klimaat en vegetatie

KLIMAAT EN VEGETATIE IN

EUROPA

DEEL 1Klimatogrammen en

de facetkaart

. Bekijk de volgende slideshow aandachtig.

. Als je alle informatie hebt gelezen, klik je door naar de volgende slide.

. Voer de opdrachten uit met behulp van je cursus en je atlas. Opdrachten hebben een paarse kleur.

Klimaat- en vegetatie in Europa

Het klimaat heeft een grote invloed op de natuurlijke plantengroei. Een ander woord

voor “natuurlijke plantengroei” is vegetatie.

Bij elk klimaat hoort dus een vegetatietype.


Je determineerde al negen klimatogrammen binnen Europa.

(Zie bijlage 6)

Controleer met de volgende slides of je de juiste klimaat- en vegetatietypes

vond.


KOUD KLIMAAT MET DOOISEIZOEN

TOENDRA

Klimatogram 1: Tanafjörd (Noorwegen)

KOUDGEMATIGDMET STRENGE WINTER

TAÏGA

Klimatogram 2: Ivalo (Finland)

KOELGEMATIGD MET KOUDE WINTER

GEMENGD WOUD

Klimatogram 3: Helsinki (Finland)

KOELGEMATIGD met zachte winter

LOOFWOUD

Klimatogram 4: Bevekom (België)

GEMATIGD DROOG STEPPE

Klimatogram 5: Odessa (Oekraïne)

WARMGEMATIGD MET NATTE WINTER

HARDBLADIGE VEGETATIE

Klimatogram 6: Sarajevo (Bosnië)


HARDBLADIGE VEGETATIE

Klimatogram 7: Valencia (Spanje)

KOELGEMATIGD MET ZACHTE WINTER

LOOFWOUD

Klimatogram 8: Kopenhagen (Denemarken)


HARDBLADIGE VEGEGATIE

Klimatogram 9: Palermo (Italië)

In je cursus op p. 8 vind je de klimaat- en vegetatiekaart van Europa.

Neem deze er bij.


De lijnen op de facetkaart zijn de grenzen van de klimaat- en vegetatiezones binnen Europa.


Zoek nu ook in je atlas de klimaatkaart van Europa.


Noteer op je facetkaart de namen van de verschillende klimaten in Europa.

Een voorbeeld hiervan zie je op de volgende slide.


De facetkaart van het klimaat (figuur 4)Voorbeeld:

Koelgematigd met zachte

winter

De facetkaart van het klimaat (figuur 4)Vul nu zelf de zes andere klimaten aan.


winter

De facetkaart van het klimaat (figuur 4)De verbetering zie je op de laatste slide.

Besluit- je kunt de verschillende klimaten ook op de Europese kaart terugvinden.- je kunt elk klimatogram determineren.


DEEL 2Klimatogrammen en

groeimaanden

Het klimaat op een bepaalde plaats bepaalt welke plantengroei er kan voorkomen.We onderzoeken de plantengroei per klimatogram.

VOORWAARDE 1

Een plant groeit enkel in natte maanden.

Weet je nog hoe je een natte maand herkent op een klimatogram?


VOORWAARDE 1

Een plant groeit enkel in natte maanden.

Markeer de natte maanden op elk klimatogram van bijlage 6 in de rij waar de neerslagwaarden staan.

Voorbeeld op de volgende slide:


WARMGEMATIGD MET NATTE ZOMER



Natte maanden zijn gemarkeerd

VOORWAARDE 2

Een plant groeit enkel in natte maanden.Planten groeien niet bij temperaturen onder 6°C. Markeer op elk klimatogram de maanden met een temperatuur hoger dan 6°C in de rij waar de temperatuurwaarden staan.






Warme maanden zijn gemarkeerd

In de maanden waarin er voldoende neerslag valt, én waar de temperatuur voldoende hoog is, kunnen planten groeien.

Deze maanden, waar de twee voorwaarden zijn voldaan, noemen we groeimaanden.

Markeer de groeimaanden op elk klimatogram in de maandenlijn.



Markeer de groeimaanden op elk klimatogram in de maandenlijn.






Zowel natte maand als temperatuur boven 6°C!

Zijn de groeimaanden op alle klimatogrammen van bijlage 6 gemarkeerd?

