inspireren & informeren: ambtenaren bereiden zich voor op 3 d’s
DESCRIPTION
Meer dan 1000 beleidsambtenaren kwamen op 28 mei bij elkaar om geïnspireerd en geïnformeerd te raken over de komende decentralisaties van zorg, jeugd en werk. Verslag om nog eens na te bladeren, ook voor collega's die er niet bij waren.TRANSCRIPT
Inspireren & informeren:Ambtenaren bereiden zich voor op 3 D’s
Decentralisaties bieden óók kansen
Samen op zoek naar de vraag achter de vraag
achter de voordeur
Praktisch leren van anderen
De gevels van de huizen in het 3D Dorp zijn gemaakt door leerlingen van
het speciaal onderwijs, onder leiding van Emil van der Wijst. De Eindho-
venaar geeft via zijn bedrijf Decofiti vaak schilder- en graffiti-workshops
aan groepen, van basisschoolleerlingen tot huisvrouwen. Maar voor
jongeren met autistische aandoeningen of ADHD’ers heeft hij een zwak.
“Ze zijn direct, recht voor z’n raap, en daar hou ik van.”
Voor de gespoten gevels op het 3D-congres maakten vijf scholen elk twee
panelen. In vier weken bespoten de scholieren de witte lakens tot echte
gevels. Dat deden ze natuurlijk buiten, want verf spuiten mag vanwege
de gassen die vrijkomen niet binnen. Van der Wijst ontwikkelde een
lesbrief voor het project. “Met pictogrammen heb ik het hele proces in
stappen beschreven. Met plaatjes kunnen deze leerlingen veel beter uit
de voeten dan met teksten.”
Alle leerlingen waarmee Emil van der Wijst werkte, hebben een per-
soonsgebonden budget. Hij maakt zich zorgen over de decentralisaties.
“Het PGB verdwijnt, maar ik ben bang dat er niks beters voor in de plaats
komt. En als dat klopt is dat voor deze jongeren slecht nieuws.”
Leerlingen speciaal onderwijs schilderden 3D Dorp
Inhoudsopgave03 Voorwoord: de inspiratie opnieuw beleven
04 Verwachtingen en hoop
06 Inspiratiesessie: decentralisaties bieden óók kansen
16 De Decentralisaties Dag in tweets
18 Wat zeg je tegen een mens van vlees en bloed?
22 Uit de presentaties (1)
24 Fotoverslag
26 Rondetafelgesprekken: praktisch leren van anderen
29 Marceline Schopman: “Soms zie je in een andere stad
dat het verrassend eenvoudig kan zijn”
30 Uit de presentaties (2)
32 Cliënt in het echt en bewindslieden in de finale
34 En, kwamen de verwachtingen uit?
36 Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s
38 Wethouders: ‘We willen duidelijkheid en dóórgaan’
ColofonConcept en redactie:
Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden
Art direction & opmaak:
Pankra, Den Haag
Fotografie:
Marc de Haan en Arno Massee, Leiden
In opdracht van het Ministerie van BZK en de VNG
In het hele land zijn gemeenten voortvarend aan de slag om de
decentralisaties op het gebied van zorg, jeugd en werk te laten slagen.
Er zit veel positieve energie bij gemeenten! Er wordt enthousiast en
proactief gewerkt met de implementatie van de 3 Decentralisaties.
De Decentralisaties Dag in Den Bosch was bedoeld om even terug te gaan
naar de praktijk en een kijkje te nemen achter de voordeur in uw gemeente.
En vervolgens om goede voorbeelden te delen met collega’s, en inspiratie op
te doen om zo de omvangrijke operatie te ondersteunen.
In nauwe samenwerking tussen het Rijk en de VNG is deze Decentralisaties
Dag georganiseerd. Het programma is ontworpen met alle betrokken
ministeries, de VNG en individuele gemeenten. Uiteindelijk lieten meer
dan 1000 beleidsambtenaren, 250 gemeenteraadsleden en 150 wethouders
zich inspireren in verschillende programmaonderdelen. In deze uitgave
kunt u terug zien hoe dat er uit zag.
Uit de vele positieve reacties die we die dag hebben gehoord blijkt dat
veel deelnemers het een nuttige dag hebben gevonden. Daar zijn wij blij
mee. Want ook wij weten dat de invoering van de decentralisaties geen
makkelijke opgave is. We hopen daarom dat dit digitale magazine helpt
om de inspiratie en de energie van De Decentralisaties Dag opnieuw te
beleven en verder te verspreiden, ook bij uw collega’s die niet in Den Bosch
aanwezig waren.
Wij wensen u de komende maanden veel succes met de verdere invoering
van de decentralisaties.
Karin Sleeking (Vereniging Nederlandse Gemeenten)
Laurette Spoelman (ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties)
De inspiratie opnieuw beleven
Ronald Plasterk Martin van Rijn Jetta Klijnsma Fred Teeven Annemarie Jorritsma
Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten
helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren.
Wethouders-programma
Raadsleden-programma
Ambtenaren-programma
Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld één voor ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden.
Bedankt voor uw aanwezigheid
3
“Ik ga ervan uit dat ik vandaag veel informatie krijg.
Op het gebied van werk en inkomen werken we al samen
met Zutphen. In Lochem hebben we te maken met ver-
grijzing, we krimpen net wel of net niet en we zijn een
werkgeversgemeente: we hebben meer banen dan we
met onze eigen beroepsbevolking kunnen vullen. Ik wil
dus graag informatie over alle pijlers, want alle onderwer-
pen komen in onze gemeente voorbij.”
“Ik ben sinds begin dit jaar projectleider op het gebied
van Actieve burgers. Eerder hield ik me ook al bezig met
de decentralisaties. Ik merk vooral dat het lastig is om
verbindingen te leggen tussen de drie pijlers. Ik hoop
op antwoorden over hoe dat kan lukken. En ik denk
dat ik kennis kan uitwisselen met mensen uit andere
gemeenten. Verder wil ik er graag achter komen hoe je
burgers kunt activeren.”
Radboud Ammerlaan
fractievoorzitter CDA Lochem
Hicham Hamiddane beleidsmedewerker/projectleider
gemeente Tiel
Mirrin Middelhuis studeert Public
Administration in Leiden en Health,
Economics, Policy & Law in Rotterdam
“Ik doe onderzoek naar de verandering van het Wmo. Ik kijk naar
de transitie van de verzorgingsstaat naar de enabling state, oftewel
participatiesamenleving. Daarvoor houd ik een case-study in twee
gemeenten. Ik verwacht veel inspiratie op te doen tijdens de rond-
etafelgesprekken. Wat zijn de struikelblokken in veel gemeenten?
Zal er meer worden gerekend op burgerkracht, verandert de rol van
de overheid?”
Verwachtingen en hoopWat verwacht u van vandaag? Wat hoopt u? We peilden de
meningen ’s morgens bij binnenkomst.
4 5
“Ik werk sinds een maand bij de gemeente
Den Bosch via de Startersbeurs. Ik weet niet zo
goed wat ik verwacht. Ik hóóp dat ik vandaag
duidelijkheid krijg over de decentralisatie van
jeugdzorg. Vanuit mijn studie Orthopedago-
giek ben ik daar ook op werk bij betrokken.”
Véronique Wils doet werkervaring
op bij gemeente Den Bosch
“Gisteren hebben we de portefeuilles verdeeld en ik
heb de decentralisaties in de mijne gekregen. Dit is
de eerste keer dat ik in de raad zit. Ik wil me dus zo
goed mogelijk voorbereiden door veel te lezen en
congressen als deze te bezoeken. Ik ga er eigenlijk
blanco in, en hoop naar een aanvaardbaar niveau te
worden getild.”
Math de Loo raadslid GroenLinks
gemeente Sittard-Geleen
“Met mijn bedrijf ondersteun ik gemeentelijke transi-
ties. Wij richten ons nu op de informatievoorziening
voor de burger en ontwikkelen hiervoor een digitale
kenniskring. Ik hoop meer duidelijkheid te krijgen over
waar de burger nu precies aan toe is. Er is tot nu toe
veel versnipperde kennis, het is belangrijk om die uit te
wisselen. Over zes maanden moet al dat nieuwe beleid
immers uitgevoerd gaan worden.”
Jan-Willem Hulstein directeur Hulstein TransitieSZ
Monique Neyzen communicatiead-viseur
gemeente Voorst
“Ik ben speciaal ingehuurd om de communicatie over de
decentralisaties uit te voeren. Hier hoop ik kennis op te
doen uit andere gemeenten waar ik gebruik van kan maken.
Er is al heel veel; we moeten het wiel niet steeds opnieuw
uitvinden. Wij zijn een kleine gemeente en willen optimaal
gebruikmaken van goede ontwerpen uit andere gemeenten,
terwijl we tegelijkertijd een eigen beleid blijven voeren.”
5
‘Hoe meer men zich begrenst, des te vindingrijker men wordt.’ Vanaf de keukentafel in congrescentrum 1931 leidt presentator Marceline
Schopman de inspiratiesessie op het congres in. Ze citeert de Deense filosoof Søren Kierkegaard en geeft daarmee ‘de grootste decentralisatie
ooit’ een kader mee; gemeenten krijgen vanaf volgend jaar heel veel extra taken en extra geld om ze uit te voeren, al is dat fors minder dan nu voor de optelsom aan taken op het gebied van zorg, jeugd en werk
beschikbaar is. Vindingrijkheid is gewenst, kortom.
Decentralisaties bieden óók kansen, tonen voorbeelden
in inspiratiesessie aan
6
Jos van der Lans: “Kans om klaagzang over verzorgingsstaat te beëindigen.”
