Marc Stevens
Kristin Vertenten
Alexander Oltmans
Koenraad Smekens
Jan T'Sas
Andrea Michiels
Pieter Sprangers
Nicole Hunter
Katrien Van Daele
Geert De Vos
Guy Walraevens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties - Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met de oefenlessen: - Inleiding in de onderwijskunde - Didactiek van de vakken die in de oefenlessen aan bod komen
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs,zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (versie van 30/12/06). Debasiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de oefenlessen horen bij de volgende functionele gehelen:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;De leraar als inhoudelijk expert;De leraar als organisator;De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker.
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn beslissingsvermogen en zin voor samenwerking.
3. Inhoud
De oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student volgt. Ze worden begeleid door de vakdidacticus en depraktijkassistenten. Voor studenten die twee vakdidactieken volgen, worden de oefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. In
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 23 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Meer informatie staat in de Wegwijzer Oefenlessenvan de verschillende vakdidactieken. Oefenlessen zijn lessen die studenten aan medestudenten van de universiteit geven. Deze lessen moeten voorbereid worden enworden achteraf besproken. Studenten wonen de lessen van medestudenten bij en nemen actief deel aan de bespreking.Aanwezigheid en actieve inbreng van de studenten is dus vereist, zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer medestudentenlesgeven. De studenten leren gericht observeren en inschatten hoe ze zelf overkomen. Ze leren de basisvaardigheden van hetlesgeven. De concrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken liggen in het verlengde van devakdidactiek(en).
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesVaardigheidstrainingen
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenMedewerking tijdens de contactmomenten
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer OefenlessenFormulieren voor het voorbereiden, observeren en beoordelen van oefenlessen
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Studenten Geschiedenis kunnen terecht bij de vakdidacticus en de praktijkassistenten vóór of na de colleges, via e-mail([email protected]) of, bij voorkeur na afspraak, in D 225 op de stadscampus.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 23/11/2008 14:56 helma.desmedt
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO102
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Carlijne Ceulemans
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Geen specifieke voorkennis vereist
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 24 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties voor dit opleidingsonderdelen sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen,vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering:
1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.7, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13)
2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7)
6. De leraar als partner van ouders (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6)
8. De leraar als partner van externen (basiscompetenties 8.1, 8.2, 8.3, 8.4)
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn:
- beslissingsvermogen- relationale gerichtheid- verantwoordelijkheidszin- flexibiliteit
3. Inhoud
Volgende topics worden behandeld: 1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding:
- Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’- Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’- Leerbegeleiding ‘leren leren’
Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de school 2 . Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken
3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg
4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Samengestelde reader
7. Facultatief studiemateriaal
Beschikbaar via Blackboard
8. Studiebegeleiding
Docent en praktijkassistenten
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 25/11/2008 19:13 elke.struyf
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 25 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Inleefstage
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO500
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere: 45,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Ingrid Imbrecht
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet het opleidingsonderdeel Inleiding in de onderwijskunde afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met deinleefstage.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen en vaardigheden en attitudes) van de leraar secundaironderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (versie van 30/12/06).De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de inleefstage horen bij de volgende functionele gehelen: 1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10,1.11, 1.12, 1.13) 2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7) 4. De leraar als organisator (basiscompetenties 4.1, 4.2, 4.3, 4.4) 6. De leraar als partner van de ouders of verzorgers (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5) 7. De leraar als lid van een schoolteam (basiscompetenties 7.1, 7.2, 7.3, 7.4) De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A7 verantwoordelijkheidszin
3. Inhoud
In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen wenaar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn. Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aan het leraarsberoep. Naastobservatie van het lesgeven (micro-niveau) gaat aandacht naar activiteiten op het niveau van de school (meso-niveau) en hoe deschool als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid (macro-niveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is deinvalshoek niet zozeer die van de eigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar enleerlingen, van de leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen, enz. Activiteiten op schoolniveaubetreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats, bijwonen van een klassenraad ofoudercontact, enz. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv. het schoolwerkplan, het beleid dat de school voert inzakeleerlingenbegeleiding, het participatiebeleid van de school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake. Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso) en bijvoorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in de ervaringen die studenten opdoen in voor hen minderbekende onderwijs- en leersettings en waardoor ze hun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 26 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
waar ze zelf onderwijs genoten.
4. Werkvormen
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: IndividueelScriptie: Individueel
5. Evaluatievormen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer Inleefstage Opdrachtenboek Model van portfolio
7. Facultatief studiemateriaal
Fontys Lerarenopleiding: Bronnenboek bij Stagehandreiking. Suggesties voor opdrachten. Tilburg, Fontys Hogescholen Nederland,2005.
8. Studiebegeleiding
Studenten kunnen terecht bij de onderwijskundigen en praktijkassistenten voor inhoudelijke vragen over of voor een gesprek m.b.t.dit opleidingsonderdeel. Voor organisatorische problemen kunnen ze terecht bij de stagecoördinator van de SLO.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 19/11/2008 10:22 ingrid.imbrecht
Scientific English
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-V-004
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Diana Phillips
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Engels
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesUpper-Intermediate Level in gesproken en geschreven Engels
*Volgtijdelijkheid
volledig geslaagd in 1Ba- en 2Ba-programma.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 27 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om:- volgens de geijkte conventies een goed gestructureerde paper of onderzoeksrapport te schrijven in het Engels.- vlot een goed gestructureerde presentatie, ondersteund door PowerPoint, te geven in het Engels.- op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen te leiden in het Engels.
3. Inhoud
De cursus is gericht op het ontwikkelen van de belangrijkste mondelinge en schriftelijke vaardigheden die de studenten veelvuldigzullen nodig hebben in hun toekomstige professionele omgeving. De meeste aandacht gaat naar het schrijven van een gedetailleerdacademisch essay, rapport of scriptie en vervolgens naar het overtuigend mondeling presenteren van deze informatie. Ook leren destudenten op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen leiden.
Via het analyseren van zowel wetenschappelijke als wetenschapspopulariserende teksten krijgen de studenten inzicht in hetwordingsproces van een artikel, paper of rapport. Andere belangrijke aandachtspunten zijn de ontwikkeling van een formelegeschreven stijl en aangepast taalgebruik en het vermijden van plagiaat. De vaardigheden die vereist zijn om overtuigendmondelinge presentaties te geven worden elke les verbeterd door regelmatig oefenen en het toepassen van de gekregen feedback.Voor het onderdeel vergaderen en onderhandelen krijgen de studenten niet alleen inzicht in de structurele componenten, maarleren zij ook hoe ze als leidinggevende optimaal gebruik kunnen maken van taal als beleidsinstrument. Alle opdrachten wordenzodanig geselecteerd dat ze discussie in groepsverband bevorderen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OpdrachtenCasussenMedewerking tijdens de contactmomenten
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Phillips, D. and Noble, A. Scientific English. Universitas (2008)
7. Facultatief studiemateriaal
Walters, D.E. and G. C. Walters (2002). Scientists Must Speak: Bringing Presentations to Life. Routledge Study Guides.
8. Studiebegeleiding
Docent is beschikbaar voor begeleiding en hulp bij opdrachten. Liefst na afspraak (e-mail of voor/na de colleges)
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 18:16 diana.phillips
Communicatie
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 28 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- Algemene interesse voor managementprocessen;- Beheersing van het Standaardnederlands op moedertaalniveau;Opmerking: Geen examencontract mogelijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communicerenmet collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger-geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden alsniet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatievevaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie. De student verwerft
basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context;de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk;de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinenvan professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowelpraktisch vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaireaanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’sdie relevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. Managementcommunicatie
In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatieinzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten alscommunicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzetvan digitale media etc. Thema’s:
beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvormig en –evaluatie;crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties.
Technische communicatie
Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowelmondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt. Thema’s:
instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik de
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 29 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
kwaliteit van een handleiding of bijsluiter?productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoerapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling?
Bedrijfscommunicatie
In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de formulering correct en strategisch aangepastis. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stil bij conventies, structuren enstrategieën. Thema’s: onderhandelen en vergaderen
functioneringsgesprekkengoodwillcommunicatieslechtnieuwsbrievenvoortgangsrapportensolliciteren
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Casussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- eigen syllabus- digitaal schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 13/12/2007 16:16 annick.debroey
Wetenschapsfilosofie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MWET1001
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 30 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Titularis(sen) Erik Myin
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
geen bijzondere
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kennis van en inzicht in de belangrijste thema's van de hedendaagse wetenschapsfilosofie.
3. Inhoud
In dit college wordt de filosofische reflectie op wetenschap behandeld, zoals deze laatste decennia gevoerd is. Er wordt ingegaan opwat wetenschap onderscheidt van andere cultuurverschijnselen en er wordt een overzicht gegeven van gangbare opvattingen overtypische wetenschappelijke fenomenen zoals verklaring, voorspelling, confirmatie en falsificatie. Tevens wordt aandacht besteed aande kritiek op de wetenschappelijke rationaliteit en op de status van de wetenschap binnen de westerse cultuur.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De syllabus van de doecent. Hoe deze beschikbaar zal worden gemaakt zal in het begin van de colleges overlegd worden. Devolledige syllabus zal klaar zijn bij de aanvang van de colleges.
7. Facultatief studiemateriaal
-Godfrey-Smith, Peter (2003), Theory and reality. An introduction to the philosophy of science. Chicago, ILL.: University of ChicagoPress.
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor overleg en verdere aanwijzingen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 02/07/2008 14:26 erik.myin
Onderzoeksstage 1
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF3001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
03/12/08 08:52universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computationele informatica
Page 31 of 31http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64307&ct=064307&e=165918&p=true&all=true
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Alle docenten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen:
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEr zijn geen algemene aanvangscompetenties vereist. Specifieke competenties kunnen geeist worden door de onderzoeksgroepwaarbij de stage gevolgd wordt.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het doel van Stage 1 is de studenten te laten kennismaken met de essentiële aspecten van het wetenschappelijke onderzoek zoalshet gevoerd wordt binnen zowel academische als industriële instellingen. In het bijzonder met inbegrip van activiteiten als hetopzoeken van aanverwant werk; het vinden, formuleren en motiveren van onderzoeksvragen, e.d.
3. Inhoud
De inhoud van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt. Als voorbeeld : de studentwordt betrokken in het onderzoek van de onderzoeksgroep en rapporteert over zijn/haar werkzaamheden.
4. Werkvormen
Stage
5. Evaluatievormen
Stage-evaluatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
7. Facultatief studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
8. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 14:45 lydia.janssens
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 1 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:52(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&all=true
Master in de informatica: computernetwerken en gedistribueerde systemen (1ste jaar)
1MINF1-CN 2008-2009
Titel Semester Uren theorie Uren praktijk Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Compilers 1e semester 15,00 35,00 6 Dirk Janssens
Gedistribueerde Systemen 1e semester 25,00 20,00 6 Frans Arickx
Mobiele en Draadloze Netwerken 1e semester 25,00 20,00 6 Chris Blondia
Prestatieanalyse van Telecomsystemen 2e semester 25,00 20,00 6 Chris BlondiaBenny Van Houdt
Distributed Computing Paradigms 2e semester 15,00 30,00 6 Jan Broeckhove
Keuzevakken (12 sp): 6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te kiezen binnen of buiten
de richting
Verdiepende keuzevakken
Advanced Performance Modelling 1e semester 25,00 20,00 6 Benny Van Houdt
Labo Mobiele en Draadloze Netwerken 1e semester 25,00 3 Chris Blondia
Grid Computing 1e semester 15,00 30,00 6 Jan Broeckhove
Cluster Computing 2e semester 20,00 25,00 6 Jan BroeckhoveFrans Arickx
Seminarie Computernetwerken 2e semester 25,00 3 Chris BlondiaVincenzo De Florio
Labo sensornetwerken 2e semester 30,00 3 Chris Blondia
Keuzelijst van de richting aan KU Leuven
- Software voor Real-time en Embedded Systems (4 sp) - Capita Selecta van Gedistribueerde Systemen (4 sp) -
Internetinfrastructuur (5 sp) - Multi-Agent Systemen (4 sp) - Beveiliging van Netwerk- en Computerinfrastructuur (4
sp)
Optie Ondernemerschap : verplichte opleidingsonderdelen
Communicatie 1e semester 30,00 6 Luuk Van WaesMariëlle Leijten
Management van een organisatie 1e semester 30,00 6 Nathalie Vallet
Financieel management en juridische aspecten 2e semester 30,00 6 Eddy Laveren
Optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
Inleiding in de onderwijskunde 1e semester 18,00 3 Wil MeeusGilberte Verbeeck
Didactiek informatica 1e semester 36,00 6 Fabian Di Fiore
Oefenlessen 1e semester 3 Sabine Van RooseRudi WuytsVicky BeliënLuc BraeckmansTom De RooverWilhelmina De SmedtDanielle DeliJohan DeprezFabian Di FioreJürgen JaspersWil MeeusLiesbet OkkerseAnnie PinxtenRita RymenansMathea SimonsTom SmitsKim SoeteweyMarc StevensKristin Vertenten
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 2 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Alexander OltmansKoenraad SmekensJan T'SasAndrea MichielsPieter SprangersNicole HunterKatrien Van DaeleGeert De VosGuy Walraevens
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen 2e semester 18,00 3 Elke StruyfCarlijne Ceulemans
Inleefstage 2e semester 3 Elke StruyfIngrid Imbrecht
Optie Onderzoek en Ontwikkeling: verplichte opleidingsonderdelen
Scientific English 2e semester 18,00 10,00 3 Diana Phillips
Communicatie 1e semester 30,00 15,00 6 Luuk Van Waes
Wetenschapsfilosofie 2e semester 30,00 3 Erik Myin
Onderzoekstage 1 (instapstage in richting naar keuze)
Onderzoeksstage 1 1e semester 15,00 30,00 6 Alle docenten
Compilers
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 35,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesJe hebt enige ervaring nodig met het schrijven en uittesten van een wat complexer programma in een imperatieve of object-georienteerde programmeertaal. Ook basiskennis over context-vrije grammatica's en eindige automaten is vereist.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je dient aan te tonen dat je de compilertechnieken die in de theoretische lessen zijn besproken kan toepassen op eenvoudigevoorbeelden (bv. een attributengrammatica opstellen), en je moet in staat zijn de samenhang tussen deze technieken en hunbetekenis in je eigen worden uit te leggen.
Er wordt ook verwacht dat je samen met een medestudent een werkende compiler bouwt voor een eenvoudige imperatieve taal.Deze taal bevat wel de belangrijkste concepten van een dergelijke taal als types, procedures en recursie. Bij die taak moet jegebruik maken van enkele relevante tools voor lexicale analyse en parsing. De compiler moet niet enkel werkende doelcodeproduceren, maar ook in de mate van het mogelijke foutenboodschappen genereren.
3. Inhoud
In deze cursus wordt de structuur van een typische compiler voor een imperatieve taal behandeld. Eerst wordt nauwkeurig ingegaanop de specificatie van de taak die door de compiler moet uitgevoerd worden: voor de verschillende syntactische constructies van debron-taal wordt een vertaling gegeven in termen van code voor een (virtuele) doel-machine, en er wordt gespecifieerd hoe deze
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 3 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
stukken code in elkaar gepast moeten worden tot een volledig programma. Dan worden de verschillende fazen die een compilerdoorloopt in meer detail besproken, met de nodige aandacht voor de formele technieken die ze ondersteunen: automaten encontextvrije grammatica's, LL en LR parsing, attributengrammatica's.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
D.Grune, H. Bal, C. Jacobs, K. Langendoen, Modern Compiler Design, Wiley, ISBN 0-471-97697-0
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/11/2008 13:56 dirk.janssens
Gedistribueerde Systemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1002
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student moet reeds inzicht verworven hebben in zowel de architectuur van computersystemen, als in de concepten vanbesturingssystemen. Bovendien moet de student beschikken over voldoende programmeerervaring.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal inzicht hebben verworven over de principes, de opbouw, en paradigma's van gedistribueerde systemen.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee delen, waarin respectievelijk principes en paradigma's worden behandeld.
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 4 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Na een inleiding en een korte herhaling van noodzakelijke basiswerktuigen (processen en communicatie) worden volgendeonderwerpen besproken:
1. Principes"Naming" of benoeming (identificatie)Synchronisatie mechanismenConsistentie en duplicatie"Fault tolerance" of foutbestendigheid"Security" of beveiliging
2. Paradigma'sGedistribueerde object-gebaseerde systemenGedistribueerde file systemenGedistribueerde web-gebaseerde systemen
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
A. S. Tanenbaum en M. van Steen, Distributed Systems, Principles and Paradigms (2nd edition, in press) Prentice Hall
Begeleidende slides
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 17:03 frans.arickx
Mobiele en Draadloze Netwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1006
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 5 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
De student heeft kennis van de gelaagde architectuur van communicatiessystemen. Bovendien heeft de student zicht op debelangrijkste functies van elk van de lagen alsook op de belangrijkste protocols, zoals ethernet, IP, TCP Daarenboven heeft destudent een goed overzicht van de belangrijkste telecommunicatiesystemen die vandaag worden gebruikt.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student heeft inzicht in de belangrijkste kenmerken van de fysische laag, de MAC laag, de netwerk laag en de transport laag indraadloze en mobiele netwerken. Bovendien heeft de student een goed overzicht van de belangrijkste draadloze en mobielenetwerken die vandaag en in de nabije toekomst zullen gebruikt worden, en dit zowel voor publieke cellulaire netwerken, als lokaleen personal netwerken en tevens sensor- en ad hoc netwerken.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee grote delen. In een eerste deel worden belangrijkste kenmerken behandeld van de fysische laag, deMAC laag, de netwerk laag en de transport laag in mobiele en draadloze netwerken. Tevens worden een aantal belangrijke protocolsnader bestudeerd voor elk van deze lagen. In een tweede deel worden draadloze en mobiele communicatiesystemen naderbestudeerd. De volgende systemen worden behandeld: cellulaire netwerken: UMTS, LTE, TETRA; WPAN: bluetooth, zigbee; WLAN:WiFi; WMAN: WiMAX; sensornetwerken; ad hoc netwerken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingOpen boekOpen vragen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
J.Schiller, "Mobile Communications", Addisson-Wesley W. Stallings, "Wireless Communications and Networks", Prentice Hall
8. Studiebegeleiding
UItleg kan bekomen worden bij de assistenten van de PATS onderzoeksgroep, o.a. P. De Cleyn, B. Braem, M. Voorhaen
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 17:26 chris.blondia
Prestatieanalyse van Telecomsystemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1007
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Chris Blondia
Benny Van Houdt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 6 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesIn deze cursus worden de studenten vertrouwd gemaakt met enkele basisbegrippen voor het opstellen van stochastische modellendie veelvuldig gebruikt worden in het telecommunicatiegebied. Elementaire voorkennis van kanstheorie en probabiliteit is eenpluspunt, maar geen zeker geen noodzaak.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Naast het vertrouwd maken van de studenten met enkele basistechnieken voor het opstellen van stochastische modellen, zoals hetBernoulli/Poisson process, renewal theorie en Markov ketens, wordt er veel aandacht besteed aan de practische relevantie van degepresenteerde mathematische resultaten. Het is dan ook van groot belang dat de studenten in staat zijn deze toe te passen op talvan probleemsituaties binnen en buiten de telecommunicatie. Op deze vaardigheid zal ook geoefend worden tijdens de practicasessies. Het einddoel is dat de student problemen kan vertalen naar de juiste theoretische setting en vervolgens de nodigemathematische resultaten kan aanwenden om te komen tot een gekwantificeerd besluit.
3. Inhoud
Deze cursus laat de studenten toe kennis te maken met enkele fundamentele concepten voor het opzetten van stochastischemodellen, zoals het Bernoulli/Poisson process, renewal theorie en Markov ketens, Erlang loss modellen, etc. Een inhoudstafel vande cursustekst wordt hieronder weergegeven:
BERNOULLI AND POISSON PROCESS- Bernoulli process- The Poisson process- Superposition, random split, random selection - ExercisesRENEWAL PROCESSES - Renewal Processes: Definitions and Examples - Number of Arrivals Nt and the Renewal Function m(t) - First Renewal Time after Time t - Last Renewal Time before Time t- Long-run renewal rate- Renewal reward processes- Blackwell’s theorem- Renewal Equations- How to use the key renewal theorem- Alternating Renewal Processes - Delayed Renewal Processes- Exercises DISCRETE-TIME MARKOV CHAINS - Definition and Basic Properties- Communicating States and Classes - A Fast Algorithm to check the Irreducibility of a FiniteMarkov Chain- Hitting Probabilities and Hitting Times - Transient and Recurrent States- Invariant Vectors and Distributions - Convergence to the Steady State- A Fast Algorithm to determine the Period of a Finite Markov Chain - Lemma of Pakes and Kaplan- Birth-and-Death Markov chains- Summary- Exercises APPLICATIONS - Dimensioning Telephone Systems - Erlang B formula- Engset Formula - Erlang C Formula- Bianchi’s 802.11 model - Exercises
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
5. Evaluatievormen
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 7 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Een engelstalige cursus zal aangeboden worden via de cursusdienst.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 17/11/2008 14:13 benny.vanhoudt
Distributed Computing Paradigms
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1008
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze curus vereist een gedegen kennis van gedistribueerde systemen en bouwt voort op het opledingsonderdeel ''Gedistribueerdesystemen'' uit de masteropleiding. Voorts is een aanzienlijke voorkennis in het programmeren en een ruime programmeerervaringvereist. Ook elementaire kennis van software ontwikkeling (projectvoering, testen van programma's) is belangrijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je bent vertrouwd met de karakteristieken van distributed computing en middleware en de weerslag ervan op gedistribueerdeapplicaties.Je hebt inzicht in de architectuur van gedistribueerde applicaties en hoe die gekoppeld is aan de middleware die de diverseparadigma's belichaamt.Je kan dat inzicht uitwerken in groepsproject ter realisatie van gedistribueerde applicaties.
3. Inhoud
In dit opleidingsonderdeel worden de concepten en theoretische achtergrond van het ontwikkelen van applicatieprogrammatuurvoor gedistribueerde systemen bestudeerd. Er wordt daarbij vooral ingegaan op de diverse programmeerparadigma's die mogelijkzijn.De inhoud omvat drie componenten, namelijk RMI, Jini plus JavaSpaces, en Web Services. De eerste wordt aangebracht alsvoorbeeld van een gedistribueerde objecten middleware. De tweede wordt bestudeerd als eenvoudig maar taalgebonden services
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 8 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
gebaseerd systeem. De JavaSpaces, een Jini service in hun hedendaagse implementatie, geven aan hoe een extra midleware laaghet programmeerparadigma totaal kan wijzigen. De Web Services worden bestudeerd als complex maar niet taalgebonden servicegebaseerd systeem.De componenten worden in het practicum op geintegreerde manier in een enkele opdracht verweven. Het onderwerp van deopdracht verschilt van jaar tot jaar, maar wordt wel telkens als groepsproject uitgevoerd.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesPractica
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereidingOpen boek
Portfolio:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal voor de theoretische lessen bestaat uit de cursustekst, en de documenten waarnaar verwezen wordt in decursus. Na iedere les zullen ook de handouts ter beschikking gesteld worden.Voor de practica wordt het leermateriaal ter beschikking worden gesteld via de BlackBoard site van het opleidingsonderdeel, infunctie van het project dat zal uitgevoerd worden.Een bron van aanvullend leermateriaal zowel voor theorie al practicum voor het deel over Jini is de ''Guide to Jini technologies}''van Newmarch [1].
7. Facultatief studiemateriaal
[1] Foundations of Jini 2 Programming, Jan Newmarch Apress, 2006, ISBN-13: 13-978-1-59059-716-3
8. Studiebegeleiding
Twee- tot driemaal wordt er met de groep een functioneringsgesprek gehouden. Voorts zijn docent en assistent onmiddelijk na deles steeds beschikbaar voor bijkomende vragen. Ook op afspraak (via email) kan een extra contactmoment ingelast worden voorbehandeling van vragen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 16:25 jan.broeckhove
Advanced Performance Modelling
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2008
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Benny Van Houdt
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 9 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
*Algemene competentiesDeze cursus vergt enige voorkennis van discrete-tijd Markov ketens. Deze wordt in ruime mate aangeboden in hetopleidingsonderdeel Prestatieanalyse van Telecomsystemen. Ook wat basiskennis in verband met graafalgoritmen is meegenomen(bv. depth-first-search, topological sort), maar is geen noodzaak.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het eerste deel van deze cursus (50p) voorziet de studenten van een gedegen kennis rond (stochastische) optimalisatie-algoritmen, in het bijzonder van Markov Decision Processes (MDPs), waarbij de nodige bewijsvoering die nodig is bij deontwikkeling van deze algoritmen niet uit de weg wordt gegaan. Hier wordt dus voornamelijk een sterk wetenschappelijke basisgelegd, die aanleiding geeft tot een diep inzicht in de werking van enkele zeer krachtige optimalisatie-algoritmen.
In het tweede deel demonstreren we de flexibiliteit van het MDP framework door dit toe te passen op een aantal concreteproblemen uit de informatica (en telecomsystemen in het bijzonder). Belangrijk hierbij is dat de studenten zelf in staat zijn ommogelijke toepassingen te herkennen en uit te werken.
3. Inhoud
Deel I: MARKOV DECISION PROCESSES THEORY
1) Introduction1.1) A Definition1.2) Policies
2) The Finite Horizon Problem2.1) Backward Induction2.2) Examples2.2.1) Shortest-path Routing with Negative Weights2.2.2) Scheduling
3) Total Expected Discounted Rewards over an Infinite Horizon3.1) Contraction Mappings3.2) The Optimality Equation3.3) Policy Iteration Algorithm3.3.1) Improving the Policy Evaluation Time 3.3.2) Improving the Policy Improvement Time 3.4) Linear Programming 3.5) Value Iteration Algorithm 3.5.1) Improving the Value Iteration Algorithm using Suboptimality3.5.2) Improving the Value Iteration Algorithm using Gauss-Seidel
4) Average Rewards over an Infinite Horizon4.1) MDP Classification4.2) Stationary, Fundamental and Deviation Matrices 4.3) Computing the Average Reward4.4) Blackwell Optimality4.5) Laurent Series Expansion4.6) The Optimality Equation4.7) Policy Iteration Algorithm4.8) Modified Optimality Equation4.9) Value Iteration Algorithm
Deel II: APPLICATIONS
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:Individueel
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
Schriftelijk werkstuk:
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 10 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Een uitgewerkte cursustekst is beschikbaar.
7. Facultatief studiemateriaal
Markov Decision Processes, Lodewijk van Kallenberg, University of Leiden, Fall 2007.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 20/08/2008 13:59 benny.vanhoudt
Labo Mobiele en Draadloze Netwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2009
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 25,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student heeft een degelijk inzicht in computernetwerken in het algemeen en IP netwerken in het bijzonder. Verder is eenbasiskennis van 802.11 netwerken aangewezen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Op het einde van de cursus moet de student zijn theoretische inzicht in mobiele en draadloze netwerken hebben verbreed aan dehand van practische toepassingen. De verschillende opties in het opzetten van een draadloosnetwerk, de performantie-eigenschappen ervan en de impact van beveiligingsmethoden zal hij kunnen verklaren dank zij de opgebouwde expertise. Op eenzelfde wijze kan hij de mogelijkheden van mobilitietsprotocols die worden toegepast in draadloze netwerken verklaren vanuitopgebouwde expertise.
3. Inhoud
Er worden 7 labosessies georganiseerd rond mobiele en draadloze netwerken. Verder zal er een labosessie worden uitgewerkt doorde student die een specifiek aspect van draadloze netwerken benaderd.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Practica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereiding
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 11 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Practicum
Permanente evaluatie:(tussentijdse) testen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De noodzakelijke hardware (PC's en draadloze nodes) worden voorzien. Verder wordt een sylabus beschikbaargesteld viahttp://www.pats.ua.ac.be/courses
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Dit labo wordt begeleid door Peter De Cleyn. Voor vragen en informatie neemt u best contact op per e-mail [email protected]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 15:57 chris.blondia
Grid Computing
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2010
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze curus vereist kennis van gedistribueerde systemen en in het bijzonder van middleware concepten. Voor studenten die devolledige masteropleiding Informatica aan de UA volgen, betekent dit dat zij het opleidingsonderdeel ''Gedistribueerde Systemen''achter de rug moeten hebben, en bij voorkeur, ook het opleidingsonderdeel ''Distributed Computing Paradigms''.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het opleidingsonderdeel beoogt de volgende competenties te ontwikkelen:
Je hebt inzicht in de definitie en taxonomie van grids en weet wat een grid onderscheidt van andere gedistribueerdesystemenJe kan de belangrijkste componenten van grid middleware duidenJe bent in staat met diverse gridsystemen applicaties op te zetten en te laten functioneren
Het opleidingsonderdeel is zowel kennis- als ervaringsgericht, en omvat een grote dosis werk op operationele gridsystemen.
3. Inhoud
De cursus start met een omschrijving en overzicht van gridsystemen in hun verschillende gedaanten: van gestructureerdecomputationele grids over volunteer systemen tot opportunistische systemen. Vervolgens wordt ingegaan op de architectuur vangrid middleware en de functionaliteit van zijn diverse componenten. Tot slot worden de toepassingsmogelijkheden van de diversegridtypes belicht.
Het belang van het practicum is hierbij zeer groot. Het zal gaan om een hands-on practicum dat in overleg met de studenten vorm
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 12 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
gegeven wordt. Het kan gericht zijn op de ontwikkeling van toepassingen op een bestaande grid of op ontwikkeling en inzet van eengridsysteem. De keuze wordt gemaakt in functie van de interesses van de student.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcolleges
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)Projectwerk:
Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereiding
Portfolio:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal bestaat uit de cursustekst, en de documenten waarnaar verwezen wordt in de cursus. Na iedere les zullen ookde handouts ter beschikking gesteld worden via Blackboard. Voor de practica wordt het leermateriaal ter beschikking wordengesteld via de BlackBoard site van het opleidingsonderdeel, in functie van de taak of het project dat moet uitgevoerd worden. Deboeken [1] en [2] bieden interessant aanvullend studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
[1] Grid Computing: Making the Global Infrastructure a Reality F. Berman, G. C. Fox and A. J. G. Hey, 2003, J. Wiley & Sons, Chichester, England[2] The Grid: Core Technologies M. Li and M. Baker, 2005, J. Wiley & Sons, Chichester, England
8. Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen enzovoort kan die steeds stellen voor, tijdens of op het eindevan de les.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 08/09/2008 16:30 jan.broeckhove
Cluster Computing
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2005
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 20,00
Uren praktijk: 25,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Jan Broeckhove
Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDeze curus vereist een relatief veelzijdige achtergrond. Het opleidingsonderdeel bevat een systeemgerichte component en daarvoor
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 13 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
is voorkennis van uitbatingssystemen en van netwerken en gedistribueerde systemen belangrijk. Voorts is enige praktijkervaring inhet installeren van systeemsoftware vereist. Het opleidingsonderdeel bevat ook een component gericht op ontwikkelen van clusterprogrammatuur gebaseerd op MPI en dit vereist een gedegen programmeerervaring in C++, in het bijzonder voorwetenschappelijk-technische toepassingen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De doelstellingen voor het onderdeel ''clustersystemen'' van het opleidingsonderdeel zijn:
Je kent cluster architectuur en middlewareJe hebt ervaring met middleware installatie op een beowulf clusterJe kan cluster middleware tools en benchmarking tools gebruiken
Voor het onderdeel ''MPI gebaseerd parallel programmeren'' zijn de doelstellingen:
Je kent de basisconcepten van de MPI message passing standaardJe kan parallele gedistribueerde MPI-applicaties programmeren en uitvoerenJe kan de efficientie van MPI-programmas analyseren
3. Inhoud
Het opleidingonderdeel bestaat uit twee delen. Het eerste deel is gericht op cluster middleware, met bijzondere aandacht opcommodity clusters. Het tweede deel focust op het traditionele parallel programmeren en behandeld algoritmen en hunimplementatie op basis van de MPI middleware. Het eerste cursusdeel omvat in concreto
Cluster conceptenMiddleware componentenCluster monitoringJob managementBenchmarking
Het is gericht op het opdoen van ervaring in het werken met en op een clustersysteem. Het tweede, en meest omvanrijke,cursusdeel handelt over parallel programmeren op een cluster, gebruik makend van het message-passing paradigma.
Parallel computing achtergrondEen eerste kennismaking met MPIMPI: BasicsMPI: Advanced FeaturesTiming and Profiling
Het geeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het message-passing paradigma en het gebruik ervan via MessagePassing Interface (MPI) bibliotheken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling zonder schriftelijke voorbereiding
Portfolio:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal bestaat uit de cursustekst, en de documenten waarnaar verwezen wordt in de cursus. Na iedere les zullen ookde handouts ter beschikking gesteld worden via Blackboard. Voor de practica wordt het leermateriaal ter beschikking wordengesteld via de BlackBoard site van het opleidingsonderdeel, in functie van de taak of het project dat moet uitgevoerd worden. Eenbron van aanvullend leermateriaal zijn de diverse bijdragen in [1] en [2].
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 14 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
7. Facultatief studiemateriaal
[1] Beowulf Cluster Computing with Linux, Second Edition W. Gropp, E. Lusk and T. Sterling, 2002, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts[2] Using MPI: Portable Parallel Programming with the Message Passing Interface W. Gropp, E. Lusk and A. Skjellum, 1999, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts
8. Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen enzovoort kan die steeds stellen voor, tijdens of op het eindevan de les. De practica zijn steeds begeleide practica waarbij de assistent soms sturend optreedt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:23 frans.arickx
Seminarie Computernetwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2014
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Chris Blondia
Vincenzo De Florio
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student heeft een algemeen overzicht van telecommunicatiesystemen
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student is in staat een wetenschappelijke uiteenzetting rond bepaalde aspecten van telecommunicatiesystemen te begrijpen,samen te vatten en verder uit te diepen. De student is in staat van een dergelijke uiteenzetting meer informatie te zoeken enhierover een paper te schrijven.
3. Inhoud
De inhoud wordt ieder jaar opnieuw bepaald. Dit hangt af van beschikbare sprekers.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Seminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 15 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Mogelijk materiaal dat door de sprekers wordt verdeeld.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 11:10 chris.blondia
Labo sensornetwerken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2020
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Chris Blondia
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student heeft kennis van de gelaagde architectuur van communicatiessystemen. Bovendien heeft de student zicht op debelangrijkste functies van elk van de lagen alsook op de belangrijkste protocols zoals ethernet, IP, UDP en TCP. Daarenboven heeftde student een goed overzicht van de belangrijkste hedendaagse telecommunicatiesystemen, en in het bijzonder van routering inad-hoc netwerken.Van de student wordt verwacht dat hij of zij beschikt over de nodige programmeerervaring met Java.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student verwerft inzichten in zowel de theoretische maar vooral de praktische kant van echte sensornetwerken. De bedoeling ishet opbouwen van hands-on ervaring met de verschillende aspecten van sensornetwerken zoals energie efficientie.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit 3 delen. Het eerste deel geeft een overzicht van de state of the art van sensornetwerken en de SunSPOTtechnologie.In het tweede deel leren de studenten op zelfstandige basis, begeleid door vrije oefeningen, werken met de SunSPOTS en dehieraan verbonden programmeer- en netwerkaspecten. In het derde en laatste deel werken de studenten een project uit. Ze ontwikkelen hiervoor een kleine applicatie op de SunSPOTswaarbij ze verschillende netwerkaspecten moeten evalueren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Practica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 16 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)Projectwerk:
In groep
5. Evaluatievormen
Portfolio:met mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Alle studiemateriaal (SunSPOTs, PC's, laboruimte, ...) wordt voorzien
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Bij vragen omtrent dit vak in het algemeen en in het bijzonder over het gebruik van de hardware of de inhoud van het projectmailen studenten best naar de verantwoordelijke assistenten: Bart Braem ([email protected]) en Kurt Smolderen([email protected]). De assistenten hebben ervaring met het gebruik van de hardware en worden best gecontacteerd indienproblemen opduiken om onnodig tijdsverlies te voorkomen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2008 15:52 chris.blondia
Communicatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-029
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Mariëlle Leijten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Algemene interesse voor managementprocessen; - Beheersing van het Nederlands op moedertaalniveau; - Opmerking: geen mogelijkheid voor examencontract.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communicerenmet collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hogergeplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden alsniet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatievevaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie.
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 17 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
De student verwerft - basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context; - de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk; - de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinenvan professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowelpraktische vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaireaanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatievecommunicatiethema’s. Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die ophet niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. MANAGEMENTCOMMUNICATIEManagers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)processen aansturen, zowel intern als extern. In hetonderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatie inzet alsmanagementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten alscommunicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzetvan digitale media etc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaal noodzakelijk.Thema’s:
- beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvorming en –evaluatie; - crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties. TECHNISCHE COMMUNICATIE Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowelmondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt. Thema’s:
- instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik de kwaliteit van eenhandleiding of bijsluiter? - productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoe rapporteer ik de evaluatie vanproductontwikkeling? BEDRIJFSCOMMUNICATIE In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategisch en correct is. In ditonderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stil bij strategieën, structuren en conventies. Thema’s:
- onderhandelen en vergaderen - functioneringsgesprekken - solliciteren - voortgangsrapporten - goodwillcommunicatie - slechtnieuwsbrieven
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenCasussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 18 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- Eigen studiemateriaal- Materiaal op online schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:08 marielle.leijten
Management van een organisatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-030
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Nathalie Vallet
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Algemene interesse voor micro- en macro-economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Basiskennis omtrent begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. het management van een organisatie:Basisinzicht in de globale samenhang van het management van een organisatie;Basisvaardigheden in het (professioneel, methodisch en kritisch) aanwenden van deze kennis en inzichten bij de analyse vanhet management van organisaties;Basisvaardigheden voor de uitoefening van junior kaderfuncties (vb. bedrijfsrelevante informatie verzamelen,bedrijfsdocumenten doornemen, gerichte informatienetwerken uitbouwen, contacten leggen met managers, interviewsafnemen, communiceren, verslagen opstellen, presenteren, zichzelf organiseren in functie van deadlines, …)
3. Inhoud
Partim 1:
In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippen management, manager enmanagementwetenschappen. Anderzijds overlopen we de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leidengeven en controleren). Pér managementfunctie staan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en dehierbij gebruikte methoden en instrumenten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. We benadrukken tenslotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet één wijze/manier om te plannen, teorganiseren, leiding te geven en te controleren). Partim 2
In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de studenten de theoretische kennis
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 19 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als“(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, teduiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijk aspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemtdeze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (vb. informatica, of biomedischewetenschappen, of …) én van hun later carrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoende interessant en vooral relevant is.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Tekstenbundel uitgedeeld tijdens de hoorcollegesEen samen met de studenten aangelegde “lexicon” (kwestie van een overzicht te behouden van alle concepten/begrippen diedoorheen de hele cursus de revue passeren).Nota’s door de studenten genomen tijdens de hoorcolleges (deel 1) en tijdens de werksessies.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/12/2007 11:01 annick.debroey
Financieel management en juridische aspecten
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-031
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Eddy Laveren
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Basiskennis management; - Vertrouwd zijn met het gebruik van een rekenmachine en het spreadsheetprogramma excel;
*Volgtijdelijkheid
Verplichte inschrijving voor '1MBMW-K-030 Management van een organisatie'.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de belangrijkste begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. hetfinancieel management van een organisatie; - De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de financiële en juridische kennis die nodig is om een bedrijf op testarten en te besturen
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 20 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
- De studenten moeten in staat zijn deze kennis en inzichten aan te wenden bij het oplossen van problemen en uitdagingen vanhet management van een organisatie.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid. Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zij bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan detechniek van het boekhouden en de inhoud van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op dewijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - analyse van de jaarrekening (statische en dynamische analyse); - kostencalculatie en break-evenanalyse; - het maken van financiële prognoses en het opstellen van financiële plannen; - de beoordeling en selectie van investeringsprojecten; - vraag en aanbod van financiering van KMO’s; - venture capital, business angels en mezzanine financiering; - beheer van het bedrijfskapitaal; - methoden van ondernemingswaardering Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijksteaspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - overzicht van de voor- en nadelen van verschillende vennootschapsvormen - inleiding tot de wet op de handelspraktijken - inleiding in het verbintenissen- en contractenrecht - inleiding tot de vennootschapsbelasting en de BTW De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennisinzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reële praktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groepopdrachten uit te werken en te presenteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Eddy Laveren, Peter-Jan Engelen, Arthur Limère & Sigrid Vandemaele (2009), Handboek Financieel Beheer, Intersentia, Antwerpen,derde druk. Syllabus van de docent
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Voor het stellen van vragen omtrent de leerstof of het maken van een individuele afspraak kan de docent of de assistent wordengecontacteerd: - Eddy Laveren (docent): lokaal B-320, Tel: 03/220.40.86, e-mail: [email protected] Vincent Molly (assistent): lokaal B-318, Tel: 03/220.41.79, e-mail: [email protected]
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 21 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 23:06 eddy.laveren
Inleiding in de onderwijskunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO101
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Wil Meeus
Gilberte Verbeeck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student dient minstens over de algemene eindcompetenties van een academische Bacheloropleiding te beschikken. Verder wordtverwacht dat hij zowel mondeling als schriftelijk vlot kan communiceren in correct Nederlands.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
De beginsituatie van de lerende en de leergroep achterhalen;Doelstellingen kiezen en formuleren;De leerinhouden/leerervaringen selecteren;De leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten;Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen;In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen;Realiseren van een adequate leeromgeving;Observatie/evaluatie voorbereiden;Observeren/proces en product evalueren.
De leraar als opvoeder:
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de lerende in klasverband en op school;De emancipatie van de lerende bevorderen;Door attitudevorming lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden;Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;Adequaat omgaan met lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties.
De leraar als organisator
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen;Een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning;Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de lerenden.
3. Inhoud
Volgende topics komen aan bod:
De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan;Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen, groeperingsvormen, media,
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 22 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
evaluatie;De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klasklimaat, sociometrie, ordeproblemen,pesten.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Imbrecht, I., Van Petegem, P. & Meeus W. (2008). Oriëntatie in onderwijskunde. Een openleerpakket. Leuven: Acco.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie Blackboard
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 26/11/2008 12:04 gilberte.verbeeck
Didactiek informatica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO231
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 36,00
Uren praktijk:
Uren andere: 42,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Fabian Di Fiore
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe studenten kunnen vlot werken met de standaard bureautoepassingen (office tools) (Word, Excel, Access, Powerpoint, ...) eneventueel andere softwarepakketten voor tekstverwerking, databeheer, rekenblad en presentaties.De student heeft programmeerervaring vanuit een programmeertaal (C, C++, Java, Pascal, ...) en kent de algemeneprogrammastructuren die in elk van deze talen aanwezig is.Deze cursus loopt parallel met `Inleiding in de onderwijskunde' en zal waar nodig daarnaar verwijzen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In dit opleidingsonderdeel zal je:
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 23 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
informatica als onderwijsvak kunnen situeren binnen het secundair onderwijs;de leerplannen en eindtermen voor de verschillende netten m.b.t. het schoolvak informatica kritisch kunnen analyseren entoepassen;algemene leerdoelen, doelstellingen en attitudes kunnen concretiseren naar uiteindelijke geoperationaliseerde doelstellingenen per leerdoel een geschikte leerinhoud kunnen vinden waar deze leerdoelen en attitudes kunnen verwezenlijkt worden;een jaarplan voor een bepaalde doelgroep kunnen opstellen vanuit enkele vooraf besproken modellen;belangrijke didactische instrumenten zoals jaarplan, leerplan, lesvoorbereiding, klasagenda, vakwerkgroep, ... kunnensitueren binnen de taken en opdracht van de leraar;het model voor didactisch handelen kunnen opstellen, toelichten en via praktijksituaties kunnen concretiseren;lesvoorbereidingen kunnen opstellen volgens een vooraf besproken gericht model voor didactisch handelen met bijzondereaandacht voor de volgende items: beginsituatie, probleemstelling(en), doelstellingen, onderwijsleersituatie, didactischewerkvormen en didactische hulpmiddelen, evaluaties en de opsplitsing van de lesvoorbereiding in verschillende lesfasenvolgens de OSAEV-structuur;de verschillende didactische werkvormen en evaluatievormen, steeds vanuit het schoolvak informatica, kunnen vergelijkenmet elkaar en beoordelen op functionaliteit vanuit de leersituatie;binnen het onderwijsleergesprek correcte keuzes maken m.b.t. de verschillende soorten vragen (leerkracht - leerling) dieeerder werden besproken, en zal je deze keuze ook kunnen verantwoorden;de lesvoorbereidingen en leersituaties kunnen vertalen in functie van de vorm waaronder informatica als onderwijsvak wordtaangeboden, zoals daar zijn: informatiesystemen, software-ontwikkeling, programmeertechnieken, gebruik en beheer vansoftwarepakketten, informatica als vakoverschrijdende ICT-ondersteuning van andere schoolvakken, ... en dit o.a. vanuitvooraf aangeboden en besproken lesmodellen;vanuit de leersituaties specifieke items zoals `algoritmisch denken', `probleem oplossend werken', `opsplitsen indeelopdrachten' op een functionele manier aan bod laten komen;een verantwoorde keuze kunnen maken (per lesfase) voor de meest geschikte didactische werkvorm, didactischehulpmiddelen en bijbehorende evaluatietechnieken en -methodes;vanuit gemaakte lesvoorbereidingen een gepaste evaluatie (toets) kunnen opstellen (met specificatietabel enmodeloplossingen) over de betrokken leerinhouden;...
3. Inhoud
In deze module worden de principes, zoals bestudeerd in 'Inleiding in de onderwijskunde', toegepast in de informaticavakken vanhet secundair onderwijs.Centraal staat het verwerven van vaardigheden en competenties om zelfstandig en adequaat te kunnen fungeren als leerkracht metfocus op het schoolvak informatica.Deze tekst kan je beschouwen als een syllabus/cursus waarin de elementaire vakdidactische principes aangehaald worden, maarook als een trajectboek/leidraad waarbij je stapsgewijs doorheen de algemene didactiek toegepast op informatica gegidst wordt.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Syllabus met selectie van basisdocumenten, eventueel aangevuld met beschikbare, relevante documenten vanuit de verschillendeonderwijsnetten.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie referentielijst in de syllabus.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 11/10/2008 00:42 fabian.difiore
Oefenlessen
Academiejaar: 2008-2009
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 24 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Code opleidingsonderdeel: SLO400
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 18,00
Uren andere: 57,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Sabine Van Roose
Rudi Wuyts
Vicky Beliën
Luc Braeckmans
Tom De Roover
Wilhelmina De Smedt
Danielle Deli
Johan Deprez
Fabian Di Fiore
Jürgen Jaspers
Wil Meeus
Liesbet Okkerse
Annie Pinxten
Rita Rymenans
Mathea Simons
Tom Smits
Kim Soetewey
Marc Stevens
Kristin Vertenten
Alexander Oltmans
Koenraad Smekens
Jan T'Sas
Andrea Michiels
Pieter Sprangers
Nicole Hunter
Katrien Van Daele
Geert De Vos
Guy Walraevens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties - Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met de oefenlessen: - Inleiding in de onderwijskunde - Didactiek van de vakken die in de oefenlessen aan bod komen
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs,zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (versie van 30/12/06). Debasiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de oefenlessen horen bij de volgende functionele gehelen:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;De leraar als inhoudelijk expert;De leraar als organisator;De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker.
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn beslissingsvermogen en zin voor samenwerking.
3. Inhoud
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 25 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
De oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student volgt. Ze worden begeleid door de vakdidacticus en depraktijkassistenten. Voor studenten die twee vakdidactieken volgen, worden de oefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. Indeze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Meer informatie staat in de Wegwijzer Oefenlessenvan de verschillende vakdidactieken. Oefenlessen zijn lessen die studenten aan medestudenten van de universiteit geven. Deze lessen moeten voorbereid worden enworden achteraf besproken. Studenten wonen de lessen van medestudenten bij en nemen actief deel aan de bespreking.Aanwezigheid en actieve inbreng van de studenten is dus vereist, zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer medestudentenlesgeven. De studenten leren gericht observeren en inschatten hoe ze zelf overkomen. Ze leren de basisvaardigheden van hetlesgeven. De concrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken liggen in het verlengde van devakdidactiek(en).
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesVaardigheidstrainingen
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenMedewerking tijdens de contactmomenten
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer OefenlessenFormulieren voor het voorbereiden, observeren en beoordelen van oefenlessen
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Studenten Geschiedenis kunnen terecht bij de vakdidacticus en de praktijkassistenten vóór of na de colleges, via e-mail([email protected]) of, bij voorkeur na afspraak, in D 225 op de stadscampus.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 23/11/2008 14:56 helma.desmedt
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO102
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Carlijne Ceulemans
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Geen specifieke voorkennis vereist
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 26 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties voor dit opleidingsonderdelen sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen,vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering:
1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.7, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13)
2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7)
6. De leraar als partner van ouders (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6)
8. De leraar als partner van externen (basiscompetenties 8.1, 8.2, 8.3, 8.4)
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn:
- beslissingsvermogen- relationale gerichtheid- verantwoordelijkheidszin- flexibiliteit
3. Inhoud
Volgende topics worden behandeld: 1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding:
- Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’- Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’- Leerbegeleiding ‘leren leren’
Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de school 2 . Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken
3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg
4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Samengestelde reader
7. Facultatief studiemateriaal
Beschikbaar via Blackboard
8. Studiebegeleiding
Docent en praktijkassistenten
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 25/11/2008 19:13 elke.struyf
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 27 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Inleefstage
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO500
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere: 45,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Ingrid Imbrecht
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet het opleidingsonderdeel Inleiding in de onderwijskunde afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met deinleefstage.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen en vaardigheden en attitudes) van de leraar secundaironderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (versie van 30/12/06).De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de inleefstage horen bij de volgende functionele gehelen: 1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10,1.11, 1.12, 1.13) 2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7) 4. De leraar als organisator (basiscompetenties 4.1, 4.2, 4.3, 4.4) 6. De leraar als partner van de ouders of verzorgers (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5) 7. De leraar als lid van een schoolteam (basiscompetenties 7.1, 7.2, 7.3, 7.4) De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A7 verantwoordelijkheidszin
3. Inhoud
In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen wenaar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn. Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aan het leraarsberoep. Naastobservatie van het lesgeven (micro-niveau) gaat aandacht naar activiteiten op het niveau van de school (meso-niveau) en hoe deschool als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid (macro-niveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is deinvalshoek niet zozeer die van de eigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar enleerlingen, van de leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen, enz. Activiteiten op schoolniveaubetreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats, bijwonen van een klassenraad ofoudercontact, enz. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv. het schoolwerkplan, het beleid dat de school voert inzakeleerlingenbegeleiding, het participatiebeleid van de school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake. Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso) en bijvoorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in de ervaringen die studenten opdoen in voor hen minderbekende onderwijs- en leersettings en waardoor ze hun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 28 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
waar ze zelf onderwijs genoten.
4. Werkvormen
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: IndividueelScriptie: Individueel
5. Evaluatievormen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer Inleefstage Opdrachtenboek Model van portfolio
7. Facultatief studiemateriaal
Fontys Lerarenopleiding: Bronnenboek bij Stagehandreiking. Suggesties voor opdrachten. Tilburg, Fontys Hogescholen Nederland,2005.
8. Studiebegeleiding
Studenten kunnen terecht bij de onderwijskundigen en praktijkassistenten voor inhoudelijke vragen over of voor een gesprek m.b.t.dit opleidingsonderdeel. Voor organisatorische problemen kunnen ze terecht bij de stagecoördinator van de SLO.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 19/11/2008 10:22 ingrid.imbrecht
Scientific English
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-V-004
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Diana Phillips
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Engels
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesUpper-Intermediate Level in gesproken en geschreven Engels
*Volgtijdelijkheid
volledig geslaagd in 1Ba- en 2Ba-programma.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 29 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om:- volgens de geijkte conventies een goed gestructureerde paper of onderzoeksrapport te schrijven in het Engels.- vlot een goed gestructureerde presentatie, ondersteund door PowerPoint, te geven in het Engels.- op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen te leiden in het Engels.
3. Inhoud
De cursus is gericht op het ontwikkelen van de belangrijkste mondelinge en schriftelijke vaardigheden die de studenten veelvuldigzullen nodig hebben in hun toekomstige professionele omgeving. De meeste aandacht gaat naar het schrijven van een gedetailleerdacademisch essay, rapport of scriptie en vervolgens naar het overtuigend mondeling presenteren van deze informatie. Ook leren destudenten op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen leiden.
Via het analyseren van zowel wetenschappelijke als wetenschapspopulariserende teksten krijgen de studenten inzicht in hetwordingsproces van een artikel, paper of rapport. Andere belangrijke aandachtspunten zijn de ontwikkeling van een formelegeschreven stijl en aangepast taalgebruik en het vermijden van plagiaat. De vaardigheden die vereist zijn om overtuigendmondelinge presentaties te geven worden elke les verbeterd door regelmatig oefenen en het toepassen van de gekregen feedback.Voor het onderdeel vergaderen en onderhandelen krijgen de studenten niet alleen inzicht in de structurele componenten, maarleren zij ook hoe ze als leidinggevende optimaal gebruik kunnen maken van taal als beleidsinstrument. Alle opdrachten wordenzodanig geselecteerd dat ze discussie in groepsverband bevorderen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OpdrachtenCasussenMedewerking tijdens de contactmomenten
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Phillips, D. and Noble, A. Scientific English. Universitas (2008)
7. Facultatief studiemateriaal
Walters, D.E. and G. C. Walters (2002). Scientists Must Speak: Bringing Presentations to Life. Routledge Study Guides.
8. Studiebegeleiding
Docent is beschikbaar voor begeleiding en hulp bij opdrachten. Liefst na afspraak (e-mail of voor/na de colleges)
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 18:16 diana.phillips
Communicatie
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 30 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- Algemene interesse voor managementprocessen;- Beheersing van het Standaardnederlands op moedertaalniveau;Opmerking: Geen examencontract mogelijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategische manier te communicerenmet collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger-geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden alsniet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatievevaardigheden op een professioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie. De student verwerft
basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context;de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk;de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinenvan professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowelpraktisch vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaireaanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’sdie relevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. Managementcommunicatie
In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatieinzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten alscommunicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzetvan digitale media etc. Thema’s:
beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvormig en –evaluatie;crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties.
Technische communicatie
Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowelmondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt. Thema’s:
instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik de
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 31 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
kwaliteit van een handleiding of bijsluiter?productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoerapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling?
Bedrijfscommunicatie
In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de formulering correct en strategisch aangepastis. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stil bij conventies, structuren enstrategieën. Thema’s: onderhandelen en vergaderen
functioneringsgesprekkengoodwillcommunicatieslechtnieuwsbrievenvoortgangsrapportensolliciteren
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Casussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- eigen syllabus- digitaal schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 13/12/2007 16:16 annick.debroey
Wetenschapsfilosofie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MWET1001
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 32 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Titularis(sen) Erik Myin
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
geen bijzondere
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kennis van en inzicht in de belangrijste thema's van de hedendaagse wetenschapsfilosofie.
3. Inhoud
In dit college wordt de filosofische reflectie op wetenschap behandeld, zoals deze laatste decennia gevoerd is. Er wordt ingegaan opwat wetenschap onderscheidt van andere cultuurverschijnselen en er wordt een overzicht gegeven van gangbare opvattingen overtypische wetenschappelijke fenomenen zoals verklaring, voorspelling, confirmatie en falsificatie. Tevens wordt aandacht besteed aande kritiek op de wetenschappelijke rationaliteit en op de status van de wetenschap binnen de westerse cultuur.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De syllabus van de doecent. Hoe deze beschikbaar zal worden gemaakt zal in het begin van de colleges overlegd worden. Devolledige syllabus zal klaar zijn bij de aanvang van de colleges.
7. Facultatief studiemateriaal
-Godfrey-Smith, Peter (2003), Theory and reality. An introduction to the philosophy of science. Chicago, ILL.: University of ChicagoPress.
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor overleg en verdere aanwijzingen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 02/07/2008 14:26 erik.myin
Onderzoeksstage 1
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF3001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
03/12/08 08:53universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Computernetwerken en gedistribueerde systemen
Page 33 of 33http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64308&ct=064308&e=165922&p=true&all=true
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Alle docenten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen:
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEr zijn geen algemene aanvangscompetenties vereist. Specifieke competenties kunnen geeist worden door de onderzoeksgroepwaarbij de stage gevolgd wordt.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het doel van Stage 1 is de studenten te laten kennismaken met de essentiële aspecten van het wetenschappelijke onderzoek zoalshet gevoerd wordt binnen zowel academische als industriële instellingen. In het bijzonder met inbegrip van activiteiten als hetopzoeken van aanverwant werk; het vinden, formuleren en motiveren van onderzoeksvragen, e.d.
3. Inhoud
De inhoud van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt. Als voorbeeld : de studentwordt betrokken in het onderzoek van de onderzoeksgroep en rapporteert over zijn/haar werkzaamheden.
4. Werkvormen
Stage
5. Evaluatievormen
Stage-evaluatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
7. Facultatief studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
8. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 14:45 lydia.janssens
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 1 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:53(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&all=true
Master in de informatica: databases (1ste jaar) 1MINF1-DB 2008-2009
Titel Semester Uren
theorie
Uren
praktijk
Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Compilers 1esemester
15,00 35,00 6 Dirk Janssens
Gedistribueerde Systemen 1esemester
25,00 20,00 6 Frans Arickx
Geavanceerde Databasesystemen 1esemester
25,00 20,00 6 Jan Paredaens
Actuele Trends in Databases 2esemester
25,00 20,00 6 Jan ParedaensBart Goethals
Geavanceerde datamining technieken 2esemester
25,00 20,00 6 Bart Goethals
Keuzevakken (12 sp): 6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te
kiezen binnen of buiten de richting
Verdiepende keuzevakken
Database Security 1esemester
15,00 10,00 3 Serge DemeyerBart Goethals
Gevorderde Al Technieken 2esemester
15,00 10,00 3 Bart Goethals
Project Databases 2esemester
45,00 6 Jan ParedaensBart Goethals
Keuzelijst van de richting aan KU Leuven: - Statistische modellen en data-analyse (6 sp) - Text-
based Information Retrieval (4 sp) - Machine learning and Inductive Inference (4 sp) - User
Interfaces (4 sp)
Keuzelijst van de richting aan U Hasselt: - Web-informatiesystemen (5 sp) - Fundamenten van
databases (5 sp) - Bio-Informatica (5 sp)
Optie Ondernemerschap : verplichte opleidingsonderdelen
Communicatie 1esemester
30,00 6 Luuk Van WaesMariëlle Leijten
Management van een organisatie 1esemester
30,00 6 Nathalie Vallet
Financieel management en juridischeaspecten
2esemester
30,00 6 Eddy Laveren
Optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
Inleiding in de onderwijskunde 1esemester
18,00 3 Wil MeeusGilberteVerbeeck
Didactiek informatica 1esemester
36,00 6 Fabian Di Fiore
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 2 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Oefenlessen 1esemester
3 Sabine VanRooseRudi WuytsVicky BeliënLuc BraeckmansTom De RooverWilhelmina DeSmedtDanielle DeliJohan DeprezFabian Di FioreJürgen JaspersWil MeeusLiesbet OkkerseAnnie PinxtenRita RymenansMathea SimonsTom SmitsKim SoeteweyMarc StevensKristinVertentenAlexanderOltmansKoenraadSmekensJan T'SasAndrea MichielsPieterSprangersNicole HunterKatrien VanDaeleGeert De VosGuy Walraevens
Leerlingbegeleiding: trends enontwikkelingen
2esemester
18,00 3 Elke StruyfCarlijneCeulemans
Inleefstage 2esemester
3 Elke StruyfIngrid Imbrecht
Optie Onderzoek en Ontwikkeling: verplichte opleidingsonderdelen
Scientific English 2esemester
18,00 10,00 3 Diana Phillips
Communicatie 1esemester
30,00 15,00 6 Luuk Van Waes
Wetenschapsfilosofie 2esemester
30,00 3 Erik Myin
Onderzoekstage 1 (instapstage in richting naar keuze)
Onderzoeksstage 1 1esemester
15,00 30,00 6 Alle docenten
Compilers
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1001
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 3 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 35,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesJe hebt enige ervaring nodig met het schrijven en uittesten van een wat complexer programma in eenimperatieve of object-georienteerde programmeertaal. Ook basiskennis over context-vrije grammatica's eneindige automaten is vereist.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je dient aan te tonen dat je de compilertechnieken die in de theoretische lessen zijn besproken kantoepassen op eenvoudige voorbeelden (bv. een attributengrammatica opstellen), en je moet in staat zijnde samenhang tussen deze technieken en hun betekenis in je eigen worden uit te leggen.
Er wordt ook verwacht dat je samen met een medestudent een werkende compiler bouwt voor eeneenvoudige imperatieve taal. Deze taal bevat wel de belangrijkste concepten van een dergelijke taal alstypes, procedures en recursie. Bij die taak moet je gebruik maken van enkele relevante tools voor lexicaleanalyse en parsing. De compiler moet niet enkel werkende doelcode produceren, maar ook in de mate vanhet mogelijke foutenboodschappen genereren.
3. Inhoud
In deze cursus wordt de structuur van een typische compiler voor een imperatieve taal behandeld. Eerstwordt nauwkeurig ingegaan op de specificatie van de taak die door de compiler moet uitgevoerd worden:voor de verschillende syntactische constructies van de bron-taal wordt een vertaling gegeven in termen vancode voor een (virtuele) doel-machine, en er wordt gespecifieerd hoe deze stukken code in elkaar gepastmoeten worden tot een volledig programma. Dan worden de verschillende fazen die een compiler doorlooptin meer detail besproken, met de nodige aandacht voor de formele technieken die ze ondersteunen: automaten en contextvrije grammatica's, LL en LR parsing, attributengrammatica's.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 4 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
D.Grune, H. Bal, C. Jacobs, K. Langendoen, Modern Compiler Design, Wiley, ISBN 0-471-97697-0
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/11/2008 13:56 dirk.janssens
Gedistribueerde Systemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1002
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student moet reeds inzicht verworven hebben in zowel de architectuur van computersystemen, als in deconcepten van besturingssystemen. Bovendien moet de student beschikken over voldoendeprogrammeerervaring.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal inzicht hebben verworven over de principes, de opbouw, en paradigma's van gedistribueerdesystemen.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee delen, waarin respectievelijk principes en paradigma's worden behandeld.
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 5 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Na een inleiding en een korte herhaling van noodzakelijke basiswerktuigen (processen en communicatie)worden volgende onderwerpen besproken:
1. Principes"Naming" of benoeming (identificatie)Synchronisatie mechanismenConsistentie en duplicatie"Fault tolerance" of foutbestendigheid"Security" of beveiliging
2. Paradigma'sGedistribueerde object-gebaseerde systemenGedistribueerde file systemenGedistribueerde web-gebaseerde systemen
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
A. S. Tanenbaum en M. van Steen, Distributed Systems, Principles and Paradigms (2nd edition, in press)Prentice Hall
Begeleidende slides
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 17:03 frans.arickx
Geavanceerde Databasesystemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1009
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 6 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Jan Paredaens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesKennis van databanken, SQL, datastructuren, en logica.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Inzicht krijgen in hoe moderne database systemen geimplementeerd worden.
3. Inhoud
In deze cursus bestuderen we de implementatie van state of the art database systemen. We behandelenonder meer: datastructuren, index structuren, en query processing.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesSeminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
"Database System Implementation", Hector Garcia-Molina, Jeffrey D. Ullman, Jennifer D. Widom. (Pearson)of "Database Systems: The Complete Book (2nd ed.)", Hector Garcia-Molina, Jeffrey D. Ullman, Jennifer D.Widom. (Pearson)
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 27/11/2008 09:57 jan.paredaens
Actuele Trends in Databases
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 7 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1010
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Jan Paredaens
Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Verschillende actuele onderwerpen in databanken worden bestudeerd en besproken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesSeminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 8 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 16:45 bart.goethals
Geavanceerde datamining technieken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF10111
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties* Kennis van data types en structuren. * Inleiding tot programmeren en logica.
*VolgtijdelijkheidNiet gedefinieerd
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Na een korte inleiding over data mining worden een aantal geavanceerde onderwerpen in data miningbestudeerd en besproken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Seminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:OpdrachtenMedewerking tijdens de contactmomenten
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 9 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 04/11/2008 16:17 bart.goethals
Database Security
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Serge Demeyer
Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
kennis van operating systemen.kennis van programmeertaal C/C++/Javakennis van Relationele Databanken
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
een brede basis verwerven inzake (on)veiligheid en beveiliging van datain staat zijn om betrouwbare (veilige) software te ontwikkelen m.b.t. data.
3. Inhoud
Deze cursus behandelt de praktische aspecten van moderne database security. We bestuderen
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 10 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
verschillende aanvalstechnieken ('attacks') en hoe er tegen te beveiligen. We beschouwen verschillendebenaderingen tot het beveiligen van data.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesSeminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wordt via de bibliotheek en het web beschikbaar gesteld
7. Facultatief studiemateriaal
Security in computing, by Pfleeger and Pfleegerartikels
8. Studiebegeleiding
Docent: Dr. B. Goethals [ http://www.adrem.ua.ac.be/~goethals/]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 16:42 bart.goethals
Gevorderde Al Technieken
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2016
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 11 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Deze cursus bouwt verder op de inleidende cursus artificiële intelligentie. Er wordt nader ingegaan opbelangrijke thema's zoals het redeneren in aanwezigheid van onzekerheid, het omgaan met vagebegrippen, updating van kennis, zelf-lerende algoritmes. Onder andere komen aan bod: Bayesiaansenetwerken, dynamische Bayesiaanse netwerken, Markov modellen en Kalman filters. Eveneens is het debedoeling een beter beeld te krijgen van de verschillende recente toepassingen van AI technieken, onderandere in spraakherkenning, robotica (simultaneous localization and mapping), 'intelligent agent'-software,....
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
- Selectie van artikels en WWW-materiaal. - Artificial Intelligence, A modern approach. S. Russell and P.Norvig, Prentice Hall, 2003.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 28/06/2007 13:56 brigitte.verdonk
Project Databases
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2017
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie:
Uren praktijk: 45,00
Uren andere:
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 12 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Jan Paredaens
Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Dit vak houdt een uitgebreid project in over informatica waar het database aspect een zeer belangrijke rolspeelt.
3. Inhoud
De inhoud van het project wordt uitgebreid besproken tijdens de eerste les
4. Werkvormen
Contactmomenten:WerkcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 20/11/2008 09:34 bart.goethals
Communicatie
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 13 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-029
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Mariëlle Leijten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Algemene interesse voor managementprocessen; - Beheersing van het Nederlands op moedertaalniveau; - Opmerking: geen mogelijkheid voor examencontract.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategischemanier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als methogergeplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is danook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op eenprofessioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie. De student verwerft - basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context;- de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk; - de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op deverschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elkvan de componenten is er aandacht voor zowel praktische vaardigheden en toepassingen, als voortheoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheidstaat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’s.Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die ophet niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. MANAGEMENTCOMMUNICATIEManagers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)processen aansturen, zowelintern als extern. In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 14 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
welke manier een bedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifiekethema’s in dit domein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externecommunicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van digitale mediaetc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaalnoodzakelijk. Thema’s:
- beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvorming en –evaluatie; - crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties. TECHNISCHE COMMUNICATIE Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerdworden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijkgebeurt. Thema’s:
- instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik dekwaliteit van een handleiding of bijsluiter? - productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoerapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling? BEDRIJFSCOMMUNICATIE In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategischen correct is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stilbij strategieën, structuren en conventies. Thema’s:
- onderhandelen en vergaderen - functioneringsgesprekken - solliciteren - voortgangsrapporten - goodwillcommunicatie - slechtnieuwsbrieven
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenCasussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 15 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
- Eigen studiemateriaal- Materiaal op online schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:08 marielle.leijten
Management van een organisatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-030
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Nathalie Vallet
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Algemene interesse voor micro- en macro-economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Basiskennis omtrent begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. het management van eenorganisatie:Basisinzicht in de globale samenhang van het management van een organisatie;Basisvaardigheden in het (professioneel, methodisch en kritisch) aanwenden van deze kennis eninzichten bij de analyse van het management van organisaties;Basisvaardigheden voor de uitoefening van junior kaderfuncties (vb. bedrijfsrelevante informatieverzamelen, bedrijfsdocumenten doornemen, gerichte informatienetwerken uitbouwen, contactenleggen met managers, interviews afnemen, communiceren, verslagen opstellen, presenteren, zichzelforganiseren in functie van deadlines, …)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 16 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
3. Inhoud
Partim 1:
In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippenmanagement, manager en managementwetenschappen. Anderzijds overlopen we de verschillendemanagementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiden geven en controleren). Pér managementfunctiestaan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruiktemethoden en instrumenten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. Webenadrukken ten slotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet éénwijze/manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren). Partim 2
In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de studenten detheoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceertdat ze de theorie gebruiken als “(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijzeleren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijkaspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van eente realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (vb. informatica,of biomedische wetenschappen, of …) én van hun later carrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoendeinteressant en vooral relevant is.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Tekstenbundel uitgedeeld tijdens de hoorcollegesEen samen met de studenten aangelegde “lexicon” (kwestie van een overzicht te behouden van alleconcepten/begrippen die doorheen de hele cursus de revue passeren).Nota’s door de studenten genomen tijdens de hoorcolleges (deel 1) en tijdens de werksessies.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/12/2007 11:01 annick.debroey
Financieel management en juridische aspecten
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-031
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 17 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Eddy Laveren
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Basiskennis management; - Vertrouwd zijn met het gebruik van een rekenmachine en het spreadsheetprogramma excel;
*Volgtijdelijkheid
Verplichte inschrijving voor '1MBMW-K-030 Management van een organisatie'.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de belangrijkste begrippen, methoden eninstrumenten m.b.t. het financieel management van een organisatie; - De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de financiële en juridische kennis dienodig is om een bedrijf op te starten en te besturen - De studenten moeten in staat zijn deze kennis en inzichten aan te wenden bij het oplossen vanproblemen en uitdagingen van het management van een organisatie.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten vanhet bedrijfsbeleid. Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zij bij het starten van een eigen zaak, wordtaandacht besteed aan de techniek van het boekhouden en de inhoud van de jaarrekening van eenonderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt wordenbij het nemen van financiële beslissingen. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - analyse van de jaarrekening (statische en dynamische analyse); - kostencalculatie en break-evenanalyse; - het maken van financiële prognoses en het opstellen van financiële plannen; - de beoordeling en selectie van investeringsprojecten; - vraag en aanbod van financiering van KMO’s; - venture capital, business angels en mezzanine financiering; - beheer van het bedrijfskapitaal; - methoden van ondernemingswaardering Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteedaan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - overzicht van de voor- en nadelen van verschillende vennootschapsvormen
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 18 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
- inleiding tot de wet op de handelspraktijken - inleiding in het verbintenissen- en contractenrecht - inleiding tot de vennootschapsbelasting en de BTW De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen datde aangeleerde kennis inzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reëlepraktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groepopdrachten uit te werken en te presenteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Eddy Laveren, Peter-Jan Engelen, Arthur Limère & Sigrid Vandemaele (2009), Handboek Financieel Beheer,Intersentia, Antwerpen, derde druk. Syllabus van de docent
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Voor het stellen van vragen omtrent de leerstof of het maken van een individuele afspraak kan de docent ofde assistent worden gecontacteerd: - Eddy Laveren (docent): lokaal B-320, Tel: 03/220.40.86, e-mail: [email protected] Vincent Molly (assistent): lokaal B-318, Tel: 03/220.41.79, e-mail: [email protected]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 23:06 eddy.laveren
Inleiding in de onderwijskunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO101
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 19 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Wil Meeus
Gilberte Verbeeck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student dient minstens over de algemene eindcompetenties van een academische Bacheloropleiding tebeschikken. Verder wordt verwacht dat hij zowel mondeling als schriftelijk vlot kan communiceren in correctNederlands.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
De beginsituatie van de lerende en de leergroep achterhalen;Doelstellingen kiezen en formuleren;De leerinhouden/leerervaringen selecteren;De leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten;Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen;In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen;Realiseren van een adequate leeromgeving;Observatie/evaluatie voorbereiden;Observeren/proces en product evalueren.
De leraar als opvoeder:
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de lerende in klasverband en op school;De emancipatie van de lerende bevorderen;Door attitudevorming lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie
voorbereiden;Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;Adequaat omgaan met lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties.
De leraar als organisator
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen;Een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning;Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de
lerenden.
3. Inhoud
Volgende topics komen aan bod:
De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan;
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 20 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen,groeperingsvormen, media, evaluatie;De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klasklimaat,sociometrie, ordeproblemen, pesten.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Imbrecht, I., Van Petegem, P. & Meeus W. (2008). Oriëntatie in onderwijskunde. Een openleerpakket.Leuven: Acco.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie Blackboard
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 26/11/2008 12:04 gilberte.verbeeck
Didactiek informatica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO231
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 36,00
Uren praktijk:
Uren andere: 42,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Fabian Di Fiore
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 21 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe studenten kunnen vlot werken met de standaard bureautoepassingen (office tools) (Word, Excel,Access, Powerpoint, ...) en eventueel andere softwarepakketten voor tekstverwerking, databeheer,rekenblad en presentaties.De student heeft programmeerervaring vanuit een programmeertaal (C, C++, Java, Pascal, ...) en kent dealgemene programmastructuren die in elk van deze talen aanwezig is.Deze cursus loopt parallel met `Inleiding in de onderwijskunde' en zal waar nodig daarnaar verwijzen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In dit opleidingsonderdeel zal je:
informatica als onderwijsvak kunnen situeren binnen het secundair onderwijs;de leerplannen en eindtermen voor de verschillende netten m.b.t. het schoolvak informatica kritischkunnen analyseren en toepassen;algemene leerdoelen, doelstellingen en attitudes kunnen concretiseren naar uiteindelijkegeoperationaliseerde doelstellingen en per leerdoel een geschikte leerinhoud kunnen vinden waardeze leerdoelen en attitudes kunnen verwezenlijkt worden;een jaarplan voor een bepaalde doelgroep kunnen opstellen vanuit enkele vooraf besprokenmodellen;belangrijke didactische instrumenten zoals jaarplan, leerplan, lesvoorbereiding, klasagenda,vakwerkgroep, ... kunnen situeren binnen de taken en opdracht van de leraar;het model voor didactisch handelen kunnen opstellen, toelichten en via praktijksituaties kunnenconcretiseren;lesvoorbereidingen kunnen opstellen volgens een vooraf besproken gericht model voor didactischhandelen met bijzondere aandacht voor de volgende items: beginsituatie, probleemstelling(en),doelstellingen, onderwijsleersituatie, didactische werkvormen en didactische hulpmiddelen, evaluatiesen de opsplitsing van de lesvoorbereiding in verschillende lesfasen volgens de OSAEV-structuur;de verschillende didactische werkvormen en evaluatievormen, steeds vanuit het schoolvakinformatica, kunnen vergelijken met elkaar en beoordelen op functionaliteit vanuit de leersituatie;binnen het onderwijsleergesprek correcte keuzes maken m.b.t. de verschillende soorten vragen(leerkracht - leerling) die eerder werden besproken, en zal je deze keuze ook kunnenverantwoorden;de lesvoorbereidingen en leersituaties kunnen vertalen in functie van de vorm waaronder informaticaals onderwijsvak wordt aangeboden, zoals daar zijn: informatiesystemen, software-ontwikkeling,programmeertechnieken, gebruik en beheer van softwarepakketten, informatica alsvakoverschrijdende ICT-ondersteuning van andere schoolvakken, ... en dit o.a. vanuit voorafaangeboden en besproken lesmodellen;vanuit de leersituaties specifieke items zoals `algoritmisch denken', `probleem oplossend werken',`opsplitsen in deelopdrachten' op een functionele manier aan bod laten komen;een verantwoorde keuze kunnen maken (per lesfase) voor de meest geschikte didactische werkvorm,didactische hulpmiddelen en bijbehorende evaluatietechnieken en -methodes;vanuit gemaakte lesvoorbereidingen een gepaste evaluatie (toets) kunnen opstellen (metspecificatietabel en modeloplossingen) over de betrokken leerinhouden;...
3. Inhoud
In deze module worden de principes, zoals bestudeerd in 'Inleiding in de onderwijskunde', toegepast in deinformaticavakken van het secundair onderwijs.Centraal staat het verwerven van vaardigheden en competenties om zelfstandig en adequaat te kunnenfungeren als leerkracht met focus op het schoolvak informatica.Deze tekst kan je beschouwen als een syllabus/cursus waarin de elementaire vakdidactische principesaangehaald worden, maar ook als een trajectboek/leidraad waarbij je stapsgewijs doorheen de algemenedidactiek toegepast op informatica gegidst wordt.
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 22 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Syllabus met selectie van basisdocumenten, eventueel aangevuld met beschikbare, relevante documentenvanuit de verschillende onderwijsnetten.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie referentielijst in de syllabus.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 11/10/2008 00:42 fabian.difiore
Oefenlessen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO400
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 18,00
Uren andere: 57,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Sabine Van Roose
Rudi Wuyts
Vicky Beliën
Luc Braeckmans
Tom De Roover
Wilhelmina De Smedt
Danielle Deli
Johan Deprez
Fabian Di Fiore
Jürgen Jaspers
Wil Meeus
Liesbet Okkerse
Annie Pinxten
Rita Rymenans
Mathea Simons
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 23 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Tom Smits
Kim Soetewey
Marc Stevens
Kristin Vertenten
Alexander Oltmans
Koenraad Smekens
Jan T'Sas
Andrea Michiels
Pieter Sprangers
Nicole Hunter
Katrien Van Daele
Geert De Vos
Guy Walraevens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties - Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met deoefenlessen: - Inleiding in de onderwijskunde - Didactiek van de vakken die in de oefenlessen aan bod komen
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de leraarsecundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionelegehelen (versie van 30/12/06). De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de oefenlessenhoren bij de volgende functionele gehelen:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;De leraar als inhoudelijk expert;De leraar als organisator;De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker.
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn beslissingsvermogen en zin voor samenwerking.
3. Inhoud
De oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student volgt. Ze worden begeleid door devakdidacticus en de praktijkassistenten. Voor studenten die twee vakdidactieken volgen, worden deoefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijksteprincipes beschreven. Meer informatie staat in de Wegwijzer Oefenlessen van de verschillendevakdidactieken. Oefenlessen zijn lessen die studenten aan medestudenten van de universiteit geven. Deze lessen moetenvoorbereid worden en worden achteraf besproken. Studenten wonen de lessen van medestudenten bij ennemen actief deel aan de bespreking. Aanwezigheid en actieve inbreng van de studenten is dus vereist,zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer medestudenten lesgeven. De studenten leren gericht
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 24 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
observeren en inschatten hoe ze zelf overkomen. Ze leren de basisvaardigheden van het lesgeven. Deconcrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken liggen in het verlengde van devakdidactiek(en).
