kom moergestel vastgesteld 1 - oisterwijk · artikel 20 wonen - woonwagens 158 artikel 21 leiding -...
TRANSCRIPT
���������� ���� ����������� �������������������������������������������� �!����"#$��%�$���&���'��
������������(%
Oisterwijk
Kom Moergestel
bestemmingsplan identificatiecode: datum: status:
NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003 05-03-2012 voorontwerp 22-10-2012 ontwerp projectnummer: 27-06-2013 vastgesteld 0824.008793.00 opdrachtleider: opdrachtgever: ing. J.C.C.M. van Jole gemeente Oisterwijk
© RBOI - Middelburg bvNiets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, micro* lm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Inhoudsopgave
Toelichting 7 Hoofdstuk 1 Een nieuw bestemmingsplan 9 1.1 Waarom is een nieuw bestemmingsplan nodig? 9
1.2 Welke gebieden zijn er in Moergestel te onderscheiden? 9
1.3 Wat zijn de hoofddoelstellingen van het nieuwe bestemmingsplan? 14
1.4 En de andere bestemmingsplannen van de gemeente Oisterwijk? 15
Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan 17 2.1 Wat zijn de accenten in het nieuwe bestemmingsplan? Wat gaat er veranderen? 17
2.2 Hoe wordt omgegaan met veranderingen in het centrumgebied? 18
2.3 Welke bouwmogelijkheden worden in Moergestel geboden? 19
2.4 Hoe wordt omgegaan met andere activiteiten in woningen en de verspreide functies? 20
2.5 Hoe wordt omgegaan met water, groen, de openbare ruimte en archeologie? 21
Hoofdstuk 3 Bestemmingen 23 3.1 Het bestemmingsplan is digitaal 23
3.2 Hoe kan het bestemmingsplan worden geraadpleegd? 23
3.3 Agrarisch 24
3.4 Bedrijf 25
3.5 Bedrijventerrein 27
3.6 Bos 31
3.7 Centrum - 1 32
3.8 Centrum - 2 35
3.9 Gemengd 37
3.10 Gemengd - Horeca 39
3.11 Gemengd - Voorzieningen 41
3.12 Groen 43
3.13 Recreatie – Dagrecreatie 44
3.14 Recreatie - Verblijfsrecreatie 45
3.15 Sport 46
3.16 Verkeer 47
3.17 Water 48
3.18 Wonen - Bungalows en villa's 49
3.19 Wonen - Woningen 51
3.20 Wonen - Woonwagens 54
4
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen 55 4.1 Leidingen 55
4.2 Waarde - Archeologie 56
4.3 Waarde - Beschermd dorpsgezicht 58
4.4 Waarde - Cultuurhistorie 59
4.5 Waterstaat 59
4.6 Algemene regels 59
4.7 Overgangs- en slotbepalingen 60
Hoofdstuk 5 Handhaving 63
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 65 6.1 Economische uitvoerbaarheid 65
6.2 Wat ging er aan de procedure van het bestemmingsplan vooraf 65
6.3 Hoe verloopt de procedure? 66
Bijlagen: Bijlage 1 Achtergronden van het bestemmingsplan
Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Activiteiten
Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 4 Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 5 Toelichting op bijzondere woonvormen
Bijlage 6 Beschermd dorpsgezicht Kom Moergestel
Bijlage 7 Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijzigingen
Bijlage 8 Kwantitatieve risicoanalyse PRB-leiding
Bijlage 9 Herprogrammering woningbouw gemeente
Bijlage 10 Raadsbesluit en nota zienswijzen en raadsbesluit werkdocument
Regels 71 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen 73 Artikel 1 Begrippen 73
Artikel 2 Wijze van meten 83
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 85 Artikel 3 Agrarisch 85
Artikel 4 Bedrijf 89
Artikel 5 Bedrijventerrein 95
Artikel 6 Bos 101
Artikel 7 Centrum - 1 103
Artikel 8 Centrum - 2 109
Artikel 9 Gemengd 115
Artikel 10 Gemengd - Horeca 121
Artikel 11 Gemengd - Voorzieningen 128
5
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 12 Groen 132
Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie 134
Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie 136
Artikel 15 Sport 142
Artikel 16 Verkeer 144
Artikel 17 Water 145
Artikel 18 Wonen - Bungalow en Villa's 146
Artikel 19 Wonen - Woningen 151
Artikel 20 Wonen - Woonwagens 158
Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding 160
Artikel 22 Leiding - Koolwaterstof 162
Artikel 23 Leiding - Riool 164
Artikel 24 Waarde - Archeologie - 1 166
Artikel 25 Waarde - Archeologie - 3 169
Artikel 26 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht 172
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie 173
Artikel 28 Waterstaat 175
Hoofdstuk 3 Algemene regels 177 Artikel 29 Antidubbeltelbepaling 177
Artikel 30 Algemene bouwregels 178
Artikel 31 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening 180
Artikel 32 Algemene aanduidingsregels 181
Artikel 33 Algemene afwijkingsregels 182
Artikel 34 Algemene wijzigingsregels 183
Artikel 35 Overige regels 184
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 185 Artikel 36 Overgangsrecht 185
Artikel 37 Slotregel 187
Bijlagen bij regels Bijlage 1 Staat van Activiteiten
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Bijlage 4 Staat van Horeca-activiteiten
6
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
toelichting
8
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
9
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 1 Een nieuw bestemmingsplan
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan De gemeente Oisterwijk is gestart met het actualiseren van haar bestemmingsplannen. Eén van die bestemmingsplannen is Kom Moergestel.
1.1 Waarom is een nieuw bestemmingsplan nodig?
� Voor Kom Moergestel geldt een bestemmingsplan uit 1996, in 1994 was het bestemmingsplan Papenacker II al vastgesteld en voor het bedrijventerrein De Sonman vigeert een bestemmingsplan uit 2002. Wettelijk gezien moet het bestemmingsplan om de tien jaar worden geactualiseerd. Met de actualisering kunnen nieuwe initiatieven/aanvragen, zoals sommige functieveranderingen, en regelingen worden ingepast. Tevens kan sneller medewerking worden verleend op basis van een actuele visie en inzichten.
� Het nieuwe bestemmingsplan wordt digitaal gemaakt. Dat betekent dat het bestemmingsplan overal op internet kan worden geraadpleegd, op ieder gewenst moment.
� Het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie kunnen inwoners, instanties en bedrijven met het nieuwe bestemmingsplan beter en sneller van dienst zijn. Blijft dat naast allerlei digitale raadpleegsystemen, het altijd nuttig is initiatieven en plannen in een vroegtijdig stadium met de gemeente te bespreken.
1.2 Welke gebieden zijn er in Moergestel te onderscheiden?
Ruimtelijke structuur en opbouw Moergestel � De kern Moergestel is een complete kern. Alle soorten gebieden komen er voor: centrum,
lintbebouwing, woongebieden, bedrijventerreinen en een sportcomplex. � Het centrumgebied ligt rond het Sint Jansplein. In dit gebied worden veranderingen
voorzien. De herontwikkeling van het Avangterrein is hier een voorbeeld van. Voor de herontwikkeling is een integrale visie vastgesteld.
� Rondom het centrum liggen de woongebieden. Het villa- en bungalowgebied aan de Van Rijckevorsellaan heeft een specifieke woonkwaliteit. Het woonzorgcentrum Stanislaus is markant.
� Het oudere bedrijventerrein Stokeind is aan de noordzijde gelegen. Zuidelijk van de Akkerweg is de oorspronkelijke bedrijvenconcentratie uitgegroeid tot een volwaardig bedrijventerrein De Sonman, waarbij de kwaliteit onderscheidend is.