Haar eerste keukengast in cultuurpsycholoog en oud
Eerste-Kamerlid Jos van der Lans, die ook haar co-presenta-
tor is tijdens de keukensessie. Schopman presenteert Van
der Lans als een optimist. Dat laat hij zich geen twee keer
zeggen. Want naast al het gemor dat is te lezen en te horen
over de decentralisaties, “is er nu een kans om eindelijk
iets aan de bureaucratie te doen waarmee de verzorgings-
staat gepaard gaat”, stelt hij. “Er komt met de decentrali-
saties een einde aan de klaagzang waarmee we de verzor-
gingsstaat al dertig jaar begeleiden”, noemt hij als kans.
Om die kansen te benutten, dient de ‘tragiek van het thee-
zakje’ te worden vermeden. “Een eerste kop thee van een
nieuw zakje smaakt heerlijk, maar na tien keer gebruik
blijft er een slap bakkie van over.” De tragiek trof onder
meer de term ‘Burgerkracht’, een theezakje dat in eerste
instantie mensen zelf aan het stuur zette om voorzienin-
gen en budgetten te benutten, maar die een paar bakkies
verder toch weer professionals liet bedenken wat goed was
voor de mensen. Nee, zegt Van der Lans: bij de komende
decentralisaties moet je de kracht van mensen organise-
ren, en de ‘oude’ verzorgingsstaat stelde juist de proble-
men centraal.
Bruishuis Malburgen noemde Van der Lans als mooi
voorbeeld om mensen eigenaar te maken van de voorzie-
ningen in hun wijk. Vorig jaar nam daar een groep van
vijftig bewoners, verenigd in BewonersBedrijf Malburgen,
het over van een woningcorporatie. Het Bruishuis is een
oud verzorgingshuis met 135 kamers en werkplekken in
de Arnhemse wijk Malburgen. Zo is Burgerkracht bedoeld,
vindt Van der Lans.
JOS VAN DER LANS: “PROFESSIONALS LOSLATEN EN HUN CREATIVITEIT LATEN GEBRUIKEN.”
Om goede ideeën in praktijk te brengen, zijn ‘lastige crea-
tieven’ nodig, ondernemers die dwars door de kokers van
overheid en instellingen heen gaan om voor elkaar te krijgen
wat ze in het hoofd hebben. “Veel professionals hebben
creativiteit en ondernemerschap in zich, we hebben ze alleen
opgesloten in regels.” De kans dat de decentralisaties slagen,
wordt groter als de voorwaarden worden geschapen om de
professionals ‘los te laten.’
Zijn de gemeenten op tijd klaar voor wat ze vanaf 1 januari
2015 gaan doen? Van der Lans, diplomatiek: “Ze zijn er goed
mee bezig, maar er is nu nog een hoge mate van onzeker-
heid.”
6 7
Philip Idenburg: “Transformatie belangrijker dan transitie”
Logisch dat aandacht van Rijk en gemeenten nu vooral
ligt bij de transitie, de verandering die nodig is om te
zorgen dat regels, wetten en budgetten veranderen zodat
de decentralisaties daadwerkelijk op 1 januari volgend jaar
van start kunnen gaan. Maar het gaat er uiteindelijk om
een transformatie tot stand te brengen, betoogt keuken-
tafelgast futuroloog Philip Idenburg. De transformatie
slaagt als in de verschillende domeinen een nieuw lokaal
samenspel ontstaat, met een nieuwe cultuur, nieuwe
verhoudingen en werkwijzen. Met zijn organisatie Be-
Bright beschreef Idenburg in opdracht van BZK meerdere
toekomstscenario’s over gemeenten van de toekomst,
compleet met de kansen en risico’s. Idenburg beschreef
de ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar. Vanaf de
centraal gestuurde verzorgingsstaat waar de overheid top-
down het aanbod bepaalt, naar het systeem van markt-
werking waar de overheid handhaaft en toezicht houdt.
De transformatie is geslaagd als de overheid zich straks
weet te verbinden en samen met burgers de samenleving
duurzaam verbetert.
Op de vraag waarom het twintig jaar geleden níet lukte om
de burger centraal te stellen, terwijl de noodzaak daarvan
toen ook werd betoogd, antwoordde Idenburg dat de maat-
schappelijke organisaties er toen niet in slaagden om de
omslag te maken. “Ze bleven doen wat ze altijd al deden.”
PHILIP IDENBURG: “TRANSFORMATIE SLAAGT ALS OVERHEID BURGERS WEET TE VERBINDEN.”
Op de vraag hoe je zorgt dat bij de komende decentralisaties
de burger daadwerkelijk aan de knoppen komt te zitten, ant-
woordde Idenburg dat daarvoor dialoog noodzakelijk is. En
instituties die kijken naar wat maatschappelijk nodig is, en
niet louter naar wat het beste is voor hun organisatie. In het
rapport ‘Trends en ontwikkelingen voor de gemeenten van
de toekomst’ beschrijft Idenburg het als volgt: ‘Wederzijdse
afhankelijkheid, vertrouwen en een gedeeld perspectief
om tot sociale vernieuwing te komen zijn de basis van een
eco-systeem. Gemeenten en instellingen moeten voorkomen
dat zaken als verlies van controle en focus op kostenbeheer-
sing de boventoon gaan voeren, waardoor zij in de loopgra-
ven belanden in plaats van juist samen de toekomst vorm te
geven.’ Het hele rapport is hier te lezen.
8 9
In de gemeente Noordenveld,
een verzameling van 26 dorpen
in het noorden van Drenthe, zijn
Noordenveldwerkers het aan-
spreekpunt voor welzijn, wonen en
zorg in de fusiegemeente. Bijzonder
is dat de gemeente de Wmo-dienst-
verlening langs de meetlat van de
lean-methode legde. De Scania-fa-
briek in Zwolle inspireerde de
Noordenvelders om de methode
voor procesoptimalisatie toe te
passen. “We hebben alle processen
doorgelopen en alles geschrapt wat
onnodig was”, vertelt Greta Hoving
trots. Die trots is niet zomaar: de
‘voorraad’ van 80 Wmo-aanvragen
nam door de nieuwe werkwijze af
naar een beheersbare twaalf aanvra-
gen. Afhandeling van een aanvraag
lukt binnen veertien dagen, terwijl
zes weken de maximale termijn
is. De tevredenheid van de klan-
ten ging omhoog van een dikke 6
naar een dikke 7 en het benodigde
budget daalde met 10%. Vanwege
het succes met de behandeling van
Wmo-aanvragen, werkt het Cen-
trum voor jeugd en gezin inmiddels
volgens dezelfde methode. “En dat
loopt als een tierelier”, lacht Hoving.
WIJEindhoven is in de Brabantse
stad het instrument om vorm te
geven aan de kanteling van het
sociale domein. Kwartiermaker
Rene Kerkwijk vertelde over de
wijkteams in de stad, die zowel
de arme als de rijkere wijken be-
dient. De organisatie rekent af
met het ‘syndroom van Florence
Nightingale’, door Kerkwijk ge-
formuleerd als “Iemand heeft een
probleem en ik ga helpen.” Want
die reflex past niet in de bedoeling
van de decentralisaties. WIJEind-
hoven-medewerkers kijken wat
mensen nog zelf kunnen, wat hun
netwerk, omgeving en vrijwilli-
gers kunnen betekenen. Voor wat
daarna overblijft komt de profes-
sional in beeld, doorgaans de man
of vrouw van het WIJteam. Over
burgerbetrokkenheid gesproken:
“Als we professionals aannemen,
zitten altijd burgers in de sollici-
tatiecommissie. Ik zou niet anders
meer willen. De laatste vraag in de
sollicitatiecommissie is altijd voor
hem of haar. ‘Zou je deze sollictiant
binnen laten?’, is die vraag. Als het
antwoord ‘nee’ is, nemen we de
sollicitant doorgaans niet aan.”
Inspiratie uit Noordenveld, Eindhoven, Zaanstad: ‘gewoon’ aan de slag
Zaanstad is ‘gewoon’ begonnen met
het werken in tien sociale wijk-
teams. ‘Werkende weg leren en
delen’ is daar de strategie geworden
om de decentralisaties tot een goed
einde te brengen, vertelt directeur
Sociaal Domein Duco Stuurman
van de gemeente. Al eerder expe-
rimenteerde Zaanstad met een
‘hoofdaannemer Wmo’ in een aan-
tal wijken. Die aanpak geldt nu voor
alle tien wijken. De hoofdaannemer
is het herkenbare aanspreekpunt
en de eindverantwoordelijke voor
de ondersteuning. Of het niet ge-
vaarlijk is om ondersteuning in
handen te geven van een externe
organisatie, wil Jos van der Lans
weten. Stuurman: “Zonder gevaar
gebeurt niks. Maar we selecteren
organisaties met visie en compe-
tente teamleiders. Er zijn organisa-
ties die het meteen goed doen, en er
zijn er die het minder doen. Met die
laatste gaan we het gesprek aan, om
nog tijdens het contract van twee
jaar verbeteringen te kunnen laten
doorvoeren.”
Greta Hoving, Rene Kerkwijk en Duco Stuurman schuiven aan de keukentafel. Hun gemeenten, respectievelijk Noordenveld,
Eindhoven en Zaanstad, gingen ‘gewoon’ aan de slag in de geest van de decentralisaties. Drie inspirerende voorbeelden.
9
Inspirerende voorbeelden uit het land aan de keukentafel. Vanaf links presentator
Marceline Schopman, Greta Hoving uit Noordenveld, Rene Kerkwijk uit Eindhoven,
Duco Stuurman uit Zaanstad en presentator Jos van der Lans.