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesVaardigheidstrainingen
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenMedewerking tijdens de contactmomenten
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer OefenlessenFormulieren voor het voorbereiden, observeren en beoordelen van oefenlessen
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Studenten Geschiedenis kunnen terecht bij de vakdidacticus en de praktijkassistenten vóór of na decolleges, via e-mail ([email protected]) of, bij voorkeur na afspraak, in D 225 op de stadscampus.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 23/11/2008 14:56 helma.desmedt
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO102
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Carlijne Ceulemans
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 25 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
*Algemene competenties
Geen specifieke voorkennis vereist
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties voor dit opleidingsonderdelen sluiten aan bij de basiscompetenties
(kenniselementen, vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs, zoalsuitgeschreven door de Vlaamse Regering:
1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.7, 1.9,
1.10, 1.11, 1.12, 1.13)
2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7)
6. De leraar als partner van ouders (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6)
8. De leraar als partner van externen (basiscompetenties 8.1, 8.2, 8.3, 8.4)
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn:
- beslissingsvermogen- relationale gerichtheid- verantwoordelijkheidszin- flexibiliteit
3. Inhoud
Volgende topics worden behandeld: 1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding:
- Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’- Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’- Leerbegeleiding ‘leren leren’
Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de school 2 . Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken
3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg
4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 26 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Gesloten boekOpen vragen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Samengestelde reader
7. Facultatief studiemateriaal
Beschikbaar via Blackboard
8. Studiebegeleiding
Docent en praktijkassistenten
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 25/11/2008 19:13 elke.struyf
Inleefstage
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO500
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere: 45,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Ingrid Imbrecht
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet het opleidingsonderdeel Inleiding in de onderwijskunde afgewerkt hebben of gelijktijdigvolgen met de inleefstage.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 27 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen en vaardigheden en attitudes)van de leraar secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens10 functionele gehelen (versie van 30/12/06). De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdensde inleefstage horen bij de volgende functionele gehelen: 1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5,1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13) 2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7) 4. De leraar als organisator (basiscompetenties 4.1, 4.2, 4.3, 4.4) 6. De leraar als partner van de ouders of verzorgers (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5) 7. De leraar als lid van een schoolteam (basiscompetenties 7.1, 7.2, 7.3, 7.4) De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A7 verantwoordelijkheidszin
3. Inhoud
In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerdeschikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaarbeschikbaar zal zijn. Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aanhet leraarsberoep. Naast observatie van het lesgeven (micro-niveau) gaat aandacht naar activiteiten op hetniveau van de school (meso-niveau) en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van deoverheid (macro-niveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is de invalshoek niet zozeer die van deeigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar en leerlingen, vande leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen, enz. Activiteiten opschoolniveau betreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats,bijwonen van een klassenraad of oudercontact, enz. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv.het schoolwerkplan, het beleid dat de school voert inzake leerlingenbegeleiding, het participatiebeleid vande school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake. Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen(aso/kso/tso/bso) en bij voorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in deervaringen die studenten opdoen in voor hen minder bekende onderwijs- en leersettings en waardoor zehun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school waar ze zelf onderwijs genoten.
4. Werkvormen
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: IndividueelScriptie: Individueel
5. Evaluatievormen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer Inleefstage Opdrachtenboek Model van portfolio
7. Facultatief studiemateriaal
Fontys Lerarenopleiding: Bronnenboek bij Stagehandreiking. Suggesties voor opdrachten. Tilburg, Fontys
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 28 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Hogescholen Nederland, 2005.
8. Studiebegeleiding
Studenten kunnen terecht bij de onderwijskundigen en praktijkassistenten voor inhoudelijke vragen over ofvoor een gesprek m.b.t. dit opleidingsonderdeel. Voor organisatorische problemen kunnen ze terecht bij destagecoördinator van de SLO.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 19/11/2008 10:22 ingrid.imbrecht
Scientific English
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-V-004
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Diana Phillips
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Engels
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesUpper-Intermediate Level in gesproken en geschreven Engels
*Volgtijdelijkheid
volledig geslaagd in 1Ba- en 2Ba-programma.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om:- volgens de geijkte conventies een goed gestructureerde paper of onderzoeksrapport te schrijven in hetEngels.- vlot een goed gestructureerde presentatie, ondersteund door PowerPoint, te geven in het Engels.- op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen te leiden in het Engels.
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 29 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
3. Inhoud
De cursus is gericht op het ontwikkelen van de belangrijkste mondelinge en schriftelijke vaardigheden diede studenten veelvuldig zullen nodig hebben in hun toekomstige professionele omgeving. De meesteaandacht gaat naar het schrijven van een gedetailleerd academisch essay, rapport of scriptie en vervolgensnaar het overtuigend mondeling presenteren van deze informatie. Ook leren de studenten op eenprofessionele manier vergaderingen en onderhandelingen leiden.
Via het analyseren van zowel wetenschappelijke als wetenschapspopulariserende teksten krijgen destudenten inzicht in het wordingsproces van een artikel, paper of rapport. Andere belangrijkeaandachtspunten zijn de ontwikkeling van een formele geschreven stijl en aangepast taalgebruik en hetvermijden van plagiaat. De vaardigheden die vereist zijn om overtuigend mondelinge presentaties te gevenworden elke les verbeterd door regelmatig oefenen en het toepassen van de gekregen feedback. Voor hetonderdeel vergaderen en onderhandelen krijgen de studenten niet alleen inzicht in de structurelecomponenten, maar leren zij ook hoe ze als leidinggevende optimaal gebruik kunnen maken van taal alsbeleidsinstrument. Alle opdrachten worden zodanig geselecteerd dat ze discussie in groepsverbandbevorderen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OpdrachtenCasussenMedewerking tijdens de contactmomenten
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Phillips, D. and Noble, A. Scientific English. Universitas (2008)
7. Facultatief studiemateriaal
Walters, D.E. and G. C. Walters (2002). Scientists Must Speak: Bringing Presentations to Life. RoutledgeStudy Guides.
8. Studiebegeleiding
Docent is beschikbaar voor begeleiding en hulp bij opdrachten. Liefst na afspraak (e-mail of voor/na decolleges)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 30 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 18:16 diana.phillips
Communicatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- Algemene interesse voor managementprocessen;- Beheersing van het Standaardnederlands op moedertaalniveau;Opmerking: Geen examencontract mogelijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategischemanier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger-geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ookbelangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op een professioneelniveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten van communicatie. De student verwerft
basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele(bedrijfs)context;de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk;de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 31 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op deverschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elkvan de componenten is er aandacht voor zowel praktisch vaardigheden en toepassingen, als voortheoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheidstaat centraal, wel een diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’s dierelevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een(middel)grote organisaties. Managementcommunicatie
In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier eenbedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in ditdomein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit enimago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van digitale media etc. Thema’s:
beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvormig en –evaluatie;crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties.
Technische communicatie
Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerdworden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijkgebeurt. Thema’s:
instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies?Hoe evalueer ik de kwaliteit van een handleiding of bijsluiter?productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technischvoorgesteld wordt? Hoe rapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling?
Bedrijfscommunicatie
In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de formulering correct enstrategisch aangepast is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie enstaan we stil bij conventies, structuren en strategieën. Thema’s: onderhandelen en vergaderen
functioneringsgesprekkengoodwillcommunicatieslechtnieuwsbrievenvoortgangsrapportensolliciteren
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 32 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Casussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- eigen syllabus- digitaal schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 13/12/2007 16:16 annick.debroey
Wetenschapsfilosofie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MWET1001
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Erik Myin
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
geen bijzondere
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 33 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Kennis van en inzicht in de belangrijste thema's van de hedendaagse wetenschapsfilosofie.
3. Inhoud
In dit college wordt de filosofische reflectie op wetenschap behandeld, zoals deze laatste decennia gevoerdis. Er wordt ingegaan op wat wetenschap onderscheidt van andere cultuurverschijnselen en er wordt eenoverzicht gegeven van gangbare opvattingen over typische wetenschappelijke fenomenen zoals verklaring,voorspelling, confirmatie en falsificatie. Tevens wordt aandacht besteed aan de kritiek op dewetenschappelijke rationaliteit en op de status van de wetenschap binnen de westerse cultuur.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De syllabus van de doecent. Hoe deze beschikbaar zal worden gemaakt zal in het begin van de collegesoverlegd worden. De volledige syllabus zal klaar zijn bij de aanvang van de colleges.
7. Facultatief studiemateriaal
-Godfrey-Smith, Peter (2003), Theory and reality. An introduction to the philosophy of science. Chicago,ILL.: University of Chicago Press.
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor overleg en verdere aanwijzingen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 02/07/2008 14:26 erik.myin
Onderzoeksstage 1
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF3001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Alle docenten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen:
03/12/08 08:54universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Databases
Page 34 of 34http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64305&ct=064305&e=165911&p=true&all=true
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEr zijn geen algemene aanvangscompetenties vereist. Specifieke competenties kunnen geeist worden doorde onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het doel van Stage 1 is de studenten te laten kennismaken met de essentiële aspecten van hetwetenschappelijke onderzoek zoals het gevoerd wordt binnen zowel academische als industriëleinstellingen. In het bijzonder met inbegrip van activiteiten als het opzoeken van aanverwant werk; hetvinden, formuleren en motiveren van onderzoeksvragen, e.d.
3. Inhoud
De inhoud van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt. Alsvoorbeeld : de student wordt betrokken in het onderzoek van de onderzoeksgroep en rapporteert overzijn/haar werkzaamheden.
4. Werkvormen
Stage
5. Evaluatievormen
Stage-evaluatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
7. Facultatief studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
8. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 14:45 lydia.janssens
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 1 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Universiteit van Antwerpen03/12/2008 - 08:54(c)
http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&all=true
Master in de informatica: software engineering (1ste jaar) 1MINF1-SE 2008-2009
Titel Semester Uren
theorie
Uren
praktijk
Studiepunten Lesgever(s)
Verplichte opleidingsonderdelen
Compilers 1esemester
15,00 35,00 6 Dirk Janssens
Gedistribueerde Systemen 1esemester
25,00 20,00 6 Frans Arickx
Modeling and Transformation in SoftwareDevelopment
1esemester
25,00 20,00 6 Dirk Janssens
Formele Specificaties 2esemester
25,00 20,00 6 Dirk Janssens
Software Re-engineering 2esemester
25,00 20,00 6 SergeDemeyer
Keuzevakken (12 sp): 6 sp te kiezen uit lijst verdiepende keuzevakken en 6 sp aanvullend te
kiezen binnen of buiten de richting
Verdiepende keuzevakken
Capita Selecta van de SoftwareEngineering
1esemester
25,00 20,00 6 SergeDemeyer
Database Security 1esemester
15,00 10,00 3 SergeDemeyerBart Goethals
Software Testing 2esemester
25,00 20,00 6 SergeDemeyer
Datamining 2esemester
25,00 20,00 6 Bart Goethals
Keuzelijst van de richting aan KU Leuven: - Gedistribueerde Software Architecturen: verdiepende
studie (6 sp) - Vereistenanalyse voor Complexe Softwaresystemen (3 sp)
Keuzelijst van de richting aan VU Brussel: - Aspect Oriented Software Development (6 sp) -
Programming Language Engineering Seminar (6 sp) - Software Architectuur (6 sp)
Optie Ondernemerschap : verplichte opleidingsonderdelen
Communicatie 1esemester
30,00 6 Luuk VanWaesMariëlleLeijten
Management van een organisatie 1esemester
30,00 6 NathalieVallet
Financieel management en juridischeaspecten
2esemester
30,00 6 Eddy Laveren
Optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
Inleiding in de onderwijskunde 1e 18,00 3 Wil Meeus
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 2 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
semester GilberteVerbeeck
Didactiek informatica 1esemester
36,00 6 Fabian DiFiore
Oefenlessen 1esemester
3 Sabine VanRooseRudi WuytsVicky BeliënLucBraeckmansTom DeRooverWilhelminaDe SmedtDanielle DeliJohan DeprezFabian DiFioreJürgenJaspersWil MeeusLiesbetOkkerseAnnie PinxtenRitaRymenansMatheaSimonsTom SmitsKimSoeteweyMarc StevensKristinVertentenAlexanderOltmansKoenraadSmekensJan T'SasAndreaMichielsPieterSprangersNicole HunterKatrien VanDaeleGeert De VosGuyWalraevens
Leerlingbegeleiding: trends enontwikkelingen
2esemester
18,00 3 Elke StruyfCarlijneCeulemans
Inleefstage 2esemester
3 Elke StruyfIngridImbrecht
Optie Onderzoek en Ontwikkeling: verplichte opleidingsonderdelen
Scientific English 2esemester
18,00 10,00 3 Diana Phillips
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 3 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Communicatie 1esemester
30,00 15,00 6 Luuk VanWaes
Wetenschapsfilosofie 2esemester
30,00 3 Erik Myin
Onderzoekstage 1 (instapstage in richting naar keuze)
Onderzoeksstage 1 1esemester
15,00 30,00 6 Alle docenten
Compilers
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 35,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesJe hebt enige ervaring nodig met het schrijven en uittesten van een wat complexer programma in eenimperatieve of object-georienteerde programmeertaal. Ook basiskennis over context-vrije grammatica's eneindige automaten is vereist.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je dient aan te tonen dat je de compilertechnieken die in de theoretische lessen zijn besproken kantoepassen op eenvoudige voorbeelden (bv. een attributengrammatica opstellen), en je moet in staat zijnde samenhang tussen deze technieken en hun betekenis in je eigen worden uit te leggen.
Er wordt ook verwacht dat je samen met een medestudent een werkende compiler bouwt voor eeneenvoudige imperatieve taal. Deze taal bevat wel de belangrijkste concepten van een dergelijke taal alstypes, procedures en recursie. Bij die taak moet je gebruik maken van enkele relevante tools voor lexicaleanalyse en parsing. De compiler moet niet enkel werkende doelcode produceren, maar ook in de mate vanhet mogelijke foutenboodschappen genereren.
3. Inhoud
In deze cursus wordt de structuur van een typische compiler voor een imperatieve taal behandeld. Eerstwordt nauwkeurig ingegaan op de specificatie van de taak die door de compiler moet uitgevoerd worden:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 4 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
voor de verschillende syntactische constructies van de bron-taal wordt een vertaling gegeven in termen vancode voor een (virtuele) doel-machine, en er wordt gespecifieerd hoe deze stukken code in elkaar gepastmoeten worden tot een volledig programma. Dan worden de verschillende fazen die een compiler doorlooptin meer detail besproken, met de nodige aandacht voor de formele technieken die ze ondersteunen: automaten en contextvrije grammatica's, LL en LR parsing, attributengrammatica's.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
D.Grune, H. Bal, C. Jacobs, K. Langendoen, Modern Compiler Design, Wiley, ISBN 0-471-97697-0
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/11/2008 13:56 dirk.janssens
Gedistribueerde Systemen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1002
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Frans Arickx
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student moet reeds inzicht verworven hebben in zowel de architectuur van computersystemen, als in deconcepten van besturingssystemen. Bovendien moet de student beschikken over voldoende
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 5 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
programmeerervaring.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De student zal inzicht hebben verworven over de principes, de opbouw, en paradigma's van gedistribueerdesystemen.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee delen, waarin respectievelijk principes en paradigma's worden behandeld.
Na een inleiding en een korte herhaling van noodzakelijke basiswerktuigen (processen en communicatie)worden volgende onderwerpen besproken:
1. Principes"Naming" of benoeming (identificatie)Synchronisatie mechanismenConsistentie en duplicatie"Fault tolerance" of foutbestendigheid"Security" of beveiliging
2. Paradigma'sGedistribueerde object-gebaseerde systemenGedistribueerde file systemenGedistribueerde web-gebaseerde systemen
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Eigen werk:Opdrachten:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingPracticum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
A. S. Tanenbaum en M. van Steen, Distributed Systems, Principles and Paradigms (2nd edition, in press)Prentice Hall
Begeleidende slides
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 6 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 17:03 frans.arickx
Modeling and Transformation in Software Development
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1012
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Deze cursus heeft tot doel je te laten kennismaken met enkele typische modelleringstalen (een 3-tal) uit desoftware engineering, en met de hulpprogramma's die erop gebaseerd zijn. Dat betekent dat je in staatbent voor een eenvoudige toepassing een model te bouwen in elk van de behandelde formalismen, en datje bij het opstellen van dat model voldoende oog hebt voor de kwaliteit ervan: is de structuur goed, is demate van abstractie goed gekozen, bevat het voldoende informatie om relevante eigenschappen uit tedrukken. Er wordt ook verwacht dat je de verschillende "tools" voor simulatie, verificatie of transformatiekan gebruiken voor de eenvoudige voorbeelden, en dat je kan uitleggen wat de voor-en nadelen van deverschillende modellen zijn.
3. Inhoud
In de model-gebaseerde benadering van software ontwikkeling wordt een software-systeem gezien als eencluster van modellen, op verschillende abstractieniveaus en met verschillende karakteristieken. Elk vandeze modellen is geschikt voor de beschrijving van zekere onderdelen of aspecten van het systeem, laatbepaalde soorten analyse toe en wordt ondersteund door bepaalde hulpprogramma's. Op deze manierkunnen de gesofisticeerde hulpmiddelen en theorieën, ontwikkeld in de researchgemeenschap, toegepastworden. Het is echter duidelijk dat dit maar kan werken met behulp van krachtige en geautomatiseerdesystemen om de verschillende modellen te integreren, ze in elkaar om te zetten, er code uit te genereren,en ze consistent te houden. De cursus introduceert de studenten in deze materie, aan de hand van eenconcrete regel-gebaseerde transformatie engine.
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 7 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
4. Werkvormen
Contactmomenten:SeminariesPractica
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Voor elk van de behandelde modelleringstalen worden een aantal basisartikels en/of boeken die alsvertrekpunt kunnen dienen ter beschikkeing gesteld.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 17:18 dirk.janssens
Formele Specificaties
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1013
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Dirk Janssens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 8 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Je dient, uitgaande van een informele beschrijving van een gewenst systeem, een specificatie te schrijven inelk van de behandelde formalismen. Deze specificatie moet op een redelijke manier gebruik maken van demogelijkheden die de verschillende formalismen bieden i.v.m. abstractie en verfijning. Je moet ook in staatzijn om gegeven specificaties te beoordelen en eventueel te verbeteren. Tenslotte dien je in je eigenwoorden te kunnen uitleggen wat de meest opvallende karakteristieken van de behandelde specificatietalenzijn, waarom die belangrijk zijn, en hoe ze bv. het beoogde toepassingsgebied beïnvloeden.
3. Inhoud
Een belangrijk aspect van de ontwikkeling van grote software-systemen is de specificatie van de vereistestructurele en dynamische eigenschappen. Om de onnauwkeurigheid en dubbelzinnigheid van specificatiesin natuurlijke taal te vermijden werden een aantal gespecializeerde formele talen, gebaseerd opmathemetische begrippen, ontwikkeld: Z, VDM, Alloy, enz. Deze talen maken het ook mogelijk hetontwerpproces te ondersteunen met geautomatiseerde systemen voor analyse en verificatie. De cursusintroduceert een aantal van deze specificatietalen, met de modellen waarop ze gebaseerd zijn, debijbehorende tools, hun voordelen en beperkingen.
4. Werkvormen
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereidingPracticum
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/09/2008 17:20 dirk.janssens
Software Re-engineering
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1014
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Serge Demeyer
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 9 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Praktijk ervaring met programmeren, bij voorkeur in teamverband.Grondige kennis omtrent het testen van software (unit tests, regression tests)Kennis van de verschillende technieken toegepast binnen een software project (behoeftes, analyse,ontwerp, implementatie, testen, onderhoud).Grondige kennis van technieken voor de kwaliteitscontrole van software projecten (kostenschatting,code reviews, metrics)
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Na de cursus zal de student in staat zijn om
1. vast te stellen wat prioritair geherstructureerd dient te worden;2. de risico's en opportuniteiten van een reengineering project te identificeren;3. ruwe en gedetailleerde ontwerpmodellen te extraheren;4. tests exploiteren tijdens het reengineeren;5. de meest geschikte migratiestrategie kiezen;6. de typische problemen van een objectgericht reengineering project kunnen oplossen;7. een overzicht hebben van recent onderzoek omtrent reengineeren.
3. Inhoud
Deze cursus behandelt de 'state-of-the-art' omtrent het reengineeren van bestaande software systemen.Dit behelst enerzijds een kennismaking met recent onderzoek terzake, en anderzijds een overzicht vanprincipes, technieken en vaardigheden die vandaag de dag in de praktijk gebruikt worden.
De cursus heeft dan ook een erg praktische inslag en beslaat naast een minimum aan theorie (gedoceerd inde vorm van reengineering patterns) ook lab-sessies (uitproberen van allerhande werktuigen) en eenproject (waar een bestaand groot software systeem wordt geherstructureerd).
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesPractica
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 10 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Examen:Practicum
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Serge Demeyer, Stéphane Ducasse and Oscar Nierstrasz, Object-oriented Reengineering Patterns,Morgan Kaufmann Publishers, 2002.
Zie ook http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SRe2LIC/
7. Facultatief studiemateriaal
Zie ook http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/SRe2LIC/
8. Studiebegeleiding
Docent: Prof. S. Demeyer [ http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ] Assistant: Bart Du Bois [ http://www.win.ua.ac.be/~bdubois/]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 24/09/2007 16:44 serge.demeyer
Capita Selecta van de Software Engineering
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2018
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Serge Demeyer
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Je beschikt over de nodige kennis, vaardigheden en attitudes die verwacht mogen worden van eenbachelor informatica.Je hebt een gezonde interesse voor Software Engineering
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 11 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Na de cursus zal je
1. vertrouwd zijn met zowel de historiek als enkele recente ontwikkelingen in het vakgebied softwareengineering;
2. in staat zijn de vakliteratuur omtrent deze specialisatie te volgen.
3. Inhoud
Dit vak wordt inter-universitair georganiseerd en behandelt een variëteit aan geavanceerde en actuelethema's in het domein van de software engineering, thema's die vaak maar niet noodzakelijkonderzoeksgericht zijn. Het vak wordt opgesplitst in drie hoofdstukken, waarvan elk hoofdstuk door eeneen van de participerende universiteiten wordt georganiseerd (Universiteit Antwerpen, Vrije UniversiteitBrussel, Katholieke Universiteit Leuven).
Voor elk van de hoofdstukken worden 2 lessen van 4u voorzien, die zullen doorgaan op de campus van deorganiserende universiteit. Studenten worden verondersteld met eigen vervoersmiddellen die campus tebereiken. We plannen alles zodanig dat de overlap met andere gastlessen tot een minimum wordt beperkt.Tijdens elke les zullen aanwezigheidslijsten rondgaan; als je door omstandigheden niet aanwezig kunt zijn,gelieve dan betrokken lesgever te verwittigen per e-mail.
Voor elk van de hoofdstukken zal er een werkje (project, artikel, ...) opgegeven worden, wat gebruikt zalworden als examen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesSeminaries
Eigen werk:Scriptie: IndividueelScriptie: In groep
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingSchriftelijk met mondelinge toelichtingMondeling zonder schriftelijke voorbereidingMondeling met schriftelijke voorbereiding
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichtingzonder mondelinge toelichting
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 12 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Zie http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/CapitaMaster/
7. Facultatief studiemateriaal
Zie http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/CapitaMaster/
8. Studiebegeleiding
Inter-universitair docententeam
Universiteit Antwerpen: Prof. Serge Demeyer [ http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ]KULeuven: Prof. Eric Steegmans, Prof. Wouter Joosen en Prof. Tom HolvoetVrije Universiteit Brussel: Prof. Wolfgang Demeuter
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 03/10/2008 13:53 serge.demeyer
Database Security
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Serge Demeyer
Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
kennis van operating systemen.kennis van programmeertaal C/C++/Javakennis van Relationele Databanken
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
een brede basis verwerven inzake (on)veiligheid en beveiliging van data
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 13 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
in staat zijn om betrouwbare (veilige) software te ontwikkelen m.b.t. data.
3. Inhoud
Deze cursus behandelt de praktische aspecten van moderne database security. We bestuderenverschillende aanvalstechnieken ('attacks') en hoe er tegen te beveiligen. We beschouwen verschillendebenaderingen tot het beveiligen van data.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesSeminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wordt via de bibliotheek en het web beschikbaar gesteld
7. Facultatief studiemateriaal
Security in computing, by Pfleeger and Pfleegerartikels
8. Studiebegeleiding
Docent: Dr. B. Goethals [ http://www.adrem.ua.ac.be/~goethals/]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 05/11/2008 16:42 bart.goethals
Software Testing
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF2019
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Serge Demeyer
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 14 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Praktijk ervaring met programmeren, bij voorkeur in teamverband.Ervaring met het testen van Software (vb. unit tests a.h.v. XUnit)Kennis van de verschillende technieken toegepast binnen een software project (behoeftes, analyse,ontwerp, implementatie, testen, onderhoud).Weet hebben van technieken voor de kwaliteitscontrole van software projecten (kostenschatting,code reviews, metrics)
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Na de cursus zal de student in staat zijn om
1. een onderscheid kunnen maken tussen de verschillende teststrategieen;2. voor een gegeven teststrategie de optimale teststechniek te kiezen;3. de dekkingsgraad van een testbatterij na te gaan en eventueel te verbeteren.
3. Inhoud
De student zal ervaring verwerven in het grondig testen en verifieren van een software systeem, zodat meteen zekere graad van betrouwbaarheid gesteld kan worden dat een systeem voldoet aan zijn vereisten. Decursus verwacht heel wat van de studenten, ondermeer het zelf geven van lessen (gedoceerd in de vormvan testing patterns) en het volgen van lab-sessies (uitproberen van allerhande testtechnieken enstrategieen). Daarnaast voorzien we ook de toets met de praktijk door het uitnodigen van gastsprekers diekomen vertellen over de praktijk in test teams.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesPractica
Projectwerk:Individueel
Projectwerk:In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Practicum
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 15 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Robert V. Binder, Testing Object-Oriented Systems (Models, Patterns, and Tools), Addison-Wesley,2000.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie http://www.lore.ua.ac.be/Teaching/.
8. Studiebegeleiding
Docent:
Prof. S. Demeyer [http://www.win.ua.ac.be/~sdemey/ ]
Assistent:
Bart Van Rompaey [ http://www.win.ua.ac.be/~bvromp/]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 18/09/2008 17:23 serge.demeyer
Datamining
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1011
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 25,00
Uren praktijk: 20,00
Uren andere:
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Bart Goethals
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Kennis van data types en structuren.Inleiding tot programmeren en logica.
*Volgtijdelijkheid
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 16 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
2. Eindcompetenties (eindtermen)
3. Inhoud
Na een korte inleiding over data mining worden een aantal geavanceerde onderwerpen in data miningbestudeerd en besproken.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Seminaries
Eigen werk:Opdrachten:Individueel
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/11/2007 14:48 bart.goethals
Communicatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-029
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Mariëlle Leijten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 17 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Algemene interesse voor managementprocessen; - Beheersing van het Nederlands op moedertaalniveau; - Opmerking: geen mogelijkheid voor examencontract.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategischemanier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als methogergeplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is danook belangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op eenprofessioneel niveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten vancommunicatie. De student verwerft - basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele (bedrijfs)context;- de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk; - de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op deverschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elkvan de componenten is er aandacht voor zowel praktische vaardigheden en toepassingen, als voortheoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheidstaat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’s.Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die ophet niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. MANAGEMENTCOMMUNICATIEManagers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)processen aansturen, zowelintern als extern. In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen opwelke manier een bedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifiekethema’s in dit domein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externecommunicatie, identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van digitale mediaetc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaalnoodzakelijk. Thema’s:
- beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvorming en –evaluatie; - crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties. TECHNISCHE COMMUNICATIE Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerdworden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijkgebeurt. Thema’s:
- instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies? Hoe evalueer ik dekwaliteit van een handleiding of bijsluiter?
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 18 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
- productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technisch voorgesteld wordt? Hoerapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling? BEDRIJFSCOMMUNICATIE In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategischen correct is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stilbij strategieën, structuren en conventies. Thema’s:
- onderhandelen en vergaderen - functioneringsgesprekken - solliciteren - voortgangsrapporten - goodwillcommunicatie - slechtnieuwsbrieven
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenCasussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- Eigen studiemateriaal- Materiaal op online schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 10/09/2008 10:08 marielle.leijten
Management van een organisatie
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 19 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-030
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Nathalie Vallet
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Algemene interesse voor micro- en macro-economie
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Basiskennis omtrent begrippen, methoden en instrumenten m.b.t. het management van eenorganisatie:Basisinzicht in de globale samenhang van het management van een organisatie;Basisvaardigheden in het (professioneel, methodisch en kritisch) aanwenden van deze kennis eninzichten bij de analyse van het management van organisaties;Basisvaardigheden voor de uitoefening van junior kaderfuncties (vb. bedrijfsrelevante informatieverzamelen, bedrijfsdocumenten doornemen, gerichte informatienetwerken uitbouwen, contactenleggen met managers, interviews afnemen, communiceren, verslagen opstellen, presenteren, zichzelforganiseren in functie van deadlines, …)
3. Inhoud
Partim 1:
In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippenmanagement, manager en managementwetenschappen. Anderzijds overlopen we de verschillendemanagementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiden geven en controleren). Pér managementfunctiestaan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruiktemethoden en instrumenten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. Webenadrukken ten slotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet éénwijze/manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren). Partim 2
In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de studenten detheoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceertdat ze de theorie gebruiken als “(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijzeleren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijk
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 20 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
aspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van eente realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (vb. informatica,of biomedische wetenschappen, of …) én van hun later carrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoendeinteressant en vooral relevant is.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
5. Evaluatievormen
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Tekstenbundel uitgedeeld tijdens de hoorcollegesEen samen met de studenten aangelegde “lexicon” (kwestie van een overzicht te behouden van alleconcepten/begrippen die doorheen de hele cursus de revue passeren).Nota’s door de studenten genomen tijdens de hoorcolleges (deel 1) en tijdens de werksessies.
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 12/12/2007 11:01 annick.debroey
Financieel management en juridische aspecten
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-K-031
Semester: 2e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere: 15,00
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Eddy Laveren
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Basiskennis management; - Vertrouwd zijn met het gebruik van een rekenmachine en het spreadsheetprogramma excel;
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 21 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
*Volgtijdelijkheid
Verplichte inschrijving voor '1MBMW-K-030 Management van een organisatie'.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
- De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de belangrijkste begrippen, methoden eninstrumenten m.b.t. het financieel management van een organisatie; - De studenten dienen voldoende inzicht te hebben verworven in de financiële en juridische kennis dienodig is om een bedrijf op te starten en te besturen - De studenten moeten in staat zijn deze kennis en inzichten aan te wenden bij het oplossen vanproblemen en uitdagingen van het management van een organisatie.
3. Inhoud
De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten vanhet bedrijfsbeleid. Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zij bij het starten van een eigen zaak, wordtaandacht besteed aan de techniek van het boekhouden en de inhoud van de jaarrekening van eenonderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt wordenbij het nemen van financiële beslissingen. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - analyse van de jaarrekening (statische en dynamische analyse); - kostencalculatie en break-evenanalyse; - het maken van financiële prognoses en het opstellen van financiële plannen; - de beoordeling en selectie van investeringsprojecten; - vraag en aanbod van financiering van KMO’s; - venture capital, business angels en mezzanine financiering; - beheer van het bedrijfskapitaal; - methoden van ondernemingswaardering Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteedaan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: - overzicht van de voor- en nadelen van verschillende vennootschapsvormen - inleiding tot de wet op de handelspraktijken - inleiding in het verbintenissen- en contractenrecht - inleiding tot de vennootschapsbelasting en de BTW De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen datde aangeleerde kennis inzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reëlepraktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groepopdrachten uit te werken en te presenteren.
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:In groep
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 22 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen boek
Schriftelijk werkstuk:met mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Eddy Laveren, Peter-Jan Engelen, Arthur Limère & Sigrid Vandemaele (2009), Handboek Financieel Beheer,Intersentia, Antwerpen, derde druk. Syllabus van de docent
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Voor het stellen van vragen omtrent de leerstof of het maken van een individuele afspraak kan de docent ofde assistent worden gecontacteerd: - Eddy Laveren (docent): lokaal B-320, Tel: 03/220.40.86, e-mail: [email protected] Vincent Molly (assistent): lokaal B-318, Tel: 03/220.41.79, e-mail: [email protected]
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 23:06 eddy.laveren
Inleiding in de onderwijskunde
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO101
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Wil Meeus
Gilberte Verbeeck
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe student dient minstens over de algemene eindcompetenties van een academische Bacheloropleiding te
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 23 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
beschikken. Verder wordt verwacht dat hij zowel mondeling als schriftelijk vlot kan communiceren in correctNederlands.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
De beginsituatie van de lerende en de leergroep achterhalen;Doelstellingen kiezen en formuleren;De leerinhouden/leerervaringen selecteren;De leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten;Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen;
In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen;Realiseren van een adequate leeromgeving;Observatie/evaluatie voorbereiden;Observeren/proces en product evalueren.
De leraar als opvoeder:
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de lerende in klasverband en op school;De emancipatie van de lerende bevorderen;Door attitudevorming lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie
voorbereiden;Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;Adequaat omgaan met lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties.
De leraar als organisator
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen;Een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning;Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de
lerenden.
3. Inhoud
Volgende topics komen aan bod:
De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan;Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen,groeperingsvormen, media, evaluatie;De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klasklimaat,sociometrie, ordeproblemen, pesten.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Oefeningen
5. Evaluatievormen
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 24 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boek
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Imbrecht, I., Van Petegem, P. & Meeus W. (2008). Oriëntatie in onderwijskunde. Een openleerpakket.Leuven: Acco.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie Blackboard
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 26/11/2008 12:04 gilberte.verbeeck
Didactiek informatica
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO231
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 36,00
Uren praktijk:
Uren andere: 42,00
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Fabian Di Fiore
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesDe studenten kunnen vlot werken met de standaard bureautoepassingen (office tools) (Word, Excel,Access, Powerpoint, ...) en eventueel andere softwarepakketten voor tekstverwerking, databeheer,rekenblad en presentaties.De student heeft programmeerervaring vanuit een programmeertaal (C, C++, Java, Pascal, ...) en kent dealgemene programmastructuren die in elk van deze talen aanwezig is.Deze cursus loopt parallel met `Inleiding in de onderwijskunde' en zal waar nodig daarnaar verwijzen.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
In dit opleidingsonderdeel zal je:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 25 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
informatica als onderwijsvak kunnen situeren binnen het secundair onderwijs;de leerplannen en eindtermen voor de verschillende netten m.b.t. het schoolvak informatica kritischkunnen analyseren en toepassen;algemene leerdoelen, doelstellingen en attitudes kunnen concretiseren naar uiteindelijkegeoperationaliseerde doelstellingen en per leerdoel een geschikte leerinhoud kunnen vinden waardeze leerdoelen en attitudes kunnen verwezenlijkt worden;een jaarplan voor een bepaalde doelgroep kunnen opstellen vanuit enkele vooraf besprokenmodellen;belangrijke didactische instrumenten zoals jaarplan, leerplan, lesvoorbereiding, klasagenda,vakwerkgroep, ... kunnen situeren binnen de taken en opdracht van de leraar;het model voor didactisch handelen kunnen opstellen, toelichten en via praktijksituaties kunnenconcretiseren;lesvoorbereidingen kunnen opstellen volgens een vooraf besproken gericht model voor didactischhandelen met bijzondere aandacht voor de volgende items: beginsituatie, probleemstelling(en),doelstellingen, onderwijsleersituatie, didactische werkvormen en didactische hulpmiddelen, evaluatiesen de opsplitsing van de lesvoorbereiding in verschillende lesfasen volgens de OSAEV-structuur;de verschillende didactische werkvormen en evaluatievormen, steeds vanuit het schoolvakinformatica, kunnen vergelijken met elkaar en beoordelen op functionaliteit vanuit de leersituatie;binnen het onderwijsleergesprek correcte keuzes maken m.b.t. de verschillende soorten vragen(leerkracht - leerling) die eerder werden besproken, en zal je deze keuze ook kunnenverantwoorden;de lesvoorbereidingen en leersituaties kunnen vertalen in functie van de vorm waaronder informaticaals onderwijsvak wordt aangeboden, zoals daar zijn: informatiesystemen, software-ontwikkeling,programmeertechnieken, gebruik en beheer van softwarepakketten, informatica alsvakoverschrijdende ICT-ondersteuning van andere schoolvakken, ... en dit o.a. vanuit voorafaangeboden en besproken lesmodellen;vanuit de leersituaties specifieke items zoals `algoritmisch denken', `probleem oplossend werken',`opsplitsen in deelopdrachten' op een functionele manier aan bod laten komen;een verantwoorde keuze kunnen maken (per lesfase) voor de meest geschikte didactische werkvorm,didactische hulpmiddelen en bijbehorende evaluatietechnieken en -methodes;vanuit gemaakte lesvoorbereidingen een gepaste evaluatie (toets) kunnen opstellen (metspecificatietabel en modeloplossingen) over de betrokken leerinhouden;...
3. Inhoud
In deze module worden de principes, zoals bestudeerd in 'Inleiding in de onderwijskunde', toegepast in deinformaticavakken van het secundair onderwijs.Centraal staat het verwerven van vaardigheden en competenties om zelfstandig en adequaat te kunnenfungeren als leerkracht met focus op het schoolvak informatica.Deze tekst kan je beschouwen als een syllabus/cursus waarin de elementaire vakdidactische principesaangehaald worden, maar ook als een trajectboek/leidraad waarbij je stapsgewijs doorheen de algemenedidactiek toegepast op informatica gegidst wordt.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelOpdrachten:In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Opdrachten
6. Noodzakelijk studiemateriaal
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 26 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Syllabus met selectie van basisdocumenten, eventueel aangevuld met beschikbare, relevante documentenvanuit de verschillende onderwijsnetten.
7. Facultatief studiemateriaal
Zie referentielijst in de syllabus.
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 11/10/2008 00:42 fabian.difiore
Oefenlessen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO400
Semester: 1e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 18,00
Uren andere: 57,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Sabine Van Roose
Rudi Wuyts
Vicky Beliën
Luc Braeckmans
Tom De Roover
Wilhelmina De Smedt
Danielle Deli
Johan Deprez
Fabian Di Fiore
Jürgen Jaspers
Wil Meeus
Liesbet Okkerse
Annie Pinxten
Rita Rymenans
Mathea Simons
Tom Smits
Kim Soetewey
Marc Stevens
Kristin Vertenten
Alexander Oltmans
Koenraad Smekens
Jan T'Sas
Andrea Michiels
Pieter Sprangers
Nicole Hunter
Katrien Van Daele
Geert De Vos
Guy Walraevens
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 27 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties - Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen met deoefenlessen: - Inleiding in de onderwijskunde - Didactiek van de vakken die in de oefenlessen aan bod komen
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de leraarsecundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionelegehelen (versie van 30/12/06). De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdens de oefenlessenhoren bij de volgende functionele gehelen:
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;De leraar als inhoudelijk expert;De leraar als organisator;De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker.
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn beslissingsvermogen en zin voor samenwerking.
3. Inhoud
De oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student volgt. Ze worden begeleid door devakdidacticus en de praktijkassistenten. Voor studenten die twee vakdidactieken volgen, worden deoefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijksteprincipes beschreven. Meer informatie staat in de Wegwijzer Oefenlessen van de verschillendevakdidactieken. Oefenlessen zijn lessen die studenten aan medestudenten van de universiteit geven. Deze lessen moetenvoorbereid worden en worden achteraf besproken. Studenten wonen de lessen van medestudenten bij ennemen actief deel aan de bespreking. Aanwezigheid en actieve inbreng van de studenten is dus vereist,zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer medestudenten lesgeven. De studenten leren gerichtobserveren en inschatten hoe ze zelf overkomen. Ze leren de basisvaardigheden van het lesgeven. Deconcrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken liggen in het verlengde van devakdidactiek(en).
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesVaardigheidstrainingen
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OefeningenOpdrachtenMedewerking tijdens de contactmomenten
Portfolio:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 28 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer OefenlessenFormulieren voor het voorbereiden, observeren en beoordelen van oefenlessen
7. Facultatief studiemateriaal
8. Studiebegeleiding
Studenten Geschiedenis kunnen terecht bij de vakdidacticus en de praktijkassistenten vóór of na decolleges, via e-mail ([email protected]) of, bij voorkeur na afspraak, in D 225 op de stadscampus.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 23/11/2008 14:56 helma.desmedt
Leerlingbegeleiding: trends en ontwikkelingen
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO102
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk:
Uren andere: 21,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Carlijne Ceulemans
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
Geen specifieke voorkennis vereist
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties voor dit opleidingsonderdelen sluiten aan bij de basiscompetenties
(kenniselementen, vaardigheden en attitudes) van de leraar secundair onderwijs, zoalsuitgeschreven door de Vlaamse Regering:
1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.7, 1.9,
1.10, 1.11, 1.12, 1.13)
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 29 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7)
6. De leraar als partner van ouders (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6)
8. De leraar als partner van externen (basiscompetenties 8.1, 8.2, 8.3, 8.4)
De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn:
- beslissingsvermogen- relationale gerichtheid- verantwoordelijkheidszin- flexibiliteit
3. Inhoud
Volgende topics worden behandeld: 1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding:
- Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’- Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’- Leerbegeleiding ‘leren leren’
Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de school 2 . Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken
3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg
4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessies
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Examen:Schriftelijk zonder mondelinge toelichtingGesloten boekOpen vragen
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Samengestelde reader
7. Facultatief studiemateriaal
Beschikbaar via Blackboard
8. Studiebegeleiding
Docent en praktijkassistenten
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 30 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 25/11/2008 19:13 elke.struyf
Inleefstage
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: SLO500
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie:
Uren praktijk: 30,00
Uren andere: 45,00
Deeltijds programma:
Titularis(sen) Elke Struyf
Ingrid Imbrecht
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
- Eindcompetenties van een academische bacheloropleiding - Adequate taalvaardigheid * De student moet het opleidingsonderdeel Inleiding in de onderwijskunde afgewerkt hebben of gelijktijdigvolgen met de inleefstage.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De eindcompetenties sluiten aan bij de basiscompetenties (kenniselementen en vaardigheden en attitudes)van de leraar secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens10 functionele gehelen (versie van 30/12/06). De basiscompetenties die prioritair aan bod komen tijdensde inleefstage horen bij de volgende functionele gehelen: 1. De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen (basiscompetenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5,1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13) 2. De leraar als opvoeder (basiscompetenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7) 4. De leraar als organisator (basiscompetenties 4.1, 4.2, 4.3, 4.4) 6. De leraar als partner van de ouders of verzorgers (basiscompetenties 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5) 7. De leraar als lid van een schoolteam (basiscompetenties 7.1, 7.2, 7.3, 7.4) De attitudes die prioritair aan bod komen, zijn A4 leergierigheid A5 organisatievermogen A7 verantwoordelijkheidszin
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 31 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
3. Inhoud
In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerdeschikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaarbeschikbaar zal zijn. Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aanhet leraarsberoep. Naast observatie van het lesgeven (micro-niveau) gaat aandacht naar activiteiten op hetniveau van de school (meso-niveau) en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van deoverheid (macro-niveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is de invalshoek niet zozeer die van deeigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar en leerlingen, vande leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen, enz. Activiteiten opschoolniveau betreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats,bijwonen van een klassenraad of oudercontact, enz. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv.het schoolwerkplan, het beleid dat de school voert inzake leerlingenbegeleiding, het participatiebeleid vande school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake. Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen(aso/kso/tso/bso) en bij voorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in deervaringen die studenten opdoen in voor hen minder bekende onderwijs- en leersettings en waardoor zehun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school waar ze zelf onderwijs genoten.
4. Werkvormen
Eigen werk:Opdrachten:IndividueelCasussen: IndividueelScriptie: Individueel
5. Evaluatievormen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Wegwijzer Inleefstage Opdrachtenboek Model van portfolio
7. Facultatief studiemateriaal
Fontys Lerarenopleiding: Bronnenboek bij Stagehandreiking. Suggesties voor opdrachten. Tilburg, FontysHogescholen Nederland, 2005.
8. Studiebegeleiding
Studenten kunnen terecht bij de onderwijskundigen en praktijkassistenten voor inhoudelijke vragen over ofvoor een gesprek m.b.t. dit opleidingsonderdeel. Voor organisatorische problemen kunnen ze terecht bij destagecoördinator van de SLO.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 19/11/2008 10:22 ingrid.imbrecht
Scientific English
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 32 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: 1MBMW-V-004
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 18,00
Uren praktijk: 10,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Diana Phillips
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Engels
Info semesterexamen: examen in het 2de semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesUpper-Intermediate Level in gesproken en geschreven Engels
*Volgtijdelijkheid
volledig geslaagd in 1Ba- en 2Ba-programma.
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om:- volgens de geijkte conventies een goed gestructureerde paper of onderzoeksrapport te schrijven in hetEngels.- vlot een goed gestructureerde presentatie, ondersteund door PowerPoint, te geven in het Engels.- op een professionele manier vergaderingen en onderhandelingen te leiden in het Engels.
3. Inhoud
De cursus is gericht op het ontwikkelen van de belangrijkste mondelinge en schriftelijke vaardigheden diede studenten veelvuldig zullen nodig hebben in hun toekomstige professionele omgeving. De meesteaandacht gaat naar het schrijven van een gedetailleerd academisch essay, rapport of scriptie en vervolgensnaar het overtuigend mondeling presenteren van deze informatie. Ook leren de studenten op eenprofessionele manier vergaderingen en onderhandelingen leiden.
Via het analyseren van zowel wetenschappelijke als wetenschapspopulariserende teksten krijgen destudenten inzicht in het wordingsproces van een artikel, paper of rapport. Andere belangrijkeaandachtspunten zijn de ontwikkeling van een formele geschreven stijl en aangepast taalgebruik en hetvermijden van plagiaat. De vaardigheden die vereist zijn om overtuigend mondelinge presentaties te gevenworden elke les verbeterd door regelmatig oefenen en het toepassen van de gekregen feedback. Voor hetonderdeel vergaderen en onderhandelen krijgen de studenten niet alleen inzicht in de structurele
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 33 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
componenten, maar leren zij ook hoe ze als leidinggevende optimaal gebruik kunnen maken van taal alsbeleidsinstrument. Alle opdrachten worden zodanig geselecteerd dat ze discussie in groepsverbandbevorderen.
4. Werkvormen
Contactmomenten:OefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: In groep
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:OpdrachtenCasussenMedewerking tijdens de contactmomenten
Schriftelijk werkstuk:zonder mondelinge toelichting
Presentatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Phillips, D. and Noble, A. Scientific English. Universitas (2008)
7. Facultatief studiemateriaal
Walters, D.E. and G. C. Walters (2002). Scientists Must Speak: Bringing Presentations to Life. RoutledgeStudy Guides.
8. Studiebegeleiding
Docent is beschikbaar voor begeleiding en hulp bij opdrachten. Liefst na afspraak (e-mail of voor/na decolleges)
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 14/09/2008 18:16 diana.phillips
Communicatie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF1015
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 34 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk: 15,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Luuk Van Waes
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties- Algemene interesse voor managementprocessen;- Beheersing van het Standaardnederlands op moedertaalniveau;Opmerking: Geen examencontract mogelijk.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
De wetenschapper die in een organisatie functioneert, dient ook in staat te zijn om op een strategischemanier te communiceren met collega’s in zijn werkomgeving, zowel met ondergeschikten als met hoger-geplaatsten. Daarbij komen zowel vakgebonden als niet-vakgebonden inhouden aan bod. Het is dan ookbelangrijk om een aantal schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden op een professioneelniveau te beheersen en om een goed inzicht te verwerven in managementaspecten van communicatie. De student verwerft
basiskennis van communicatietheorieën die van toepassing zijn in een organisationele(bedrijfs)context;de vaardigheid om strategisch te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk;de vaardigheid om sociaal vaardig te communiceren.
3. Inhoud
Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op deverschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisationele (bedrijfs)context. Bij elkvan de componenten is er aandacht voor zowel praktisch vaardigheden en toepassingen, als voortheoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheidstaat centraal, wel een diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’s dierelevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een(middel)grote organisaties. Managementcommunicatie
In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier eenbedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in ditdomein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externe communicatie, identiteit enimago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van digitale media etc. Thema’s:
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 35 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
beleidscommunicatie: de centrale rol van communicatie in beleidsvormig en –evaluatie;crisiscommunicatie: doorlichting van communicatiestromen en –beleid in crisissituaties.
Technische communicatie
Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerdworden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijkgebeurt. Thema’s:
instructies: Hoe zet ik een technische procedure op papier? Hoe presenteer ik veiligheidsinstructies?Hoe evalueer ik de kwaliteit van een handleiding of bijsluiter?productpresentatie: Hoe bouw ik een presentatie op waarin een innoverend product technischvoorgesteld wordt? Hoe rapporteer ik de evaluatie van productontwikkeling?
Bedrijfscommunicatie
In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de formulering correct enstrategisch aangepast is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie enstaan we stil bij conventies, structuren en strategieën. Thema’s: onderhandelen en vergaderen
functioneringsgesprekkengoodwillcommunicatieslechtnieuwsbrievenvoortgangsrapportensolliciteren
4. Werkvormen
Contactmomenten:HoorcollegesOefeningensessiesWerkcollegesVaardigheidstrainingen
Eigen werk:OefeningenOpdrachten:IndividueelOpdrachten:In groepCasussen: IndividueelCasussen: In groep
Begeleide zelfstudie (eventueel met responsiecolleges)
5. Evaluatievormen
Permanente evaluatie:Casussen(tussentijdse) testen
Portfolio:zonder mondelinge toelichting
6. Noodzakelijk studiemateriaal
- eigen syllabus- digitaal schrijfcentrum: www.calliope.be
7. Facultatief studiemateriaal
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 36 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
8. Studiebegeleiding
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 13/12/2007 16:16 annick.debroey
Wetenschapsfilosofie
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MWET1001
Semester: 2e semester
Studiepunten: 3
Uren theorie: 30,00
Uren praktijk:
Uren andere:
Deeltijds programma: 1
Titularis(sen) Erik Myin
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen: examen in het 1ste semester
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competenties
geen bijzondere
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Kennis van en inzicht in de belangrijste thema's van de hedendaagse wetenschapsfilosofie.
3. Inhoud
In dit college wordt de filosofische reflectie op wetenschap behandeld, zoals deze laatste decennia gevoerdis. Er wordt ingegaan op wat wetenschap onderscheidt van andere cultuurverschijnselen en er wordt eenoverzicht gegeven van gangbare opvattingen over typische wetenschappelijke fenomenen zoals verklaring,voorspelling, confirmatie en falsificatie. Tevens wordt aandacht besteed aan de kritiek op dewetenschappelijke rationaliteit en op de status van de wetenschap binnen de westerse cultuur.
4. Werkvormen
Contactmomenten:Hoorcolleges
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 37 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
5. Evaluatievormen
Examen:Mondeling met schriftelijke voorbereiding
6. Noodzakelijk studiemateriaal
De syllabus van de doecent. Hoe deze beschikbaar zal worden gemaakt zal in het begin van de collegesoverlegd worden. De volledige syllabus zal klaar zijn bij de aanvang van de colleges.
7. Facultatief studiemateriaal
-Godfrey-Smith, Peter (2003), Theory and reality. An introduction to the philosophy of science. Chicago,ILL.: University of Chicago Press.
8. Studiebegeleiding
De docent is beschikbaar voor overleg en verdere aanwijzingen.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 02/07/2008 14:26 erik.myin
Onderzoeksstage 1
Academiejaar: 2008-2009
Code opleidingsonderdeel: MINF3001
Semester: 1e semester
Studiepunten: 6
Uren theorie: 15,00
Uren praktijk: 30,00
Uren andere:
Deeltijds programma: 2
Titularis(sen) Alle docenten
Taal waarin de cursus wordt gedoceerd: Nederlands
Info semesterexamen:
Info contractrestrictie:
1. Aanvangscompetenties (begintermen)
*Algemene competentiesEr zijn geen algemene aanvangscompetenties vereist. Specifieke competenties kunnen geeist worden doorde onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt.
*Volgtijdelijkheid
2. Eindcompetenties (eindtermen)
Het doel van Stage 1 is de studenten te laten kennismaken met de essentiële aspecten van hetwetenschappelijke onderzoek zoals het gevoerd wordt binnen zowel academische als industriële
03/12/08 08:55universiteit antwerpen - Opleidingsonderdelen 2008-2009 - Software engineering
Page 38 of 38http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.OOD2008&n=64306&ct=064306&e=165915&p=true&all=true
instellingen. In het bijzonder met inbegrip van activiteiten als het opzoeken van aanverwant werk; hetvinden, formuleren en motiveren van onderzoeksvragen, e.d.
3. Inhoud
De inhoud van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgd wordt. Alsvoorbeeld : de student wordt betrokken in het onderzoek van de onderzoeksgroep en rapporteert overzijn/haar werkzaamheden.
4. Werkvormen
Stage
5. Evaluatievormen
Stage-evaluatie
6. Noodzakelijk studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
7. Facultatief studiemateriaal
Het studiemateriaal van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
8. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding van de onderzoeksstage hangt af van de onderzoeksgroep waarbij de stage gevolgdwordt.
laatste aanpassing: laatste aanpassing: 01/12/2008 14:45 lydia.janssens
Inhoudsverantwoordelijke(n): Contacteer de faculteit van de opleiding
Bijlage I.2.4:
Lijst titels en cijfer recente masterproeven
Dep
t. W
isku
nd
e en
In
form
ati
ca –
Aca
dem
ieja
ar
200
3-2
004
Alf
ab
etis
che
Lij
st T
hesi
ssen
O
ple
idin
g :
In
form
ati
ca
Ro
lnr.
N
aa
m s
tud
en
t T
ITE
L
Pro
mo
tor
Co
-pro
mo
tor/
P
un
ten
Med
elez
ers(
s)
Eers
te z
ittijd
20
00
94
73
BE
RG
S J
oha
n
Gebru
ik v
an "
Resourc
es"
Dha
en
e T
om
H
elli
nckx P
./S
tuer
G.
16
20
00
96
52
BO
EY
NA
EM
S K
risto
f M
AN
-IN
-TH
E-M
IDD
LE
aanva
l op h
et S
SL P
roto
col
Dem
eyer
Serg
e
De S
itte
r J./Z
aid
ma
n A
. 17
19
99
54
23
CA
SA
L M
OS
TE
IRO
Ke
lly
Beveili
gin
g v
an J
AV
A p
rogra
mm
a's
teg
en D
eco
mpile
ren e
n K
opie
ren
Blo
nd
ia C
hri
s
van d
en W
ijng
aert
Nik
/Bals
K.
12
20
00
57
37
DE
ME
Y F
ons
Grid C
om
puting
: E
en
overz
icht
Dha
en
e T
om
Hancke F
./A
rickx F
. 16
19
98
53
66
DE
MA
ER
EL
Jan
Ontw
erp
va
n e
en 3
D E
ng
ine o
p P
ocketP
C's
en S
mart
Pho
nes
Arickx F
rans
Witte
rs K
./H
elli
nckx P
. 14
19
98
52
48
DIL
LE
N M
ich
el
Netw
erk
toep
assin
ge
n v
ia W
AP
De S
itte
r Ja
n
Stu
er
G.
11
19
98
55
81
DO
CX
To
m
Me
thod
en
voor
de h
erk
enn
ing v
an e
en n
iet-e
lektr
on
ische
C
uyt A
nn
ie
Sijb
ers
J./
Becuw
e S
. 15
ha
ndte
ke
nin
g.
20
00
58
26
GO
RIS
SE
N D
irk
H2O
Meta
co
mp
utin
g -
Jin
i L
ooku
p a
nd D
iscovery
Bro
eckh
ove J
an
Dew
olfs D
./S
tuer
G.
17
20
00
55
62
HE
ND
RIC
KX
Ste
ven
Glib
-C: C
as a
n A
ltern
ative O
bje
ct O
rie
nte
d E
nvir
on
men
t D
em
eyer
Serg
e
Wats
on B
./V
an
Rysselb
erg
he
F.
15
19
98
52
68
HE
RR
YG
ER
S B
art
Ontw
ikkelin
g v
an e
en b
edri
jfso
pvolg
ingssyste
em
met
be
hu
lp v
an
De S
itte
r Ja
n
Stu
er
G.
15
m
ode
l drive
n a
rchitectu
re
20
00
98
08
JE
UR
ISS
EN
Be
n
Opvolg
en v
an z
ebra
vis
se
n m
et d
igitale
ca
mera
's
Nau
dts
Bart
Van
Lee
mp
ut
K./
Va
n G
orp
P.
16
20
00
97
16
LA
ME
NS
Stijn
MP
EG
-4 S
tructu
red A
ud
io
Low
en R
obert
De S
itte
r J./V
an
Dyck D
. 16
20
00
94
36
LE
TO
R N
icola
s
Cod
e M
igra
tie
in P
eer
to P
eer
Netw
erk
en
Bro
eckh
ove J
an
Dew
olfs D
./S
tuer
G.
17
20
00
97
12
PE
ET
ER
S T
im
The
Pro
filin
g P
ow
er
of D
yn
am
ic B
yte
co
de I
nstr
um
enta
tio
n
Dem
eyer
Serg
e
Te
mm
erm
an M
./Z
aid
man A
. 15
20
00
95
19
RA
EY
MA
EK
ER
S J
ori
s
Dig
ita
l A
ud
io E
ffects
Low
en R
obert
15
20
00
95
77
SA
LA
ZA
R C
ELIS
Oliv
er
Me
etk
und
ige B
ere
ken
inge
n m
et In
terv
al A
ritm
etiek e
n N
ieuw
e
Verd
onk B
rigitte
Cuyt A
./P
enn
e R
. 17
R
ob
uuste
Me
thod
en
20
00
95
35
SC
HIP
PE
RS
Ha
ns
JM
I C
onfo
rme
Mod
eltra
nsfo
rmato
r-G
enera
tor
Janssens D
irk
Van
Gorp
P./
De
meyer
S.
17
20
00
95
92
SIE
BE
NS
Joh
an
Ontw
erp
va
n e
en 3
D E
ng
ine o
p P
ocketP
C's
en S
mart
Pho
nes
Arickx F
rans
Witte
rs K
./H
elli
nckx P
. 14
20
00
95
23
VA
N A
ER
SC
HO
T B
enny
Dyna
mic
Asp
ect O
rie
nte
d P
rogra
mm
ing in
.N
ET
Dem
eyer
Serg
e
Wats
on B
./Z
aid
ma
n A
. 13
19
99
55
06
VA
N B
ALL
AE
RT
Gee
rt
Beveili
gin
g v
an J
AV
A p
rogra
mm
a's
teg
en D
eco
mpile
ren e
n K
opie
ren
Blo
nd
ia C
hri
s
van d
en W
ijng
aert
N./
Ba
ls K
. 12
20
00
93
87
VA
N D
E V
ELD
E E
rwin
Com
pu
terb
eveili
gin
g a
an d
e h
and
van
Log
gin
g e
n A
na
lyse v
an
Blo
nd
ia C
hri
s
Van
Ro
mp
aey S
./D
e C
leyn
P.
17
Lo
gb
esta
nd
en
.
20
02
04
96
VA
N D
EN
FO
NT
EY
NE
Hans
Auto
matisch w
egw
erk
en v
an
ged
up
lice
erd
e c
ode
door
mid
de
l va
n
Dem
eyer
Serg
e
Janssens D
./V
an R
ysselb
erg
he F
. 13
de “
Pu
ll U
p M
eth
od R
efa
cto
rin
g"
20
00
58
25
VA
N D
ER
ST
RA
ET
EN
Fre
yja
Vorm
enre
constr
uctie : F
ouri
erd
escrip
tore
n v
ers
us
Cuyt A
nn
ie
Verd
onk B
./B
ecuw
e S
. 16
m
om
ente
nin
form
atie.
20
00
93
59
VA
N D
OO
RE
N B
ert
XS
L E
xte
nsie
s S
tand
aard
ise
ren
Blo
nd
ia C
hri
s
Bals
K./V
an d
en W
ijnga
ert
N.
15
20
00
93
42
VA
N R
OM
PA
EY
Bart
Java a
nd
.N
ET
: A
Look into
To
day's
Virtu
al M
ach
ine T
ech
no
logy
Dem
eyer
Serg
e
Wats
on B
./V
an
Rysselb
erg
he
F.
17
19
98
53
83
VE
RH
AE
RT
Ma
art
en
CR
M in e
en m
idd
elg
root
bedri
jf : e
en c
ase
stu
dy
Janssens D
irk
Van
Gorp
P./
Va
n R
ysselb
erg
he F
. 11
19
99
50
14
VE
RV
LIE
T B
ert
CR
M in e
en m
idd
elg
root b
edri
jf : e
en c
ase
stu
dy
Janssens D
irk
Van
Gorp
P./
Va
n R
ysselb
erg
he F
. 13
20
00
96
41
VE
RV
OO
RT
Phili
pp
e
Dig
ita
l C
olo
r M
ana
ge
ment
techn
ieken in
de s
pectr
ale
ruim
te
Cuyt A
nn
ie
Verb
eeck C
. 15
T
we
ed
e z
ittijd
19
98
53
82
BR
IJS
SIN
CK
Ko
en
Verg
elij
ke
nd
e s
tud
ie v
an n
iet
– c
om
me
rcië
le d
iscre
te –
even
t sim
ula
tore
n
Blo
nd
ia C
hri
s
Voorh
ae
n M
. V
an
Ro
mpa
ey S
. 10
20
02
05
16
DA
US
Y W
im
Softw
are
desig
n o
f a m
ultim
ed
ia c
om
pute
r g
am
e f
or
mob
ile d
evic
es o
n t
he
Dha
en
e T
om
Te
mm
erm
an M
./D
em
eyer
S.
13
in
tern
et.
i.s.m
. A
ss. A
’pen /
IM
EC
19
98
56
85
DE
KO
CK
Bart
Kara
kte
risatie v
an 3
D-o
bje
cte
n
Verd
onk B
rigitte
Cuyt A
./S
ijbers
J.
14
19
98
57
90
DE
WIN
TE
R E
va
Bekn
opte
repre
se
nta
ties v
oor
freq
ue
nt se
t m
inin
g
Pare
da
ens J
an
Dexte
rs N
./C
ald
ers
T.
15
19
98
57
92
DU
YC
K B
art
Java p
art
y
Arickx F
rans
Stu
er
G./
Va
nm
ech
ele
n K
. 14
19
99
56
26
HA
ES
EN
DO
NC
K G
era
ld
Veri
ficatie
van
we
erm
ode
llen o
p h
et
KM
I P
are
da
ens J
an
V
an
Ha
ute
ghe
m H
. (K
MI)
11
19
98
51
77
HE
LS
EN
Gert
Info
rmatie e
xtr
actie
. P
are
da
ens J
an
De S
itte
r A
./C
ald
ers
T.
17
19
98
56
37
JA
NS
SE
N J
o
Betr
ouw
bare
ca
lcula
tor
en g
rap
hic
s to
ol voo
r co
mp
lexe
vera
nderl
ijke
n
Cuyt A
nn
ie
Schre
pp
ers
W./
Backe
ljauw
F.
16
19
99
52
84
MA
XIM
US
Fra
nk
Verg
elij
ke
nd
e s
tud
ie v
an J
ava e
n C
++
im
ple
menta
tie v
an J
RM
B
roeckh
ove J
an
Arickx F
./S
tue
r G
. 12
19
99
54
79
RA
ES
Ste
ve
n
Stu
die
cod
e-g
enera
tors
, M
DA
Janssens D
irk
Van
Gorp
P./
De
meyer
S.
12
20
00
97
71
TO
ELE
N O
livie
r A
na
lyse e
n s
tud
ie r
ond n
etw
erk
beve
iligin
g
Blo
nd
ia C
hri
s
Pee
ters
S./D
e C
leyn P
. 16
20
02
05
15
VA
N L
OO
CK
Dave
Com
posite
refa
cto
rings
Dem
eyer
Serg
e
Van
Ee
tveld
e N
./D
ub
ois
B.
12
20
00
56
11
VA
N W
AS
SE
NH
OV
E D
iederi
k
Form
eel b
eschrijv
en v
/h J
RM
-pro
tocol d
mv fin
ite s
tate
mach
ine
Bro
eckh
ove J
an
Arickx F
./S
tue
r G
. 11
19
98
51
45
VA
NW
IJC
K R
obb
ie
Inte
rpre
tatie v
an 2
D s
che
tsen
Arickx F
rans
Sae
ne
n I
./H
elli
nckx P
. 13
19
98
54
93
VE
RR
IJK
T G
lenn
Intu
ïtie
ve
schets
app
lica
tie
Arickx F
rans
Sae
ne
n I
./H
elli
nckx P
. 14
Dep
t. W
isku
nd
e en
In
form
ati
ca –
Aca
dem
ieja
ar
200
4-2
005
Alf
ab
etis
che
Lij
st T
hesi
ssen
O
ple
idin
g :
In
form
ati
ca
Ro
lnr.
N
aa
m s
tud
en
t T
ITE
L
Pro
mo
tor
Co
-pro
mo
tor
Pu
nte
n
Eers
te z
ittijd
.
20015088
AE
RT
S S
teven
Een M
DA
-taal b
espro
ken. A
TL a
angepast aan d
e e
ndog
ene w
ere
ld.
Janssens D
irk
Van G
orp
P./D
em
eyer
S.
10
20015496
AV
ON
TS
Jero
en
XQ
UE
RY
vert
alin
g n
aar
SQ
L. H
et node-identite
it e
n d
ocum
ent volg
ord
e p
roble
em
. P
are
daens J
an
Verc
am
men R
./M
ichie
ls P
./ 15
H
idders
J.
20009335
BE
NO
IT C
hri
sto
phe
Tuple
space c
p H
20.
Stu
er
Gunth
er
Bro
eckhove J
./D
ew
olfs D
. 14
20015090
BR
AE
M B
art
Imple
menta
tie e
n e
valu
atie v
an A
d-H
oc O
n-D
em
and D
ista
nce V
ecto
r R
outing.
Blo
ndia
Chri
s
Voorh
aen M
./B
erg
s J
. 18
20009529
CU
YP
ER
S W
oute
r O
GS
A m
appin
g v
an J
INI-concepte
n.
Bro
eckhove J
an
Stu
er
G./V
anm
echele
n K
. 17
20015556
DA
EM
S D
ennis
Kla
ssific
atie v
an h
et zw
em
gedra
g v
an z
ebra
vis
sen.
Naudts
Bart
D
e C
oen W
./V
an L
eem
put K
. 16
19995676
DE
RE
GT
ER
Mic
haël
3D
opperv
lakte
reconstr
uctie m
et ra
dia
le b
asis
functies.
Dhaene T
om
Ari
ckx F
./H
endrickx W
. 14
20009668
DE
SC
HU
TT
ER
Hele
na
Evolu
tietr
ends ter
onders
teunin
g v
an O
pen S
ourc
e e
valu
atie.
De
meyer
Serg
e
Schip
pers
H./S
chre
ppers
W./
14
V
en K
. (T
EW
)
19985514
EL B
AS
TA
NI K
asim
R
esourc
e s
cavengin
g javaspaces.
Bro
eckhove J
an
Stu
er
G./H
elli
nckx P
. 15
19995172
HE
NS
Filip
Een k
ritische k
ijk o
p c
luste
r softw
are
. B
roeckhove J
an
Van d
er
Schuere
n (
HA
)/
14
H
endri
ckx W
.
20015227
LE
PA
GE
Wim
E
xpre
ssie
ve k
racht van d
e n
ode c
onstr
uctie in X
QU
ER
Y.
Pare
daens J
an
Hid
ders
J./V
erc
am
men R
./
16
M
ichie
ls P
h.
20015011
MU
LIA
WA
N O
laf
Reengin
eering J
CM
TG
to M
OT
MO
T : a
mig
ration fro
m A
ND
RO
MD
A 2
to 3
. Janssens D
irk
Van G
orp
P./D
e B
ra P
. 13
20015089
PE
ET
ER
S G
ino
Inte
gra
tie v
an J
INI en J
XT
A fra
mew
ork
s.
Stu
er
Gunth
er
Bro
eckhove J
./V
anm
echele
n K
. 15
20015339
SA
EY
S T
om
Mu
lti-
dcs F
arm
er-
wo
rker
layer.
Bro
eckhove J
an
Ari
ckx F
./H
ellin
ckx P
. 13
20009721
* S
OM
ER
S D
usty
Rendering d
ispers
ion in p
rism
s.
Dhaene T
om
Ari
ckx F
./H
ellin
ckx
13
19995029
ST
IEV
EN
AR
T S
tephane
ISF
F-S
port
ua P
ort
al M
anagem
ent S
yste
m.
Blo
ndia
Chri
s
De S
itte
r J./V
erb
oven P
. 11
20009397
VA
N D
EN
EY
ND
EN
Ste
ven
Clu
ste
r M
onito
ring u
sin
g J
MX
. S
tuer
Gunth
er
Bro
eckhove J
./H
ellin
ckx P
. 11
20009802
* V
AN
DE
YC
K P
hili
ppe
Optim
al R
esourc
e M
appin
g in J
avaS
paces.
Bro
eckhove J
an
Stu
er
G./H
elli
nckx P
. 15
20015431
WE
LLE
NS
Pie
ter
Een in
troductie tot S
upport
Vecto
r M
achin
es.
Verd
onk B
rigitte
D
aele
mans W
./V
an R
em
ort
el P
. 17
T
we
ed
e z
ittijd
19995265
ALLA
ER
TS
Tim
R
obotica.
Verd
onk B
rigitte
P
ere
mans H
. (T
EW
)/P
enne R
. 14
19985011
DE
BR
UE
KE
R A
llan
Genetische a
lgori
tmes e
n d
ata
modelle
ring.
Naudts
Bart
10
19985863
JA
NS
EN
Jef
Wo
rkflow
Fra
mew
ork
Evolu
tion
Janssens D
irk
Van G
orp
P./D
em
eyer
S.
09
20005729
KA
RIM
I R
AD
Soro
ush
Redesig
n b
y c
ontr
act.
De
meyer
Serg
e
Zaid
man A
./Janssens D
. 13
20015118
MA
MP
AE
Y M
aart
en
Robotica.
Verd
onk B
rigitte
Pere
mans H
. (T
EW
) 13
M
ert
ens L
. (K
dG
0
20005758
PH
AN
Thanh V
ang
Oplo
ssen v
an p
art
iële
diffe
rentiaalv
erg
elijk
ingen m
et ra
dia
le b
asis
functies.
Dhaene T
om
B
roeckhove J
./H
endrickx W
. 13
20015329
VA
N G
OM
PE
L L
een
Aspect ori
ënta
tie v
oor
pro
cedure
le tale
n.
De
meyer
Serg
e
Schip
pers
H./D
e S
chutter
K.
13
19995546
VA
N L
AE
R K
are
l R
obotica.
Verd
onk B
rigitte
P
ere
mans H
. (T
EW
)/P
enne R
. 13
19995456
VA
N S
LA
MB
RO
UC
K B
rik
Pre
sence P
roto
col voor
e-m
ail.
De S
itte
r Jan
Stu
er
G.
11
Dep
t. W
isku
nd
e en
In
form
ati
ca –
Aca
dem
ieja
ar
200
5-2
006
Alf
ab
etis
che
Lij
st T
hesi
ssen
O
ple
idin
g :
In
form
ati
ca
Ro
lnr.
N
aa
m s
tud
en
t T
ITE
L
Pro
mo
tor
Co
-pro
mo
tor
Pu
nte
n
E
ers
te z
ittijd
20025371
BA
RE
NT
SE
N G
EE
RT
Associa
tion r
ule
min
ing in e
en m
ete
oro
logis
che d
ata
bank.
Goeth
als
Bart
Cald
ers
T./P
are
daens J
. 17
20015131
BE
RT
ELS
JO
CH
EN
Regis
tratie v
an s
ferische p
ara
metr
isaties v
an d
e m
enselij
ke c
ort
ex.
Verd
onk B
rigitte
Huysm
ans T
./S
ijbers
J.
16
20025138
CR
OM
BE
CQ
KA
RE
L
Inte
gra
tie v
an M
eta
modelle
ren e
n G
rid c
om
putin
g.
Dhaene T
om
Bro
eckhove J
./Stu
er
G.
17
20030258
DA
ND
ELO
OY
Gille
s
Real-
tim
e s
tem
verw
erk
ing g
ebaseerd
op s
inusoid
ale
modelle
ring : v
an
Blo
ndia
Chri
s
D’H
aes W
./S
ijbers
J.
16
basis
technolo
gie
naar
com
me
rcie
el p
roto
type.
20025195
HE
IRE
MA
NS
GE
RT
Sensor
Netw
ork
s : S
imula
tion T
ools
for
Analy
sin
g R
eal N
etw
ork
Code
Blo
ndia
Chri
s
Voorh
aen M
./M
ert
ens M
. 8
20015030
LE
FE
VR
E D
US
TY
Perf
orm
ance a
naly
sis
of exte
nded s
ubw
ord
s a
nd the m
atr
ix r
egis
ter
file
. B
roeckhove J
an
Juurl
ink B
. (U
delft)
/
16
Bert
els
K. (U
delft
)
20015000
MIS
LJE
NC
EV
IC S
VE
TO
ZA
R
Jin
i S
erv
ice C
onta
iner.
Bro
eckhove J
an
Stu
er
G./V
anm
echele
n K
. 16
20009513
* P
ALIN
CK
X B
ob
H20 c
onta
iners
in J
Gri
d.
Stu
er
Gunth
er
Bro
eckhove J
./Vanm
echele
n K
.
10
20015134
SE
GE
RS
KO
EN
Adre
s a
uto
config
ura
tie in a
d h
oc n
etw
erk
en.
Blo
ndia
Chri
s
Voorh
aen M
./Leto
r N
. 16
20025345
VA
N A
AR
LE
WIM
E
en topolo
gis
che b
enadering v
an S
LA
M.
Dhaene T
om
Pere
mans H
erb
ert
(T
EW
) 15
Verd
onk B
.
20015137
VA
N G
EE
T J
OR
IS
Co-e
volu
tion o
f softw
are
and tests
: a
n initia
l assessm
ent.
De
meyer
Serg
e
Wuyts
Roel (U
LB
)
15
Van R
om
paey B
.
T
weede z
ittijd
20015145
CO
EN
ELS
Extr
action o
f pattern
constr
ain
ts form
SQ
L q
ueries.
Goeth
als
Bart
P
are
daens J
./C
ald
ers
T.
14
20025490
CO
OLS
GE
RT
Securi
ty in A
d H
oc N
etw
ork
s B
londia
Chri
s
Van d
e V
eld
e E
./D
e C
leyn P
. 12
20025171
DE
RK
IND
ER
EN
BR
AM
Geta
ltheorie e
n e
nscri
ptie
Cuyt A
nnie
Docx T
./Lee W
.
12
19995030
DE
SW
AE
F E
ls
Dubbele
cla
ssific
atie v
oor
info
rmatie e
xtr
actie.
Cald
ers
Toon
Pare
daens J
./G
oeth
als
B.
12
19985863
JA
NS
EN
Jef
Wo
rkflow
Fra
mew
ork
Evo
lution
Janssens D
irk
De
meyer
S./V
an G
orp
P.
11
20015367
KU
PE
RS
Ale
xander
XS
L-F
O form
atter
voor
PD
A
Blo
ndia
Chri
s
Vin
gerh
oets
B.
12
12
20015035
NE
ELS
EV
ELY
NE
Ontw
ikkelin
g v
an e
en p
latform
voor
de r
econstr
uctie, verw
erk
ing e
n v
isualis
atie
Sijb
ers
Jan
Verd
onk B
./Leem
ans A
. 15
van h
ers
en-t
racto
gra
fiere
sulta
ten.
19995599
UN
LU
ALP
ER
EN
IP M
ultic
ast T
rafic M
onito
ring A
pplic
ation.
Blo
ndia
Chri
s
Van K
ers
en G
ijsbre
cht (A
lcate
l) 1
3
Spaey K
.
2
0005682
VA
N B
RO
EC
KH
OV
EN
Fre
deri
k
Ray tra
cen v
an d
iam
ant.
Ari
ckx F
. H
ellin
ckx P
./
15
G
evers
T./W
ante
n E
. (W
TO
CD
)
20025439
VA
NW
ALLE
GH
EM
JE
RO
EN
Modelin
g m
otion a
nd e
nvir
onm
ent usin
g o
ptical flow
. D
haene T
om
Pere
mans H
erb
ert
(T
EW
) 12
Ari
ckx F
.
Dep
t. W
isku
nd
e en
In
form
ati
ca –
Aca
dem
ieja
ar
200
6-2
007
Alf
ab
etis
che
Lij
st T
hesi
ssen
O
ple
idin
g :
In
form
ati
ca
Ro
lnr.
N
aa
m s
tud
en
t T
ITE
L
Pro
mo
tor
Co
-pro
mo
tor/
P
un
ten
med
elez
ers
E
ers
te z
ittijd
20009546
AS
TLE
RO
BIN
P
DA
als
dra
agbaar
onderz
oekspla
tform
voor
cochle
aire im
pla
nta
ten.
Dhaene T
om
V
an Im
me
rseel L./H
endrickx W
. 14
20025122
BU
YS
JO
NA
S
Stu
dyin
g the s
tate
-of-
the-a
rt in g
rid s
imu
lation a
nd its
applic
ation to n
etw
ork
B
roeckhove J
an
Vanm
echele
n K
./S
tuer
G.
16
modelin
g in G
ES
.
20035054
CO
UC
KU
YT
IV
O
Glo
bale
optim
aliz
atie v
an d
ure
sim
ula
ties.
Dhaene T
om
V
an K
eule
n F
./G
ori
ssen D
.
16
20025275
DE
MO
OR
NIL
S
3D
tennis
gam
e v
oor
win
dow
s m
obile
. A
rickx F
rans
Witte
rs K
./H
elli
nckx P
.
15
20025124
DE
MU
NC
K S
ILA
S
Para
mete
r sw
eep p
redic
tie.
Ari
ckx F
rans
Bro
eckhove J
./H
ellin
ckx P
.
17
20035415
DE
SM
ET
RU
BE
N
Een b
eoord
elin
g v
an d
e a
ccura
ath
eid
van a
uto
matische m
alw
are
analy
se tools
. D
em
eyer
Serg
e
Bert
els
K. (U
delft)
/
15
G
oeth
als
B./D
ubois
B.
20025237
DE
LF
OR
GE
JO
RN
E
Assessm
ent and J
ava p
ort
of th
e m
ark
et based r
esourc
e a
llocation s
yste
m
Bro
eckhove J
an
Vanm
echele
n K
./S
tuer
G.
16
tycoon u
sin
g G
ES
.
20035072
DU
FO
UR
TIM
O
Meerd
ere
CO
BO
L-d
iale
cte
n p
ars
en m
et sle
chts
één p
ars
er.
De
meyer
Serg
e
Janssens D
./
12
V
an H
old
er
T. (A
nubex)
20025195
* H
EIR
EM
AN
S G
ER
T
Function a
ppro
xim
ation b
y m
eans o
f genetic p
rogra
mm
ing.
Dhaene T
om
G
orissen D
./H
endrickx W
.
13
20025099
ME
RT
EN
S C
HR
IST
OP
HE
Een m
odel voor
bio
logis
che c
els
imu
latie.
Blo
ndia
Chri
s
Voorh
aen M
./G
uis
ez Y
. (B
IO)
13
20025259
RO
BIJ
N W
IM
Arc
hite
ctu
urs
tijle
n v
oor
HC
S D
ata
verw
erk
ing.
De
meyer
Serg
e
Van G
orp
P.
