interview dick swaab (psyche & brein)

2

Click here to load reader

Upload: manu-sinjan

Post on 30-Jun-2015

436 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

'De vrije wil is een prettige illusie' Een interview met Nederlands bekendste hersenonderzoeker. Altijd goed voor een paar controversiële uitspraken.

TRANSCRIPT

Page 1: Interview Dick Swaab (Psyche & Brein)

© T

essa

Pos

thum

a de

Boe

r

70 71

Officieel heeft hij al afscheid genomen, maar in de praktijk gaat professor Dick Swaab (65) gewoon stug door. Nederlands beroemd-ste hersenonderzoeker is in zijn lange carrière geen gram van de hem kenmerkende strijdlust kwijtgeraakt, zo blijkt.

Door Manu Sinjan

INTERVIEW

‘De vrije wil iS eeN PreTTige illuSie’

U hebt een carrière van 44 jaar als hersen-onderzoeker achter de rug. Wat was voor u het meest bepalende moment?

Zonder twijfel de oprichting van de Hersenbank in 1985. Dat gaf een totaal andere richting aan het hersenonderzoek. Voor die tijd kostte het me jaren om herse-nen te krijgen van alzheimerpatiënten voor onderzoek. Sinds de Hersenbank er is, heb-ben we meer dan drieduizend snelle obduc-ties kunnen uitvoeren onder ideale om-standigheden. Dat leverde materiaal op voor meer dan vijfhonderd studies in meer dan 25 landen. Het is uniek dat we zo snel materiaal krijgen, samen met het gebruik van de klinische gegevens van de patiënten in kwestie.

Heeft u het idee dat we voor een tijdperk van grote doorbraken in het hersenonder-zoek staan?

Dat denk ik wel, ja. Het is fantastisch om te zien met welk tempo het hersenon-derzoek vandaag evolueert. Toen ik in de jaren ’60 begon als hersenonderzoeker, werden we nog bekeken als engerds. Mo-menteel zijn er wereldwijd meer dan hon-derdduizend mensen actief op mijn onder-zoekterrein. Vandaag hebben we nog een persbericht verstuurd over de ziekte van Alzheimer.

We hebben ontdekt dat de prefrontale cortex in een heel vroeg stadium van de ziekte de achteruitgang van de hersenen compenseert. Bij dat mechanisme blijken vijfhonderd genen betrokken te zijn. Dat opent weer nieuwe perspectieven voor een mogelijke behandeling van alzheimer. Nu kunnen we op zoek naar stoffen die de her-senen op een soortgelijke manier activeren als het brein zelf doet in de allervroegste fase van het ziekteproces.

Zijn er ook pijnpunten?Tja, het budget voor onderzoek volgt

nog niet. Een kwart van alle mensen krijgt in z’n leven te maken met psychiatrische problemen, en samen slokken al die pro-blemen 30 procent van het budget voor gezondheidszorg op. Toch gaat er maar 8 procent van het onderzoeksbudget naar hersenonderzoek. Dat vind ik een rare ver-houding. Op welk moment in de tijd dan ook lijden er bijvoorbeeld 500.000 Neder-landers aan een depressie. Dat veroorzaakt veel leed en kost de samenleving handen-vol geld. Het risico op een depressie wordt erg vroeg bepaald: al in de baarmoeder wordt de stress-as van het kind soms in een hogere versnelling gezet voor de rest van zijn leven, en dat kan veroorzaakt worden door een hele reeks factoren.

Het gevolg daarvan is dat antidepres-siva niet bij iedereen het gewenste effect

hebben. Er worden sowieso te veel genees-middelen geslikt. Driekwart van de zwan-gere vrouwen die antidepressiva slikken, hebben eigenlijk geen echte depressie. Hun kinderen hebben een lager geboortege-wicht en een lagere apgar-score (waarmee de algemene toestand van een pasgeboren baby wordt gemeten, red.) De effecten op termijn zijn nog niet duidelijk. Maar het is zeker dat je in zo’n geval zorgvuldig de pro’s en contra’s moet afwegen. Mijn vader was gynaecoloog, en hij gaf ons altijd het-zelfde antwoord als we ziek waren en een pil vroegen: ‘Als je ze slikt, duurt het zeven dagen, als je ze niet slikt, duurt het een week’ (lacht).