Hoe meer groeimaanden, hoe meer plantengroei.

We bekijken nu welke plantengroei er per klimaattype voorkomt ...


DEEL 3Klimaat en natuurlijke

plantengroei

Op de volgende slides zie je landschappen uit Europa. Je kunt hierop de natuurlijke plantengroei (= vegetatie) herkennen.

. Bekijk de landschappen nauwkeurig.

. Kijk of je de kenmerken van het landschap kunt herkennen.


TOENDRAKomt voor bij koud klimaat met dooiseizoen

TOENDRAKomt voor bij koud klimaat met dooiseizoen.

- GEEN BOOMGROEI- ENKEL STRUIKJES, GRASSEN EN MOSSEN.


- GEEN BOOMGROEI- ENKEL STRUIKJES, GRASSEN EN MOSSEN.- MOERASSEN (doordat het water niet door de bevroren ondergrond kan)

Toendra vind je bij het koud klimaat met dooiseizoen.


TAÏGAKomt voor bij koudgematigd klimaat met strenge winter


- WEL BOOMGROEI- NAALDBOMEN (Dennen, sparren, ...)


- WEL BOOMGROEI- SOMS OOK BERKEN

Taïga vind je op deze plaatsen in Europa.


GEMENGD WOUDKomt voor bij koelgematigd klimaat met koude winter

GEMENGD WOUDKomt voor bij koelgematigd klimaat met koude winter

- WEL BOOMGROEI- LOOFBOMEN EN NAALDBOMEN KOMEN VOOR

Gemengd woud vind je op deze plaatsen in Europa.


LOOFWOUDKomt voor bij koelgematigd klimaat met zachte winter

LOOFWOUDKomt voor bij koelgematigd klimaat met zachte winter

- WEL BOOMGROEI- LOOFBOMEN zoals eiken, beuken, berken, kastanjes ...

Loofwoud vind je op deze plaatsen in Europa.


STEPPEKomt voor bij gematigd droog klimaat

STEPPEKomt voor bij gematigd droog klimaat

- GEEN BOOMGROEI- DICHTE GRASBEGROEIING

Steppe vind je op de gele plaatsen in Europa.


HARDBLADIGE VEGETATIEKomt voor bij warmgematigd klimaat met natte winter


- VERHARDE, GLANZENDE BLADEN- LAGE STRUIKEN EN GRASSEN


- VERHARDE, GLANZENDE BLADEN- LAGE STRUIKEN EN GRASSEN

- CIPRESSEN - CEDERS


- LAGE STRUIKEN EN GRASSEN- KURK-EIKEN

Hardbladige vegetatie vind je op deze plaatsen in Europa.


SUBTROPISCH REGENWOUDKomt voor bij warmgematigd altijd natte klimaten

SUBTROPISCH REGENWOUDKomt voor bij warmgematigd altijd natte klimaten

- ALTIJD GROENE PLANTENGROEI

Subtropisch regenwoud vind je op deze plaatsen in Europa.


IJSWOESTIJNKomt voor bij koude klimaten zonder dooiseizoen


- GEEN PLANTENGROEI MOGELIJK- ENKEL OP NOORDPOOL


- GEEN PLANTENGROEI MOGELIJK- OF HOGE BERGTOPPEN

Ijswoestijnen vinden we enkel in Ijsland en de Noordpool


We situeren nu de vegetatiezones op de facetkaart van het klimaat. (p.8)Hiervoor zoek je in je atlas de vegetatiekaart van Europa.


Situeer deze vegetatietypes op de facetkaart van het klimaat door het vegetatietype op de juiste plaats te noteren.



De facetkaart van het klimaat (figuur 4)Vul nu zelf de zes andere vegetatietypes aan.Verbetering op de laatste slide.


winter

loofbos

Vul zelf de synthesetabel aan (bijlage 7)

- kolom 2: naam van het vegetatietype- kolom 3: kenmerken van het vegetatietype- kolom 4: noteer landen, streken waar dit vegetatietype voorkomt. Gebruik hiervoor je atlas met een passende vegetatiekaart.


DEEL 4Test jezelf!

Test jezelf!

Welke vegetatietypes herken je op de volgende afbeeldingen?


klimaat en vegetatie

Documents