Inspirerende voorbeelden uit het land aan de keukentafel. Vanaf links presentator
Marceline Schopman, Greta Hoving uit Noordenveld, Rene Kerkwijk uit Eindhoven,
Duco Stuurman uit Zaanstad en presentator Jos van der Lans.
Emile de Roy: Persoonlijke zorg zonder overhead
Over inspirerende voorbeelden gesproken: de
laatste keukentafelgast Emile de Roy van Zuy-
dewijn startte in 2005 zijn eigen kleinschalige
thuiszorgorganisatie, om meer persoonlijke aan-
dacht te kunnen schenken aan de mensen bij wie
hij werkte. Inmiddels bestaat zijn organisatie uit
240 wijkverpleeghulpen en poetshulpen, die in
vijf zelfstandige teams werken. Ze zijn allemaal
student en kosten daardoor minder dan grote
organisaties. Wat ook helpt: er is nauwelijks
overhead. Als overleg nodig is, gebeurt dat op
de studentenkamer van een medewerker. Maar
vergaderen is niet vaak nodig: een beveiligd,
facebook-achtig computerprogramma zorgt voor
de informatie-uitwisseling tussen de Emile-col-
lega’s. Zij leveren alle zorg die de Wmo biedt,
ontschot en wel.
12
RISICOMANAGER ROBERT ’T HART (NAAST HET PODIUM) KRIJGT BIJNA Z’N DOOS BOSSCHE BOLLEN.
“ALLE DILEMMA’S HEB IK VOORBIJ ZIE KOMEN.”
Winnaar van het ochtendprogramma was Robert ’t Hart, van
het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement. “Ik wist
de meeste vragen vrij zeker”, zegt hij. “Vanuit mijn vak hou ik
de actualiteit goed bij, en alle dilemma’s, vragen en risico’s uit
de vragen heb ik in de krant voorbij zien komen de afgelopen
jaren.”
QuizEen decentralisatiesquiz was het laatste onderdeel van de inspiratiesessie.
Meerkeuzevragen leidden de zaal in sneltreinvaart door de werkterreinen waarop de decentralisaties betrekking hebben. Een korte afvalrace leverde ’s morgens en ’s middags elk één winnaar op, die een doos authentieke Bossche bollen kreeg.
BELEIDSMEDEWERKER ROB HENDRIX UIT NUTH: “SPECIALIST VAN ALLE DECENTRALISATIES?
ONMOGELIJK!”
’s Middags won Rob Hendrix, beleidsmedewerker bij de
gemeente Nuth: “Ik dé decentralisatie-expert? Van alle drie de
onderdelen tegelijk, dat is natuurlijk onmogelijk. Ik houd me
voornamelijk bezig met de participatiewet. Het is leuk om te
zien dat andere gemeenten met dezelfde vraagstukken bezig
zijn en verschillenden oplossingen ontwikkelen. Daar haal ik
inspiratie uit.”
Om de vragen nog eens rustig door te nemen, zelf of met collega’s,
staan op de volgende pagina’s de vragen afgedrukt.
13
Vraag 1. Are you tokkie to me?
Door de decentralisaties krijgen gemeenten er vele
klanten bij. En nou heb je kleine klanten, grote
klanten en hele grote klanten. In het sociale domein
spanden de De Tokkies de kroon. En daar deden ze
zelf ook niet besmuikt over. Hun naam is synoniem
geworden voor Extreem Problematische Huurders.
Wie ontfermde zich over deze familie om vervolgens
de handen ervan af te trekken toen de mediabelang-
stelling afnam?
a. Emile Ratelbandb. Maurice de Hond
Vraag 2. Tokkiedorp
We blijven nog even bij de Tokkies. Veel gemeentes
denken namelijk na over de oprichting van kleine
wijkjes aan de stadsrand met robuuste woningen
voor onaangepaste huurders. En op veel plekken zijn
er al zulke plekken verrezen. In de regionale pers
wordt dit vaak een “Tokkie-dorp” genoemd. Maar dat
is niet de echte naam voor dit fenomeen. Hoe luidt de
echte naam?
a. Lubbers-kampementenb. Skaeve Huse
Vraag 3. Decentralisatie revisited
Het is niet voor het eerst dat er wordt gedecentrali-
seerd in het sociale domein. Voor de invoering van
de Wmo was er nog een omvangrijke decentralisa-
tie-operatie. Welke?
a. 1986, het kabinet Lubbers IIb. 1995, het paarse kabinet Kok
Vraag 4. Waar was het ook alweer?
Commotie in komkommertijd vorig jaar. Een Neder-
landse wethouder presenteerde plannen die langdurig
werkelozen zouden verplichten om zorg te leveren aan
ouderen en andere hulpbehoevenden. Maar waar was
dat ook alweer?
a. Arnhemb. Deventer
Vraag 5. Participatiesamenleving
In zijn eerste troonrede vertelde koning Willem
Alexander dat “de klassieke verzorgingsstaat langzaam
maar zeker veranderd in een participatiesamenleving.”
Hij was echter niet de eerste hoogwaardigheidsbe-
kleder die dit signaleerde. Wie gebruikte die de term
Participatiesamenleving als eerste, in toespraak voor
zijn partijcongres?
a. Wim Kok b. Jan-Peter Balkenende
Vraag 6. Blade Babe
Topatleet Marlou van Rhijn, houdster van wereldre-
cords hardlopen op de 100 en 200 meter, won zilver
en goud in London. Maar wie financierde de blades
waarop deze babe haar wereldrecords liep? Oftewel:
wie financierde haar protheses?
a. Een commerciële sponsor b. De gemeente Purmerend
Vraag 7. Huiselijk?
Een mooie kans bij de decentralisatie van de Jeugdwet
en Wmo is dat gemeenten een grotere rol kunnen spe-
len bij de terugdringing van huiselijk geweld. Hoeveel
mensen boven de 18 hebben in Nederland te maken
gehad met huiselijk geweld.
a. Meer dan 1 op de 3b. Minder dan 1 op de 3
14
Vraag 8. Participatiewethouder
Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft de Participatiewet
in haar portefeuille en is zelf een rolmodel. Ze heeft een
lichte handicap, want ze is geboren met spastische be-
nen. Het stond een maatschappelijke carrière geenszins
in de weg. Wat voor bijzondere facilitaire voorziening
maakte dat mogelijk toen ze wethouder was in Den
Haag?
a. Een werkkamer op de begane grond in het Haag-se stadhuis terwijl de rest van het college op deelfde zetelde.
b. Een privé-fietschauffeur die voorop fietste op een tandem en Jetta overal naar toe bracht
Vraag 9. gokken!
Keukentafel
De keukentafel is een gevleugeld begrip aan het worden
bij de decentralisaties in het sociale domein. Aan de
keukentafel kun je als gemeente-ambtenaar bespreken
wat voor ondersteuning er nou wel en niet nodig is.
Annemarie Jorritsma hield in april in NRC nog een
vurig pleidooi voor méér keukentafel. Maar wat kost een
beetje keukentafel? Zoals deze: de Torsby uit een bekend
Zweeds woonwarenhuis? Let op: incl. btw.
Antwoorden
1. a.
2. b. Skaeve Huse zijn een Deens fenomeen. De robuuste huizen zijn
‘bijzondere huizen voor bijzondere mensen’, zoals het daar heet. Vaak
worden ze gebouwd van zeecontainers. De Lubbers-kampen refereren
aan een idee van de toenmalige premier voor militaristische kampen
waar criminele jongeren in het gareel moesten worden gebracht.
3. a. 1986, de Welzijnswet van Elco Brinkman
4. b
5. a. Wim Kok introduceerde de term op het PvdA-congres van 28
september 1991. Balkenende wordt ook genoemd als uitvinder, maar
gebruikte de term pas in 2005.
6. a. prothesefabrikant Otto Bock. De blades van Marlou kosten dui-
zenden euro’s per stuk en ze heeft er vier. Overigens: veel gemeentes
hebben wél apart beleid geschreven om vanuit Wmo-gelden speciale
sportprotheses aan te schaffen. Juist omdat sport de participatie
bevordert
7. a (45%)
8. b
9. €123,14
Presentator Marceline Schopman is ervaren
presentator, debatleider en dagvoorzitter. Eerder
presenteerde ze radio- en televisieprogramma’s
voor verschillende omroepen. Naast haar podium-
werk is Schopman raadslid en vice-voorzitter van
de PvdA-fractie in de gemeenteraad van Haarlem.
Meer informatie op haar website of op haar profiel
Co-presentator Jos van der Lans is onder veel
meer cultuurpsycholoog, publicist en oud-Eerste
Kamerlid voor Groen Links. Zie ook zijn site.
Philip Idenburg is onder meer marketingstrateeg
en trendwatcher. Hij richtte in 2007 BeBright op,
dat zichzelf ‘innovatiefabriek’ noemt. BeBright
werkt aan projecten in onder meer de zorgsector.
Emile de Roy van Zuydewijn richtte in 2006 de
thuiszorgorganisatie Emile.nu op. Zijn organisatie
bestaat nu uit ongeveer veertig wijkverpleeghul-
pen en poetshulpen die in vijf zelfstandige teams
werken. Alle medewerkers zijn student, die samen
met ‘hun’ patiënt afspreken welke hulp wanneer
nodig is. Ook de afwezigheid van overhead maakt
Emile bijzonder.