Soms geef je beter een placebo, stelt u.Het rare is dat je in Nederland alleen

een placebo mag geven als je vooraf zegt dat het een placebo is. En dan werkt het

natuurlijk niet. (grinnikt) Dat is in België hopelijk niet het geval.

Kan het risico op een depressie ook geme-ten worden?

Dat kan wel, maar de vraag blijft na-tuurlijk of zo’n test wenselijk is. Wij doen bijvoorbeeld ook onderzoek naar de aan-leg voor alzheimer op alle stalen die we bestuderen. Er zijn genoeg jonge onderzoe-kers die zichzelf graag zouden testen, maar dat verbieden we. Je draagt die kennis over een verhoogde kans voor de rest van je le-ven mee, terwijl je er niets kan tegen doen.

De bepalende invloed van de genen en de vroege ontwikkeling in de baarmoeder loopt als een rode draad door uw boek. Wat is dan nog het belang van de opvoeding?

Ik geloof dat je kinderen moet groot-brengen in een stimulerende, veilige omge-

ving, los van de opvoedkundige waan van de dag. Als dat het geval is, denk ik dat je de ontwikkeling van een kind gewoon niet kan stuiten.

Uw carrière is ook gemarkeerd door een aantal grote controverses. Zou u nog steeds hetzelfde doen als toen?

Het vreemde was dat ik nooit het idee had dat ik met controversieel onderzoek bezig was. De eerste keer was toen ik sek-severschillen in de hersenen vond. Toen kreeg ik de feministen van toen op m’n dak, want alle geslachtsverschillen in ge-drag waren volgens hen verklaarbaar door de onderdrukking van de mannenmaat-schappij. Daarna ontdekte ik dat de biolo-gische klok bij homoseksuelen twee keer zo groot was. Ik dacht dat iedereen blij zou zijn dat het dan toch niet de schuld was van al die dominante moeders, maar dat bleek

EEn carrièrE van formaat•Geboren op 17 december 1944•Promoveerde in 1970 in de neuro-endocrinologie•artsexamen in 1972•1978: directeur van het nederlands instituut voor

Hersenonderzoek •1979: hoogleraar neurobiologie aan de Universiteit

van amsterdam•1985: oprichting nederlandse Hersenbank•Gespecialiseerd in onderzoek naar depressie, de

ziekte van alzheimer en seksuele differentiatie van de hersenen

Dick Swaab over Wij zijn ons brein

Page 2: Interview Dick Swaab (Psyche & Brein)

© M

anu

Sinj

an

Dit boek nu gratis bij een jaarabonnement op Psyche&Brein (6 nummers voor slechts € 37,50).

www.eosmagazine.eu/abonnementen.aspx

72 73

In Nederland mag je alleen een placebo geven als je vooraf zegt dat het een placebo

is. En dan werkt het natuurlijk niet� �niet te kloppen. (lacht) Ik kreeg dreigbrie-ven, er werd gedemonstreerd voor mijn huis en ik kreeg bescherming in het AMC – waar ik niet om gevraagd had. Ik vond het eerlijk gezegd maar een stelletje idio-ten. Ik dacht dat het wel zou meevallen als ze net zo goed konden moorden als spellen, want dat was een ramp. Maar nu zou ik toch wel wat voorzichtiger zijn.

Komt dat door de moorden op publieke fi-guren in de afgelopen jaren?

Ja. Toen was dat ondenkbaar, maar nu weet je maar nooit.

toch blijft u de discussie opzoeken met forse uitspraken. ‘Wij zijn ons brein’ is de titel van uw boek, en dat bedoelt u duidelijk heel letterlijk. U moet toch beseft hebben dat niet iedereen het eens is met uw beeld van de mens als willoze machine, gediri-geerd door een voorgeprogrammeerd brein.

(glimlacht fijntjes) Het is misschien een onprettige gedachte, maar volgens mij be-nader ik de realiteit wel aardig als ik schrijf dat wij ons brein zijn, met alle beperkingen die daar al heel vroeg bijhoren.

U laat geen spaander heel van de vrije wil waar we al eeuwen zo sterk aan gehecht zijn.