15
V
an d
e W
ouw
er/
Weyns (
DC
I Labs)
20035078
VA
N D
EN
BO
SS
CH
E R
UB
EN
Een v
erg
elij
kende s
tudie
tussen c
om
modity m
odelle
n e
n v
eilin
g-gebaseerd
e
Bro
eckhove J
an
Ari
ckx F
./V
anm
echele
n K
.
15
m
odelle
n v
oor
toepassin
g in e
en g
rid-
econom
isch s
yste
em
.
20005024
* V
AN
EY
CK
GU
NT
HE
R
com
bin
ato
rial auctions for
gri
d r
esourc
e m
anagem
ent.
Bro
eckhove J
an
Ari
ckx F
./V
anm
echele
n K
.
16
20035051
VE
RB
OV
EN
SA
M
Co
mm
odity m
ark
et-
based r
esouce a
llocation in C
oB
RA
. B
roeckhove J
an
Vanm
echele
n K
./H
ellin
ckx P
. 15
20025261
VLE
GE
LS
JA
N
Cla
ssific
atie v
an c
ode d
uplic
ate
n m
et het oog o
p r
eengin
eering b
eslis
sin
gen.
De
meyer
Serg
e
Janssens D
./D
ubois
B.
15
T
we
ed
e z
ittijd
20025123
DE
MA
ER
E S
AM
MY
Optim
al B
rain
Dam
age.
Dhaene T
om
G
orissen D
./D
eschri
jver
D.
11
20040302
DE
PO
OR
TE
R W
im
Esta
blis
hm
ent of A
gency a
s a
n e
ffective m
ark
et based r
esourc
e a
llocation m
eth
od B
roeckhove J
an
Stu
er
G./V
anm
echele
n K
. 17
20035108
GA
NS
EM
AN
JO
AC
HIM
S
inusoïd
ale
modelle
ring v
an p
oly
fone a
udio
. B
londia
Chri
s
D’H
aes W
./V
an d
en W
ijngaert
N.
15
20035042
VA
N D
EN
BR
AN
DE
JE
RO
EN
Liq
uid
sta
te m
achin
e toegepast op b
iosonar.
Verd
onk B
rigitte
F
onta
ine B
./P
ere
mans H
. (T
EW
) 13
20035114
VLE
ES
CH
OU
WE
R S
TE
FA
AN
Data
min
ing o
p e
en p
eer-
to-p
eer
netw
erk
. G
oeth
als
Bart
Lepage W
./M
am
paey M
. 10
Dep
t. W
isku
nd
e en
In
form
ati
ca –
Aca
dem
ieja
ar
200
7-2
008
Alf
ab
etis
che
Lij
st T
hesi
ssen
O
ple
idin
g :
In
form
ati
ca
Ro
lnr.
N
aa
m s
tud
en
t T
ITE
L
Pro
mo
tor
Co
-pro
mo
tor/
P
un
ten
med
elez
ers
Eers
te z
ittijd
20
0253
33
AU
DIE
NS
PIE
TE
R
CoB
RA
S -
CoB
RA
dis
trib
utio
n of
Jav
acla
sses
A
rick
x F
rans
H
ellin
ckx
P./V
erbo
ven
S.
10
te s
imul
ere
n.
199
3531
3 N
EV
ELS
TE
EN
Kim
G
DD
as
deve
lopm
ent m
etho
dolo
gy.
Era
smus
: U
ppsa
la U
nive
rsite
t
18
T
hesi
s su
perv
isor
: Ju
stin
Pea
rson
200
3533
3 S
TE
VE
NS
BA
RT
Kop
pelin
g in
sof
twar
e on
twer
pen.
De
mey
er S
erge
W
eyn
B./V
an d
e W
ouw
er G
14
V
an R
ompa
ey B
.
T
we
ed
e z
ittijd
20
0252
50
AN
DR
É K
EV
IN
Per
form
ance
eva
luat
ie v
an L
LVM
voo
r P
SP
sof
twar
e.
Blo
ndia
Chr
is
De
Cle
yn P
./Bra
em B
.
12
200
3511
6 B
AL
BA
RT
Mu
ltiva
riab
ele
ratio
nale
mod
elle
n vo
or o
ptie
waa
rden
. C
uyt A
nnie
in
‘t H
out K
./Bec
uwe
S.
12
200
7398
8 D
EV
RIE
SE
Chr
isto
phe
Impl
em
enta
tie v
an e
en p
ulsg
ebas
eerd
neu
ral n
etw
erk
om v
leer
mui
s-
Ver
donk
Bri
gitte
F
onta
ine
B./P
erem
ans
H. (
TE
W)
13
ec
holo
catie
te s
imul
eren
.
200
3509
6 S
AM
SO
N J
OE
RI
Ond
erzo
ek n
aar
de in
vloe
d va
n co
de d
uplic
atie
op
de o
nder
houd
baar
heid
De
mey
er S
erge
V
an R
ysse
lber
ghe
F./
11
va
n so
ftwar
e sy
stem
en.
V
an R
ompa
eu B
.
200
3530
0 S
CH
RA
M IA
N
Intr
usio
n de
tect
ion
in d
atab
ases
G
oeth
als
Bar
t S
met
s K
./Lep
age
W.
10
200
2518
2
VA
ND
EW
ALL
E M
AA
RT
EN
Ree
ngin
eerin
g va
n w
isku
ndig
e m
odel
len
aan
de h
and
van
obje
ct-
De
mey
er S
erge
D
eckm
yn G
./Sch
ippe
rs H
.
10
geor
iënt
eerd
e re
engi
neer
ing
patte
rns
toeg
epas
t in
een
proc
edur
ele
omge
ving
20
0251
47
W
EY
TS
Les
ly
Nod
e al
loca
tie e
n ba
tch
sche
dulin
g al
gorit
men
voo
r he
t B
lond
ia C
hris
V
oorh
aen
M./B
raem
B.
8
terr
an te
stbe
d.
Bijlage I.2.5:
Lijst stageplaatsen
(niet van toepassing)
Bijlage I.2.6:
Lijst externe stagementoren
(niet van toepassing)
Bijlage I.3.1:
Personeelsbezetting per opleiding
tabel II.1 en II.3
tabel II.2 volgens instructies niet afgedrukt
Ta
be
l II
.1a:
om
rin
gin
gs
gra
ad
va
n d
e o
ple
idin
g (
ZA
P v
erb
on
de
n a
an
he
t b
as
isc
urr
icu
lum
)
ZAP
Ca
teg
ori
e1
Na
am
*2°3
Co
mp
ete
nti
e
do
me
in4
Fa
cu
lte
it/
De
pa
rte
me
nt/
Va
kg
roe
p
(In
ste
llin
g)5
Vte
6 a
an
de
ins
tell
ing
Aa
nta
l
stu
die
pu
nte
n7
aa
n d
e o
ple
idin
g
Aa
nta
l
stu
die
pu
nte
n7 i
n
an
de
re
op
leid
ing
en
Ge
wo
on
ho
og
lera
ar
1A
rickx,
Fra
ns
CG
SD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
89
2B
lon
dia
, C
hristia
nC
GS
Dept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
81
7.8
3
3C
uyt,
An
nie
CI
Dept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
06
25
.75
4P
are
da
en
s,
Ja
nD
BD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
6.5
18
5V
an
Dyck,
Dirk
nie
t IN
FD
ept.
Fysic
a1
00
.00
33
3
Ho
og
lera
ar
1B
roe
ckh
ove
, Ja
nC
GS
Dept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
83
0
2D
'Ha
ese
, L
uc
nie
t IN
FD
ept.
Bio
-ingenie
urs
wete
nschap
10
0.0
03
36
.2
3 4
Ho
ofd
do
ce
nt
1D
em
eye
r, S
erg
eS
ED
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
53
4.5
2Ja
nsse
ns,
Dirk
SE
Dept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
09
21
3L
ae
ne
ns,
Els
??
Dept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
70
.00
21
9
4V
an
Ste
en
, G
uy
nie
t IN
FD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
43
2
5E
ka
terin
a V
lad
isla
vle
vC
ID
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
04
??
Do
ce
nt
1G
oe
tha
ls,
Ba
rtD
BD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
04
.51
3.5
2H
ad
erm
an
n,
Jo
ke
nie
t IN
FD
ept.
Fysic
a1
00
.00
61
3
3L
oo
bu
yck,
Pa
tric
kn
iet
INF
Reflectiecentr
um
Pie
ter
Gillis
50
.00
1.5
4O
kke
rse
, L
iesb
eth
nie
t IN
FIn
st.
Onderw
. &
inf.w
et.
alg
.3
0.0
03
2.4
8
5V
an
He
rck,
Wa
lte
rn
iet
INF
Reflectiecentr
um
Pie
ter
Gillis
10
0.0
01
.52
4.5
6V
an
Ho
ud
t, B
en
ny
CG
SD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
09
18
7N
N o
pvo
lge
r T.D
ha
en
eS
ED
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
01
2?
?
8D
avid
Ee
lbo
de
nie
t iN
FD
ept.
Wis
kunde-i
nfo
rmatica
10
0.0
09
??
Ga
stp
rofe
sso
r1
De
bru
yn
e,
Mic
hie
ln
iet
INF
Dept. W
iskunde-info
rmatica
10
0.0
03
18
2
Do
cto
r-a
ssis
ten
t1 2 4
Ta
be
l II
-1.a
1/1
Categorie per onderzoekseenheidtotale
VTE
M(absolute
aantal)
V(absolute
aantal)
Onderzoekseenheid 111:
Computational
modelling en
programming
ZAP 2.00 2
AAP9 4.00 4
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 1.00 1
Bursalen 1.00 1
Subtotalen 8.00 8 0
Onderzoekseenheid 211:
Prestatieanalyse en
telecommunicatiesyst
emen (PATS)
ZAP 2.00 2
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 7.00 7
Bursalen
Subtotalen 9.00 9 0
Onderzoekseenheid 311:
Computeraritmetiek
en numerieke
technieken
ZAP 2.00 2
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 3.00 1 2
Onderzoekseenheid 411:Lab on reengineering
(LORE)
ZAP 1.00 1
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 4.00 4
Bursalen
Subtotalen 6.00 6 0
Onderzoekseenheid 511:
Ontwikkeling
database systemen
(ADReM)
ZAP 2.00 2
Tabel II.2. Onderzoeksbasis van de opleiding
(academisch personeel verbonden aan de ondersteunende onderzoekseenheden)
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Tabel II-2 1/2
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 1.00 1
Bursalen 4.00 4
Subtotalen 8.00 8 0
Onderzoekseenheid 611: Toegepaste wiskunde
ZAP 1.00 1
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 1.00 1
Bursalen
Subtotalen 2.00 2 0
Onderzoekseenheid 711:
Individueel
onderzoek
wiskunde/informatica
ZAP 0.70 1
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 0.70 0 1
Onderzoekseenheid 811:Algebra, meetkunde
en ISLAB
ZAP 1.00 1
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 1.00 1 0
Onderzoekseenheid 911: FOTS
ZAP 1.00 1
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 2.00 2 0
TOTALEN
ZAP 12.70 10 3
AAP9 8.00 8
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 14.00 14
Bursalen 5.00 5
TOTAAL 39.70 37 3
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Tabel II-2 2/2
Ta
be
l II
.1a:
om
rin
gin
gs
gra
ad
va
n d
e o
ple
idin
g (
ZA
P v
erb
on
de
n a
an
he
t b
as
isc
urr
icu
lum
)
ZAP
Ca
teg
ori
e1
Na
am
*2°3
Co
mp
ete
nti
e
do
me
in4
Fa
cu
lte
it/
De
pa
rte
me
nt/
Va
kg
roe
p
(In
ste
llin
g)5
Vte
6 a
an
de
ins
tell
ing
Aa
nta
l
stu
die
pu
nte
n7
aa
n d
e o
ple
idin
g
Aa
nta
l
stu
die
pu
nte
n7 i
n
an
de
re
op
leid
ing
en
Ge
wo
on
ho
og
lera
ar
1A
rickx,
Fra
ns
CG
SD
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
09
18
2B
lon
dia
, C
hristia
nC
GS
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
3.5
25
.33
3C
uyt,
An
nie
CI
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
04
22
4D
ae
lem
an
s,
Wa
lte
rn
iet
INF
De
pt.
Ta
alk
un
de
10
0.0
00
46
5P
are
da
en
s,
Ja
nD
BD
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
22
2.5
6P
hill
ips,
Dia
na
nie
t IN
FD
ep
. In
t.
Be
drijfsco
mm
un
ic
atie
10
0.0
03
25
.5
7V
an
Dyck,
Dirk
nie
t IN
FD
ep
t. F
ysic
a1
00
.00
33
3
8V
ers
ch
ore
n, A
lain
nie
t IN
FD
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
03
26
Ho
og
lera
ar
1B
roe
ckh
ove
, Ja
nC
GS
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
53
6
2D
e S
ch
utt
er,
Erik
nie
t IN
FD
ep
t. B
iom
ed
isch
e
We
t.
20
.00
1.5
5.1
3L
ave
ren
, E
dd
yn
iet
INF
De
pt.
Acco
un
tin
g
en
fin
an
c.
10
0.0
06
32
4M
ah
ieu
, P
au
ln
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
10
0.0
01
.55
4.6
3
5M
an
na
ert
, H
erw
ign
iet
INF
De
pt.
Be
leid
sin
form
atica
10
0.0
02
48
6V
an
Pe
teg
em
, P
ete
rn
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
10
0.0
03
45
.13
Ta
be
l II
-1.a
1/3
7V
an
Wa
es,
Lu
cn
iet
INF
De
pt.
Ma
na
ge
me
nt
10
0.0
09
15
.75
Ho
ofd
do
ce
nt
1B
rae
t, J
oh
an
nie
t IN
FD
ep
t. M
ilie
u &
tech
no
log
iem
an
.
80
.00
811
8.5
2D
em
eye
r, S
erg
eS
ED
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
9.5
30
3Ja
nsse
ns,
Dirk
SE
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
81
2
4K
ritis,
Va
ssili
os
nie
t IN
FD
ep
t.
Be
leid
sin
form
atica
10
.00
25
5L
ae
ne
ns,
Els
??
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
70
.00
02
4
6E
ka
terin
a V
lad
isla
vle
va
CI
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
06
15
Do
ce
nt
1D
ep
rez,
Jo
ha
nn
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
40
.00
04
.5
2D
i F
iore
, F
ab
ian
nie
t IN
FIn
st.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
20
.00
6
3G
oe
tha
ls,
Ba
rtD
BD
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
6.5
1.5
4In
't H
ou
t, K
are
ln
iet
INF
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
07
24
.5
5M
ee
us,
Wil
nie
t IN
FIn
st.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
50
.00
1.5
9
6M
yin
, E
rik
nie
t IN
FD
ep
t.
Wijs
be
ge
ert
e
10
0.0
03
31
.67
7O
kke
rse
, L
iesb
eth
nie
t IN
FIn
st.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
30
.00
05
.25
8P
en
ne
, R
ud
in
iet
INF
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
20
.00
31
2
9S
ijbe
rs,
Ja
nn
iet
INF
De
pt.
Fysic
a1
0.0
03
28
#S
tru
yf,
Elk
en
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
10
0.0
03
33
11
Va
n H
ou
dt,
Be
nn
yC
GS
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
21
8
#V
an
roo
se
, W
imn
iet
INF
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
04
20
Ga
stp
rofe
sso
r1
Va
llet,
Na
tha
lien
iet
INF
De
pt.
Ma
na
ge
me
nt
95
.00
61
5
Ta
be
l II
-1.a
2/3
2C
au
tre
els
, P
au
ln
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. A
lg.
65
.00
0
Do
cto
r-a
ssis
ten
t1
De
Flo
rio
, V
ince
nzo
CG
SD
ep
t. W
isku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
01
.5
2L
eijt
en
, M
arie
llen
iet
INF
De
pt.
Ma
na
ge
me
nt
10
0.0
03
3M
ae
x,
Re
ino
ud
nie
t IN
FD
ep
t. B
iom
ed
isch
e
We
t.
1.5
4V
an
De
un
, Jo
ris
CI
De
pt.
Wis
ku
nd
e-
info
rma
tica
10
0.0
03
9
Ma
nd
aa
tsa
ssis
ten
t1
Ce
ule
ma
ns,
Ca
rlijn
en
iet
INF
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. a
lg.
10
03
Pra
ktijk
-assis
ten
t1
Imb
rech
t, I
ng
rid
nie
t IN
F
Inst.
On
de
rw.
&
inf.
we
t. a
lg.
65
3
Ta
be
l II
-1.a
3/3
Categorie per onderzoekseenheidtotale
VTE
M(absolute
aantal)
V(absolute
aantal)
Onderzoekseenheid 111:
Computational
modelling en
programming
ZAP 2.00 2
AAP9 4.00 4
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen 1.00 1
Subtotalen 7.00 7 0
Onderzoekseenheid 211:
Prestatieanalyse en
telecommunicatiesyst
emen (PATS)
ZAP 2.00 2
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 4.00 4
Bursalen
Subtotalen 6.00 6 0
Onderzoekseenheid 311:Lab on reengineering
(LORE)
ZAP 1.00 1
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 4.00 4
Bursalen
Subtotalen 6.00 6 0
Onderzoekseenheid 411:
Ontwikkeling
database systemen
(ADReM)
ZAP 2.00 2
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 1.00 1
Bursalen 5.00 4 1
Subtotalen 9.00 8 1
Onderzoekseenheid 511: Toegepaste wiskunde
ZAP 1.00 1
AAP9
Onbepaalde duur
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Tabel II.2. Onderzoeksbasis van de opleiding
(academisch personeel verbonden aan de ondersteunende onderzoekseenheden)
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Tabel II-2 1/3
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 1.00 1 0
Onderzoekseenheid 611:
Formele technieken
in software
ontwikkeling (FOTS)
ZAP 1.00 1
AAP9 1.00 1
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 2.00 2 0
Onderzoekseenheid 711:Niet-commutatieve
algebra en geometrie
ZAP 1.00 1
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen 1.00 1
Subtotalen 2.00 2 0
Onderzoekseenheid 811:Algebra, meetkunde
en ISLAB
ZAP 2.00 2
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 2.00 2 0
Onderzoekseenheid 911:
Emerging
computational
techniques (ECT)
ZAP 0.00 0
AAP9
Onbepaalde duur
Bepaalde duur
Bursalen
Subtotalen 0.00 0 0
TOTALEN
ZAP 12.00 12
AAP9 7.00 7
Onbepaalde duur
Bepaalde duur 9.00 9
Bursalen 7.00 6 1
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
…
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Wetenschappelijk personeel buiten
werkingskredieten.10
Tabel II-2 2/3
TOTAAL 35.00 34 1
Tabel II-2 3/3
Bijlage I.3.2:
Lijst personeelsleden met ervaring en kennis vanuit
beroepspraktijk
(niet van toepassing)
Bijlage I.3.3:
Lijst van 5 meest relevante onderzoekspublicaties per
onderzoeksgroep
ADVANCED DATABASE RESEARCH AND MODELLING (ADReM) 7
1.7 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceMa Inf Sc: Master of Information Science
Courses Programmes ECTS credits hrsJ. Paredaens Databases Ba Inf Sc 6 70
Databases (XML & webtechnology) Ba Inf Sc 6 60Project Databases (with B. Goethals) Ma Inf Sc 6 45Current Trends in Databases Ma Inf Sc 6 45
(with B. Goethals)Advance Database systems Ma Inf Sc 6 45Total 30 265
B. Goethals Datamining (with J. Paredaens) Ba Inf Sc 3 30Datamining Ma Inf Sc 6 45Database Security (with S. Demeyer) Ma Inf Sc 3 25Total 12 100
Total number of ECTS credits : 42
1.8 Five key publications of the research group
Non-derivable itemset miningCalders Toon, Goethals BartData mining and knowledge discovery, 14:1(2007), p. 171-206
Expressive power of an algebra for data miningCalders Toon, Lakshmanan Laks V.S., Ng Raymond T., Paredaens JanACM transactions on database systems, 31:4(2006), p. 1169-1214
First order languages expressing constructible spatial database queriesKuijpers Bart, Kuper Gabriel, Paredaens Jan, Vandeurzen LucSIAM journal on computing, 36:6(2006), p. 1570-1599
Analyzing workflows implied by instance-dependent access rulesCalders Toon, Dekeyser Stijn, Hidders Jan, Paredaens JanProceedings of the 25th ACM SIGACT-SIGMOD-SIGART Symposiumon Principles of Database Systems (PODS 2006); p. 100–109, ACM Press
Mining rank-correlated sets of numerical attributesCalders Toon, Goethals BartProceedings of the ACM SIGKDD International Conference on Knowledge Discovery andData Mining (KDD 2006); p. 96–105, ACM Press;
COMPUTER ARITHMETIC AND NUMERICAL METHODS (CANT) 6
1.7 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceBa Math: Bachelor of MathematicsMa Inf Sc: Master of Information ScienceMa Math: Master of Mathematics
Courses Programmes ECTS credits hrsA. Cuyt Numerical Approximation Theory Ba Math 3 30
Scientific Programming Ba Inf Sc 6 60Modeling and Simulation Ma Inf Sc 6 45Capita Selecta Computational Sciences Ma Inf Sc 3 25(with K. In’t Hout, W. Vanroose, B. Verdonk)Computational Mathematics Ma Math 6 60(with K. In’t Hout, W. Vanroose, B. Verdonk)Numerical Methods Ba Math 6 60(with B. Verdonk)Advanced Numerical Methods Ma Math 6 60(with B. Verdonk)
Total number of ECTS credits : 36
1.8 Five key publications of the research group
Handbook of Continued Fractions for Special FunctionsCuyt A., Brevik Petersen V., Verdonk B., Waadeland, H., Jones, W.B.Springer Verlag, Berlin, 2008.
Adaptive multivariate rational data fitting with applications in electromagneticsCuyt A., Lenin R.B., Becuwe S., Verdonk B.IEEE transactions on microwave theory and techniques, 54:5(2006), p. 2265-2274
Efficient and reliable multiprecision implementation of elementary and special functionsCuyt Annie, Verdonk Brigitte, Waadeland HaakonSIAM journal on scientific computing, 28:4(2006), p. 1437-1462
Multidimensional integral inversion, with applications in shape reconstructionCuyt Annie, Golub Gene, Milanfar Peyman, Verdonk BrigitteSIAM journal on scientific computing, 27:3(2005), p. 1058-1070
Computing packet loss probabilities in multiplexer models using rational approximationCuyt A., Lenin R.B., Willems G., Blondia C., Rousseeuw P.IEEE transactions on computers, 52(2003), p. 633-644
COMPUTATIONAL MODELLING AND PROGRAMMING (COMP) 12
1.8 Five key publications of the research group
The algebraic model for scattering in three-s-cluster systems: theoretical backgroundVasilevsky V.S., Nesterov A.V., Arickx F., Broeckhove J.Physical review: C: nuclear physics, 63(2001), 034606:1-16
The modified J-matrix method for short range potentialsBroeckhove J., Arickx F., Vanroose W., Vasilevsky V.S.Journal of physics: A: mathematical and general, 37:31(2004), p. 7769-7781
Generalised Vector Fitting Algorithm for Macromodelling of Passive Electronic ComponentsT. Dhaene, D. DeschrijverIEE Electronics Letters, Vol. 41, No. 6, p. 299-300, March 2005.
A discussion of “Rational approximation of frequency domain responses by Vector Fitting”W. Hendrickx, T. DhaeneIEEE Transactions on Power Systems, Vol. 21, No. 1, p. 441-443, February 2006
A Commodity Market Algorithm for Pricing Substitutable Grid ResourcesG. Stuer, K. Vanmechelen, J. BroeckhoveFut. Gen. Comp. Sys. 23 (2007) 688-701
1.9 Quantitative Summary
Scientific publications
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007Articles in peer reviewed 1 0 3 2 1 4 6 3 12journalsArticles in peer reviewed 3 1 7 10 18 17 16 18 14proceedingsBooks and book chapters 1 0 0 0 0 0 0 1 6PhD theses defended at 0 1 1 0 1 0 0 0 1University of Antwerp
Research funding
EMERGING COMPUTATIONAL TECHNIQUES (ECT) 6
Members Academic year2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008
Lecturers:Verdonk Brigitte 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00Doctoral Students:Fontaine Bertrand – – 0,92 1,00 1,00Huysmans Toon 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00Salazar Celis Oliver – 1,00 1,00 1,00 1,00Smets Koen – – – 1,00 1,00Vervloet Johan A G 1,00 0,25 – – –Number of people 3 4 4 5 5Total FTE 3,00 3,25 3,92 5,00 5,00Total research FTE 2,25 2,50 3,17 4,25 4,25
1.6 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceBa Math: Bachelor of MathematicsBa Chem: Bachelor of ChemistryMa Inf Sc: Master of Information ScienceMa Math: Master of Mathematics
Courses Programmes ECTS credits hrsB. Verdonk Numerical Linear Algebra Ba Inf Sc 9 90
Artificial Intelligence Ba Inf Sc 3 30Optimisation Techniques Ma Inf Sc 6 45Advanced AI-techniques Ma Inf Sc 3 25Capita Selecta Computational Science Ma Inf 3 25(with A. Cuyt, K. In ’t Hout, W. Vanroose)Scientific Computing Environments Ba Chem 3 20Numerical Methods (with A. Cuyt) Ba Math 6 60Advanced Numerical Methods (with A. Cuyt) Ma Math 6 60Computational Mathematics Ma Math 6 60(with A. Cuyt, K. In ’t Hout, W. Vanroose)Total 45 415
Total number of ECTS credits : 45
1.7 Five key publications of the research group
Of the five publications listed, the first two discuss the theoretical background of the softwaretoolIeeeCC754 that is used world wide for the verification of floating-point implementations (see 2.2.15).
A precision- and range-independent tool for testing floating-point arithmetic: 1: basic operations,square root and reminder
Verdonk Brigitte, Cuyt Annie, Verschaeren Dennis
EMERGING COMPUTATIONAL TECHNIQUES (ECT) 7
ACM transactions on mathematical software, 27:1(2001), p. 92-118(SCI 0.807 / Google Scholar Citations: 5, Scopus Citations: 4)
A precision- and range-independent tool for testing floating-point arithmetic: 2: conversionsVerdonk Brigitte, Cuyt Annie, Verschaeren DennisACM transactions on mathematical software, 27:1(2001), p. 119-140(SCI 0.807 / Google Scholar Citations: 5, Scopus Citations: 4)
The next three publications reflect both the theoretical and the applied aspects of the research.
Multidimensional integral inversion, with applications in shape reconstructionCuyt Annie, Golub Gene, Milanfar Peyman, Verdonk BrigitteSIAM journal on scientific computing, 27:3(2005), p. 1058-1070(SCI 1.509)
Efficient and reliable multiprecision implementation of elementary and special functionsCuyt Annie, Verdonk Brigitte, Waadeland HaakonSIAM journal on scientific computing, 28:4(2006), p. 1437-1462
Continued Fractions Handbook for Special FunctionsA. Cuyt, V. Brevik-Petersen, B. Verdonk, H. Waadeland, W.B. JonesSpringer, April 2008, 450 pages, to appear.
1.8 Quantitative Summary
Scientific publications
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007Articles in peer reviewed 2 0 3 1 0 1 4 2 2journalsArticles in peer reviewed 0 1 1 0 1 4 3 2 5proceedingsBooks and book chapters 0 2 0 0 0 0 0 0 1PhD theses defended at 0 1 0 0 0 0 0 0 0University of Antwerp
Research funding
2004 2005 2006 2007University research fund 2.741 228 6.662 19.988Research foundation - Flanders 79.497 114.808 173.800 182.880International funding 0 0 0 0Government funding 31.317 31.317 33.942 33.942Private funding 0 0 0 0Total 144.871 177.670 248.346 270.750
FORMAL TECHNIQUES IN SOFTWARE ENGENEERING (FOTS) 6
1.6 Members of the research group
Members Academic year2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008
Senior Lecturers:Janssens Dirk 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00Research and teaching assistents:Van Gorp Pieter 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00Doctoral Students:Amsel Alon 1,00 – – – –Muliawan Olaf – 0,17 1,00 1,00 1,00Schippers Hans – 1,00 1,00 1,00 1,00Van Eetvelde Niels 1,00 1,00 0,67 0,33 –Number of people 4 5 5 5 4Total FTE 4,00 4,17 4,67 4,33 4,00Total research FTE 2,75 2,92 3,42 3,08 2,75
1.7 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceMa Inf Sc: Master of Information Science
Courses Programmes ECTS credits hrsD. Janssens Programming Paradigms Ba Inf Sc 6 60
Formal techniques in software Ba Inf Sc 6 60engineering (with S. Demeyer)
Compilers Ma Inf Sc 6 45Modeling and Transformation in Ma Inf Sc 6 45
Software DevelopmentFormal Specifications Ma Inf Sc 6 45Algorithms and Complexity Ba Inf Sc 6 60Total 36 315
Total number of ECTS credits : 36
1.8 Five key publications of the research group
• Pieter Van Gorp, Frank Altheide, Dirk Janssens, Towards 2D Traceability in a Platform forContract Aware Visual Transformations with Tolerated Inconsistencies. In: 10th IEEE Interna-tional Enterprise Distributed Object Computing Conference (EDOC’06), Hong Kong, October16, 2006, s.l., IEEE, 2006.
• Frank Drewes, Berthold Hoffmann, Dirk Janssens, Mark Minas, Niels Van Eetvelde, AdaptiveStar Grammars, Natal, Brazil, in: Graph Transformations - Proceedings of ICGT 2006, LectureNotes in Computer Science 4178, Berlin, Springer-Verlag, 77-91, 2006.
FORMAL TECHNIQUES IN SOFTWARE ENGENEERING (FOTS) 7
• Tom Mens, Niels Van Eetvelde, Serge Demeyer, Dirk Janssens, Formalizing Refactorings withGraph Transformations, Journal of Software Maintenance and Evolution: Research and Prac-tice Vol 17, Issue 4, 347-376, 2005.
• T. Mens, S. Demeyer and D. Janssens, Formalizing Behaviour Preserving Program Transforma-tions, in Proceedings of ICGT 2002, Lecture Notes in Computer Science 2505, Berlin, Springer-Verlag, 286-301, 2002.
• D. Janssens and N. Verlinden, Algebraic Properties for Local Action Systems, Math. Struct. inComp. Science, vol 12, 423-448 , 2002.
1.9 Quantitative Summary
Scientific publications
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007Articles in peer reviewed 0 0 0 1 0 0 1 0 0journalsArticles in peer reviewed 0 2 2 1 3 3 4 6 3proceedingsBooks and book chapters 1 0 0 1 0 0 1 0 0PhD theses defended at 0 0 0 1 0 0 0 0 1University of Antwerp
Research funding
2004 2005 2006 2007University research fund 500 2.000 75 300Research foundation - Flanders 63.530 87.260 87.949 34.397International funding 15.703 15.703 11.777 0Government funding 0 0 0 0Private funding 0 0 0 0Total 79.733 104.963 99.801 34.697
LAB ON REENGINEERING (LORE) 10
1.7 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceBa Math: Bachelor of MathematicsMa Inf Sc: Master of Information ScienceBa Bio: Bachelor of BiologyBa Bio-Ir: Bachelor of Bio-engineering
Courses Programmes ECTS credits hrsS. Demeyer Introduction to software engineering Ba Inf Sc 6 75
Ba MathSoftware engineering Ba Inf Sc 6 60
Ba MathSoftware Re-engineering Ma Inf Sc 6 45Capita Selecta Software Engineering Ma Inf Sc 6 45Software Testing Ma Inf Sc 6 45Formal techniques in software Ba Inf Sc - -
engineering (see D. Janssens)Total 30 270
A. Zaidman Information Science Ba Bio 3 30Total 3 30
K. De Schutter Computer skills Ba Bio-ir 3 30Total 3 30
Total number of ECTS credits : 36
1.8 Five key publications of the research group
1. Serge Demeyer, Stephane Ducasse, and Oscar Nierstrasz. Object-Oriented Reengineering Pat-terns. Morgan Kaufmann, 2003. [Book].
This book reflects the three aspects of academic life: (a) research: results of 6 yearsworth of research; (b) teaching: course-text for master level course on “SoftwareReengineering”; (c) service: the basis for many projects together with the industry.
2. Tom Mens and Serge Demeyer, editors. Software Evolution. Springer-Verlag, 2008.
A book edited together with Prof. Tom Mens and collecting a number of chap-ters describing novel trends in software evolution research (including texts on min-ing software repositories) and its relations with other emerging disciplines suchas model-driven software engineering, service-oriented software development, andaspect-oriented software development.
3. Tom Mens, Niels Van Eetvelde, Serge Demeyer, and Dirk Janssens. Formalizing refactoringswith graph transformations. International Journal on Software Maintenance: Research andPractice, 15(4):247–276, July 2005. [SCI impact factor 0.457, ranked 60 / 79].
Representative for the first cooperation between the research groups LORE andFOTS, and a result of the FWO project “A Formal Foundation for Software Refac-toring”.
LAB ON REENGINEERING (LORE) 11
4. Pieter Van Gorp, Hans Stenten, Tom Mens, and Serge Demeyer. Towards automating source-consistent UML refactorings. In Perdita Stevens, Jon Whittle, and Grady Booch, editors,Proceedings UML’03 (The Sixth International Conference on The Unified Modeling Language),volume LNCS 2863 of Lecture Notes on Computer Science, pages 144–159. Springer-Verlag,2003. [Acceptance ratio: 30/143 = 21%; SCI impact factor 0.402, ranked 62 / 71].
Representative for the collaboration between LORE and FOTS on model-driven en-gineering.
5. Marijn Temmerman, Edgar Daylight, Franky Catthoor, Serge Demeyer, and Tom Dhaene. Op-timizing data structures at the modeling level in embedded multimedia. Journal of SystemsArchitecture, to appear, 2007. [SCI impact factor 0.402, ranked 32 / 44].
A result of our research effort in the field of embedded systems together with theinter-university research center (IMEC) in Leuven
1.9 Quantitative Summary
Scientific publications
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007Articles in peer reviewed 0 1 1 0 0 0 1 0 3journalsArticles in peer reviewed 0 3 0 1 2 4 7 7 0proceedingsBooks and book chapters 0 0 0 0 1 0 1 0 2PhD theses defended at 0 0 0 0 0 0 0 2 2University of Antwerp
Research funding
2004 2005 2006 2007University research fund 4.783 5.217 29.900 0Research foundation - Flanders 3.099 61.899 58.800 58.800International funding 31.220 11.582 0 0Government funding 156.800 156.800 117.600 75.000Private funding 6.250 55.000 183.692 232.818Total 202.151 290.498 389.992 366.619
PERFORMANCE ANALYSIS OF TELECOMMUNICATION SYSTEMS (PATS) 9
1.7 Educational duties
Ba Inf Sc: Bachelor of Information ScienceMa Inf Sc: Master of Information Science
Courses Programmes ECTS credits hrsC. Blondia Computer Networks Ba Inf Sc 6 60
Network Applications Ba Inf Sc 3 30Telecommunication Systems Ba Inf Sc 6 60Network Protocols Ba Inf Sc 3 30Mobile and Wireless Networks Ma Inf Sc 6 45Labo Sensor Networks Ma Inf Sc 3 30Lab Mobile and Wireless Networks Ma Inf Sc 3 25Seminar Computer Networks Ma Inf Sc 3 25Total 33 305
B. Van Houdt Data structures and algorithmes Ba Inf Sc 3 30Performance Analysis of Telecommunication Ma Inf Sc 6 45
SystemsOperating systems Ba Inf Sc 6 75Advanced Performance Modelling Ma Inf Sc 6 45Total 21 195
Total number of ECTS credits : 54
1.8 Five key publications of the research group
Analysis of an identifier splitting algorithm combined with polling for contention resolution in a wire-less ATM access network
van Houdt B., Blondia C.IEEE JSAC, 18:11(2000), p. 2335-2345
A smooth handoff scheme using IEEE802.11 triggers: design and implementationde Cleyn Peter, van den Wijngaert Nik, Cerda Lloren, Blondia ChrisComputer networks, 45:3(2004), p. 345-361
Transient analysis of tree-like processes and its application to random access systemsJ. Van Velthoven, B. Van Houdt, C. BlondiaACM Sigmetrics Performance Evaluation Review, 34:1(2006), p. 181-190
Analysis of the Influence of Video-Aware Traffic Management on the Performance of the DejitteringMechanism
K. Spaey, C. BlondiaProceedings of ITC 2007, Ottawa, Canada (2007), p. 30-41
The algorithm of pipelined gossipingde Florio Vincenzo, Blondia Chris.
PERFORMANCE ANALYSIS OF TELECOMMUNICATION SYSTEMS (PATS) 10
Journal of systems architecture, 52:4(2006), p. 235-256
1.9 Quantitative Summary
Scientific publications
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007Articles in peer reviewed 0 2 2 2 3 8 5 9 2journalsArticles in peer reviewed 10 4 6 8 9 7 11 16 27proceedingsBooks and book chapters 0 1 0 0 1 0 0 0 0PhD theses defended at 0 1 0 1 0 0 1 0 0University of Antwerp
Research funding
2004 2005 2006 2007University research fund 23.746 37.221 21.628 4.933Research foundation - Flanders 166.408 187.017 161.554 206.727International funding 120.887 154.059 108.491 203.500Government funding 200.945 634.796 879.555 431.697Private funding 110.445 0 0 0Total 622.432 1.013.093 1.171.227 846.857
Bijlage I.3.4:
Overzicht afgewerkte doctoraten jongste 5 jaren
Afgewerkte doctoraten Informatica 2003-2008 Naam Richting verdediging
Titel doctoraat
2003
Stuer, Gunther I 19/02/’03 Communicatieaspecten van gedistribueerde Virtuele omgevingen
Becuwé, Stefan WI 30/05/’03 A contribution to error analysis in multivariate approximation theory
Calders, Toon WI 9/05/’03 Axiomatization and Deduction Rules for the Frequency of Itemsets
Dekeyser, Stijn I 06/06’03 Multiple Query Environment Problems
2004
Cornelis, Hugo I 04/06/’04 The interference between modeling space and simulation space
D’Haes, Wim I 15/06/’04 Automatic estimation of control parameters for musical synthesis algorithms
2005
Van den Wijngaert, Nik WI 08/04/’05 Performance modeling and analysis of mobile IP handover schemes
2006
Zaidman, Andy I 06/09/’06 Scalability solutions for program comprehension through dynamic analysis
Du Bois, Bart I 06/09/’06 A study of quality improvements by refactoring
2007
Niels Van Eetvelde I 07/05/07 A Graph Transformation in Approach to Refactoring
Philippe Michiels I 05/07/07 Optimizing Xpath in the context of an Xquery Implementation
Dexters, Nele W 12/09/07 An Analysis of Mining Algorithms in Databases and Streams
Dirk Deschrijver I 24/10/2007 Broadbands macromodeling of linear systens by vector fitting
Afgewerkte doctoraten Informatica 2003-2008 Naam Richting verdediging
Titel doctoraat
2008
Filip Van Rysselberghe I 11/01/2008 Studying historic change operations : techniques and observations
Maria Temmerman I 16/01/2008 Optimizing abstract data type models for dynamic and data-dominant embedded
applications
Roel Vercammen I 23/01/2008 XML Transformations, views and updates based on Xquery fragments
Pieter Van Gorp I 04/04/2008 Model-gebaseerde ontwikkeling van model-transformaties
Koenraad Van Leemput I 9/05/2008 Evaluation of network inference algorithms by means of synthetic data and
characterization of graphs using probabilistic decomposition
Jeroen Van Velthoven W 16/05/2008 Analyzing queues with customer differentiation using matrix analytic methods
Oliver Salazar-Celis I 18/09/2008 Practical rational interpolation of exact and inexact data. Theory and Applications.
Michael Voorhaen I 22/09/2008 Extensions of the Optimized Link-State Routing Protocol for Quality-of-Service and
Multi-Level Routing
Peter De Cleyn I 30/09/2008 Optimizing Mobile IP handovers in IEEE 802.11 networks using cross-layer
techniques
Joke Lambert I 17/10/08 Performatie-analyse van optische fibre delay line buffers en DOCSIS
kabelmodemnetwerken
Bijlage I.6.1:
Internationale studentenmobiliteit
Naam Voornaam Naam Thuisinstelling Land Semester Aankomst Vertrek
CARRILLO MARTÍNEZ Jesús Alfonso UNIVERSIDAD DE MURCIA Spanje 1 19/09/2008 31/01/2009
CID VILA Eduardo UNIVERSIDADE DA CORUNA Spanje 1+2 19/09/2008 03/07/2009
FERNÁNDEZ GÓMEZ Antonio Miguel UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 19/09/2008 03/07/2009
GARCÍA CAMPOS Sergio UNIVERSIDADE DA CORUNA Spanje 1+2 19/09/2008 03/07/2009
JIMÉNEZ ZAFRA Manuel Ángel UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 01/09/2007 04/07/2008
LUZZI CinziaUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI FERRARA Italië 1 17/09/2007 08/02/2008
MILANI FabianaUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI FERRARA Italië 1 17/09/2007 08/02/2008
LÓPEZ VEIGA Gonzalo UNIVERSIDADE DA CORUNA Spanje 1+2 21/09/2007 04/07/2008
PÉREZ ÁLVAREZ Carlos UNIVERSIDADE DA CORUNA Spanje 1+2 19/09/2007 04/07/2008
ARAGÓN GUZMÁN María UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 20/09/2007 04/07/2008
MARECHAL TomTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Nederland 1+2 05/09/2007 15/07/2008
BALDUZZI Mathilde UNIVERSITE DE HAUTE-ALSACE Frankrijk 2 01/01/2007 06/07/2007
BRUNI ViolaUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI FERRARA Italië 2 09/02/2007 06/07/2007
BÜRGER ManfredTECHNISCHE UNIVERSITÄT WIEN Oostenrijk 1 01/09/2006 02/02/2007
TOLEA Mihai UNIVERSITATEA DIN BUCURESTI Roemenië 2 15/01/2007 06/07/2007
AVILÉS GONZÁLEZ Ana UNIVERSIDAD DE MURCIA Spanje 1+2 03/09/2006 15/07/2007
SIERRA SALMERÓN Ana Belén UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 03/09/2006 03/07/2007
GALILEA LÓPEZ Ana Isabel UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 04/09/2006 06/07/2007
VIDALES MIGUELEZ Alonso UNIVERSIDAD DE LEÓN Spanje 1+2 22/09/2005 30/06/2006
GARCIA PERALTA María Agustina UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1 06/09/2005 05/02/2006
VITULLO ValerioUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI FERRARA Italië 1+2 04/09/2004 20/06/2005
TITTONEL GabrieleUNIVERSITA' DEGLI STUDI DI PADOVA Italië 1 01/09/2004 31/01/2005
LOVATO DanieleUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI FERRARA Italië 1+2 04/09/2004 20/06/2005
GAMIZ ESPEJO Manuel UNIVERSIDAD DE GRANADA Spanje 1+2 22/09/2004 08/07/2005
CORDOBA TACERO Consuelo UNIVERSIDAD DE ALMERÍA Spanje 1+2 24/09/2004 08/07/2005
PETRE Liviu Dinca UNIVERSITATEA DIN BUCURESTI Roemenië 1 22/09/2003 31/01/2004
PIRONI AndreaUNIVERSITÀ DEGLI STUDI DELL' INSUBRIA Italië 1 03/09/2003 31/01/2004
GONZALEZ KIRCHENMAYER Antonio
UNIVERSIDAD POLITÉCNICA DE MADRID Spanje 1+2 01/10/2003 09/07/2004
FERNÁNDEZ HINIJO Isabel Maria UNIVERSIDAD DE ALMERÍA Spanje 1+2 11/09/2003 05/07/2004
OUTGOING STUDENTS (ERASMUS)First Name Last Name Start End Destination Country MonthsSemester
Michael COCHEZ 01/08/2008 31/5/2009 UNIVERSITY OF JYVÄSKYLÄ Finland 9 1+2
Kim NEVELSTEEN 1/9/06 30/6/2007 UPPSALA UNIVERSITY Zweden 10 1+2
Kim NEVELSTEEN 31/10/2005 31/5/2006 UPPSALA UNIVERSITY Zweden 7 1+2
Robin ASTLE 15/9/2004 15/1/2005 UNIVERSITY OF ALMERIA Spanje 4 1
Brik VAN SLAMBROUCK 15/9/2004 15/2/2005 UNIVERSITY OF GRANADA Spanje 5 1
Bijlage I.6.2:
Internationale docentenmobiliteit
Er zijn in de laatste 5 jaar geen docentenuitwisselingen geweest
Bijlage I.6.3:
Internationale partners
U
niv
ers
ity
of
An
twe
rp C
oo
pe
rati
on
Ag
ree
me
nts
S
ele
ction:
Pro
gra
m: E
RA
SM
US
, A
ctivity:
active
on:1
/10/2
009
, S
tatu
s:
sig
ned
, T
ype:
SM
S, C
ountr
y: -
- no s
ele
ctio
n,
De
part
men
ts: W
SIF
T
ota
l nu
mber
of
sele
cte
d p
art
ners
/ a
gre
em
ents
:
28
/ 29
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
D
BIE
LE
FE
01 U
NIV
ER
SIT
ÄT
BIE
LE
FE
LD
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
BA
K
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
D
TU
BIN
GE
01
EB
ER
HA
RD
KA
RL
S U
NIV
ER
SIT
ÄT
TÜ
BIN
GE
N
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
HE
RIN
G
1/10
/200
1 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
D
WU
PP
ER
T0
1 B
ER
GIS
CH
E U
NIV
ER
SIT
ÄT
W
UP
PE
RT
AL
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
VA
N D
INT
HE
R
1/10
/200
8 30
/09/
2013
X
E
AL
ME
RIA
01
UN
IVE
RS
IDA
D D
E A
LM
ER
ÍA
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
BL
AS
TO
RR
EC
ILL
AS
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
E
BA
RC
EL
O0
3 U
NIV
ER
SIT
AT
PO
LIT
ÈC
NIC
A D
E C
AT
AL
UÑ
A
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
CA
ST
EL
L
1/10
/200
8 30
/09/
2011
27
/10/
2008
X
E
GR
AN
AD
A01
UN
IVE
RS
IDA
D D
E G
RA
NA
DA
ER
AS
11.1
Mat
hem
atic
s S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
GO
NZ
AL
EZ
1/
10/2
005
30/0
9/20
13
12/1
1/20
07
X
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
VE
RD
ON
K
CO
RT
IJO
BO
N
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
E
LA
-CO
RU
01 U
NIV
ER
SID
AD
E D
A C
OR
UN
A
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
VE
RD
ON
K
FR
AN
CIS
CO
1/
10/2
004
30/0
9/20
13
22/0
6/20
07
X
E
LE
ON
01 U
NIV
ER
SID
AD
DE
LE
ÓN
ER
AS
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VE
RS
CH
OR
EN
DE
PA
Z
1/10
/200
2 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
E
MA
DR
ID05
UN
IVE
RS
IDA
D P
OL
ITÉ
CN
ICA
DE
MA
DR
ID
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
GA
RC
IA F
ER
NA
ND
EZ
1/10
/200
1 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
maa
ndag
01
dece
mbe
r 20
08 -
© d
IS/I
RO
- i
nter
natio
nal@
ua.a
c.be
P
age
1 of
3
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
E
MU
RC
IA01
UN
IVE
RS
IDA
D D
E M
UR
CIA
ER
AS
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
ES
TE
BA
N A
BA
D
1/10
/200
6 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
E
TE
NE
RIF
01 U
NIV
ER
SID
AD
DE
LA
LA
GU
NA
ER
AS
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
R
OD
RIG
UE
Z B
RIT
O
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
F
BO
RD
EA
U01
UN
IVE
RS
ITE
BO
RD
EA
UX
I,
SC
IEN
CE
S E
T T
EC
HN
OL
OG
IES
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
CA
RR
ÈR
E
1/10
/200
8 30
/09/
2013
29
/10/
2008
X
F
BO
RD
EA
U11
EC
OL
E N
AT
ION
AL
E S
UP
ÉR
IEU
RE
D'E
LE
CT
RO
NIQ
UE
, IN
FO
RM
AT
IQU
E E
T R
AD
IOC
OM
MU
NIC
AT
ION
S D
E B
OR
DE
AU
X -
E
NS
EIR
B
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
1/10
/200
8 30
/09/
2013
29
/10/
2008
X
F
CH
AM
BE
R0
1 U
NIV
ER
SIT
É D
E S
AV
OIE
ER
AS
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
DE
ME
YE
R
DU
CA
SS
E
1/10
/200
5 30
/09/
2013
31
/08/
2006
X
F
LY
ON
12
INS
TIT
UT
NA
TIO
NA
L D
ES
SC
IEN
CE
S A
PP
LIQ
UE
ES
DE
LY
ON
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
EG
YE
D-Z
SIG
MO
ND
1/
10/2
008
30/0
9/20
13
26/0
9/20
08
X
F
MU
LH
OU
S01
UN
IVE
RS
ITE
DE
HA
UT
E-A
LS
AC
E
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
AB
DE
NA
CE
R
1/10
/200
3 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
F
PA
RIS
007
UN
IVE
RS
ITE
DE
PA
RIS
VII
-
DE
NIS
DID
ER
OT
E
RA
S
11.1
Mat
hem
atic
s S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
LE
RU
ST
E
1/10
/200
4 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
G
TH
ES
SA
L01
AR
IST
OT
EL
EIO
PA
NE
PIS
TIM
IO T
HE
SS
AL
ON
IKIS
ER
AS
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
TH
EO
HA
RI
1/10
/200
8 30
/09/
2011
4
/01/
2008
X
I
FE
RR
AR
A01
UN
IVE
RS
ITÀ
DE
GL
I S
TU
DI
DI
FE
RR
AR
A
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
ME
NIN
I 1/
10/2
004
30/0
9/20
10
29/0
8/20
06
X
I
L-A
QU
IL01
UN
IVE
RS
ITÀ
DE
GL
I S
TU
DI
DE
LL
'AQ
UIL
A
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
DH
AE
NE
AN
TO
NIN
I 1/
10/2
006
30/0
9/20
13
12/1
1/20
07
X
I
MIL
AN
O1
6 U
NIV
ER
SIT
A D
I M
ILA
NO
- B
ICO
CC
A-
UN
IMIB
m
aand
ag 0
1 de
cem
ber
2008
- ©
dIS
/IR
O -
int
erna
tiona
l@ua
.ac.
be
Pag
e 2
of 3
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
DE
ME
YE
R
AR
CE
LL
I 1/
10/2
008
30/0
9/20
13
12/1
1/20
07
X
I
PIS
A01
UN
IVE
RS
ITÀ
DI
PIS
A
E
RA
S
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
GO
ET
HA
LS
LU
CC
IO
1/10
/200
9 30
/09/
2013
28
/10/
2008
X
NL
EIN
DH
OV
17
TE
CH
NIS
CH
E U
NIV
ER
SIT
EIT
EIN
DH
OV
EN
ER
AS
11.3
Com
pute
r S
cien
ce
SM
S
VE
RD
ON
K
AA
RT
S-V
AN
DE
R
1/10
/200
7 30
/09/
2013
14
/06/
2007
X
P
BR
AG
A01
UN
IVE
RS
IDA
DE
DO
MIN
HO
ER
AS
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
MA
CH
AD
O R
AM
OS
1/10
/200
5 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
P
LIS
BO
A04
UN
IVE
RS
IDA
DE
TÉ
CN
ICA
DE
LIS
BO
A I
nst
itu
to S
up
erio
r d
e E
co
no
mia
e G
est
ão
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
SA
NT
OS
1/10
/200
2 30
/09/
2013
12
/11/
2007
X
RO
BU
CU
RE
S09
UN
IVE
RS
ITA
TE
A D
IN B
UC
UR
ES
TI
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
DR
GO
S
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
SF
JY
VA
SK
Y01
JY
VÄ
SK
YL
ÄN
YL
IOP
IST
O
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VE
RD
ON
K
PO
HJO
LA
1/
10/2
005
30/0
9/20
10
31/0
8/20
06
X
UK
GL
AS
GO
W0
1 T
HE
UN
IVE
RS
ITY
OF
GL
AS
GO
W
E
RA
S
11.0
Mat
hem
atic
s, C
ompu
ter
Sci
ence
S
MS
VA
N O
YS
TA
EY
EN
AN
DE
RS
ON
1/10
/200
4 30
/09/
2010
31
/08/
2006
X
maa
ndag
01
dece
mbe
r 20
08 -
© d
IS/I
RO
- i
nter
natio
nal@
ua.a
c.be
P
age
3 of
3
U
niv
ers
ity
of
An
twe
rp C
oo
pe
rati
on
Ag
ree
me
nts
Sele
ction:
Pro
gra
m: F
AC
, A
ctivity:
active
on:2
/12/2
008,
Sta
tus: sig
ne
d, T
ype: -
- no s
ele
ctio
n,
Co
untr
y: --
no
sele
ction,
De
part
men
ts: W
SIF
T
ota
l nu
mber
of
sele
cte
d p
art
ners
/ a
gre
em
ents
:
5
/ 5
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
CN
BE
IJIN
G02 B
eij
ing
Un
ivers
ity o
f P
ost
an
d T
ele
co
mm
un
ica
tio
n
F
AC
11
.0 M
ath
emat
ics,
Co
mp
ute
r S
cie
nce
IN
C
UY
T
28
/02
/20
05
30
/09
/21
10
X
CN
HE
FE
I01 H
efe
i U
niv
ers
ity o
f T
ec
hn
olo
gy
F
AC
11
.0 M
ath
emat
ics,
Co
mp
ute
r S
cie
nce
IN
C
UY
T
7/0
3/2
00
6
30
/09
/21
10
X
IN
DA
-IIC
T0
1 D
hir
ub
hai
Am
ba
ni
Insti
tute
of
Info
rmati
on
an
d C
om
mu
nic
ati
on
Te
ch
no
log
y
F
AC
11
.0 M
ath
emat
ics,
Co
mp
ute
r S
cie
nce
IN
C
UY
T
LE
NIN
2
0/0
9/2
00
5
30
/09
/21
10
X
MA
MO
HA
M01 U
niv
ers
ité H
as
sa
n I
I M
oh
am
me
dia
FA
C
11
.3 C
om
pu
ter
Sci
ence
ST
A
CU
YT
AB
OU
IR
17
/02
/19
99
30
/09
/21
10
X
din
sdag
02
decem
ber
20
08
-
© d
IS/I
RO
-
in
tern
atio
nal
@u
a.ac.
be
Pag
e 1
of
1
U
niv
ers
ity
of
An
twe
rp C
oo
pe
rati
on
Ag
ree
me
nts
S
ele
ction:
Pro
gra
m: IN
ST
, A
ctivity:
active o
n:2
/12/2
008
, S
tatu
s: sig
ne
d, T
ype: -
- no s
ele
ctio
n,
Co
untr
y: --
no
sele
ction,
De
part
men
ts: n
o s
ele
ctio
n
Tota
l nu
mber
of
sele
cte
d p
art
ners
/ a
gre
em
ents
:
36
/ 36
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
AM
YE
RE
VA
N0
1 Y
erev
an
Sta
te U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
MA
NA
SS
ER
IAN
1/0
6/2
00
6
30
/09
/21
10
X
CA
NC
RE
PU
Q C
on
fére
nce
de
s R
ect
eu
rs e
t d
es
Pri
nci
pa
ux
des
Un
iver
sité
s d
u Q
ué
bec
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
SM
S
VE
RS
CH
OR
EN
CL
OU
TIE
R
26
/02
/20
08
25
/02
/20
13
X
CA
NS
HE
RB
RO
01 B
ish
op
's U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
SM
S
DE
CL
OP
PE
R
RO
GE
RS
ON
1/1
0/1
99
9
30
/09
/21
10
X
CD
KIN
SH
AS
A01
Fa
cu
lté
s C
ath
oli
qu
es
de
Kin
sh
asa
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
NG
IMB
I N
SE
KA
24
/10
/20
06
30
/09
/21
10
X
CL
SA
NT
IAG
O0
1 U
niv
ersi
da
d D
ieg
o P
ort
ales
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
GO
NZ
AL
EZ
GA
TIC
A
31
/07
/20
06
30
/09
/21
10
X
CN
QIN
GD
AO
01
Qin
gd
ao
Un
iver
sity
Me
dic
al C
oll
eg
e
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
XIE
2
9/0
4/2
00
2
30
/09
/21
10
X
CN
XIA
N05
Xi'a
n J
iao
ton
g U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
ZH
EN
G
28
/02
/20
07
30
/09
/21
10
X
E
AL
ME
RIA
01
UN
IVE
RS
IDA
D D
E A
LM
ER
ÍA
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
JAE
N G
AR
CIA
2
3/0
2/1
99
5
30
/09
/21
10
X
E
GR
AN
AD
A01
UN
IVE
RS
IDA
D D
E G
RA
NA
DA
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
HID
AL
GO
TE
NO
RIO
1
1/0
3/1
98
5
30
/09
/21
10
X
din
sdag
02
decem
ber
20
08
-
© d
IS/I
RO
-
in
tern
atio
nal
@u
a.ac.
be
Pag
e 1
of
4
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
F
DU
NK
ER
Q09
UN
IVE
RS
ITE
DU
LIT
TO
RA
L -
CÔ
TE
D'O
PA
LE
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
WA
TR
EL
OT
9/1
2/1
99
4
30
/09
/21
10
X
F
LIL
LE
03
UN
IVE
RS
ITE
CH
AR
LE
S D
E G
AU
LL
E -
LIL
LE
3
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
SM
S
VE
RS
CH
OR
EN
DE
I-C
AS
7/1
2/1
99
9
30
/09
/21
10
X
F
PA
RIS
006
UN
IVE
RS
ITE
PIE
RR
E E
T M
AR
IE C
UR
IE -
PA
RIS
6
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
PO
ME
RO
L
27
/11
/19
98
30
/09
/21
10
X
MA
OU
JD
A01
Un
iver
sité
Mo
ha
mm
ed
Pre
mie
r, O
ud
ja
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
BE
L H
AS
SA
NI
24
/11
/20
05
30
/09
/21
10
X
MD
CH
ISIN
AU
01
Un
iver
sita
tea
de
Sta
t d
in M
old
ova
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
RU
SN
AC
20
/03
/19
96
30
/09
/21
10
X
MT
MA
LT
A01
UN
IVE
RS
ITÀ
TÀ
MA
LT
A
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
AG
IUS
1/0
2/2
00
5
30
/09
/21
10
X
MX
MO
NT
ER
01 I
nst
itu
to T
ecn
oló
gic
o d
e E
stu
dio
s S
up
erio
res
de
Mo
nte
rre
y
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
AV
ILE
S A
RR
EO
LA
5/0
6/2
00
8
4/0
6/2
01
3
X
MX
MO
NT
ER
02 U
niv
ersi
da
d A
utó
no
ma
de
Nu
ev
o L
eó
n
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
ME
DIN
A D
E L
A
15
/03
/20
07
30
/09
/21
10
X
MX
MO
NT
ER
03 U
niv
ersi
da
d d
e M
on
terr
ey
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
BU
NT
RU
15
/02
/20
07
30
/09
/21
10
X
NI
MA
NA
GU
A0
1 U
niv
ersi
da
d C
en
tro
am
eric
an
a
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
FL
OR
ES
CR
UZ
1/0
2/2
00
5
30
/09
/21
10
X
NL
NIA
S N
eth
erla
nd
s In
stit
ute
fo
r A
dv
an
ced
Stu
dy
in t
he
Hu
ma
nit
ies
an
d S
oci
al S
cie
nce
s
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
BL
OC
KM
AN
S
13
/02
/20
01
30
/09
/21
10
X
PE
LIM
A0
2 U
niv
ersi
da
d R
icar
do
Pal
ma
din
sdag
02
decem
ber
20
08
-
© d
IS/I
RO
-
in
tern
atio
nal
@u
a.ac.
be
Pag
e 2
of
4
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
RO
DR
IGU
EZ
CH
AV
EZ
19
/11
/20
07
30
/09
/21
10
X
PR
PU
ER
TO
R02
Un
iver
sid
ad
de
Pu
erto
Ric
o
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
IRIZ
ZA
RY
15
/11
/20
05
14
/11
/20
10
X
RO
BU
CU
RE
S09
UN
IVE
RS
ITA
TE
A D
IN B
UC
UR
ES
TI
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
BA
TA
TO
RE
SC
U
24
/10
/20
07
30
/09
/21
10
X
RU
SN
IZH
NY
01 L
ing
uis
tic
Un
iver
sity
of
Niz
hn
y N
ov
go
rod
IN
ST
14
.3 E
con
om
ics
ST
A
VE
RS
CH
OR
EN
AN
ISC
HE
NK
O
16
/01
/20
07
15
/01
/20
10
X
RU
SS
TP
ET
ER
S0
1 S
ain
t-P
eter
sb
urg
Sta
te U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
VE
RB
ITS
KA
YA
1/1
0/2
00
2
30
/09
/21
10
X
RU
SS
TP
ET
ER
S0
2 H
ER
ZE
N S
TA
TE
PE
DA
GO
GIC
AL
UN
IVE
RS
ITY
OF
RU
SS
IA
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
SH
ILO
V
1/0
2/1
99
1
30
/09
/21
10
X
SG
SIN
GA
P0
2 N
atio
nal
Un
iver
sity
of
Sin
ga
po
re
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
OW
2
6/0
7/2
00
6
30
/09
/20
09
X
TW
HS
INC
HU
01
Nat
ion
al C
hia
o T
un
g U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
LIU
5
/11
/20
07
30
/09
/21
10
X
UA
KH
AR
KIV
01
Nat
ion
al T
ec
hn
ical
Un
iver
sity
Kh
PI
IN
ST
00
.0 I
nte
rnat
ion
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
KR
AV
ET
S
14
/06
/20
02
30
/09
/21
10
X
US
AM
EM
PH
IS0
1 U
niv
ersi
ty o
f M
em
ph
is
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
CO
X
1/1
0/1
99
4
30
/09
/21
10
X
VN
CA
NT
HO
01 C
an
Th
o U
niv
ersi
ty
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
NG
UY
EN
21
/02
/20
06
20
/02
/20
11
X
ZA
CA
PE
TO
W01
UN
IVE
RS
ITY
OF
CA
PE
TO
WN
- U
CT
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
ND
EB
EL
E
31
/10
/19
96
30
/09
/21
10
X
din
sdag
02
decem
ber
20
08
-
© d
IS/I
RO
-
in
tern
atio
nal
@u
a.ac.
be
Pag
e 3
of
4
C
on
tra
ct
Lo
ca
l D
ep
art
me
nt
Typ
e
Lo
ca
l C
o-o
rdin
ato
r F
ore
ign
Co
-ord
ina
tor
Sta
rt
En
d
Se
nt o
n
Sig
ne
d?
ZA
LIM
PO
PO
01 U
niv
ersi
ty o
f L
imp
op
o-M
ed
un
sa
Tru
st
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
ME
TZ
16
/08
/20
05
15
/08
/20
10
X
ZA
PO
TC
HE
F0
1 N
oo
rdw
es-U
niv
ersi
teit
Po
tch
efs
tro
om
Ka
mp
us
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
CO
MB
RIN
K
16
/04
/20
07
30
/09
/21
10
X
ZA
PR
ET
OR
IA0
1 U
niv
ersi
teit
va
n P
reto
ria
IN
ST
00
.0 I
nte
rnati
on
al
Off
ice
IN
VE
RS
CH
OR
EN
PIS
TO
RIU
S
10
/04
/19
97
30
/09
/21
10
X
ZA
ST
EL
LE
N0
1 U
NIV
ER
SIT
EIT
ST
EL
LE
NB
OS
CH
INS
T
00
.0 I
nte
rnati
on
al O
ffic
e IN
D
E C
LO
PP
ER
WA
LB
RU
GH
- 1
/11
/19
96
30
/09
/21
10
X
din
sdag
02
decem
ber
20
08
-
© d
IS/I
RO
-
in
tern
atio
nal
@u
a.ac.
be
Pag
e 4
of
4
Bijlage I.6.4:
Internationale onderwijsprojecten
Overzicht van de Internationale Onderwijsprojecten
Informatica - Universiteit Antwerpen
IUS project Sokoine University of Agriculture (SUA)Tanzania – (1997-2006)VLIR UOSProf. Jan De Sitter was sinds 2001 projectleider van het deelproject rond ICT
(http://iuc.vliruos.be/index.php?language=EN&navid=436&direct_to=IUC_Partnerships)
TEMPUS (2005) STRUCTURAL COMPEMENTARY MEASURES: TURKMENISTAN - IT TRAINING IN EDUCATION AND PUBLIC SERVICECoördinator: Universiteit AntwerpenProf. Jan De Sitter verzorgde een training ter plaatse in Ashgabat en aan de Universiteit Antwerpen bij een tegenbezoek.
Bijlage I.6.5:
Studentenaantallen en slaagcijfers: tabel III.1
Bijlage I.6.6:
Gemiddelde studieduur: tabel III.2
ONDERWERP 6: RESULTATEN
Tabel III.1.: Overzicht studentenaantallen en slaagcijfers verdeeld over de verschillende studie-
jaren, voor de jongste tien academiejaren
GENERATIESTUDENTEN
aantal geslaagd INDICATORENmet zonder Slaagcijfer ASlaagcijfer Bexamens examens inschrijvingen examens
97-98 73 20 50 3 27% 29%
98-99 128 30 98 0 23% 23%
99-00 91 24 66 1 26% 27%
00-01 100 24 75 1 24% 24%
01-02 56 11 45 0 20% 20%
02-03 47 10 36 1 21% 22%
03-04 36 14 22 0 39% 39%
04-05
05-06
06-07
EERSTE JAAR 1e kan
aantal INDICATOREN
na 1 jaar na 2 jaar na > 2 jaar met zonder Slaagcijfer ASlaagcijfer B
examens examens inschrijvingen examens
97-98 102 21 3 3 72 3 26% 27%
98-99 171 30 15 0 126 0 26% 26%
99-00 161 25 20 2 112 2 29% 30%
00-01 164 25 16 6 116 1 29% 29%
01-02 92 14 5 1 72 0 22% 22%
02-03 78 11 10 1 55 1 28% 29%
03-04 74 15 14 3 41 1 43% 44%
04-05
05-06
06-07
TWEEDE JAAR 2e kan
aantal INDICATOREN
na 1 jaar na 2 jaar na > 2 jaar met zonder Slaagcijfer ASlaagcijfer B
examens examens inschrijvingen examens
97-98 65 29 6 0 30 0 54% 54%
98-99 42 16 8 1 17 0 60% 60%
99-00 54 31 7 2 14 0 74% 74%
00-01 58 30 6 1 21 0 64% 64%
01-02 67 31 14 2 20 0 70% 70%
02-03 32 17 9 0 6 0 81% 81%
03-04 25 21 1 1 2 0 92% 92%
04-05 43 20 1 2 12 8 53% 66%
05-06 3 0 1 1 1 0 67% 67%
06-07
DERDE JAAR 1e lic
aantal INDICATOREN
na 1 jaar na 2 jaar na > 2 jaar met zonder Slaagcijfer ASlaagcijfer B
examens examens inschrijvingen examens
97-98 39 24 3 0 11 1 69% 71%
98-99 39 29 3 0 7 0 82% 82%
99-00 30 22 3 0 5 0 83% 83%
00-01 42 37 1 1 3 0 93% 93%
01-02 43 33 3 0 7 0 84% 84%
02-03 53 39 4 0 10 0 81% 81%
03-04 37 21 8 0 8 0 78% 78%
04-05 27 16 2 0 8 1 67% 69%
05-06 34 23 6 0 5 0 85% 85%
06-07 3 1 1 0 1 0 67% 67%
VIERDE JAAR 2e lic
aantal INDICATOREN
na 1 jaar na 2 jaar na > 2 jaar met zonder Slaagcijfer ASlaagcijfer B
examens examens inschrijvingen examens
97-98 32 26 0 0 6 0 81% 81%
Academiej
aar
geslaagd niet geslaagd
Academiej
aar
geslaagd niet geslaagd
niet geslaagd
Academiej
aar
geslaagd niet geslaagd
Academiej
aar
niet geslaagd
Academiej
aar
geslaagd
98-99 34 27 1 1 5 0 85% 85%
99-00 32 29 0 0 3 0 91% 91%
00-01 27 23 1 0 3 0 89% 89%
01-02 45 40 2 1 2 0 96% 96%
02-03 36 34 1 0 1 0 97% 97%
03-04 45 42 1 0 2 0 96% 96%
04-05 34 25 2 0 4 3 79% 87%
05-06 28 19 0 0 7 2 68% 73%
06-07 32 18 2 0 12 0 63% 63%
Aca
dem
ie-j
aar
Cre
dit
s b
ij a
an
va
ng
v.d
it a
cad
emie
jaar
aa
nta
l
stu
den
ten
op
gen
om
en
stu
die
pu
nte
n i
n
dit
aca
dem
ieja
ar
aa
nta
l
stu
den
ten
per
sub
kla
sse
x
per
cen
tag
e
stu
den
ten
per
sub
kla
sse
x
aan
tal
stu
die
pu
nte
n
aanta
l
stu
die
pu
nte
n
0!
y!
25
%2
5<
y!
50%
50
<y!
75
%7
5<
y<
10
0%
y =
10
0%
0!
y!
25
%2
5<
y!
50
%5
0<
y!
75
%7
5<
y<
10
0%
y =
10
0%
20
04
-20
05
0!
x<
60
64
A !
53
1
34
00
09
10
0%
31
%0
%0
%0
%6
9%
A >
53
51
21
68
31
31
00
%41
%1
2%
16
%6
%2
5%
Totaal
64
25
68
322
100
%39
%9
%1
3%
5%
34
%
20
04
-20
05
60!
x<
120
0A
!
53
0
00
00
0
A >
53
00
00
00
Totaal
00
00
00
20
04
-20
05
120!
x<
18
00
A !
53
0
00
00
0
A >
53
00
00
00
Totaal
00
00
00
totaal
20
04-2
005
64
64
25
68
322
20
05
-20
06
0!
x<
60
87
A !
53
1
04
22
11
10
0%
40
%2
0%
20
%1
0%
10
%
A >
53
77
32
31
51
71
01
00
%42
%4
%1
9%
22
%1
3%
Totaal
87
36
517
18
111
00
%41
%6
%2
0%
21
%1
3%
20
05
-20
06
60!
x<
120
13
A !
53
0
00
00
0
A >
53
13
01
24
61
00
%0%
8%
15
%3
1%
46
%
Totaal
13
01
24
61
00
%0%
8%
15
%3
1%
46
%
20
05
-20
06
120!
x<
18
00
A !
53
0
00
00
0
A >
53
00
00
00
Totaal
00
00
00
totaal
2005
-2006
100
100
36
619
22
17
20
06
-20
07
0!
x<
60
80
A !
53
11
32
22
21
00
%27
%1
8%
18
%1
8%
18
%
A >
53
69
22
11
41
51
71
00
%32
%1
6%
6%
22
%2
5%
Totaal
80
25
13
617
19
100
%31
%1
6%
8%
21
%2
4%
20
06
-20
07
60!
x<
120
30
A !
53
5
00
31
11
00
%0%
0%
60
%2
0%
20
%
A >
53
25
21
59
81
00
%8%
4%
20
%3
6%
32
%
Totaal
30
21
810
91
00
%7%
3%
27
%3
3%
30
%
20
06
-20
07
120!
x<
18
06
A !
53
0
00
00
0
A >
53
60
00
15
10
0%
0%
0%
0%
17
%8
3%
Totaal
60
00
15
100
%0%
0%
0%
17
%8
3%
totaal
20
06-2
007
116
116
27
14
14
28
33
20
07
-20
08
0!
x<
60
77
A !
53
5
21
11
01
00
%40
%2
0%
20
%2
0%
0%
A >
53
79
32
71
21
51
31
00
%41
%9
%1
5%
19
%1
6%
Totaal
84
34
813
16
13
100
%40
%1
0%
15
%1
9%
15
%
20
07
-20
08
60!
x<
120
18
A !
53
1
00
22
24
10
0%
0%
20
%2
0%
20
%4
0%
A >
53
22
01
45
12
10
0%
0%
5%
18
%2
3%
55
%
Totaal
32
03
67
16
100
%0%
9%
19
%2
2%
50
%
20
07
-20
08
120!
x<
18
03
5A
!
53
1
00
12
25
10
0%
0%
10
%2
0%
20
%5
0%
A >
53
40
00
04
10
0%
0%
0%
0%
0%
10
0%
Totaal
14
01
22
91
00
%0%
7%
14
%1
4%
64
%
totaal
2007
-2008
130
130
34
12
21
25
38
Cre
dit
s b
ehaa
ld i
n d
it a
cad
emie
jaar
(% v
an
de
op
gen
om
en s
tud
iep
un
ten
y)
Cre
dit
s b
eha
ald
in
dit
aca
dem
ieja
ar
(% v
an
de
op
gen
om
en s
tud
iep
un
ten
y)
aantal
stu
den
ten
in
deze s
ub
kla
ssen
percentage
aa
nta
l stu
den
ten
in
deze s
ub
kla
ssen
TA
BE
L I
II.1
- V
OLT
- 1
80
Aca
dem
ie-j
aar
Cre
dit
s b
ij
aa
nva
ng v
.dit
aca
dem
ieja
ar
aan
tal
stu
den
te
n
op
gen
om
en
stu
die
pu
nte
n i
n
dit
aca
dem
ieja
ar
aan
tal
stu
den
ten
per
sub
kla
sse
x
per
cen
tage
stu
den
ten
per
sub
kla
sse
x
aanta
l
studie
punte
n
aanta
l
stu
die
pu
nte
n
0!
y!
25 %
25<
y!
50
%50<
y!
75%
75
<y<
100%
y =
10
0%
0!
y!
25
%25
<y!
50
%50
<y!
75%
75
<y<
100
%y
= 1
00
%
2004-2
005
gen
erat
ie36
A !
53
0
00
00
0
studen
ten
A >
53
36
13
46
211
100
%3
6%
11
%17
%6
%3
1%
Totaal
36
13
46
211
100%
36%
11%
17%
6%
31%
2005
-2006
gen
erat
ie40
A !
53
1
00
10
01
00
%0
%0%
10
0%
0%
0%
studen
ten
A >
53
39
17
27
85
100
%4
4%
5%
18
%2
1%
13
%
Totaal
40
17
28
85
100%
43%
5%
20%
20%
13%
2006-2
007
gen
erat
ie43
A !
53
0
00
00
0
studen
ten
A >
53
43
18
50
911
100
%4
2%
12
%0%
21%
26
%
Totaal
43
18
50
911
100%
42%
12%
0%
21%
26%
2007
-2008
gen
erat
ie50
A !
53
0
00
00
0
studen
ten
A >
53
50
21
813
35
100
%4
2%
16
%26
%6
%1
0%
Totaal
50
21
813
35
100%
42%
16%
26%
6%
10%
Cre
dit
s b
ehaa
ld i
n d
it a
cad
emie
jaa
r (%
van
de
op
gen
om
en
stu
die
pu
nte
n y
)
Cre
dit
s b
ehaald
in
dit
aca
dem
ieja
ar
(% v
an
de
op
gen
om
en s
tud
iep
un
ten
y)
aantal
stu
dente
n i
n d
eze s
ubkla
ssen
percentage
aan
tal
stu
den
ten
in
deze s
ub
kla
ssen
TA
BE
L I
II.1
-
VO
LT
- g
en
era
tie
Tabel III,2 - Doorstroomanalyse
Kandidatuur Basisduur opleiding : 2 jaar
Afstudeerjaar Op tijd + 1 jaar + 2 jaar + 3 jaar + > 3 jaar TOTAAL GEM JAREN MAANDEN
1997 - 1998 27 8 35 2.23 2 3
1998 - 1999 14 9 2 25 2.52 2 6
1999 - 2000 28 10 1 1 40 2.38 2 5
2000 - 2001 24 10 2 1 37 2.46 2 6
2001 - 2002 26 7 13 1 47 2.77 2 9
2002 - 2003 12 10 4 26 2.69 2 8
2003 - 2004 11 9 2 1 23 2.70 2 8
2004 - 2005 14 8 0 1 23 2.48 2 6
2005 - 2006 1 1 2 4.50 4 6
2006 - 2007 0
TOTAAL 156 71 25 6 0 258 2.75 2 9
PROCENTUEEL 60.5% 27.5% 9.7% 2.3% 0.0% 100.0%
Tabel III, 2 - v 1 - 8/04 - PVDV
Licentie Basisduur opleiding : 2 jaar
Afstudeerjaar Op tijd + 1 jaar + 2 jaar + 3 jaar + > 3 jaar TOTAAL GEM JAREN MAANDEN
1997 - 1998 19 6 1 26 2.31 2 4
1998 - 1999 23 4 1 1 29 2.31 2 4
1999 - 2000 28 1 29 2.03 2 0
2000 - 2001 21 2 1 24 2.17 2 2
2001 - 2002 38 3 1 1 43 2.23 2 3
2002 - 2003 32 3 35 2.09 2 1
2003 - 2004 36 7 43 2.16 2 2
2004 - 2005 20 7 27 2.26 2 3
2005 - 2006 13 2 3 1 19 2.58 2 7
2006 - 2007 15 2 3 20 2.40 2 5
TOTAAL 245 37 9 3 1 295 2.25 2 3
PROCENTUEEL 83.1% 12.5% 3.1% 1.0% 0.3% 100.0%
Kandidatuur + licentie Basisduur opleiding : 4 jaar
Afstudeerjaar Op tijd + 1 jaar + 2 jaar + 3 jaar + > 3 jaar TOTAAL GEM JAREN MAANDEN
1997 - 1998 19 4 2 1 26 4.42 4 5
1998 - 1999 15 8 4 2 29 4.76 4 9
1999 - 2000 23 6 29 4.21 4 2
2000 - 2001 15 8 1 24 4.46 4 6
2001 - 2002 28 8 1 4 2 43 4.70 4 8
2002 - 2003 23 9 3 35 4.43 4 5
2003 - 2004 24 6 11 2 43 4.79 4 9
2004 - 2005 11 9 5 2 27 4.93 4 11
2005 - 2006 7 7 1 4 19 5.32 5 4
2006 - 2007 9 7 2 2 20 4.95 4 11
TOTAAL 174 72 29 12 8 295 4.70 4 8
PROCENTUEEL 59.0% 24.4% 9.8% 4.1% 2.7% 100.0%
3ja
ar
Afs
tud
eerj
aar
12
34
56
78
91
0TOTAALdecimaal
jaar
maanden
2005
-2006
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
00
00
00
00
00
00
0
2006
-2007
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
03
12
00
00
00
015
2.8
210
2007
-2008
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
00
74
00
00
00
113.4
34
2008
-2009
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
00
00
00
00
00
00
0
2009
-2010
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
00
00
00
00
00
00
0
2010
-2011
eff
! 8
5%
0
00
00
00
00
00
00
75
% "
eff
< 8
5%
00
00
00
00
00
00
0
eff
< 7
5%
00
00
00
00
00
00
0
Totaal
00
00
00
00
00
00
0
TO
TA
AL
03
19
40
00
00
026
33
0
0%
12%
73%
15%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
stu
die
-eff
icië
nti
e (e
ff)
PR
OC
EN
TU
EE
L
BA
SIS
DU
UR
van
de
op
leid
ing:
GEMIDDELDGEMIDDELD
aan
tal
stu
den
ten
die
het
dip
lom
a b
ehale
n n
a …
aca
dem
ieja
ren
TA
BE
L III.2
JA
AR
Bijlage Ix.1.1:
Gemeenschappelijk Capaciteitsplan voor de vijf volgende
masters: Master Informatica (Universiteit Antwerpen),
Master Informatica (transnationale Universiteit Limburg /
Universiteit Hasselt), Master Wiskundige Informatica
(Universiteit Gent), Master Informatica (Katholieke
Universiteit Leuven), Master Computerwetenschappen
(Vrije Universiteit Brussel)
[Alleen de relevante hoofdstukken werden opgenomen in de bijlage]
Bijlage Ix.2.7:
Richtlijn Eindverhandeling
Richtlijn Eindverhandeling Informatica Opleiding Informatica - Faculteit Wetenschappen
Goedgekeurd op de Onderwijscommissie Informatica - September 2006
Doelstelling
1. Het schrijven van een eindverhandeling heeft tot doel een student te laten demonstreren dat
hij/zij zelfstandig (maar onder begeleiding van een promotor) een complex onderwerp op een
wetenschappelijke manier kan uitdiepen en het verworven inzicht in een coherente tekst kan
neerschrijven.