PROFIELEN
De Decentralisaties Dag in tweets
#DDD2014
Ingrid van Dillen @ingridvandillen #DDD2014 Pas op voor incidentenpolitiek, volg niet de pers, maar de burger, anders gaan we straks vanzelf weer centralise-ren @irahelsloot
Marianne vd Watering @NLmarianneGenoten van “De Decentralisaties Dag” http://kiesmarianne.blogspot.nl/2014/05/raadsledenprogram-ma-ddd2014.html … #DDD2014
Bart van Oort @BartvanOort87 Ik heb mij laten inspireren vandaag. Wat heeft de professional nodig vd regisseren-de gemeente? #DDD2014
Leo Stehouwer @leostehouwer Weer wat geleerd: professionaliteit geeft geen beter product. Politiek moet te-genwicht bieden aan de professional. #DDD2014
Ilse Woerden @IlseWoerden Complimenten! @VNGjeugdzorg: Even pauze op het dorpsplein van #DDD2014, gebouwd door leerlingen speciaal onder-wijs
Roel van Driel @Roel3L#DDD2014 Nog een laatste foto. 3D is meer dan alleen decentralisaties.. er was ook een 3D printer.
Han Vonk @hanvonk Samenwerking tussen organisaties gaat slecht door autonomie van bestuurders die dat belangrijker vinden ipv efficiënter werken #ddd2014
Anne-Marie Backx @AnneMarieBackx @emileNU #zorgheld en #cowboy Wat gaaf om te horen hoe jongeren slim zorg aan huis bieden. #DDD2014
16 17
De Decentralisaties Dag in tweets
HelgaDulfer @HelgaDulfer #DDD2014 Vraag aan @mjrijn ‘Wat gaat rijk nog doen om draagvlak burger te vergroten’ antwoord: Relatie burger/gem. beslissend voor succes.
Bart Evers @eversbart In krachttoerbus met gemeenten over burgerkracht en 3D met @BiancaVerkuij-le van coöperatie Schaijk. #DDD2014
Saskia ter Kuile @saskiaterkuile Top voorbeeld uit #LoonopZand ontwik-keling zorgneutrale en energieneutrale wijk ‘hou de professionele zorg uit de wijk’ #DDD2014
ZOGMH Petra v Buren @ZOGMH #ggz client PDD NOS en verslaving aan het woord over haar verleden op de decentralisaties dag! RESPECT! Clientin-breng =belangrijk! #DDD2014
Mike van der Werff @mikevdwerff55 #ddd2014 Kunnen we stoppen met het woord ‘keukentafelgesprek’?Gisteren hoorde ik ‘keukentafelgespreksverslag’. Het moet niet gekker worden!
Roel van Driel @Roel3L #DDD2014 Decentralisaties: op 1 januari is het niet afgelopen, dan begint het pas - aldus Ronald Plasterk
Debbie Bruijn @DBBruijn Toch nog aardig wat gemeenten die zich afvragen hoe je erachter komt waar je multiprobleemgezinnen wonen #DDD2014
Eric de Rijk @EricdeRijk #Verantwoordingsdebat Rutte: Plasterk is hier niet; hij is bij de Decentralisatiesdag in Den Bosch vanuit zijn rol als coördine-rend minister
Emile @EmileDijkstra Kijken of we tijdens de borrel de kantel-gedachte kunnen voortzetten. #DDD2014 #grapje
Freek Selen @FreekSelenDat was na 12 uur een geslaagde #de-centralisaties dag #DDD2014 Iedereen die een bijdrage heeft geleverd; bedankt!
16 17
Wat zeg je tegen een mens van vlees en bloed?
In het 3D Dorp gebeurt achter elke voordeur iets. Acteurs spelen de praktijk na, aanwezigen mogen de acteurs bijsturen in hun rol.
Beleid maken is al lastig, maar wat zég je nou als je tegenover een mens van vlees en bloed zit? Het 3D-congres biedt een
net-echt kijkje aan de keukentafel.
18
Acteurs Renate van der Veen en Joost
Koning van Het Consulaat beloven een
kijkje achter de voordeur. Interessant
voor de pakweg 30 aanwezigen, want
geen van hen komt in zijn of haar werk
achter de voordeur.
De eerste scène schetst de situatie in
het huis van weduwnaar De Bruijn.
Dochter Agnes treft vader gevallen op
de grond aan met een kapotte bril. En
midden op de dag zit vader in kamerjas.
Agnes is een doortastend en kordaat
type, een beetje bazig misschien. Vader
speelt niks aan de hand, maar niet echt
overtuigd.
In de volgende scène komt maatschap-
pelijk werkster Trudie een kijkje ne-
men. Ze schiet opvallend haastig in de
hulpmiddelenmodus, waarbij hulp in
de huishouding en een rollator voor va-
der De Bruijn ‘in de aanbieding’ komen.
Dat valt de aanwezigen op. Ze manen
Trudie in een volgende scène om de tijd
te nemen en er achter te komen wat
vader mankeert, hoe het met hem gaat
en waar ze hem écht mee zou kunnen
helpen. “Zoek de vraag achter de vraag”,
is de opdracht die ze meekrijgt.
In volgende scènes komen de hulpmid-
delen iets later, maar de ietwat aandrin-
gende maatschappelijk werkster en de
misschien juist daardoor afhoudende
weduwnaar schieten niet erg op samen.
En de ruimte die hij van de zaal krijgt
om zijn verhaal te vertellen, gebruikt
hij gretig om zijn dwaalspoor te vervol-
maken. De cases die aan de orde komen
zijn gebaseerd op echte voorvallen uit
de praktijk, maar de mensen van Het
Consulaat rekken de ruimte natuurlijk
wel een beetje op.
De goede raad aan het eind van de case
luidt dat het belangrijk is om elkaars
‘kaders’ of intenties boven water te
krijgen. Dat lukt hier noch de maat-
schappelijk werkster, noch de vader.
Terwijl vader doodsbang is dat de
zorgprofessional hem uit z’n vertrouw-
de huis zal willen zetten, wil frontline
professional Trudie concrete resultaten
behalen bij de man, want daarop wordt
ze afgerekend. Zonder elkaars kaders te
doorgronden, zonder te weten wat ie-
mand echt drijft, is het erg moeilijk om
resultaten te behalen. Vandaar dat Het
Consulaat trainingen houdt volgens de
KAR-methode: eerst de kaders te weten
komen, dan actie, ten slotte resultaat.
En daarbij helpt het op je op te stellen
als een OEN: open, enthousiast en
nieuwsgierig.
Zoek de vraag achter de vraag achter de voordeur
“Waarom wil je zo graag een
rollator geven?” De vraag
hangt al een tijdje in de lucht
bij de case die acteurs van
Het Consulaat naspelen. In
het kort: maatschappelijk
werkster Trudie komt over de
vloer bij weduwnaar De Bruijn
van 69 jaar. Dochter Agnes,
gescheiden moeder van drie
kinderen, heeft een Wmo-
aanvraag gedaan en Trudie
komt poolshoogte nemen.
19
Iedereen lacht opgelucht, het is allemaal maar spel na-
tuurlijk. Maar ook gebaseerd op een echte situatie, vertelt
presentator Pim Bouman van Het Consulaat in een andere
case. In de hoek van de kamer staat een plantje. “Netjes
hè,” zegt actrice Dianne Krijnen.“Tja, dit komt ook bij nette
gezinnen voor.”
De casus in het kort: gezin De Vries bestaat uit ouders Jo-
han en Loes, dochter Alice van 17 en een zoon van 14. Alice
heeft PDD-NOS, is verslaafd aan drugs en snijdt zichzelf.
In de volgende scene gaat de huisarts op bezoek na een
belletje van een bezorgde dame uit de buurt: vader is weg-
gelopen en Alice is er ook vandoor gegaan. Volgens de zaal
moet er een gezinsplan gemaakt worden: “Niet praten over,
maar mét het kind.” “Veiligheid eerst!” zegt een ander. Niet
meteen in oplossingen denken, maar eerst het netwerk van
het gezin inventariseren krijgt ‘de huisarts’ – zojuist nog
Alices vader - als laatste tip mee. “Zelfredzaamheid is erg
belangrijk.”
De scene begint. De huisarts vraagt netjes of hij aanteke-
ningen mag maken en moeder begint met vertellen. Uit
haar emotionele relaas komt naar voren dat ze zich geen
raad meer weet. “Nou mevrouw,” zegt de huisarts, “ik denk
dat ze toch het beste naar een instelling kan.”
Gelach vanuit de zaal. “Doet hij het niet goed?” vraagt Bou-
man. Te zakelijk, vindt de een. Maar wel volgens het boekje,
zegt een ander. De kritiek van het publiek: beiden moeten
beter luisteren, er werd te snel op oplossingen overgegaan
zonder naar eigen kracht te kijken, en de huisarts nam te
“Tja, dit komt ook bij nette gezinnen voor.”
Een driftige vader pakt zijn tas in. Zijn dochter steelt en bedriegt, zo kan het toch niet langer? Woest stormt hij de deur uit. Nog voordat de deur echt dicht is, draait de acteur zich weer om: “Wat een ellende hè, dames en heren?”
snel de regie over. Van Bouman mag
het wel wat specifieker. De zaal moet de
volgende vraag van de huisarts formu-
leren. “Hij moet haar emotie de ruimte
geven, en haar behandelen als mens in
plaats van instantie.”
Poging twee. Moeder gaat uitgebreid
een potje zitten huilen. De huisarts lijkt
niet veel vooruitgang te boeken. Is Alice
überhaupt wel veilig? “Moeten we de
politie bellen?” vraagt Bouman. “Hoe-
veel tijd heb ik nog?” zegt de huisarts.