Voor mij is de vrije wil een prettige il-lusie, maar ook niet meer dan dat. We kun-nen niet kiezen of we homoseksueel of he-tero zijn, en ook onze ‘keuze’ voor een re-ligie wordt al heel vroeg in ons leven bepaald.

maar als ik nu – om een simpel voorbeeld te geven – voor de keuze sta om als kind te gaan voetballen, dan kies ik dat toch hele-maal zelf?

U vergeet dan wel dat uw interesse of aversie voor voetbal dateert van uw eerste levensjaren, dus in die zin wordt uw vrije wil toch ook weer beperkt. Als we de vrije wil definiëren als de mogelijkheid om keu-zes te maken, volkomen los van de omge-ving of interne factoren, dan bestaat die volgens mij niet.

Een uitstekende illustratie van uw redene-ring over de vrije wil zijn de mensen die lij-den aan Body integrity identity Disorder (BiiD). Zeulke mensen zijn ervan overtuigd dat een van hun ledematen niet bij hen hoort.

Je kan inderdaad moeilijk van vrije wil spreken bij mensen die met alle geweld af willen van een gezond orgaan, ook al erva-ren zij het misschien wel als een vrije keu-ze. Maar het is bekend van mensen met die aandoening dat ze als kind al systematisch het bewuste been of de arm van papieren poppetjes af knippen.

vindt u het als arts verantwoord om zulke mensen te helpen, in de zin van een vrijwil-lige amputatie?

Daar wordt in het AMC momenteel een speciale commissie voor opgericht. Het is namelijk zo dat zulke mensen zichzelf dreigen te verminken door een kogel in hun knieschijf te schieten of hun been te laten bevriezen, zodat amputatie onvermij-delijk wordt. Er is trouwens een sterk ver-band tussen die aandoening en transseksu-aliteit.

als er geen vrije wil is, valt er natuurlijk ook een groot stuk verantwoordelijkheid voor onze daden weg. U vindt het bijvoorbeeld niet voor de hand liggen om pedofielen en jonge criminelen te straffen.

Tja, bij apen krijg je meteen een klap als je over de schreef gaat, wij hebben die taak uitbesteed aan het gerecht. Zonder regels en handhaving daarvan kan je niet samenleven, en het idee leeft ook dat straf een ontradend effect heeft.

maar daar gelooft u dus niet in?Ik vind dat het effect van celstraffen en

taakstraffen objectief onderzocht zou moeten worden, net als bij geneesmidde-len. Alleen zo kan je uitmaken hoe je de kans op recidive zo klein mogelijk maakt. Maar zo ver zijn we in Nederland nog niet. Het is jammer dat zulke zaken afhangen van telkens weer nieuwe regeringen, die eigen accenten leggen, maar toch vooral bezig zijn met herverkozen raken.

van het nieuwe kabinet hoeft u alvast niet veel hulp te verwachten, of wel?

(lacht) Ik heb altijd de pech dat ik mijn voorstellen lanceer op het foute moment. Maar tot mijn verrassing staat er in het re-geerakkoord dat het jeugdrecht zou uitge-breid worden tot een leeftijd 23 jaar. Ik ge-loof nooit dat dat idee van Wilders komt…

Waarom vindt u dat een goed idee?Omdat veel jongeren ontsporen tijdens

de pubertijd, onder invloed van geslachts-hormonen. Als je ze dan in de gevangenis stopt tussen beroepscriminelen, dan krij-gen ze vanzelf een opleiding in die richting. Het is gewoon een feit dat de prefrontale cortex, die agressie beteugelt en moreel ge-drag stimuleert, pas rond het drieëntwin-tigste levensjaar volgroeid is.

U durft zich ook hardop af te vragen of het wel eerlijk is om pedofielen te straffen.

Pedofilie heeft een genetische compo-nent, maar wordt ook deels bepaald door een atypische ontwikkeling van de herse-nen. Ik verwijs in het boek naar het geval van een man die een hersenoperatie onder-gaat wegens zware epilepsie, en die daarna plots kinderporno begon te downloaden. Maar zulke gevallen zijn zeldzaam. Meest-al loopt het mis in de vroege ontwikkeling, en daar is geen sprake van een keuze.

volgens u moet er eerder gekeken worden naar het voorbeeld van canada.