Terminologie
2. De eindverhandeling (thesis/eindwerk) is een zelfgeschreven tekst waarin de student blijk
geeft van theoretisch inzicht en praktische ervaring met instrumenten, technieken en
methodes toegepast binnen wetenschappelijk onderzoek van een bepaald deelgebied van de
informatica. Het is geen absolute vereiste dat de student een originele bijdrage levert tot de
vooruitgang van de wetenschap; dit is voorbehouden voor het doctoraat.
3. De promotor is het lid van het Zelfstandig Academisch Personeel (ZAP) dat verantwoordelijk
is voor het goed verloop van het proces. Hij selecteert de medelezers, organiseert de
verdediging en is verantwoordelijk voor een rechtvaardige beoordeling van de
eindverhandeling.
4. Een eventuele co-promotor is een expert in het domein waarop de eindverhandeling
betrekking heeft en staat eventueel mee in voor de kwaliteit van de inhoud.
5. Een begeleidend assistent is een lid van het Assisterend Academisch Personeel (AAP) of
Bijzonder Academisch Personeel (BAP) dat eventueel de eerste lijnszorg in de begeleiding
van de eindverhandeling kan verzorgen.
6. Een stage-begeleider is een eventuele externe persoon die een opdracht geeft (de zogenaamde
stage) waarbinnen een eindverhandeling kan gemaakt worden.
7. Het keuzeformulier is de formele bevestiging dat een student en een promotor van plan zijn
om samen een eindverhandeling uit te werken. Het bevat enkele gegevens over de geplande
eindverhandeling (werktitel, korte samenvatting, naam van student, promotor, eventuele
begeleidend assistent) en wordt door de student en de promotor ondertekend.
8. Het opleidingssecretariaat is het Secretariaat 2de cyclus Wiskunde-Informatica in lokaal
G105 (Middelheimcampus).
9. Een medelezer (beoordelaar) is een persoon die mee instaat voor de beoordeling van de
eindverhandeling. Een medelezer moet minstens in het bezit zijn van een universitair master
diploma.
10. De onderzoeksgroep is de groep onderzoekers (doctoraatsstudenten, postdocs) waarvoor de
promotor (mee) verantwoordelijk is. Minstens één medelezer moet van buiten de
onderzoeksgroep komen.
11. Een eindverhandeling wordt neergelegd door de student op een vooraf bepaalde datum (zie
artikel 32) waarmee deze expliciet vraagt om zijn eindverhandeling te verdedigen.
12. De verdediging is een mondelinge presentatie van het werk beschreven in de
eindverhandeling gevolgd door een vragenronde door de betrokken medelezers en het
publiek.
Vorm en Inhoud
13. De verhandeling zal in regel 60 tot 150 bladzijden bedragen. De student dient tevens een
korte inhoud (maximaal 1 bladzijde) bij de verhandeling te voegen. Hierin worden de
essentialia betreffende inhoud, methode, resultaten en aanknopingspunten van het onderzoek
uiteengezet.
14. De verhandeling dient een persoonlijk werk te zijn in die zin dat een beoordeling van de
individuele student mogelijk moet zijn. De student kan evenwel, hetzij een individuele
verhandeling maken, hetzij een duidelijk identificeerbare bijdrage leveren in een groter
geheel (groepsverhandeling). In het laatste geval wordt elk lid van de groep toch individueel
beoordeeld en moet de individuele bijdrage in het geheel dus identificeerbaar zijn.
15. De eindverhandeling wordt normaal in het Nederlands gesteld. In enkele gevallen kan een
Nederlandse samenvatting met een anderstalige appendix worden toegelaten. Met name (a)
als de promotor/stagebegeleider tot een buitenlandse universiteit behoort; (b) de
eindverhandeling geheel of gedeeltelijk in het buitenland werd voorbereid; (c) de
eindverhandeling een onderdeel vormt van een internationale samenwerking.
Keuze van het onderwerp en promotor
16. Het kiezen van een onderwerp en promotor van de eindverhandeling gebeurt in het
academiejaar vóór het academiejaar waarin de eindverhandeling normaal zal worden
neergelegd. Normaal zal een student tijdens het tweede semester van zijn derde bachelor het
onderwerp kiezen waarrond hij een verhandeling zal maken tijdens zijn master-jaar.
17. Alle promotoren publiceren begin mei een lijst van mogelijke onderwerpen waaruit de
student kan kiezen. Tegelijk publiceren ze de datum waarop alle keuzeformulieren moeten
worden ingediend (cf. artikel 21).
18. Tevens organiseren alle promotoren begin mei een sessie waarop de mogelijke onderwerpen
worden toegelicht.
19. Een student kan een eigen onderwerp voorstellen maar moet een promotor vinden die als
verantwoordelijke wil optreden.
20. De student neemt zelf initiatief om met de verschillende promotoren te onderhandelen over
die onderwerpen die hij/zij interessant acht. Tijdens dit onderhandelingsproces kan een
promotor weigeren om een student te begeleiden en kan een student beslissen om een ander
onderwerp/promotor te kiezen.
21. De student zal zijn keuze bekend maken door het indienen van het keuzeformulier bij het
opleidingssecretariaat, ondertekend door promotor en student. Dit gebeurt in regel aan het
begin van de eerste zittijd; de precieze datum wordt samen met de lijst van onderwerpen
gepubliceerd (cf. artikel 17).
22. Het opleidingssecretariaat zal alle ingediende keuzeformulieren verwerken en een lijst
opstellen van alle studenten met hun onderwerp en promotor. Studenten die geen
keuzeformulier hebben ingediend worden aangemaand dat alsnog te doen, ofwel te
bevestigen dat ze het volgende jaar geen eindverhandeling zullen neerleggen.
23. De lijst van studenten met hun onderwerp en promotor wordt besproken op de deliberatie van
de 3de Bachelor. De deliberatiecommissie kan bijvoorbeeld voorstellen om een
eindverhandeling uit te stellen, of maatregelen nemen om studenten zonder onderwerp en
promotor alsnog op te vangen.
De begeleiding
24. Als promotor kunnen optreden: de leden van het zelfstandig academisch personeel (zowel
voltijds als deeltijds) van de Universiteit Antwerpen, de ZAP-BOF mandaathouders, de
vergelijkbare graden in het onbezoldigd academisch personeelskader van de Universiteit
Antwerpen. In regel zijn de promotoren wel titularis van een vak in de bachelor- of master-
opleiding van de student (m.a.w., lid van de Onderwijscommissie Informatica).
25. Als co-promotor kunnen optreden: alle personen met een doctoraat, niet noodzakelijk
verbonden met de Universiteit Antwerpen. Een co-promotor is in regel een expert in het
onderwerp van de eindverhandeling.
26. Als stage-begeleider kunnen optreden: elke persoon die geen lid is van de
Onderwijscommissie Informatica aan de Universiteit Antwerpen. Een stagebegeleider is
verbonden aan een bedrijf of organisatie waar een deel van de eindverhandeling gedeeltelijk
zal worden uitgewerkt, meestal een praktische of experimentele uitwerking van een concrete
opdracht die past binnen het onderwerp van de eindverhandeling.
27. Als begeleidend assistent kan optreden: elk lid van het assisterend academisch personeel
(AAP) of het bijzonder academisch personeel (BAP) van de Universiteit Antwerpen.
28. De student en promotor, in samenspraak met eventuele co-promotor, stage-begeleider en
begeleidend assistent stellen een plan op dat ultiem moet leiden tot een eindverhandeling. In
dit plan wordt ook opgenomen hoe de opvolging van de planning zal verlopen, t.t.z. wanneer
zullen de betrokken partijen elkaar ontmoetten (2-wekelijks / maandelijks / ...) ? hoe
contacteren ze elkaar (telefoon / e-mail / na de les) ? wie zal initiatief nemen (student /
begeleidend assistent / ...) ?
29. De student is ultiem verantwoordelijk voor het uitvoeren van de planning, het tijdig
signaleren van eventuele problemen en het indienen van de eindverhandeling.
30. De promotor is verantwoordelijk voor het vlot verloop van het proces en waakt over de
kwaliteit van het geleverde werk.
31. Samen met de eventuele co-promotor, stage-begeleider en begeleidend assistent zorgt de
promotor voor de nodige terugkoppeling over de tussentijdse resultaten, bijsturing van de
planning, en suggereert hij/zij oplossingen voor de gesignaleerde problemen.
Neerleggen
32. De datum waarop de eindverhandeling moet worden neergelegd (zowel in 1ste als in 2de
zittijd) wordt elk jaar vastgelegd in de academische kalender.
33. De verhandeling moet in minstens vier exemplaren worden neergelegd bij het
opleidingssecretariaat, t.t.z. één exemplaar voor de promotor, één voor elke medelezer en één
exemplaar voor het departementaal archief.
Selectie Medelezers
34. Het opleidingssecretariaat zal vóór de officiële neerleggingsdatum (zie artikel 32) alle
promotoren vragen om de namen van de geselecteerde medelezers bekend te maken.
35. Voor elke eindverhandeling zal de promotor twee medelezers selecteren. Indien de
omstandigheden dit vragen kan het aantal medelezers worden uitgebreid.
36. Minstens één medelezer moet komen van buiten de onderzoeksgroep van de promotor.
37. Een co-promotor (zo er één is) fungeert altijd als medelezer.
38. Een stagebegeleider (zo er één is) fungeert altijd als medelezer.
39. Een begeleidend assistent (zo er één is) fungeert nooit als medelezer, maar heeft wel een
adviserende rol tijdens de beoordeling.
40. Het is de taak van de promotor om de medelezers te contacteren, hen te vragen of zij de
betrokken eindverhandeling willen beoordelen en —in geval van negatief antwoord—
alternatieven te zoeken.
41. Het opleidingssecretariaat zal een lijst van alle eindverhandelingen met titel, promotor en
medelezers samenstellen en die ter goedkeuring voorleggen aan de onderwijscommissie.
42. De jaarlijkse lijst van alle eindverhandelingen met titel, promotor en medelezers ligt op ter
inzage op het opleidingssecretariaat, zodat de student weet heeft van de geselecteerde
medelezers.
Verdediging
43. De promotor regelt in samenspraak met de student en medelezers de datum, tijdstip en locatie
waarop de verdediging zal plaatsvinden.
44. De promotor zal de verdediging voorzitten en zorgen voor het vlot verloop ervan.
45. De verdediging is publiek: iedereen die dit wenst kan de verdediging bijwonen. Daartoe zal
de promotor de lijst met verdedigingen die hij voorzit publiek maken.
46. Alle medelezers (dus ook de eventuele co-promotor en stage-begeleider) en de eventuele
begeleidende assistent wonen de verdediging bij. In uitzonderlijk geval (vb. buitenlandse co-
promotor) kan een medelezer of begeleidend assistent zich verontschuldigen; dan zal hij
vooraf een advies bezorgen aan de promotor.
47. De verdediging bestaat uit een presentatie, waarin de student zijn werk beknopt toelicht
gevolgd door een vragenronde. Elke aanwezige kan vragen stellen en de student moet naar
best vermogen de vragen beantwoorden.
48. De verdediging heeft een invloed op het eindcijfer toegekend aan de eindverhandeling.
Beoordeling
49. Er zijn twee beoordelingsmethodes voor een eindverhandeling mogelijk, ofwel beoordeelt
men het proces (permanente evaluatie) ofwel het eindproduct (eenmalige evaluatie).
50. Los van de beoordelingsmethode (artikel 49) dient elke eindverhandeling als absolute
minimum aan te tonen dat een student (a) zelfstandig inzicht verworven heeft in het
behandelde onderwerp; (b) in staat zijn over een complex onderwerp te communiceren op een
niveau dat begrijpbaar is voor een collega-student.
51. Bij een beoordeling van een proces gelden volgende normen
• Om een voldoening te halen dient de student
(a) op een planmatige manier zelfstandig de gestelde doelen bereikt te hebben;
(b) op een adequate manier schriftelijk en mondeling kunnen rapporteren over het
doorlopen proces.
• Om een onderscheiding te halen dient de student
(a) de nodige initiatieven te hebben genomen te hebben om het proces tijdig bij te sturen;
(b) overtuigend te motiveren waarom hij bepaalde beslissingen in het proces heeft
genomen.
• Om een grote onderscheiding te halen dient de student
(a) zijn probleem, aanpak en resultaten te situeren binnen een ruimere context;
(b) een breed overzicht te geven van de verschillende alternatieven die mogelijk waren
om het gestelde doel te bereiken;
(c) de voor- en nadelen van elk van deze alternatieven toe te lichten los van het specifieke
probleem.
• Om een grootste onderscheiding te halen dient de student
(a) blijk te geven van een frisse invalshoek;
(b) een heuse bijdrage geleverd te hebben (i.e. zijn werk zal in de toekomst verder
gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek)
52. Bij een beoordeling van een eindproduct gelden volgende normen
• Om een voldoening te halen dient de student
(a) het probleem precies te omschrijven;
(b) de toegepaste oplossing/experiment precies te beschrijven;
(c) de resultaten van de toegepaste oplossing/experiment op te sommen;
(d) de resultaten te interpreteren en er een conclusie uit te trekken.
• Om een onderscheiding te halen dient de student
(a) een overtuigend antwoord te geven op de vraag waarom gekozen werd voor een
onderzoeksmethode. Typische onderzoeksmethodes in de informatica zijn
haalbaarheidsstudie (feasibility study), gevalsonderzoek (case study), vergelijkende
studie, literatuurstudie, formeel model, simulatie;
(b) enkele alternatieven te geven voor de gekozen oplossing/experiment;
(c) de keuze van de toegepaste oplossing/experiment overtuigend te motiveren;
(d) voldoende details bevatten zodat de oplossing/het experiment repliceerbaar is;
(e) voldoende abstractie maken van het probleem zodat de conclusies ook geldig zijn voor
gelijkaardige problemen.
• Om een grote onderscheiding te halen dient de student
(a) het probleem te situeren binnen zijn ruimere context;
(b) een breed overzicht te geven van de verschillende alternatieven voor de gekozen
oplossing/experiment;
(c) de voor- en nadelen van elk van deze alternatieven toe te lichten los van het specifieke
probleem;
(d) te motiveren waarom de gekozen oplossing/experiment representatief is voor de
ruimere context;
(e) de bekomen resultaten terug te interpreteren binnen de ruimere context.
• Om een grootste onderscheiding te halen dient de student
(a) blijk te geven van een frisse invalshoek;
(b) een heuse bijdrage geleverd te hebben tot het probleemdomein (i.e. de
eindverhandeling kan binnen het probleemdomein geciteerd worden)
Bijlage Ix.2.8:
Beoordelingscriteria Thesis
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 1/12
BEOORDELINGSCRITERIA LICENTIAATSTHESISAuteur: Serge Demeyer
Versie: 1.0 - dinsdag, 7 mei 2002Na Goedkeuring Onderwijscommissie Informatica 27 maart 2002
1. INLEIDINGHet sluitstuk van de opleiding informatica is de eindverhandeling, ook wel de licentiaatsthesis ofkortweg thesis genoemd. Daar moet een student aantonen dat hij zelfstandig (maar onder begeleidingvan een promotor) een complex onderwerp op een wetenschappelijke manier kan uitdiepen en hetverworven inzicht in een coherente tekst kan neerschrijven.Maar er is een probleem bij de gelijkwaardige beoordeling van die eindverhandelingen. Inderdaad,inherent aan het thesismodel is de verscheidenheid aan promotoren en dus ook aan criteria om eenlicentiaatsthesis te beoordelen. Die verscheidenheid is een belangrijk voordeel (studenten kiezen debegeleidingsstijl die best bij hun past) maar tegelijkertijd ook het voornaamste nadeel (studentenkiezen de weg van de minste weerstand). Bovendien is het niet altijd even duidelijk hoe verschillendewetenschappelijke technieken zich tot elkaar verhouden. Vandaar een poging om vast te leggen welkebeoordelingscriteria er zijn en hoe belangrijk ze doorwegen ten opzichte van elkaar. Daarbij is het optermijn de bedoeling om te komen tot eenvormige criteria voor de beoordeling vaneindverhandelingen informatica.Historiek. Tijdens de zomer van 2001 werd een eerste versie (0.1 en 0.2) van diebeoordelingscriteria opgesteld en bij wijze van proef gebruikt ter beoordeling van vier thesissen inhet academiejaar 2000-2001. Alle medelezers waren het erover eens dat een dergelijk instrument eenuitstekende hulp is bij het beoordelen van een thesis en het focussen van de discussie. Op basis vandie eerste proef werden de beoordelingscriteria lichtjes aangepast en werd versie 0.3 besprokentijdens één van de kwaliteitszorgvergaderingen ter voorbereiding van de visitatiecommissie en tijdensde visitatie zelf. Ook daar waren de reacties prositief, en versie 0.4 werd daarom voorgelegd aan deonderwijscommissie informatica. Op basis van de bespreking daar werden enkele verduidelijkingenopgenomen, wat aanleiding gaf tot versie 1.0, de versie die gebruikt zal worden als leiddraad bij hetbeoordelen van de eindverhandelingen van de richting informatica voor het academiejaar 2001-2002.
2. GEBRUIKSAANWIJZINGEen thesis wordt beoordeeld door een jury van drie personen, waaronder de promotor. Die jurybeslist bij consensus, alhoewel de promotor in praktijk richtinggevend is. De beoordeling is eencijfer op 20 (gehele getallen), waarbij de volgende graden gelden [0 … 9[ is onvoldoende, [10 …14[is voldoende, [14 … 16[ is onderscheiding, [16 … 18[ is grootste onderscheiding en [18 … 20[ isgrootste onderscheiding. De beoordeling gebeurt op basis van de thesistekst en een mondelingeverdediging en is dus een resultaatsbeoordeling. Desalniettemin geeft de promotor ter nuanceringvaak toelichting over het proces (zelfwerkzaamheid, doelgericht werken, etc).Praktijk heeft uitgewezen dat om efficiënt te werk te gaan, de jury zo snel mogelijk demeningsverschillen moet vaststellen; dan kan ze haar tijd optimaal gebruiken om tot een consensus tekomen.1 Daarom wordt aangeraden de volgende stappen te gebruiken tijdens de comisievergadering:
1. Elk van de jury-leden vult vooraf de vragenlijst in.2. Bepaal of er een consensus is over de graad
2.1. Indien niet, identificeer de meningsverschillen en discusiëer tot consensus3. Bepaal of er consensus is over het waarom van die graad (cfr. ruwe criteria)
3.1. Indien niet, identificeer de meningsverschillen en discusiëer tot consensus4. Verfijn de beoordeling binnen de graad om tot een cijfer op 20 te komen (cfr. fijne criteria)
1 Oscar Nierstrasz, “Identify the Champion,” Pattern Languages of Program Design, N. Harrison, B. Foote and H.
Rohnert (Eds.), pp. 539-556, Addison Wesley, 2000.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 2/12
3. RUWE CRITERIAOm het voordeel van de verscheidenheid niet te verliezen worden thesissen onderverdeeld volgens deonderzoeksmethode waarmee ze zijn uitgevoerd. De methodes zijn geselecteerd op basis vangangbare onderzoeksmethodes binnen de informatica (meer bepaald de software engineering2), maarwerden aangepast omdat de mogelijkheden van een licentiaatsthesis nu eenmaal beperkt zijn.De gangbare onderzoeksmethodes voor een eindverhandeling zijn
[1] Haalbaarheidsstudie (feasibility study) [4] Formeel model[2] Gevalsonderzoek (case study) [5] Simulatie[3] Literatuurstudie
Voor elk van de categorieën wordt opgesomd aan welke voorwaarden voldaan moeten zijn om eenzekere graad te halen (voldoening, onderscheiding, grote onderscheiding, grootste onderscheiding).Merk daarbij op dat het soort onderzoeksmethode een belangrijke rol speelt bij het vaststellen vaneen voldoening of onderscheiding, maar eigenlijk irrelevant wordt voor een grote of grootsteonderscheiding.
4. FIJNE CRITERIAEens de graad is bepaald, kunnen de fijne criteria de rangschikking binnen de graad verfijnen.Uitzonderlijke scores in zowel positieve als negatieve zin kunnen een verhoging of verlaging van degraad betekenen.• Helderheid = de mate waarin de tekst klaar en duidelijk geschreven is.• Presentatie = de wijze waarop de thesis in het publiek werd verdedigd• Zelfwerkzaamheid = de mate waarop de student zelf initiatief nam op de opgedoken problemen
op te lossen.• Belasting = de mate waarin de student een "normale" belasting heeft gehad tijdens zijn 2de
licentie.Een normale belasting komt overeen met een student die in 1rste licentie in 1rste zittijd afstudeert,rond september aan zijn thesis begint, tijdens de 1rste en 2de semester het gewonestudieprogramma volgt en eind mei zijn thesis indient.Een meer dan normale belasting dekt bijvoorbeeld Erasmus/Socrates/…-studenten (zij verblijvenminstens één semester in het buitenland), ASIB-studenten (zij volgen een verkort programmawaarin de 1rste en 2de licentie gecombineerd worden), en in mindere mate ook de late beginners(zij die de 1rste licentie slechts in 2de zit afsluiten en ergens in oktober aan hun thesis beginnen).Een minder dan normale belasting komt overeen met studenten met een thesisjaar (vrijstellingbekomen voor ongeveer alle andere vakken en een extra jaar doen waarin ze alleen aan hun thesiswerken) en in mindere mate de late afgevers (studenten die hun thesis in 2de zit afgeven).
5. ONBRUIKBARE CRITERIAVolgende elementen worden expliciet NIET opgenomen als criterium• Moeilijkheidsgraad. De moeilijkheidsgraad van het onderwerp wordt niet opgenomen aangezien
dat een te relatief begrip is, zowel voor de promotor als voor de student.• Gepresteerde werk. De eindbeoordeling van een thesis is een resultaatsbeoordeling; de
hoeveelheid werk die nodig was om tot dit resultaat te komen is van geen belang. Opnieuw hangtdit te zeer af van de promotor en de student.
• Broncode en documentatie. Als er voor het experiment software moet worden gemaakt is dekwaliteit van de code en bijhorende documentatie (cf. leesbaarheid, onderhoudbaarheid, …) inprincipe onbelangrijk, tenzij het een essentieel element vormt van het experiment. De motivatiehier is dat studenten die een thesis schrijven impliciet verondersteld worden kwaliteit te leveren.
2 Markin V. Zelkowitz and Dolores R. Wallace, "Experimental Models for Validating Technology", IEEE
Computer, May 1998. Het artikel in kwestie heeft alle artikels uit bepaalde jaargangen van IEEE Transactions onSoftware Engineering; IEEE Software en ICSE Proceedings overlopen om te tellen welke de meest gebruikteexperimenteermethodes binnen de informatica waren.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 3/12
[1] HAALBAARHEIDSSTUDIE (FEASABILITY STUDY)Een haalbaarheidsstudie is een wetenschappelijke methode om na te gaan of een (combinatie van)techniek(en) bruikbaar is voor het oplossen van een bepaald soort probleem. Een essentiële factorbij een haalbaarheidsstudie is het nieuwe van de techniek. Daarom zal een typisch experiment eenprototype bouwen, waarbij de techniek wordt toegepast op één voorbeeldprobleem. De conclusieszijn in hoofdzaak kwalitatief in de vorm van een soort "lessons learned".Een haalbaarheidsstudie kan men herkennen aan volgende kenmerken: (a) Het probleem is relevant,t.t.z. de oplossing is niet triviaal en voor een aantal mensen nuttig. (b) De techniek is innovatief, t.t.z.er is nog niet geweten of ze tot een oplossing zal leiden. (c) De toepassing van de techniek lijktaannemelijk, t.t.z. er zijn redenen om aan te nemen dat de techniek tot een oplossing kan leiden.
VOLDOENING [10 .. 14[• Wordt het probleem precies omschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt de toegepaste techniek duidelijk beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt de toepassing van de techniek op het probleem duidelijk beschreven ? (i.e., Wordt het
experiment —het prototype— duidelijk beschreven ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er conclusies getrokken ? (i.e., Welke stappen van de techniek zijn bruikbaar ? Welke
stappen moeten verbeterd, ja zelf vervangen moeten worden ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
ONDERSCHEIDING [14 .. 16[• Wordt een overtuigend antwoord geven op de vraag "waarom een haalbaarheidstudie?"
(i.e., Wordt geargumenteerd dat het probleem relevant is; de techniek innovatief is; en detoepassing aannemelijk lijkt) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overzicht geboden van de toepasbare technieken? (i.e., Wordt naast de toegepastetechniek ook verschillende alternatieven toegelicht ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overtuigende motivatie geven voor de keuze van het experiment ?(i.e., Wordt uitgelegd waarom het voorbeeldprobleem representatief is ? Wordt de keuze van detoegepaste techniek toegelicht in functie van het probleem ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het experiment repliceerbaar ? (i.e., Worden genoeg details gegeven opdat buitenstaanders hetexperiment zouden kunnen nabootsen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de conclusies overtuigend ? (i.e., Wordt er voldoende abstractie gemaakt van het probleemopdat de conclusies ook geldig zijn voor gelijkaardige problemen.)
[ Ja / Neen / Gn. antw. ]Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 4/12
GROTE ONDERSCHEIDING [16 .. 18[• Wordt het probleem goed gesitueerd binnen zijn context ? (i.e. Wordt de grotere problematiek
waarbinnen de thesis moet gesitueerd worden precies uit de doeken gedaan ? Wordt de keuzevan het deelprobleem waarvoor de thesis een oplossing biedt overtuigend gemotiveerd ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een breed overzicht geboden van de gangbare oplossingstechnieken ? (i.e. Is het overzichtvan de verschillende oplossingstechnieken bijna volledig ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een herbruikbare afweging maken van de voor- en nadelen van de gangbare technieken(i.e., Kan dezelfde afweging gebruikt worden voor een gelijkaardig probleem, zonder dat deuitkomst daarom dezelfde moet zijn ?). [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het experiment representatief ? (i.e. Wordt gesteld in hoeverre de resultaten van het experimentoverdraagbaar zijn naar een gelijkaardig probleem ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Getuigen de conclusies van een diep inzicht in de grotere problematiek ?(i.e., Worden de conclusies betreffende het deelprobleem dat de thesis heeft opgelostteruggekoppeld naar de grotere problematiek ? Wordt een geloofwaardige prognose naar detoekomst gemaakt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONDERSCHEIDING. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
GROOTSTE ONDERSCHEIDING [18 .. 20]• Getuigt de thesis van een frisse invalshoek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Bevat de tekst elementen die een inspirerend nieuw licht op de problematiek werpen ?)• Vormt de conclusie een heuse bijdrage tot de problematiek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Zal de thesis binnen het probleemdomein geciteerd worden ?)Als de leescommissie op één van de criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenGROTE ONDERSCHEIDING, anders een GROOTSTE ONDERSCHEIDING. In beide gevallengeven de fijne criteria uitsluitsel over het precieze cijfer.
FIJNE CRITERIA• Helderheid (tekst): [ Onvoldoende / Onduidelijk / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw.]• Presentatie (verdediging): [ Onvoldoende / Zwak / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Zelfwerkzaamheid: [ Onvoldoende / Weinig / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Belasting: [ Minder dan normaal / Normaal / Meer dan normaal / Gn. antw. ]
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 5/12
[2] GEVALSANALYSE (CASE STUDY)Een gevalsanalyse is een wetenschappelijke methode om na te gaan in hoeverre een (combinatie van)techniek(en) geschikt is voor het oplossen van een bepaald soort probleem. In tegenstelling tot eenhaalbaarheidsstudie is de techniek niet zo nieuw (ze heeft al tot oplossingen geleid), maar is hetonduidelijk in hoeverre die oplossingen altijd even goed zijn. Daarom zal een typisch experiment eenwerktuig bouwen, waarmee de techniek in kwestie wordt uitgeprobeerd op verschillendevoorbeeldproblemen. Daarna zal het effect van de techniek op één of andere manier gekwantificeerdworden om zo vergelijking mogelijk te maken.Een gevalsanalyse kan men herkennen aan volgende kenmerken: (a) Het probleem is relevant, t.t.z.de oplossing is niet triviaal en voor een aantal mensen nuttig. (b) De techniek is bruikbaar, t.t.z. erzijn gevallen bekend waar de techniek tot een oplossing heeft geleid. (c) De resultaten van detechniek zijn onzeker, t.t.z. er zijn redenen om aan te nemen dat de techniek niet altijd goedeoplossingen oplevert.
VOLDOENING [10 .. 14[• Wordt het probleem precies omschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt de toegepaste techniek duidelijk beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt de toepassing van de techniek op het probleem duidelijk beschreven ? (i.e., Wordt het
experiment —werktuig toegepast op voorbeeldproblemen— duidelijk beschreven) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Worden er conclusies getrokken ? (i.e., Voor welke problemen is de techniek geschikt is ? Envoor welke problemen is ze techniek ongeschikt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
ONDERSCHEIDING [14 .. 16[• Wordt een overtuigend antwoord geven op de vraag "waarom een gevalsstudie?"
(i.e., Wordt geargumenteerd dat het probleem relevant is; de techniek bruikbaar is; de resultatenonzeker lijken) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overzicht geboden van de toepasbare technieken? (i.e., Wordt naast de toegepastetechniek ook verschillende alternatieven toegelicht ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overtuigende motivatie geven voor de keuze van het experiment ?(i.e., Wordt uitgelegd waarom de voorbeeldproblemen representatief zijn ? Wordt de keuze vande toegepaste techniek toegelicht in functie van het probleem ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het experiment repliceerbaar ? (i.e., Worden genoeg details gegeven opdat buitenstaanders hetexperiment zouden kunnen nabootsen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de conclusies overtuigend ? (i.e., Wordt er voldoende abstractie gemaakt van het probleemopdat de conclusies ook geldig zijn voor gelijkaardige problemen.) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 6/12
GROTE ONDERSCHEIDING [16 .. 18[• Wordt het probleem goed gesitueerd binnen zijn context ? (i.e. Wordt de grotere problematiek
waarbinnen de thesis moet gesitueerd worden precies uit de doeken gedaan ? Wordt de keuzevan het deelprobleem waarvoor de thesis een oplossing biedt overtuigend gemotiveerd ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een breed overzicht geboden van de gangbare oplossingstechnieken ? (i.e. Is het overzichtvan de verschillende oplossingstechnieken bijna volledig ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een herbruikbare afweging maken van de voor- en nadelen van de gangbare technieken(i.e., Kan dezelfde afweging gebruikt worden voor een gelijkaardig probleem, zonder dat deuitkomst daarom dezelfde moet zijn ?). [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het experiment representatief ? (i.e. Wordt gesteld in hoeverre de resultaten van het experimentoverdraagbaar zijn naar een gelijkaardig probleem ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Getuigen de conclusies van een diep inzicht in de grotere problematiek ?(i.e., Worden de conclusies betreffende het deelprobleem dat de thesis heeft opgelostteruggekoppeld naar de grotere problematiek ? Wordt een geloofwaardige prognose naar detoekomst gemaakt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONDERSCHEIDING. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
GROOTSTE ONDERSCHEIDING [18 .. 20]• Getuigt de thesis van een frisse invalshoek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Bevat de tekst elementen die een inspirerend nieuw licht op de problematiek werpen ?)• Vormt de conclusie een heuse bijdrage tot de problematiek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Zal de thesis binnen het probleemdomein geciteerd worden ?)Als de leescommissie op één van de criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenGROTE ONDERSCHEIDING, anders een GROOTSTE ONDERSCHEIDING. In beide gevallengeven de fijne criteria uitsluitsel over het precieze cijfer.
FIJNE CRITERIA• Helderheid (tekst): [ Onvoldoende / Onduidelijk / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw.]• Presentatie (verdediging): [ Onvoldoende / Zwak / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Zelfwerkzaamheid: [ Onvoldoende / Weinig / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Belasting: [ Minder dan normaal / Normaal / Meer dan normaal / Gn. antw. ]
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 7/12
[3] LITERATUURSTUDIEEen literatuurstudie is een wetenschappelijke methode om na te gaan welke technieken toepasbaarzijn voor het oplossen van een bepaald soort probleem. Essentiëel bij een literatuurstudie is dat hetprobleem goed bestudeerd is en er verscheidene bruikbare oplossingstechnieken zijn beschreven.Maar de diversiteit van de beschreven oplossingen is dermate groot dat er eigenlijk geen klaar enduidelijk overzicht bestaat over waar- en wanneer welke techniek de beste resultaten zal leveren.Daarom zal een typische literatuurstudie de verschillende oplossingen uitzetten t.o.v. een welbepaaldelijst criteria om zo de voor- en nadelen van elke techniek te vergelijken. De conclusies zijn zowelkwalitatief als kwantitatief van aard.Een literatuurstudie kan men herkennen aan volgende kenmerken: (a) Het probleem is relevant, t.t.z.de oplossing is niet triviaal en voor een aantal mensen nuttig. (b) Er zijn verschillende techniekentoepasbaar, t.t.z. er zijn verschillende onafhankelijke bronnen die oplossingen voor het probleembeschrijven. (c) De technieken zijn goed gespecifieerd, t.t.z. de voor- en nadelen van elk van detechnieken zijn bekend.
VOLDOENING [10 .. 14[• Wordt het probleem precies omschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden de toepasbare technieken duidelijk beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden de criteria waarmee de toepasbare technieken met elkaar worden vergeleken duidelijk
beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er conclusies getrokken ? (i.e., Waar en wanneer is welke techniek de meest geschikte)
[ Ja / Neen / Gn. antw. ]Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
ONDERSCHEIDING [14 .. 16[• Wordt een overtuigend antwoord geven op de vraag "waarom een literatuurstudie?"
(i.e., Wordt geargumenteerd dat het probleem relevant is; de technieken toepasbaar; detechnieken goed gespecifieerd) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een goed overzicht geboden van de toepasbare technieken (i.e., Worden de toepasbaretechnieken in onafhankelijke bronnen beschreven?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overtuigende motivatie geven voor de keuze van de beoordelingscriteria?(i.e., Wordt de keuze van de beoordelingscriteria voldoende toegelicht ? Zijn de criteria eerlijk,t.t.z. er niet op gericht om één bepaalde techniek te bevoordelen?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is de studie repliceerbaar ? (i.e., Kunnen de bronnen worden nagetrokken ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de conclusies overtuigend ? (i.e., Wordt er voldoende abstractie gemaakt van het probleemopdat de conclusies ook geldig zijn voor gelijkaardige problemen.) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 8/12
GROTE ONDERSCHEIDING [16 .. 18[• Wordt het probleem goed gesitueerd binnen zijn context ? (i.e. Wordt de grotere problematiek
waarbinnen de thesis moet gesitueerd worden precies uit de doeken gedaan ? Wordt de keuzevan het deelprobleem waarvoor de thesis een oplossing biedt overtuigend gemotiveerd ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een breed overzicht geboden van de toepasbare oplossingstechnieken ? (i.e. Is hetoverzicht van de oplossingstechnieken zo goed als volledig ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de gebruikte beoordelingscriteria herbruikbaar ? (i.e., Kunnen dezelfde criteria gebruiktworden voor een gelijkaardig probleem ?). [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de beoordelingscriteria representatief ? (i.e. Wordt gesteld in hoeverre de criteriaoverdraagbaar zijn naar een gelijkaardig probleem ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Getuigen de conclusies van een diep inzicht in de grotere problematiek ?(i.e., Worden de conclusies betreffende het deelprobleem dat de thesis heeft opgelostteruggekoppeld naar de grotere problematiek ? Wordt een geloofwaardige prognose naar detoekomst gemaakt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONDERSCHEIDING. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
GROOTSTE ONDERSCHEIDING [18 .. 20]• Getuigt de thesis van een frisse invalshoek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Bevat de tekst elementen die een inspirerend nieuw licht op de problematiek werpen ?)• Vormt de conclusie een heuse bijdrage tot de problematiek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Zal de thesis binnen het probleemdomein geciteerd worden ?)Als de leescommissie op één van de criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenGROTE ONDERSCHEIDING, anders een GROOTSTE ONDERSCHEIDING. In beide gevallengeven de fijne criteria uitsluitsel over het precieze cijfer.
FIJNE CRITERIA• Helderheid (tekst): [ Onvoldoende / Onduidelijk / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw.]• Presentatie (verdediging): [ Onvoldoende / Zwak / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Zelfwerkzaamheid: [ Onvoldoende / Weinig / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Belasting: [ Minder dan normaal / Normaal / Meer dan normaal / Gn. antw. ]
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 9/12
[4] FORMEEL MODELEen formeel model is een wetenschappelijke methode om na te gaan in hoeverre het mogelijk is eenwiskundige abstractie te maken van een bepaald probleem en op basis daarvan enkele belangrijkeeigenschappen te bewijzen. De nadruk ligt hier voornamelijk op het goed begrijpen van het probleemwat nodig is om te weten welke factoren al dan niet in het formeel model dienen opgenomen teworden. Daarom zal een typisch experiment een model bouwen van het probleemdomein a.h.v. eenwiskundige techniek (analytisch model, stochastisch model, logisch model, herschrijfsysteem, …),argumenteren welke factoren in het model zijn opgenomen en conclusies trekken i.v.m. deoplosbaarheid van het probleem.Een formeel model kan men herkennen aan volgende kenmerken: (a) Het probleem is relevant, t.t.z.de oplossing is niet triviaal en voor een aantal mensen nuttig. (b) Het probleem is abstraheerbaar,t.t.z. er zijn veel factoren die het probleem beïnvloedden, maar niet alle factoren zijn even relevant. (c)Er zijn een aantal belangrijke eigenschappen, die —eens bewezen—het construeren van oplossingenmakkelijker zal maken.
VOLDOENING [10 .. 14[• Wordt het probleem precies omschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt het formele model duidelijk beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er op basis van het wiskundig model enkele belangrijke eigenschappen bewezen?
[ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er conclusies getrokken ? (i.e., Zijn de bewezen eigenschappen effectief belangrijk?)
[ Ja / Neen / Gn. antw. ]Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
ONDERSCHEIDING [14 .. 16[• Wordt een overtuigend antwoord geven op de vraag "waarom een formeel model?"
(i.e., Wordt geargumenteerd dat het probleem relevant is; het probleem abstraheerbaar is; erbelangrijke eigenschappen zijn) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overzicht geboden van de factoren die het probleem beïnvloedden ? (i.e., Wordt erook geargumenteerd welke factoren NIET in het model worden opgenomen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overtuigende motivatie geven voor de keuze van het formeel model ?(i.e., Wordt de keuze van de wiskundige basis —analyse, logica, kansrekening, …—geargumenteerd ? Wordt de keuze van de factoren die opgenomen worden in het modeltoegelicht in functie van de te bewijzen eigenschappen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het model repliceerbaar ? (i.e., Worden genoeg details gegeven opdat buitenstaanders debewijsvoering kunnen volgen?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de conclusies overtuigend ? (i.e., Wat is het verworven inzicht ? Waarom is het nugemakkelijker om oplossingen te construeren voor het probleem?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 10/12
GROTE ONDERSCHEIDING [16 .. 18[• Wordt het probleem goed gesitueerd binnen zijn context ? (i.e. Wordt de grotere problematiek
waarbinnen de thesis moet gesitueerd worden precies uit de doeken gedaan ? Wordt de keuzevan het deelprobleem waarvoor de thesis een oplossing biedt overtuigend gemotiveerd ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een breed overzicht geboden van de factoren die het probleem beïnvloedden ? (i.e. Wordtgeargumenteerd waarom de opgesomde factoren volledig zijn ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het formeel model herbruikbaar ? (i.e., Wordt aangegeven voor welke klasse van problemenhet model al dan niet toepasbaar is ?). [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het model representatief ? (i.e Wordt aangetoond waarom het formeel model toepasbaar isvoor een ganse klasse van problemen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Getuigen de conclusies van een diep inzicht in de grotere problematiek ?(i.e., Worden de conclusies betreffende het deelprobleem dat de thesis heeft opgelostteruggekoppeld naar de grotere problematiek ? Wordt een geloofwaardige prognose naar detoekomst gemaakt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONDERSCHEIDING. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
GROOTSTE ONDERSCHEIDING [18 .. 20]• Getuigt de thesis van een frisse invalshoek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Bevat de tekst elementen die een inspirerend nieuw licht op de problematiek werpen ?)• Vormt de conclusie een heuse bijdrage tot de problematiek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Zal de thesis binnen het probleemdomein geciteerd worden ?)Als de leescommissie op één van de criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenGROTE ONDERSCHEIDING, anders een GROOTSTE ONDERSCHEIDING. In beide gevallengeven de fijne criteria uitsluitsel over het precieze cijfer.
FIJNE CRITERIA• Helderheid (tekst): [ Onvoldoende / Onduidelijk / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw.]• Presentatie (verdediging): [ Onvoldoende / Zwak / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Zelfwerkzaamheid: [ Onvoldoende / Weinig / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Belasting: [ Minder dan normaal / Normaal / Meer dan normaal / Gn. antw. ]
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 11/12
[5] SIMULATIEEen simulatie is een wetenschappelijke methode om fenomenen uit de reëele wereld in detail tebestuderen en prognoses te maken naar wat kan gebeuren in bepaalde situaties. Normaal wordt eensimulatie gebruikt als omstandigheden beletten om reëele observaties te maken (vb. te duur, fysiekonmogelijk). Net zoals bij een formeel model is een goed begrip van het probleem noodzakelijk omte bepalen wat wel en wat niet in de simulatie zal opgenomen worden. Daarom zal een typischexperiment een model bouwen van het probleemdomein a.h.v. een reeks gebeurtenissen en hunverbanden, het model ijken aan de hand van reëele observaties en conclusies trekken i.v.m. wat kangebeuren in hypothetische situaties.Een simulatie kan men herkennen aan volgende kenmerken: (a) Het probleem is relevant, t.t.z. deoplossing is niet triviaal en voor een aantal mensen nuttig. (b) Het probleem is abstraheerbaar, t.t.z.er zijn veel factoren die het probleem beïnvloedden, maar niet alle factoren zijn even relevant. (c) Hetprobleem vereist prognoses, t.t.z. reëele observaties zijn praktisch gezien onmogelijk maar eensimulatie kan een aantal "what-if" vragen beantwoorden.
VOLDOENING [10 .. 14[• Wordt het te bestuderen fenomeen precies omschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Wordt het simulatie model duidelijk beschreven ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er prognoses gemaakt ? (i.e., Wordt op basis van de simulatie voorspellingen gemaakt
van wat zal gebeuren in bepaalde situaties.) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]• Worden er conclusies getrokken ? (i.e., Wat is het nut van de gemaakte prognoses ?)
[ Ja / Neen / Gn. antw. ]Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
ONDERSCHEIDING [14 .. 16[• Wordt een overtuigend antwoord geven op de vraag "waarom een simulatie?"
(i.e., Wordt geargumenteerd dat het probleem relevant is; het probleem abstraheerbaar is; erprognoses vereist zijn) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overzicht geboden van de factoren die het fenomeen beïnvloedden ? (i.e., Wordt erook geargumenteerd welke factoren NIET in de simulatie worden opgenomen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een overtuigende motivatie geven voor de keuze van de simulatie ?(i.e., Wordt de keuze van de factoren die opgenomen worden in de simulatie toegelicht in functievan de te maken prognoses?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is het experiment repliceerbaar ? (i.e., Worden genoeg details gegeven opdat buitenstaanders hetsimulatie model kunnen nabouwen ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Zijn de conclusies overtuigend ? (i.e., Zijn de gemaakte prognoses relevant ? Tot welke inzichtenhebben die prognoses geleid ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee of meer criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenVOLDOENDE. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
Beoordelingscriteria Licentiaatsthesis (versie 1.0) 12/12
GROTE ONDERSCHEIDING [16 .. 18[• Wordt het probleem goed gesitueerd binnen zijn context ? (i.e. Wordt de grotere problematiek
waarbinnen de thesis moet gesitueerd worden precies uit de doeken gedaan ? Wordt de keuzevan het deelprobleem waarvoor de thesis een oplossing biedt overtuigend gemotiveerd ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Wordt een breed overzicht geboden van de factoren die het fenomeen beïnvloedden ? (i.e. Wordtgeargumenteerd waarom de opgesomde factoren volledig zijn ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is de simulatie herbruikbaar ? (i.e., Wordt aangegeven voor welke klasse van fenomenen desimulatie al dan niet toepasbaar is ?). [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Is de simulatie representatief ? (i.e Wordt de simulatie geijkt aan de hand van enkele reëeleobservaties ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
• Getuigen de conclusies van een diep inzicht in de grotere problematiek ?(i.e., Worden de conclusies betreffende het deelprobleem dat de thesis heeft opgelostteruggekoppeld naar de grotere problematiek ? Wordt een geloofwaardige prognose naar detoekomst gemaakt ?) [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
Als de leescommissie op twee criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenONDERSCHEIDING. De fijne criteria geven dan uitsluitsel over het precieze cijfer.
GROOTSTE ONDERSCHEIDING [18 .. 20]• Getuigt de thesis van een frisse invalshoek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Bevat de tekst elementen die een inspirerend nieuw licht op de problematiek werpen ?)• Vormt de conclusie een heuse bijdrage tot de problematiek ? [ Ja / Neen / Gn. antw. ]
(i.e. Zal de thesis binnen het probleemdomein geciteerd worden ?)Als de leescommissie op één van de criteria "neen" antwoord dan krijgt de licentiaatsthesis eenGROTE ONDERSCHEIDING, anders een GROOTSTE ONDERSCHEIDING. In beide gevallengeven de fijne criteria uitsluitsel over het precieze cijfer.
FIJNE CRITERIA• Helderheid (tekst): [ Onvoldoende / Onduidelijk / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw.]• Presentatie (verdediging): [ Onvoldoende / Zwak / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Zelfwerkzaamheid: [ Onvoldoende / Weinig / Normaal / Goed / Excellent / Gn. antw. ]• Belasting: [ Minder dan normaal / Normaal / Meer dan normaal / Gn. antw. ]
Bijlage Ix.2.9:
Voorbeelden van studiewijzers
1
Talen en automaten
Studiewijzer
‘Je wordt verplicht bezig te zijn met de leerstof
op een vrije manier’
(student mb)
Inhoudsopgave
1 Beoogde competenties 1.1 Formeel denken - Wetenschappelijke basis
1.2 Autonoom en creatief functioneren
1.3 Opvolgen technologische ontwikkelingen
1.4 Communicatievaardigheden
2 Voorkennis
3 Studietijd
4 Inhoud
5 Opbouw
6 Cursusbegeleiders
7 Studiemateriaal 7.1 Handboeken
7.2 Dia’s
8 Werkvormen 8.1 Zelfstudie
8.2 Werkvormen tijdens de kennismakingsperiode
8.2.1 Zelfstudie-opdracht, vragenlijst, stervragen en
motivatielijstje
8.2.2 Contactmoment 1: Theorielessen – minilessen
8.2.3 Contactmoment 2: Oefeningensessies - steroefeningen
8.2.4 Contactmoment 3: Teamwerk
8.2.5 TAportfolio
8.3 Werkvormen na de kennismakingsperiode
8.3.1 Gemeenschappelijk
8.3.2 Begeleide zelfstudie
8.3.3 Individuele zelfstudie
9 Mijlpalen
10 Evaluatie 10.1 TAportfolio
10.2 Begeleide zelfstudie
10.3 Individuele zelfstudie
10.4 Punten verliezen
10.5 Tweede zittijd
2
Opmerking bij de citaten: Alle citaten komen uit zelfreflecties van studenten aan het
eind van de cursussen Talen en automaten (ta) en Machines en berekenbaarheid
(mb). In beide cursussen gaan de studenten op dezelfde manier met de leerstof om. In
deze studiewijzer zijn enkele citaten, die komen uit de zelfreflecties bij Machines en
berekenbaarheid, opgenomen omdat ze ook van toepassing zijn op het
opleidingsonderdeel Talen en automaten.
3
1 Beoogde competenties
Met de beoogde competenties proberen we je een zo volledig mogelijk beeld te geven
van wat er van jou wordt verwacht in het kader van dit opleidingsonderdeel.
De beoogde competenties van elke bacheloropleiding in z’n geheel, worden
samengevat in de kerncompetenties van de opleiding. Alle vakken in de opleiding
dragen een steentje bij tot het verwerven van deze kerncompetenties.
Hieronder lees je op welke manier het opleidingsonderdeel ‘Talen en automaten’ als
informaticavak bijdraagt tot een aantal van de kerncompetenties voor de
bacheloropleiding informatica.
De titels verwijzen naar de kerncompetenties waaraan in dit vak gewerkt wordt en de
rest naar de beoogde competenties binnen dit vak.
1.1 Formeel denken - Wetenschappelijke basis
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Talen en automaten ben je in staat om
gangbare wetenschappelijke technieken en methodes in de informatica te
begrijpen, uit te leggen en te gebruiken, i.h.b. om:
• wiskundige modellen in de informatica uit te leggen en te gebruiken
• wiskundige definities in de informatica te begrijpen, correct en formeel weer te
geven en toe te passen
• zelf een eenvoudige formele redenering m.b.v. wiskundige bewijstechnieken op
te stellen en weer te geven
• een formele argumentatie kritisch te lezen en te wijzen op eventuele hiaten en/of
foutieve stappen
• een wiskundige constructie in de informatica te begrijpen en correct uit te voeren
• theorema’s en stellingen in de informatica te begrijpen, te gebruiken en te
bewijzen
En dit alles in het kader van de onderwerpen van de cursus Talen en automaten (zie
inhoud).
1.2 Autonoom en creatief functioneren
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Talen en automaten kan je
• moeilijke materie in het handboek via (begeleide) zelfstudie stukje per stukje
bestuderen
• complexe opdrachten opsplitsen in eenvoudigere deeltaken
• contactmomenten tijdig en grondig voorbereiden
• taken tijdig volbrengen en afspraken (met jezelf en anderen) nakomen
• vragen stellen over onduidelijkheden in de cursus en er ook voor zorgen dat al je
vragen over de cursus tijdig beantwoord worden (door jezelf, medestudenten of
cursusbegeleiders)
• reflecteren over je eigen leerproces en dat van medestudenten
‘Je kan voor jezelf heel goed zien of je iets echt goed door hebt,
nl. als je het kan uitleggen aan iemand anders.’ (student ta)
4
‘Het teamwerk laat toe om jezelf te evalueren over hoe ver je
gevorderd bent in het begrijpen van de geziene leerstof.’ (student ta)
‘Het was een feit dat ik moeilijk vragen kon vinden over de leerstof.
Wel is het zo dat het gebeurde dat ik bij vragen van andere mensen zelf hard moest
nadenken, en dat ik merkte dat het een goede vraag was.’ (student mb)
1.3 Opvolgen technologische ontwikkelingen
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Talen en automaten kan je
• een Engelstalig handboek over theoretische informatica, aansluitend op de inhoud
van de cursus, raadplegen en bestuderen
• de gemeenschappelijke theoretische basis van verschillende deelgebieden van de
informatica omschrijven
1.4 Communicatievaardigheden
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Talen en automaten ben je in staat om
contacten met medestudenten te onderhouden, zowel schriftelijk als mondeling,
i.h.b. om
• samen met andere teamleden probleemoplossend werk te verrichten en hierover
schriftelijk verslag - met een heldere en overtuigende formulering en goed
gestructureerd - uit te brengen
• ideeën aan te reiken
• afspraken te maken i.v.m. het functioneren van een team
• bij te dragen aan het functioneren van je team
• je verantwoordelijkheden op te nemen m.b.t. een vergadering en bijhorend
verslag, en dit zowel als voorzitter, als notulist en als deelnemer
‘Ik vond het teamwerk behulpzaam: ideeën en problemen konden samen besproken en
overlegd worden waardoor men er meer uit leert dan als men het moet vragen aan
assistent of prof, en men toch niet te veel tijd hoeft te steken in het zelf uitpluizen van
het probleem.’ (student ta)
‘Ik nam vaak de leiding tijdens het teamwerk, dit is een nieuwe kant van mij die naar
boven komt. Vroeger was ik eerder de passieve deelnemer.’ (student ta)
‘Het was zeer goed het teamwerk in vergaderstijl te organiseren. Ik dacht initieel dat
hier weinig van zou toegepast worden, maar uiteindelijk werd er toch veel gebruik
van gemaakt.’ (student ta)
5
2 Voorkennis
Er is geen specifieke voorkennis vereist om dit opleidingsonderdeel te starten. Wel is
er in de loop van de cursus extra voorkennis wiskunde noodzakelijk! Voor de
informaticastudenten wordt die voorkennis verzorgd in de cursus discrete wiskunde.
Zorg er dus voor dat je als informaticastudent - voor Talen en automaten - de cursus
discrete wiskunde bijhoudt (niet uitstellen!) en grondig bestudeert.
Een goede wiskundige basis en een degelijk abstractievermogen zijn troeven.
3 Studietijd
De totale tijdsbesteding voor de zelfstudie, het voorbereiden en bijwonen van de
contactmomenten, het maken van opdrachten en de voorbereiding van het examen
wordt geraamd op 150 uur (6 studiepunten). Verspreid over de duur van de cursus
betekent dit een studietijd van 8 à 10 uur per week.
4 Inhoud
Met het opleidingsonderdeel Talen en automaten begint je studie van de theoretische
informatica, d.i. de studie van automatentheorie, talen en rekenprocessen. In het
opleidingsonderdeel Talen en automaten komen volgende onderwerpen aan bod:
• alfabetten, strings, talen, problemen
• eindige automaten en toepassingen (web/text search),
• reguliere expressies en toepassingen (in UNIX, in lexicale analyse en bij het
opsporen van patronen in een tekst)
• het verband tussen eindige automaten en reguliere expressies
• eigenschappen en beperkingen van reguliere talen
Dit opleidingsonderdeel geeft je samen met de cursussen 'Machines en
berekenbaarheid' en 'Algoritmen en complexiteit' een inleiding in de theoretische
informatica.
5 Opbouw
We starten met een kennismakingsperiode van 4 weken waarin je het reilen en
zeilen in deze cursus leert kennen.
In week 4 kies je of je de rest van de cursus afwerkt via individuele zelfstudie of
begeleide zelfstudie.
6 Cursusbegeleiders
Prof. Dr. Els Laenens [email protected]
Dr. Patricia Geerts [email protected]
6
7 Studiemateriaal 7.1 Handboeken
Je gebruikt in 3 opeenvolgende opleidingsonderdelen (Talen en automaten 1e bac,
Machines en berekenbaarheid 2e bac en Algoritmen en complexiteit 3
e bac) volgend
handboek:
Introduction to Automata Theory, Languages, and Computation, 2006, John
Hopcroft, Rajeev Motwani, Jeffrey Ullman, uitgeverij Addison-Wesley.
In Talen en automaten bestudeer je de eerste vier hoofdstukken. Breng dit boek altijd
mee naar de les.
Vlot communiceren kan je leren. Daartoe gebruiken we enkele hoofdstukken uit
volgend boek, dat ook in je verdere opleiding nog z’n nut zal bewijzen:
Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a.,, vijfde druk 2006 uitgeverij
Wolters-Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
7.2 Dia’s
De dia’s die gebruikt worden tijdens de theorielessen vind je op blackboard bij
studiemateriaal. Zo kan je ze zelf volgens je persoonlijke voorkeur afdrukken (1, 2 of
4 dia’s per blz.).
8 Werkvormen
8.1 Zelfstudie
De algemene werkvorm van het vak Talen en automaten is zelfstudie. Na een
kennismakingsperiode van 4 weken, heb je de keuze tussen begeleide zelfstudie en
individuele zelfstudie.
Begeleide zelfstudie betekent dat je in essentie aan zelfstudie doet, maar dat je van de
cursusbegeleiders extra ondersteuning krijgt in je plannings- en leerproces en/of hulp
krijgt van de cursusbegeleiders en van je medestudenten.
Individuele zelfstudie betekent dat je je zelfstandig voorbereidt op het examen,
zonder extra ondersteuning. Uiteraard ben je welkom in de theorielessen en in de
oefeningensessies.
De keuze tussen individuele zelfstudie en begeleide zelfstudie stel je best uit tot na de
kennismakingsperiode: de eerste weken maak je kennis met de verschillende
werkvormen zodat je kan ervaren wat jou het best ligt voor dit vak.
‘Alhoewel ik er eerst tegen opzag (ik kende niemand van mijn team),
heb ik nu weer 4 vrienden bij.’ (student ta)
‘Als ik niet had gekozen voor het teamwerk, had ik waarschijnlijk
7
alles uitgesteld tot voor de examens.’ (student ta)
8.2 Werkvormen tijdens de kennismakingsperiode
Tijdens de kennismakingsperiode zijn alle activiteiten verplicht voor alle studenten.
Het is de bedoeling dat je wekelijks een stuk leerstof onder de knie krijgt. De
verschillende werkvormen helpen je hierbij, op voorwaarde dat je de zelfstudie
ernstig aanpakt! Wie de zelfstudie verwaarloost, loopt al gauw achterop en haalt maar
weinig uit de aangeboden kansen om te leren. Zoals je hieronder leest, vormen alle
andere werkvormen een ondersteuning voor je zelfstudie.
Figuur 1: de zelfstudie staat centraal met de andere
werkvormen als ondersteuning
8.2.1 Zelfstudie-opdracht, vragenlijst, stervragen en motivatielijstje
Je krijgt wekelijks een zelfstudie-opdracht, die dient afgewerkt te worden tegen de
volgende oefeningensessie. Elke zelfstudie-opdracht houdt in dat je een deel van de
leerstof grondig en zelfstandig in het handboek bestudeert - oppervlakkig lezen
volstaat niet! - en dat je al je vragen die opkomen bij deze studie noteert op een
vragenlijst. Lege vragenlijsten worden niet aanvaard: elke vragenlijst dient minstens
1 vraag te bevatten. En wat als je geen vraag kan vinden, omdat de leerstof klaar en
duidelijk is? Dan verzin je zelf een denkvraag!
Je krijgt bij de zelfstudie-opdrachten ook stervragen die je helpen je te verdiepen in
de theoretische aspecten. Aan de hand van de stervragen kan je voor jezelf bepalen of
je zelfstudie voldoende grondig is of eerder oppervlakkig. Na je zelfstudie tracht je
individueel alle stervragen correct en volledig te beantwoorden. Het al dan niet in
staat zijn om stervragen te beantwoorden, zegt iets over de kwaliteit van je zelfstudie.
Tot slot stel je jezelf bij elke zelfstudie-opdracht de vraag
‘Waarom is de studie van dit deel van de theoretische informatica van belang
binnen de informatica – heeft de theoretisch informatica wel degelijk een
praktisch nut?’
zelfstudie
zelfstudie-
opdracht
vragenlijst
theorielessen schriftelijke
oefeningen
teamwerk
8
en maak je van de redenen die je ziet en/of kan afleiden uit dit deel een lijstje, d.i. je
motivatielijstje.
Zo bestaat je output van elke zelfstudie-opdracht uit: je vragenlijst, je antwoorden op
stervragen en je motivatielijstje.
8.2.2 Contactmoment 1: Theorielessen – minilessen
De wekelijkse theorielessen bereiden je voor op de zelfstudie-opdrachten. Elke week
krijg je een deel van de theorie voorgeschoteld in de vorm van een miniles over de
leerstof die je vervolgens via zelfstudie gaat bestuderen. Tijdens de minilessen wordt
ingegaan op definities, voorbeelden, constructies, theorema’s en bewijzen.
8.2.3 Contactmoment 2: Oefeningensessies - steroefeningen
Tijdens de oefeningensessie oefen je in het schriftelijk oplossen van oefeningen en
problemen die handelen over het stuk leerstof uit de laatste zelfstudie-opdracht. Zo
kan je onmiddellijk toetsen of je de leerstof in voldoende mate beheerst en heb je
meteen een goede voorbereiding voor het examen waar je soortgelijke oefeningen
krijgt op te lossen.
Een deel van de opgegeven oefeningen zijn steroefeningen, die je individueel – met
je handboek als enige hulp - tracht op te lossen.
8.2.4 Contactmoment 3: Teamwerk
‘Door het teamwerk had ik geen schrik om met vragen naar de andere
studenten te stappen, wat ik anders wel zou hebben’ (student ta)
‘Ik vond het teamwerk wel nuttig en tof. Je kan veel van
elkaar leren en zo leer je eens andere mensen kennen’ (student ta)
Studenten kunnen heel veel van elkaar leren. Dat is de opzet van het teamwerk.
Je gaat wekelijks aan het werk in wisselende teams. De teams worden telkens
samengesteld door de cursusbegeleiders.
Volgende voorbereidende documenten (= je output van de zelfstudie-opdracht en de
steroefeningen) dienen als input voor je teamwerk:
- je vragenlijst
- je antwoorden op stervragen
- je motivatielijstje
- je oplossingen van steroefeningen
Tijdens de teamvergaderingen leg je deze documenten voor aan de andere teamleden.
Vervolgens zoek je samen naar een antwoord op alle vragen van de vragenlijsten van
alle teamleden. Zorg ervoor dat je een volledig antwoord krijgt op je eigen vragen
zodat je in staat bent om ze nadien zelf schriftelijk uit te werken!
Is er geen oplossing gevonden op één van je vragen, dan kan je je vraag kwijt op het
9
forum ‘onopgeloste vragen’ van blackboard, zodat niet alleen je teamleden, maar al
je medestudenten je kunnen helpen je vraag te beantwoorden. Pas wanneer het dan
nog niet lukt, kan je rekenen op hulp van de cursusbegeleiders. Het is de bedoeling
dat je niet met vragen blijft zitten.
‘De mogelijkheid om toch nog vragen te stellen aan de prof en uitleg te krijgen bleef
bestaan waardoor de laatste twijfelpunten weggewerkt konden worden. (dit is echter
door de studenten niet altijd gedaan, maar dat is onze eigen verantwoordelijkheid).’
(student mb)
Verder vergelijk je je oplossingen voor steroefeningen en je antwoorden op
stervragen met die van de andere teamleden, en breng je, indien nodig, verbeteringen
aan aan je eigen oplossingen en antwoorden.
Tot slot vergelijk je mekaars motivatielijstjes en vul je je eigen lijstje eventueel aan.
‘Ik heb de mogelijkheid gehad om bepaalde moeilijke punten beter te
begrijpen doordat de anderen het hebben uitgelegd. Zo ook werd ik op moeilijke
punten gewezen, die ik over het hoofd had gezien, door de vragen van de andere
studenten.’ (student ta)
Figuur 2: schematische voorstelling van het werk in
en rond de contactmomenten
8.2.5 TAportfolio
Je maakt tijdens de kennismakingsperiode een verplicht werkstuk: een TAportfolio.
Dit is een individuele portfolio van je werk t.e.m. week 4. We verwachten individueel
werk. Het is uiteraard goed als je af en toe iets bespreekt met je medestudenten, maar
het is belangrijk dat je nadien zelfstandig aan het werk gaat. Zo zal je gewapend zijn
voor het examen en voor de vele vakken die verder bouwen op dit
opleidingsonderdeel.
Je TAportfolio mag zowel handgeschreven teksten als afdrukken van elektronische
documenten bevatten.
Je TAportfolio bevat volgende onderdelen:
a. teams
b. oplossingen van de steroefeningen (2 versies),
c. antwoorden op stervragen (2 versies),
d. vragenlijst en antwoorden op al je vragen
e. een motivatielijst,
miniles oefeningensessie teamwerk zelfstudie-
opdracht
ster-
oefeningen
10
f. uitwerking van extra opdrachten,
g. een zelfreflectie en
h. keuze begeleide zelfstudie of individuele zelfstudie.
Hieronder vind je een beschrijving van elk van deze onderdelen:
a. Teams
Je geeft in je TAportfolio een opsomming van alle teams waarin je gewerkt hebt.
Vermeld alle teamleden met voornaam en naam evenals de data waarop je in dit team
werkte.
b. Oplossingen van de steroefeningen
In je TAportfolio stop je voor elke reeks steroefeningen telkens 2 versies oplossingen:
• de eerste versie bevat je eigen oplossingen die je volledig individueel maakt, het
is één van de voorbereidende documenten voor het teamwerk
• de tweede versie bevat alle verbeterde oplossingen na bespreking in je team (de
oplossingen die je al juist had in de eerste versie hoeven hier niet herhaald te
worden)
c. Antwoorden op stervragen
In je TAportfolio stop je voor elke reeks stervragen telkens 2 versies antwoorden:
• de eerste versie bevat je eigen antwoorden die je volledig individueel maakt, het
is één van de voorbereidende documenten voor het teamwerk
• de tweede versie bevat alle verbeterde antwoorden na bespreking in je team (de
antwoorden die je al juist had in de eerste versie hoeven hier niet herhaald te
worden)
d. Vragenlijst en antwoorden op al je vragen
Je legt je vragenlijst voor in je team om samen met de andere teamleden te zoeken
naar een antwoord op al je vragen. Nadien schrijf je die antwoorden netjes uit en voeg
je ze toe aan je TAportfolio.
e. Motivatielijst
In je TAportfolio komt één uitgebreide motivatielijst die je na elke zelfstudie-
opdracht en elk teamwerk aanvult met je meest recente motivatielijstje.
f. Uitwerking van extra opdrachten
Ook de volgende 3 extra opdrachten zijn voor je TAportfolio. Je kan er meteen in
week 1 aan beginnen. Niet uitstellen dus!
! Lees het hoofdstuk ‘Onderdelen van een rapport’ in het handboek ‘Leren
communiceren’, vat het samen en voeg deze samenvatting toe aan je TAportfolio.
En – heel belangrijk - pas deze samenvatting vervolgens toe op je eigen
TAportfolio zodat deze alle onderdelen van een goed rapport bevat.
11
! Lees het deel uit deze studiewijzer over ‘8.3.1 Begeleide zelfstudie, teamwerk en
teamverslag’ en het hoofdstuk ‘Vergaderen’ in het handboek ‘Leren
communiceren’. Maak eerst een samenvatting van alle vergaderaspecten uit het
hoofdstuk ‘Vergaderen’ die volgens jou nuttig zijn voor het teamwerk in de
begeleide zelfstudie. Vervolgens maak je een voorstel voor het goed functioneren
van een vast team in de begeleide zelfstudie. Zowel samenvatting als voorstel
voeg je toe aan je TAportfolio.
! Maak een ‘bewijsfiche’, d.i. een overzichtelijke samenvatting van alle
bewijstechnieken uit delen 1.2, 1.3 en 1.4 van het handboek ‘Introduction to
Automata Theory, Languages, and Computation’. Je bewijsfiche zal van pas
komen want in deze cursus gaan we heel veel bewijzen.!
g. Zelfreflectie
Voor de zelfreflectie stel je jezelf de volgende vragen:
- In welke mate heb ik aan zelfstudie gedaan? Heb ik de leerstof in het handboek bekeken, grondig gelezen of bestudeerd?
- Was ik voldoende voorbereid om tijdens de oefeningensessies vlot aan de
opgaven te werken of had ik extra uitleg nodig?
- Wat vond ik van de steroefeningen? Makkelijk, haalbaar of moeilijk?
- Was ik voldoende aanwezig tijdens de theorielessen? Niet alleen fysiek, maar ook met mijn aandacht? Was mijn voorkennis voldoende om de minilessen volledig te
volgen?
- Als ik op deze manier verder doe, zal ik dan goed voorbereid zijn voor het
examen?
- Wat heb ik tot nu toe goed gedaan?
- Waaraan zal ik best meer aandacht besteden?
Maak een tekstje rond je antwoorden en voeg dit toe aan je TAportfolio.
h. Keuze begeleide zelfstudie of individuele zelfstudie
Tot slot laat je ons via je TAportfolio weten of je kiest voor begeleide zelfstudie (zie
8.3.2) - en dus wenst gebruik te maken van de ondersteuning van een vast team voor
de rest van de cursus - of voor individuele zelfstudie (zie 8.3.3), zonder extra
ondersteuning.
8.3 Werkvormen na de kennismakingsperiode
8.3.1 Gemeenschappelijk
Contactmoment 1: Minilessen
Net als in de kennismakingsperiode krijg je minilessen over de leerstof die je
vervolgens via zelfstudie gaat bestuderen. Tijdens de minilessen wordt er in min of
meerdere mate – afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de leerstof en van je
zelfstudie-ervaring - ingegaan op definities, voorbeelden, constructies, theorema’s en
bewijzen.
Het zelfstudietraject van deze cursus loopt verder in het opleidingsonderdeel
12
Machines en berekenbaarheid (2e bac) en de ondersteunende minilessen zijn als volgt
opgevat:
- de minilessen bij het begin van Talen en automaten zijn nog zeer volledig en zijn eerder gewone lessen
- naarmate de cursus vordert, en dus ook je zelfstudievaardigheden, spelen de
minilessen een steeds minder belangrijke rol
- aan het eind van het volgende opleidingsonderdeel, Machines en berekenbaarheid, ben je in staat het laatste hoofdstuk van de cursus zonder ondersteuning van
minilessen te bestuderen
- complexe leerstof krijgt altijd de nodige aandacht tijdens de minilessen
Contactmoment 2: Oefeningensessies
De oefeningensessies verlopen zoals tijdens de kennismakingsperiode. Je dient je er
goed op voor te bereiden door de theorie te bestuderen. Een deel van de opgegeven
oefeningen zijn weer steroefeningen.
Afhankelijk van je keuze tussen begeleide zelfstudie en individuele zelfstudie neem je
al dan niet deel aan contactmoment 3 (zie verder).
8.3.2 Begeleide zelfstudie
‘Je bent tijdens het semester steeds bezig met het vak omdat je vergaderingen moet
voorbereiden en dit heeft als voordeel dat je goed voorbereid bent voor het examen.’
(student ta)
‘Het teamwerk is zeer zeker zinvol omdat je, door eraan deel te nemen, veel meer
gestimuleerd wordt om de leerstof goed bij te houden.’ (student ta)
Kies je in dit opleidingsonderdeel voor begeleide zelfstudie, dan ga je als
wetenschapper aan het werk: je volgt voordrachten (theorielessen), je bestudeert het
werk van anderen (zelfstudie in het handboek), je analyseert, je identificeert
problemen en doet aan problem-solving (schriftelijke oefeningen), en je werkt nauw
samen (teamwerk) met collega-wetenschappers (je medestudenten). Net zoals ervaren
wetenschappers formuleer je problemen en oplossingen formeel, communiceer je
mondeling en schriftelijk, evalueer je mekaars werk, geef je feedback, enz. Kortom je
doet aan wetenschappelijk werk en laat je door anderen helpen, en je helpt anderen bij
hun wetenschappelijk werk.
‘Wat ik goed vond aan het teamwerk, is dat vragen die ik had door verschillende
medestudenten anders werden opgelost of een stuk theorie anders werd uitgelegd, wat
soms wel handig is als je iets niet snapt. Anderzijds, om iets uit te leggen met je eigen
woorden dien je de theorie goed te begrijpen en ga je er automatisch dieper op in.
Hierdoor leren beide partijen iets bij.’ (student ta)
Kortom, de begeleide zelfstudie staat in het verlengde van de kennismakingsperiode:
hier ga je in essentie op dezelfde manier te werk, maar dan in een vast team en met
schriftelijke teamverslagen (en geen portfolio). Net zoals tijdens de
13
kennismakingsperiode zijn alle contactmomenten verplicht voor studenten die
deelnemen aan de begeleide zelfstudie. Hieronder vind je meer detail.
Contactmoment 3: Teamwerk
In tegenstelling tot de kennismakingsperiode, waarin je werkte in wisselende teams,
ga je nu aan het werk in een vast team. De teams worden samengesteld door de
cursusbegeleiders.
Personen uit ons team deden uitstekend hun best om zo goed mogelijk
te helpen. Zelf heb ik er veel van opgestoken.’ (student ta)
Je output van de zelfstudie dient ook hier als input voor je teamwerk. Het gaat om
volgende voorbereidende documenten:
- je vragenlijst
- je antwoorden op stervragen
- je oplossingen van steroefeningen
- je motivatielijstje
Je vergadert wekelijks en aan elke vergadering is er een teamverslag gekoppeld. Je
vergadert afwisselend in de rol van voorzitter, notulist en deelnemer.
Tijdens de eerste teamvergadering bespreek je samen met de andere teamleden hoe je
team zal functioneren. Hiertoe gebruik je de voorbereidingen rond ‘vergaderen’ van
alle teamleden (zie TAportfolio 8.2.5 f). Je werkt samen een voorstel uit rond de
centrale vraag
Hoe gaan we als team functioneren, om alle taken – examens inbegrepen – tot
een goed einde te brengen?
Teamverslag
Elk team brengt van elke vergadering uitgebreid schriftelijk teamverslag uit van al het
probleemoplossend werk waaraan gewerkt werd.
Zorg voor een heldere en overtuigende formulering en een goede structuur. Elk
teamverslag bevat een rapportering van alle agendapunten, met als wisselende
agendapunten:
Vragenlijsten:
- alle vragen van alle vragenlijsten met vermelding van de naam van de
vragensteller(s) – denk eraan: elk teamlid stelt minstens 1 vraag!
- een duidelijk en volledig antwoord op alle vragen, opgelost in je team
- een vermelding bij alle onopgeloste vragen, die op het forum ‘onopgeloste vragen’ worden geplaatst
Steroefeningen:
- de oplossingen van alle steroefeningen
Stervragen:
- de antwoorden op alle stervragen
14
Motivatielijst
- een zo volledig mogelijke motivatielijst
8.3.3 Individuele zelfstudie
We zijn ervan overtuigd dat als je met een goede inzet deelneemt aan de begeleide
zelfstudie je een uitstekende voorbereiding hebt voor het examen. Toch willen we dit
systeem niet verplichten omdat eerder bleek dat studenten die ongemotiveerd aan het
teamwerk deelnamen een last waren voor de andere teamleden.
Vandaar dat we je de mogelijkheid geven om te kiezen voor individuele zelfstudie
(d.i. zonder ondersteuning van een vast team). Wie hiervoor kiest is welkom tijdens
de theorielessen en de oefeningensessies (contactmomenten 1 en 2), maar krijgt geen
inzage in het werk van de teams. Let wel, de leerstof wordt niet in z’n geheel in
hoorcolleges behandeld – er worden minilessen gegeven.
Studenten die met onvoldoende inzet deelnemen aan het teamwerk worden verplicht
naar individuele zelfstudie over te schakelen.
9. Mijlpalen Je volledig afgewerkte TAportfolio dien je in aan het einde van de
kennismakingsperiode. De exacte datum wordt je tijdig meegedeeld.
Als je deelneemt aan de begeleide zelfstudie dien je wekelijks een teamverslag in.
Van de exacte data waarop de teamverslagen dienen ingediend te worden, brengen we
je tijdig op de hoogte.
10. Evaluatie
Aan het eind van je bacheloropleiding geeft de examencommissie je een ‘graad van
verdienste’: voldoende wijze, onderscheiding, grote onderscheiding of grootste
onderscheiding. Deze graad wordt bepaald op basis van je resultaten op alle
opleidingsonderdelen uit je bacheloropleiding (zie artikel 20.4.2 van het
examenreglement www.ua.ac.be/main.aspx?c=*STUDPORT&n=19482). Graden spelen
een belangrijke rol voor het verkrijgen van studiebeurzen in binnen- en buitenland en
bij sollicitaties.
Voor elk opleidingsonderdeel krijg je als resultaat een cijfer op 20. Hier volgt de
puntenberekening voor Talen en automaten.
10.1 TAportfolio
Met je TAportfolio word je sterk gestimuleerd om onmiddellijk op de gewenste
manier aan het werk te gaan. Je TAportfolio geeft je alle kans om vanaf de eerste
week van je universitaire opleiding komaf te maken met uitstelgedrag. Uitstelgedrag
is een grote – misschien zelfs de grootste - oorzaak van falen bij eerste jaarsstudenten.
Hier geldt zeker het motto ‘Goed begonnen is half gewonnen’!
15
Dit motiveert volgende evaluatie voor je TAportfolio waarin niet de leerstof, maar
wel het leerproces en de inzet geëvalueerd worden.
Indien je TAportfolio goed gestructureerd is met een nette, heldere en overtuigende
formulering van alle delen/opdrachten krijg je groen licht en mag je deelnemen aan de
rest van de cursus op de door jou verkozen manier.
Als je TAportfolio daarentegen onvolledig, slordig of onduidelijk is, krijg je oranje
licht. Dit betekent dat je niet mag deelnemen aan de begeleide zelfstudie – je wordt in
dit geval dus verplicht aan individuele zelfstudie te doen - en dat je enkel nog kan
slagen voor het vak in eerste zittijd indien je een extra uitgebreide
toepassingsopdracht maakt in een beperkte tijd. Zo krijg je een nieuwe kans om te
leren omgaan met inleverdata.
10.2 Begeleide zelfstudie
De beoordeling is gebaseerd op 2 onderdelen:
- de resultaten op je teamwerk (10 punten)
- de resultaten op je schriftelijk examen (10 punten)
Evaluatie teamwerk (10 punten)
Het werk in je team wordt geëvalueerd enerzijds via peerevaluatie van het teamwerk
en anderzijds via random evaluatie van de teamverslagen door de cursusbegeleiders.
Random evaluatie betekent dat slechts een aantal onderdelen (vragen en antwoorden,
oefeningen en oplossingen, motivatielijst, ...) uit de teamverslagen worden
geselecteerd ter evaluatie. De kwaliteit van de geselecteerde onderdelen, bepalen
samen het teamcijfer. Het is dus belangrijk dat alle teamwerk van goede kwaliteit is!
Op het schriftelijk examen vul je het peerevaluatieformulier in. Dit laat je toe de
bijdrage van de verschillende teamleden – jezelf inbegrepen – aan het teamwerk te
evalueren aan de hand van 6 aspecten:
• vragen stellen
• ideeën aanreiken
• enthousiasme en participatie
• bijdragen aan het functioneren als team
• voorbereiding volbrengen
• taken volbrengen - afspraken nakomen
De peerevaluatie geeft ons peergewichten om uit het teamcijfer individuele cijfers
voor de verschillende teamleden te berekenen:
individueel teamcijfer = teamcijfer * peergewicht
Evaluatie schriftelijke examens (10 punten)
De andere helft van het eindresultaat is je examencijfer (10 punten), het gemiddelde
van je resultaten op de schriftelijke theorie- en oefeningenexamens.