“Dit is slechts een oefening, maar voor
veel mensen is dit de realiteit”, besluit
Bouman. “Beleid klinkt vaak goed, maar
wat zeg je nu écht in deze situatie?” “Ik
heb alle trainingen gedaan hoor!” zegt
de huisarts. Ook hier het advies voor de
ambtenaren: het is belangrijk te kijken
naar elkaars intenties. De huisarts heeft
maar beperkt de tijd, en de moeder is
heel vergevingsgezind en wil het liefst
geen instelling. Maar wat is het beste
voor Alice?
20
21
UIT DE PRESENTATIES
Zijn raad en ambtenaren partners of tegenpolen bij het
vormgeven van de decentralisaties? Die vraag staat centraal
in de presentatie ‘Hoe vertel ik het de raad’ onder leiding
van Marian De Kleermaeker en oud-gemeenteraadslid en
oud-wethouder van de gemeente Den Bosch Bart Eigeman.
Hoe zien ambtenaren de gemeenteraad? De vraag van Eige-
man levert een vat vol meningen op. Betrokken en ongedul-
dig, controlerend, opportunistisch zijn enkele van de kwa-
lificaties. Scoren voor de bühne met een kennisachterstand.
Zorgt voor ééééindeloos gezeur, vindt iemand anders.
Toch hebben raad en ambtenaren elkaar nodig. Bijvoorbeeld
omdat raadsleden beter weten wat leeft in de gemeente, als
het goed is. De kunst is, vindt Eigeman, om de raad niet aan
te spreken als de ‘arena met verschillen’, kenmerk van de
Hoe vertel ik het de Raad?gemeenteraad als verzameling ‘ikken’. Het gaat erom de raad
ook te benaderen in de rol van assemblee, als de raad van
‘wij’, aldus Eigeman.
Voorbeeld uit een gemeente: een gesprek met een raadslid
kreeg een positieve draai toen bleek dat ook zij moeder was
van een puberdochter; zo bleek dat ambtenaar en politicus
overlappende drijfveren hebben.
Dat raadsleden te weinig kennis hebben, bestreed Eigeman.
“Het probleem zit juist in de waarde doe wordt toegekend
aan specifieke kennis. We hebben een ‘lekendemocratie’:
burgers kiezen andere burgers in de gemeenteraad. De raad
zorgt voor verbinding van gemeente met de maatschappij, en
bestaat niet uit specialisten.”
22
Huiselijk geweld en kindermishandeling vergeten onderwerp?
Wordt huiselijk geweld vergeten bij de decentralisaties? Het
zou niet moeten, betoogt Gertrude van Driesten van de VNG
die er een presentatie over geeft. Immers: al in de inspiratie-
sessie bleek dat 45% van de mensen boven de 18 jaar met het
fenomeen te maken heeft. Concreet: in elke schoolklas zit
wel een kind dat is betrokken bij kindermishandeling. Tel er
het stijgende aantal vechtscheidingen bij op en het plaatje is
duidelijk: aandacht voor huiselijk geweld is meer dan nodig
in de decentralisaties. Toch, vertelt Van Driesten, is het knok-
ken om het op de agenda te krijgen. En of het aan de zaaltjes
ligt waar ze haar presentatie geeft of niet; ook tijdens het
3D-congres puilt ‘haar’ presentatieruimte niet uit.
Geen vernederende behandelingDe formele regels zijn duidelijk: de basis is artikel 247 van
het burgerlijk wetboek, waarin onder meer staat dat ouders
of verzorgers ‘in de verzorging en opvoeding van het kind (…)
geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere verne-
derende behandeling (...)’ toepassen. In Amsterdam Zuidoost
is die regel niet altijd makkelijk uit te leggen, omdat er onder
de mensen van 130 nationaliteiten die er samenwonen
ook mensen zijn die het heel gewoon vinden om af en toe
een kind een knal te geven, merkte een aanwezige op. “Wij
bieden daarom cursussen Triple P aan , om positief opvoeden
aan te leren”, vertelt ze.
Van Driesten toonde voorbeelden van plannen van aanpak in
regio’s die actief met beleid bezig zijn. Ze drukte de aanwe-
zigen op het hart aan het werk te gaan met formuleren van
preventiedoelen, risicogezinnen in beeld te brengen en
acties te plannen. Wie er niet meteen uitkomt, kan terecht
op regiobijeenkomsten die de VNG organiseert op 3 juli en
op 11, 18 en 25 september. De precieze data en locaties zijn te
vinden op de site van het congres- en studiecentrum van de
VNG.
23
24 25
24 25
Rondetafelgesprekken: praktisch leren van anderen
Toegang tot zorg: hoe gaan we het doen? En hoe zorgen we dat de juiste dingen op de juiste manier gaan? Om zoveel mogelijk verschillende
invalshoeken aan bod te laten komen, waren er rondetafelgesprekken. Doel: informatie uitwisselen en inspiratie opdoen.
Op elke tafel liggen instructies klaar.
Na een kort welkomstwoord volgt het
startsignaal. De sessie duurt slechts
een uur, dus er is geen tijd te verliezen.
Sommige tafels beginnen al een voor-
stelrondje vóór de officiële opening –
iedereen is nieuwsgierig en wil zo snel
mogelijk starten. Binnen een minuut
heeft elke tafel een voorzitter uit zijn
midden gekozen. Tien minuten later
heeft iedereen zich kort voorgesteld aan
zijn tafelgenoten en kan er overgegaan
worden op het inhoudelijke gedeelte:
de organisatie van toegang tot de zorg
en ondersteuning in de gemeente.
Iedere deelnemer vult antwoorden
op vier korte vragen in: Hoe wordt de
toegang in uw gemeente vormgegeven?
Wat gaat er goed bij de organisatie van
toegang in uw gemeente? Waar ziet u
een mogelijkheid voor verbetering? En
welke positieve tip of mogelijk valkuil
wilt u delen met uw tafelgenoten? Kor-
te, heldere vragen, die de gesprekken
tussen beleidsmakers, freelancers voor
de gemeente, raadsleden, projectlei-
ders van grote én kleine gemeenten en
provincieambtenaren meteen op gang
brengen.
Vormen van toegangAan elke tafel komen verschillende
manieren van toegang aan bod. In de
ene gemeente gebeurt het met behulp
van indicatiestellingen en een digitale
hulpwijzer, een andere regio maakt
gebruik van een centrale jeugddienst,
een sociaal wijkteam of een centraal
loket. Al die verschillende beleidsvor-
men geven stof tot nadenken. Wat gaat
er goed? Wat kan er beter? Het delen
van kennis leidt tot inspiratie voor het
eigen beleid. Sommige mensen horen
dingen waar ze nooit aan gedacht heb-
ben, andere herkennen het eigen beleid
in dat van een ander.
Een greep uit de aanbevelingen:
Bepaal de rol van de gemeente
Faciliteert of regisseert een gemeente?
Of doet zij allebei? Bepaal eerst de rol
van de gemeente, daarna kun je pas
inrichten hoe je die rol wilt invullen.
Inventariseer “Niet alles is nieuw”, merkt een van
de deelnemers terecht op. “Sommige
gemeenten hebben helemaal geen weet
van wat er allemaal al gebeurt. Eigen
kracht kun je soms al veel vinden in de
wijk: instellingen als kerken of andere
netwerken zetten zich al op allerlei
manieren in voor probleemgezinnen.
Alleen als je weet wat er al gebeurt, kun
je bepalen wat nog ontbreekt.”
Soms loopt de zorg via verschillende
kanalen. Dat kan effectiever, vindt een
andere deelnemer. Zijn tip: maak een
financiële kaart van wat er wordt be-
steed in uw gemeente. “Vanaf volgend
jaar moeten we het als gemeente gaan
betalen, dan moet je ook weten wat er
precies nodig is. Sommige gemeenten
weten dat nog niet eens.”
Wissel uit Een veelgenoemde valkuil voor
toegang: versnippering. Waar begint
toegang nou? Informatie-uitwisseling
is belangrijk. Zowel bij hulpverleners
onderling, als tussen gemeente en
burger. De burger moet weten waar
hij terecht kan, en wijkteams kunnen
gebaat zijn bij makkelijkere toegang tot
dossiers van andere instellingen. Digi-
taliseren zou een rol kunnen spelen bij
het beter ontsluiten van kennis voor
zorgverleners en burgeres.
Samenwerking van gemeenten en
instelling wordt ook genoemd. Volgens
een van de deelnemers zorgt het voor
27
een sterke positie bij de inkoop van zorg. “Maar we
hadden het over toegang”, wijst een voorzitter hem
terecht. Terug naar de verbeterpunten.
ProbeerHet belang van pilots wordt aan een andere tafel
benadrukt. Hulpverleners moeten over de grenzen
van hun eigen organisatie leren kijken, “uit hun
koker” gehaald worden. De leden van een soci-
aal wijkteam bijvoorbeeld, nemen allemaal hun
eigen denkwijze mee, maar hebben straks ook een
centraal aanspreekpunt nodig om hun dezelfde
richting uit te sturen. Gevaar is wel dat hierdoor
nieuwe bureaucratische barrières ontstaan. Dat
merk je pas in de praktijk.
Ook op het gebied van lean werken valt er nog
winst te boeken voor veel gemeenten: alles wat
geen toegevoegde waarde heeft, kan uit het proces.
Een minder bureaucratisch proces zorgt voor een
kortere behandeltermijn.
Drijf niet te ver van de burger“We hebben het nu wel over hoe we onze organi-
saties willen inrichten, maar we moeten niet uit
het oog verliezen voor wie we het doen. Het gaat
om de burgers”, stelt een voorzitter. “In tijden van
onzekerheid en verandering hebben organisaties
de neiging zich naar binnen te keren. Maar het is
ook de bedoeling om de burger te blijven informe-
ren en ondersteunen.”