Dat klopt. Pedoseksuelen worden daar na hun tijd in de gevangenis opgevangen door vrijwilligers, die bijvoorbeeld bood-schappen met hen doen of naar de film met hen gaan. Uit de praktijk is gebleken dat ze die buddy’s makkelijker bellen als het weer mis dreigt te gaan. De recidive ligt daar veel lager dan bij ons, waar pedofielen ner-gens meer welkom zijn als ze uit de cel ko-men. Gelukkig krijgt het Canadese model binnenkort ook navolging bij ons.

onze aanleg voor crimineel gedrag is ook meetbaar, stelt u.

Met onze toenemende kennis van de genetische en omgevingsfactoren die een

rol spelen wordt dat inderdaad mogelijk. Anderzijds zegt een verhoogde kans op cri-mineel gedrag nog niets over het individu. Je moet zeker voorzichtig zijn met labels op mensen te plakken: het is een smalle grens tussen kennis nuttig gebruiken en misbruiken. Dat is van alle tijden.

over labels gesproken: wat vindt u van de golf van aDHD- en aDD- diagnoses van de jongste jaren?

Zolang de diagnose gesteld wordt door ervaren psychologen, denk ik dat het een goede zaak is. Een kind dat niet kan leren of zelfs maar naar school kan gaan omdat het zich geen moment kan concen-treren, draagt de gevolgen zijn hele leven met zich mee. Het probleem van vandaag is dat de eerste diagnose nogal vaak gesteld wordt door leraren die niet om kunnen met drukke kinderen.

vindt u het niet gevaarlijk om kinderen – inclusief twijfelgevallen – te behandelen met amfetamines?

Middelen zoals ritalin of adderral kun-nen heel goed werken, maar het klopt dat we nog heel weinig weten over de gevolgen op lange termijn. Daar voeren we zelf ook onderzoek naar. Maar voor heel wat men-sen is het de beste optie. Ik ken zelf trou-wens genoeg volwassenen die absoluut baat zouden hebben bij ritalin. (lachje)

Wat vindt u van het toenemend aantal vol-wassenen die ritalin gebruiken als presta-tiedrug?

Tja. Je moet van goeden huize komen om op te roeien tegen drie miljard jaar evo-lutie. Onzin dus.

Welk deel van het onderzoek passioneert u na al die jaren nog steeds?

De vraag hoe we tot ontwikkeling ko-men, met name ons karakter. Bij de con-ceptie ligt er al enorm veel vast, maar ook de tijd in de baarmoeder en de jaren daar-na zijn cruciaal. Het verwerven van taal is bijvoorbeeld van enorm belang voor het brein. De Duitse keizer Frederik II liet in de middeleeuwen tientallen kinderen bij hun moeder weghalen en in totale stilte opvoe-den. Hij dacht zo de ‘taal van God’ te kun-nen achterhalen. Dat liep fataal af, want die kinderen konden helemaal niet spreken en gingen een voor een vroeg dood.

Iets vergelijkbaars bleek tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen veel weeskin-deren door een gebrek aan personeel op-groeiden zonder veel fysiek of ander con-tact. Ze hadden een verhoogde kans om vroeg te overlijden, en als ze het overleef-den, hadden ze psychologische stoornis-sen. Hospitalisme werd dat door Anna Freud genoemd. Een goede interactie met de omgeving is niet alleen een absolute voorwaarde voor een normale hersenont-

wikkeling, het blijkt zelfs van levensbelang te zijn. pb

DE aUtEUrmanu Sinjan is freelancejournalist, vast medewerker van Psyche&Brein en praktijkdocent bij de masteropleiding journalistiek aan de Hogeschool Universiteit Brussel.

mEEr ovEr Dit onDErWErPWij zijn ons brein: van baarmoeder tot alzheimer.

Dick Swaab. Uitgeverij contact, 480 pag.

De vraag hoe we tot ontwikkeling komen, met name ons karakter, is een thema dat Dick Swaab na al die jaren nog steeds bezighoudt. Zo is het verwerven van taal van enorm belang voor het brein.