Tijdens de examenperiode krijg je twee schriftelijke examens:
• een (1 uur durend) gesloten boek theorie-examen waar je kennis van
definities, stellingen, constructies en bewijzen getoetst wordt en
16
• een (2 uur durend) open boek oefeningenexamen (enkel het handboek mag
gebruikt worden – geen nota’s) waar je oefeningen en denkvragen dient op te
lossen, in de stijl van de problemen die je tijdens het semester hebt leren
oplossen.
Eindresultaat (20 punten)
Teamwerk en schriftelijke examens bepalen dus elk de helft van je eindresultaat:
eindresultaat = individueel teamcijfer + examencijfer
Haal je echter minder dan 40% op het teamwerk of op de schriftelijke examens, dan
krijg je maximum 8/20 voor het geheel.
10.3 Individuele zelfstudie
Bij individuele zelfstudie is je evaluatie volledig gebaseerd op de schriftelijke theorie-
en oefeningenexamens.
Tijdens de examenperiode krijg je twee schriftelijke examens:
• een (2 uur durend) gesloten boek theorie-examen waar je kennis van
definities, stellingen, constructies en bewijzen getoetst wordt en
• een (4 uur durend) open boek oefeningenexamen (enkel het handboek mag
gebruikt worden – geen nota’s) waar je oefeningen en denkvragen dient op te
lossen, in de stijl van de problemen die je tijdens het semester hebt leren
oplossen.
Elk examen staat op de helft van de punten, dus op 10.
In vergelijking met de schriftelijke examens bij begeleide zelfstudie, is dit examen
van dezelfde moeilijkheidsgraad, maar meer uitgebreid.
10.4 Punten verliezen.
We maken enkele duidelijke afspraken zodat je niet voor onverwachte teleurstellingen
komt te staan.
• Voor elk te laat ingediend document worden punten afgetrokken van je totaal: één dag te laat -1 punt, 2 dagen te laat -3 punten, 3 dagen te laat -5 punten, enz.
• Wie de extra toepassingsopdracht als gevolg van een slecht TAportfolio niet tijdig of onvolledig indient, krijgt niet meer dan 8 als eindresultaat en is dus niet
geslaagd.
• Wie (een deel van) het werk (TAportfolio of examen) van een medestudent overneemt krijgt 0 als eindresultaat. De punten van de medestudent worden
gehalveerd.
10.5 Tweede zittijd
In tweede zittijd begint iedereen van een schone lei en neemt iedereen deel aan de
individuele zelfstudie-examens op 20 punten.
17
Wie de extra toepassingsopdracht als gevolg van een slecht TAportfolio niet tijdig of
onvolledig indiende in eerste zittijd, dient dit alsnog te doen op de dag van het
oefeningenexamen voor Talen en automaten in tweede zit.
Veel succes!
De cursusbegeleiders.
1
Gegevensstructuren
Studiewijzer
Inhoudsopgave
1 Beoogde competenties
1.1 Analyse en ontwerp van kleinschalige software projecten en implementatie van
nieuwe softwaresystemen
1.2 Implementatie en onderhoud van een databank
1.3 Communicatievaardigheden
1.4 Formeel denken - Wetenschappelijke basis
1.5 Autonoom en creatief functioneren
1.6 Opvolgen technologische ontwikkelingen
2 Voorkennis
3 Studietijd
4 Inhoud
5 Opbouw
6 Cursusbegeleiders
7 Werkvormen en contactmomenten 7.1 Contactmoment 1: Theorielessen - minilessen
7.2 Contactmoment 2: Oefeningensessies
7.3 Contactmoment 3: Portfoliolabo sessies
8 Het portfoliowerk 8.1 Wat omvat het portfoliowerk?
8.2 Het inleveren van documenten
8.3 Portfolioagenda
8.4 Heb je vragen over je portfoliowerk?
9 Studiemateriaal 9.1 Handboek
9.2 Dia’s
10 Evaluatie 10.1 Evaluatie portfoliowerk
10.2 Labo examen
10.3 Schriftelijk examen
10.4 Punten verliezen.
10.5 Berekening van je eindresultaat – overzicht
10.6 2e zit
2
1. Beoogde competenties
De algemene doelstelling van het opleidingsonderdeel gegevensstructuren is de volgende:
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ben je in staat om
(zelfstandig en in groep) voor eenvoudige, realistische informaticaproblemen
oplossingen te ontwerpen en deze te implementeren in een concreet systeem, met
behulp van denkprocessen en technieken die professionele informatici gebruiken.
Met de beoogde competenties proberen we je een zo volledig mogelijk beeld te geven van wat
er van jou wordt verwacht in het kader van dit opleidingsonderdeel.
De beoogde competenties van elke bacheloropleiding in z’n geheel, worden samengevat in de
kerncompetenties van de opleiding. Alle vakken in de opleiding dragen een steentje bij tot het
verwerven van deze kerncompetenties.
Hieronder lees je op welke manier het opleidingsonderdeel gegevensstructuren als
informaticavak bijdraagt tot een aantal van de kerncompetenties voor de bacheloropleiding
informatica.
De titels verwijzen naar de kerncompetenties waaraan in dit vak gewerkt wordt en de rest naar
de beoogde competenties binnen dit vak.
1.1 Analyse en ontwerp van kleinschalige software projecten en implementatie van
nieuwe softwaresystemen
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ben je in staat om:
• een eenvoudig informaticaprobleem te analyseren en een oplossing voor te bereiden in de
vorm van een goed ontwerp
• een oplossing van een informaticaprobleem te implementeren aan de hand van een
ontwerp
• testgegevens te ontwikkelen bij een implementatie (op basis van een ontwerp)
1.2 Implementatie en onderhoud van een databank
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ken je:
• de werking en het gebruik van volgende database technieken: hashing, B-bomen,
indexeren en multiple indexing
1.3 Communicatievaardigheden
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ben je in staat om:
• je persoonlijk werk netjes, volledig en goed gestructureerd te presenteren in een portfolio
• software te ontwerpen en ontwikkelen met aandacht voor medewerkers en gebruikers
• je medestudenten te helpen in hun leerproces en je door hen te laten helpen in jouw
leerproces
• zinvolle feedback te geven vanuit de rollen van gebruiker en teammedewerker
1.4 Formeel denken – wetenschappelijke basis
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren kan je:
3
• de definities, het gebruik en de implementatie (in pseudocode) geven en uitleggen van alle
besproken Abstract Data Types (zie inhoud)
• de definitie van big O geven en het gebruik ervan uitleggen
• de betekenis van O(1), O(log n), O(n), O(n*log(n)), O(n2), O(n
3) en O(2
n) bespreken
• de efficiëntie analyseren van zoek- en sorteeralgoritmen en van ADT bewerkingen
• denkprocessen en problem-solving technieken (recursie, backtracking, OO ontwerp, ...) uit
de informatica toepassen bij het oplossen van informaticaproblemen
1.5 Autonoom en creatief functioneren
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren ben je in staat om:
• een informaticaprobleem in deeltaken op te splitsen (ontwerp, implementatie,
testgegevens) en elke deeltaak afzonderlijk uit te voeren zonder het geheel (ook
gebruikers en/of medewerkers) uit het oog te verliezen
• zinvolle feedback te geven
• te reflecteren over je werk en dat van je medestudenten
• aan de hand van een zelfreflectie je eigen oplossingen te verbeteren
1.6 Opvolgen technologische ontwikkelingen
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren kan je
• een Engelstalig handboek, aansluitend op de inhoud van de cursus, raadplegen en
bestuderen
2 Voorkennis
De studenten dienen vertrouwd te zijn met de grondslagen van een hogere programmeertaal
zoals Oberon. Dit betekent dat ze alle aspecten van zo’n taal bestudeerd hebben en zelfstandig
kunnen toepassen op kleine en elementaire programmeerproblemen.
Het opleidingsonderdeel Inleiding programmeren geeft je de nodige voorkennis.
3 Studietijd
Het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren omvat theorie, oefeningen en portfoliowerk, en
telt 6 studiepunten. Dit komt overeen met een studietijd van 150 tot 180 uur. Hierin zijn
begrepen: het bijwonen van de theorielessen en oefeningensessies en de portfoliolabo sessies,
de voorbereiding en de uitwerking van opdrachten en het studeren voor het examen.
Verspreid over de duur van de cursus betekent dit een studietijd van ongeveer 8 à 10 uur per
week.
4 Inhoud
In het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren bestudeer je volgende onderwerpen:
• Gegevensabstractie, OO design, top-down design programmeerprincipes software lifecycle
• Abstract Data Types: stacks, queues, binaire bomen en zoekbomen, tabellen, priority queues, gebalanceerde zoekbomen (2-3, 2-3-4, AVL, ..., B-bomen), grafen
• zoek- en sorteeralgoritmen • hashing • efficiëntie van algoritmen
4
• externe methoden
5 Opbouw
Als student moet je leren om zelfstandig te werken en actief en doelgericht te studeren. Onze
taak is je daarbij te begeleiden. In de theorielessen wordt een bepaald thema ingeleid, de
leerinhoud gestructureerd en moeilijke onderdelen uitgelegd. Na de theorielessen ga je de
behandelde onderwerpen zelfstandig verwerken. Hiertoe werk je aan zelfstudie-opdrachten,
oefeningen en aan je portfolio.
6 Cursusbegeleiders
Prof. Dr. Els Laenens [email protected]
Dr. Patricia Geerts [email protected]
7 Werkvormen en contactmomenten
In het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren gebruiken we een waaier aan werkvormen. Ze
komen aan bod in de verschillende contactmomenten:
7.1 Contactmoment 1: Theorielessen – minilessen
In de theorielessen komen de theoretische aspecten van het opleidingsonderdeel
Gegevensstructuren aan bod. Deze zijn enerzijds nodig voor het oplossen van je portfoliowerk
binnen dit vak en vormen anderzijds een noodzakelijke grondslag voor andere
opleidingsonderdelen in je verdere studie. Tijdens de theorielessen krijg je minilessen en ga je
actief met de leerstof aan de slag.
7.2 Contactmoment 2: Oefeningensessies
Tijdens de oefeningensessies oefen je o.a. algoritmes uit de theorie in en verricht je
voorbereidingswerk voor je portfolio (zie verder). Je lost alle oefeningen schriftelijk (met pen
en papier) op.
De opgaven vind je tijdig op Blackboard. Om de sessies vlot te laten verlopen vragen we je
telkens een afdruk van het opgavenblad mee naar de les te nemen en de opgaven reeds vooraf
aandachtig te lezen. Ook je handboek en/of cursusnota’s kunnen nuttig zijn om in de les aan je
oefeningen te werken. Dit oefenen zal je helpen om het portfoliowerk (en het examen) tot een
goed einde te brengen.
7.3 Contactmoment 3: Portfoliolabo sessies
Voor het portfoliowerk krijg je via blackboard 5 portfolio-opdrachten, elk bestaande uit het
oplossen van een informaticaprobleem. Tijdens de tweewekelijkse portfoliolabo sessies kan je
hieraan onder begeleiding werken. Je kan dan vragen stellen i.v.m. je oplossingen. Je mag
tijdens alle portfoliolabo sessies de cursus gebruiken. Indien nodig mag je ook de cursus
programmeren of een handboek Oberon gebruiken. Ook oplossingen van de oefeningen
kunnen van pas komen. Aanwezigheid op deze portfoliolabo sessies is niet verplicht.
5
8 Het portfoliowerk
8.1 Wat omvat het portfoliowerk?
Zoals eerder vermeld omvat het portfoliowerk voor dit opleidingsonderdeel het oplossen van
5 informaticaproblemen. Elke portfolio-opdracht beschrijft een informaticaprobleem in de
vorm van een verzameling gegevens en een aantal bewerkingen op deze gegevens (= Abstract
Data Type).
Je werkt in verschillende achtereenvolgende stappen aan je oplossing:
• een ontwerp maken
• een implementatie en testgegevens maken
• feedback geven en ontvangen via peerevaluatie
• een reflectie schrijven
• verbeteringen aanbrengen aan ontwerp en/of implementatie en testgegevens
We lichten de verschillende stappen in detail toe:
Ontwerp. Het is belangrijk om eerst over het probleem na te denken, het zo gedetailleerd en
precies mogelijk te omschrijven, en er een ontwerp voor te ontwikkelen. Het ontwerp moet
voor elk blokje code, of module, het “contract” vastleggen, d.w.z. specificeren wat er van de
module verwacht kan worden. Een goed ontwerp maakt het de gebruiker mogelijk om je
oplossing toe te passen zonder de code te bestuderen. Pas na het ontwerp kan een goede
implementatie volgen. Daarom vragen we je eerst het (voorlopige) ontwerp in te dienen, en
pas een week later de volledige oplossing. Meer informatie over een goed ontwerp krijg je
tijdens de contactmomenten.
Oplossing = ontwerp, implementatie en testgegevens. Op basis van je ontwerp kan je een
geschikte datastructuur kiezen en aan je implementatie beginnen. Het is natuurlijk mogelijk
dat je tijdens je implementatie merkt dat je specificaties in je ontwerp onvolledig zijn of niet
helemaal correct, en dat je dus je oorspronkelijk ontwerp nog moet aanpassen. Voor een
goede implementatie is het ook essentieel dat je de nodige aandacht besteedt aan het testen
van je programma. Het is dan ook noodzakelijk om op een doordachte manier testgegevens te
ontwikkelen.
Feedback via peerevaluatie. Studenten kunnen heel veel van elkaar leren, o.a. via
peerevaluatie. Een medestudent zal je feedback geven op je ingediende oplossing aan de hand
van een feedbackformulier (zie blackboard). Je krijgt zelf ook het werk van een andere
student om er feedback op te geven. De feedback die je krijgt heeft geen effect op je
eindresultaat; de kwaliteit van de feedback die je geeft wel. Dankzij het evalueren ondervind
je wat het betekent met een oplossing te werken die je niet zelf geschreven hebt en leer je zo
zelf rekening te houden met andere personen die jouw programma gaan gebruiken. De kunst
is dus om je oplossing gebruiksvriendelijk te maken door een goed ontwerp, goede
documentatie, en door je implementatie vlot leesbaar te maken.
Het feedbackformulier helpt je om aspecten zoals het ontwerp, de implementatie, de
documentatie, de gebruiksvriendelijkheid, het opvangen van fouten, … te evalueren en/of te
becommentariëren. Omdat het de bedoeling is je medestudent te helpen, is het belangrijk
grondige feedback te geven. Je mag kritiek geven, maar probeer die dan opbouwend te
formuleren en tracht tips te geven die je medestudent kunnen helpen. En als je niets hebt aan
6
te merken, dan vermeld je wat je juist zo goed vindt. Ter voorbereiding op het geven van
goede feedback lees je in het handboek ‘Leren communiceren’ deel 1.5 ‘Feedback’. Baseer
elke feedback op de vuistregels die je daar leert.
Maak goed gebruik van deze snelle feedback op je eigen werk bij het uitwerken van je
volgende oplossingen en – indien je dat wenst – bij het verbeteren van je vorige oplossingen.
Reflectie. Het is leerrijk even stil te staan bij het werk dat je zelf leverde. Een goede reflectie
omvat volgende onderdelen:
1. een degelijk ingevuld feedbackformulier over je eigen werk
2. een reactie op je ontvangen feedback. Deze reactie kan gaan over kritiek waar je het niet
mee eens bent, of een suggestie die je juist veel heeft geholpen.
3. een lijstje met aandachtspunten voor je verdere werk, d.w.z. punten die je in je volgende
werk wenst te verbeteren.
Deze reflecties dienen niet apart ingediend te worden, maar zijn wel onderdeel van je
portfolio. Enkel indien je om een of andere reden geen feedback hebt ontvangen, vervalt het
tweede deel van je reflectie.
Verbeterde versies. Als je op basis van feedback en reflecties vindt dat eerder ingediende
oplossingen verbeterd kunnen worden, dan mag je daar steeds werk van maken (bv.: aan de
hand van je reflectie op opdracht 3 mag je opnieuw werken aan oplossingen 1, 2 en 3). Let
wel: je eerste versie waarop je feedback kreeg van je medestudent blijft behouden, daaraan
mag je niets wijzigen. Je mag enkel verbeterde versies toevoegen. Elke nieuwe versie dient
vergezeld te worden van een reflectie, zodat duidelijk blijkt hoe je werk geëvolueerd is.
Verbeteringen dienen niet afzonderlijk ingediend te worden, maar horen bij je portfolio.
8.2 Het inleveren van documenten
Wekelijkse deeloplossingen. Je levert wekelijks een deel van je portfolio in via BlackBoard,
volgens de planning in de portfolioagenda.
De verschillende in te dienen deeloplossingen zijn:
- ontwerp i, het originele ontwerp behorende bij portfolio-opgave i
- oplossing i, een zip-file met daarin je (eventueel aangepaste) ontwerp,
implementatie en testgegevens behorende bij portfolio-opgave i
- feedback i waarbij je de naam van de student die je evalueerde mee in de
bestandsnaam zet (bv. feedback2_voor_jan_jansen.pdf)
Inleveren portfolio. Alle deeloplossingen worden gebundeld in een portfolio, die je in 2
luiken indient, volgens de planning terug te vinden in de portfolioagenda. Het eerste luik
bestaat uit alle documenten i.v.m. portfolio-opdrachten 1, 2 en 3. Het tweede luik bevat alle
oplossingen i.v.m. portfolio-opdrachten 4 en 5. . In beide luiken kan je verbeterde versies
opnemen (en dus ook nog bijvoorbeeld een verbetering van oplossing 3 toevoegen aan je
tweede luik).
Je portfolio dien je in op (gerecycleerd) papier en op CD-rom, netjes gebundeld in een kaftje:
• Op de CD-rom plaats je alle implementaties en testgegevens, zowel je ingediende
programma’s als de verbeterde versies ervan.
• In het papieren document stop je voor elke portfolio-opdracht:
1. je oorspronkelijke oplossing, bestaande uit
a. ontwerp,
7
b. implementatie,
c. testgegevens,
2. alle feedback, zowel ontvangen als gegeven
3. je reflectie op je eigen werk, inclusief een reflectie op de ontvangen feedback
4. een beschrijving van elke verbeterde versie, waarin je verheldert welke verbeteringen je hebt aangebracht en waarom je dit nodig vond..
Individueel werk. We verwachten individueel werk. Het is uiteraard goed als je af en toe iets
bespreekt met je medestudenten, maar het is belangrijk dat je nadien zelfstandig aan het werk
gaat. Zo zal je gewapend zijn voor het labo examen en voor de vele vakken die verder
bouwen op dit opleidingsonderdeel. Een gewaarschuwd man/vrouw is er 2 waard. Zorg er aub
voor dat je andermans werk niet kopieert en dat anderen niet vóór het indienen aan jouw werk
geraken.
8.3 Portfolioagenda
De portfolio-agenda is tijdig terug te vinden op BlackBoard. In deze agenda vind je een
overzicht van wat er van je verwacht wordt op welk moment. Alle indiendata staan erin
vermeld. Het niet tijdig indienen van taken stuurt de planning - en bijgevolg niet alleen je
eigen werk maar ook het werk van je medestudenten - in de war en wordt dan ook in rekening
gebracht bij de eindbeoordeling (zie verder).
8.4 Heb je vragen over je portfoliowerk?
Dan kan je die plaatsen op het discussieforum op BB. Zo kan je antwoorden bekomen van
medestudenten en indien nodig van cursusbegeleiders. Tijdens de portfoliolabo sessies is er
ook gelegenheid tot het stellen van vragen i.v.m. het oplossen van de opdrachten. Verder kan je ook altijd per email vragen stellen.
9. Studiemateriaal
9.1 Handboek
Volgend handboek bevat verplicht (zelf)studiemateriaal:
Data Abstraction and Problem Solving with C++: Walls and Mirrors: 5e editie, 2007,
Frank Carrano, uitgeverij Addison-Wesley, Pearson International Edition,
ISBN 0-321-48500-9.
Handboek Leren communiceren:
Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a.,, vijfde druk 2006 uitgeverij Wolters-
Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
9.2 Dia’s
De dia’s die gebruikt worden tijdens de theorielessen vind je op blackboard bij
studiemateriaal. Zo kan je ze zelf volgens je persoonlijke voorkeur afdrukken (1, 2 of 4 dia’s
per blz.).
8
10. Evaluatie
De beoordeling voor het opleidingsonderdeel Gegevensstructuren berust op 3 onderdelen:
- De evaluatie van je portfoliowerk
- De resultaten op je labo examen
- De resultaten op je schriftelijk examen
Hieronder worden de beoordeling en de puntenverdeling tussen de verschillende onderdelen
in detail toegelicht.
10.1 Evaluatie portfoliowerk
Het portfoliowerk staat in totaal op 10 van de 20 punten voor het opleidingsonderdeel. Van
deze 10 punten tellen je oplossingen voor 6 punten mee, de feedback die je gegeven hebt aan
je medestudenten voor 3 punten en je reflectie voor 1 punt. Maar! Het gaat hier om een
random evaluatie van je portfoliowerk. Dit betekent dat niet alle oplossingen maar slechts 1
random geselecteerde oplossing zal beoordeeld worden. Zorg er dus voor dat alle oplossingen
in je portfolio van goede kwaliteit zijn.
Voor het beoordelen van je oplossing wordt de volgende regel gehanteerd: je eerste versie
wordt beoordeeld op 6 punten en je extra versies (verbeteringen) kunnen je score met
maximum 2 punten optrekken. Je eerste versie is dus de belangrijkste.
Het spreekt voor zich dat je met goed portfoliowerk voorbereid bent voor je labo examen.
10.2 Labo examen
Het verplichte labo examen bestaat uit het oplossen van een extra opdracht, in de stijl van het
reeds gemaakte portfoliowerk. Je mag al je cursusmateriaal en de oplossingen van je vorige
opdrachten gebruiken. Dit labo examen wordt geëvalueerd op 4 van de 20 punten voor het
opleidingsonderdeel. Ook hier gelden de hierboven vastgelegde afspraken i.v.m. individueel
werk. De datum van het labo examen is terug te vinden in de portfolioagenda.
10.3 Schriftelijk examen
Tijdens de examenperiode krijg je een schriftelijk theorie- en oefeningenexamen (gesloten
boek). Lees aandachtig deel 1 ‘Beoogde competenties’ – zo weet je precies wat er van je
verwacht wordt.
10.4 Punten verliezen
We maken enkele duidelijke afspraken zodat je niet voor onverwachte teleurstellingen komt
te staan.
• Voor elk te laat ingediend document (ontwerp, oplossing en/of feedback) worden er
punten afgetrokken van je totaal: één dag te laat -1 punt, 2 dagen te laat -3 punten, 3
dagen te laat -5 punten, enz.
• Wie op een onderdeel minder dan 40% haalt krijgt niet meer dan 8 als eindresultaat en is
dus niet geslaagd.
• Wie (een deel van) het werk (portfolio, labo examen of examen) van een medestudent
overneemt krijgt 0 als eindresultaat. De punten van de medestudent worden gehalveerd.
9
10.5 Berekening van je eindresultaat - overzicht
Onderdeel Evaluatie Om te slagen voor het
geheel minstens:
Portfolio - oplossing
- feedback
- reflectie
- extra versie(s)
. /10 . /6
. /3
. /1
. /2 bonuspunten
40% = 4
Examenlabo . /4 40% = 1,6
Schriftelijk theorie- en
oefeningenexamen
. /6
40% = 2,4
Eindresultaat . /20 50% = 10
10.6 Tweede zittijd
In tweede zittijd kan je het theorie- en oefeningenexamen hernemen.
Als je niet geslaagd bent voor je portfolio in eerste zittijd, dan maak je voor tweede zittijd een
extra opdracht die je op blackboard vindt.
Succes!
De cursusbegeleiders.
1
Machines en berekenbaarheid
Studiewijzer
‘Je wordt verplicht bezig te zijn met de leerstof
op een vrije manier’
(student mb)
Inhoudsopgave
1 Beoogde competenties 1.1 Formeel denken - Wetenschappelijke basis
1.2 Autonoom en creatief functioneren
1.3 Opvolgen technologische ontwikkelingen
1.4 Communicatievaardigheden
2 Voorkennis
3 Studietijd
4 Inhoud
5 Opbouw
6 Cursusbegeleiders
7 Studiemateriaal 7.1 Handboeken
7.2 Dia’s
8 Werkvormen 8.1 Zelfstudie
8.2 Contactmoment 1: Theorielessen – minilessen
8.3 Contactmoment 2: Schriftelijke oefeningen – steroefeningen
8.4 Begeleide zelfstudie
8.4.1 Zelfstudie-opdracht, vragenlijst, stervragen en
motivatielijstje
8.4.2 Contactmoment 3: Teamwerk
8.5 Individuele zelfstudie
9 Mijlpalen
10 Evaluatie 10.1 Begeleide zelfstudie
10.2 Individuele zelfstudie
10.3 Punten verliezen
10.4 Tweede zittijd
2
Opmerking bij de citaten: Alle citaten komen uit zelfreflecties van studenten aan het
eind van de cursussen Talen en automaten (ta) en Machines en berekenbaarheid
(mb). In beide cursussen gaan de studenten op dezelfde manier met de leerstof om. In
deze studiewijzer zijn enkele citaten, die komen uit de zelfreflecties bij Talen en
automaten, opgenomen omdat ze ook van toepassing zijn op het opleidingsonderdeel
Machines en berekenbaarheid.
3
1 Beoogde competenties
Met de beoogde competenties proberen we je een zo volledig mogelijk beeld te geven
van wat er van jou wordt verwacht in het kader van dit opleidingsonderdeel.
De beoogde competenties van elke bacheloropleiding in z’n geheel, worden
samengevat in de kerncompetenties van de opleiding. Alle vakken in de opleiding
dragen een steentje bij tot het verwerven van deze kerncompetenties.
Hieronder lees je op welke manier het opleidingsonderdeel ‘Machines en
berekenbaarheid’ als informaticavak bijdraagt tot een aantal van de kerncompetenties
voor de bacheloropleiding informatica.
De titels verwijzen naar de kerncompetenties waaraan in dit vak gewerkt wordt en de
rest naar de beoogde competenties binnen dit vak.
1.1 Formeel denken - Wetenschappelijke basis
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid ben je in
staat om gangbare wetenschappelijke technieken en methodes in de informatica
te begrijpen, uit te leggen en te gebruiken, i.h.b. om:
• wiskundige modellen in de informatica uit te leggen en te gebruiken
• wiskundige definities in de informatica te begrijpen, correct en formeel weer te
geven en toe te passen
• zelf een eenvoudige formele redenering m.b.v. wiskundige bewijstechnieken op
te stellen en weer te geven
• een formele argumentatie kritisch te lezen en te wijzen op eventuele hiaten en/of
foutieve stappen
• een wiskundige constructie in de informatica te begrijpen en correct uit te voeren
• theorema’s en stellingen in de informatica te begrijpen, te gebruiken en te
bewijzen
En dit alles in het kader van de onderwerpen van de cursus Machines en
berekenbaarheid (zie inhoud).
1.2 Autonoom en creatief functioneren
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid kan je
• moeilijke materie in het handboek via (begeleide) zelfstudie stukje per stukje
bestuderen
• complexe opdrachten opsplitsen in eenvoudigere deeltaken
• contactmomenten tijdig en grondig voorbereiden
• taken tijdig volbrengen en afspraken (met jezelf en anderen) nakomen
• vragen stellen over onduidelijkheden in de cursus en er ook voor zorgen dat al je
vragen over de cursus tijdig beantwoord worden (door jezelf, medestudenten of
cursusbegeleiders)
• reflecteren over je eigen leerproces en dat van medestudenten
‘Je kan voor jezelf heel goed zien of je iets echt goed door hebt,
nl. als je het kan uitleggen aan iemand anders.’ (student ta)
4
‘Het teamwerk laat toe om jezelf te evalueren over hoe ver je
gevorderd bent in het begrijpen van de geziene leerstof.’ (student ta)
‘Het was een feit dat ik moeilijk vragen kon vinden over de leerstof.
Wel is het zo dat het gebeurde dat ik bij vragen van andere mensen zelf hard moest
nadenken, en dat ik merkte dat het een goede vraag was.’ (student mb)
1.3 Opvolgen technologische ontwikkelingen
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid kan je
• een Engelstalig handboek over theoretische informatica, aansluitend op de inhoud
van de cursus, raadplegen en bestuderen
• de gemeenschappelijke theoretische basis van verschillende deelgebieden van de
informatica omschrijven
1.4 Communicatievaardigheden
Aan het eind van het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid ben je in
staat om contacten met medestudenten te onderhouden, zowel schriftelijk als
mondeling, i.h.b. om
• samen met andere teamleden probleemoplossend werk te verrichten en hierover
schriftelijk verslag - met een heldere en overtuigende formulering en goed
gestructureerd - uit te brengen
• ideeën aan te reiken
• afspraken te maken i.v.m. het functioneren van een team
• bij te dragen aan het functioneren van je team
• je verantwoordelijkheden op te nemen m.b.t. een vergadering en bijhorend
verslag, en dit zowel als voorzitter, als notulist en als deelnemer
‘Ik vond het teamwerk behulpzaam: ideeën en problemen konden samen besproken en
overlegd worden waardoor men er meer uit leert dan als men het moet vragen aan
assistent of prof, en men toch niet te veel tijd hoeft te steken in het zelf uitpluizen van
het probleem.’ (student ta)
‘Ik nam vaak de leiding tijdens het teamwerk, dit is een nieuwe kant van mij die naar
boven komt. Vroeger was ik eerder de passieve deelnemer.’ (student ta)
‘Het was zeer goed het teamwerk in vergaderstijl te organiseren. Ik dacht initieel dat
hier weinig van zou toegepast worden, maar uiteindelijk werd er toch veel gebruik
van gemaakt.’ (student ta)
2 Voorkennis
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op het opleidingsonderdeel Talen en
automaten.
Een goede wiskundige basis en een degelijk abstractievermogen zijn troeven.
5
3 Studietijd
De totale tijdsbesteding voor de zelfstudie, het voorbereiden en bijwonen van de
contactmomenten, het maken van opdrachten en de voorbereiding van het examen
wordt geraamd op 150 uur (6 studiepunten). Verspreid over de duur van de cursus
betekent dit een studietijd van 8 à 10 uur per week.
4 Inhoud
In het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid zet je je studie in de
theoretische informatica verder en bestudeer je volgende onderwerpen:
• context-vrije grammatica’s en talen
• toepassingen: YACC parser-generator, markup languages, XML
• pushdown automaten
• Chomsky normaal vorm
• Turing machines
Dit opleidingsonderdeel vormt samen met de cursussen 'Talen en automaten’ en
'Algoritmen en complexiteit' een inleiding in de theoretische informatica:
automatentheorie, talen en rekenprocessen.
5 Opbouw
Het zelfstudietraject van deze cursus is gestart in het opleidingsonderdeel Talen en
automaten (1e bac) en de ondersteunende minilessen (theorielessen) zijn als volgt
opgevat:
- naarmate de cursus vordert, en dus ook je zelfstudievaardigheden, spelen de
minilessen een steeds minder belangrijke rol
- aan het eind van het opleidingsonderdeel Machines en berekenbaarheid, ben je in staat het laatste hoofdstuk van de cursus zonder ondersteuning van minilessen te
bestuderen
- complexe leerstof krijgt altijd de nodige aandacht tijdens de minilessen
In week 1 kies je of je deelneemt aan de begeleide zelfstudie of aan individuele
zelfstudie.
6 Cursusbegeleiders
Prof. Dr. Els Laenens [email protected]
Msc Jeroen Avonts [email protected]
Msc Wim Lepage [email protected]
7 Studiemateriaal
6
7.1 Handboeken
In deze cursus bestudeer je hoofdstukken 5 t.e.m. 8 uit volgend handboek:
Introduction to Automata Theory, Languages, and Computation, 2006, John
Hopcroft, Rajeev Motwani, Jeffrey Ullman, uitgeverij Addison-Wesley.
Voor alle communicatie-aspecten verwijzen we naar:
Leren Communiceren, 2006, Steehouder e.a.,, vijfde druk 2006 uitgeverij Wolters-Noordhoff, ISBN: 978-90-01-54702-8
7.2 Dia’s
De dia’s die gebruikt worden tijdens de theorielessen vind je op blackboard bij
studiemateriaal. Zo kan je ze zelf volgens je persoonlijke voorkeur afdrukken (1, 2 of
4 dia’s per blz.).
8 Werkvormen
8.1 Zelfstudie
De algemene werkvorm van het vak Machines en berekenbaarheid is zelfstudie. Je
hebt de keuze tussen begeleide zelfstudie en individuele zelfstudie.
Het is de bedoeling dat je wekelijks een deel van de leerstof onder de knie krijgt. De
verschillende werkvormen helpen je hierbij, op voorwaarde dat je de zelfstudie
ernstig aanpakt! Wie de zelfstudie verwaarloost, loopt al gauw achterop en haalt maar
weinig uit de aangeboden kansen om te leren. Zoals je hieronder zal lezen, vormen
alle andere werkvormen een ondersteuning voor je zelfstudie.
Figuur 1: de zelfstudie staat centraal met de andere
werkvormen als ondersteuning
Begeleide zelfstudie betekent dat je in essentie aan zelfstudie doet, maar dat je van de
cursusbegeleiders extra ondersteuning krijgt in je plannings- en leerproces en/of hulp
krijgt van de cursusbegeleiders en van je medestudenten.
zelfstudie
zelfstudie-
opdracht
vragenlijst
theorielessen schriftelijke
oefeningen
teamwerk
7
Individuele zelfstudie betekent dat je je zelfstandig voorbereidt op het examen,
zonder extra ondersteuning. Uiteraard ben je welkom in de theorielessen en in de
oefeningensessies.
In de loop van de eerste lesweek plaats je je keuze tussen individuele zelfstudie en
begeleide zelfstudie op het forum van blackboard.
‘Alhoewel ik er eerst tegen opzag (ik kende niemand van mijn team),
heb ik nu weer 4 vrienden bij.’ (student ta)
‘Als ik niet had gekozen voor het teamwerk, had ik waarschijnlijk
alles uitgesteld tot voor de examens.’ (student ta)
8.2 Contactmoment 1: Theorielessen – minilessen
De wekelijkse theorielessen bereiden je voor op de zelfstudie-opdrachten. Elke week
krijg je een deel van de theorie voorgeschoteld in de vorm van een miniles over de
leerstof die je vervolgens via zelfstudie gaat bestuderen.
Tijdens de minilessen wordt er in min of meerdere mate – afhankelijk van de
moeilijkheidsgraad van de leerstof en van je zelfstudie-ervaring - ingegaan op
definities, voorbeelden, constructies, theorema’s en bewijzen.
8.3 Contactmoment 2: Oefeningensessies - steroefeningen
Tijdens de oefeningensessies oefen je in het schriftelijk oplossen van oefeningen en
problemen die handelen over het stuk leerstof uit de laatste zelfstudie-opdracht. Zo
kan je onmiddellijk toetsen of je de leerstof in voldoende mate beheerst en heb je
meteen een goede voorbereiding voor het examen waar je soortgelijke oefeningen
krijgt op te lossen.
Verder leer je tijdens de oefeningensessies informatie - jouw oplossingen voor de
oefeningen - door te geven aan je medestudenten aan de hand van korte, maar
duidelijke presentaties.
Een deel van de opgegeven oefeningen zijn steroefeningen, die je individueel – met
je handboek als enige hulp - tracht op te lossen.
8.4 Begeleide zelfstudie
‘Je bent tijdens het semester steeds bezig met het vak omdat je vergaderingen moet
voorbereiden en dit heeft als voordeel dat je goed voorbereid bent voor het examen.’
(student ta)
‘Het teamwerk is zeer zeker zinvol omdat je, door eraan deel te nemen, veel meer
gestimuleerd wordt om de leerstof goed bij te houden.’ (student ta)
Kies je in dit opleidingsonderdeel voor begeleide zelfstudie, dan ga je als
wetenschapper aan het werk: je volgt voordrachten (theorielessen), je bestudeert het
8
werk van anderen (zelfstudie in het handboek), je analyseert, je identificeert
problemen en doet aan problem-solving (schriftelijke oefeningen), en je werkt nauw
samen (teamwerk) met collega-wetenschappers (je medestudenten). Net zoals ervaren
wetenschappers formuleer je problemen en oplossingen formeel, communiceer je
mondeling en schriftelijk, evalueer je mekaars werk, geef je feedback, enz. Kortom je
doet aan wetenschappelijk werk en laat je door anderen helpen, en je helpt anderen bij
hun wetenschappelijk werk.
Hiertoe zijn alle contactmomenten verplicht voor studenten die deelnemen aan de
begeleide zelfstudie
‘Wat ik goed vond aan het teamwerk, is dat vragen die ik had door verschillende
medestudenten anders werden opgelost of een stuk theorie anders werd uitgelegd, wat
soms wel handig is als je iets niet snapt. Anderzijds, om iets uit te leggen met je eigen
woorden dien je de theorie goed te begrijpen en ga je er automatisch dieper op in.
Hierdoor leren beide partijen iets bij.’ (student ta)
8.4.1 Zelfstudie-opdracht, vragenlijst, stervragen en motivatielijstje
Je krijgt wekelijks een zelfstudie-opdracht, die dient afgewerkt te worden tegen de
oefeningensessie van de volgende week. Elke zelfstudie-opdracht houdt in dat je een
deel van de leerstof grondig en zelfstandig in het handboek bestudeert - oppervlakkig
lezen volstaat niet! - en dat je al je vragen die opkomen bij deze studie noteert op een
vragenlijst. Lege vragenlijsten worden niet aanvaard: elke vragenlijst dient minstens
1 vraag te bevatten. En wat als je geen vraag kan vinden, omdat de leerstof klaar en
duidelijk is? Dan verzin je zelf een denkvraag!
Je krijgt bij de zelfstudie-opdrachten ook stervragen die je helpen je te verdiepen in
de theoretische aspecten. Aan de hand van de stervragen kan je voor jezelf bepalen of
je zelfstudie voldoende grondig is of eerder oppervlakkig. Na je zelfstudie tracht je
individueel alle stervragen correct en volledig te beantwoorden. Het al dan niet in
staat zijn om stervragen te beantwoorden, zegt iets over de kwaliteit van je zelfstudie.
Tot slot stel je jezelf bij elke zelfstudie-opdracht de vraag
‘Waarom is de studie van dit deel van de theoretische informatica van belang
binnen de informatica – heeft de theoretisch informatica wel degelijk een
praktisch nut?’
en maak je van de redenen die je ziet en/of kan afleiden uit dit deel een lijstje, d.i. je
motivatielijstje.
Zo bestaat je output van elke zelfstudie-opdracht uit: je vragenlijst, je antwoorden op
stervragen en je motivatielijstje.
8.4.2 Contactmoment 3: Teamwerk
Studenten kunnen heel veel van elkaar leren. Dat is de opzet van het teamwerk. Je
gaat het hele semester aan het werk in een vast team. De teams worden samengesteld
door de cursusbegeleiders.
9
Je vergadert wekelijks en aan elke vergadering is er een teamverslag gekoppeld. Je
vergadert afwisselend in de rol van voorzitter, notulist en deelnemer.
Personen uit ons team deden uitstekend hun best om zo goed mogelijk
te helpen. Zelf heb ik er veel van opgestoken.’ (student ta)
‘Door het teamwerk had ik geen schrik om met vragen naar de andere
studenten te stappen, wat ik anders wel zou hebben’ (student ta)
‘Ik vond het teamwerk wel nuttig en tof. Je kan veel van
elkaar leren en zo leer je eens andere mensen kennen’ (student ta)
Tijdens de eerste teamvergadering bespreek je samen met de andere teamleden hoe je
team zal functioneren. Je werkt samen een voorstel uit rond de centrale vraag
Hoe gaan we als team functioneren, om alle taken – examens inbegrepen – tot
een goed einde te brengen?
Volgende voorbereidende documenten (= je output van de zelfstudie-opdracht en de
steroefeningen) dienen als input voor je teamwerk:
- je vragenlijst
- je antwoorden op stervragen
- je motivatielijstje
- je oplossingen van steroefeningen
Tijdens de teamvergaderingen leg je deze documenten voor aan de andere teamleden.
Vervolgens zoek je samen naar een antwoord op alle vragen van de vragenlijsten van
alle teamleden. Zorg ervoor dat je een volledig antwoord krijgt op je eigen vragen!
Is er geen oplossing gevonden op één van je vragen, dan kan je je vraag kwijt op het
forum ‘onopgeloste vragen’ van blackboard, zodat niet alleen je teamleden, maar al
je medestudenten je kunnen helpen je vraag te beantwoorden. Pas wanneer het dan
nog niet lukt, kan je rekenen op hulp van de cursusbegeleiders. Het is de bedoeling
dat je niet met vragen blijft zitten.
‘De mogelijkheid om toch nog vragen te stellen aan de prof en uitleg te krijgen bleef
bestaan waardoor de laatste twijfelpunten weggewerkt konden worden. (dit is echter
door de studenten niet altijd gedaan, maar dat is onze eigen verantwoordelijkheid).’
(student mb)
Verder vergelijk je je oplossingen voor steroefeningen en je antwoorden op
stervragen met die van de andere teamleden, en formuleer je als team volledige en
correcte oplossingen en antwoorden voor het teamverslag.
Tot slot vergelijk je mekaars motivatielijstjes en maak je je groepslijst zo uitgebreid
mogelijk.
‘Ik heb de mogelijkheid gehad om bepaalde moeilijke punten beter te
10
begrijpen doordat de anderen het hebben uitgelegd. Zo ook werd ik op moeilijke
punten gewezen, die ik over het hoofd had gezien, door de vragen van de andere
studenten.’ (student ta)
Figuur 2: schematische voorstelling van het werk in
en rond de contactmomenten
Teamverslag
Elk team brengt van elke vergadering uitgebreid schriftelijk verslag uit van al het
probleemoplossend werk waaraan gewerkt werd.
Zorg voor een heldere en overtuigende formulering en een goede structuur. Elk
teamverslag bevat een rapportering van alle agendapunten, met als wisselende
agendapunten:
Vragenlijsten:
- alle vragen van alle vragenlijsten met vermelding van de naam van de
vragensteller(s) – denk eraan: elk teamlid stelt minstens 1 vraag!
- een duidelijk en volledig antwoord op alle vragen, opgelost in je team
- een vermelding bij alle onopgeloste vragen, die op het forum ‘onopgeloste
vragen’ worden geplaatst
Steroefeningen:
- de oplossingen van alle steroefeningen Stervragen:
- de antwoorden op alle stervragen Motivatielijst
- een zo volledig mogelijke motivatielijst
8.5 Individuele zelfstudie
We zijn ervan overtuigd dat als je met een goede inzet deelneemt aan de begeleide
zelfstudie je een uitstekende voorbereiding hebt voor het examen. Toch willen we dit
systeem niet verplichten omdat eerder bleek dat studenten die ongemotiveerd aan het
teamwerk deelnamen een last waren voor de andere teamleden.
Vandaar dat we je de mogelijkheid geven om te kiezen voor individuele zelfstudie
(d.i. zonder ondersteuning van een vast team). Wie hiervoor kiest is welkom tijdens
de theorielessen en de oefeningensessies (contactmomenten 1 en 2), maar krijgt geen
inzage in het werk van de teams. Let wel, de leerstof wordt niet in z’n geheel in
hoorcolleges behandeld – er worden minilessen gegeven.
Studenten die met onvoldoende inzet deelnemen aan het teamwerk worden verplicht
naar individuele zelfstudie over te schakelen.
miniles oefeningensessie teamwerk zelfstudie-
opdracht
ster-
oefeningen
11
9. Mijlpalen
Als je deelneemt aan de begeleide zelfstudie dien je wekelijks een teamverslag in.
Van de exacte data waarop de teamverslagen dienen ingediend te worden, brengen we
je tijdig op de hoogte.
10. Evaluatie
10.1 Begeleide zelfstudie
De beoordeling is gebaseerd op 2 onderdelen:
- de resultaten op je teamwerk (10 punten)
- de resultaten op je schriftelijk examen (10 punten)
Evaluatie teamwerk (10 punten)
Het werk in je team wordt geëvalueerd enerzijds via peerevaluatie van het teamwerk
en anderzijds via random evaluatie van de teamverslagen door de cursusbegeleiders.
Random evaluatie betekent dat slechts een aantal onderdelen (vragen en antwoorden,
oefeningen en oplossingen, motivatielijst, ...) uit de teamverslagen worden
geselecteerd ter evaluatie. De kwaliteit van de geselecteerde onderdelen, bepalen
samen het teamcijfer. Het is dus belangrijk dat alle teamwerk van goede kwaliteit is!
Op het schriftelijk examen vul je het peerevaluatieformulier in. Dit laat je toe de
bijdrage van de verschillende teamleden – jezelf inbegrepen – aan het teamwerk te
evalueren aan de hand van 6 aspecten:
• vragen stellen
• ideeën aanreiken
• enthousiasme en participatie
• bijdragen aan het functioneren als team
• voorbereiding volbrengen
• taken volbrengen - afspraken nakomen
De peerevaluatie geeft ons peergewichten om uit het teamcijfer individuele cijfers
voor de verschillende teamleden te berekenen:
individueel teamcijfer = teamcijfer * peergewicht
Evaluatie schriftelijk examen (10 punten)
De andere helft van het eindresultaat is je examencijfer (10 punten), het gemiddelde
van je resultaten op de schriftelijke theorie- en oefeningenexamens.
Tijdens de examenperiode krijg je twee schriftelijke examens:
• een (1 uur durend) gesloten boek theorie-examen waar je kennis van
definities, stellingen, constructies en bewijzen getoetst wordt en
• een (2 uur durend) open boek oefeningenexamen (enkel het handboek mag
gebruikt worden – geen nota’s) waar je oefeningen en denkvragen dient op te
12
lossen, in de stijl van de problemen die je tijdens het semester hebt leren
oplossen.
Eindresultaat (20 punten)
Teamwerk en schriftelijke examens bepalen dus elk de helft van je eindresultaat:
eindresultaat = individueel teamcijfer + examencijfer
Haal je echter minder dan 40% op het teamwerk of op de schriftelijke examens, dan
krijg je maximum 8/20 voor het geheel.
10.2 Individuele zelfstudie
Bij individuele zelfstudie is je evaluatie volledig gebaseerd op het schriftelijk theorie-
en oefeningenexamen.
Tijdens de examenperiode krijg je twee schriftelijke examens:
• een (2 uur durend) gesloten boek theorie-examen waar je kennis van
definities, stellingen, constructies en bewijzen getoetst wordt en
• een (4 uur durend) open boek oefeningenexamen (enkel het handboek mag
gebruikt worden – geen nota’s) waar je oefeningen en denkvragen dient op te
lossen, in de stijl van de problemen die je tijdens het semester hebt leren
oplossen.
Elk examen staat op de helft van de punten, dus op 10.
In vergelijking met de schriftelijke examens bij begeleide zelfstudie, is dit examen
van dezelfde moeilijkheidsgraad, maar meer uitgebreid.
10.3 Punten verliezen.
We maken enkele duidelijke afspraken zodat je niet voor onverwachte teleurstellingen
komt te staan.
• Voor elk te laat ingediend document worden punten afgetrokken van je totaal: één dag te laat -1 punt, 2 dagen te laat -3 punten, 3 dagen te laat -5 punten, enz.
• Wie (een deel van) het werk van een medestudent overneemt krijgt 0 als eindresultaat. De punten van de medestudent worden gehalveerd.
10.4 Tweede zittijd
In tweede zittijd begint iedereen van een schone lei en neemt iedereen deel aan de
individuele zelfstudie-examens op 20 punten.
Veel succes!
De cursusbegeleiders.
Gevorderd Programmeren
Studiewijzer
Opleiding Bachelor of Science in Informatica, van deFaculteit Wetenschappen, Universiteit Antwerpen.Nota’s bij de cursus voor academiejaar 2008 - 2009.
J. Broeckhove
Onderzoeksgroep ComputationeelModelleren en Programmeren
Inhoudsopgave
1 Overzicht 21.1 Voorkennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21.2 Vakinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21.3 Doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31.4 Werkvormen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31.5 Kalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41.6 Studiebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41.7 Contactinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2 Studiematerialen 62.1 Handboek en nota’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62.2 Praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3 Evaluatie 103.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103.2 Theorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103.3 Praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113.4 Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
4 Voorbeeldexamens 134.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134.2 Het examen 2005-2006 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134.3 Het examen 2006-2007 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214.4 Het examen 2007-2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
HOOFDSTUK 1
Overzicht
1.1 Voorkennis
Zoals de naam van het opleidingsonderdeel aangeeft, is een degelijke voorkennis inhet programmeren voor de hand liggend. Dit zowel op gebied van theoretische ken-nis als op gebied van praktijkvaardigheden, waar een ruime programmeerervaringvereist is. Daarenboven is inzicht in de theorie van talen (grammatica’s, ontleding)een noodzaak, vooral voor het eerste deel van het theoretisch onderricht. Ook ele-mentaire kennis van software engineering (projectvoering, testen van programma’s)is belangrijk. Voor de practia is ervaring met UNIX of Linux uitbatingssysteemvereist.
Studenten in de opleiding Bachelor Informatica van de Universiteit Antwerpenkunnen via de website van de UA de precieze volgtijdelijkheidsvereisten opzoeken.
1.2 Vakinhoud
Een uitgebreid overzicht van de C++ syntax met bijzondere aandacht voor object-gericht pro-grammeren. Dit omvat elementen van klasseontwerp, operatoroverloa-ding, aggregatie en compositie, inheritance en polymorfisme (virtual methods). Vanhet laatste wordt de achtergrond van het substitutie-principe grondig bekeken. UML(Unified Modeling Language) klassediagrammen worden ingevoerd waar mogelijk omprogramma-ontwerp te visualiseren. Vervolgens wordt het generisch programmerenaan de hand van templates bestudeerd. Parallel met de theorie wordt het idioom,het typische ”taalgebruikın C++ programma’s, bekeken en ook ingeoefend in depractica.
1.3. DOELSTELLINGEN 3
1.3 Doelstellingen
De doelstellingen die gelden voor de totaliteit van het opleidingsonderdeel zijn devolgende
• Je kan zelfstandig een C++ programma schrijven en uitvoeren.
• Je kan met precisie de aangebrachte termen en begrippen in verband metprogrammeertalen uitleggen en hanteren.
• Je beschikt over inzicht in het objectgeorienteerd en in het generische pro-grammeer paradigma.
Het opleidingsonderdeel bestaat uit drie delen, namelijk “Basis C++ faciliteiten”(deel I), “Objectgeorienteerd programmeren in C++” (deel II), en “Generisch pro-grammeren in C++” (deel III). Hieronder de doelstellingen voor ieder van die delen.
1.3.1 Basis C++ faciliteiten
• Je hebt voldoende inzicht in de C++ syntax om complexe declaraties op testellen en te ontleden. Je kan de meest voorkomende syntactische structurengeassocieerd met klassen hanteren.
• Je beschikt over voldoende parate kennis om C++ programmeeropdrachten tevoltooien met een minimum aan opzoekwerk.
1.3.2 Object georienteerd programmeren in C++
• Je beschikt over inzicht in het objectgeorienteerd paradigma en kan, voor kleineopdrachten, dit inzicht vertalen en uitvoeren in een programmaontwerp.
• Je hebt analytisch inzicht in het functioneren van objectgeorienteerde C++code en kan dit via experimenteren versterken.
1.3.3 Generisch programmeren in C++
• Je beschikt over inzicht in het generisch paradigma en kan dit inzicht vertalenin het gebruik van generische bibliotheken.
• Je beschikt over voldoende parate kennis om eenvoudige generische C++ codeontwerpen en implementeren.
1.4 Werkvormen
Het opleidingsonderdeel Gevorderd Programmeren vertegenwoordigt zes studiepun-ten met dertig contacturen voor theorie en dertig contacturen voor praktijk.
1.5. KALENDER 4
Het theoretisch onderricht zal overwegend uit hoorcolleges bestaan, aangevuldmet interactieve sessies waarin vooral met voorbeeldprogramma’s gewerkt wordtom het inzicht in C++ taalconstructies te stimuleren. De studenten worden aan-gemoedigd om ook de vraag en antwoorddialoog aan te gaan om het leerproces teverdiepen. De lesgever is J. Broeckhove.
Het praktijkonderricht bestaat volledig uit programmeeractiviteit onder bege-leiding van Przemyslaw Klosiewicz. De opdrachten handelen over onderwerpen diecorresponderen (zo goed als mogelijk) met wat op dat ogenblik in het theoretisch on-derricht behandeld wordt. In het praktijkgedeelte wordt een zekere zelfstandigheiden initiatief van de student verwacht.
1.5 Kalender
De kalender voor het opleidingsonderdeel ziet er als volgt uit:Les 1 Inleiding; C++ omgevingLes 2 Types en declaratiesLes 3 Complexe declaraties; Uitdrukkingen; StatementsLes 4 Functies en namespacesLes 5 KlassenLes 6 Klassen en AggregatieLes 7 Operator overloadingLes 8 Afleiding van klassenLes 9 AfleidingshierarchieLes 10 Exception handlingLes 11 Object orientatieLes 12 TemplatesDe praktijksessies lopen in de mate van het mogelijke (soms lukt dat niet als gevolgvan sprongen in het lessenrooster) parallel aan de theoretische colleges.
1.6 Studiebegeleiding
Wie vragen heeft over de leerstof, het studiemateriaal, het examen, enzovoort kandie steeds stellen voor, tijdens of op het einde van de les. Het actief verwerken van deleerstof begint bij het vragen stellen over hetgeen niet begrepen werd of onduidelijkwas.
De practicumsessies worden steeds begeleid door een assistent die uiteraard vra-gen kan beantwoorden, maar die ook actief zal optreden wanneer het lijkt dat jevastloopt met de uitvoering van de opdrachten.
1.7. CONTACTINFORMATIE 5
1.7 Contactinformatie
Als men vragen wil stellen buiten de contacturen, dan kan dat. Wie vragen heeftover de leerstof wendt zich bij voorkeur tot de lesgever, namelijk
Naam: Jan BroeckhoveEmail: [email protected]: Gebouw G, G205
Voor vragen in verband met de practicumopdrachten wendt men zich bij voorkeurtot de assistent
Naam: Przemyslaw KlosiewiczEmail: [email protected]: Gebouw G, G207
Het is wel raadzaam eerst een afspraak te maken via email.
HOOFDSTUK 2
Studiematerialen
2.1 Handboek en nota’s
De belangrijkste elementen voor het theoretische deel van het Gevorderd Program-meren zijn ongetwijfeld:
• Het handboek voor de cursus namelijk “The C++ Programming Language”,van B. Stroustrup, uitgegeven door Addison-Wesley. Er bestaat van dit hand-boek ook een Nederlandstalige versie, getiteld “De programmeertaal C++”,van dezelfde uitgeverij.
• De nota’s die (a) aanvullend materiaal uit andere bronnen aanbrengen datbelangrijk is in het raam van het opleidingsonderdeel, en (b) selecteren enklemtonen leggen in de stof die in het handboek behandeld wordt.
• De voorbeeldcode die je moet bestuderen en die gebruikt wordt om te experi-menteren en inzicht te doen groeien in het functioneren van belangrijke C++mechanismen.
Dus het handboek levert de leidraad, de nota’s geven aanvullingen, de voorbeeldcodeconcretiseert je inzichten.
Het theoretisch deel van het Gevorderd Programmeren is gestructureerd in driegrote delen, met name (1) Elementaire C++ faciliteiten, (2) Object georienteerdprogrammeren en (3) Generisch programmeren. Zoals aangegeven, wordt sterk geputuit het boek Stroustrup (2000) geschreven door de grondlegger van C++. Het geldtals het referentie werk in verband met C++. Het zal nog lang na het doorlopen vanhet opleidingsonderdeel als naslagwerk voor C++ door de student gebruikt kunnenworden. Het is echter een zeer omvangrijk boek en moet niet van A tot Z in alledetails gelezen, begrepen en gekend worden.
We doorlopen de theoretische leerstof om duiding te geven van het belang vanieder van de hoofdstukken ten aanzien van de leerstof van het opleidingsonderdeel.
2.1. HANDBOEK EN NOTA’S 7
Dat geeft meteen een beeld hoe het boek gehanteerd kan worden bij de studie voor ditopleidingsonderdeel. In het eerste deel van het handboek, genaamd “IntroductoryMaterial”, wordt een overzicht van C++ en zijn Standard Library gegeven. Het isniet geschikt als inleiding, maar veeleer om achteraf, na de studie, alles nog in eennotendop samengevat te herlezen. Dat verdient dan ook aanbeveling.
2.1.1 Elementaire C++ faciliteiten
Dit deel bevat basisfaciliteiten uit C++, en alles wat je over C++ moet weten in hetraam van procedureel programmeren. Dit deel is zeer taalkundig opgevat en de na-druk ligt hier op syntactische aspecten. Het wordt dan ook uitvoerig aangevuld metcitaten uit het C++ Standaard document ISO/IEC (1998). Terminologie, inzicht inde begrippen, en het correct hanteren van de begrippen zijn hier zeer belangrijk.
C++ omgeving De nota’s starten met een eerste hoofdstuk over de C++ pro-grammeeromgeving, met materiaal dat niet in het handboek terug te vindenis. Ten dele is wat hier behandeld wordt reeds gekend voor de studenten, maarhet is belangrijk, zeker voor de praktijk, deze inzichten te heractiveren.
Types en declaraties Het hoofdstuk “Types and declarations” is in zijn geheel,aangevuld met de nota’s, onderdeel van de cursus.
Complexe declaraties Het hoofdstuk “Pointers, Arrays and Structures” uit hethandboek, aangevuld met de nota’s, is onderdeel van de cursus, op sectie 5.7over struct’s na. Struct’s zijn in C++ aanwezig omwille van C compatibiliteit.We zullen er geen gebruik van maken en ook niet behandelen.
Uitdrukkingen Het hoofdstuk “Expressions and Statements” uit het handboek isin de nota’s in twee gesplitst: “Uitdrukkingen” en “Statements” apart. Hetis in zijn geheel, aangevuld met de nota’s, onderdeel van de cursus. Sommigedetails zoals de opsomming van de beschikbare operatoren, is eerder relevantvoor de praktijk dan voor de theorie.
Statements Dit hoofdstuk is in zijn geheel, aangevuld met de nota’s, onderdeel vande cursus. Sommige details zoals de precieze syntax van de controle statements,zijn eerder relevant voor de praktijk dan voor de theorie.
Functies Dit hoofdstuk is, aangevuld met de nota’s, onderdeel van de cursus. Desectie 7.6 over “Unspecified number of Arguments” behandelen we niet; desectie 7.8 over “Macro’s” is enkel relevant voor de praktijk.
Namespaces De inhoud over namespaces (secties 8.1 en 8.2 van het boek) is, aan-gevuld met de nota’s, onderdeel van de cursus. Eigenlijk geldt dat ook voorExceptions (sectie 8.3 van het boek) maar dat wordt pas later behandeld alser kennis is gemaakt met klassen.
In Stroustrup (2000) komt in het deel over “Elementaire C++ faciliteiten” nogeen hoofdstuk over “Source Files and Programs” voor. Elementen van dit hoofdstukkomen her en der als aanvullend materiaal ter sprake. Het is voor de praktijkweldegelijk interessant dit hoofdstuk door te nemen.
2.1. HANDBOEK EN NOTA’S 8
2.1.2 Objectgeorienteerd programmeren
Dit deel van de cursus is gericht op kennismaking met het objectgeorienteerd pro-grammeer paradigma, op het begrijpen van van de C++ mechanismen die dat pa-radigmaondersteunen en principen van goed klasse ontwerp in C++.
Objectgeorienteerd Programmeren Dit hoofdstuk is volledig in de nota’s op-gebouwd. Het overloopt theoretische concepten die met het objectgeorienteerdprogrammeerparadigma samenhangen.
Klassen Een hoofdstuk “Classes” uit het handboek bevat fundamenteel materiaal:hoe worden klassen opgebouwd in C++? Het wordt integraal behandeld en isessentieel voor een goed begrip voor al wat volgt.
Operator overloading Het hoofdstuk “Operator Overloading” uit het handboekis een meer technisch hoofdstuk dat inzicht in klassedesign in C++ bijbrengt.Het wordt volledig behandeld, zij het dat de lectuur van sectie 11.12 (eenuitgewerkt voorbeeld) aan de student wordt overgelaten.
Afgeleide klassen Het hoofdstuk “Derived classes” uit het handboek, wordt volle-dig behandeld en aangevuld met elementen uit de nota’s. Het bevat essentieelmateriaal voor het inzicht in het inheritance mechanisme en op welke wijzehet gebruikt kan worden in C++.
Klasse Hierarchieen De studie van inheritance wordt verder gezet in dit hoofd-stuk waar de nadruk komt te liggen op volledige hierarchieen. Uit het hand-boek worden vooral secties 15.2 3n 15.3 overgenomen. Die worden aangevuldmet theoretische concepten uit de nota’s – zoals substitutie principe, co– encontra-variantie. Secties 15.4, 15.5 en 15.6 worden enkel summier overlopen.
Exception Handling Dit hoofdstuk omvat sectie 8.3 uit het handboek, met eeninleiding over exception handling, en ook secties 11.1 tot en met 11.3. Deoverige secties uit ”Exception Handling” in Stroustrup (2000) worden nietbehandeld.
2.1.3 Generisch programmeren
In dit deel van de cursus wordt via de template-constructie van C++ het generischprogrammeren belicht. Het is een zeer complex onderwerp.
Templates Dit deel omvat het materiaal uit secties 13.1 tot en met 13.5 van hethandboek, zij het dat het inzicht hier absoluut primeert op de syntactischemechanismen.
Template toepassingen In de nota’s worden een aantal van de meest sprekendetoepassingen van templates aangehaald. De meeste daarvan zijn geput uithet deel “The Standard Library” van het handboek. Dat onderdeel van hethandboek is belangrijk als naslagwerk bij de praktijk, maar moet voor hettheoretisch deel zeker niet systematisch bestudeerd worden.
2.2. PRAKTIJK 9
In het handboek komt nog een laatste onderdeel voor, namelijk “Design usingC++”. Het bevat zeer interessant materiaal, maar valt buiten het bestek van hetopleidingsonderdeel.
De appendices bevatten allemaal referentie materiaal dat niet behandeld wordt,met uitzondering van appendix A, “The C++ Grammar”. Daar wordt in deel I vande cursus veel gebruik van gemaakt.
De studenten krijgen ook een stel voorbeeldprogramma’s ter beschikking. Dezeprogramma’s hebben drie functies:
• illustratie van elementen uit het theoretisch gedeelte• oefenmateriaal om het werk in de praktijksessie voor te bereiden• startpunt voor experimenten met C++ die het inzicht vergroten
In die zin dienen deze voorbeeldprogramma’s ook als brug tussen theorie en praktijk.Actief gebruik ervan is een essentiele vereiste voor de studie van dit opleidingson-derdeel.
In de praktijknota’s uit deze bundel vindt je een bondige uitleg over de installatieprocedure, directorystructuur en het elementair gebruik van de demo-code.
2.2 Praktijk
Voor de praktijk wordt ook een bundel nota’s ter beschikking gesteld. Die bevat eenbeschrijving van de codeerconventies die gevolgd zullen worden tijdens het coderenin de praktijksessies. Daarnaast bevat die ook de beschrijving van de procedure voorhet installeren van de voorbeeldprogramma’s.
HOOFDSTUK 3
Evaluatie
3.1 Inleiding
Zowel voor het theorie- als het praktijkonderdeel is er een evaluatie. Een aanvaard-baar cijfer (7/20 of beter) voor beide evaluaties is vereist om een globaal slaagcijfer tebekomen. Dat is inherent aan een opleidingsonderdeel als “Gevorderd Programme-ren”. In “normale gevallen” (dat wil zeggen dat beide onderdelen een aanvaardbaarcijfer hebben) krijgen theorie en praktijk eenzelfde gewicht voor het bepalen van deeindquotering.
3.2 Theorie
De evaluatie van het theoretische onderdeel bestaat uit een schriftelijke examen metzes vragen (die wel uit meerdere subvragen kunnen bestaan). De duur van hetexamen is vier uur.
• Een vraag (met gewicht 15/100) die peilt naar de parate kennis en inzicht inde syntactische constructies, en hun gebruik.
• Twee vragen (met gezamelijk gewicht van 35/100) die gebaseerd zijn op ge-modificeerde versies van de voorbeeldprogramma’s die die bij het begin vanhet semester ter beschikking gesteld werden. Hierbij moet de trace outputweergegeven worden van programmadelen die erop gericht zijn te peilen naarhet inzicht in C++ mechanismen zoals aggregatie, operator overloading, in-heritance, polymorphisme enzovoort.
3.3. PRAKTIJK 11
• Een vraag (met gewicht 20/100) die peilt naar kennis en inzicht in de verbandentussen diverse definities, begrippen en concepten van C++.
• Twee vragen (met elk een gewicht van 15/100) worden afgeleid uit de “C++FAQ’s” (frequently asked questions) die in boekvorm beschikbaar zijn Clineet al. (1999). Meer bepaald komen hoofdstuk 2, hoofdstukken 5 tot en met 8,hoofdstukken 11 tot en met 26, hoofdstukken 28 tot en met 30 en hoofdstuk37 in aanmerking.
Bij de laatste vragen is het zeer belangrijk bondig en ter zake te antwoorden. Merkop dat de helft van het geheel (50/100) rechtstreeks verbonden is met concrete C++code. Voor de andere helft moet je je inzicht laten blijken door zelf een antwoord teformuleren, gebruik makend van de gepaste terminologie.
Voorbeelden van voorbije examens (weliswaar met iets andere gewichten danhierboven) zijn in deze studiewijzer opgenomen, met de bijbehorende antwoordenzodat je die als zelftoets kan hanteren. Tijdens het semester worden ook nog oefen-toetsen gehouden.
3.3 Praktijk
Voor de praktijk is er een tussentijdse evaluatie die volgt wanneer de cursus delen“Elementaire C++ Faciliteiten” en het begin van “Object georienteerd programme-ren” (tot en met operator overloading) verwerkt zijn. Gewoonlijk valt dat momentin de tweede helft van november. De evaluatie gebeurt op het materiaal dat de stu-dent inlevert voor de opgelegde programmeeropdracht. Die opdracht wordt tijdensde praktijksessies uiteengezet, soms wordt er daar al ten dele aan gewerkt. Ze wordtook via Blackboard meegedeeld. De student levert zijn werk via datzelfde Black-boardsysteem in. Daarbij moet de de vastgestelde termijn gerespecteerd worden.Deze evaluatie heeft een gewicht van 1/3 van het geheel voor praktijk. Het resultaatwordt je meegedeeld onder de vorm van de gekende A, B, C, D codering. Het laattoe feedback te zoeken wanneer het resultaat onverwacht is.
De finale evaluatie valt tijdens de examenperiode en heeft gewicht 2/3 van hetgeheel. Beide evaluaties verlopen op dezelfde wijze. Het ingeleverde codeerprojectwordt geınspecteerd op het respecteren van codeerconventie, robuustheid van decode, correct gebruik van de C++ constructies, documentatie enzovoort.
Bij praktijk evaluaties (zowel tussentijdse als finale) geldt een belangrijke regel:
essentieleeis voorhet project
Het project ingeleverd wordt voor evaluatie moet over uitvoer-bare makefiles beschikken, de code moet compileerbaar zijn, enhet gebouwde programma moet zonder fatale fout uitvoerbaarzijn. Indien het project daar niet aan voldoet, komt het niet inaanmerking voor evaluatie (met andere woorden er volgt eenquotering van 0/20).
Het is een absolute vereiste om altijd een finale test uit te voeren alvorens je projectop te leveren.
3.4. SAMENVATTING 12
3.4 Samenvatting
Summier samengevat is de evaluatie als volgt opgebouwd:
• Schriftelijk theorie examen tijdens de examenperiode bestaande uit zes vragen.
• Twee practicum opdrachten, een tussentijdse met gewicht 1/3 en een in examenperiode met gewicht 2/3
• Zowel op de theorie- als de praktijkevaluatie is minstens 7/20 vereist. Is daar-aan voldaan dan krijgen theorie en praktijk eenzelfde gewicht in de eindquo-tering. Zo niet behaald de student geen slaagcijfer.
HOOFDSTUK 4
Voorbeeldexamens
4.1 Inleiding
Hieronder vindt je het volledig examen, afgenomen in de januari 2006, en in januari2007, inclusief de antwoorden en de verbetersleutel die gehanteerd werd.
De aard van de vragen correspondeert met wat je op het komende examen magverwachten. De verhouding van het gewicht aan punten over de verschillende typesvan vragen (en dus ook de omvang van de vragen, is wel licht gewijzigd: zie hethoofdstuk 3). Uiteraard gelden deze opmerkingen zowel voor het examen in eersteals in tweede zittijd.
4.2 Het examen 2005-2006
4.2.1 Vraag 1
Schrijf de volgende C++ declaraties op, zonder gebruik te maken van typedef sta-tements:
1. Een array van vijf arrays van vier pointers naar integer.2. Een pointer naar const pointer naar integer geınitialiseerd op waarde nul.3. Een reference naar een functie met integer als terugkeerwaarde en integer als
argument, geınitialiseerd door een gegeven functie g.4. Een pointer naar functie met als terugkeerwaarde een const pointer naar een
integer en als argument een pointer naar functie met als terugkeerwaarde eendouble en als argument een integer.
5. Een array van tien pointers naar functie met reference naar integer als argu-ment en pointer naar double als return.
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 14
Verbetersleutel: Er is slechts een antwoord mogelijk (zie Stroustrup hs 4, 5, 7; cursushs 3), afgezien van overtollige haakjes en blancos. Er worden geen fouten toegestaan,uitgezonderd het vergeten van de afsluitende “;” . Iedere deelvraag vormt een quo-teringselement van twee punten. Het totaal bedaagt 10 punten. De antwoorden:
1. int* a[5][4];2. int * const * p = 0;3. int (&f)(int) = g;4. int * const (*f)(double (*)(int));5. double *(*a[10])(int&);
4.2.2 Vraag 2
(a) Moet een klasse Cirkel afgeleid worden van een klasse Ellips? (b) Waaruit bestaathet probleem van de asymmetrische cirkel bij schaalbewerkingen? (c) Wat kan menaan het probleem verhelpen?Verbetersleutel: er zijn meerdere manieren om het antwoord te formuleren (zie FAQs8.08, 8.09; cursus deel II, hs 7 en bijlage). Hieronder een modelantwoord met dequoteringselementen op totaal van [14]:
a) Het afleiden van de klasse Cirkel van de klasse Ellips geeft enkel aanleidingtot een welgedefinieerde inheritance relatie als Cirkel het gedrag (behavior) vanEllips ten volle overneemt. Enkel dan kan Cirkel als subtype van Ellips beschouwdworden [2]. Dit wordt getoetst via het principe van type conformiteit en closedbehavior of, in een iets andere formulering, van het Liskov substitutie principe. Ineen wiskundige context heeft Ellips eigenlijk geen gedrag en is de afleiding goed. Inde context van een grafische applicatie krijgt de Ellips het gedrag geassocieerd metde methoden translatie, rotatie en schaling. Eigenlijk zou men nu moeten zeggendat het gaat om vervormbare ellipsvormige figuren. Hoewel de Ellips-Cirkel relatiedan nog wel voldoet aan type conformiteit (Liskov substitutie met enkel accessormethoden) voldoet ze niet aan de eis van closed behavior (Liskov substitutie metmodifier methoden) [2]. De afleiding is niet welgedefinieerd.
b) Specifiek vormt overerving van schaling volgens verschillende assen een pro-bleem. Ofwel houdt men deze onveranderd en dan wordt de Cirkel invariant Cirkelverbroken [2]. Ofwel wordt deze overridden in de Cirkel. Dan moet men ofwel strik-tere precondities opleggen (beide schaal parameters gelijk) [2] of iets creatiefs doenmet de parameters om beide assen in de cirkel toch gelijk te schalen en zal men zo depostcondities breken [2]. In alle gevallen wordt closed behavior / Liskov substitutieprincipe niet gerespecteerd en heeft men een oneigenlijke inheritance, die niet meteen subtype relatie overeenkomt.
c) Men kan hier enkel op niveau van de analyse aan verhelpen [1]:• Ofwel ontkoppelt men beide klassen, en leidt ze af van een gemeenschappelijke
(abstracte) klasse. Nadeel is dat de Ellips-Cirkel relatie (die soms voordelen biedt)niet meer in het design vervat zit [1].
• Ofwel houdt men vast aan de wiskundige concepten Ellips-Cirkel, met de aflei-ding, maar dan moet het gedrag uit de klasse gelicht worden. Men voert eentransformatie klasse in die zowel Cirkel als Ellipsen verwerkt:
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 15
1 c la s s Scale {2 public:3 Scale(double sx, double sy);4 Ellips transform(Ellips& e);5 }
Een variant bestaat erin om de scale methode in de Ellips niet op het object zelf telaten werken maar een nieuw object te laten teruggeven. Beide hebben als nadeeldat je na transformatie niet meer weet dat het om een cirkel gaat als je een ellipsnaar een cirkel schaalt [1].
• Ofwel analyseert men het probleem in termen van vervormbare ellipsvormige fi-guren en dan bestaat er gewoon geen klasse Cirkel om dat cirkelvormig zijn daneen toestand is en geen type meer vertegenwoordigt [1].
4.2.3 Vraag 3
Wat is de hiding rule (in de context van overloading en inheritance)? Hoe moetermee omgegaan worden?Verbetersleutel: Er zijn meerdere manieren om het antwoord (zie FAQs 24.01, 24.02,24.03; Stroustrup hs 12; voorbeeldprogramma hiding) te presenteren. Hieronder eenmodelantwoord met de quoteringselementen op totaal van [10]:a) Wat is de hiding rule (in context van overloading en inheritance) ?
De hiding die optreedt in de context van overloading en inheritance is een uit-vloeisel van het name lookup mechanisme voor memberfuncties. Het leidt ertoedat er geen overloading plaatsvindt tussen base en afgeleide klasse bf [3]. Speci-fiek: als klasse B een methode f heeft en afgeleide klasse D heeft een gelijknamigemethode met andere signatuur, dan behoort B::f nooit tot de set van viable func-ties voor de overload resolution van een oproep g.f als g een object van klasse Dis. Het gevolg zijn conversies op argumenten die, als men de regel over het hoofdziet, onverwacht kunnen zijn [3].
b) Hoe moet ermee omgegaan worden?Je kan als klassenontwikkelaar het e!ect van hiding opvangen door(a) In de afgeleide klasse met een using declaratie alle methodes uit Base met
de betrokken naam zichtbaar te maken [2].(b) In de afgeleide klasse de betrokken methode te herdefinien met als imple-
mentatie een forwarding van de oproep naar de methode in de base klasse(nadeel: design eigelijk nog complexer, maar wel selectiever toepasbaar dande using declaratie die alle signaturen importeert) [1].
Je kan als client van de klassen expliciete qualificatie (bijvoorbeeld g.Base::f)hanteren om aan te geven dat de Base methode moet gebruikt worden [1].
4.2.4 Vraag 4
Geef de output van het bijgevoegde programma weer (enkel de sequentie van outputis belangrijk, niet de punten en kommas). Daar waar adressen worden uitgeprintmag je symbolische aanduidingen gebruiken zoals bijvoorbeeld <adres-van-d1>.Opmerking: de klassen Base en Derived1 werden ook in de voorbeeldprogrammasgebruikt en in geen enkel opzicht gewijzigd.
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 16
1 # i n c l u d e <iostream >2 # i n c l u d e "Base.h"3 # i n c l u d e "Derived1.h"4
5 using std::cout;6 using std::endl;7 using Demo::Base;8 using Demo:: Derived1;9
10 namespace {11 Base exec1(const Base& b) { b.displayInfo (); return b;}12 Base exec2(Derived1 b) { b.displayInfo (); return b;}13 } / / end - of - a n o n y m o u s - n a m e s p a c e
14
15 void examen2 ()16 {17 Base:: startTrace ();18
19 cout << "# statement: Derived1 d1(\" Derived1 object1 \");"20 << endl;21 Derived1 d1("Derived1 object1");22 cout << endl;23 cout << "# statement: Base b1;" << endl;24 Base b1;25 cout << endl;26 cout << "# statement: b1 = d1;" << endl;27 b1 = d1;28 cout << endl;29 cout << "# statement: Base b1 = d1;" << endl;30 Base b2 = Base(d1);31 cout << endl;32 cout << "# statement: exec1(d1);" << endl;33 exec1(d1);34 cout << endl;35 cout << "# statement: exec2(d1);" << endl;36 exec2(d1);37 cout << endl;38 }
Verbetersleutel: er is slechts een antwoord mogelijk (zie Cursus deel II, hs 3, 4;Stroustrup hs 10, 11, 12; en vooral voorbeeldprogrammas ch12), maar details zoalsvergeten “;” werden niet aangerekend. Ook op een belangrijker punt, namelijk desymbolische addressen werden bij fouten geen punten afgetrokken. Het antwoordvindt men in de print-out hieronder. De quoteringselementen zijn opgenomen in decommentaarlijnen. Het totaal bedraagt [25].
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 17
# statement: Derived1 d1("Derived1 object1");//-------------//Derived constructor [1] voorafgegaan door Base constructor [1]//-------------
-trace> Base::Base(string)-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Base::Base(string) exiting ...-trace> Derived1::Derived1(string, float)-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Derived1::Derived1(string, float) exiting ...
# statement: Base b1;//-------------//Base constructor [1]//-------------
-trace> Base::Base()-trace> called for object at 0012FC14 with name NoName-trace> Base::Base() exiting ...
# statement: b1 = d1;//-------------//Base assignment operator [1]//-------------
-trace> Base::operator=(Base const&)-trace> called for object at 0012FC14 with name NoName-trace> Base::operator=(Base const&) exiting ...
# statement: Base b1 = d1;//-------------//Base copy constructor [1]//-------------
-trace> Base::Base(Base const&)-trace> called for object at 0012FBEC with name Derived1 object1-trace> Base::Base(Base const&) exiting ...
# statement: exec1(d1);//-------------//Polymorphe call van Derived1 methode [2] en geneste call naar//Base methode [1]//-------------
-trace> Derived1::displayInfo() const-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Base::displayInfo() const-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1Name is: Derived1 object1-trace> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 0-trace> Derived1::displayInfo() const exiting ...//-------------//copy constructie [2] en destructie [1] van temp voor return value//-------------
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 18
-trace> Base::Base(Base const&)-trace> called for object at 0012FAC4 with name Derived1 object1-trace> Base::Base(Base const&) exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FAC4 with name Derived1 object1-trace> Base::~Base() exiting ...
# statement: exec2(d1);//-------------//Derived copy constructor [1] voorafgegegaan door Base constructor [1]//en door calls geassocieerd met initializerlist [1]//-------------
-trace> Base::getName() const-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Base::getName() const exiting ...-trace> Base::Base(string)-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1-trace> Base::Base(string) exiting ...-trace> Derived1::getSize() const-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Derived1::getSize() const exiting ...-trace> Derived1::Derived1(const Derived1&)-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1-trace> Derived1::Derived1(const Derived1&) exiting ...//-------------//Niet-polymorphe call van Derived1methode [1] en//geneste call van Base methode [1]//-------------
-trace> Derived1::displayInfo() const-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1-trace> Base::displayInfo() const-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1Name is: Derived1 object1-trace> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 0-trace> Derived1::displayInfo() const exiting ...//-------------//Base copy constructor voor temp van return value [2]//-------------
-trace> Base::Base(Base const&)-trace> called for object at 0012FAF8 with name Derived1 object1-trace> Base::Base(Base const&) exiting ...//-------------//Derived destructor [2] gevolgd door Base destructor [1]//van functie argument -- [3ptn]//-------------
-trace> Derived1::~Derived1()-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1-trace> Derived1::~Derived1() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FA7C with name Derived1 object1
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 19
-trace> Base::~Base() exiting ...//-------------//Base destructor van temp voor return value [1]//-------------
-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FAF8 with name Derived1 object1-trace> Base::~Base() exiting ...