Alle tips werden aan het eind van het uur verzameld
en worden nog verspreid.
28
“Soms zie je in een andere stad dat het verrassend eenvoudig kan zijn”
U kent haar misschien nog wel als omroepster bij de VARA: Marceline Schopman. Zij presenteert de 3D Inspiratiesessie tijdens De Decentralisaties Dag. Wat veel mensen niet weten, is dat zij tevens raadslid en vice-fractievoorzitter van de PvdA in Haarlem is. Wat heeft zij als raadslid van deze dag opgestoken?
“Veel mensen in veel gemeenten zijn heel vindingrijk en daar gaan we vandaag meer over horen.” zo opende je de inspiratiesessie. Wat heeft jou geïnspireerd?“De mensen die ik hier spreek geven een nieuwe kijk op de de-centralisaties. Ik heb vooral bewondering voor de mensen die het niet bij plannen houden, maar gewoon gaan dóen. Bijvoor-beeld het initiatief in Eindhoven met de wijkteams. Ik heb deze dag meteen aangegrepen om een afspraak te maken: binnenkort gaan we met de gemeenteraad op bezoek. Je kunt als raad wel met zijn allen in je eigen zaaltje blijven zitten en dingen beden-ken, maar soms zie je in een andere stad dat het verrassend een-voudig kan zijn.”
Welk idee wil je meenemen naar Haarlem?“Dat vind ik lastig. Niet elk initiatief zou overal even goed wer-ken, het hangt af van de situatie. Ik heb veel bewondering voor de thuiszorgondernemer Emile de Roy van Zuydewijn. Hij is nog zo jong, maar heeft al veel bereikt. Hij motiveert mensen in zijn omgeving. Het succes van zijn initiatief laat zien dat het belangrijk is om open te blijven staan voor nieuwe ideeën. Hij is ook het lichtend voorbeeld dat de decentralisaties niet alleen bezuinigingen zijn, maar juist een kans om mooie dingen te ontwikkelen en proberen. Protocollen worden minder bureau-cratisch, regiogemeenten geen meer samenwerken. Het biedt mogelijkheden om vooruit te gaan.”
Je ben presentatrice én raadslid, een waardevolle combinatie?“Veel mensen zijn op dit soort congressen, maar ook in hun da-gelijks werk, alleen maar bezig met zenden. Maar als iedereen aan het zenden is, wie ontvangt er dan nog? Ik zie het als mijn functie als presentator, maar óók als raadslid, om juist heen en weer te blijven gaan tussen zender en ontvanger. Dat geldt voor een gast en publiek, maar ook in vergaderingen. Het moet een gesprek zijn.”
Hoe kunt u een goed PGB-beleid invoeren dat precies past
bij uw gemeente? In deze presentatie wordt duidelijk wat
de vier hoofdpunten zijn van het maken van beleid: ver-
nieuwen, verkennen, verlangen en vormgeven.
Om te vernieuwen moet je eerst verkennen wat er al is, be-
denk vervolgens wat u zélf raakt en waarom en ga dan pas
naar het vormgeven. “Wij blijven heel erg hangen in het
vormgeven, maar de verhalen aan de keukentafel zouden
ons juist moeten inspireren” vertelt de presentatrice wijs.
Koffietijd en praktijkHaar collega vertelt hoe zij dat doen in hun Limburgse ge-
meente. Hij vergelijkt het met een kaars: het beleid is de
basis, maar dat brandt voor de mensen in de gemeente. De
mensen geven licht, warmte en inspiratie. “Mijn medewer-
kers worstelen met beleidsnota’s en instroom. Laatst vroeg
een van mijn medewerkers: mag ik koffie gaan drinken
met mensen in de wijk? Dat deed zij bij haar vorige baan
ook. Ik heb haar toen gevraagd of ik mee mocht.” Conclu-
sie: heb het niet alleen over procedures, verordeningen en
deadlines, maar heb het over mensen. “Bijvoorbeeld over
mijn buurman, die thuiszorg nodig heeft maar óók van-
uit zijn eigen kracht werkt. Door mooie verhalen te delen,
krijg je inzicht. Laten we van notatijd, koffietijd maken.”
Dat klinkt mooi vindt het publiek, maar hoe vertaalt het
zich naar de praktijk? “Ik heb het idee dat u vraag zich heel
erg richt op het vormgevingsaspect”, zegt …. Maar daarmee
laat het publiek zich niet wegsturen: “Verplaatst u de dead-
lines voor die nota’s dan?”
“Nee”. “Maar hoe lost u het dan op?”
Uiteindelijk volgt er toch een praktische aanbeveling: “We
zorgen dat er weinig dichtgeregeld is. Het hoeft niet af te
zijn, we moeten 1 januari weten waar te beginnen. Maar
als je geen jarenlange contracten afsluit of je vastlegt bij
de usual suspects – de grote zorgaanbieders – dan is er nog
ruimte voor aanpassing aan de burger ná 1 januari.”
“Het PGB-beleid en trekkingskracht”
De decentralisaties vragen veel van gemeenten. BZK is
samen met gemeenten op zoek gegaan naar de nieuwe
taken, struikelblokken en oplossingen voor gemeenten. Drie
afgevaardigden van het BZK vertellen over hun onderzoek
en vragen naar de mening van het publiek.
Bij binnenkomst krijgt iedereen een post-it en de vraag:
Waar is de gemeente voor in de toekomst? De antwoorden
worden op een bord geplakt en kort bekeken: structuur,
dialoog, de burger… “Misschien is het de invloed van de dag,
maar vanochtend stond er op geen enkel blaadje ‘burger’,”
grapt een van de presentatoren.
Hij legt het verband met hun onderzoek uit: “Wij onderzoe-
ken de veranderende verhouding tussen Rijk en gemeenten,
en de veranderende relaties tussen gemeente, Rijk, burger
en de buurtgemeenschap.” Het BZK meet trends, en bouwt
op basis daarvan enkele scenario’s voor de toekomst. Trends
zijn maatschappelijke veranderingen waar de overheid
geen directe invloed op heeft, bijvoorbeeld vergrijzing. Het
onderzoek is te vinden op www.gemeentenvandetoekomst.
nl/item/trendsenontwikkelingen .
Het is tijd voor inbreng van het publiek. Er worden stellin-
gen voorgelegd en deelnemers moeten links of rechts van
de streep in het midden van de kamer gaan staan, respectie-
velijk ‘eens’ en ‘oneens’. De eerste stelling luidt: ‘De decen-
tralisaties maken zorg beter’. Het merendeel is het met deze
stelling eens. “Zorg komt dichter bij de burger.” Toch is een
enkeling kritisch: “In essentie blijft het een bezuiniging.”
Snel door naar de volgende stelling: In 2020 zal de maat-
schappij door zelfredzaamheid wezenlijk veranderd zijn.
Het merendeel van de kamer is het ermee oneens: “Zelfred-
zaamheid is nu meer onder aandacht van de gemeente, maar
dat betekent niet dat het nu meer is. Ik denk dat de gemeen-
ten een beweging volgen die al langer aan de gang is.”
En dan de afsluitende stelling: Onzekerheid staat in de weg
van decentralisaties.
De kamer is verdeeld. Onzekerheid, ja, die voelen ze alle-
maal. “Maar het is een productieve onzekerheid. Het dwingt
ons om kritisch te kijken naar ons beleid en goed na te
denken over hoe nu verder.”
“De gemeente van de toekomst – de uitdagingen van nu”
31
Cliënt in het echt en bewindslieden in de finale
“Vanmiddag ben ik bij ‘mijn’ casus gaan kijken”, vertelt ze.
Ik voelde me vereerd om mijn eigen verhaal te zien. Grappig,
want de acteurs zeiden dat ze vereerd waren om mij te zien.”
Op het podium vertelt Ellis haar verhaal nog eens. “Ik kom uit
een goed-functionerend gezin, maar mijn ouders groeiden
steeds verder uit elkaar. Door mijn PDD-NOS was ik erg
sfeergevoelig. Ik werd agressief, ging drugs gebruiken om
stoer te doen en uit onmacht over mijn situatie. Ik kwam
steeds minder thuis.”
Het was voor hulpverleners moeilijk om met haar in gesprek
te gaan. “Ik had mezelf afgesloten.” Uiteindelijk is Ellis uit
huis geplaatst. Ze verhuisde naar een instelling voor begeleid
wonen. Ze is zelf afgekickt, is net verhuisd naar een eigen
appartement en heeft nu een baan als leidinggevende.
Wat zij vindt van de drie decentralisaties? “Ik ben er zelf niet
zoveel mee bezig, maar het is belangrijk dat mensen niet aan
hun lot overgelaten worden.”
Ook haar moeder vertelt wat zij belangrijk vindt aan zorg:
“Vraag mensen wat en hoe ze het zelf willen. Laat ze meeden-
ken.”
Voordat Ruben Maes de bewindslieden op het podium roept,
wil hij Ellis een cadeautje meegeven uit de op het podium
gebouwde keuken. “Dat heb ik niet met de organisatie
overlegd”, roept Maes olijk. “Niet de ijskast, die is geleend”,
kreunt één van de organisatoren achter in de zaal zachtjes.
Maar Ellis is zeer bescheiden: ze kiest een flesje wijn. Maes
geeft haar een tweede fles mee voor haar moeder.
Het laatste uur van het programma is de finale. Na een rondje ervaringen van deelnemers aan het congres introduceert presentator Ruben Maes een verrassing: een echte cliënt uit een van de besproken casussen is vandaag aanwezig. Ellis, in de case Alice genoemd, is bij het congres
samen met haar moeder.