10
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Het sportcomplex en camping De Bosfazant zorgen voor een recreatieve en groene afronding van de noordkant van Moergestel. In deze omgeving liggen ook agrarische gronden en bospercelen.
� De ruimtelijke opbouw van de kern wordt hoofdzakelijk bepaald door het centraal gelegen
St. Jansplein en de oude ontsluitingswegen die hier samenkomen. Deze oude wegen vormen van oudsher de verbinding van de kern Moergestel met Tilburg (Rootven-Tilburgseweg), Oisterwijk (Oisterwijkseweg), Oirschot (Raadhuisstraat-Oirschotseweg) en Diessen/Hilvarenbeek (Schoolstraat). Het bochtige tracé van deze wegen, de inrichting van de ruimten, de in functie en vorm gevarieerde lintbebouwing en de geleidelijk afnemende dichtheid van de bebouwing zijn de belangrijkste kenmerken. Het St. Jansplein vormt het zwaartepunt van de kernstructuur. Door de centrale ligging, de schaal van de open ruimte en de dominante situering van de kerk bepaalt dit plein in belangrijke mate het ruimtelijke beeld van de kern.
� Aan de oude doorgaande lintwegen liggen enige zijwegen die vroeger uitlopers van de kern vormden maar waar, met uitzondering van de Postelstraat, nauwelijks voor het midden van deze eeuw lintbebouwing heeft plaatsgevonden. Deze oude zijwegen Postelstraat, Kloosterlaan en Krijtestraat zijn voor de naoorlogse uitbreidingen structuurvormende elementen geworden. Voor de hoofdstructuur zijn deze straten van ondergeschikt belang.
� Andere lineaire structuurelementen zijn daarentegen wel bepalend voor de ruimtelijke hoofdstructuur. Het betreft de rivier de Reusel, de Akkerweg en Rijksweg A58. De kruisingen van deze lijnvormige elementen met de oude lintwegen vormen bijzondere knooppunten met een specifieke inrichting.
� De randen van de kern vormen een karakteristiek element. Opvallend is de scherpe overgang van de kern naar het open buitengebied. Met name de brede oeverstroken langs de Reusel in samenhang met grootschalige groenvoorzieningen (sportvelden, camping en
11
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
klooster) vormen een markante noord- en oostgrens. Langs de Scheerman is het open gebied direct waarneembaar.
� Aan de westzijde vormt de Akkerweg een enigszins vergelijkbare rand. De Akkerweg fungeert als kernrand. Buiten deze grens liggen enige duidelijk begrensde en naar binnen gerichte gebieden, gekoppeld aan de uitvalswegen (Groot Bungalowpark, de Hoefkens, De Sonman).
� Verspreid over de kern liggen enige gebouwen die door hun hoogte of massa en de situering binnen de ruimtelijke hoofdstructuur belangrijke oriëntatiepunten vormen (kerktoren, molen).
� Onopvallend maar zeer waardevol binnen de ruimtelijke structuur is het (restant van) het voormalig kerkepad bestaande uit Torenpad, Pastoorspaadje en Simonnepaadje. Voor het Pastoorspaadje is de procedure voor aanwijzing tot monument afgerond.
Binnen de aangegeven ruimtelijke hoofdstructuur zijn diverse deelgebieden te onderscheiden met bepaalde gebiedseigen kenmerken in relatie tot de functie of stedenbouwkundige opzet van het gebied.
12
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
St. Jansplein � Het plein bestaat uit een grote open driehoekige ruimte, waarbij de kerk een deel van het
plein als blikvanger vult. � Er zijn in plannen opgesteld voor verbetering van de kwaliteit van het plein. Oude linten � Het profiel van oude linten past goed in het dorpskarakter door de gedifferentieerde
opbouw en boombeplanting. � De overgangen tussen het centrumgebied en de uitlopers van de linten zijn duidelijk door
de sfeerverschillen, profielversmalling, verdichting van de bebouwing en functieverandering.