//-------------//Exit procedure examen2: destructoren voor de//locale vars b1 [1], b2 [1], d1 [1]//-------------
-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FBEC with name Derived1 object1-trace> Base::~Base() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FC14 with name Derived1 object1-trace> Base::~Base() exiting ...-trace> Derived1::~Derived1()-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Derived1::~Derived1() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012FC3C with name Derived1 object1-trace> Base::~Base() exiting ...
4.2.5 Vraag 5
• Gegeven de declaratie hieronder,1 void f( int , bool);2 void f(char , int );
Is de volgende functieoproep compileerbaar of niet? Waarom?1 f(’a’, true);
Verbetersleutel: er is slechts een antwoord mogelijk (zie cursus deel I, hs 6;Stroustrup hs7). Antwoord, met quoteringselementen op totaal van 2:Niet compileerbaar omwille van de ambigueit in de overload resolution [1].Beide kandidaten vereisen een exact match en een integral promotion bf [1].
• Gegeven de declaratie hieronder,1 void f( int , bool);2 void f(char , int );
Is de volgende functieoproep compileerbaar of niet? Waarom?1 f(1 ,0);
Verbetersleutel: er is slechts een antwoord mogelijk (zie cursus deel I, hs 6;Stroustrup hs7). Antwoord, met quoteringselementen op totaal van 2:Niet compileerbaar omwille van de ambigueit in de overload resolution [1].Beide kandidaten vereisen een exact match en een conversion [1].
4.2. HET EXAMEN 2005-2006 20
• Wat doet de volgende template functie?
1 template <typename It > void t(It f, It l) {2 typename It:: value_type val = It:: value_type ();3 for ( It it = f; it != l; ++it) { *it = val ; }4 }
Verbetersleutel: hieronder een modelantwoord (er zijn meerdere correcte for-muleringen mogelijk) met de quoteringselementen op totaal van [4]. Model-antwoord (zie cursus, deel III):De template functie, met It als parameter, heeft twee argumenten die eensequence definien, vastgelegd door begin- en eind-iterator [1]. De functie over-loopt de sequence en wijst, via dereferentie van de iterator [1], de default-waarde van het elementtype toe aan ieder van de elementen [1]. Deze defaultwaarde wordt bekomen via de default constructor van het elementtype, hetgeneste type value_type in de iterator klasse [1].
• Gegeven het stukjes code hieronder. Is het compileerbaar? Zo niet, waarom?Zo ja, is het uitvoerbaar? Zo ja, wat is het resultaat?
1 / / s t u k j e c o d e 1
2 # i n c l u d e <iostream >3 int main()4 {5 using namespace std;6 int endl = 0;7 cout << endl;8 return 0;9 }
Verbetersleutel: er is slechts een antwoord mogelijk (zie Stroustrup Hs8; voor-beeldprogramma nspace). Antwoord (met quoteringselementen op totaal 3):Compileerbaar [1] en uitvoerbaar [1]; de procedure print 0 op standaard out-put [1].
• Gegeven het stukjes code hieronder. Is het compileerbaar? Zo niet, waarom?Zo ja, is het uitvoerbaar? Zo ja, wat is het resultaat?
1 / / s t u k j e c o d e 2
2 # i n c l u d e <iostream >3 int main()4 {5 using std::endl;6 using std::cout;7 int endl = 0;8 cout << endl;9 return 0;
10 }
Verbetersleutel: er is slechts een antwoord mogelijk (zie Stroustrup Hs8; voor-beeldprogramma nspace). Antwoord (met quoteringselementen op totaal 3):
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 21
Niet Compileerbaar [1] wegens herdefinitie van endl [1] volgend op de usingdeclaratie van endl [1] uit de std namespace.
4.3 Het examen 2006-2007
4.3.1 Vraag 1
Leg de volgende begrippen, definities en principes uit in de context van C++ (enhanteer daarbij de gepaste terminologie):
1. One definition rule2. Lifetime van variabelen3. Abstracte klasse4. Object slicing5. Const memberfuncties6. Member name lookup van methoden7. Polymorfisme van methoden8. Principe van closed behaviorVerbetersleutel: (cfr. cursus diverse hs). Hieronder een modelantwoord (meer-
dere correcte formuleringen mogelijk) met de quoterings-elementen op totaal [25].
1. One definition rule [2] : Per compilatie-eenheid (translation unit) kan er slechtseen enkele definitie aanwezig [1] zijn van een variabele, functie, klasse type oftemplate [1].
2. Lifetime van variabelen [3] : De levensduur van een variabele is een run-time(dynamische) eigenschap en start wanneer storage vastgelegd is voor de varia-bele [1] en (bij klasse type) de constructor-oproep beindigd is [1]. Hij eindigtwanneer (bij klasse type) de destructor oproep begint of wanneer storage op-gegeven wordt [1].
3. Abstracte klasse [3] : Een abstracte klasse is een klasse waarin minstens npuur virtuele methode voorkomt [1]. Een puur virtuele methode wordt met de=0 specificatie gedeclareerd en moet in afgeleide klassen overriden worden [1].Enkel variabelen van pointer of reference type naar de abstracte klasse kunnenvoorkomen [1].
4. Object slicing [2] : Gegeven een basisklasse B en afgeleide klasse D. Wanneereen object d van type D toegewezen wordt aan een veranderlijke b met statischtype B [1], dan wordt enkel het B-subobject van d (met het beeld van dedatamembers van B) toegewezen aan b [1]. De bijkomende data-members diein D werden ingevoerd zijn niet betrokken in de toewijzing. Een analoog e!ecttreedt op wanneer b geinitialiseerd wordt met d.
5. Const memberfuncties [2] : Een memberfunctie met const kwalificatie is eenmemberfunctie die ook op const gekwalificeerde variabelen van het klasse type
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 22
uitgevoerd kunnen worden [1]. Uitgezonderd het optreden van datamembersmet de mutable kwalificatie, betekent het dat deze methode geen datamemberskan wijzigen [1].
6. Member lookup van methoden [3] : Bij invocatie van een methode met naam m(zonder expliciete qualificatie van de methodenaam met een klasse prefix) opeen object van klasse K wordt in klasse K en vervolgens in de basisklassen vanK gezocht naar een methode met de naam m [1]. Zodra de naam gevonden isin een klasse P, wordt niet verder gezocht in de afleidingsketen [1]. De namen(meerdere ingeval van overloading binnen P; ambiguiteit indien verschillendeP’s voorkomen langs verschillende ketens bij multiple inheritance) worden pasdaarna onderworpen aan overload resolution en toegangscontrole [1].
7. Polymorfisme van methoden [4] : Het uitvoeren van de gepaste methode opbasis van het dynamisch type van het object aan de hand van late binding [1].Er moeten drie duidelijk voorwaarden voldaan zijn namelijk (1) de methodemoet virtual gedeclareerd zijn in de basisklasse, en (2) de signatuur moetidentisch zijn in basis- en afgeleide klasse en de terugkeerparameter covarianten (3) de oproep moet verlopen via een pointer of reference type [1 per item].
8. Principe van closed behavior [6] : In een afleidingshirarchie waarin de klasseneen subtype-supertype relatie moeten reflecteren, is het vereist dat de me-thoden die de afgeleide erft van de basisklasse ook de (eventueel striktere)invarianten van de afgeleide klasse respecteren [4]. Deze eis houdt verbandmet het Liskov substitutieprincipe dat zegt dat om de sub-super relatie terealiseren een programma dat objecten van het basistype verwerkt, ook cor-rect moet functioneren wanneer het objecten van de afgeleide klasse verwerkt.Wanneer die programmas modifier methoden hanteren komt de eis van hetclosed behavior naar voor [1]. Typisch voorbeeld van deze problematiek isde vierkant-rechthoek, waarbij het schalen van een zijde een conflict tussende strikte invarianten enerzijds en pre- en postcondities op de schaalmethodeanderzijds veroorzaakt [1].
4.3.2 Vraag 2
Op welke manieren kan code verwijzen naar namen die in een namespace gedecla-reerd zijn (er zijn vier manieren)? Geef ook de eventuele voor- en nadelen of typischetoepassingswijzen aan en illustreer met een kort voorbeeld.
Verbetersleutel: (cfr. FAQ 15.03, 15.06, 15.07; cursus hs 7; Stroustrup hs 8).Hieronder een modelantwoord (meerdere correcte formuleringen zijn mogelijk) metquoteringselementen op totaal van [15].
Namen uit een namespace kunnen gebruikt worden door1. Het hanteren van de volledige gekwalificeerde naam via de scope operator ttz
namespace::naam. Is omslachtig en laat niet toe vlot van de ene namespacenaar de andere over te schakelen; moet je gebruiken als je twee entiteiten metzelfde naam uit verschillende namespaces binnen een scope wil gebruiken. [2]
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 23
2. Het gebruiken van de using directive die impliceert dat wanneer een naam nietin de lokale scope gevonden wordt, hij in de namespace gezocht kan worden.Is kort en krachtig maar ongecontroleerd in de zin dat de client code geen con-trole heeft over het optreden van ambiguiteiten wanneer meerdere namespacesgeimporteerd worden (ook al omdat deze directive transitief werkt) [2 + 2 voorcorrect vb]
3. Het gebruiken van de using declaratie die een naam in de lokale scope betrektalsof hij daar gedeclareerd is. Is omslachtiger dan de directive wegens de lijstjesdeclaraties maar preciezer. Vermijdt alle problemen met ambiguiteiten. [2+2voor correct vb]
4. Het gebruik van Koenig lookup of argument dependent lookup waarbij eenfunctienaam gezocht wordt in de namespace waarin ook de klasse types (ofvan hun base klassen) van de argumenten gevonden werden. Heeft als voordeeldat helperfuncties en niet-member operatoren zonder meer ook beschikbaarworden [2 + 3 voor correct vb]
4.3.3 Vraag 3
Wat wordt verstaan onder het synthetiseren of genereren van methoden? Onderwelke omstandigheden gebeurt het? Op welke methoden is het van toepassing enwat voert de methode dan uit?
Verbetersleutel: (cfr. FAQ 30.03, 30.04, 30.05; cursus hs 8, 9; Stroustrup hs 10,11). Hieronder een modelantwoord (meerdere correcte formuleringen zijn mogelijk)met quoteringselementen op totaal [10].
Het synthetiseren van methoden bestaat erin dat de compiler code voor eenmethode genereert. Het gebeurd voor bepaalde methoden wanneer die niet explicietin de klasse gedeclareerd werd, of in het geval van de default constuctor wanneergeen enkele constructor gedeclareerd werden. Het is van toepassing op (a) de defaultconstructor, en (b) de copy constructor, en (c) de toewijzingsoperator (assignmentoperator) en (d) de destructor. [5] Samengevat kan men zeggen dat in al deze gevallende compiler het memberwise algoritme implementeert. [2] Dit wil zeggen dat bijde constructor voor alle base klasse sub-objecten (ingeval van multiple inheritancezijn er mogelijk meerdere) en alle member objecten de bijbehorende constructoropgeroepen wordt. Dit zal de expliciete constructor zijn indien gedeclareed, zonieteen gesynthetiseerde. Dit algoritme geeft zo aanleiding tot een recursie die eindigtbij members van het ingebouwde types. Deze hebben immers geen constructor.[4] Bij een destructor verloopt het analoog, maar dan worden eerst de memberobjecten vernietigd en dan pas de base klasse sub-objecten. Deze verandering involgorde is consistent met het feit dat de destructie in omgekeerde volgorde verlooptdan de constructie. [2] Voor de assigngment operator en copy constructor geldthetzelfde memberwise algoritme dat recursief toegepast wordt. Maar bij membersvan ingebouwd type wordt voor de assignment of copy een bitwise assignment ofcopy uitgevoerd. [2]
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 24
4.3.4 Vraag 4
Geef de output van het bijgevoegde programma weer (enkel de sequentie van outputis belangrijk, niet de punten en kommas). Daar waar adressen worden uitgeprintmag je symbolische aanduidingen gebruiken zoals bijvoorbeeld ¡adres-van-d1¿. Op-merking: de klassen die voorkomen werden ook in de voorbeeldprogrammas gebruikten in geen enkel opzicht gewijzigd.
1 # i n c l u d e "exam.h"2 # i n c l u d e "../ ch12/Base.h"3 # i n c l u d e "../ ch12/Derived1.h"4 # i n c l u d e "../ ch12/DDerived1.h"5 # i n c l u d e <iostream >6
7 using std::cout;8 using std::endl;9 using Demo::Base;
10 using Demo:: Derived1;11 using Demo:: DDerived1;12
13 namespace {14 Base exec1(const Base& b) { b.displayInfo (); return b;}15 Base exec2(Derived1 d) { d.displayInfo (); return d;}16 } / / end - of - a n o n y m o u s - n a m e s p a c e
17
18 int19 exam3 ()20 {21 Base:: startTrace ();22
23 cout << "#### statement: DDerived1 dd1;" << endl;24 DDerived1 dd1;25 cout << endl;26
27 cout << "#### statement: dd1.setName (1);" << endl;28 dd1.setName (1);29 cout << endl;30
31 cout << "#### statement: exec1(dd1);" << endl;32 exec1(dd1);33 cout << endl;34
35 cout << "#### statement: Base b1(\" extra \");" << endl;36 Base b1("extra");37 cout << endl;38
39 cout << "#### statement: Derived1* dp= new DDerived1 (2);" << endl;40 Derived1* dp=new DDerived1 (2);41 cout << endl;42
43 cout << "#### statement: b1 = exec2(*dp);" << endl;
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 25
44 b1=exec2 (*dp);45 cout << endl;46
47 cout << "#### statement: delete dp;" << endl;48 delete dp;49 cout << endl;50
51 cout << "### statement: return 0;" << endl;52 return 0;53 }
Verbetersleutel: (cfr voorbeeldcode; cursus deel II, hs 3, 4; Stroustrup hs 10, 11,12;). Bijgvoegde print-out, incluis de verbetersleutel opgenomen in de commentaar-lijnen. Het totaal bedraagt [25].
#### statement: DDerived1 dd1;-trace> Base::Base()-trace> called for object at 0012EF24 with name NoName-trace> Base::Base() exiting ...-trace> Derived1::Derived1()-trace> called for object at 0012EF24 with name NoName-trace> Derived1::Derived1() exiting ...-trace> DDerived1::DDerived1()-trace> called for object at 0012EF24 with name NoName-trace> DDerived1::DDerived1() exiting ...
//Constructor sequence voor dd1 [1]
#### statement: dd1.setName(1);-trace> Derived1::setName(char)-trace> called for object at 0012EF24 with name NoName-trace> Base::SetName(string)-trace> called for object at 0012EF24 with name NoName-trace> Base::SetName(string) exiting ...-trace> Derived1::setName(char) exiting ...
//Hiding of method in Base [2]
#### statement: exec1(dd1);-trace> Derived1::displayInfo() const-trace> called for object at 0012EF24 with name string with char ?-trace> Base::displayInfo() const-trace> called for object at 0012EF24 with name string with char ?Name is: string with char ?-trace> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 0-trace> Derived1::displayInfo() const exiting ...-trace> Base::Base(Base const&)-trace> called for object at 0012ED80 with name string with char ?-trace> Base::Base(Base const&) exiting ...-trace> Base::~Base()
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 26
-trace> called for object at 0012ED80 with name string with char ?-trace> Base::~Base() exiting ...
//Polymorphisme [3]//Copy ctor en dtor voor uitdrukking van return by value [2]
#### statement: Base b1("extra");-trace> Base::Base(string)-trace> called for object at 0012EEF8 with name extra-trace> Base::Base(string) exiting ...
//Gepaste ctor oproep[1]
#### statement: Derived1* dp= new DDerived1(2);-trace> Base::Base(string)-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Base::Base(string) exiting ...-trace> Derived1::Derived1(string, float)-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Derived1::Derived1(string, float) exiting ...-trace> DDerived1::DDerived1(int)-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> DDerived1::DDerived1(int) exiting ...
//Gepaste ctor sequence voor free store object[1]
#### statement: b1 = exec2(*dp);-trace> Base::getName() const-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Base::getName() const exiting ...-trace> Base::Base(string)-trace> called for object at 0012ED38 with name xx-trace> Base::Base(string) exiting ...-trace> Derived1::getSize() const-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Derived1::getSize() const exiting ...-trace> Derived1::Derived1(const Derived1&)-trace> called for object at 0012ED38 with name xx-trace> Derived1::Derived1(const Derived1&) exiting ...
//Derived1 copy ctor with calls to Base::getName and//Derived1::getSize voor pass-by-value fie-argument [3]
-trace> Derived1::displayInfo() const-trace> called for object at 0012ED38 with name xx-trace> Base::displayInfo() const-trace> called for object at 0012ED38 with name xxName is: xx-trace> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 0-trace> Derived1::displayInfo() const exiting ...
//Niet-polymorphe call [3]
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 27
-trace> Base::Base(Base const&)-trace> called for object at 0012EDDC with name xx-trace> Base::Base(Base const&) exiting ...
//Copy ctor voor rhs van toewijzing geinitialiseerd//met terugkeerwaarde [2]
-trace> Derived1::~Derived1()-trace> called for object at 0012ED38 with name xx-trace> Derived1::~Derived1() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012ED38 with name xx-trace> Base::~Base() exiting ...
//Dtor sequence voor fie-argument [2]
-trace> Base::operator=(Base const&)-trace> called for object at 0012EEF8 with name extra-trace> Base::operator=(Base const&) exiting ...
//Toewijzing [1]
-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012EDDC with name xx-trace> Base::~Base() exiting ...
//Dtor voor object geassocieerd rhs van toewijzing [1]
#### statement: delete dp;-trace> DDerived1::~DDerived1()-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> DDerived1::~DDerived1() exiting ...-trace> Derived1::~Derived1()-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Derived1::~Derived1() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 003578A8 with name xx-trace> Base::~Base() exiting ...
//Dtor sequence voor free store object [1]
### statement: return 0;-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012EEF8 with name xx-trace> Base::~Base() exiting ...-trace> DDerived1::~DDerived1()-trace> called for object at 0012EF24 with name string with char ?-trace> DDerived1::~DDerived1() exiting ...-trace> Derived1::~Derived1()-trace> called for object at 0012EF24 with name string with char ?-trace> Derived1::~Derived1() exiting ...-trace> Base::~Base()-trace> called for object at 0012EF24 with name string with char ?-trace> Base::~Base() exiting ...
//Dtor sequence voor b1 en dd1 [2]
4.3. HET EXAMEN 2006-2007 28
4.3.5 Vraag 5
Declaratie syntaxStel de volgende C++ declaraties op, zonder gebruik te maken van typedef state-ments:
1. Een const pointer naar een array van 3 pointers naar double, geınitializeerdop nul.
2. Een reference naar een functie met int als terugkeerparameter en double alsoproepparameter, geinitialiseerd met reeds gedeclareerde functie g
3. Een naar een functie zonder terugkeerparameter en met als oproepparameterseen reference naar een array van 3 doubles.
4. Een const pointer naar functie met als terugkeerparameter een pointer naardouble en als oproepparameter een pointer naar functie met als terugparametereen int en geen oproepparameters.
5. Een functie met als oproepparameter een pointer naar const double en als te-rugkeerparameter een pointer naar functie met als oproepparameter een doubleen als terugkeertype een float.
Verbetersleutel: (cfr. voorbeeldcode; Stroustrup hs 4, 5, 7; cursus hs 3). Extrahaakjes (die syntactisch quivalent zijn) en blancos zijn toegelaten. Benoemen vanoproep-parameters is toegelaten. Uitgezonderd het vergeten van de afsluitende ;worden geen fouten toegestaan. Twee punten per deelvraag; totaal [10].:
1. double *(* const a)[3] = 0;2. int (&f)(double) = g;3. void (*f)(double (&a)[3]); of void (*f)(double * const &a);4. double* (*const f)(int (*)());5. float (*f(double const *))(double);
TemplatesA) Wat is het onderstaande template en wat doet het?
1 template < typename T, typename U >2 void f( T t1 , T t2, U u)3 {4 while( t1 != t2) { u(*t1++) }5 return;6 }
Verbetersleutel (cfr. voorbeeld code; Stroustrup hs 4, 5, 7). Totaal [3]. Het gaatom een functietemplate met twee template parameters en drie oproepparameters.De eerste twee, van het type van tepmplate parameter T, geven begin en einde vaneen sequence aan. De derde oproepparameter, van template parameter U, is eenfunctor. De functie voert de functor u uit op ieder element van de sequence.
B) Schrijf een functie template met oproepparameter een container en een waar-de van het waardetype van de container en die in een gepast type als terugkeerpa-rameter het aantal elementen in de container weergeeft dat verschilt van het tweedeargument.Verbetersleutel: (voorbeeld code; Stroustrup hs 18). Totaal [4].
1 / * * C o u n t t h e e l e m e n t s o f a c o n t a i n e r . * /
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 29
2 template < typename C >3 typename C:: size_type4 count(C const& c, typename C:: value_type val)5 {6 typename C:: size_type count =0;7 for (typename C:: const_iterator it =c.begin (); it != c.end(); ++it){8 i f (*it != val) count ++;9 }
10 return count;11 }
C) Schrijf een functie template dat alle elementen van een sequence vervangtdoor de default waarde van het waardetype van de sequence.Verbetersleutel: (cfr. voorbeeld code; Stroustrup hs 18). Totaal [3].
1 / * * A s s i g n d e f a u l t v a l u e t o a l l t h e e l e m e n t s o f a s e q u e n c e . * /
2 template < typename It >3 void def(It first , It last)4 {5 typename It:: value_type defVal = It:: value_type ();6 for ( It it = first; it != last; ++it) { *it = defVal; }7 return;8 }
4.4 Het examen 2007-2008
4.4.1 Vraag 1
A. Declaratie syntaxStel de volgende C++ declaraties op, zonder gebruik te maken van typedef state-ments:
1. Een array van twee array’s van drie doubles, alle geınitializeerd op nul.2. Een pointer naar een const pointer naar een functie zonder terugkeerparameter
en met een reference naar een double als oproepparameter, geınitialiseerd opnul.
3. Een pointer naar een array van drie pointers naar functies void pointer alsoproepparameter en zonder terugkeerparameter.
4. Een functie zonder terugkeerparameter en als oproepparameter een pointernaar functie met als terugkeerparameter een int en als oproepparameter eenpointer naar double.
5. Een klasse C met in de private sectie een const double als datamember enin de publieke sectie een constructor, met oproepparameter double x , die dedatamember initialiseert met x.
VerbetersleutelExtra haakjes en blanco’s zijn toegelaten; het geven van namen aan formele para-meters in de functiesignatuur is toegelaten. Verbetersleutel verdeeld als 2 ptn per
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 30
item. Het totaal bedraagt [10 ptn].1. double a[2][3] = {{0.0,0.0,0.0}, {0.0,0.0,0.0}};
of ook nog aanvaardbaar:double a[2][3] = {0.0,0.0,0.0,0.0,0.0,0.0};
2. void (* * const f)(double&) = 0;3. void (*((*a)[3]))(void *);4. void f(int (*)(double *));5. Indentatie van klasse is vrij.
1 c la s s C {2 public: C(double x) : fDouble(x) {};3 private : double const fDouble;4 };
B. Template codeSchrijf een functie template dat alle elementen van een sequence doorloopt en telthoeveel keer de defaultwaarde van het waardetype van de sequence optreedt en dataantal als unsigned int teruggeeft.
VerbetersleutelVerdeeld als: 1pt voor template signatuur, 1pt voor gebruik van sequence, 1 pt voorgebruik geneste typedef, 1 pt voor correcte for-lus, 1 pt voor iterator dereferentie.Het totaal bedraagt [5 ptn].
1 template < typename It >2 unsigned int defCounter(It first , It last)3 {4 typename It:: value_type defVal = It:: value_type ();5 unsigned int count = 0;6 for ( It it = first; it != last; ++it) {7 i f ( *it == defVal ) ++ count;8 }9 return count;
10 }
4.4.2 Vraag 2: programma-interpretatie
Geef de output van het bijgevoegde programma “exam5.cpp” weer. Daar waar adres-sen worden uitgeprint mag je “adres-van-variabele naam” als symbolische aanduidin-gen gebruiken. De klassen die voorkomen werden ook in de voorbeeldprogramma’sgebruikt en in geen enkel opzicht gewijzigd. Opmerking: de source van “exam5.cpp”bevindt zich in de voorbeeldcode en werd, evenals de sources en headers van allegebruikte klassen, op het examen bij de opgave gevoegd.
VerbetersleutelZie bijgvoegde print-out (aanhef “gLogger>” ingekort tot “>” en vermeldingen “ad-dress at:” verkort tot “at:”). Variaties ingevolge compiler en optimizatie wordenuiteraard aanvaard (hieronder resultaten voor gcc 4.0.2 met default optimizatie).Detail van de verbetersleutel is opgenomen in de commentaarlijnen. Het totaalbedraagt [20 ptn].
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 31
> Enter: expr1> -------------------> >>>> statement: Car c;> Enter: Engine::Engine(double) for object at:: 0x7fffffb4c970> Exit : Engine::Engine(double) for object at:: 0x7fffffb4c970> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c980> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c980> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c990> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c990> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9a0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9a0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9b0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9b0> Enter: Car::Car() for object at:: 0x7fffffb4c970> Exit : Car::Car() for object at:: 0x7fffffb4c970
// default ctor voor c, voorafgegaan door ctors van subobjecten met default ctor// voor niet expliciet geinitialiseerde subobjecten [1]
> -----------> >>>> statement: Car* cp = new Car(2.0);> Enter: Engine::Engine(double) for object at:: 0x64cca0> Exit : Engine::Engine(double) for object at:: 0x64cca0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccb0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccb0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccc0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccc0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccd0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x64ccd0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x64cce0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x64cce0> Enter: Car::Car(double) for object at:: 0x64cca0> Exit : Car::Car(double) for object at:: 0x64cca0
// geparametrizeerde ctor voor free-store var op adres cp, voorafgegaan door ctors// van subobjecten en default ctor van niet expliciet geinitialiseerde subobjecten [1]
> Enter: block 1> -----------> >>>> statement: Car c1 = *cp;> Enter: Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4c910> Exit : Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4c910> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c920> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c920> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c930> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c930> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c940> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c940> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c950> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4c950> Enter: Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4c910
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 32
> Exit : Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4c910
// copy ctor voor initialisatie van c1 [1] voorafgegaan door copy ctors voor expliciet// geinitialiseerde subobjecten [1] en default ctor voor niet expliciet// geinitialiseerde subobjecten [1]
> >>>> statement: f1(c1);> Enter: Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4cab0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cac0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cac0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cad0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cad0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cae0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cae0> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4caf0> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4caf0> Enter: Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4cab0
// copy ctor voor initialistatie van functie argument voorafgegaan door ctors van// subobjecten [2]
> Enter: function f1 with argument address: 0x7fffffb4cab0> Enter: Car::isRunning() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Enter: Engine::isRunning() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Engine::isRunning() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Car::isRunning() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : function f1 with argument address: 0x7fffffb4cab0
// propagatie van isRunning oproep [1]
> Enter: Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4caf0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4caf0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cae0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cae0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cad0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cad0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cac0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cac0> Enter: Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4cab0> Exit : Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4cab0
// dtor van functie argument met correcte adresaanduiding [1]// gevolgd door dtors van subobjecten [1]
> -------------------> >>>> statement: c1 = f2(c);> Enter: function f2 with argument address: 0x7fffffb4c970
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 33
// geen ctor voor functie argument by reference argument [1]
> Enter: Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4cb30> Exit : Engine::Engine(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4cb30> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb40> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb40> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb50> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb50> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb60> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb60> Enter: Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb70> Exit : Wheel::Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb70> Enter: Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4cb30> Exit : Car::Car(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4cb30
// copy ctor voor initialisatie van terugkeerwaarde van functie [2]
> Exit : function f2 with argument at: 0x7fffffb4c970> Enter: Car::operator=(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4c910> Enter: Engine::operator=(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4c910> Exit : Engine::operator=(Engine const&) for object at:: 0x7fffffb4c910> Exit : Car::operator=(Car const&) for object at:: 0x7fffffb4c910
// assigment operator met propagatie vd oproep naar subobjecten [1] maar enkel// naar de expliciet toegewezen subobjecten [1]
> Enter: Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4cb30> Exit : Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4cb30> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb70> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb70> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb60> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb60> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb50> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb50> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb40> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4cb40> Enter: Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4cb30> Exit : Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4cb30
// dtor van terugkeerwaarde gevolgd door dtors van subobjecten [2]
> Enter: Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4c910> Exit : Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4c910> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c950> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c950> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c940> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c940> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c930> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c930> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c920
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 34
> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c920> Enter: Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4c910> Exit : Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4c910
// dtor van c1 gevolgd door dtors van subobjecten [1]
> Exit : block 1> -------------------> >>>> statement: delete cp;> Enter: Car::~Car() for object at:: 0x64cca0> Exit : Car::~Car() for object at:: 0x64cca0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x64cce0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x64cce0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccd0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccd0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccc0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccc0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccb0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x64ccb0> Enter: Engine::~Engine() for object at:: 0x64cca0> Exit : Engine::~Engine() for object at:: 0x64cca0
// dtor van object op free store gevolgd door dtors van subobjecten [1]
> Enter: Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4c970> Exit : Car::~Car() for object at:: 0x7fffffb4c970> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9b0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9b0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9a0> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c9a0> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c990> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c990> Enter: Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c980> Exit : Wheel::~Wheel() for object at: 0x7fffffb4c980> Enter: Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4c970> Exit : Engine::~Engine() for object at:: 0x7fffffb4c970
// dtor van c gevolgd door dtors van subobjecten [1]
> Exit : expr1
4.4.3 Vraag 3: programma-interpretatie
Geef de output van het bijgevoegde programma “exam6.cpp” weer. Daar waar adres-sen worden uitgeprint mag je “adres-van-variabele naam” als symbolische aanduidin-gen gebruiken. De klassen die voorkomen werden ook in de voorbeeldprogramma’sgebruikt en in geen enkel opzicht gewijzigd. Opmerking: de source van “exam5.cpp”bevindt zich in de voorbeeldcode en werd, evenals de sources en headers van allegebruikte klassen, op het examen bij de opgave gevoegd.
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 35
VerbetersleutelVerbetersleutel: zie bijgvoegde print-out (aanhef “-trace>” ingekort tot “>” en ver-meldingen “address at:” verkort tot “at:”). Variaties ingevolge compileroptimizatieworden uiteraard aanvaard (hieronder resultaten voor gcc 4.0.2 met default opti-mizatie). Detail van de verbetersleutel is opgenomen in de commentaarlijnen. Hettotaal bedraagt [15 ptn].
#### statement: DDerived1 dd1(5);> Base::Base(string)> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Base::Base(string) exiting ...> Derived1::Derived1(string, float)> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Derived1::Derived1(string, float) exiting ...> DDerived1::DDerived1(int)> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> DDerived1::DDerived1(int) exiting ...
// geparametrizeerde ctor van dd1 [1] voorafgegaan door ctors van base subobjecten [1]
#### statement: dd1.setSize(1.0F);> Derived1::setSize(float)> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Derived1::setSize(float) exiting ...
// methode oproep met correcte methode lookup en overload resolution [1]
#### statement: exec1(dd1);> Derived1::displayInfo() const> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Base::displayInfo() const> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxxName is: xxxxx> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 1> Derived1::displayInfo() const exiting ...
// polymorphe oproep via reference variabele [1]
> Base::Base(Base const&)> called for object at 0x7ffffffc8150 with name xxxxx> Base::Base(Base const&) exiting ...
// copy ctor voor initialisatie van terugkeerwaarde [1]
> Base::~Base()> called for object at 0x7ffffffc8150 with name xxxxx> Base::~Base() exiting ...
// dtor van terugkeerwaarde [1]
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 36
#### statement: exec2(DDerived1());> Base::Base()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Base::Base() exiting ...> Derived1::Derived1()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Derived1::Derived1() exiting ...> DDerived1::DDerived1()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> DDerived1::DDerived1() exiting ...
// default ctor (t.e.m. base subojecten) voor rvalue temporary om functie argument// met te initialiseren [1]
> Base::getName() const> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Base::getName() const exiting ...> Base::Base(string)> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoName> Base::Base(string) exiting ...> Derived1::getSize() const> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Derived1::getSize() const exiting ...> Derived1::Derived1(const Derived1&)> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoName> Derived1::Derived1(const Derived1&) exiting ...
// copy ctor voor initialisatie van functie argument [1] met oproep voor de// rvalues gebruikt in zijn initialisatielijst [1]
> Derived1::displayInfo() const> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoName> Base::displayInfo() const> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoNameName is: NoName> Base::displayInfo() const exiting ...Size is: 0> Derived1::displayInfo() const exiting ...
// niet-polymorphe oproep op functie argument[1]
> Base::Base(Base const&)> called for object at 0x7ffffffc8160 with name NoName> Base::Base(Base const&) exiting ...
// copy ctor voor initialisatie van terugkeerwaarde [1]
> Base::~Base()> called for object at 0x7ffffffc8160 with name NoName> Base::~Base() exiting ...
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 37
// dtor voor terugkeerwaarde (bij Visual8 komt deze pas na volgende dtor) [1]
> Derived1::~Derived1()> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoName> Derived1::~Derived1() exiting ...> Base::~Base()> called for object at 0x7ffffffc8170 with name NoName> Base::~Base() exiting ...
// dtor voor functie argument gevolgd door dtors voor base subobject [1]
> DDerived1::~DDerived1()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> DDerived1::~DDerived1() exiting ...> Derived1::~Derived1()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Derived1::~Derived1() exiting ...> Base::~Base()> called for object at 0x7ffffffc8190 with name NoName> Base::~Base() exiting ...
// dtor voor rvalue temp gevolgd door dtors voor base subobjecten [1]
exam6 exiting ...> DDerived1::~DDerived1()> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> DDerived1::~DDerived1() exiting ...> Derived1::~Derived1()> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Derived1::~Derived1() exiting ...> Base::~Base()> called for object at 0x7ffffffc8130 with name xxxxx> Base::~Base() exiting ...
// dtor voor variable dd1 gevolgd door dtors voor base subobjecten [1]
4.4.4 Vraag 4: definities en begrippen
Leg zo kort mogelijk de begrippen 1. t.e.m. 4. uit, en geef voor 5. t.e.m. 7 telkenszo kort mogelijk kort de verbanden en verschillen tussen de twee begrippen:
1. Storage duration (en ihb de drie categorie storage duration in C++ ) [2 ptn]2. Linkage (en ihb de drie categorie linkage in C++) [2 ptn]3. Virtual inheritance [2 ptn]4. Type conformiteit [2 ptn]5. Dynamisch type (de specifieke definitie voor C++) en late binding [4 ptn]6. Publieke versus private inheritance [4 ptn]7. Liskov substitutie principe versus methode precondities [4 ptn]
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 38
VerbetersleutelHieronder een modelantwoord (meerdere correcte formuleringen zijn mogelijk) metquoterings-elementen op totaal [20 ptn].
1. Storage duration (en ihb de drie categorie storage duration in C++ ) [2 ptn]:Storage duration is een eigenschap van objecten (in de zin van de C++ stan-daard nl. “region of storage”) die de minimale potentie levensduur van hetobject aangeeft. C++ kent drie soorten storage duration:
• Dynamic storage duration waarbij object tijdens programma-uitvoeringgecrerd worden via “new” uitdrukkingen en vernietigd worden via “dele-te” uitdrukkingen.
• Automatic storage duration voor local objecten die niet als “static” of“extern” gedeclareerd zijn, en die duurt tot de code block afloopt waarinhet object gecreeerd werd.
• Static storage duration geldt voor alle overige objecten en deze loopt afbij het beeindigen van het programma
2. Linkage (en ihb de drie categorie linkage in C++) [2 ptn] :Een naam heeft in C++ linkage wanneer hij hetzelfde object, functie, type,template, aangeeft als een een naam die in een andere scope gedeclareerd werd.C++ kent drie linkage categorie voor een naam:
• “no linkage” wanneer de naam een entiteit aanduidt waarnaar niet kangerefereerd worden in andere scopes
• “internal linkage” wanneer naar de entiteit enkel gerefereerd kan wordendoor namen in andere scopes in dezelfde translation unit
• “external linkage” wanner naar de entiteit kan gerefereerd worden doornamen in andere scopes in dezelfde translation unit of scopes in een anderetranslation unit.
3. Virtual inhritance [2 ptn]:Virtual inheritance komt voor in de context van multiple inheritance. Hetgeeft de mogelijkheid om de duplicatie van base subobjecten te vermijden dieanders optreedt bij afleiding uit nzelfde klasse via meerdere paden, via hetgebruik van het keyword virtual in de afleiding. Het prototypisch voorbeeld(met een ruit als inheritance diagram) is:
1 c la s s Derived1: public v irtual Base {};2 c la s s Derived2: public v irtual Base {};3 c la s s NoReplicationOfBase: public Derived1 , public Derived2 {};
In objecten van de meest afgeleide klasse zal slechts een subobject van Baseaanwezig zijn ipv twee.
4. Type conformiteit [2 ptn]:Een type S is conform met een type T als een object van type S kan gesubsti-tueerd worden in elke context waar een object van type T verwacht wordt endaarbij de (semantische) correctheid van het programma bewaar blijft als hetaccessor operaties op het object uitvoert.
5. Dynamisch type (specifieke definitie voor C++) versus late binding [4 ptn] :
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 39
Het dynamisch type van een lvalue is het type van het meest afgeleide objectwaar de lvlaue naar refereert. In C++ geldt dit voor pointer types waarbijhet static type is “pointer naar Base” en het dynamisch type “pointer naarDerived” (Derived afgeleid van Base) als de pointer idd naar een Derived objectwijst. Hetzelfde geldt voor references. Bij late binding is (in tegenstelling totearly of static binding) wordt een oproep naar een memberfunctie op runtimegebonden aan de uitvoerbare code. Dit geldt wanneer de oproep verloopt viapointer of reference, de betrokken memberfunctie virtual is gedeclareerd in debase klasse, en overridden is in de afgeleide klasse. Bij late binding is hetdan het dynamisch type dat bepaalt welke memberfunctie aan de oproep zalvoldoen.
6. Publieke versus private inheritance [4 ptn]:Een base klasse kan public of private afgeleid worden: “class D: public B”versus “class D: private B”. Het verschil ligt in de toegangs regels tot het Bsubobject:
• Public: publieke members van B zijn voor iedere entiteit toegankelijk;protected members van B zijn toegankelijk voor members en friends vanD; ieder functie kan een D* (pointer naar D) converteren naar een B*(pointer naar B)
• Private: publieke en protected members van B kunnen enkel door mem-bers en friends van D gebruikt worden. Enkel members en friends van Dkunnen een D* naar een B* converteren.
Publieke inheritance speelt een rol in type-subtype relaties terwijl private in-heritance veel minder vaak gebruikt wordt: enkel wanneer aggregatie van hetbase suboject niet mogelijk is omdat sommige base methoden geherdefinieerdof overriden moeten worden.
7. Liskov substitutie principe versus methode precondities [4 ptn] :Het Liskov substitutie principe geeft aan dat een type S een subtype vaneen type T is wanneer in elke programmacontext waar een object van typeT verwacht wordt een object van type S gesubstitueerd mag worden zonderdat de semantische correctheid van het programma verloeren gaat, ook alsalle (incluis modifier) operatie op het object toegelaten zijn. Uit dit principekan men eisen op de precondities van de operaties in S versus die T afleiden(evenals eisen op postcondities en invarianten). Namelijk: precondities moetenin een afleidingshierarchie contravarieren. Dat wil zeggen dat als men vanT (supertype of base type) naar S (subtype of derived type) evolueert, danmoeten de precondities minder specifiek, minder strikt, worden.
4.4.5 Vraag 5: taalconstructen [15 ptn]
Leg zo kort mogelijk de volgende aspecten uit van exception handling in C++ :1. basisfilosofie [3ptn]2. try-catch structuur [3ptn]3. stack frame unwinding mechanisme [3ptn]4. hi’erarchie van exception klassen [3ptn]5. matching in catch clause [3ptn]
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 40
VerbetersleutelHieronder een modelantwoord (meerdere correcte formuleringen zijn mogelijk) metquoteringselementen, 3 punten per item, op totaal [15].
1. basisfilosofie [3ptn]Het doel is foutafhandeling te realiseren in software die uit onafhankelijk ont-wikkelde componenten is samengesteld. In het bijzonder moeten het mogelijkzijn de fout af te handelen op een ander controleniveau dan daar waar ze op-treedt. Dit zonder nodeloos het prototype van functies vervormen zoals bijde “foutstatus als terugkeerwaarde” aanpak van C, waarbij trouwens de pro-grammalogica verweven raakt met de foutafhandelingslogica. Ook zonder deongecontroleerde sprong waarbij er geen afhandeling is van gebruikte resources,zoals bij de “longjump” aanpak van C.
2. try-catch structuur [3ptn]De basis structuur is als volgt
1 try {2 / / b o d y o f t h e t r y b l o c k
3 ..........4 i f (....) { / / e x t r e e m p r o b l e e m
5 / / t h r o w t h e e x c e p t i o n
6 throw Exception("extreme occurrence");7 }8 ..........9 }
10 / / r u n t i m e u n w i n d s c a l l s t a c k u n t i l l i t h i t s c a t c h
11 catch (Exception& e){12 / / b o d y o f t h e e x c e p t i o n h a n d l e r
13
14 }
Er kunnen meerdere catch clauses na elkaar opgegeven worden die in volgordeafgelopen worden tot een match met de opgeworpen exception optreedt (zieverder). Typisch wordt de exception in een reference (desgevallend pointer) va-riabele opgevangen om polymorfisme in de afleidingshierarchie van exceptionseen rol te laten spelen in de exception handler (zie verder).
3. stack frame unwinding mechanisme [3ptn]Wanneer een exception opgeworpen wordt zal het runtime systeem stack fra-mes afbouwen en daarbij telkens de destructoren laten lopen van de objecten inhet frame dat afgebouwd wordt. Dit is essentieel bij resourcebeheer waar openfiles, netwerkconnecties, free store geheugen, afgesloten worden zodat het pro-gramma in consistente toestand blijft. Het afbouwen van de stack frame duurttot het frame waarin een catch clause optreedt die de opgeworpen exceptionmatcht.
4. hierarchie van exception klassen [3ptn]Exceptions worden typisch in een hierarchie (n enkele root dus) gestructureerdom het afhandelen van specifieke exceptions en het afhandelen van volledige ca-tegorie van exceptions vlot mogelijk te kunnen combineren. Hierbij is gebruikvan het polymorphisme in de hierarchie essentieel. Typisch voorbeeld
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 41
1 c la s s MathErr {};2 c la s s Overflow : public MathErr {};3 c la s s Underflow : Public MathErr {};4 c la s s ZeroDivide : Public MathErr {};5 try {}6 catch (ZeroDivide& m) {z.printDivisor ();}7 catch (MathErr& m) {m.printMessage ();
Gelet op het algorithme voor matchen van exception en catch clause (cfr 5) ishet wel nodig dat de hierarchie en de volgorde van de catch clauses op elkaarafgestemd is, zoniet onstaan onbereikbare catch clauses.
5. matching in catch clause [3ptn]Het matchen van de opgeworpen exception aan catch clauses gebeurd volgensonderstaand algorthme:
1 try { ; throw (E); }2 catch (H) {};
E en H vormen een match als H de ellipsis is (catch-all situatie) of als• H is van hetzelfde type als E, of het is een duidige, pubieke base van E• H en E zijn pointer types, en (a) geldt voor de types waar ze naar wijzen• H en E zijn reference types, en (a) geldt voor de types waarnaar ze refe-
rerenEen const kwalificatie in de catch clause heft geen e!ect op de match. Het zoe-ken naar een match wordt stopgezet zodra een eerste match gevonden wordt.
4.4.6 Vraag 6: taalconstructen [15 ptn]
Leg zo kort mogelijk de volgende aspecten van operator overloading uit:1. doel [1 ptn]2. memberfunctie versus helper implementatie [2 ptn]3. interpretatieschema van uitdrukkingen als operator oproep [2 ptn]4. beperkingen [2 ptn]
Geef (zo kort mogelijk) een voorbeeld van een klasse met n double als datamemberen de vier operatoren = en += en + en ¡¡ (alle met hun gebruiklijke betekenis). [8ptn, 2 per operator]
VerbetersleutelHieronder een modelantwoord (meerdere correcte formuleringen zijn mogelijk) metquoteringselementen op totaal [15]. In het voorbeeld: 2 ptn per operator, telkens 1pt voor correcte signatuur en 1 pt voor correct functiebody.
• Ee self-assignment test in de operator= is goed maar niet verplicht• De operator+ als member wordt aanvaard maar met -0.25 wegens onnodige
uitbreiding van de interface van de voorbeeld-klasse• De operator+ mag geen reference type als return hebben (de operator+= wel)• De operator<< als member kan niet vermits dan de voorbeeld-klasse (en niet
std::ostream) als eerste arument (en dus eerste operand in de uitdrukking) zoumoeten optreden.
4.4. HET EXAMEN 2007-2008 42
• De operator<< als friend (zonder de getter als memberfunctie die hoe dan ooknodig is) wordt ook aanvaard maar met -0.25 wegens onnodig sterke koppelingtussen de voorbeeld-klasse en std::iostream.
1. doel [1 ptn]:Operator overloading is het invoeren van member- of helpersfuncties die hetmogelijk maakt om ook voor klassen uitdrukkingen met operatoren zin te ge-ven. Het doel van overloading is de bruikbaarheid van de klasse te verhogendoor een intuief duidelijke en expressieve interface aan te bieden aan de clients,en de leesbaarheid van client code te verhogen door de structuur van uitdruk-kingen te vereenvoudigen.
2. memberfunctie versus helper implementatie [2 ptn]:De operator kan als non-static memberfunctie ingevoerd worden, typisch
1 c la s s C {2 public:3 ‘‘return -type’’ operator ‘‘operatorsymbool ’’(parameters) {}4 };
ofwel als kan hij als helperfunctie ingevoerd worden, typisch‘‘return-type’’operator ‘‘operatorsymbool’’(parameters cfr 3) {} Beide zijngelijkwaardig wat overload resolutie betreft. De keuze wordt bepaald aan dehand van overwegingen zoals: de helper moet friend gemaakt worden omwillevan toegang tot private sectie van de klasse, ihb biezonder als data membersgewijzigd moeten worden (–¿ voorkeur member) men wil de klasse interfaceminimaal wil houden (–¿ voorkeur helper). Ook kan een van de argumentenvan de operator een onnodige koppeling introduceren (voorkeur helper, even-tueel in apart header file). soms heeft men nagenoeg geen keuze omdat deoperator als member enkel in de klasse van het eerste argument ingeschre-ven kan worden, en als deze klasse niet in broncode beschikbaar is moet eenimplementatie als helper.3. interpretatieschema van uitdrukkingen als operator oproep [2 ptn] Uitdruk-kingen met operator symbolen worden geterpreteerd zoals aangegeven in hetonderstaande schema (waarbij de @ staat voor het operator symbool)
member function non-member function@a (a).operator@() operator@(a) [unaire, prefix]a@b (a).operator@(b) operator@(a,b) [binaire]a=b (a).operator=(b)a[b] (a).operator[](b)a(b) (a).operator()(b)a’ (a).operator’()a@ (a).operator@(0) operator@(a,0) [unaire, postfix]Hierbij geldt er geen voorkeur tussen members en helpers in de overload reso-lutie als beide gedefinieerd zijn.
3. beperkingen [2 ptn]De syntactische beperkingen zijn dan men geen nieuwe operator symbolenkan invoeren, geen operatoren op ingebouwde types kan invoeren, de ariteit-,precedentie- en associativiteitsregels van de operatoren niet kan wijzigen, dat
de operator “.”, “.*”, “::”, “sizeof”, “typeid” en de ternair (?:) operator nietmag overladen, en tot slot dat de operator “=”, “”’, “[]” en “()” enkel alsmemberfuncties ge’implementeerd kunnen worden. De semantische beperkin-gen zijn dat de algemeen geldende interpretatie van de operator-symbolen ende algemeen gelden semantische relaties tussen de operators-ymbolen onderlinggerespecteerd moeten worden.
Geef (zo kort mogelijk) een voorbeeld van een klasse met n double als datamem-ber en de vier operatoren = en += en + en ¡¡ (alle met hun gebruiklijke betekenis)[8 ptn].
1 # i n c l u d e <iostream >2
3 c la s s D {4 public:5 D(double d = 0.0) : fD(d) {}6 D& operator=(D const& rhs) { fD = rhs.fD; return * th i s ; }7 D& operator +=(D d) { fD += d.fD; return * th i s ; }8 double getValue () const { return fD; }9 private :
10 double fD;11 };12
13 D operator+( D d1 , D d2) { D d=d1; return d+=d2; }14
15 std:: ostream&16 operator <<(std:: ostream& os , D d) {17 os << d.getValue (); return os;18 / / k a n o o k :
19 / / r e t u r n o s < < d . g e t V a l u e ( ) ;
20 }
Bibliografie
Cline, M., Lomow, G. and Girou, M. (1999), C++ FAQs, Addison-Wesley PublishingCompany, Inc., Reading, Massachusetts.
ISO/IEC (1998), ‘International standard: Programming languages - c++’, ANSI,Reference Number ISO/IEC 14882:1998(E). International Standardization Orga-nization.
Stroustrup, B. (2000), The C++ Programming Language, Special Edition, Addison-Wesley Publishing Company, Inc., Reading, Massachusetts.
Studiewijzer 1
Werkvormen
De theorie:
De theorie wordt verstrekt in de vorm van interactieve hoorcolleges: het begrip van de
theorie wordt tijdens de lessen continu geverifieerd aan de hand van multiple choice
vragen (niet voor punten).
Het bijwonen van de theorielessen heeft als meerwaarde dat u wordt geactiveerd om na te
denken over de cursusinhoud aan de hand van de meerkeuzevragen. Deze vragen zijn
gelijkaardig aan de vragen die op het theorie-examen gesteld zullen worden.
De oefeningen:
Online tests en tutorials:
De oefeningen worden aangeboden als online testen af te leggen tegen een deadline. De
online oefentesten kunnen zo vaak herdaan worden als men wil, de echte testen voor
punten kan men slechts 4 keer uitvoeren en enkel de laatste punten tellen mee. Dit om
random geklik te voorkomen. Na de deadline kan de test niet meer worden afgelegd voor
punten en kan enkel de oefentest nog worden gebruikt.
Indien men er niet in slaagt de test naar behoren uit te voeren, kan men de tutorial
volgen over deze oefeningen die ruim een week voor de deadline wordt georganiseerd
(alle deadlines vallen op zondag om middernacht). Deze tutorial vervangt de klassieke
oefeningenlessen en tijdens deze tutorial zullen 2 à 3 oefeningen stap-voor-stap op
simpele wijze uitgelegd worden. Om op deze mogelijkheid (komen of niet) in tespelen,
moet u natuurlijk altijd de online tests proberen vóór de tutorial!!! Dit jaar worden de
tutorials gegroepeerd, zodanig dat u gedurende drie weken enkel tutorials zal hebben en u
niet alle deadlines in de laatste lesweken hebt. Enkel de hoofdstukken afgewerkt vóór
deze tutorials zullen deel uitmaken van het oefeningenexamen.
Indien men de online tests op zelfstandige wijze succesvol aflegt is aanwezigheid op
de tutorial overbodig. De tutorials beginnen echt vanaf nul en zullen in dit geval voor u
tijdverspilling zijn.
De drijfveer achter de tutorials is de mogelijkheid de oefeningenlessen toe te spitsen op
de studenten die het echt nodig hebben en tegelijkertijd niet de tijd te verspillen van de
studenten die het al allemaal kunnen.
Het doel van de online tests op zich is ook van u voldoende oefenmateriaal te verschaffen
van hetzelfde niveau als het oefeningexamen zelf. U weet dus perfect of u het
oefeningenexamen zal aankunnen of niet: kan u de tests, dan kan u het examen.
De laatste twee lessen zijn klassieke oefeningenlessen, waarin oefeningen worden
aangeboden van het hogere niveau, gespreid over de verschillende hoofdstukken. Er
wordt vanuit gegaan dat de studenten tegen deze laatste lessen de oefeningen van het
basisniveau (d.i. voorbeeldoefeningen in de cursus, oefeningen in de tutorials, oefeningen
van de online tests) kunnen.
Studiewijzer 2
Logische volgorde
De exacte datum van de theorielessen, deadlines en tutorials zijn te vinden op pagina 3
van deze studiewijzer, en op blackboard onder de knop “lessenplan”. Enkel het
lessenplan onder de knop “lessenplan” zal ge-update worden indien er zich wijzigingen
voordoen.
Globaal is de volgorde:
1) de theorie over een bepaald hoofdstuk wordt afgewerkt tijdens de theorielessen
2) u probeert thuis online de oefentest over dat hoofdstuk
3) er is een tutorial over dat hoofdstuk en u komt indien u dit NODIG acht, op basis van
uw resultaat voor de online tests
4) u heeft weer een week tijd om opnieuw te proberen de online test in te vullen
5) u maakt de meetellende online test voor de deadline.
Evaluatie
De online-tests tellen allen samen in totaal mee voor 2 van de 20 punten. Elke test weegt
evenveel. De tests kunnen 4 x geprobeerd worden, enkel het laatste cijfer telt mee. (De
oefentesten kunnen eindeloos herhaald worden, maar tellen NIET mee.) In principe zou
elke student mits inzet en vooruitgang deze punten dus moeten kunnen behalen.
Het oefeningen-examen bevat 15 multiple choice vragen van hetzelfde niveau als de
online-tests en 5 vragen van het niveau als in de klassieke oefenlessen aan het einde van
de lessenreeks. D.w.z. dat u tot en met 15 kan halen met vragen van het niveau van de
online tests, wil u meer, zal u ook de vijf vragen van hoger niveau moeten kunnen
beantwoorden. Voor elk juist antwoord (ongeacht moeilijkheidsgraad) krijgt u +1, voor
elk fout antwoord -0.25, voor niet beantwoordde vragen 0. De vragen kunnen worden
uitgewerkt op aparte bladen, maar enkel de multiple choice bladen moeten worden
ingeleverd, niet de uitwerking. Dit telt mee voor 9 van de 20 punten.
Het theorie-examen bevat multiple choice die hetzelfde soort denkvragen zijn zoals
tijdens de lessen ook worden gesteld. Voor elk juist antwoord krijgt u +1, voor elk fout
antwoord -0.25, voor niet beantwoordde vragen 0. Telt mee voor 9 op 20.
Er worden geen partiële vrijstellingen gegeven. Is men niet geslaagd, moet men in
tweede zit steeds zowel theorie als oefeningen opnieuw afleggen. Indien men de 4
beurten voor de online tests nog niet heeft opgebruikt, kan men ook deze trachten te
verbeteren tegen de deadline van tweede zit (die valt op de dag van het examen).
Studiewijzer 3
Lessenplan
week datum theo/tutorial Onderwerp
1 22-Sep theorie kinematica
24-Sep theorie dynamica
2 29-Sep theorie dynamica
01-Oct theorie electrostatica
3 06-Oct theorie electrostatica
08-Oct theorie electrodynamica
4 13-Oct theorie magnetisme
15-Oct theorie geen les
5 20-Oct theorie magnetisme
22-Oct theorie trillingen en golven
6 27-Oct theorie trillingen en golven
29-Oct theorie EM golven
7 03-Nov tutorial kinematica
05-Nov tutorial dynamica
8 10-Nov tutorial elektrostatica
12-Nov tutorial elektrodynamica
9 17-Nov tutorial magnetisme
19-Nov tutorial trillingen en golven
10 24-Nov theorie thermometrie
26-Nov theorie thermometrie en thermodynamica
11 01-Dec theorie optica
03-Dec theorie geavanceerde materialen
12 08-Dec theorie halfgeleiders
10-Dec theorie miniaturisering
13 13-Dec oefeningen moeilijker oefn alle hoofdstukken
17-Dec oefeningen moeilijker oefn alle hoofdstukken
Deadlines
altijd zondag
van de week
na de tutorial
10-Nov 00:00
deadline online testen
kinematica1D en 2D
10-Nov 00:00 deadline online test dynamica
17-Nov 00:00 deadline online test elektrostatica
17-Nov 00:00
deadline online test
elektrodynamica
24-Nov 00:00 deadline online test magnetisme
01-Dec 00:00
deadline online test trillingenen
golven
Jaarproject programmeren bij LORE
Elke onderzoeksgroep heeft een eigen karakter en vereisten. Zo ook met LORE. Opdat
je zou weten wat we van je verwachten maar ook wat je van ons mag verwachten,
hebben we dit document opgesteld. Alle nuttige informatie ivm jouw jaarproject staat
hierin. Dan rest ons enkel nog om jullie veel succes te wensen met deze nieuwe
uitdaging.
1 Algemeen
Wat is LORE
LORE is een onderzoeksgroep van de Universiteit Antwerpen. Ze houdt zichvoornamelijk bezig met ondezoek rond software re-engineering. Vandaar ookde naam Lab On Re-Engineering.
Wat is een jaarproject
Als informatici zullen jullie later vaak echte ontwikkelings-projecten moetenbegeleiden. Het gaat daarbij niet enkel om de implementatie van een stuksoftware maar over het geheel van stappen om tot een afgewerkt product tekomen. Dus naast implementatie heb je ook te maken met het vastleggen vande vereisten van de klant, het uitwerken van een ontwerp etc.
Een jaarproject is vergelijkbaar met dergelijk project. Enkel de grootte van deopdracht zal verschillen.
Doel van een jaarproject
De bedoeling van het jaarproject is dat studenten aantonen dat ze een complexcomputer systeem kunnen opbouwen. Ze hebben daarvoor twee semesters detijd.
Op het einde van het tweede semester volgt er dan een evaluatie. Typischgebeurt dit via een kort verslag en een presentatie.
2 Wat wij verwachten
Doorlopend
We houden regelmatig bijeenkomsten. Op die bijeenkomsten weten we graagwaar jullie mee bezig zijn. Op die manier verwachten we dus een constanterapportering.
Eerste week (weken)
Aan het begin van de rit willen we al snel twee dingen van jou krijgen.
Het eerste is een kort verslag met daarin twee dingen:- Korte beschrijving van jouw project. Beschrijf in je eigen woorden
jouw project- De reden waarom je dit project hebt gekozen. Dit houdt ook in dat
je vertelt wat je adhv dit project wil leren.
Het tweede is een plan. Dit plan moet vooral voor de beginperiode bestaan uitzeer korte tijdsperiodes die afgesloten worden door een duidelijk doel. Ditdoel is het beste een stukje functionaliteit. Dit plan zorgt er allereerst voor datje niet zal verloren lopen in een bos van features omdat je telkens mikt op eennieuw stukje functionalteit. Voor ons is het ook een middel om jullie proces inde hand te houden. Als je bv hard afwijkt van je plan kunnen we ingrijpen enje terug op het juiste spoor zetten.
Jouw plan moet ook de risisco’s die je voorziet, reduceren. Dit kan jenatuurlijk niet doen vooraleer je een risico-analyse hebt gemaakt. In dezeanalyse leg je de mogelijk risico’s vast. Het resultaat van deze analyse is eendeel van je plan. Daarom moet het er als een soort van appendix bij zitten.
Op het einde
Elk project op een universiteit wordt afgesloten door een evaluatie. Hier is datnatuurlijk niet anders.
De evaluatie gebeurt door een project verdediging op het einde van de 1ste
zittijd. Ze duurt ongeveer 1/2 uur per project. Je moet zelf het initiatief nemenvoor de organisatie van je verdediging.
Ten minste 1 week voor jouw projectverdediging verwachten we een verslag.
VerslagDit verslag is een korte rapportering naar een imaginaire projectstuurgroep.Deze groep bestaat uit een aantal mensen met technische kennis, maar vooralvertegenwoordigers van de eindgebruikers en het management die dus weinigtot geen technische kennis hebben. Je verslag moet dan ook zo veel mogelijkeen abstractie maken van de technische kennis. Het is dus ook belangrijk dat jealles op een zodanige manier verwoordt dat het ook voor niet-informaticiverstaanbaar is.
Wat moet er zoal in dat verslag staan? Wel, we verwachten minstens volgendeinformatie terug te vinden:
- korte samenvatting: (a) WIE was het doelpubliek, (b) WAT washet probleem dat het project moest oplossen, (c) HOE werd hetprobleem opgelost
- status: in hoeverre heb je de opdracht volbracht, wat zal er nuverder met het project gaan gebeuren
- behoeftes: hoe heb je de behoeftes vastgelegd (vb. gesprekken metde klant, discussies a.h.v. prototypes, CRC Cards, use cases, ...).Waarom?
- ontwerp: hoe heb je het software systeem ontworpen (vb.architectuur, patterns, UML, ER-diagrammen, ...). Waarom?
- implementatie: i.e. de gehanteerde implementatietechnologie (vb.welke versie van Java, welke libraries, welke compiler, hoeveelklasses, hoeveel tests, ...). Waarom die?
- tests: welke testsmethodes heb je gebruikt en in hoeverre dekkendie de behoeftes
N.B. geen tests = niet geslaagd
- tijdsschema: wat heb je wanneer gedaan; in hoeverre heb je jeplanning moeten aanpassen
- problemen: welke (overwachte) problemen heb je tijdens hetproject gehad en hoe heb je ze aangepakt
N.B. een project zonder problemen is geen echt project. Het heeft dusgeen zin problemen te verbergen. Bovendien wordt je vooralbeoordeeld op je "probleemoplossend vermogen".
Let op, als je je problemen beschrijft moet je abstractie maken van detechnische details. Je eindgebruikers willen niet horen dat erproblemen zijn met het combineren van JDK1.1 met Javabeans 2.1Netscape explorer 3.7; ze hebben jouw precies uitgekozen om dat soortproblemen voor hen op te lossen. Maar ze zijn wel geinteresseerd omte weten dat er moeilijkheden zijn om het software systeem compatibelte houden met de verschillende web-browsers die nu in omloop zijn, enwat voor impact dat zal hebben op het gebruiksgemak. Ze zijn ook nietgeinteresseerd in welke cryptografie-algoritmes zijn gebruikt om deveiligheid van je systeem te garanderen, maar ze willen wel weten hoeveilig het systeem is en welke potentiele veiligheidsrisico's ze nemen.
Verdediging
De eigenlijk project verdediging tenslotte zal bestaan uit:
- demonstratie: voor te bereiden aan de hand van realistischescenario’s (cfr. Behoeftes )
- bespreking verslag: overlopen van de gemaakte keuzes enverantwoording ervan.
- Nakijken behoeftes, ontwerp, implementatie en tests. Zorgdaarom dat alles online beschikbaar is.
Beoordelingscriteria
Selectie
Om te slagen moet je project een kwaliteitsproduct hebben opgeleverd. De volgendeelementen zijn minstens aanwezig
- implementatie & tests: er is een werkend systeem waarvanaangetoond kan worden (d.m.v. tests) dat ze doet wat zeverondersteld wordt te doen.
- analyse & ontwerp: er is een behoeftenspecificatie plus de nodigeontwerpdocumentatie, zodat iemand anders dit project zou kunnenovernemen.
Diversificatie
Om te oordelen hoe goed je project wel was wordt er met de volgende criteriarekening gehouden
- de motivatie van de gemaakte keuzes: in hoeverre kun je de keuzevan de gebruikte technieken verantwoorden in functie van decontext van je project ?
- de mate van controle: in hoeverre heb je het projectverloop ondercontrole kunnen houden (cfr. hoe heb je de planning bijgestuurd).
- Merk op dat het geen goeie zaak is om je planning niet bij testuren: dat betekent dat je geen gebruik hebt gemaakt van deopportuniteiten die zich tijdens een project altijd voordoen.
- probleem oplossend vermogen: in hoeverre ben je in staatproblemen in een vroeg stadium te identificeren, de gepasteoplossingen te bedenken en die oplossingen effectief door tevoeren.
3 Wat je van ons mag verwachten
Elk project krijgt een begeleider toegewezen. Deze begeleiders wordenzodanig gekozen dat ze kunnen meepraten over het onderwerp van jouwproject. Binnen de mate van hun beschikbaarheid staan ze je graag bij metraad. Houd er wel rekening mee dat zij ook nog andere dingen doen dan enkelstudenten begeleiden dus maak best eerst een afspraak.
Met vaste intervallen zijn er bijeenkomsten van alle studenten die hunjaarproject binnen LORE doen. Deze bijeenkomsten zijn in de eerste plaatsbedoeld voor de opvolging van jullie project. Zo kunnen wij zien dat jullieproject wel degelijk de juiste richting uitgaat. Mocht dit niet het geval zijn danzullen wij jullie proberen te sturen in de juiste richting.
Deze bijeenkomsten zijn ook handig als kruisbestuiving van studentenonderling. Zo heeft misschien een van je lotgenoten wel de oplossing voor een
van jouw problemen. Of een goed idee misschien. Je leert ook om je projectaan iemand anders uit te leggen die er volledig buiten staat. Dit is een mustvoor elke professionele software ontwikkelaar.
LORE, 11/10/2002
Prof. S. Demeyer
Bart Du BoisHans StentenPieter Van GorpFilip Van RysselbergheAndy Zaidman
Bijlage Ix.3.5:
Eindrapport visitatiecommissie onderzoek.
Research Programs Computer Science of the University of Antwerp: Quality Assessment 1999-2007
PEER REVIEW COMMITTEE REPORT
June 2008
2
Part A: General
A.1. Introduction
Research Assessment Exercises (RAEs) in European universities are common in countries
such as the Netherlands and the UK. These RAEs are carried out by committees of peers.
In the Netherlands, for instance, there exists a comprehensive system of research assessment
across all universities and all research fields, with RAEs taking place every 6 years. This
system started operating in the 1980s.
Since 1991 Flemish universities too are expected to implement a comprehensive system of
research quality assessments. The universities are, however, free in choosing the format of
these quality assessments. In the ‘90s this resulted in several universities commissioning a
bibliometric evaluation of the impact of their publications (De Bruin, Moed, & Spruyt, 1993;
Korevaar et al., 1995; Van Den Berghe et al., 1998).
In 2000 the University of Antwerp decided to add assessments by international peers to
these bibliometric evaluations in the natural and biomedical sciences. No site visits were
organized, however. In parallel a first round of internal quality assessments in the social
sciences and humanities took place (van Leeuwen, Visser, Spruyt, & Moed, 2001; Spruyt,
2003; Visser, Moed, Spruyt, & Nederhof, 2004).
Although these initiatives had a clear impact on the UA research community, they do not
meet international standards in organizing RAEs. In the lasting absence of a comprehensive
Flemish system of RAEs – contrary to the Teaching Quality Assessment Exercises for
Flemish universities that have been in place since 1991 – the Research Council of the
University of Antwerp therefore decided on February 27th 2007 to subject all its research, in
all disciplines, to an RAE at least every eighth year.
This report documents the results of an RAE of Computer Science in the UA. The RAE
reported about here is a de-novo RAE, hence there is no earlier comparable information
about the quality of research in Computer Science.
3
This RAE report is submitted to the UA Research Council.
A.2. The Peer Review Committee (PRC)
The PRC comprised of the following members:
Professor Mehdi Jazayeri (chair), University of Lugano
Professor Carlo Ghezzi, Politecnico di Milano
Professor Petros Koumoutsakos, ETH Zürich
Professor Norman Paton, Manchester University
Professor Bernhard Plattner, ETH Zürich
Dr Tim Engels, Research Administration UA, acted as secretary to the PRC.
The UA Research Council appointed the PRC Chair on December 19, 2007. The PRC Chair
then invited the other PRC members.
Appendix 1 gives CVs of the PRC members.
A.3. Assignment of the PRC
The PRC was asked for an assessment for the 1999-2007 period of:
- the quality of research in computer science as a whole, and,
- the quality of research in each of the computer science research groups.
The PRC was instructed to use the criteria listed in Appendix 2 in its assessments.
The committee based its assessments on:
- the documentation provided by the computer science research groups and the research
administration;
- discussions with the UA Vice-Rector Research (his representative), the management of the
Faculty of Science and the department of Mathematics and Computer Science (dean, vice-
4
dean, chair and vice-chair of the department), the heads of the computer science research
groups, two recently appointed lecturers, and a group of seven doctoral students. Also
present during the these discussions were Dr Tim Engels and Dr Erik Spruyt, Head of
Research Administration UA.
A.4. Information used by the PRC
The PRC received the following documents:
- a self-evaluation report of computer science research; both about the University of
Antwerp, its research evaluations and its research in computer science in general and about
each computer science research group;
- a fact sheet summarizing key facts regarding computer science in the UA.
The different sections in the self-evaluation report for each of the research groups addressed
the present and future of the research group, the publications, and other scientific activities
for the period 1999-2007. Research projects en members of the research group since
October 1st 2003 were also detailed.
A.5. Procedure followed by the PRC
Each PRC member received the self-evaluation report on March 28th 2008.
The UA Research Administration created a webpage
(www.ua.ac.be/researchevaluationComputerScience) for the PRC on which the documents
were also made available to the PRC members.
The PRC site visit took place on April 21st (evening) and on April 22nd 2008. It is during
this site visit that the discussions mentioned in A.3. took place.
A.6. Research quality Assessment criteria used by the PRC
The PRC used as criteria for its assessment of the research groups the criteria listed in
5
Appendix 2. These criteria derive from the Dutch Standard Evaluation Protocol (s.n., 2003).
These criteria are grouped into four broad aspects of research quality::
- (Scientific) Quality
- Productivity
- Relevance
- Viability
The PRC assessed these aspects on a 5 point scale: 5 = excellent, 4 = very good, 3 = good, 2
= satisfactory, 1 = unsatisfactory.
The meaning of this 5 point scale is:
5. Excellent: the Research Group is leading internationally
4. Very Good: the Research Group is an international 'player'
3. Good: the Research Group is visible internationally
2. Satisfactory: the Research group is visible at a national level
1. Unsatisfactory
An extended description of this 5 point scale can be found in Appendix 2.
6
Part B: Quality of research in computer science: general observations
B.1. Introduction
The PRC considered the information described in A.4 and carried out the discussions
mentioned in A.3.
The PRC met and discussed the policy background and the rules governing the UA on the
evening before the actual site-visit.
The PRC discussed in particular the funding mechanisms of Flemish universities, the
objectives of the major research funding agencies, and the rules governing teaching,
recruitment and promotion at Flemish universities. The PRC was surprised at finding such a
diverse and complex set of regulations, some of them appearing ad-hoc, underlying the
structure of the Flemish university landscape. With regard to teaching and language, the
PRC reassured itself that language issues come in only from the level of lecturer (assistant
professor) onwards. When hiring PhDs and postdocs, language is not an issue.
The PRC also wanted to know about the rationale of the research evaluation. The PRC
understood that the first and foremost objective of the research evaluation of the
Department of Computer Science was to obtain an as honest as possible evaluation of each
of the research groups under consideration, and as many as possible thoughtful suggestions
for the department, the faculty and the University. As in the Dutch RAE system, the UA
Research Council opted for an approach where the results of the RAE do not have any
immediate consequences for the groups and departments involved. The PRC also discussed
the advantages and disadvantages of region or nation-wide RAE systems – now in place in
several European countries – and the successive attempts made by the UA to organize these
in Flanders too.
The PRC discussed the current UA budget deficit, the UA allocation model and its current
implications for the Faculty of Sciences. The PRC compared its observations to the worries
7
about coming budget cuts expressed by some of the research groups. The PRC observed
that in the current system, i.e. with the Faculty of Sciences distributing money over its
departments using the UA allocation model, the sub-department of Computer Science is
entitled to about as much input as it generates output. The PRC concluded that, at least for
now, the Computer Science faculty should not contemplate extensively the possibility of
budget cuts.
The PRC concluded its preparatory meeting with a number of observations regarding the
current number of PhD students (55) and the number of PhDs defended in 1999-2007 (20).
It observed that, given the number of faculty (11), the number of PhD students is
reasonable. Nevertheless, it appeared from the data that the average duration of doctoral
studies is longer than what is usual internationally and/or that a rather large number of
students had given up doctoral studies before finishing their PhD. Indeed, on average, the
time to degree for a PhD in Flanders is 5.4 years, with only 1 in 3 of those starting actually
finishing their PhD. During the preparatory meeting however specific data regarding
doctoral studies in Computer Science were not available.
B.2. Specific remarks about research in computer science at the UA
The PRC is pleased to observe that all faculty members in Computer Science are research
active. All have published or co-authored a reasonable number of papers during the present
evaluation period (1999-2007). Each faculty member has also supervised or co-supervised at
least one doctoral thesis.
However, the PRC is surprised at finding a lack of international perspective both at the level
of the department and the level of the research groups. Neither the department nor the
research groups articulated clear benchmarks in the information submitted. The PRC
counsels the department and the leaders of the research groups to set both general and
specific benchmarks for the coming years. This implies, among other things, the selection of
a number of national and international Computer Science departments to which the
department wants to compare itself or to whose performance the department aspires. Such a
benchmarking exercise would result in clear targets regarding publications, PhDs and other
8
scientific activities, which inevitably makes progress in research more important. A similar
exercise would help each research group to identify areas of improvement and to formulate
goals, priorities, and strategy for the near future. The PRC expects such an articulate
international perspective to pay off on all aspects of research performance in the department
and its research groups.
In close relation to the above issue, the PRC encourages the faculty members to develop a
profile for UA Computer Science as a whole. Such a profile for the sub-department as a
whole is now missing. In developing this profile, the faculty members should not worry too
much about the fact that the UA currently does not house an engineering department. This
is not an unusual situation. If this is the reality, then the department has to deal with it.
Possible scenarios include: concentrate on core computer science research, establish
partnerships with the other departments of UA whose research can benefit in turn from
advances in Computer Science and establish a partnership with a university or department
with engineering. All options are possible. The view of the PRC is that the world of
Computer Science is large enough to allow substantial research even without an engineering
department. The department could use this indeed as an advantage.
The PRC considers the average productivity in terms of number of publications good. In
recent years a positive trend can be observed, although it is unclear whether this can be
sustained in each group (see part C). However, the citation impact of the publications, both
as measured in the Web of Science and in Google Scholar, appears to be limited compared
to what can be expected on the basis of the journals published in and the sub-disciplines
pursued. The department does not have clear ‘super stars’ – people who are very well known
in the international community and might increase the visibility of the department. On the
other hand, there are no below average performers either.
One reason for this limited citation impact might be a shortage in critical mass in the areas
pursued. In the past, the department appears to have encouraged each faculty member to
delimit a personal research area. There being no objective reasons to do so, the PRC
counsels the department to rethink this strategy and to cluster around the current four
specialization areas. Consultation of the ACM computer science body of knowledge (for
9
example, see CC2001) might be useful in this process. The result, it is hoped, will not only
be ‘bigger groups’, but rather more coherent groups, with many synergies within and
between them. This might reduce the current diversity in the department to some extent,
but might at the same time increase opportunities for collaboration between its groups.
From the interviews (see below) it appears that several potential collaborations within the
department have as yet not come to fruition. The PRC encourages the faculty members to
actively pursue collaboration outside their own specialization area and to reach out to each
other and to other departments. Nowadays the tools of Computer Science (and indeed
Applied and Computational Mathematics) are relevant to almost all disciplines, while the
computational challenges of such diverse disciplines as genetics, linguistics, chemistry and
economics provide precisely the challenges needed for advancing Computer Science
research. With the CalcUA service facility in place and the UA Research Council, among
others, providing special funding for interdisciplinary research, the PRC would suggest
seizing the opportunities at hand.
The issue of ‘focus versus diversity’ is also linked to the teaching curriculum in Computer
Science. Currently, the faculty members provide four options in the bachelor and the master,
thus offering almost the full range of Computer Science. The number of students, however,
is low. Although all master students also take courses at other Flemish universities, the
average teaching load is rather high. The PRC advises the department to carefully monitor
the adequacy of its teaching curriculum and to consider restructuring it so as to be able to
reduce the teaching load and to attract international students to the master. The PRC
recognizes that the Flemish language issue may complicate attracting international students.
As already mentioned, the PRC was surprised to find such a low number of defended PhDs
(20) as compared to the current number of PhD students (55). Partly, this divergence stems
from the fact that the number of PhD students has increased significantly in recent years
(particularly in one research group, see below). Nevertheless, it remains true that the
dropout rate of the PhD program is high. This is apparent from a detailed analysis, carried
out following the site-visit, of the UA career of PhD students in Computer Science. Whereas
10 PhD students successfully defended their theses after October 1st 2003, a dozen others
(55%) did not complete their PhD before leaving the university. Half of them did so after
10
less than two years (1.5 years on average), whereas the other half pursued their studies for up
to ten years (5.5 years on average). It is conceivable that, at least for the latter group, not
finishing their PhD was experienced as a failure. It certainly was not the best investment the
university, and indeed the department, could make. It appears that there was a feeling that a
PhD student is hired to work on a project, not necessarily for the purpose of research
leading to publications. The drop-out rate of PhD students may correlate also with the
publication productivity of the Department as it is understood that PhD students become
more productive at the later stages of their studies. On the positive side, the PRC observes
that the average time to degree fell from 5.5 years for the theses defended prior to October
1st 2003, to 4.5 years for those defended thereafter (with only research and teaching
assistants taking more than 5 years). Still, the high dropout rate of the PhD program should
be addressed urgently. It is more acceptable if a PhD student drops out early but one that
does so after one year or more represents a significant loss of investment for all parties
involved. Mechanisms should be considered to filter out PhD students early.
The importance of increasing the number of PhDs defended should not be underestimated.
Not only are PhDs a key indicator of research intensity. Successful PhD students are also of
utmost importance to building up a network, both with academia and industry. It is the hope
of the PRC that the current, respectably large pool of PhD students will indeed have the
opportunity to contribute. Also, the department, faculty and university should work together
to attract substantially more international students to the PhD program (and indeed the
masters). Currently, each group tries to attack this problem individually. Several group
leaders have attracted one or more international students, but in order to increase their
number a concerted effort is necessary. This should allow the department to leave the era of
difficult-to-fill PhD positions behind and to attract talented and motivated students to all
positions.
Closely linked to the previous issue is the limited level of international mobility of the
members of the department. In fact, a few exceptions notwithstanding, there is almost no
mobility on any of the echelons, from PhD students to full professors. The PRC advises the
group leaders to address this shortage head on and to actively encourage their PhD students
and postdocs to spend periods of study abroad. Not only will this be an enriching and
11
motivating experience for them, it will also allow faculty members to sustain collaborations
and to strengthen their international network. Faculty members themselves may also wish to
consider short and extended stays abroad.
The PRC counsels the department to consider increasing its international orientation in yet
another way. With two faculty vacancies coming up in the not so distant future, the
department should carefully define its priorities and consider bringing in members at the
(full) professorial level, perhaps using the strategic tool of appointment as a research
professor. Although the panel understood that appointments at the level of lecturer became
the norm, hiring at more senior levels is a possibility that should not be precluded and
indeed be seized upon.