32
Dan is het tijd om de bewindslieden op het podium te roe-
pen. “Zo hoort dat”, zegt Maes: “de burgemeester heeft het
congres vanochtend geopend, ministers komen het afslui-
ten.” VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma, minister van BZK
Ronald Plasterk, staatssecretaris van volksgezondheid Martin
van Rijn en directeur-generaal van Participatie en Inkomens-
waarborg Bernard ter Haar verschijnen. De laatste vervangt
staatssecretaris Jetta Klijnsma. Staatssecretaris Fred Teeven
van Veiligheid en Justitie zou er ook zijn “maar die moet naar
de Tweede Kamer voor zijn zoveelste motie van wantrou-
wen”, zette Annemarie Jorritsma de toon.
De bewindslieden beantwoorden vragen die in de loop van de
dag ingezonden zijn door aanwezigen op het congres. Ieder
mocht zelf een te beantwoorden vraag kiezen uit drie vragen.
Martin van Rijn bijt het spits af:
‘Wat gaat het Rijk nog doen om draagvlak te krijgen bij
burgers voor de decentralisaties?’
Een beetje een vreemde vraag, vindt hij. Want het Rijk gaat
daar niets voor doen. “Gemeenten moeten het Rijk durven
loslaten. Het draagvlak hangt af van de relatie tussen burger
en gemeente. De wettelijke regels zijn nu grotendeels af,
maar vertrouwen moet in de praktijk worden gevestigd.
De dienstbare gemeenten moet mensen blijven spreken,
knelpunten verbeteren en maatwerk leveren. De praktijk
zal leren waar we aan toe zijn met het draagvlak.”.
Dan minister Ronald Plasterk:
‘Wat wilt u doen met het advies van de Algemene Rekenka-
mer voor een time-outmoment?’
Hij voelt niks voor zo’n moment “Het is goed om de vinger
aan de pols te houden, maar laten we geen cliffhanger
creëren. We moeten voortdurend in de gaten houden hoe
de decentralisaties plaatsvinden, niet op één moment in het
najaar. En op 1 januari is het natuurlijk niet klaar, dan gaat
het pas beginnen.”
Bernhard ter Haar, die staatssecretaris Klijnsma vervangt,
kiest voor ‘Hoe kunnen gemeenten werkgevers zo ver krij-
gen om de nieuwe doelgroep aan werk te krijgen?’
“Bedrijven hebben beloofd 100.000 banen te creëren voor
de doelgroep”, legt hij uit. “dus dat gaan ze doen. Gemeen-
ten nemen 25.000 banen voor hun rekening.”
In de zaal ontstaat enig rumoer. Annemarie Jorritsma haakt
in: “Veel gemeenten zijn al lang bezig bedrijven te mobili-
seren. De wil is er. Ik zie ie wil vooral bij het MKB, maar de
quota zijn bedoeld voor het grootbedrijf.”
Zelf sluit ze de rij. Ze kiest voor de vraag ‘Krijgen gemeenten
voldoende beleidsvrijheid om samenhang in het sociaal
domein tot stand te brengen?’
“De wetgeving is bijna afgerond, op een enkel terrein na dat
nog ter beoordeling bij de Eerste Kamer ligt. In de wetten
zit voldoende beleidsvrijheid. Maar het is niet de bedoeling
dat alle gemeenten de modelverordening van de VNG over-
schrijven. Maak ‘m specifiek, beschrijf met de verordening
wat lokaal speelt, wat specifiek is voor de gemeente die hem
schrijft.”
Na de finale voor het dagprogramma schuiven de bewinds-
lieden door naar de programma’s voor raadsleden en wet-
houders. De beleidsambtenaren vertrekken na een borrel
weer naar huis.
33
“Het was een leerzame, verhelderende dag. Een concrete afspraak heb ik ook gemaakt: samen met een collega uit de gemeente Bronkhorst willen we zorgondernemer Emile uit-nodigen om bij ons te komen vertellen hoe hij zijn zorgbedrijf heeft opgezet. Wij hebben hogeschool Saxion in de regio, hier zou ook zo’n bedrijf uit de grond moeten kunnen komen.Het viel me wel op dat veel gemeenten zelf het wiel aan het uitvinden zijn. Ze zouden elkaar in de regio meer moeten op-zoeken. En ik hoop dat de VNG de kennis die wordt opgedaan bundelt in een expertisecentrum of zo. Want het is onnodig als iedereen hetzelfde aan het doen is.”
“Ik vond het een hartstikke mooie dag. Ik ben vol energie en geïnspireerd weggegaan bij het congres. Ik was onder de indruk van het verhaal van Philip Idenburg in de inspiratie-sessie, waar hij vertelde over de veranderingen van verzor-gingsstaat naar het systeem van marktwerking die moet eindigen bij een systeem waar overheid en burgers samen waarde creëren. Dat verhaal zag ik als praktijkverhaal terug in de Krachttoerbus. Ik was bij een presentatie over onder meer burgers die een zorgcoöperatie oprichten. En ik heb een afspraak gemaakt met een collega uit Venlo om te praten over de vormgeving van burgerparticipatie.”
Radboud Ammerlaan
fractievoorzitter CDA Lochem
Hicham Hamiddane beleidsmedewerker/projectleider
gemeente Tiel
Mirrin Middelhuis studeert Public
Administration in Leiden en Health,
Economics, Policy & Law in Rotterdam
“Ik ben echt positief verrast en heb heel veel dingen gezien die ik kan gebruiken voor mijn onderzoek. Wat me vooral opviel, zijn de verschillen tussen gemeenten. Bij de casus bleek dat veel beleidsmedewerkers een ander beeld hebben van hoe ze zo’n gesprek zouden willen aangaan. Veel gemeenten zitten nog in het vormgevingsproces en vullen het anders in. Het is goed dat er beleidsvrijheid is, maar er moet gewaakt worden voor kwaliteitsverschillen. Goede controle is belangrijk, zodat niemand buiten de boot valt. Het was goed om te zien bij dit congres dat zoveel mensen ermee bezig zijn en willen leren van elkaars best practices.”
En kwamen je verwachtingen uit?Aan het eind van de dag spraken we de mensen weer die we ‘s ochtends naar hun verwachtingen vroegen. Wat viel op,
wat viel mee, wat viel tegen?
34
“Het ochtendgedeelte vond ik teleurstellend. De sessie in de grote zaal duurde lang en had voor mij geen toegevoeg-de waarde. Een presentatie over hoe de buurt te betrekken leverde geen tips op, maar alleen voorbeelden over hoe het nu gaat. En een presentatie over kindermishandeling had voor mij een interessant onderwerp, maar in de presenta-tie hoorde ik geen nieuws. Het middagdeel maakte mijn teleurstelling over de ochtend goed. Ik was bij de casus van Alice, en ik vond het interessant om te zien hoe collega’s naar de jeugdzorgpraktijk kijken. De sessies aan de ronde tafels waren héél praktisch en concreet, daar heb ik veel van opgestoken. Bijvoorbeeld van een kleine gemeente die zo veel mogelijk zelf oplost zonder door te verwijzen.”
“Vanmorgen wilde ik graag bijgespijkerd worden. Daar is deze dag aardig in geslaagd. Het is me duidelijk geworden dat we niet meer moeten aarzelen en doorgaan met de wets-voorbereidingen. Het is ook belangrijk om ons te focussen op de langere termijn. Hoe willen we dat het eruitziet in 2018? We moeten ons niet blindstaren op het beleid afraf-felen, maar juist in zicht blijven houden waar we het voor doen. Met name de casussen vond ik echt verhelderend. We moeten meerdimensionaal tegen de problematiek aankijken en het netwerk van de cliënt zo breed mogelijk als vangnet inzetten.”
“De gemeenten zijn met hun neus op de feiten gedrukt. Tijdens het panel van bewindslieden bleek dat er nog veel onduidelijk is voor gemeenten, bijvoorbeeld ten aanzien van de AWBZ en de zorg die ze moeten gaan leveren. Het beleid is er wel, maar hoe gaan we het vormgeven? Goede oplossingen kun je niet één op één vertalen. Gemeenten moeten maat-werk leveren. Het is in ieder geval duidelijk geworden dat er geen uitstel komt. Er is een aantal koplopergemeenten, zoals Zaanstad, dat al drie jaar bezig is, maar sommige gemeenten zijn nog aan het aftasten. En er zijn nog maar zes maanden! De urgentie is voor hen vandaag wel duidelijk geworden. Één minpunt: er was zoveel aanbod bij de presentaties, maar het was door tijdsnood onmogelijk om alles te zien.”
“De presentaties kwamen helaas wat minder uit de verf omdat er te weinig tijd was, maar de rondetafelgesprekken vond ik érg interessant. Zo hoorde ik dat enkele gemeenten een afspraak hebben gemaakt om geen politiek te bedrijven over de decentralisaties in de raad. Ik weet niet of dat mogelijk is, maar ik ga het wel aankaarten in mijn gemeente. De decen-tralisaties zijn een politiek gevoelig en complex proces, maar als de wethouders zich lerend opstellen hebben de burgers er meer aan dan wanneer partijen gaan struikelen over eventuele fouten en daar stemmen mee proberen te winnen.”
Véronique Wils doet werkervaring op bij gemeente Den Bosch
Math de Loo raadslid GroenLinks
gemeente Sittard-GeleenJan-Willem Hulstein
directeur Hulstein TransitieSZ
Monique Neyzen communicatieadviseur
gemeente Voorst
35
Tijdens De Decentralisaties Dag volgden raadsleden in de avonduren hun eigen programma. Maar liefst 250 volksvertegenwoordigers
hadden op 28 mei de weg naar Den Bosch gevonden. Heikele onderwerpen: de information overload, regionale samenwerking
én lastige gesprekken bij de slager.
De gemeenteraadsleden waren verdeeld over 26 ronde tafels.
Daar spraken zij met elkaar en ook, eventjes, met topbe-
stuurders van de VNG en bewindslieden. Zo raadde minister
Plasterk de raadsleden aan om zich niet blind te staren op 1
januari 2015. “Dan begint het pas.” Hij bereidde de raadsleden
voor op een overgangsfase die jaren kan duren. “Het Rijk
moeten leren loslaten, maar we moeten niet zeggen: hier
heb je de hele handel, bekijk het maar. We moeten ook, in
goede samenspraak, een vinger aan de pols houden.” Als iets
duidelijk werd, dan is het wel dat raadsleden er niet alleen
voor staan. Namens de VNG verzekerde Annemarie Jorritsma
er alles aan te doen om raadsleden ‘snel op vlieghoogte’ te
brengen. Staatssecretaris Van Rijn pleitte voor een platform
waar raadsleden best practices kunnen delen. Jantine Kriens,
voorzitter van de directieraad van de VNG, beloofde de
beschikbare media en instrumenten nog eens kritisch tegen
het licht te houden.
Détente rond 3D’sEn zoals er saamhorigheid neerdaalde vanuit het ‘gevende’
Rijk naar de ‘ontvangende’ gemeente, zo klonk ook herhaal-
delijk een pleidooi voor harmonie tussen gemeentebestuur
en gemeenteraad. Spreker Frank Rozenberg, als raadslid voor
een lokale partij in Voorburg net benoemd tot wethouder,
riep op tot een politiek détente rond
de 3D’s. “Ga geen robbertjes politiek
uitvechten. Er zullen fouten worden
gemaakt. Die schrijnende situaties ko-
men. Hoe ga je daarmee om? Bent u olie
op het vuur of pakt u het samen met el-
kaar verantwoordelijk op?” Ook andere
sprekers sloten zich bij die boodschap
aan. Daarnaast was een vaak benoemde
kwestie de information overload die op
raadsleden afkomt. Raadslid Marieke
Witzel uit de gemeente West Maas
en Waal gaf haar collega’s nuttige tips
Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s
36
en relativeerde. “Vooral tegen nieuwe
raadsleden wil ik zeggen: gun jezelf de
tijd. Neem het jezelf niet kwalijk dat je
het niet allemaal weet.”
Put dempenEen opvallend geluid liet hoogleraar Ira
Helsloot horen. De expert in veilig-
heidsdenken waarschuwde voor over-
reacties na incidenten. “Na elk incident
hebben we de neiging om te zeggen: dit
nooit weer. ‘Die put gaan we dempen!’
Maar de wereld is een gatenkaas van
putten waar kalveren in verdrinken.
Het dempen van die ene put is zinloos.”
Helsloot kreeg veel bijval van het pu-
bliek. Een raadslid vanuit de zaal: “We
moeten er aan wennen dat het af en toe
‘Enschede’ is.”
‘Rolzuiver’Tenslotte was er veel aandacht voor
het fenomeen rolzuiverheid. Want het
gevaar voor een raadslid schuilt erin
dat hij de komende tijd op verkeerde
stoelen gaat zitten. Een humoristische
simulatie van ‘moeilijke gesprekken
bij de slager’ versterkte dat idee. In
toneelstukjes rond het fictieve raadslid
Jack bootsten ‘verander-acteurs’ van
Het Consulaat na hoe raadsleden wél
en niet kunnen reageren op lastige
vragen van burgers. Jack: “De zaak met
het PGB zit zo, dat het geld nu gere-al-
loceerd wordt voor andere doeleinden.”
Bezorgde moeder: “Gerealloceerd? U
bent er toch voor ons? Ik heb op u ge-
stemd!” Raadsleden in de zaal konden
suggesties doen voor verbetering die
vervolgens live werden uitgespeeld.
Spelenderwijs kwamen de deelnemers
erachter wat werkt en wat minder goed
werkt. Zo bleek de genoemde rolzuiver-
heid belangrijk. Een raadslid moet niet
op de stoel van de wethouder, ambtenaar
of hulpverlener gaan zitten.
36 37
Wethouders: ‘We willen duidelijkheid en dóórgaan’
Zo’n 150 wethouders – van Bellingwolde tot Brunssum – schuiven aan bij het 3D Diner waar ze met elkaar ervaringen uitwisselen
over de decentralisaties. Tussen de gangen door spreken bewinds-lieden om daarna aan tafel verder te discussiëren.
De tiende stoel aan elke ronde tafel is gereser-
veerd: bewindslieden en Kim Putters, directeur
van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) bren-
gen de avond roulerend door om zoveel mogelijk
wethouders te spreken.
Plasterk trapt af. “Dit is het grootste verandertra-
ject in het binnenlands bestuur van de afgelopen
decennia. U bent bestuurder, maar ook onderdeel
van het democratisch proces. Hoe gaat u de raads-
leden erbij betrekken?” Zowel de minister als de
wethouders beseffen dat de raad in korte tijd veel
informatie tot zich moeten nemen en het drukke
maanden worden. Volgens staatssecretaris Van
Rijn is een rustige landing van de decentralisaties
mogelijk, als we allemaal ‘normaal blijven doen’.
AannamesHet SCP bestudeert de sociale staat van Neder-
land. Putters: “Het gaat goed met veel Neder-
landers, maar bij 6 à 7 procent stapelen de
problemen zich op, zoals bij bijstandsmoeders en
niet-Westerse allochtonen.” Putters waarschuwt:
“Onder het beleid liggen veel aannames. Zijn
mantelzorgers inderdaad bereid om zorg te ver-
lenen? En kunnen mensen op verschillende ter-
reinen echt meer zelf doen? Er zijn ook mensen
die niet kunnen participeren.” Ook vraagt Putters
zich af of de gemeente weet wat burgers willen.
“Het lokale bestuur moet meer doen, maar niet
voor de burgers denken. Voor je het weet ga je
voor mensen bepalen wat participatie is, terwijl
je juist oproept tot zelfredzaamheid.” Putters
vraagt de wethouders of ze voldoende kennis in
huis hebben. “Laat ons weten wat u nodig van de
landelijke kennisinstituten.”
Aan tafel praat Putters verder over de keukenta-
felgesprekken. “Elke gemeente moet daar zijn
eigen weg in vinden, want elke politieke partij
zal de rol van de overheid anders zien. Streef je
als gemeente een bevoogdende rol na, of moeten
mensen een appel doen op hun buren?” De wet-
38 39
houders merken dat raadsleden door de
bomen het bos niet meer zien. Wethou-
der Evers uit Onderbanken: “We ne-
men ze zelf niet genoeg bij de hand. Als
er een regionaal overleg gepland staat
over de Participatiewet, dan moet je
vóóraf om tafel gaan met de raden om
de kaders af te spreken. Nu informeren
we de raad pas na afloop.”
Aan tafel veel wethouders uit klei-
ne gemeenten. Allemaal kunnen ze
nauwelijks iets zelf doen, omdat het
ontbreekt aan expertise en mankracht.
Kleine gemeenten moeten de handen
ineen slaan. Putters voorspelt dat het de
komende jaren veel interessanter wordt
om bij een gemeente te werken dan in
Den Haag. “De tv staat bij jullie.”
Medicijn “Desespereer niet, ga vrolijk door.”
Staatssecretaris Klijnsma spreekt. “Er
mag best eens iets misgaan. Aan het
einde van de rit zijn mensen beter af
met het concrete van de gemeente dan
met het abstracte van de rijksoverheid.”
Ze roept de wethouders op om ook aan-
dacht te schenken aan mensen met een
psychische of psychiatrische aandoe-
ning. “Zij komen moeilijk aan de bak,
terwijl werk voor hen vaak écht een
medicijn is. Werk is de beste zorg.”
Aan tafel gaat het gesprek verder. Wet-
houder Balk uit Waalre vindt het een
goede zaak dat er op dit moment zoveel
zaken tegelijkertijd gebeuren, zoals
de ontwikkeling naar passend onder-
wijs. “Als je vanuit je vroegere jeugd in
aanraking komt met mensen met een
beperking, is het later ook vanzelfspre-
kender om iemand met een beperking
aan te nemen.”
Best practicesAnnemarie Jorritsma sluit de avond af.
“Om te voorkomen dat elke gemeente
opnieuw het wiel moet uitvinden,
willen we de best practices toegankelijk
maken. Dé methode is: ga met elkaar
in gesprek. Ook beleidsambtenaren
hebben behoefte om ervaringen uit
te wisselen. Bij raadsleden proef ik de
grootste onzekerheid. Mensen, denk
om die Raad! Betrek zowel de coali-
tie als de oppositie bij het proces. De
verschillen tussen politieke partijen
komen later wel tot uiting.”
Plasterk, tot slot: “We hebben overwo-
gen om een toetsmoment in te bouwen,
maar gemeenten willen weten waar ze
aan toe zijn. Het is beter om nu door te
gaan. Wel wordt er in samenspraak met
de VNG een transitiecommissie aan-
gesteld.” Tot slot roept de minister de
wethouders op om de ruimte te zoeken.
“Heeft u toch veel last van regeltjes,
zoek dan de marge op. Ga er relaxed
mee om.”
38 39
Ronald Plasterk Martin van Rijn Jetta Klijnsma Fred Teeven Annemarie Jorritsma
Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten
helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren.
Wethouders-programma
Raadsleden-programma
Ambtenaren-programma
Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld één voor ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden.
Bedankt voor uw aanwezigheid