The positive atmosphere that seems to dominate Computer Science at the UA positively
impressed the PRC. All members of the department, from PhD students to full professors,
seem to enjoy their career at the UA. This certainly shows positively in the fact that all
faculty members are research active. However, it also seems to imply a rather egalitarian
structure where all faculty members have to take on the same teaching load and indeed the
same administrative duties. The PRC would advise the department to reconsider this
approach in order to allow newly appointed lecturers to free up research time. More
generally, allowing faculty members to differentiate time spent on teaching and research
would benefit all. The PRC believes that research and teaching are complementary and
mutually reinforcing. On the other hand, younger faculty require more time for teaching
preparation than senior faculty. A good solution is to reduce the administrative load of the
younger faculty members.
B.3. Specific remarks about (research) policy at the UA
Based on its observations regarding research in Computer Science at the UA, the PRC
wishes to make the following suggestions regarding the research policy of the university.
For research groups to be thriving, a minimum of continuity should be granted. Currently,
there seems to be almost no money ‘without strings’ into the hands of the faculty members.
12
This results in the unfortunate situation where researchers who are shuffled between
research projects give up their doctoral studies because they cannot be continuously funded.
The university management should install procedures in order to allow faculty members to
build up a budget buffer that can be called upon when necessary. The PRC is particularly
worried, and indeed dismissive, about plans to scrap faculty members of what ‘savings’ they
may have.
In general terms, the PRC approves of the UA resource allocation model. Research
performance appears to feed in rather slowly into the model, however. The PRC would like
research performance to have a faster impact on funding levels of faculties and departments.
Moreover, the PRC counsels the university management to think about how it would go
about if an important opportunity, e.g. an important software firm opening a branch next
door, would present itself.
Closely related to the above observations, the PRC wishes to suggest to the university
management to articulate its objectives in terms of research performance. This could be
done by comparing the university with a number of similar universities worldwide. Indeed,
the same comparison would be relevant for each and every department.
B.4. General remarks: summarizing
Given all the above the PRC makes the following recommendations.
! Develop a profile and carefully define priorities for UA Computer Science
! Restructure some groups to create more critical mass in each area
! Formulate explicit international benchmarks for research performance in UA
Computer Science and each of its research groups.
! Avoid being inward-looking. Collaborate and reach out more often and more
intensely to each other and to colleagues in other departments. There is much
potential there.
! Increase the number of PhDs completed. To achieve this, more international
master and PhD students should be attracted and mechanisms should be developed
13
to allow only talented and motivated PhD students to pursue doctoral studies.
! Encourage international mobility at all levels and career stages.
! Allow differentiation of time spent on teaching and research, and reduce
administrative load especially for younger faculty members.
In relation to the above recommendations, the PRC advises the university management to
grant faculty members a minimum level of discretionary research funding, to allow research
performance to feed faster into funding levels, to encourage internationalization and
differentiation of teaching and research activities and to articulate objectives in terms of
research performance.
All these recommendations need to be seen in relation to the outcome of the PRC’s
evaluation of the research groups’ performance in the past nine years. The PRC positively
observes that the faculty members of the UA Computer Science are all research active and
productive. Strengthening the international orientation of its research and teaching activities
will allow UA Computer Science to continue growing steadily.
14
Part C: Quality: research program level
Program: Advanced database research and modeling (ADREM)
Spokesperson: Professor Jan Paredaens
Academic Staff in 2007: 11.0 fte (of which 2.0 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 5
Assessment: Scientific Quality: 4
Productivity: 4
Relevance: 4
Viability: 4
The ADREM group is a well established database research group. The group is not large by
international standards, but has a respectable record over a long period.
Pluses: High quality of publications.
Minuses: Little evidence of synergy between the theory and data mining activities. Limited
collaborations with other groups or application areas.
Scientific Quality: The ADREM group has two principal research foci, in database theory
and data mining; the group has a well established presence in the international database
community, thanks to current and past members, and is best known in the database theory
community. The database theory research has principally focused on semistructured data
management and languages in recent years; this is a busy area, with substantial activities
from both the database theory and practice communities. The work in ADREM can be seen
as complementing work that is taking place elsewhere, rather than agenda-setting. The data
mining activity, though relatively recent, seems to be well established, and seems to have
given rise to the more widely cited results in the review period.
Productivity: The group publishes regularly in top-level journals and conferences, averaging
at least one paper per year in top quality outlets for the period of the review. This is
respectable for a group of this size. The citation levels of the theory activity are perhaps a
15
little disappointing, but may in part reflect the role of the group leader in university
managerial positions in recent years.
Relevance: The principal recent focus of the database theory activity has been on
foundations for XML query languages; this is certainly a mainstream activity in the database
research community, although perhaps most research in this area is now in the past rather
than the future. Data mining is also a well established research discipline in its own right,
spanning from statistical techniques, through algorithms, to architectures and applications.
As such, the data mining activity might be seen to have a number of areas of
complementarity with other groups in the department, as well as providing opportunities for
interdisciplinary work.
Viability: There is a lack of evidence from the written documentation or the review that the
group has a longer term strategy, even though certain opportunities seem to exist for
strategic thinking (e.g. there seem to be several grants involving both academic staff on
foundations for data mining, and there is some evidence that the data mining activity may be
complementary to work in other groups). However, the numbers of research staff and
students are healthy, and should enable the group to maintain the recent level and quantity
of outputs.
Overall, ADREM is a very good and well established group, with regular outputs in good
places. Not trend-setting at an international level, as required to meet the criteria for an
Excellent grade.
16
Program: Computational modeling and programming (COMP)
Spokesperson: Professor Jan Broeckhove
Academic Staff in 2007: 10,4 fte (of which 2,4 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 4
Assessment: Scientific Quality: 3
Productivity: 3
Relevance: 3
Viability: 3
The COMP group has recently made a transition from computational physics to grid
computing and computer science.
Pluses: a record of publication in archival journals (although more could be expected)
Minuses: suffering from major transition and lack of interaction with other groups
Scientific Quality: The COMP group conducts research on distributed computing (with an
emphasis on grid computing) on developing metamodels for optimization and on the
computational modeling of systems related to applications in electromagnetics and quantum
scattering. The different components of research at COMP interact at a certain level but
they seem to maintain a rather distinct character. The scientific quality of the different
components is at an average level and one may suggest that focusing more in specific areas
would help in enhancing the scientific quality of the group. Indeed more recently the focus
of the group is shifting towards grid based computing. The group is consolidating its focus
but at the same time, it is necessary that more time is needed in order to assess the impact
of the group in this area.
Productivity: The group has been publishing in archival journals, but given in particular the
applications in areas related to physics one would have expected more archival publications.
Furthermore it appears that a productive member of the group has recently left the
University. The group needs to increase their activities in disseminating their results in good
conferences and in journals.
17
Relevance: The group has undergone a transition from a Computational Physics group to
areas more relevant to the core of Computer Science. This transition must have required
significant work and the group is making concrete efforts to contribute to areas of
Computer Science. At the same time the shift towards distributed computing, with an
emphasis on grid computing, requires some assessment, in particular when considering
strategic partnerships and collaborations. Not all applications are well suited to grid
computing and the group leaders need to evaluate carefully the options. Collaborations with
the CANT group, which is pursuing an alternative computing agenda may help the
development of a balanced computing portfolio in UA. The direction of optimization is
highly relevant to engineering problems and it could benefit by establishing a critical mass by
collaborating with groups such as ECT and application groups that may benefit from these
optimization techniques.
Viability: There is significant potential in integrating the group's expertise in distributed
computing and optimization with related activities in the Department and at the University
level. Presently this potential seems to be largely untapped, while the group appears to have
undergone a transition after the departure of one of its faculty members. Interactions with
the CANT and the ECT groups may help form a strong core at the interface of Computer
Science and Computational Science.
18
Program: Performance analysis of telecommunication systems (PATS)
Spokesperson: Professor Chris Blondia
Academic Staff in 2007: 23,3 fte (of which 2 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 3
Assessment: Scientific Quality: 3-4
Productivity: 3-4
Relevance: 3-4
Viability: 4
Since this group is the largest of the groups, more detailed analysis is included.
The research group "Performance Analysis of Telecommunication Systems" (PATS)
consists of 20 PhD students which are supervised by three post-docs / senior researchers
and the group leader, Prof. Chris Blondia. All but very few PhD students are fully supported
by the group or the University and represent a powerful body for doing research in a
dynamic scientific field. It is mainly the membership in the IBBT program that provides for
the funding necessary to sustain such a large group. With four senior people involved, there
is enough supervision capacity available for this largest group in the department.
The scientific home of the group are formal methods for performance analysis, i.e.
stochastic models, Markov chains and the ability to solve large equations with numerical
methods. This methodological basis provides for a good environment for the more
application-oriented work in areas of current interest, such as the design of protocols for
mobile and wireless networks, and assures that the proper crafts are available for stringent
analytical and numerical evaluations of the proposed algorithms and protocols.
The group’s main research areas are mobile and wireless communication systems, protocol
development and analysis on the medium access level (specifically for optical, cable and ad-
hoc networks), traffic management in multi-service networks and architectures for adaptable
and dependable software.
19
The senior members of the group are quite involved in teaching in Bachelor and Master
level courses of the Information Science program, comprising a total of 53 ECTS credits.
Pluses
! PATS is well-rooted in stochastic methods and performance analysis
! In the past few years, a diversification has taken place from “pure” performance
analysis to research in system and protocol design, while retaining the existing
methodological strengths.
! The newly adopted research area of adaptable and dependable software may provide
a good proving ground for post-docs and junior faculty; however, the group’s leaders
should be aware of the risk present in pursuing research which topically is quite far
and possibly isolated from the group’s vested areas.
! The membership in the IBBT program as a co-founder is an important asset for the
group. It may motivate interdisciplinary research, and IBBT is an important source
of semi-steady funding.
! The group has had a good level of participation in EU-funded research project. This
indicates visibility in Europe, and good links to the European research community.
! The group’s structure is healthy, with enough leadership capacity provided by one
professor and three post-docs.
! There is a positive sign of increased publication output from 2005, reflecting the
increased funding (which is mainly due to successful IBBT proposals).
Minuses
! There are very few completed PhD theses so far (only 3 between 1999 and 2007)
! There is no established and implemented process that actively leads PhD students
towards their degree, thereby assuring steady progress.
! The research area on traffic management in multi-service networks (QoS) appears to
be somewhat outdated; it’s far from being a “hot” research area.
! A publication strategy is in place, but not yet implemented. This is indicated by the
fact that few of the group’s publications appeared in the target journals and
conferences designated by the publication strategy.
! The significance of IBBT as a funding source may represent a concentration risk, i.e.
20
a potential loss of this funding source may severely threaten the group’s abilities.
Recommendations
! Take measures to increase the rate of outgoing PhDs, e.g. by implementing a process
for monitoring and guiding PhD students towards a successful PhD thesis during
their research. Another possible measure would be to arrange internships of
advanced PhD students in collaborating research groups.
! Reposition the research area on traffic management in multi-service networks (QoS).
! Communicate the publication strategy to the post-docs and PhD students and
monitor its implementation.
! Be aware that IBBT funding accounts for about two thirds of the group's finding;
establish a long-term contingency plan to gradually reduce dependence on IBBT
funding. Currently almost untapped but possibly available sources of alternative
funding may be fellowships from the Research Foundation Flanders or from IWT.
21
Program: Formal techniques in software engineering (FOTS)
Spokesperson: Professor Dirk Janssens
Academic Staff in 2007: 4,0 fte (of which 1 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 2
Assessment: Scientific Quality: 2
Productivity: 2
Relevance: 2
Viability: 2
The group is rather small and has been mainly focusing on a narrow subfield of theoretical
computer science which deals with graph transformation. The field is narrow also if one
considers the group's mission of providing "formal techniques for software engineering".
Indeed, the approaches investigated by the group do not really focus on mainstream formal
techniques for software engineering. Potentially, however, this subfield has a relationship
with some interesting and timely applied topics, such as model transformations in model-
driven software development. Because of this possible application side, the starting
collaboration between this group and LORE is highly appreciated. This collaboration should
be actively pursued further. To make this happen, the PRC strongly advises that FOTS and
LORE should merge, to form a single research group focusing on software engineering and
covering issues that span from formal methods to their use in industrial settings.
The scientific productivity of the research group has been rather limited, also because of its
small size. Publication venues are mostly European. It does not include mainstream
conferences nor journals in the formal methods area. In the evaluation period only 2 PhDs
completed their theses. More aggressive search for funding should also be pursued.
Pluses: Formal methods are an important area in connection with software engineering. The
potential joint work with LORE can be beneficial for FOTS to identify problem areas where
formal methods have high potential impact. It can also be beneficial for LORE to place its
work on more foundational grounds. The initial collaboration between the two groups has
already shown promising results.
22
Minuses: The "formal methods" focus is very narrow. The quality of publication venues and
the productivity of research should be improved. More aggressive search for funding and
external collaborations should be pursued.
Recommendations
! Target more internationally visible and wider scope formal method venues.
! Increase number of PhDs and the quantity of publications.
! Widen the scope of "formal methods", strengthen collaboration with software
engineering research groups.
! Play a more proactive international role to improve visibility.
23
Program: Lab on reengineering (LORE)
Spokespersons: Professor Serge Demeyer
Academic Staff in 2007: 7,2 fte (of which 1 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 4
Assessment: Scientific Quality: 3-4
Productivity: 3-4
Relevance: 3
Viability: 4
The group is relatively young, but has reached a good national and international visibility. It
is well connected with other European research groups and has excellent links to industry.
The group's focus is well described by the motto "industry as lab" which has been adopted.
The PRC expresses its full appreciation for the group's commitment to work on the
fundamental challenges arising from software development in the real world.
The publication record is very good. The highlights are an excellent book, a few journal
papers, and papers in the proceedings of conferences with good reputation. The publication
record has a positive trend.
The international visibility of the group is good, especially at the European level.
The group is rather small. The number of PhDs generated by the group has been consistent
with the group's size. To respond to the future research challenges, however, the group does
not reach a sufficient critical mass. As mentioned earlier, the PRC strongly recommends that
FOTS and LORE should merge.
Pluses: Good connections with other European academics. Good connections with
industry. Industry as lab is an excellent vision.
Minuses: Small size of the group, which does not reach the critical mass to really compete
with other European and International groups.
24
Recommendation: More critical mass needed. Merge with FOTS.
25
Program: Computer arithmetic and numerical techniques (CANT)
Spokesperson: Professor Annie Cuyt
Academic Staff in 2007: 9,6 fte (of which 1 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 2
Assessment: Scientific Quality: 3
Productivity: 2-3
Relevance: 3
Viability: 3
The CANT group conducts research in scientific computing with an emphasis on algorithm
and software development. The group is also responsible for managing the core computing
facility of the university.
Scientific Quality: The group publishes in good scientific journals and it is contributing in
areas such as rational function approximations and the efficient implementation of special
functions. The overall quality of the research program however can be significantly
improved by tackling challenging problems of computational science and by collaborating
with application oriented domains. It is not necessary to have an engineering department as
partners for scientific computing as several disciplines from economics to chemistry can
profit from algorithmic and numerical developments.
Productivity: The group has graduated a rather small number (2) of PhD students in the last
few years while at the same time the number of journal publications could have been higher
given the nature of the research program and the presence of a core facility. The group is
concerned about bureaucratic load and one may imagine that there could be a significant
administrative overload when managing a core computing facility. The group may wish to
consider and evaluate its overall structure and strategy in order to increase its scientific
productivity.
Relevance: The research of the group is embedded in classical topics of scientific computing
of computer arithmetic and numerical analysis. There is a large untapped potential in
establishing strong scientific interactions with other groups in the department of computer
26
science and beyond. The development of computational libraries can profit significantly
from software engineering, while the processing of simulation data can benefit from
techniques available in databases. Collaboration with the COMP group can be based on
developing complementary computer infrastructure approaches while collaboration with the
ECT group need to resolve overlaps and develop complementary synergies. The group is
relevant to Computer Science and can serve as a valuable bridge to other applied disciplines.
Viability: The continuation of the current research agenda may have a limited horizon.
Scientific Computing can have a tremendous impact in selected scientific domains and the
group may wish to rethink its strategic partnerships. In addition the development of core
numerical methods is highly important but one may need to address challenging problems
of today's computational science research such as multiscale modeling and simulation, data
assimilation and uncertainty quantification. In addition the development of productive
synergies interactions with the groups COMP and ECT could help enhance the overall
position of the Computational Science groups in the Department.
27
Program: Emerging computational techniques (ECT)
Spokesperson: Professor Brigitte Verdonk
Academic Staff in 2007: 5 fte (of which 1 fte tenured)
PhD theses 1999-2007: 1 as co-supervisor
Assessment: Scientific Quality: 2-3
Productivity: 2
Relevance: 3-4
Viability: 3
The ECT group focuses on the development of computational methods, based on interval
arithmetic, symbolic and numeric computation and has as a goal the implementation of
these methods to problems in applications relevant to robotics, vision and computational
biochemistry.
Scientific Quality: The ECT group has been in close collaboration with the CANT group
over the years and as such research has developed in parallel and at times overlapping
research directions. More recently however the group has started to open up some new
research directions, such as machine learning, and has established collaborations with other
research groups in the University. While it is early to evaluate the impact of the group in
these new areas, the effort required for such an endeavor as well as the vision of the group
in branching to other fields demonstrates a quality of forward thinking that can only be
encouraged by this committee.
Productivity: The groups has maintained a small size over the years. There has been only 1
PhD student and this even in collaboration with the CANT group. The publication record
needs significant enhancement. The trend in diversifying research goals is reflected in the
publication record and this effort is highly encouraged.
Relevance: The ECT group and CANT groups have had significant overlap in their
research directions. The committee considers that contacts between the two groups should
be maintained as they are necessary for establishing a critical mass in the direction
Computational Science. At the same time the new directions of the ECT group are relevant
28
to research done in COMP for optimization. Furthermore the overall agenda of the group
is beginning to steer towards other directions of Computer Science and applications
domains. Overall the group appears to be reevaluating its research agenda and this is viewed
as a positive sign. Contacts with groups beyond Computer Science can also be very
beneficial in identifying relevant research directions that can benefit the agenda of the UA
and the group.
Viability: The group appears to be currently at the crossroads of established research
programs and new scientific endeavors. The newly pursued directions in research can lead
to a very viable and productive research program. The hybridization of numerical and
symbolic computation expertise with areas such as machine learning can bring important
innovations in both disciplines as well as in relevant application areas.
29
References
De Bruin, R. E., Moed, H. F., & Spruyt, E. (1993). Antwerpse analyses. Een
bibliometrische analyse en haar validatie met betrekking tot de omvang en
internationale positie van het wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit
Antwerpen. Leiden en Antwerpen: CWTS en Universiteit Antwerpen.
Korevaar, J. C., Moed, H. F., Luwel, M., Spruyt, E., Houben, J. A., & Van Den
Berghe, H. (1995). Bibliometrische indicatoren met betrekking tot wiskundig onderzoek.
Leuven, Leiden en Antwerpen: Katholieke Universiteit Leuven, CWTS en Universiteit
Antwerpen.
s.n. (2003). Standard Evaluation Protocol 2003-2009 for Public Research
Organisations. Utrecht / Den Haag / Amsterdam: VSNU, NWO & KNAW.
Spruyt, E. (2003). Evaluatie van wetenschappelijk onderzoek aan de
universiteiten. Beschrijving van de Vlaamse context, mogelijkheden en perspectief.
Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 428-445.
Van Den Berghe, H., Houben, J. A., De Bruin, R. E., Moed, H. F., Kint, A.,
Luwel, M. et al. (1998). Bibliometric indicators of university research performance in
Flanders. Journal of the American Society for Information Science, 49, 59-67.
van Leeuwen, Th. N., Visser, M. S., Spruyt, E., & Moed, H. F. (2001).
Bibliometrische studie van de faculteiten Wetenschappen, Geneeskunde en
Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen 1981-1998. Leiden en
Antwerpen: CWTS en Universiteit Antwerpen.
Visser, M. S., Moed, H. F., Spruyt, E., & Nederhof, A. J. (2004).
Bibliometrische studie van de Faulteit Toegepaste Economische Wetenschappen aan de
Universiteit Antwerpen, 1992-2001. Leiden en Antwerpen: CWTS en Universiteit
Antwerpen.
30
Appendix 1: Curricula vitae PRC members
Mehdi Jazayeri (Chair) Mehdi Jazayeri is professor of computer science and founding dean of the Faculty of Informatics at the University of Lugano. From 1994 through 2007, he was also professor of computer science and head of the Distributed Systems Group at the Technical University of Vienna. He has co-authored textbooks on software engineering and programming languages and edited research monographs on software architecture, generic programming, and software engineering education. He has worked at both technical and management capacities at Hewlett-Packard Laboratories, Palo Alto, Synapse Computer Corporation, Ridge Computers, and TRW Vidar. He spent two years in Pisa, Italy, to set up and manage a joint research project on parallel systems between Hewlett-Packard and the University of Pisa. He has been an assistant professor of computer science at the University of North Carolina at Chapel Hill, adjunct professor at Georgia Institute of Technology, University of Santa Clara, and San Jose State University. He was a Fulbright Scholar at the University of Helsinki (1979) and a visiting professor at the Politecnico di Milano (1988). He was a principal investigator on several European projects dealing with software architectures and advanced distributed systems. He was named a fellow of the IEEE in 2007. More detailed information can be found on his website: http://www.inf.unisi.ch/faculty/jazayeri/ Carlo Ghezzi Carlo Ghezzi is a Professor of Software Engineering in the Department of Electronics and Information of Politecnico di Milano. He is an ACM Fellow. He received his Dr.Eng. degree in Electrical Engineering from Politecnico di Milano, where he spent most of his professional life. He taught at the Universities of Padova (Italy) and North Carolina at Chapel Hill (USA). He spent sabbatical periods in the USA at UCLA and UCSB. He has been a Guest Professor at The Escuela Superior Latino-Americana de Informatica (ESLAI, Argentina), at the University of Klagenfurt and at the Tecnical University of Vienna, Austria, and at the University of Lugano, Switzerland. Ghezzi’s research interests are in software engineering and programming languages. He is currently particularly interested in application the theoretical, methodological, technological, and organizational issues involved in developing network applications. He is a co-author of over 130 scientific papers and 8 books. Among these, Programming Language Concepts (co-author M. Jazayeri), J. Wiley and Sons, New York, NY, 3rd Edition, 1997; Fundamentals of Software Engineering (co-authors M. Jazayeri and D. Mandrioli), Prentice Hall, Englewood Cliffs, NJ, 2nd Edition, 2002; and Theoretical Foundations of Computer Science (co-author D. Mandrioli), J. Wiley and Sons, New York, NY, 1987. Ghezzi was a member of the editorial board (and associate editor-in-chief) of IEEE Transactions on Software Engineering until 1999. He is currently the editor-in-chief of the ACM Transactions on Software Engineering and Methodology and an associate editor of
31
Software Process Improvement and Practice, and Science of Computer Programming. Ghezzi has been a member of international committees for research funding in Sweden (NUTEK), Finland (Academy of Sciences), Canada, and the USA (NSF). He has been member of the evaluation board of JAIST (Japan Advanced Institute of Technology), of the Research Assessment Exercise for UK Universities (Computer Science), and of the Advisory Board of the EPFL (Ecole Polytechnique Federale de Lausanne), School of Computer and Communication Sciences. More detailed information can be found on his website: http://home.dei.polimi.it/ghezzi/ Petros Koumoutsakos Petros Koumoutsakos holds the Chair of Computational Science (2000) in the Department of Computer Science and he is accredited with the Department of Mechanical and Engineering at ETHZ. His professional interests are in the development of computational methods for the study of diverse problems in Engineering and Life Sciences. He leads a group of PhD students, post-doctoral fellows and visiting scientists working in multiscale modeling and simulation, high performance computing, bioinspired optimization and design. Example applications range from the reverse engineering of swimming devices, to the design of nanosyringes and the modeling of tumour induced angiogenesis. Degrees and Appointments: Petros Koumoutsakos received a Diploma in Naval Architecture and Mechanical Engineering (1986) from the National Technical University of Athens and a Master's degree (1987) in Naval Architecture from the University of Michigan, Ann Arbor. He received a master's degree in Aeronautics (1988) and a PhD in Aeronautics and Applied Mathematics (1992) followed by a postdoctoral fellowship at the Center for Research on Parallel Computation (1992-1994) at the California Institute of Technology. He was a research associate (1994-1997) with the Center for Turbulence Research (CTR) at NASA Ames/Stanford University and an assistant professor in Computational Fluid Dynamics (1997-2000) at ETH Zurich. He was the founding director of the ETHZ Computational Laboratory (www.colab.ethz.ch). Editorial Boards: Journal of Computational Physics, Journal of Computational and Theoretical Nanoscience, International Journal of Computing Science and Mathematics. More information can be found on his website: http://www.cse-lab.ethz.ch Norman Paton I am a Professor in the School of Computer Science at the University of Manchester, where I co-lead the Information Management Group, with Carole Goble. My research focuses on distributed information management for challenging environments and applications.
32
I have worked at Manchester since 1995, prior to which I was a lecturer at Heriot-Watt University and a research assistant at Aberdeen University, from which I graduated with a BSc in 1986 and a PhD in 1989. Externally, I am a member of the Editorial Board of the VLDB Journal, and Editor of the Proteome Standards Initiative. More detailed information can be found on his website: http://www.cs.man.ac.uk/~norm/ Bernhard Plattner Bernhard Plattner is a Professor of computer engineering at ETH Zürich (Swiss Federal Institute of Technology) in Zürich, Switzerland, where he leads the Communication Systems Group. He has been the principal investigator or Co-PI of numerous national and international projects in the area of computer networking. His current research interests are in self-organizing networks, mobile ad-hoc networks, as well as practical aspects of information security. He has also directed research on active networks, starting as early as 1996, and multimedia applications for high-speed networks. In 1996–1998, he served as the Head of Faculty of Electrical Engineering at ETH Zürich. He currently is the Vice-Rector of ETH for Bachelor/Master studies. Dr. Plattner is a member of the ACM, the IEEE, and the Internet Society. He served as the program or general chair of various international conferences, such as ACM SIGCOMM’91, INET’94, and IWAN 2002, and has served in the program committees of other major conferences, such as IEEE INFOCOM. More detailed information can be found on his website: http://www.csg.ethz.ch/people/plattner Tim Engels (Secretary) Tim Engels received a Master degree in psychology (2001), a postgraduate diploma in teaching (2003) and a PhD in psychology (2006) from the Vrije Universiteit Brussel. He was elected on the board of the university as a representative of PhD students and postdocs from 2003-2006. In September 2006 he moved to the University of Antwerp with a view of developing and implementing a system of research quality assurance both at the level of individuals and projects, and the level of research groups, departments and faculties. He also lectures psychology at the Antwerp Maritime Academy. Recently, he published his first articles on higher education and research policy. More detailed information can be found on his website: http://www.ua.ac.be/tim.engels
33
Appendix 2: Assessment Checklist
The quality of the research groups refers to:
1. The originality and the innovativeness of the research
2. The importance of the questions and problems addressed
3. The co-ordination, focus and planning of the research
4. The prominence of (the members of) the research group
5. The quality of the (key) publications of the research group
The productivity of the research groups, taking into account their size, refers to:
1. The number of PhD thesis
2. The number of scientific publications
3. The national and international scientific activity of the research group
4. The substance of the research funding attracted
5. The distribution of scientific activities within the research group
The scientific, societal and/or technological relevance of the research refers to:
1. The scientific impact of the research
2. The societal impact of the research
3. The technological impact of the research
The viability of the research groups refers to:
1. The feasibility of the research aims and strategy
2. The national and international collaboration by the research group
3. The mobility of the members of the research group
4. The growth potential of the research group
34
Extended description of the five point scale
Excellent (5): Work that is at the forefront internationally, and which most likely will have
an important and substantial impact in the field. The research group is considered an
international leader.
Very good (4): Work that is internationally competitive and is expected to make a
significant contribution; nationally speaking at the forefront in the field. The research group
is considered an international player and a national leader.
Good (3): Work that is competitive at the national level and will probably make a valuable
contribution in the international field. The research group is considered internationally
visible and a national player.
Satisfactory (2): Work that is solid but not exciting, will add to our understanding and is in
principle worthy of support. The research group is nationally visible.
Unsatisfactory (1): Work that is neither solid nor exciting, flawed in the scientific and or
technical approach, etc.
35
Appendix 3: Summary of scores
Research Group Quality Productivity Relevance Viability
Advanced database research and modeling (ADREM)
4 4 4 4
Computational modeling and programming (COMP)
3 3 3 3
Performance analysis of telecommunication systems (PATS)
3-4 3-4 3-4 4
Formal techniques in software engineering (FOTS)
2 2 2 2
Lab on reengineering (LORE)
3-4 3-4 3 4
Computer arithmetic and numerical techniques (CANT)
3 2-3 3 3
Emerging computational techniques (ECT)
2-3 2 3-4 3
36
Bijlage Ix.5.1:
Theoretische analyse studeerbaarheid
TH
EO
RE
TIS
CH
E A
NA
LY
SE
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
1
BA
IN
F:
2007-2
008
Info
rma
tic
a
1. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
HE
T J
AA
RP
RO
GR
AM
MA
(C
urr
icu
lum
)
t =
(C
U H
RC
* 3
) +
(C
U W
RC
* 2
) +
(C
U P
RA
* 2
) +
(C
U S
TA
* 1
,25)
+ S
T P
RO
(A
an
gep
ast
op
Fo
rmu
le V
yt
(*))
met:
tbenodig
de s
tudie
tijd
in u
ren,
inclu
sie
f conta
ctu
ren,
om
te k
unnen s
lagen (
modale
stu
dent)
, verd
er
afg
ekort
tot
'stu
die
tijd
'
CU
aanta
l conta
ctu
ren
HR
Choorc
ollege
WR
Cw
erk
college
(bij
"werk
colle
ge"
word
t opgenom
en: w
erk
colle
ges, oefe
nin
gensessie
s, va
ard
igheid
str
ain
ingen e
n s
em
inaries)
PR
Apra
cticum
(bij
"pra
cticum
" w
ord
en d
e labosessie
s o
pgenom
en)
ST
Asta
ge
ST
PR
OZ
elfstu
die
pro
ject:
Info
rmaticapro
ject,
thuis
opdra
chte
n,
port
folio
1.1
. S
TU
DIE
TIJ
D:
Op b
asis
van info
rmatie u
it d
e f
iches e
n d
e f
acultair
e s
tudie
gid
s e
n a
an d
e h
and v
an d
e f
orm
ule
Vyt
bekom
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
:
TA
BE
L 1
:C
U H
RC
CU
WR
CC
U P
RA
CU
ST
AS
T P
RO
tcu
r
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n30
30
150
Dis
cre
te w
iskunde
45
45
225
Calc
ulu
s45
45
225
Com
pute
rsys
tem
en
30
15
15
150
Tale
n e
n a
uto
mate
n30
30
150
Gegeve
nsstr
uctu
ren
30
30
150
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
15
30
45
150
Com
pute
rnetw
erk
en
30
30
150
Com
pute
r gra
phic
s30
30
150
TO
TA
AL
1500
(*)
Fo
rmu
le V
yt
uit S
chro
ote
n H
. en A
. V
yt,
Tijd v
oor
stu
die
tijd
, 1999,
p.4
1
Page 1
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
ls
1.2
. S
TU
DIE
TIJ
D /
ST
UD
IEP
UN
T:
Uit t
abel 1 leid
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
per
ople
idin
gsonderd
eel af.
W
e k
unnen h
ieru
it d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcur/
stp
) bere
kenen.
TA
BE
L 2
:tc
ur
# s
tptc
ur/
stp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n150
625.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
225
925.0
0
Calc
ulu
s225
925.0
0
Com
pute
rsys
tem
en
150
625.0
0
Tale
n e
n a
uto
mate
n150
625.0
0
Gegeve
nsstr
uctu
ren
150
625.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
150
625.0
0
Com
pute
rnetw
erk
en
150
625.0
0
Com
pute
r gra
phic
s150
625.0
0
1500
60
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcu
r)/s
tud
iep
un
t:25.0
0u
.
Volg
ens h
et
decre
et
van 3
0 a
pri
l 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexib
ilis
eri
ng v
an h
et
hoger
onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n,
art
. 2,
22°,
kom
t 1 s
tudie
punt
overe
en m
et
ten m
inste
25 u
ur
en t
en h
oogste
30 u
ur
stu
die
tijd
.
Met
een t
ota
al van 6
0 s
tudie
punte
n p
er
stu
die
jaar
bedra
agt
de m
inim
um
gre
ns v
an d
e t
ota
le s
tudie
tijd
1500 u
ren e
n d
e m
axim
um
gre
ns 1
800 u
ren.
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
Page 2
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
ls
2. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
CO
LL
EG
ER
OO
ST
ER
2.1
ST
UD
IET
IJD
:
Voor
de b
ere
kenin
g v
an d
e s
tudie
tijd
op b
asis
van d
e c
ollegero
oste
rs (
tcro
) w
erd
eveneens d
e f
orm
ule
Vyt
(zie
1.)
gehante
erd
.
Een b
ere
kenin
g v
an h
et
aanta
l conta
ctu
ren v
indt
u in d
e w
ork
sheet
1 B
A I
NF
PE
R W
K.
SE
ME
ST
ER
1
TA
BE
L 3
:aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n (
T)
30
30
90
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n (
P)
33
33
66
Dis
cre
te w
iskunde (
T)
46
46
138
Dis
cre
te w
iskunde (
P)
46
46
92
Com
pute
rsys
tem
en (
T)
33
33
99
Com
pute
rsys
tem
en (
P)
26
13
13
52
Com
pute
rnetw
erk
en (
T)
22
22
20
86
Com
pute
rnetw
erk
en (
P)
24
24
20
68
tota
al:
260
TO
TA
AL
691
SE
ME
ST
ER
2
aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Calc
ulu
s (
TP
)91
46
45
228
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
T)
24
24
18
90
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
P)
22
22
18
62
Gegeve
nsstr
uctu
ren (
T)
24
24
12
84
Gegeve
nsstr
uctu
ren (
P)
33
33
66
Inle
idin
g S
oft
ware
engin
eering (
T)
16
16
45
93
Inle
idin
g S
oft
ware
engin
eering (
P)
30
30
60
Com
pute
r gra
phic
s (
T)
30
30
90
Com
pute
r gra
phic
s (
P)
33
33
66
tota
al:
303
TO
TA
AL
839
2.2
S
TU
DIE
TIJ
D /
WE
EK
:
Het
aanta
l uur
dat
de d
oors
nee s
tudent
in t
ota
al gem
iddeld
per
week a
an z
ijn s
tudie
zou m
oete
n b
este
den (
inclu
sie
f conta
ctu
ren e
n e
xam
ens)
bedra
agt:
TA
BE
L 4
:g
em
idd
eld
aan
tal u
. / w
eek
voor
het eers
te s
em
este
r:40.6
5u
.
voor
het tw
eede s
em
este
r:46.6
1u
.
Bij d
e b
ere
kenin
g w
erd
en d
e e
xam
enw
eken m
ee o
pgenom
en in h
et
aanta
l w
eken,
d.w
.z.
13 lesw
eken +
4 e
xam
enw
eken in h
et
eers
te s
em
este
r en
13 lesw
eken +
5 e
xam
enw
eken in h
et
tweede s
em
este
r.
Page 3
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
ls
2.3
ST
UD
IET
IJD
/ S
TU
DIE
PU
NT
:
Uit t
abel 3 k
unnen w
e d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcro
/ s
tp)
bere
kenen v
oor
het
academ
ieja
ar:
TA
BE
L 5
:tc
ro# s
tptc
ro/s
tp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n156
626.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
230
925.5
6
Calc
ulu
s228
925.3
3
Com
pute
rsys
tem
en
151
625.1
7
Tale
n e
n a
uto
mate
n152
625.3
3
Gegeve
nsstr
uctu
ren
150
625.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
153
625.5
0
Com
pute
rnetw
erk
en
154
625.6
7
Com
pute
r gra
phic
s156
626.0
0
1530
60
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcro
)/stu
die
pu
nt:
25.5
0u
.
Page 4
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
ls
3.
VE
RG
EL
IJK
ING
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
OP
BA
SIS
JA
AR
PR
OG
RA
MM
A E
N C
OL
LE
GE
RO
OS
TE
RS
Verg
eli
jkin
g b
ere
ken
ing
stu
deerb
aarh
eid
op
basis
van
het
jaarp
rog
ram
ma (
tcu
r en
tcu
r/stp
) in
tab
el
2 e
n d
e c
oll
eg
ero
oste
rs (
tcro
en
tcro
/stp
) in
tab
el
5
TA
BE
L 6
:# s
tptc
ur
tcu
r/stp
tcro
tcro
/stp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n6
150
25.0
0156
26.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
9225
25.0
0230
25.5
6
Calc
ulu
s9
225
25.0
0228
25.3
3
Com
pute
rsys
tem
en
6150
25.0
0151
25.1
7
Tale
n e
n a
uto
mate
n6
150
25.0
0152
25.3
3
Gegeve
nsstr
uctu
ren
6150
25.0
0150
25.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
6150
25.0
0153
25.5
0
Com
pute
rnetw
erk
en
6150
25.0
0154
25.6
7
Com
pute
r gra
phic
s6
150
25.0
0156
26.0
0
gem
idd
eld
:1500
25.0
01530
25.5
0
tota
le s
tud
ieti
jd t
cu
r:1500
u.
tota
le s
tud
ieti
jd t
cro
:1530
u.
BR
ON
NE
N*
Decre
et va
n 3
0 a
pril 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexi
bili
sering v
an h
et H
oger
Onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n (B
.S., 1
2 o
kto
ber
2004)
* S
chro
ote
n, H
. &
Vyt
, A
. (1
999).
Tijd
voor
stu
die
tijd: onderw
ijskundig
e, m
eth
odolo
gis
che e
n b
ele
idsm
atig
e a
specte
n v
an s
tudie
tijdm
etin
g in
het hoger
onderw
ijs. Leuve
n: A
cco.
Page 5
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
ls
1B
A IN
FV
olg
en
s c
olleg
ero
oste
racadem
ieja
ar
2007-2
008
SE
ME
ST
ER
1
aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Inle
idin
g p
rog
ram
mere
n (
T)
30
24
44
44
22
22
Inle
idin
g p
rog
ram
mere
n (
P)
33
33
33
33
33
33
3
Dis
cre
te w
isku
nd
e (
T)
46
24
44
44
44
44
42
2
Dis
cre
te w
isku
nd
e (
P)
46
24
44
42
44
44
44
2
Co
mp
ute
rsys
tem
en
(T
)3
33
33
33
33
33
33
Co
mp
ute
rsys
tem
en
(P
)2
62
22
42
42
42
2
Co
mp
ute
rnetw
erk
en
(T
)2
22
22
22
22
22
22
20
Co
mp
ute
rnetw
erk
en
(P
)2
42
22
22
22
22
22
220
0 0
tota
al per
week
624
24
24
26
18
22
22
22
22
22
20
840
SE
ME
ST
ER
2 aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Calc
ulu
s (
TP
)9
18
88
88
84
88
64
58
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
T)
24
22
22
22
22
22
22
18
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
P)
22
22
22
22
22
22
218
Geg
eve
nsstr
uctu
ren
(T
)2
42
22
22
22
22
22
212
Geg
eve
nsstr
uctu
ren
(P
)3
33
33
33
33
33
33
Inle
idin
g S
oftw
are
en
gin
eerin
g (
T)
16
22
22
22
22
45
Inle
idin
g S
oftw
are
en
gin
eerin
g (
P)
30
33
33
33
33
33
Co
mp
ute
rgra
ph
ics (
T)
30
33
33
33
33
33
Co
mp
ute
r g
rap
hic
s (
P)
33
33
33
33
33
33
3
tota
al per
week
25
28
28
28
28
28
24
28
18
12
19
17
20
93
ST
PR
O: bijk
om
ende u
ren z
elfstu
die
pro
ject: Info
rmaticapro
ject, thuis
opdra
chte
n, port
folio
TH
EO
RE
TIS
CH
E A
NA
LY
SE
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
1
BA
IN
F:
2008-2
009
Info
rma
tic
a
1. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
HE
T J
AA
RP
RO
GR
AM
MA
(C
urr
icu
lum
)
t =
(C
U H
RC
* 3
) +
(C
U W
RC
* 2
) +
(C
U P
RA
* 2
) +
(C
U S
TA
* 1
,25)
+ S
T P
RO
(A
an
gep
ast
op
Fo
rmu
le V
yt
(*))
met:
tbenodig
de s
tudie
tijd
in u
ren,
inclu
sie
f conta
ctu
ren,
om
te k
unnen s
lagen (
modale
stu
dent)
, verd
er
afg
ekort
tot
'stu
die
tijd
'
CU
aanta
l conta
ctu
ren
HR
Choorc
ollege
WR
Cw
erk
college
(bij
"werk
colle
ge"
word
t opgenom
en: w
erk
colle
ges, oefe
nin
gensessie
s, va
ard
igheid
str
ain
ingen e
n s
em
inaries)
PR
Apra
cticum
(bij
"pra
cticum
" w
ord
en d
e labosessie
s o
pgenom
en)
ST
Asta
ge
ST
PR
OZ
elfstu
die
pro
ject:
Info
rmaticapro
ject,
thuis
opdra
chte
n,
port
folio
1.1
. S
TU
DIE
TIJ
D:
Op b
asis
van info
rmatie u
it d
e f
iches e
n d
e f
acultair
e s
tudie
gid
s e
n a
an d
e h
and v
an d
e f
orm
ule
Vyt
bekom
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
:
TA
BE
L 1
:C
U H
RC
CU
WR
CC
U P
RA
CU
ST
AS
T P
RO
tcu
r
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n30
30
150
Dis
cre
te w
iskunde
45
45
225
Calc
ulu
s45
45
225
Com
pute
rsys
tem
en
45
30
15
225
Tale
n e
n a
uto
mate
n30
30
150
Gegeve
nsstr
uctu
ren
30
30
150
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
15
30
45
150
Inle
idin
g tot C
++
12
18
577
Com
pute
r gra
phic
s30
30
150
TO
TA
AL
1502
(*)
Fo
rmu
le V
yt
uit S
chro
ote
n H
. en A
. V
yt,
Tijd v
oor
stu
die
tijd
, 1999,
p.4
1
Page 1
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
ls
1.2
. S
TU
DIE
TIJ
D /
ST
UD
IEP
UN
T:
Uit t
abel 1 leid
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
per
ople
idin
gsonderd
eel af.
W
e k
unnen h
ieru
it d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcur/
stp
) bere
kenen.
TA
BE
L 2
:tc
ur
# s
tptc
ur/
stp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n150
625.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
225
925.0
0
Calc
ulu
s225
925.0
0
Com
pute
rsys
tem
en
225
925.0
0
Tale
n e
n a
uto
mate
n150
625.0
0
Gegeve
nsstr
uctu
ren
150
625.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
150
625.0
0
Inle
idin
g tot C
++
77
325.6
7
Com
pute
r gra
phic
s150
625.0
0
1502
60
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcu
r)/s
tud
iep
un
t:25.0
3u
.
Volg
ens h
et
decre
et
van 3
0 a
pri
l 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexib
ilis
eri
ng v
an h
et
hoger
onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n,
art
. 2,
22°,
kom
t 1 s
tudie
punt
overe
en m
et
ten m
inste
25 u
ur
en t
en h
oogste
30 u
ur
stu
die
tijd
.
Met
een t
ota
al van 6
0 s
tudie
punte
n p
er
stu
die
jaar
bedra
agt
de m
inim
um
gre
ns v
an d
e t
ota
le s
tudie
tijd
1500 u
ren e
n d
e m
axim
um
gre
ns 1
800 u
ren.
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
Page 2
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
ls
2. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
CO
LL
EG
ER
OO
ST
ER
2.1
ST
UD
IET
IJD
:
Voor
de b
ere
kenin
g v
an d
e s
tudie
tijd
op b
asis
van d
e c
ollegero
oste
rs (
tcro
) w
erd
eveneens d
e f
orm
ule
Vyt
(zie
1.)
gehante
erd
.
Een b
ere
kenin
g v
an h
et
aanta
l conta
ctu
ren v
indt
u in d
e w
ork
sheet
1 B
A I
NF
PE
R W
K.
SE
ME
ST
ER
1
TA
BE
L 3
:aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n (
T)
30
30
90
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n (
P)
30
30
60
Dis
cre
te w
iskunde (
T)
50
50
150
Dis
cre
te w
iskunde (
P)
46
46
92
Com
pute
rsys
tem
en (
T)
36
36
27
135
Com
pute
rsys
tem
en (
P)
45
33
12
90
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
T)
26
26
15
93
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
P)
33
33
66
tota
al:
296
TO
TA
AL
776
SE
ME
ST
ER
2
aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Calc
ulu
s (
TP
)94
45
49
233
Inle
idin
g tot C
++
(T
)12
12
541
Inle
idin
g tot C
++
(P
)18
18
36
Gegeve
nsstr
uctu
ren (
T)
24
24
678
Gegeve
nsstr
uctu
ren (
P)
36
36
72
Inle
idin
g S
oft
ware
engin
eering (
T)
16
16
45
93
Inle
idin
g S
oft
ware
engin
eering (
P)
30
30
60
Com
pute
r gra
phic
s (
T)
33
33
99
Com
pute
r gra
phic
s (
P)
33
33
66
tota
al:
296
TO
TA
AL
778
2.2
S
TU
DIE
TIJ
D /
WE
EK
:
Het
aanta
l uur
dat
de d
oors
nee s
tudent
in t
ota
al gem
iddeld
per
week a
an z
ijn s
tudie
zou m
oete
n b
este
den (
inclu
sie
f conta
ctu
ren e
n e
xam
ens)
bedra
agt:
TA
BE
L 4
:g
em
idd
eld
aan
tal u
. / w
eek
voor
het eers
te s
em
este
r:45.6
5u
.
voor
het tw
eede s
em
este
r:43.2
2u
.
Bij d
e b
ere
kenin
g w
erd
en d
e e
xam
enw
eken m
ee o
pgenom
en in h
et
aanta
l w
eken,
d.w
.z.
13 lesw
eken +
4 e
xam
enw
eken in h
et
eers
te s
em
este
r en
13 lesw
eken +
5 e
xam
enw
eken in h
et
tweede s
em
este
r.
Page 3
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
ls
2.3
ST
UD
IET
IJD
/ S
TU
DIE
PU
NT
:
Uit t
abel 3 k
unnen w
e d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcro
/ s
tp)
bere
kenen v
oor
het
academ
ieja
ar:
TA
BE
L 5
:tc
ro# s
tptc
ro/s
tp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n150
625.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
242
926.8
9
Calc
ulu
s233
925.8
9
Com
pute
rsys
tem
en
225
925.0
0
Tale
n e
n a
uto
mate
n159
626.5
0
Gegeve
nsstr
uctu
ren
150
625.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
153
625.5
0
Inle
idin
g tot C
++
77
325.6
7
Com
pute
r gra
phic
s165
627.5
0
1554
60
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcro
)/stu
die
pu
nt:
25.9
0u
.
Page 4
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
ls
3.
VE
RG
EL
IJK
ING
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
OP
BA
SIS
JA
AR
PR
OG
RA
MM
A E
N C
OL
LE
GE
RO
OS
TE
RS
Verg
eli
jkin
g b
ere
ken
ing
stu
deerb
aarh
eid
op
basis
van
het
jaarp
rog
ram
ma (
tcu
r en
tcu
r/stp
) in
tab
el
2 e
n d
e c
oll
eg
ero
oste
rs (
tcro
en
tcro
/stp
) in
tab
el
5
TA
BE
L 6
:# s
tptc
ur
tcu
r/stp
tcro
tcro
/stp
Inle
idin
g p
rogra
mm
ere
n6
150
25.0
0150
25.0
0
Dis
cre
te w
iskunde
9225
25.0
0242
26.8
9
Calc
ulu
s9
225
25.0
0233
25.8
9
Com
pute
rsys
tem
en
9225
25.0
0225
25.0
0
Tale
n e
n a
uto
mate
n6
150
25.0
0159
26.5
0
Gegeve
nsstr
uctu
ren
6150
25.0
0150
25.0
0
Inle
idin
g s
oft
ware
engin
eering
6150
25.0
0153
25.5
0
Inle
idin
g tot C
++
377
25.6
777
25.6
7
Com
pute
r gra
phic
s6
150
25.0
0165
27.5
0
gem
idd
eld
:1502
25.0
31554
25.9
0
tota
le s
tud
ieti
jd t
cu
r:1502
u.
tota
le s
tud
ieti
jd t
cro
:1554
u.
BR
ON
NE
N*
Decre
et va
n 3
0 a
pril 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexi
bili
sering v
an h
et H
oger
Onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n (B
.S., 1
2 o
kto
ber
2004)
* S
chro
ote
n, H
. &
Vyt
, A
. (1
999).
Tijd
voor
stu
die
tijd: onderw
ijskundig
e, m
eth
odolo
gis
che e
n b
ele
idsm
atig
e a
specte
n v
an s
tudie
tijdm
etin
g in
het hoger
onderw
ijs. Leuve
n: A
cco.
Page 5
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_1B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
ls
1B
A IN
FV
olg
en
s c
olleg
ero
oste
racadem
ieja
ar
2008-2
009
SE
ME
ST
ER
1
aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Inle
idin
g p
rog
ram
mere
n (
T)
30
24
44
44
22
22
Inle
idin
g p
rog
ram
mere
n (
P)
30
33
33
33
33
33
Dis
cre
te w
isku
nd
e (
T)
50
44
44
44
42
44
44
4
Dis
cre
te w
isku
nd
e (
P)
46
24
44
44
44
44
42
2
Co
mp
ute
rsys
tem
en
(T
)3
63
33
33
33
33
33
327
Co
mp
ute
rsys
tem
en
(P
)4
53
53
53
55
55
33
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
T)
26
22
22
22
22
22
22
215
Tale
n e
n a
uto
mate
n (
P)
33
33
33
33
33
33
3
tota
al per
week
10
23
26
28
26
28
24
16
26
24
26
22
17
42
SE
ME
ST
ER
2 aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Calc
ulu
s (
TP
)9
48
88
88
84
88
64
88
Inle
idin
g to
t C
++
(T
)1
22
22
22
25
Inle
idin
g to
t C
++
(P
)1
83
33
33
3
Geg
eve
nsstr
uctu
ren
(T
)2
42
22
22
22
22
22
26
Geg
eve
nsstr
uctu
ren
(P
)3
63
33
33
33
33
33
3
Inle
idin
g S
oftw
are
en
gin
eerin
g (
T)
16
22
22
22
22
45
Inle
idin
g S
oftw
are
en
gin
eerin
g (
P)
30
33
33
33
33
33
Co
mp
ute
r g
rap
hic
s (
T)
33
33
33
33
33
33
3
Co
mp
ute
r g
rap
hic
s (
P)
33
33
33
33
33
33
3
tota
al per
week
21
24
24
24
24
29
25
27
24
17
20
24
13
56
ST
PR
O: bijk
om
ende u
ren z
elfstu
die
pro
ject: Info
rmaticapro
ject, thuis
opdra
chte
n, port
folio
TH
EO
RE
TIS
CH
E A
NA
LY
SE
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
2
BA
IN
F:
2007-2
008
Info
rma
tic
a
1. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
HE
T J
AA
RP
RO
GR
AM
MA
(C
urr
icu
lum
)
t =
(C
U H
RC
* 3
) +
(C
U W
RC
* 2
) +
(C
U P
RA
* 2
) +
(C
U S
TA
* 1
,25)
+ S
T P
RO
(A
an
gep
ast
op
Fo
rmu
le V
yt
(*))
met:
tbenodig
de s
tudie
tijd
in u
ren,
inclu
sie
f conta
ctu
ren,
om
te k
unnen s
lagen (
modale
stu
dent)
, verd
er
afg
ekort
tot
'stu
die
tijd
'
CU
aanta
l conta
ctu
ren
HR
Choorc
ollege
WR
Cw
erk
college
(bij
"werk
colle
ge"
word
t opgenom
en: w
erk
colle
ges, oefe
nin
gensessie
s, va
ard
igheid
str
ain
ingen e
n s
em
inaries)
PR
Apra
cticum
(bij
"pra
cticum
" w
ord
en d
e labosessie
s o
pgenom
en)
ST
Asta
ge
ST
PR
OZ
elfstu
die
pro
ject:
Info
rmaticapro
ject,
thuis
opdra
chte
n,
port
folio
1.1
. S
TU
DIE
TIJ
D:
Op b
asis
van info
rmatie u
it d
e f
iches e
n d
e f
acultair
e s
tudie
gid
s e
n a
an d
e h
and v
an d
e f
orm
ule
Vyt
bekom
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
:
TA
BE
L 1
:C
U H
RC
CU
WR
CC
U P
RA
CU
ST
AS
T P
RO
tcu
r
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n30
30
150
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
30
30
150
Uitbatingssys
tem
en
30
45
180
Data
bases
30
40
170
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
45
45
225
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it30
30
150
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n15
75
75
270
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Netw
erk
toepassin
gen*
15
15
75
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas
30
30
150
Ele
menta
ire s
tatistiek
15
15
75
TO
TA
AL
1595
* F
out in
stu
die
gid
s w
aar
enkel 30 C
U W
RC
voorz
ien is.
(*)
Fo
rmu
le V
yt
uit S
chro
ote
n H
. en A
. V
yt,
Tijd v
oor
stu
die
tijd
, 1999,
p.4
1
Page 1
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
lsx
1.2
. S
TU
DIE
TIJ
D /
ST
UD
IEP
UN
T:
Uit t
abel 1 leid
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
per
ople
idin
gsonderd
eel af.
W
e k
unnen h
ieru
it d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcur/
stp
) bere
kenen.
TA
BE
L 2
:tc
ur
# s
tptc
ur/
stp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n150
625.0
0
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
150
625.0
0
Uitbatingssys
tem
en
180
630.0
0
Data
bases
170
628.3
3
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
225
925.0
0
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it150
625.0
0
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n270
930.0
0
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Netw
erk
toepassin
gen
75
325.0
0
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas
150
625.0
0
Ele
menta
ire s
tatistiek
75
325.0
0
1595
60
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcu
r)/s
tud
iep
un
t:26.5
8u
.
Volg
ens h
et
decre
et
van 3
0 a
pri
l 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexib
ilis
eri
ng v
an h
et
hoger
onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n,
art
. 2,
22°,
kom
t 1 s
tudie
punt
overe
en m
et
ten m
inste
25 u
ur
en t
en h
oogste
30 u
ur
stu
die
tijd
.
Met
een t
ota
al van 6
0 s
tudie
punte
n p
er
stu
die
jaar
bedra
agt
de m
inim
um
gre
ns v
an d
e t
ota
le s
tudie
tijd
1500 u
ren e
n d
e m
axim
um
gre
ns 1
800 u
ren.
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
Page 2
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
lsx
2. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
CO
LL
EG
ER
OO
ST
ER
2.1
ST
UD
IET
IJD
:
Voor
de b
ere
kenin
g v
an d
e s
tudie
tijd
op b
asis
van d
e c
ollegero
oste
rs (
tcro
) w
erd
eveneens d
e f
orm
ule
Vyt
(zie
1.)
gehante
erd
.
Een b
ere
kenin
g v
an h
et
aanta
l conta
ctu
ren v
indt
u in d
e w
ork
sheet
2 B
A I
NF
PE
R W
K.
SE
ME
ST
ER
1
TA
BE
L 3
:aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
T)
26
26
78
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
P)
36
36
72
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
(T
)24
24
15
87
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
(P
)24
24
15
63
Uitbatingssys
tem
en (
T)
24
24
20
92
Uitbatingssys
tem
en (
P)
44
44
88
Data
bases (
T)
24
24
15
87
Data
bases (
P)
24
24
15
63
Keu
zev
akken
(sele
cti
e 3
sp
)
Netw
erk
toepassin
gen (
T)
18
18
54
Netw
erk
toepassin
gen (
P)
16
16
32
tota
al:
260
TO
TA
AL
716
SE
ME
ST
ER
2
aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
(T
)38
38
114
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
(P
)52
52
20
124
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it (
T)
22
22
20
86
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it (
P)
26
26
20
72
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n (
T14
14
42
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n (
P75
75
75
225
Keu
zev
akken
(sele
cti
e 9
sp
)
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas (
T)
22
22
66
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas (
P)
24
24
36
84
Ele
menta
ire s
tatistiek (
T)
12
12
15
51
Ele
menta
ire s
tatistiek (
P)
12
12
24
tota
al:
297
TO
TA
AL
888
2.2
S
TU
DIE
TIJ
D /
WE
EK
:
Het
aanta
l uur
dat
de d
oors
nee s
tudent
in t
ota
al gem
iddeld
per
week a
an z
ijn s
tudie
zou m
oete
n b
este
den (
inclu
sie
f conta
ctu
ren e
n e
xam
ens)
bedra
agt:
TA
BE
L 4
:g
em
idd
eld
aan
tal u
. / w
eek
voor
het eers
te s
em
este
r:42.1
2u
.
voor
het tw
eede s
em
este
r:49.3
3u
.
Page 3
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
lsx
Bij d
e b
ere
kenin
g w
erd
en d
e e
xam
enw
eken m
ee o
pgenom
en in h
et
aanta
l w
eken,
d.w
.z.
13 lesw
eken +
4 e
xam
enw
eken in h
et
eers
te s
em
este
r en
13 lesw
eken +
5 e
xam
enw
eken in h
et
tweede s
em
este
r.
2.3
ST
UD
IET
IJD
/ S
TU
DIE
PU
NT
:
Uit t
abel 3 k
unnen w
e d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcro
/ s
tp)
bere
kenen v
oor
het
academ
ieja
ar:
TA
BE
L 5
:tc
ro# s
tptc
ro/s
tp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n150
625.0
0
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
150
625.0
0
Uitbatingssys
tem
en
180
630.0
0
Data
bases
150
625.0
0
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
238
926.4
4
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it158
626.3
3
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n267
929.6
7
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Netw
erk
toepassin
gen
86
328.6
7
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas
150
625.0
0
Ele
menta
ire s
tatistiek
75
325.0
0
1604
60
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcro
)/stu
die
pu
nt:
26.7
3u
.
Page 4
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
lsx
3.
VE
RG
EL
IJK
ING
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
OP
BA
SIS
JA
AR
PR
OG
RA
MM
A E
N C
OL
LE
GE
RO
OS
TE
RS
Verg
eli
jkin
g b
ere
ken
ing
stu
deerb
aarh
eid
op
basis
van
het
jaarp
rog
ram
ma (
tcu
r en
tcu
r/stp
) in
tab
el
2 e
n d
e c
oll
eg
ero
oste
rs (
tcro
en
tcro
/stp
) in
tab
el
5
TA
BE
L 6
:# s
tptc
ur
tcu
r/stp
tcro
tcro
/stp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n6
150
25.0
0150
25.0
0
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
6150
25.0
0150
25.0
0
Uitbatingssys
tem
en
6180
30.0
0180
30.0
0
Data
bases
6170
28.3
3150
25.0
0
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
9225
25.0
0238
26.4
4
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it6
150
25.0
0158
26.3
3
Pro
ject gedis
trib
ueerd
pro
gra
mm
ere
n9
270
30.0
0267
29.6
7
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Netw
erk
toepassin
gen
375
25.0
086
28.6
7
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas
6150
25.0
0150
25.0
0
Ele
menta
ire s
tatistiek
375
25.0
075
25.0
0
gem
idd
eld
:1595
26.5
81604
26.7
3
tota
le s
tud
ieti
jd t
cu
r:1595
u.
tota
le s
tud
ieti
jd t
cro
:1604
u.
BR
ON
NE
N*
Decre
et va
n 3
0 a
pril 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexi
bili
sering v
an h
et H
oger
Onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n (B
.S., 1
2 o
kto
ber
2004)
* S
chro
ote
n, H
. &
Vyt
, A
. (1
999).
Tijd
voor
stu
die
tijd: onderw
ijskundig
e, m
eth
odolo
gis
che e
n b
ele
idsm
atig
e a
specte
n v
an s
tudie
tijdm
etin
g in
het hoger
onderw
ijs. Leuve
n: A
cco.
Page 5
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
7-0
8_v2.x
lsx
2B
A IN
FV
olg
en
s c
olleg
ero
oste
racadem
ieja
ar
2007-2
008
SE
ME
ST
ER
1
aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
T)
26
22
22
22
22
22
22
2
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
P)
36
33
33
33
33
33
33
Mach
ines e
n b
ere
ken
baarh
eid
(T
)2
42
22
22
22
22
22
215
Mach
ines e
n b
ere
ken
baarh
eid
(P
)2
42
22
22
22
22
22
215
Uitb
atin
gssys
tem
en
(T
)2
42
22
22
22
22
22
220
Uitb
atin
gssys
tem
en
(P
)4
43
55
52
52
22
55
3
Data
bases (
T)
24
22
22
22
22
22
22
15
Data
bases (
P)
24
22
22
22
22
22
22
15
Ke
uze
va
kk
en
(s
ele
cti
e 3
sp
)
Netw
erk
toep
assin
gen
(T
)1
82
22
22
22
22
Netw
erk
toep
assin
gen
(P
)1
62
22
22
22
2
tota
al per
week
10
20
24
24
24
13
24
17
17
19
24
24
20
80
SE
ME
ST
ER
2 aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Nu
merieke li
neaire a
lgeb
ra (
T)
38
33
33
33
33
33
32
3
Nu
merieke li
neaire a
lgeb
ra (
P)
52
44
44
44
44
44
44
420
Alg
orith
men
en
co
mp
lexi
teit
(T)
22
22
22
22
22
22
220
Alg
orith
men
en
co
mp
lexi
teit
(P)
26
22
22
22
22
22
22
220
Pro
ject g
ed
istr
ibu
eerd
pro
gra
mm
ere
n (
T1
42
22
22
22
Pro
ject g
ed
istr
ibu
eerd
pro
gra
mm
ere
n (
P7
57
77
77
77
77
44
475
Ke
uze
va
kk
en
(s
ele
cti
e 9
sp
)
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas (
T)
22
22
22
22
22
22
2
Pro
gra
mm
eerp
ara
dig
mas (
P)
24
22
22
22
22
22
22
36
Ele
men
taire s
tatis
tiek (
T)
12
11
11
11
11
11
11
15
Ele
men
taire s
tatis
tiek (
P)
12
11
11
11
11
11
11
tota
al per
week
24
26
26
26
26
26
26
24
22
11
21
18
21
186
ST
PR
O: bijk
om
ende u
ren z
elfstu
die
pro
ject: Info
rmaticapro
ject, thuis
opdra
chte
n, port
folio
TH
EO
RE
TIS
CH
E A
NA
LY
SE
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
2
BA
IN
F:
2008-2
009
Info
rma
tic
a
1. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
HE
T J
AA
RP
RO
GR
AM
MA
(C
urr
icu
lum
)
t =
(C
U H
RC
* 3
) +
(C
U W
RC
* 2
) +
(C
U P
RA
* 2
) +
(C
U S
TA
* 1
,25)
+ S
T P
RO
(A
an
gep
ast
op
Fo
rmu
le V
yt
(*))
met:
tbenodig
de s
tudie
tijd
in u
ren,
inclu
sie
f conta
ctu
ren,
om
te k
unnen s
lagen (
modale
stu
dent)
, verd
er
afg
ekort
tot
'stu
die
tijd
'
CU
aanta
l conta
ctu
ren
HR
Choorc
ollege
WR
Cw
erk
college
(bij
"werk
colle
ge"
word
t opgenom
en: w
erk
colle
ges, oefe
nin
gensessie
s, va
ard
igheid
str
ain
ingen e
n s
em
inaries)
PR
Apra
cticum
(bij
"pra
cticum
" w
ord
en d
e labosessie
s o
pgenom
en)
ST
Asta
ge
ST
PR
OZ
elfstu
die
pro
ject:
Info
rmaticapro
ject,
thuis
opdra
chte
n,
port
folio
1.1
. S
TU
DIE
TIJ
D:
Op b
asis
van info
rmatie u
it d
e f
iches e
n d
e f
acultair
e s
tudie
gid
s e
n a
an d
e h
and v
an d
e f
orm
ule
Vyt
bekom
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
:
TA
BE
L 1
:C
U H
RC
CU
WR
CC
U P
RA
CU
ST
AS
T P
RO
tcu
r
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n30
30
150
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
30
30
150
Uitbatingssys
tem
en
30
45
180
Data
bases
40
120
Lin
eaire a
lgebra
25
25
125
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
20
20
100
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it30
30
150
Pro
ject data
bases
50
25
125
Com
pute
rnetw
erk
en
30
30
150
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Fys
ica
30
30
150
Ele
menta
ire s
tatistiek
15
15
75
Data
str
uctu
ren e
n a
lgoritm
en
15
15
75
TO
TA
AL
1550
(*)
Fo
rmu
le V
yt
uit S
chro
ote
n H
. en A
. V
yt,
Tijd v
oor
stu
die
tijd
, 1999,
p.4
1
Page 1
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
lsx
1.2
. S
TU
DIE
TIJ
D /
ST
UD
IEP
UN
T:
Uit t
abel 1 leid
en w
e d
e s
tudie
tijd
(tc
ur)
per
ople
idin
gsonderd
eel af.
W
e k
unnen h
ieru
it d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcur/
stp
) bere
kenen.
TA
BE
L 2
:tc
ur
# s
tptc
ur/
stp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n150
625.0
0
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
150
625.0
0
Uitbatingssys
tem
en
180
630.0
0
Data
bases
120
430.0
0
Lin
eaire a
lgebra
125
525.0
0
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
100
425.0
0
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it150
625.0
0
Pro
ject data
bases
125
525.0
0
Com
pute
rnerw
erk
en
150
625.0
0
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Fys
ica
150
625.0
0
Ele
menta
ire s
tatistiek
75
325.0
0
Data
str
uctu
ren e
n a
lgoritm
en
75
325.0
0
1550
60
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcu
r)/s
tud
iep
un
t:25.8
3u
.
Volg
ens h
et
decre
et
van 3
0 a
pri
l 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexib
ilis
eri
ng v
an h
et
hoger
onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n,
art
. 2,
22°,
kom
t 1 s
tudie
punt
overe
en m
et
ten m
inste
25 u
ur
en t
en h
oogste
30 u
ur
stu
die
tijd
.
Met
een t
ota
al van 6
0 s
tudie
punte
n p
er
stu
die
jaar
bedra
agt
de m
inim
um
gre
ns v
an d
e t
ota
le s
tudie
tijd
1500 u
ren e
n d
e m
axim
um
gre
ns 1
800 u
ren.
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
Page 2
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
lsx
2. S
TU
DE
ER
BA
AR
HE
ID O
P B
AS
IS V
AN
CO
LL
EG
ER
OO
ST
ER
2.1
ST
UD
IET
IJD
:
Voor
de b
ere
kenin
g v
an d
e s
tudie
tijd
op b
asis
van d
e c
ollegero
oste
rs (
tcro
) w
erd
eveneens d
e f
orm
ule
Vyt
(zie
1.)
gehante
erd
.
Een b
ere
kenin
g v
an h
et
aanta
l conta
ctu
ren v
indt
u in d
e w
ork
sheet
2 B
A I
NF
PE
R W
K.
SE
ME
ST
ER
1
TA
BE
L 3
:aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Uitbatingssys
tem
en
69
22
20
27
20
180
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n54
24
30
20
152
Lin
eaire a
lgebra
51
24
27
126
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
58
24
34
15
155
Data
bases
48
24
24
120
Keu
zev
akken
(sele
cti
e 6
sp
)
Fys
ica
48
30
18
25
151
tota
al:
328
TO
TA
AL
884
SE
ME
ST
ER
2
aan
tal
CU
CU
HR
C
CU
WR
C
CU
PR
AC
U S
TA
ST
PR
Otc
ro
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
40
20
20
100
Alg
oritm
en e
n c
om
ple
xite
it44
22
22
40
150
Pro
ject data
bases
88
105
129
Com
pute
rnetw
erk
en
52
26
26
20
150
Keu
zev
akken
(sele
cti
e 6
sp
)
Data
str
uctu
ren e
n a
lgoritm
en
26
13
13
15
80
Ele
menta
ire s
tatistiek
24
12
12
15
75
tota
al:
194
TO
TA
AL
684
2.2
S
TU
DIE
TIJ
D /
WE
EK
:
Het
aanta
l uur
dat
de d
oors
nee s
tudent
in t
ota
al gem
iddeld
per
week a
an z
ijn s
tudie
zou m
oete
n b
este
den (
inclu
sie
f conta
ctu
ren e
n e
xam
ens)
bedra
agt:
TA
BE
L 4
:g
em
idd
eld
aan
tal u
. / w
eek
voor
het eers
te s
em
este
r:52.0
0u
.
voor
het tw
eede s
em
este
r:38.0
0u
.
Bij d
e b
ere
kenin
g w
erd
en d
e e
xam
enw
eken m
ee o
pgenom
en in h
et
aanta
l w
eken,
d.w
.z.
13 lesw
eken +
4 e
xam
enw
eken in h
et
eers
te s
em
este
r en
13 lesw
eken +
5 e
xam
enw
eken in h
et
tweede s
em
este
r.
Page 3
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
lsx
2.3
ST
UD
IET
IJD
/ S
TU
DIE
PU
NT
:
Uit t
abel 3 k
unnen w
e d
e s
tudie
tijd
per
stu
die
punt
(tcro
/ s
tp)
bere
kenen v
oor
het
academ
ieja
ar:
TA
BE
L 5
:tc
ro# s
tptc
ro/s
tp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n152
625.3
3
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
155
625.8
3
Uitbatingssys
tem
en
180
630.0
0
Data
bases
120
430.0
0
Lin
eaire a
lgebra
126
525.2
0
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
100
425.0
0
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it150
625.0
0
Pro
ject data
bases
129
525.8
0
Com
pute
rnetw
erk
en
150
625.0
0
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Fys
ica
151
625.1
7
Ele
menta
ire s
tatistiek
75
325.0
0
Data
str
uctu
ren e
n a
lgoritm
en
80
326.6
7
1568
60
In d
e t
abel w
erd
aangeduid
of
het
stu
die
jaar
en w
elk
e o
ple
idin
gsonderd
ele
n o
nder
het
decre
taal m
inim
um
zitte
n e
n w
elk
e e
rboven.
gem
idd
eld
e s
tud
ieti
jd (
tcro
)/stu
die
pu
nt:
26.1
3u
.
3.
VE
RG
EL
IJK
ING
ST
UD
EE
RB
AA
RH
EID
OP
BA
SIS
JA
AR
PR
OG
RA
MM
A E
N C
OL
LE
GE
RO
OS
TE
RS
Page 4
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
lsx
Verg
eli
jkin
g b
ere
ken
ing
stu
deerb
aarh
eid
op
basis
van
het
jaarp
rog
ram
ma (
tcu
r en
tcu
r/stp
) in
tab
el
2 e
n d
e c
oll
eg
ero
oste
rs (
tcro
en
tcro
/stp
) in
tab
el
5
TA
BE
L 6
:# s
tptc
ur
tcu
r/stp
tcro
tcro
/stp
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n6
150
25.0
0152
25.3
3
Machin
es e
n b
ere
kenbaarh
eid
6150
25.0
0155
25.8
3
Uitbatingssys
tem
en
6180
30.0
0180
30.0
0
Data
bases
4120
30.0
0120
30.0
0
Lin
eaire a
lgebra
5125
25.0
0126
25.2
0
Num
erieke lin
eaire a
lgebra
4100
25.0
0100
25.0
0
Alg
orith
men e
n c
om
ple
xite
it6
150
25.0
0150
25.0
0
Pro
ject data
bases
5125
25.0
0129
25.8
0
Com
pute
rnerw
erk
en
6150
25.0
0150
25.0
0
Keu
zev
akken
(sele
cti
e v
oo
r 12 s
p)
Fys
ica
6150
25.0
0151
25.1
7
Ele
menta
ire s
tatistiek
375
25.0
075
25.0
0
Data
str
uctu
ren e
n a
lgoritm
en
375
25.0
080
26.6
7
gem
idd
eld
:1550
25.8
31568
26.1
3
tota
le s
tud
ieti
jd t
cu
r:1550
u.
tota
le s
tud
ieti
jd t
cro
:1568
u.
BR
ON
NE
N*
Decre
et va
n 3
0 a
pril 2004 b
etr
eff
ende d
e f
lexi
bili
sering v
an h
et H
oger
Onderw
ijs e
n h
oudende d
ringende h
ogero
nderw
ijsm
aatr
egele
n (B
.S., 1
2 o
kto
ber
2004)
* S
chro
ote
n, H
. &
Vyt
, A
. (1
999).
Tijd
voor
stu
die
tijd: onderw
ijskundig
e, m
eth
odolo
gis
che e
n b
ele
idsm
atig
e a
specte
n v
an s
tudie
tijdm
etin
g in
het hoger
onderw
ijs. Leuve
n: A
cco.
Page 5
Theore
tische a
naly
se s
tudeerb
aarh
eid
_2B
A_IN
F 0
8-0
9_v2.x
lsx
2B
A IN
FV
olg
en
s c
olleg
ero
oste
racadem
ieja
ar
2008-2
009
SE
ME
ST
ER
1
aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Uitb
atin
gssys
tem
en
(T
)2
22
22
22
22
22
22
20
Uitb
atin
gssys
tem
en
(P
)4
73
32
22
55
25
55
53
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
T)
24
22
22
22
22
22
22
Gevo
rderd
pro
gra
mm
ere
n (
P)
30
33
33
33
33
33
20
Lin
eaire a
lgeb
ra (
T)
24
22
22
22
22
22
22
Lin
eaire a
lgeb
ra (
P/T
)2
62
22
22
22
22
22
22
Mach
ines e
n b
ere
ken
baarh
eid
(T
)2
42
22
22
22
22
22
215
Mach
ines e
n b
ere
ken
baarh
eid
(P
)3
42
23
33
33
33
33
3
Data
bases (
T)
24
22
22
22
22
22
22
Data
bases (
P)
24
22
22
22
22
22
22
Ke
uze
va
kk
en
(s
ele
cti
e 6
sp
)
Fys
ica (
T)
26
22
22
22
22
22
22
225
Fys
ica (
P)
22
22
22
22
22
22
2
tota
al per
week
13
23
25
26
26
29
29
17
29
29
29
29
23
SE
ME
ST
ER
2 aan
tal C
Uw
k1
wk2
wk3
wk4
wk5
wk6
wk7
wk8
wk9
wk1
0w
k1
1w
k1
2w
k1
3S
T P
RO
Nu
merieke li
neaire a
lgeb
ra (
T)
20
22
22
22
22
22
Nu
merieke li
neaire a
lgeb
ra (
P)
20
22
22
22
22
22
Alg
orith
men
en
co
mp
lexi
teit
(T)
22
22
22
22
22
22
220
Alg
orith
men
en
co
mp
lexi
teit
(P)
22
22
22
22
22
22
220
Pro
ject d
ata
bases (
T)
82
22
2
Pro
ject d
ata
bases (
P)
0100
Co
mo
ute
rnetw
erk
en
(T
)2
62
22
22
22
22
22
22
20
Co
mp
ute
rnetw
erk
en
(P
)2
62
22
22
22
22
22
22
Ke
uze
va
kk
en
(s
ele
cti
e 6
sp
)
Data
str
uctu
ren
en
alg
oritm
en
(T
P)
26
22
22
22
22
22
22
2
Ele
men
taire s
tatis
tiek (
T)
12
11
11
11
11
11
11
15
Ele
men
taire s
tatis
tiek (
P)
12
11
11
11
11
11
11
tota
al per
week
18
18
18
18
16
16
16
16
12
12
12
12
10
ST
PR
O: bijk
om
ende u
ren z
elfstu
die
pro
ject: Info
rmaticapro
ject, thuis
opdra
chte
n, port
folio
Bijlage Ix.5.2:
Resultaten studietijdmeting en paarsgewijze vergelijking
1 B
a I
nfo
rmati
ca 2
007-2
008 (
24 r
esp
on
den
ten
1)
Pla
ats
va
k o
p v
ecto
r T
itel
S
tud
iep
un
ten
S
cha
alw
aa
rd
e o
p
vec
tor
Ges
tan
da
ard
isee
rd
e
sch
aa
lwa
ard
e
Pla
ats
va
k i
n a
na
lyse
1
Co
mp
ute
rsy
stem
en
6
0.0
00
0
-1.6
8
3
2
Inle
idin
g p
rog
ram
mer
en
6
1.3
57
9
-1.0
2
1
3
Dis
cret
e w
isk
un
de
9
2.2
12
8
-0.6
1
2
4
Co
mp
ute
rnetw
erk
en
6
2.9
04
9
-0.2
8
8
5
Geg
even
sstr
uctu
ren
6
3
.65
03
0
.08
5
6
Tale
n e
n a
uto
mat
en
6
4.2
93
2
0.3
9
4
7
Inle
idin
g s
oft
war
e e
ng
inee
rin
g
6
4.9
14
3
0.6
9
6
8
Calc
ulu
s 9
5
.49
03
0
.97
7
9
Co
mp
ute
r g
rap
hic
s 6
6
.47
84
1
.45
9
1 2
5 e
nq
uête
s v
erzam
eld
, w
aarv
an 1
bla
nco
Bijlage Ix.5.3:
CIKO, samenstelling, missie, opdracht en werking
Onderwijsraad, 6 juli 2004
Cellen voor de innovatie en de kwaliteitszorg in het onderwijs (CIKO’s)
Samenstelling, missie, opdracht en werking 1. Samenstelling ...................................................................................................................................... 1 2. Missie .................................................................................................................................................. 2 3. Opdracht .............................................................................................................................................. 2 4. Taakverdeling...................................................................................................................................... 4 5. Ondersteuning van de CIKO ............................................................................................................... 5 6. Interne kwaliteitszorg van de CIKO................................................................................................... 5 7. Bronnen ............................................................................................................................................... 5 1. Samenstelling In elke faculteit van de UA wordt één CIKO opgericht. De CIKO heeft de opdracht de kwaliteitszorg van het onderwijs in de faculteit te organiseren en te ondersteunen en onderwijsinnovatie te stimuleren, dit om kwalitatief hoogstaande opleidingen aan te bieden en tevens met het oog op het behalen van een accreditatie door elke opleiding van de UA. Om deze opdracht waar te maken dient de samenstelling van de CIKO de inbedding van haar activiteiten in de faculteit te ondersteunen en een draagvlak te creëren voor haar initiatieven. De CIKO kent een beperkte samenstelling zodat ze kan functioneren als een krachtig team. De samenstelling van de CIKO moet tevens een effectieve communicatie en een structureel, frequent overleg garanderen met de onderwijscommissies en de faculteit. Daarom bestaat de CIKO uit:
- Een CIKO-coördinator: de CIKO-coördinator is een, bij voorkeur, voltijds ZAP-lid van de faculteit. De functie van coördinator wordt bij voorkeur niet gecombineerd met een mandaat van decaan of voorzitter van een onderwijscommissie. De CIKO-coördinator is verantwoordelijk voor het overleg met de onderwijscommissies en de rapportering aan de faculteit.
- Een stafmedewerker onderwijs: de stafmedewerker onderwijs is een ATP-lid. Deze functie
onderscheidt zich van de functie van facultair beleidsmedewerker. De stafmedewerker onderwijs is ambtshalve lid van de CIKO.
- Één of meerdere ZAP-leden uit de faculteit.
- Één of meerdere AAP-leden uit de faculteit.
- Één of meerdere studenten
De leden moeten er zorg voor dragen dat de CIKO sterke voeling houdt met de opleidingen van de faculteit en tegelijk met de nodige kritische afstand naar het onderwijs kan kijken. Daarom is/zijn het/de ZAP-lid/leden bij voorkeur geen voorzitter van de/een onderwijscommissie(s). Om een efficiënte en effectieve werking mogelijk te maken, is het wenselijk dat de CIKO uit een zestal leden bestaat. Op die manier functioneert de CIKO als een hecht en krachtdadig team dat zich intensief inzet voor de kwaliteitszorg en de innovatie van het onderwijs.
1 / 5
De CIKO-coördinator wordt aangewezen door de faculteitsraad. De leden worden eveneens aangewezen door de faculteitsraad. De duur van de mandaten bedraagt 3 jaar en voor studentleden 1 jaar. Deze mandaten zijn hernieuwbaar. Het is tevens een streefdoel elke CIKO administratief te ondersteunen met een minstens voltijdse administratieve kracht, al dan niet gepoold in het decanaat/onderwijssecretariaat, voor de praktische organisatie en het secretariaatswerk van de CIKO. 2. Missie Zoals gesteld in het Onderwijsontwikkelingsplan (volgend op de Opdrachtsverklaring van de UA (2002) en de UA-visie op onderwijsinnovatie (2001)), zal de CIKO de realisatie van volgende strategische doelstellingen (met nadruk op de tweede) mee ondersteunen: 1. De UA biedt een maatschappelijk verantwoord, samenhangend, helder gestructureerd en toekomstgericht geheel van bachelor- en masteropleidingen aan, voor studenten uit alle sociale lagen van de maatschappij en van alle generaties. 2. De UA organiseert studentgecentreerd en competentiegericht academisch onderwijs, dat aandacht heeft voor zowel brede algemene vorming als specialisatie. 3. Alle opleidingen van de UA zijn actieve spelers in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en stimuleren hun studenten om deel te nemen aan internationale uitwisseling. Het academisch onderwijsbeleid is niet alleen een zaak van enerzijds het centraal universitair bestuur (het macroniveau) en anderzijds de individuele docent (het microniveau), maar ook en niet in het minst van de faculteiten en de onderwijscommissies (het mesoniveau). Voor het nemen en doen slagen van initiatieven op het vlak van het leren, het doceren, het toetsen en het curriculum is het mesoniveau van onschatbare waarde. De UA wil voor het succesvol verwezenlijken van haar onderwijsprioriteiten met de invoering van de CIKO’s het beleidsvoerend vermogen inzake kwaliteitszorg en innovatie in het onderwijs ter hoogte van de faculteiten en de onderwijscommissies inbedden en opvoeren. Met de oprichting van CIKO’s wordt het subsidiariteitsbeginsel (de besluitvorming moet zo dicht mogelijk liggen bij degenen die verantwoordelijk zijn voor de opleiding) als richtlijn genomen. 3. Opdracht De CIKO heeft tot doel de kwaliteitszorg en de onderwijsinnovatie op facultair niveau en in de onderwijscommissie(s) te versterken en te systematiseren. De opdrachten van een CIKO situeren zich in de volgende gebieden (Onderwijsontwikkelingplan UA):
Kwaliteitszorg - verbeteren en borgen van de kwaliteit van de opleidingen, met bijzondere aandacht voor de
UA-visie op onderwijsvernieuwing (doelgerichte curriculumontwikkeling, activerende werkvormen, competentiegerichte toetsvormen);
- organiseren en opvolgen van de onderwijsevaluaties; - stimuleren van de onderwijscommissies en docenten tot kritische reflectie op hun onderwijs; - ondersteunen van de voorbereiding en de opvolging van de visitaties.
Onderwijsinnovatie - ondersteunen, stimuleren en coördineren van onderwijsinnovatieprojecten binnen de faculteit;
2 / 5
- bijdragen aan de initiatieven inzake onderwijskundige professionalisering van het ECHO; Daar waar de onderwijscommissies de algemene opdracht hebben om doelgerichte en consistente opleidingsprogramma’s te ontwikkelen, ondersteunt en adviseert de CIKO de onderwijscommissie(s) specifiek inzake de kwaliteitszorg van het onderwijs en de onderwijsinnovatie. De basis van een goede CIKO-werking ligt in het regelmatig overleg met de onderwijscommissie(s). Deze interactie moet garanderen dat de CIKO-activiteiten aansluiten bij de behoeften van de onderwijscommissies. Anderzijds moet de CIKO voldoende afstand kunnen nemen en kritisch kunnen staan tegenover wat in de onderwijscommissies gebeurt. De CIKO moet dan ook activiteiten kunnen opzetten inzake kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie die getuigen van deze kritische houding. Gezien deze opdrachten neemt de CIKO initiatieven inzake kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie. De CIKO stelt in dialoog met de onderwijscommissie(s) minstens 1 semester op voorhand een plan op met uit te voeren activiteiten en ze rapporteert eveneens aan de onderwijscommissies over de uitvoering en de resultaten van deze activiteiten. Aansluitend treedt de CIKO met de onderwijscommissie(s) in overleg over de opvolging van haar activiteiten en de te nemen acties. De CIKO rapporteert over haar plannen en de resultaten van haar uitgevoerde activiteiten ook aan de faculteit. Om haar opdracht inzake kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie effectief waar te maken dient de CIKO zeer intensief te werken. In faculteiten met slechts een zeer klein aantal opleidingen waar de CIKO een beperkte samenstelling kent, kan de CIKO als hecht team intensief vergaderen en functioneren. Meerdere CIKO-bijeenkomsten per semester zijn dan noodzakelijk. In faculteiten met meerdere opleidingen is het mogelijk (maar niet noodzakelijk!) dat de CIKO een iets uitgebreidere samenstelling heeft. In deze CIKO’s kan een onderscheid gemaakt worden tussen generieke CIKO-activiteiten en meer opleidingsspecifieke CIKO-activiteiten. De generieke activiteiten dienen plaats te vinden in de CIKO als geheel. De CIKO als geheel komt hiervoor minstens 2 keer per semester samen. Voor de meer opleidingsgebonden CIKO-activiteiten kan telkens gewerkt worden met een zeer beperkte afvaardiging uit de CIKO die wèl intensief functioneert en overlegt (meerdere bijeenkomsten per semester). Het streefdoel van ongeveer een zestal leden per CIKO blijft echter als algemeen principe gehandhaafd. De kernidee achter de CIKO’s is immers dat zij fungeren als een hecht team binnen de faculteit die de zorg voor het onderwijs ter dege op zich wil nemen. Om dit dagdagelijks waar te maken moet de CIKO nauw overleg plegen met de onderwijscommissies, wat niet noodzakelijk impliceert dat elke onderwijscommissie een vertegenwoordiger in de CIKO moet hebben. Concreet voert de CIKO o.a. volgende activiteiten uit (niet-limitatieve lijst):
- de organisatie en uitvoering van evaluaties van het onderwijs in het kader van de kwaliteitszorg (programma-evaluaties en evaluaties van opleidingsonderdelen). Dit impliceert ook de bespreking en opvolging van de evaluatieresultaten en de terugkoppeling van de evaluatieresultaten, o.a. naar de onderwijscommissie(s), docenten, studenten en afgestudeerden. De evaluatieresultaten die een onderdeel vormen van de personeelsbeoordeling van het AP worden overgenomen en besproken door de daartoe geëigende organen (vb. facultaire evaluatiecommissie) of verantwoordelijken (vb. de decaan) en worden met de nodige discretie behandeld.
- het organiseren van studietijdmetingen en het opvolgen van de resultaten hiervan; - het ondernemen van initiatieven ter verbetering van studeerbaarheid; - contacten leggen en onderhouden met afgestudeerden, alumniverenigingen en het afnemend
veld, o.a. om trends op de arbeidsmarkt op te volgen; - het analyseren van ken- en stuurgetallen m.b.t. de opleiding(en) aan de onderwijscommissie(s)
(bv. de analyse van de instroom aan studenten, de studieresultaten, de studievoortgang, onderzoek naar drop-out,…) ten behoeve van de kritische reflectie over onderwijsinhoud, processen en resultaten;
3 / 5
- het opvolgen en aanbrengen van de vernieuwingen in het onderwijs, zowel thematische vernieuwingen met betrekking tot onderwijs in het algemeen (bv. innovaties op vlak van werkvormen en leermiddelen zoals het gebruik van ITC in het onderwijs) als meer specifieke ontwikkelingen m.b.t. het hoger onderwijs. (bv. de implementatie van de Bachelor-Master-structuur in het hoger onderwijs, de flexibilisering met betrekking tot de studieprogramma's en studievoortgang in het hoger onderwijs);
- het ontwikkelen van een langetermijnvisie over het onderwijsbeleid van de faculteit en het centrale onderwijsbeleid ingang doen vinden in faculteit;
- het in voorkomend geval, opvolgen van andere commissies betrokken bij de kwaliteit van het onderwijs binnen de faculteit;
- het ondersteunen van de uitwerking van initiatieven met betrekking tot onderwijskundige professionalisering van lesgevers en assistenten;
- het bewaken van de kwaliteit van de studie-informatiestromen. 4. Taakverdeling De CIKO-coördinator
- staat in voor het stimuleren en coördineren van de innovatie en de kwaliteitszorg van het onderwijs in de faculteit;
- staat in voor de planning, de voorbereiding en de uitvoering van de activiteiten van de CIKO. Hij/zij wordt hierin bijgestaan door de andere CIKO-leden.
- heeft de dagelijkse leiding van de CIKO en is diensthoofd van de stafmedewerker onderwijs. Hij/zij stuurt, in overleg met de decaan, de stafmedewerker onderwijs en in voorkomend geval de administratieve kracht(en) aan.
- staat in voor de organisatie van de dagelijkse werking. Hij/zij wordt hierin bijgestaan door de stafmedewerker onderwijs;
- overlegt, in afspraak met de andere CIKO-leden, met de onderwijscommissie(s) en rapporteert aan de faculteitsraad;
- is verantwoordelijk voor de inbedding van de CIKO en haar activiteiten in de faculteit; - rapporteert over de geplande en uitgevoerde activiteiten van de CIKO aan de UA-Werkgroep
innovatie en kwaliteitszorg in het onderwijs. De CIKO-coördinator is vanuit zijn functie lid van deze werkgroep.
De stafmedewerker onderwijs:
- vervult zijn/haar volledige opdracht binnen de CIKO; - voert, in overleg met de CIKO-coördinator, de geplande activiteiten van de CIKO uit; - voert in het kader van de kwaliteitszorg, de geplande onderwijsevaluaties uit en ondersteunt de
opvolging van de evaluatieresultaten; - staat in voor de opvolging en ondersteuning van de onderwijsinnovatieve projecten in de
faculteit (o.a. UFOO-projecten, Blackboardactiviteiten,..); - rapporteert over zijn/haar werkzaamheden aan de CIKO-coördinator en de andere leden van
de CIKO; - woont, voor zover mogelijk, de vergaderingen van de onderwijscommissie(s) in de faculteit
bij; - wordt, in overleg met de decaan, aangestuurd door de CIKO-coördinator.
In hoeverre de activiteiten van de CIKO een relatie vertonen met de ZAP-evaluatie moet nog uitgewerkt worden bij het opstellen van een procedure en een instrument voor de ZAP-evaluatie, luik onderwijs. Het is een streefdoel elke CIKO administratief te ondersteunen. Voor elke faculteit zal nagegaan worden in hoeverre hiervoor beroep gedaan kan worden op reeds aanwezig administratief personeel in de faculteit (vb. binnen het decanaat/onderwijssecretariaat). Voor faculteiten die momenteel een
4 / 5
krappe administratieve ondersteuning hebben, zal nagegaan worden of door herallocatie van personeel, o.a. n.a.v. de UA-fusie, extra administratieve ondersteuning toegekend kan worden. De taken van deze administratieve medewerk(st)er zou er o.a. in bestaan onderwijsevaluaties concreet te organiseren, af te nemen en administratief te verwerken. Ook het secretariaat van de CIKO behoort tot haar/zijn takenpakket. 5. Ondersteuning van de CIKO Het departement onderwijs van de UA ondersteunt de CIKO in zijn opdracht inzake kwaliteitszorg en innovatie van onderwijs. Zo ontwikkelt het departement, in overleg met de CIKO’s, instrumenten en algemene procedures voor de evaluatie van het onderwijs en de opvolging van evaluatieresultaten en stelt ze deze ten dienste van de CIKO’s. Ook inzake het initiëren en opvolging van de voorbereiding van visitaties en accreditaties staat het departement onderwijs de CIKO bij (dit is de institutionele coördinatie). De CIKO kan beroep doen op het ECHO voor onderwijskundige ondersteuning en professionalisering. Anderzijds levert de CIKO, voor zover mogelijk, vanuit zijn praktijkervaring met onderwijsontwikkeling een bijdrage aan de onderwijskundige vorming die het ECHO organiseert. 6. Interne kwaliteitszorg van de CIKO De CIKO plant haar activiteiten in overleg met de onderwijscommissies en rapporteert er ook over aan de faculteit. (cfr. opdracht van de CIKO) Aanvullend rapporteren de CIKO’s minstens jaarlijks over hun werkzaamheden en geplande acties aan de Werkgroep innovatie en kwaliteitszorg in het onderwijs. Deze rapportering zal gebeuren volgens een standaardsjabloon dat door de Onderwijsraad zal worden voorgesteld. De Werkgroep innovatie en kwaliteitszorg in het onderwijs stelt op basis hiervan een beknopt verslag op voor de Onderwijsraad, dat op zijn beurt de basis vormt voor het UA-jaarverslag en het verslag over het Onderwijsontwikkelingsplan. Een eerste verslag van de uitgevoerde activiteiten van de CIKO wordt verwacht tegen einde augustus 2004. In dit verslag geven de CIKO’s ook de planning van hun activiteiten voor het eerste semester van het academiejaar 2004-2005. 7. Bronnen
- Onderwijsontwikkelingsplan UA: http://www.ua.ac.be/main.asp?c=*ONWBEL - FAQ over CIKO’s: http://www.ua.ac.be/main.asp?c=*ONWBEL - Presentatie prof. dr. J. Denekens op 9 maart 2004 (eerste interfacultair CIKO-overleg) - Basisnota academische structuur UA:
http://www.ua.ac.be/main.asp?c=*REGLEM&n=10587&ct=006815&e=o14663 - Organiek reglement UA-Faculteit Rechten:
http://www.ua.ac.be/main.asp?c=*FACREC&n=633&ct=FREORGBEST - UGent, KCO Faculteit Economie en Bedrijfskunde:
http://fetew.ugent.be/index_nl.htm?fac/Organisation/Diensten.asp~top.mainFrame - UGent, KCO Faculteit Farmaceutische Wetenschappen:
http://allserv.ugent.be/farmserv/farmwet/kco.htm - UGent, KCO Faculteit Letteren e nWijsbegeerte: http://www.flwi.ugent.be/nl/departments/kco/ - UGent, KCO Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen: http://www.psw.ugent.be/kco/ - UGent, KCO Faculteit Toegepaste Wetenschappen:
http://www.ftw.rug.ac.be/raden_commissies/kwaliteitscel_onderwijs/kwaliteitscel_onderwijs.htm - UGent, KCO Faculteit Wetenschappen: http://wetenschappen.ugent.be/ldo/we53/
5 / 5
Bijlage Ix.5.4:
Evaluatie van opleidingsonderdelen
– toelichting resultaten 07-08
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
1
Evaluatie van opleidingsonderdelen Toelichting bij de resultaten
Waarom evaluaties van opleidingsonderdelen?
Ten eerste draagt de Universiteit Antwerpen de kwaliteit van haar opleidingen hoog in haar vaandel. Om deze kwaliteit te waarborgen kiest de Universiteit Antwerpen er - naast andere maatregelen - voor om elk opleidingsonderdeel ten minste één keer om de vier jaar te evalueren d.m.v. een enquête bij de studenten. De enquêtes leveren betrouwbare en gerichte informatie op die de onderwijscommissies en de docenten kunnen gebruiken om hun onderwijs te evalueren en waar nodig bij te sturen. De Universiteit Antwerpen komt met deze periodieke evaluaties tegemoet aan de criteria van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (en voorheen die van de Vlaamse Interuniversitaire Raad) inzake kwaliteitszorg. Ten tweede wil de Universiteit Antwerpen valide informatie over de onderwijsprestaties van het ZAP opnemen in de evaluatiedossiers. Het ZAP-statuut van de Universiteit Antwerpen bepaalt dat het evaluatiedossier onder andere “de resultaten van de door studenten uitgebrachte docentenevaluatie” bevat. Met dergelijke evaluaties van het ZAP voldoet de Universiteit Antwerpen aan de decretale verplichting om het academisch personeel elke vijf jaar te evalueren.
De vragenlijst
De vragenlijst die voor deze evaluatie werd gebruikt is het resultaat van een studie uitgevoerd door de CIKO PSW. Zij ontwikkelden een betrouwbare en valide vragenlijst die op grote schaal werd getest. De vragenlijst meet 12 aspecten (of dimensies) van het onderwijs, die hieronder met hun operationele definitie zijn weergegeven.
1. Duidelijkheid van de doelstellingen Zijn de studenten op de hoogte van de doelstellingen die voor een bepaald opleidingsonderdeel gelden? Weten zij wat met dit vak wordt beoogd?
2. Relevantie van de leerinhouden Sluiten de leerinhouden aan bij de leerdoelen die met het opleidingsonderdeel worden vooropgesteld en dragen ze aldus bij tot het verwerven van de beoogde (kern)competenties?
3. Opbouw van de inhoud Vertoont de wijze waarop de leerinhouden geordend zijn een logische samenhang? Zijn de leerinhouden goed op elkaar afgestemd en sluiten ze op elkaar aan?
4. Doceerstijl docent Vinden de studenten dat de docent goed lesgeeft?
5. Worden studenten door docent gestimuleerd in hun leerproces? Biedt de docent volgens de studenten de nodige ondersteuning bij hun werkzaamheden voor dit opleidingsonderdeel? Biedt de docent hen voldoende mogelijkheden om de leerstof actief te verwerken?
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
2
6. Studiemateriaal: bijdrage tot het begrijpen van de leerstof Is het studiemateriaal van die aard dat het de studenten helpt om de leerstof beter te verwerken en te begrijpen?
7. Studeerbaarheid Zijn de verwachtingen van de docent met betrekking tot dit opleidingsonderdeel en de normverwachtingen van de studenten (“Wat kan en mag een vak van mij verlangen?”) met elkaar in balans?
8. Hulp van de docent tijdens het leerproces Is de begeleiding waarop studenten een beroep kunnen doen met betrekking tot het verwerken van de leerstof naar hun mening voldoende?
9. Authenticiteit summatieve evaluatie Wordt de evaluatieopdracht als zinvol en aantrekkelijk ervaren, met andere woorden, wordt meer gevraagd dan enkel het reproduceren van de leerinhoud?
10. Formatieve evaluatie Dragen feedback of tussentijdse evaluatie (die in de loop van dit opleidingsonderdeel wordt georganiseerd) bij tot een betere verwerking van de leerinhouden?
11. Inhoudsvaliditeit summatieve evaluatie Vormt het examen/de evaluatie een goede representatie van de leerinhouden die in het opleidingsonderdeel aan bod zijn gekomen?
12. Aansluiting bij voorkennis Zijn de studenten bij de aanvang van het opleidingsonderdeel voldoende gewapend om het verwerven van de vooropgestelde leerdoelen tot een goed einde te brengen (b.v. omdat ze in andere en vorige opleidingsonderdelen voldoende (voor)kennis, vaardigheden en attitudes hebben verworven om dit vak aan te kunnen)?
Over elke dimensie worden drie (soms vier) gesloten vragen gesteld. Daarnaast bevat de vragenlijst één vraag over de beschikbaarheid van het studiemateriaal, één vraag naar de oorzaken van een eventueel te hoge studiebelasting en twee open vragen naar positieve en negatieve aspecten. De gesloten vragen zijn geformuleerd als stellingen waarbij de student aangeeft in hoeverre hij daarmee akkoord of niet akkoord gaat. De antwoordcategorieën voor de gesloten vragen zijn:
1 2 3 4 5 6
helemaal niet akkoord
niet akkoord eerder niet akkoord
eerder akkoord
akkoord helemaal akkoord
Het merendeel van de opleidingsonderdelen/docenten wordt geëvalueerd aan de hand van deze schriftelijke enquête bij studenten. Per vak/docentcombinatie vullen de studenten een enquête in. Sommige enquêtes worden online ingevuld. De vragenlijst is ontwikkeld voor opleidingsonderdelen die door minstens een twintigtal studenten worden gevolgd en waarin één of een beperkt aantal docenten een onderwijsopdracht heeft. Er wordt een apart evaluatie-instrument ontwikkeld voor opleidingsonderdelen die door weinig studenten worden gevolgd of door verschillende docenten worden gedoceerd (team-teaching).
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
3
Het rapport: leidraad bij het lezen van de resultaten
Pagina 1 van het rapport bevat een korte inhoudsopgave. De verschillende onderdelen van het rapport worden in deze toelichting uitgebreid beschreven. Bovenaan de tweede pagina van het rapport staat een aantal gegevens vermeld: ! de naam van de geëvalueerde docent ! de naam van het opleidingsonderdeel ! het aantal verwerkte vragenlijsten Onderaan de tweede pagina van het rapport staat de datum waarop het rapport werd aangemaakt
Score per dimensie (“global values”), pagina 2
Dit overzicht geeft per dimensie de gemiddelde score (av.) over de drie (soms vier) vragen die voor deze dimensie werden gesteld. Aangezien de vragen worden beantwoord op een zespuntsschaal, is de minimumscore 1 en de maximumscore 6. Ook de standaarddeviatie (dev.) is vermeld. De figuur per dimensie geeft het gemiddelde (verticaal lijntje) en de standaarddeviatie (horizontale lijn) grafisch weer. Hoe hoger het gemiddelde (en dus hoe meer naar rechts gesitueerd in de figuur), hoe positiever de score. De antwoorden op negatief geformuleerde vragen werden immers gespiegeld, zodat een hoog cijfer altijd een positieve score betekent. Cronbachs alfa (Alpha) is een statistische maat voor de consistentie van de antwoorden op vragen van een dimensie. Alfa geeft een indicatie van de mate waarin de verschillende vragen van de dimensie peilen naar hetzelfde aspect van het onderwijs. Alfa kan waarden aannemen tussen min oneindig en 1. Overeenkomstig algemeen aanvaard gebruik wordt bij een alfa van .70 of hoger, de gemiddelde score van een dimensie als betrouwbaar beschouwd.
Score per vraag (“results of closed questions”), pagina 2-7
Dit deel van het rapport begint met een beknopte, schematische uitleg over de grafieken en scores die volgen in de rest van het rapport. Vervolgens treft u hier de antwoorden aan op een aantal vragen naar ‘personalia’ van de respondenten. Per vraag zijn vermeld: ! het aantal antwoorden (n) ! een staafdiagram met de percentages antwoorden per antwoordcategorie Daarna volgen de antwoorden op de vragen per dimensie. Per vraag zijn vermeld (zie Figuur 1 en Figuur 2): ! het aantal antwoorden (n) ! het gemiddelde (av.): het maximum is 6, het minimum 1. Ook hier zijn de
scores op negatief geformuleerde vragen gespiegeld, zodat een hoog cijfer altijd een positief resultaat betekent.
! de mediaan (md): de mediaan is de middelste score van de naar grootte gerangschikte scores die de studenten hebben gegeven. Voor de mediaan geldt dus dat minstens 50% van de studenten een score geeft die kleiner of
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
4
gelijk is aan de mediaan en tegelijkertijd minstens 50% van de studenten een score geeft die groter of gelijk is aan de mediaan.
! de standaarddeviatie (dev.): een maat die de spreiding van de scores aangeeft. Hoe groter de standaarddeviatie, hoe groter de verschillen tussen de scores van de studenten en de gemiddelde score. Als de standaardafwijking klein is, duidt dit op eensgezindheid bij de studenten over de vraag.
! een grafische weergave van de resultaten: o Het histogram toont de verdeling van de antwoorden over de
verschillende antwoordcategorieën. Daarbij zijn ook de percentages per antwoordcategorie vermeld. In het voorbeeld in Figuur 2 is 0% van de respondenten helemaal niet akkoord met de stelling (score 1), 22% is niet akkoord (score 2), 30% is eerder niet akkoord (score 3), etc.
o Een dik verticaal lijntje geeft het gemiddelde aan (Mean). o De horizontale lijn met verticale uiteinden toont de
standaarddeviatie (Std. Dev.). o Het doosdiagram (boven gemiddelde en standaardafwijking) geeft
vijf statistische kengetallen grafisch weer (v.l.n.r.): " De laagste score " Het eerste kwartiel1 " Het dik vertikaal lijntje toont de mediaan (Median) " Het derde kwartiel2 " De hoogste score
Figuur 1: legende van de weergave van de resultaten per vraag
Figuur 2: voorbeeld van de weergave van de resultaten per vraag
De antwoorden op de vraag over de werkbelasting (pagina 7) worden als volgt weergegeven: ! Het aantal verwerkte vragenlijsten (n), dat is het totaal aantal respondenten
dat de vragenlijst invulde. Let op: n betekent hier dus niet het aantal antwoorden. Immers, niet alle respondenten hoeven te antwoorden op deze vraag. De reden om als n het totaal aantal respondenten te vermelden, is dat geen antwoord op deze vraag in feite ook een antwoord is, namelijk ‘de werkbelasting is niet te hoog’.
! Een staafdiagram met de percentages antwoorden per antwoordcategorie. Deze percentages zijn berekend op n, dat is op het totaal aantal respondenten dat de vragenlijst invulde.
1 Het eerste kwartiel is het kengetal waarvoor geldt dat 25% van de scores kleiner (of gelijk) zijn.
2 Het derde kwartiel is het kengetal waarvoor geldt dat 75% van de scores kleiner (of gelijk) zijn.
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
5
Een voorbeeld (zie Figuur 3): Van de in totaal 40 respondenten (40 verwerkte vragenlijsten) hebben er X één of meer antwoorden aangeduid. In totaal duidden deze X respondenten Y antwoorden aan. Het percentage 57,5% in Figuur 3 geeft aan dat 23 van de 40 respondenten ‘hoeveelheid leerstof’ hebben aangeduid. Het aantal aangeduide antwoorden (Y) kan dus groter of kleiner zijn dan n. Dat betekent dat de percentages niet optellen tot 100% (in de figuur is de som 115%, wat overeen komt met Y=46, terwijl n=40).
Figuur 3: voorbeeld van de weergave bij de vraag over de werkbelasting
De antwoorden die de studenten noteren in de categorie ‘andere oorzaak’, vindt u terug bij de antwoorden op de open vragen, vanaf pagina 11.
Profiellijn (“profile”), pagina 8
Deze profiellijn geeft de resultaten voor uw opleidingsonderdeel schematisch weer. Hoe meer de lijn rechts gesitueerd is, hoe beter de score. Ook hier zijn de scores op negatief geformuleerde vragen gespiegeld, zodanig dat een situering aan de rechterkant altijd een positieve score betekent. De verticale lijnen stemmen overeen met de zes antwoordcategorieën. Op pagina 8 en 9 treft u de profiellijn aan op het niveau van de individuele vragen, gegroepeerd per dimensie. Op pagina 10 is de profiellijn weergegeven op het niveau van de dimensies.
Antwoorden op de open vragen (“results of open questions”), pagina 11 e.v.
De antwoorden van de studenten worden hier letterlijk weergegeven. Enige voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van deze kwalitatieve gegevens; ze zijn niet ‘gecensureerd’ en niet gesorteerd. U moet als docent zelf inschatten hoe relevant deze antwoorden op de open vragen zijn. Als meerdere studenten gelijkaardige opmerkingen formuleren, is dat uiteraard een belangrijke indicatie. De antwoorden op de open vragen worden niet mee opgenomen in het evaluatiedossier.
De procedure
De procedure voor afname, verwerking en rapportering van deze evaluaties werd ontwikkeld door de werkgroep Innovatie en Kwaliteitszorg Onderwijs, en bekrachtigd door de Onderwijsraad en de Raad van Bestuur. Twee belangrijke onderdelen met betrekking tot de rapportering zijn: 1. Als docent hebt u het recht een schriftelijke reactie toe te voegen aan deze
resultaten.
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
6
2. Deze resultaten (zonder de antwoorden op de open vragen) zullen uiteindelijk deel uitmaken van uw evaluatiedossier dat wordt gebruikt bij evaluaties en bevorderingen.
3. Een overzicht van de gegevens van het opleidingsonderdeel en de docent alsook het feitelijke verloop van de evaluatieprocedure worden beschreven in een informatiefiche (zie bijlage 2). Deze fiche wordt samen met de documenten aan het personeelsdossier toegevoegd.
De volledige procedure vindt u op de website van de Universiteit Antwerpen: home ! onderwijs ! kwaliteitszorg en innovatie ! interne kwaliteitszorg !
evaluatie van opleidingsonderdelen. Indien u nog vragen hebt, kunt u terecht bij de CIKO van uw faculteit of bij het departement Onderwijs: ! Faculteit FBD
Coördinator: Prof. Luc Pieters – 03 820 27 15 ! Faculteit Geneeskunde
Coördinator: Prof. Bernard Sabbe – 03 820 24 14 ! Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Coördinator: Prof. Alex Vanneste – 03 220 45 66 Stafmedewerker: Liesbeth Labbeke – 03 220 47 00
! Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Coördinator: Prof. Dimitri Mortelmans – 03 275 55 35 Stafmedewerker: Pieter Spooren – 03 275 53 60
! Faculteit Rechten Coördinator: Prof. Daniël Cuypers – 03 275 58 40 Stafmedewerker: Sophie Verfaillie – 03 275 58 79
! Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen Coördinator: Prof. Luuk Van Waes – 03 275 51 59 Stafmedewerker: Ilke Franquet – 03 220 41 34 Stafmedewerker: Isabelle Werbrouck – 03 220 49 88
! Faculteit Wetenschappen Coördinator: Prof. Koen Janssens – 03 820 23 73 Stafmedewerker: Jan Vos – 03 265 35 12
! Departement Onderwijs Stafmedewerker: Evelyn Knoors – 03 265 30 14 Stafmedewerker: Ilse Verachtert – 03 265 30 13 Stafmedewerker: Ian Segal – 03 265 30 20
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
7
Bijlage 1: de vragenlijst voor de evaluatie van opleidingsonderdelen
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
8
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
9
Docentrapport3
Naam docent:
Gegevens opleidingsonderdeel en docent
Titel
Code
Academiejaar
Opleiding
Assistent(en)
Indien de docent niet de titularis is van het OO:
Naam titularis
Betrokkenheid docent bij OO co-titularis
ander:
Gevolgde procedure
Datum afname enquête
Datum verzending evaluatieresultaten door de
decaan naar de docent
Opmerkingen op basis van de open opmerkingen:
Vanwege de decaan:
geen opmerkingen
volgende opmerkingen:
-
Vanwege de docent:
geen opmerkingen
volgende opmerkingen:
-
Schriftelijke reactie4 vanwege de docent op de evaluatieresultaten:
geen reactie
reactie d.d. (Reactie bijgevoegd)
Gesprek van de decaan met de docent
geen gesprek plaatsgevonden
gesprek d.d. (Verslag gesprek bijgevoegd)
Docentopvolgingsplan
geen docentopvolgingsplan
docentopvolgingsplan opgesteld op (plan bijgevoegd)
Bijkomende informatie
Bestandsnaam Evasysrapport
Docentrapport overgemaakt aan ADPERS op
Totaal aantal pagina’s docentrapport
3 Dit docentrapport maakt deel uit van het evaluatie-/bevorderingsdossier van ZAP-leden.
4 Deze reactie kan ook een beschrijving inhouden van voorgenomen verbetermaatregelen door de docent n.a.v. deze
evaluatie.
Universiteit Antwerpen - departement Onderwijs Versie 07-08
10
Bijlage Ix.5.5:
Voorbeeld docentrapport en vergelijkende profiellijn
Bijlage Ix.5.6:
Opzet focusgroepgesprek 07-08
CIKO Wetenschappen
November 2007 1
Opzet focusgroepgesprek
Inleiding / Doel van het gesprek: (5min)
Inleiding: Welkom. Aanleiding voor gesprek (nieuwe BaMa-programma’s, kwaliteit controleren.
Studiebelasting / studeerbaarheid / examinering / slaagpercentages als onderdeel kwaliteit
Doel gesprek:
- aanvullende informatie met dit gesprek bij theoretische studietijdanalyse…
- Detecteren knelpunten ivm studiebelasting – studeerbaarheid - examinering. Verhelpen
- Hoe zal het gesprek verlopen en hoe het wordt opgevolgd ?
Kern: per opleidingsonderdeel (30 min) Hoe zit het met de studiebelasting ? (tijdsbesteding) OK , te zwaar, te licht ? V/L
Indien te zwaar of te licht: waarom: - Is de besteedde tijd redelijk, in relatie tot de studiepunten ? - Waaraan wordt het meeste tijd besteed ? (lessen, opdrachten, cursus ontcijferen… - andere oorzaken ?
Hoe zit het met de studeerbaarheid ? Goed of slecht ? V/L
Indien slecht: waarom: - volume, kwaliteit cursus, lesgeven, onderwijsvormen ? - Wordt de les gevolgd: waarom wel, waarom niet ? - Wordt een goede sequentie van de leerstof gevolgd ? - andere oorzaken ?
Hoe zit het met de examinering ? OK of problematisch ? V Indien problematisch waarom:
- Moeilijkheidsgraad ? - Reflectie van cursus ? - Examenvorm. Is verloop van examen ‘correct’ ? - Rol en beoordeling van prof / assistenten. Relatie Practicum – theorie ? - Bekendheid criteria om te slagen ? - …
Kern: resultaten – slaagpercentages algemeen (10 min) Hoe zat het met de examenresultaten ? Goed of slecht ? V Indien slecht waarom:
- Examenroosters ? - Streng ? - Correct ? - Onderschatting niveau ? - …
Slaagpercentages: V Totaal (slaag)resultaten. Hoe staan studenten hier tegenover, suggesties voor verbetering ?
- Overbruggingsonderwijs - Tussentijdse evaluatie - Zelftesten - Monitoraat - Peter / Meter … - Ervaringen met bovenstaande in 1
ste Ba
CIKO Wetenschappen
November 2007 2
Kern: Organisatie per semester (10 min) Zijn de verschillende opleidingsonderdelen in het lesrooster goed geprogrammeerd ? V/L Indien niet opmerkingen, welke / oorzaken ? -Spreiding contacturen ? Zijn wellicht bepaalde dagen te lang of te zwaar? - Blijft er buiten de lessen voldoende tijd over voor zelfstudie ?
- Zijn de activiteiten van de verschillende opleidingsonderdelen op elkaar afgestemd? Of vallen bijvoorbeeld verschillende tijdrovende opdrachten samen ?
- andere oorzaken ? Aan welke opleidingsonderdelen wordt het meeste tijd besteed ? verhouding sp? Wordt de opleiding goed geadministeerd ? V/L
- Waren de collegeroosters en examenroosters tijdig beschikbaar ? - Werden wijzigingen in het collegerooster goed gecommuniceerd ?
Sterktes en zwaktes van de opleiding (5 min) V/L
Overige zaken: (5 min) V/L Zijn er andere zaken / knelpunten die de studenten graag aan de orde willen stellen ?
Slot (5 min) V/L
Samenvatting van de belangrijkste punten uit het gesprek en voorleggen aan de groep (zie rapportage).
V: Vorig semester L: Lopend semester
1
Focusgroepgesprekken: Te hoge / lage studiebelasting en redenen Ba1 S2 05-06 GEGEVENSSTRUCTUREN (2E SEM Ba1 ) E. Laenens Studiebelasting Lessen cursus + opdrachten programmas maken, feedback aan collega studenten Belasting is eigenlijk minder dan 6 sp. Theorie wordt soms te eenvoudig ervaren. De praktijk compenseert dit echter qua moeilijkheidsgraad.
COMPUTER GRAPHICS (2E SEM Ba1 ) F. Arickx Theorie : Prof Arickx, Project begeleiding : Peter Hellinckx Studiebelasting Theorie + 1 project Veel tijd aan besteed. 6 sp is te weinig
Ba1 S1 06-07 COMPUTERSYSTEMEN ( 1E SEM Ba1 ) T. Dhaene. Oefeningen: assistent Wouter Hendrickx en Kurt Vanmechelen Studiebelasting Te weinig voor 6 sp. Is eerder 3 sp of vak mag meer inhoud krijgen. TALEN EN AUTOMATEN (2E SEM Ba1 ) E. Laenens. Assistent: Patricia Geerts Studiebelasting Lage belasting voor 6 sp. Materie is vrij eenvoudig. Misschien minder sp of meer inhoud voorzien. Door de didactische aanpak met groepswerk en peerevaluatie moet men wekelijks toch een 4-5 uur aan de opdrachten werken, en dit om relatief weinig te leren. De hoeveelheid werk is dus groot t.o.v. de inhoud. Suggestie van de studenten: graag dit vak naar het 1ste semester verzetten omdat 2de sem overvol zit en het 1ste semester in verhouding veel minder bezet is. GEGEVENSSTRUCTUREN (2E SEM Ba1 ) E. Laenens. Assistent: Patricia Geerts Studiebelasting OK
2
Materie is niet moeilijk maar door regelmatige opdrachten is men er toch gans semester mee bezig. Zelfde opmerking als voor Talen en automaten wat betreft de hoeveelheid werk t.o.v. de inhoud.
Ba1 S2 06-07 COMPUTER GRAPHICS (2E SEM Ba1) F. Arickx. Oefeningen: assistent Jeroen Van Walleghem Studiebelasting Zwaar vak dat veel tijd vergt. Zou eerder 9 sp moeten zijn. Samen met de andere vakken in het 2de sem is het te veel. (zie suggestie beter verdelen van vakken over semesters) CALCULUS (2E SEM Ba1) Titularis G. Van Steen – Effectieve lesgever: E. Soetens Studiebelasting 45u theorie en 45u oefeningen klopt niet: Veel meer theorie dan oefeningen. Zwaar vak. Suggestie van de studenten: spreiden over 2 semesters ?
Ba2 S1 06-07 GEVORDERD PROGRAMMEREN (1E SEM Ba2) J. Broeckhove Studiebelasting Zwaar vak, meer waard dan 6sp 1ste project is afgewerkt Nog 2de project en theorie
DATABASES (1E SEM Ba2) J. Paredaens Theorie: J. Paredaens, Oef en projectbegeleiding: W. Lepage Studiebelasting Veel studietijd belasting, meer dan 6 sp. Te weinig feedback over project en beloofde projectinfo op BB niet tijdig beschikbaar. Veel problemen met server.
NETWERK TOEPASSINGEN (1E SEM Ba2 ) (keuzevak) C. Blondia Praktijk: M. Voorhaen Veel studenten van de groep hebben dit vak gekozen Studiebelasting Veel tijd voor nodig, meer dan 3sp. Na inleidingsles door Prof Blondia, praktijk door assistent.
3
Het boek dat gebruikt wordt is moeilijk verkrijgbaar. Er moet gewerkt worden met een beperkt aantal exemplaren uit de bibliotheek
HYPERMEDIASYSTEMEN EN STRUCTUREN (keuzevak) (1E SEM Ba2) P. De Bra 4 studenten uit de groep hebben dit vak gekozen. Studiebelasting Vak leek interessant in het begin, maar nu niet meer. Te licht vak, dat eigenlijk een cursus afstandsonderwijs is. Studenten krijgen te studeren stof met opdrachten en zelftesten aangeboden op een website. Prof geeft voorlopig geen les.
Ba2 S2 06-07 NUMERIEKE LINEAIRE ALGEBRA (2E SEM Ba2) G. Van Steen, A, Cuyt, B. Verdonk Studiebelasting Groot vak (9sp), maar OK. Laatste stuk van A. Cuyt was veel. PROJECT GEDISTRIBUEERD PROGRAMMEREN (2E SEM Ba2) J. Broeckhove. Assistenten: Kurt Van Mechelen, Jeroen Van Wallegem ? Studiebelasting 6 sp is te weinig voor dit vak. Niet alle projecten geraken af. Voor volgend academiejaar is volgens de studenten al beslist dit vak op 9 sp te zetten.
Ba3 S1 06-07 COMPILERS I (1E SEM Ba3) D. Janssens Studiebelasting Zwaar Dit is een jaarvak, met theorie in het 1e sem en praktijk vooral in 2e sem.
Ba1 S1 07-08 INLEIDING PROGRAMMEREN (1E SEM Ba1) F. Arickx. Oefeningen: Nils De Moor, Sam Verboven Wordt samen gegeven aan 1Ba WIS Studiebelasting OK
4
Voor studenten zonder enige programmeerervaring blijft het vak wat vaag en moet er meer tijd in gestoken worden.
Ba1 S2 07-08 CALCULUS (2E SEM Ba1) Tit: G. Van Steen. Eff. Lesgever: E. Soetens Studiebelasting OK. Zeker zijn 9 sp waard. Docent geeft theorie en oefeningen. COMPUTER GRAPHICS (2E SEM Ba1) F. Arickx. Practicum: Nils De Moor, Peter Hellinckx Studiebelasting Stevig maar goed en interessant vak. Men moet er veel tijd insteken. Misschien wel meer dan 6 sp waard.
Ba2 S1 07-08 DATABASES (1E SEM Ba2) J. Paredaens. Assistent: Boris Cule (Theoretisch practicum en project) en Wim Le Page (project) Studiebelasting OK Theorie + theoretisch practicum + project Project interfereert qua timing met Gevorderd programmeren.
Ba2 S2 07-08 PROJECT GEDISTRIBUEERD PROGRAMMEREN (2E SEM Ba2 ) J. Broeckhove. Pract: Kurt Van Mechelen, Gunther Stuer Studiebelasting OK Het vak was rustig tot nu toe, maar nu begint het te waaien. Vak zou volgend jaar gesplitst worden. 1ste sem: Theorie + oef, 2de sem: Implementatiefase.
Ba3 S1 07-08 INLEIDING GEDISTRIBUEERDE SYSTEMEN (1E SEM Ba3) F. Arickx. Assistenten : Peter Hellinckx, Nils De Moor Studiebelasting
5
Theorie: OK Praktijk: Veel meer studiebelasting dan 3 sp. Dit vak wordt ook gegeven in de 1ste Ma, maar voor 6 sp. Dit omhelst wat meer stof. Men moet dit vak zeker niet uitstellen. Tijdig beginnen is belangrijk.
Ma1 S1 07-08 COMMUNICATIE (Optie : Ondernemerschap) (1E SEM Ma1) Marlielle Leijten Vak wordt ook gevolgd in optie Onderzoek. 6 studenten die aanwezig waren volgen dit vak Studiebelasting Er wordt te veel verwacht voor 6 sp. Hoge belasting doordat het erg nieuw is voor wetenschap studenten en zeer veel opdrachtjes bevat. Men kreeg wel geen examen voor dit vak, waardoor het vele eigen werk dus wel overeen kwam de studiepunten.
Algemene opmerkingen Ba1: - De 1ste semester is erg gemakkelijk t.o.v. het 2de semester. Tweede semester is een pak zwaarder en er moet veel gewerkt worden en tijd in gestoken worden. Misschien is het goed de studielast wat meer te spreiden over de semesters. Ba2: - Enkele zware vakken en een algemeen tijdsgebrek door de vele projecten en huistaken. - Deadlines te veel samen naar einde van semester toe. Graag meer spreiden over semester. De eerste helft van het semester heeft men tijd over, daarna tijd te kort.
- Door het vele werk met projecten en dergelijke hebben de studenten te weinig tijd om alle vakken goed voor te bereiden, bij te houden en te studeren. Als men nu een week ziek valt kan men het niet meer inhalen en is het jaar verloren. Men vraagt de belasting beter over het semester te spreiden. Dit is een knelpunt. - Zeer vol programma met te veel project deadlines. Studenten klagen dat ze zoveel projecten hebben dat men om tijd te maken voor de andere vakken minder les volgt en er minder tijd aan besteedt.
6
Bovendien vallen de deadlines allemaal samen naar het einde van het semester toe. (Bv Gevorderd programmeren en Databases). Men kan pas enkele weken voor de deadlines echt beginnen te werken aan de projecten omdat het daarvoor niet duidelijk is. Suggestie studenten: Belasting meer spreiden over het semester en overleggen tussen docenten. Er is inmiddels door de docenten een systeem opgesteld om een overzicht te maken van alle deadlines waardoor deze goed afgesproken kunnen worden. Ba3: - Er moeten veel projecten gemaakt worden, het ganse jaar door, maar rond kerstmis moeten de meeste af zijn en dan komt alles samen. Door al deze projecten is er weinig gelegenheid om de theorie bij te houden. - De verdeling van de contacturen in 1ste sem is nu wel erg onevenwichtig: Het meeste is geconcentreerd op donderdag en vrijdag, met 8 uur les per dag. Dit wordt door een meerderheid van de studenten als erg zwaar ervaren. - Geen abnormale belasting voor specifiek vak in 2de sem , maar alle projecten samen vergen wel veel tijd. Het is lastig om zich op een project te concentreren (focus leggen) omdat men constant moet overstappen van het ene project naar het andere. - Studenten ondervinden een (volgens hen te) hoge tijdsdruk. Dit belet hen aspecten die hen boeien dieper uit te zoeken.
1
OO evaluaties: Te hoge studiebelasting en redenen Ba1 S1 04-05
Computernetwerken – C. Blondia Moeilijkheidsgraad: 34,4% Te weinig voorkennis: 21,9%
Open vragen – negatieve aspecten: Te abstract voor 1ste sem 1ste Ba. Beter naar 2de sem
Engels talige cursus Computersystemen – J. De Sitter
Wijze van lesgeven : 32,3% Aard studiemateriaal: 19,4%
Open vragen – negatieve aspecten: Manier van lesgeven van J. De Sitter niet duidelijk
Discrete wiskunde – G. Van Steen Moeilijkheidsgraad: 19,4%
Open vragen – negatieve aspecten: Te formeel voor richting Informatica’
Oefeningen te moeilijk vs theorie
Ba1 S2 04-05 Computer graphics – F. Arickx
Moeilijkheidsgraad van de leerstof: 33,3% Open vragen – negatieve aspecten:
Veel werk met het project
Ba2 S1 05-06 Machines en berekenbaarheid – E- Laenens
Wijze van lesgeven: 17,6%
Open vragen – negatieve aspecten: Veel werk met verslagen
2
Computerarchitectuur en –organisatie – J. De Sitter Wijze van lesgeven: 17,4%
Aard studiemateriaal: 17,4%
Open vragen – negatieve aspecten: Geen cursus beschikbaar
Ba2 S2 05-06
Numerieke lineaire algebra – A. Cuyt Moeilijkheidsgraad: 16,7%
Aard studiemateriaal: 16,7% Open vragen – negatieve aspecten:
Slides onduidelijk en te summier = enige studiemateriaal Veel leerstof door combinatie Cuyt, Verdonk, Van Steen
Numerieke lineaire algebra – B. Verdonk Moeilijkheidsgraad: 27,8%
Open vragen – negatieve aspecten: Veel leerstof door combinatie Cuyt, Verdonk, Van Steen
Numerieke lineaire algebra – G. Van Steen Moeilijkheidsgraad: 28,6%
Open vragen – negatieve aspecten: Veel leerstof door combinatie Cuyt, Verdonk, Van Steen
Ba1 S1 06-07
Inleiding programmeren – F. Arickx Onvoldoende voorkennis: 21,9%
Open vragen – negatieve aspecten: Sommigen hebben geen / te weinig voorkennis
Weinig uitleg bij practica Discrete wiskunde – G. Van Steen
Moeilijkheidsgraad: 18,8%
3
Open vragen – negatieve aspecten: Prof gaat soms erg snel waardoor niet goed gevolgd kan worden
Ba2 S1 06-07
Gevorderd programmeren – J. Broeckhove Moeilijkheidsgraad: 20%
Hoeveelheid leerstof: 13,3 %
Open vragen – negatieve aspecten: Omvang van het project Te veel werk en leerstof voor 6 sp
Databases _ W. Lepage Wijze van lesgeven: 43,8%
Aard studiemateriaal: 31,3% Open vragen – negatieve aspecten:
Grote omvang / ambitie van het project Geen hulp van deze assistent
Ba3 S1 06-07
Wetenschappelijk programmeren – A. Cuyt Aard studiemateriaal: 18,2% Eisen gesteld aan examen: 45,5%
Open vragen – negatieve aspecten:
Cursus in Engels Veel werk met opdrachten Examen te moeilijk versus jaar
Ba1 S2 06-07
Talen en automaten – E. Laenens Hoeveelheid leerstof: 11,8%
Aard studiemateriaal: 11,8% Open vragen – negatieve aspecten:
Te veel werk met groepsverslagen Te veel tijd voor aantal studiepunten
4
Calculus _ E. Soetens Moeilijkheid leerstof: 35,3%
Hoeveelheid leerstof: 23,5% Wijze van lesgeven: 47,1% Eisen gesteld op het examen: 47,1%
Open vragen – negatieve aspecten: Verschillende opmerkingen betreffende bovenstaande punten
Computer graphics – F. Arickx Moeilijkheidsgraad: 29,4%
Open vragen – negatieve aspecten: Te veel tijd in practicumopdracht
Te weinig sp voor dit vak
Ba2 S2 06-07 Numerieke lineaire algebra – G. Van Steen
Aard studiemateriaal: 22,2% Open vragen – negatieve aspecten:
Geen cursus (?) Project gedistribueerd programmeren – J. Broeckhove
Hoeveelheid leerstof: 18,2 % Open vragen – negatieve aspecten:
Te veel werk met project in verhouding tot 6 sp (werd op 9 sp gebracht)
Algemene opmerkingen over alle jaren heen:
Werkbelasting is soms te hoog door combinatie van verschillende vakken met opdrachten / projecten.
Deadlines opdrachten / projecten graag beter synchroniseren ter verbetering van de werkdrukspreiding.
Het is niet altijd duidelijk wat verwacht wordt van opdrachten / projecten.
Weinig of geen feedback op opdrachten / projecten zodat men niet weet of men goed bezig is, en wat mogelijk beter kan en hoe.
Bijlage Ix.6.7:
Rapport opvolgingsgesprek onvoldoendes 1ste Ba
Informatica
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
1
Rapport Opvolgingsgesprek onvoldoendes 1ste
Ba Informatica Donderdag 22 mei 25 2008
14 studenten aanwezig, Jan Vos (stafmedewerker CIKO Wetenschappen), en Prof
Serge Demeyer
Dit gesprek had plaats op vraag van de opleiding Informatica aan de CIKO
Wetenschappen. Hierbij werd een specifieke opzet voor het gesprek gevolgd (zie
achteraan dit document). Alle studenten Ba1 met minstens 1 onvoldoende voor de 1ste semester vakken werden
uitgenodigd. Dit gesprek was niet verplicht.
De studenten werden gevraagd een open en eerlijk gesprek te voeren. Hun anonimiteit is gegarandeerd. De uitspraken en met name de suggesties werden zoveel als mogelijk
getoetst als een consensus van de groep.
Categorieën ?
Algemene info: slaagcijfers van generatiestudenten (1ste zit). Geslaagde studenten vs.
studenten ingeschreven voor examen : Computernetwerken: 38%
Inleiding programmeren: 54%
Discrete wiskunde: 57 %
- Wie had meer dan 1 kleine onvoldoende (1 of meerdere vakken < 10) ? Welke
vakken?
6 van de 14 aanwezige studenten hadden minstens 1 onvoldoende tussen 10 en 8
(kleine onvoldoendes)
Van deze studenten hadden volgende aantallen een tekort voor de vakken:
Computernetwerken: 3
Inleiding programmeren: 0
Discrete wiskunde: 3
- Wie had meer dan 1 zware onvoldoende (1 of meerdere vakken < 7) ? Welke vakken?
8 van de 14 aanwezige studenten hadden minstens 1 onvoldoende van 7 of minder
(zware onvoldoendes)
Van deze studenten hadden volgende aantallen een tekort voor de vakken:
Computernetwerken: 8 (allemaal) Inleiding programmeren: 3
Discrete wiskunde: 1
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
2
- Wat is jullie vooropleiding ? Hoeveel u wiskunde per week ?
Hoeveel u wetenschappen ?
Groep Kleine onvoldoendes: 8u wis: 2 van de 6 studenten
6u wis: 2 van de 6 studenten !4 u wis 2 van de 6 studenten
Groep Zware onvoldoendes: 8u wis: 4 van de 8 studenten 6u wis: 3 van de 8 studenten
!4 u wis: 1 van de 8 studenten
- Vooropleiding wiskunde: 3 van de 14 studenten denken te weinig uren wiskunde gehad te hebben voor de opleiding Informatica. De andere denken voldoende vooropleiding
gehad te hebben. De meerderheid stelt dat de vooropleiding wiskunde zeer belangrijk is
om de opleiding Informatica te kunnen volgen.
Waarom ? - Waren er vakspecifieke redenen voor het falen voor de vakken?
Computernetwerken:
- Dit vak omvat veel wiskunde (in de eerste les wordt al gestart met een fourierreeks !). Misschien is het beter dit te programmeren na de cursus Calculus zodat de nodige
wiskunde basis is gelegd. Cf. focusgesprek. (nota: dit is inderdaad door de OC beslist
met ingang van 08-09)
- Het examen omvatte twee grote vragen waar veel bewijsvoering voor moest gegeven
worden (efficiëntie bewijzen). ! Suggestie studenten: ook wat kleinere vragen
toevoegen
Inleiding programmeren:
- Het examen zijn combinatieoefeningen van kleinere oefeningen. Dergelijke combinatieoefeningen werden niet in het jaar gezien. ! Suggestie studenten: Graag wat
meer oefeningen in het jaar en naar het einde toe enkele combinatieoefeningen als
voorbereiding op het examen. Cf. focusgesprek.
- Op het examen werden ook enkele nieuwe toepassingen gevraagd die niet in het jaar
waren gezien.
Discrete wiskunde:
- Alhoewel alles in het handboek staat hebben de studenten veel genoteerd tijdens de
lessen. Prof gaat aan een constant tempo op het bord en door het vele noteren blijft men minder bij de les. Studenten hadden beter wat minder genoteerd en beter opgelet om bij
de les te blijven
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
3
- Was het volgens jullie mogelijk om toch te slagen voor de vakken waar jullie
onvoldoendes hebben behaald ? - Alle studenten denken dat het mogelijk was geweest om te slagen.
- Zo ja, wat had je dan moeten doen ? (Meer studeren ? Vroeger studeren ? Beter opvolgen ? Meer praten met andere studenten ? Hulp vragen bij assistenten ?)
- Door de lage studiebelasting in het 1ste semester hebben een aantal studenten het in het algemeen te gemakkelijk genomen. Zo werd de nodige studietijd voor bvb
Computernetwerken onderschat.
- Computernetwerken stond als laatste vak van de examenperiode geprogrammeerd,
met vooraf een week "blok"tijd. Daarom hebben studenten het studeren effectief
uitgesteld tot die laatste week.
- Sommige studenten hadden vooraf hun wiskunde basis moeten versterken
- Voor discrete wiskunde had men meer oefeningen moeten maken in het jaar
- Studenten hebben de examens onderschat.
- Slechts de helft van de studenten heeft hulp gevraagd, vragen gesteld aan collega
studenten. De meeste hulp wordt gevraagd aan collega-studenten via chat-sessies over
de computer, en via het WINAK forum. ! Noot van de verslaggever: het blackboard
forum wordt dus niet gebruikt.
- Er is geen cultuur voor het vormen van studiegroepjes, i.e. kleine groepjes studenten
die samen zitten om te studeren en elkaar te helpen bij het oplossen van vragen e.d.
-Men kan vragen stellen aan assistenten en proffen en de studenten bevestigen dat de
drempel laag is. Alleen schrikken de studenten hier van terug: vragen stel je als je
specifieke dingen niet begrijpt en het is precies het bredere kader dat ontbreekt. Zij weten dus niet goed wat ze moeten vragen, de enige vraag die ze zouden kunnen
stellen is "kun je die les nog eens opnieuw geven"..
- Geen van de studenten heeft na de begintest wiskunde de remediëringslessen
wiskunde van S. Blasco gevolgd. De studenten moeten hiertoe zelf initiatief nemen; wat
aansporing zou zeker helpen.
-Een enkele student heeft de zelftesten op de website ‘Monitoraat’ geoefend, maar heeft
er niet voldoende opvolging aan gegeven om te zeggen of het wel heeft gewerkt.
Studenten waren in het algemeen niet goed op de hoogte van deze mogelijkheden. ! Suggestie verslaggever: dit zou toch eenvoudig te remediëren moeten zijn.
- Een zelfstudieboek met een samenvatting van alle basiswiskunde van het SO, nodig als start voor wetenschappen opleidingen zou zeer welkom zijn. (nota: het boek van S.
Verwulgen verschijnt binnenkort)
- Zo nee, waarom niet ? (Gebrek aan voorkennis ? overgang naar universiteit was
te moeilijk ? Ik ben niet slim genoeg ?)
- 2 studenten menen dat hun voorkennis wiskunde ontoereikend is voor de opleiding.Een
student gaf aan dat "bijspijkeronderwijs" hem zou geholpen hebben.
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
4
- een 2-tal studenten gaven aan dat hun voorkennis voor programmeren te beperkt was. Nochtans start men in de opleiding eigenlijk van nul.
- De overgang van het SO naar de universiteit is groot. Het verschil is met name dat men
vanaf het begin van de opleiding wordt losgelaten en men zelf verantwoordelijk is voor het goed opvolgen en bijhouden van de vakken. Met name in het 1ste semester is het
contrast zeer groot omdat het klassieke vakken betreft met weinig activatie of
controlemechanismen die hen begeleiden en opvolgen. De 2de semester is wat dat betreft helemaal anders omdat daar net wel veel aandacht wordt besteed aan
tussentijdse opdrachten, groepswerk, …
- Door de lage studiebelasting in het 1ste semester denkt men ook dat het wel zal gaan
en neemt men het te gemakkelijk op. 8 van de 14 studenten menen dat methoden tot
‘studiecoaching / activatie’ hen zouden kunnen helpen om te slagen in de examens.
Mogelijkheden hiertoe zijn o.a. tussentijdse toetsen, regelmatige opdrachten, een peter/ meter systeem....
Andere studenten appreciëren nu net de vrijheid en de zelfstandigheid van het
universitair onderwijs. Het zou dus optimaal zijn coaching / activatie systemen in te zetten op een facultatieve basis.
- De 1ste semester examens zijn zwaarder dan die van het 2de semester.
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
5
Wat nu ? - Zijn jullie de examens gaan inkijken om te weten wat er fout is gegaan ? (De
studenten zijn daartoe aangespoord via een e-mail ?)
- Slechts 2 studenten zijn hun examens gaan inkijken. 1 zegt daar wel degelijk iets van
geleerd te hebben.
- Hebben jullie hulp gezocht ? (Bij studieadvies ? Bij andere studenten ? Bij een
assistent ? Bij een extern tutor bureau ?)
- 2 studenten hebben hulp gevraagd aan kennissen die ook informatica hebben
gestudeerd.
- In het algemeen wordt er weinig hulp ingeroepen omdat men vaak niet weet waar te
beginnen door de zwakke basis en cumulatie van problemen, en omdat de studenten
onvoldoende op de hoogte zijn van de studiebegeleidingmogelijkheden van de opleiding en de universiteit.
- Wat gaan jullie doen om het voor de 2de zit beter te doen ?
- Zal het voor de examens van de 2de semester beter gaan ? Wat voor
maatregelen hebben jullie genomen ?
Studenten spreken volgende intenties uit:
- Iedereen zegt meer te gaan doen voor alle vakken
- Efficiënter werken door een betere studiemethodiek
- Extra herhalen voor examen
- Op tijd beginnen
- Beter de vakken bijhouden, maar door de hogere studiebelasting (incl. taken) in het 2de
semester is het dan weer moeilijk om alle vakken systematisch bij te houden.
Suggesties van de studenten aan de opleiding:
! Niet alle taken en deadlines laten samen komen in de laatste week voor de
examenperiode. ! Voorbeeldexamens van elk vak aanbieden op het net, zeker voor vakken in het 1ste
semester.
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
6
Advies ? - Is er goede raad die jullie aan de studenten van volgend jaar willen geven ? Wat
zouden ze moeten doen om te vermijden dat ze ook onvoldoendes halen ?
- Dwing je zelf om te studeren. Zelfdiscipline!
- Begin op tijd te studeren
- Hou de vakken goed bij van in het begin van het jaar, en steek er voldoende tijd in.
- Niet bang zijn om vragen te stellen of hulp in te roepen
- Stel u zelf concrete doelen waardoor men motivatie krijgt om te studeren
OVERIGE OPMERKINGEN / KNELPUNTEN Zijn er andere zaken / knelpunten ivm het slagen/ falen voor vakken die de studenten graag aan de orde willen stellen ?
- Een student heeft het moeilijk om een praktische afspraak te maken om zijn examens te kunnen inzien. ! Suggestie studenten: 1 dag (evt. per vak) opgeven waar de
examens kunnen ingezien worden.
- In het 2de semester wordt tot de laatste dag les gegeven en moeten opdrachten /
projecten afgegeven worden. En tijdens de eerste examenweek moeten al examens
worden afgelegd ! ! Suggestie studenten: In de 1ste week van de examenperiode worden liefst geen examens gepland, zodat men toch een vrije blokperiode heeft van
minstens 1 week.
SLOT Er werden in het gesprek een aantal belangrijke oorzaken voor het falen genoemd, die
deels met de overgang van SO naar universiteit te maken hebben, deels met de inrichting van het onderwijs, maar deels zeker ook met de inzet van de studenten zelf.
De studenten hebben een aantal concrete suggesties voor de opleiding en adviezen
voor nieuwe studenten geformuleerd.
Opvolgingsgesprek onvoldoendes Ba1 INF afname sem2 07-08
Evaluatie van S1 Ba1 07-08
7
Opzet opvolgingsgesprek onvoldoendes
Inleiding / Doel van het gesprek: (5min)
Inleiding: Welkom. Aanleiding voor gesprek: slaagpercentages als onderdeel kwaliteit. Open
gesprek: de anonimiteit wordt in rapport gerespecteerd.
Doel gesprek:
Een opvolgingsgesprek met die studenten die na de 1ste
semester examens slechte resultaten (= minstens 1 onvoldoende) hebben gehad.
- Detecteren redenen / knelpunten die falen veroorzaken. ivm studiebelasting – studeerbaarheid - examinering.
- Verhelpen in het licht van de komende 2de
semester examens
- Advies voor nieuwe studenten
Kern: (45min) * Categorieën ? - hebben jullie meer dan 1 onvoldoende (1 of meerdere vakken < 10) ? Welke vakken? - hebben jullie zware onvoldoendes (1 of meerdere vakken < 7) ? Welke vakken? - Wat is jullie vooropleiding ? Hoeveel u wiskunde per week ? Hoeveel u wetenschappen ? * Waarom ? - Waren er vakspecifieke redenen voor het falen voor de vakken? - Was het volgens jullie mogelijk om toch te slagen voor de vakken waar jullie onvoldoendes hebben behaald ? - Zo ja, wat had je dan moeten doen ? (Meer studeren ? Vroeger studeren ? Beter opvolgen ? Meer praten met andere studenten ? Hulp vragen bij assistenten ?) - Zo nee, waarom niet ? (Gebrek aan voorkennis ? overgang naar universiteit was te moeilijk ? Ik ben niet slim genoeg ?) * Wat nu ? - Zijn jullie de examens gaan inkijken om te weten wat er fout is gegaan ? (De studenten zijn daartoe aangespoord via een e-mail ?) - Hebben jullie hulp gezocht ? (Bij studieadvies ? Bij andere studenten ? Bij een assistent ? Bij een extern tutor bureau ?) - Wat gaan jullie doen om het voor de 2de zit beter te doen ? - Zal het voor de examens van de 2de semester beter gaan ? Wat voor maatregelen hebben jullie genomen ? * Advies ? - Is er goede raad die jullie aan de studenten van volgend jaar willen geven ? Wat zouden ze moeten doen om te vermijden dat ze ook onvoldoendes halen ?
Overige opmerkingen / knelpunten: (5 min)
Zijn er andere zaken / knelpunten ivm het slagen/ falen voor vakken die de studenten graag aan de orde willen stellen ?
Slot (5 min)
Samenvatting van de belangrijkste punten uit het gesprek en voorleggen aan de groep.
Bijlage Ix.6.8:
Analyse slaagcijfers faculteit wetenschappen
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 1 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
Maatregelen ter verbetering van de slaagpercentages in de faculteit Wetenschappen
Werkdocument Versie april 2008
Excerpt informatica
CIKO Wetenschappen
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 2 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
Lage slaagcijfers opleidingen Faculteit Wetenschappen Update April 2008
1. Situering Sinds 04-05 worden de slaagcijfers, zowel globaal voor de 1
ste Ba (generatiestudenten) als per
vak opgevolgd, en dit zowel voor de 1ste
zit als na het academiejaar incl 2de
zit. Hieruit blijkt dat in iedere opleiding een aantal ‘moeilijke vakken’ zijn te identificeren. Het is dus van groot belang dat de slaagcijfers verbeteren zowel voor individuele vakken als globaal, en dit zonder verlies van kwaliteit of niveau van de Ba-opleiding. De onderwijscommissies werden van bij het begin van het academiejaar 05-06 op de hoogte gebracht van de problematiek door de CIKO. In een eerste vergadering op 27/11/06 met de Voorzitters OC, de CIKO leden, de decaan en de beleidsmedewerker werden de volgende vragen gesteld aan iedere opleiding: (a) meer in detail de oorzaken van het algemene lage niveau van slaagcijfers te trachten achterhalen. (b) in overleg met de docenten van de moeilijke vakken na te gaan in welke mate tussentijdse evaluatie en andere ''activerende maatregelen'' zouden kunnen bijdragen tot remediëring van de toestand. (c) voorstellen te doen van opleidings- of faculteitsspecifieke structurele maatregelen om het rendement (in termen van verworven studiepunten) van het onderwijs in de FWET te verbeteren. Hieruit volgde dit document dat een algemeen overzicht van de geplande en effectief genomen maatregelen en de stand van zaken per nov 2006 en apr 2008 opleiding weergeeft. Voor de update werd gevraagd welke maatregelen doorgang vinden sinds nov 2006, wanneer ze geïmplementeerd zijn, en welke bijkomend gepland zijn. Aansluitend wordt ook een overzicht gegeven aan de hand van de focusgroep gesprekken van de feedback van de studenten over volgens hen mogelijke oorzaken van- en mogelijke remedies voor de lage slaagpercentages. Tot nu toe betreffen de genomen maatregelen meestal een betere ‘studiebegeleiding’, Zij zijn deels verschillend per opleiding, deels gemeenschappelijk over de faculteit heen. De uiteindelijke bedoeling van dit document en deze opvolging is inzicht te krijgen in de impact van de genomen maatregelen, ervaringen uit te wisselen, en daaruit een faculteitsbrede aanpak voor de verbetering van de slaagcijfers te ontwikkelen.
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 3 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
2. Algemeen overzicht maatregelen
Update April 2008
BIO CHE FYS INF BIR WIS
Facultatief Overbruggings
Onderwijs Wis, Che
x x x x x x + facultatieve wis lessenreeks SO leerlingen
Verplichte Begintoets Wis
x x x x x x
Facultatieve Remediërings
lessen
x x x x x x
Monitoraat Peter/Meter coaching
x (emeritus)
Gesprek jan na 1
ste zit;
advies
x (studiegroepen met Ba2-Ba3)
Tussentijdse
evaluaties
x x x + feedback x met
bijdrage tot eindcijfer
x x+ feedback
Andere stimulerende
acties
voorbeeld- examen vragen, meer expliciet gekoppeld
aan hoofdstukken
oplossen proefexamens; multiple- choice vragen;
huiswerk Portfolio; Project-evaluaties; Discussie-sessies
Multiple-choice via Bb
aparte Bb site, extra inhaallessen
UFOO 1 (Wis) x Zelftests wis
x Zelftests wis + che
x Zelftests wis
x Zelftests wis
x Zelftests wis
x Zelftests wis
Vakspecifieke acties
gesprek met docenten;
Evaluatie practicum directer aan leerstof gekoppeld; Meer uren oefeningen
nieuwe docenten;
reductie leerstof
aanpassing leerstof;
andere docent Analyse I + II, Informatica; vervangen assistenten; meer assistenten in
practica
aanpassing inhoud,
indiv. begeleiding
nieuwe docent
splitsing van practica;
reductie van inhoud 1
ste
sem wis vakken
Curriculum herziening
Vak wis sem1 ! sem2
1ste
sem = overgangssem
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 4 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
Bijkomend gepland
BIO CHE FYS INF BIR WIS
Voorbereidend onderwijs
wiskunde lessenreeks SO leerlingen 6des
Remediërings lessen
x
Monitoraat studieadvies voor zwakke studenten
Gesprek okt ; advies
UFOO 2 (Wis) Incl zelftests
x x x x x x
Vakspecifieke acties
Meer uren oefeningen tot 45u
nieuwe docent wiskunde
nieuwe docent wiskunde
Curriculum herziening
bijspijkervak wis sem1;
Wis sem1! sem2; Opsplitsen vak chemie
vaste stam+minoren
vanaf 08-09
Vak netwerken
Ba1 ! Ba2
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 5 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
5. Opleiding Informatica:
Update Apr 2008 1. Welke maatregelen heeft de opleiding daadwerkelijk ingevoerd, en vanaf wanneer ? * Individuele maatregelen (portfolio, gefaseerde projectevaluaties, tussentijdse evaluaties): werden al een 2-tal jaar geleden ingevoerd. Geen "meetbaar" effect op slaagcijfers, alhoewel individuele reacties wel laten blijken dat het een verbetering is. * Begeleide discussiesessies: wordt dit jaar voor het eerst geprobeerd in "Computer Graphics. Ook hier verwachten we niet echt een meetbaar effect, aangezien Computer Graphics geen buisvak is. 2. Welke oorspronkelijke geplande maatregelen werden afgevoerd en waarom ? Alle geplande maatregelen zijn doorgevoerd. 3. Welke nieuwe of bijkomende maatregelen overweegt de opleiding nog ? Er zijn twee belangrijke beslissingen genomen, die vanaf volgend academiejaar *wel* een "meetbaar" effect op de slaagcijfers moeten bekomen. --> verschuiving van "Computernetwerken" naar 2de BAC. Dit was een van de probleemvakken en de onderwijscommissie heeft uiteindelijk beslist dat dit vak inderdaad te vroeg komt. In de "kleine" curriculumherziening die voor de kerstvakantie werd doorgevoerd is die beslissing dan ook opgenomen. --> het openstellen van een vacature voor een nieuwe Docent wiskunde met een duidelijk "onderwijsprofiel". Deze persoon zou vanaf volgend jaar het vak "Calculus" overnemen, en ik verwacht daarvan een duidelijk en meetbaar effect op de slaagcijfers. --Serge Demeyer
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 6 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
Status Nov 2006 Algemene beschouwingen Binnen de Onderwijscommissie Informatica werd de laatste jaren, in het bijzonder bij de oprichting van het Bachelor programma, aandacht besteed aan een aantal elementen om de slaagcijfers te verbeteren. In de context hiervan blijven nog essentieel 2 vakken over die vorig jaar een te laag slaagcijfer vertoonden. Voor beide vakken werden inspannigen gedaan om zowel de vakinhoud als de begeleiding aan te passen. Er moet echter op gewezen worden dat de officiele slaagcijfers per vak (voorbereidend document CIKO Wetenschappen) te laag weergegeven zijn: studenten die gedelibereerd werden hebben immers de studiepunten verworven voor de gedelibereerde vakken, en moeten opgenomen worden in de slaagcijfers van het vak. Dit komt immers overeen met een vertrouwen van de examencommissie dat de student binnen de context van zijn jaarprogramma deze studiepunten als verworven verdient. Er is echter een steeds grotere bewustwording over het feit dat zonder de actieve (verplichte?) deelname van de studenten (vragenuurtjes, discussiesessies, indienen portfolio en andere opdrachten, ...) deze maatregelen weinig uithalen, tenzij bij de reeds gemotiveerde studenten. Het lijkt er op dat het aanbrengen van bijkomende begeleidingsmiddelen de indruk geeft bij een aantal studenten dat zij dan zelf minder moeten bijdragen aan hun studie (“het wordt voor hen gedaan”). Het omgekeerde moet echter waar zijn: bijkomende maatregelen verhogen (uiteraard) de werkdruk langs de onderwijskant, maar moeten ook de werkdruk verhogen aan de zijde van de studenten. Het bewust worden van de verantwoordelijkheid van de studenten voor hun goede studievooruitgang moet daarom deel uitmaken van het doel van de begeleidende maatregelen. Globale maatregel Aan dit laatse werd reeds gesleuteld door als globale maatregel in 1
e Ba Inf aan het begin van het
2e semester een gedetailleerde kalender op te stellen voor regelmatige evaluatiemomenten, en
dit om de studieplanning en de tussentijdse evaluaties beter te organiseren. Alle 2e
semestervakken zijn hierbij betrokken. Individuele maatregelen Zonder alle details voor elk verschillend vak op te sommen werden binnen elk vak bijkomende begeleidingsmiddelen ingevoerd zoals:
• Portfolio gestuurd onderwijs, zelfs met peer-reviewing binnen enkele vakken • Gefaseerde projectevaluaties • Begeleide discussiesessies in kleine (6 à 8 studenten) groepjes • Tussentijdse evaluaties, met bijdrage tot het eindcijfer
Voor wat betreft de twee “slaag-probleem vakken” werd vooral gesleuteld aan de inhoud (aanpassing aan het globale studieprogramma, zowel als aan de instroom), en werden meer individuele begeleidingsmogelijkheden voorzien. Voor één van deze vakken (Calculus) bestaat blijkbaar nog steeds een mentaliteitsprobleem bij de studenten, ondanks de reeds jarenlang geleverde inspanningen van de docent; daardoor wordt dit vak blijkbaar vaak “doorgeschoven” naar een volgend academiejaar. F. Arickx
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 7 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
8. Focusgroep gesprekken Update Apr 2008
In de focusgroep gesprekken wordt sinds het 1
ste sem 06-07 systematisch ook gesproken over de
examinering (per vak) en de totale slaagpercentages van het vorige semester / jaar. Hieronder volgen compilaties van alle tot op dit moment afgenomen focusgroep gesprekken: Over Ba1 sem1 06-07 afgenomen bij Ba1 studenten in sem2 Over Ba1 sem2 05-06 en sem2 06-07 afgenomen bij Ba2 studenten in sem1 Voor alle opleidingen worden algemene en vak-specifieke oorzaken van te lage slaagpercentages, en eventuele suggesties ter verbetering, vermeld. Deze opmerkingen van de studenten werden reeds eerder in de focusgroep rapporten aan de Vz OC’s overgemaakt. Generieke feedback van de studenten over alle opleidingen Oorzaken lage slaagcijfers - Verkeerde studiekeuze - Sommige oorzaken van het falen leggen de studenten bij zichzelf: onderschatten, te laat beginnen, niet bijhouden van de vakken, en een gebrek aan inzet bij het studeren - Groot verschil tussen SO en universiteit, wat betreft (zelfstudie) verantwoordelijkheid, moeilijkheid en volume - Voor vele opleidingen is een goede vooropleiding Wiskunde essentieel. Dit is niet altijd het geval - Slechte studiemethodiek algemeen en voor sommige vakken (bv wiskunde) - Sommige uurroosters zitten overvol en laten weinig eigen studietijd toe na vermoeiende dag om vakken goed bij te houden. - Onderschatting van de moeilijkheidsgraad van een examen. Niet goed weten wat er verwacht wordt. - Oefeningen examen zijn soms veel moeilijker dan de oefeningen in het jaar. Oefeningen in het jaar trainen niet altijd op het moeilijkere niveau van oefeningen op het examen. - Gebrek aan een degelijke blokperiode, met name in het 2
de sem.
- Slechte examenroosters met te weinig tussentijd voor zware vakken. Nota; J. Vos: (b)OC neemt best het initiatief voor het opstellen van een pedagogisch verantwoord examenrooster. Voorgestelde suggesties ter verbetering van de slaagcijfers - Tussentijdse toetsen met feedback voor moeilijke vakken, zeker in 1
ste sem Ba1.
- Vanaf begin 1
ste sem Ba1 vakken bijhouden en beginnen te studeren. Regelmatige toetsen zijn
goed ter activering van de studenten.
CONFIDENTIEEL
CIKO Wetenschappen 8 Werkdocument Verbetering slaagpercentages – versie april 2008
- Betere studiemethodiek aanleren, algemeen en voor specifieke moeilijke vakken - Voorbeeldoplossingen voor oefeningen beschikbaar maken. Moeilijkheidsgraad oefeningen in jaar beter afstemmen op examen. Voorbeeld- of proefexamens zodat de studenten zeer goed weten wat te verwachten. Feedback van de studenten per opleiding Sommige opmerkingen of suggesties van de studenten zijn reeds door de betrokken docenten aangepakt.
INFORMATICA Oorzaken van de lage slaagcijfers - Een deel van de studenten heeft veel te weinig voorkennis in wiskunde (bv TSO), programmeren en vooral logisch inzicht. - Nieuwe studenten hebben vaak een verkeerd idee van wat de opleiding Informatica inhoudt. De uitval in het 1
ste semester bedraagt volgens de studenten daardoor 1/5
de tot 1/4
de.
- Een gedeelte van studenten zijn ‘toeristen’ die verkeerd gekozen hebben en afhaken in het begin of weinig les volgen. - Onvoldoende werken – Te laat beginnen - Soms is het niet duidelijk wat van de studenten verwacht wordt. Specifieke oorzaken van lage slaagcijfers INLEIDING PROGRAMMEREN (1
E SEM Ba1) F. Arickx. Oefeningen: assistent Peter Hellinckx
- Het oefeningen examen zelf was veel en er was wat weinig tijd. Studenten suggereren liever wat minder en wat moeilijker. CALCULUS (2
E SEM Ba1) Titularis G. Van Steen – Effectieve lesgever: E. Soetens
Laag slaagpercentage. - Oefeningen examen waren veel moeilijker dan de oefeningen in het jaar. Studenten weten niet wat met het examen te verwachten. Velen onderschatten het daarom. Vele studenten weten echter ook dat het niet slagen ligt aan een gebrek aan inzet bij het studeren. - De drempel om de lessen bij te wonen is zeer hoog doordat de aanwezige studenten aan het bord worden geroepen en men opdrachten meekrijgt voor thuis, die dan volgende keer behandeld worden. Het absenteïsme bedraagt dan ook 50-70%. Laag slaagpercentage te wijten aan studenten die de lessen niet regelmatig bijwonen en daardoor te weinig oefeningen gemaakt hebben.
Suggesties ter verbetering van de studenten:
- Studenten achten het nuttig om getest te worden in 1ste
Ba, nadat de eerste basis is gelegd. - In het begin beter meer theorie en minder snel (meer gradueel) invoeren van projecten. - Als men goed en regelmatig werkt met voldoende inzet is deze opleiding best haalbaar. - Tussentijdse toetsen voor de moeilijke vakken om de student aan te zetten tijdig te beginnen met studeren. - Toetsen met modeloplossingen en zelfevaluatie