� Over het algemeen is de bebouwing langs de linten gevarieerd. Eén gebied is zeer homogeen van bebouwingswijze, namelijk de villa's langs de Raadhuisstraat.
13
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Woongebied Kloosterlaan � De woonbuurt valt uiteen in drie delen, waarbij de Kloosterlaan in beide richtingen de
globale scheidslijn vormt. � Door de grote lengte, stevige laanbeplanting en de situering van bijzondere gebouwen
hieraan bepaalt deze straat het beeld. � Van de drie deelgebieden vertoont het noord-westelijk deel weinig samenhang. � Het westelijk deel kent een blokverkaveling met voornamelijk geschakelde woningen. Het
oostelijk deel heeft een strakke, ruime opzet met veel groen en vrijstaande woningen. Woongebied Oostelvoort � Deze nieuwbouwwijk bevat veel rijen- en geschakelde bebouwing. De opzet bestaat uit een
hoofdcircuit waaraan lussen zijn gekoppeld. Elke lus bevat een cluster met een centraal pleintje.
� Het complex ouderenwoningen aan de Reusel vormt het ruimtelijk zwaartepunt. Voor hergebruik van de locatie worden initiatieven ontwikkeld en gesprekken gevoerd.
Woongebied Achterbos � Deze oudere buurt heeft een groen karakter door de stevige laanbeplanting en de tuinen
van grote percelen. � De Postelstraat heeft een gemengd bebouwingspatroon. De witte villa (voormalige
pastorie) is zeer beeldbepalend. � Aan de Boslaan liggen diverse voorzieningen en woningen op ruime percelen, die een goede
overgang vormen van de kern naar de Reusel. Woongebied Heivelden � Deze wat oudere buurt bestaat uit een rechthoekig verspringend stratenpatroon. Aan de
oostzijde liggen de woningen met de achterzijde naar de straat dan wel de Reusel zodat vanaf de straat vrij zicht is op het open landelijk gebied
� Ook de zuidrand is open gehouden. Hier zijn de woningen wel op de straat georiënteerd. Woongebied Prinsessenbuurt � Deze grote woonbuurt heeft drie deelgebieden met een eigen karakter. De Krijtestraat en
de Prinses Margrietstraat/Pastoor Janssenstraat vormen structuurbepalende wegen in de buurt.
� Het noord-oostelijk deel bevat lange rechte stroken met geschakelde woningen. � Het zuidelijk deel is kleinschaliger door de korte straten en de pleintjes. De bebouwing is
gevarieerd. � Het noord-westelijk deel bestaat voornamelijk uit villa's op grote percelen. Woongebied Groot Bungalowpark � Deze villabuurt bestaat uit zeer grote kavels. Door de dichte beplanting langs de wegen en
op de percelen heeft de buurt een zeer groen karakter. Losstaande bijgebouwen ontbreken. � De buurt oogt als een bos met enige woningen op open percelen. Door het licht slingerende
wegenpatroon heeft de buurt een zeer besloten karakter. Het groene karakter van de voortuinen draagt bij aan het ruimtelijk beeld.
Woongebied De Hoefkens � Deze oksel tussen de Tilburgseweg en de Akkerweg heeft een amorfe structuur. De enige
ontsluiting vertakt zich in doodlopende straten. � De binnenrand bevat lage woningen, de buitenrand bestaat uit geschakelde en vrijstaande
woningen.
14
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Woongebied Papenacker � Het woongebied Papenacker is een inbreiding die de afgelopen tien jaar is gerealiseerd. � Het stratenpatroon komt overeen met aangrenzende delen van Moergestel. � Per straatwand is gekozen voor een bepaalde woningtypologie en architectuur van de
woningen. � Door de stedenbouwkundige opzet is er sprake van samenhang in het bebouwingsbeeld,
waarbinnen een gevarieerd woongebied is ontwikkeld. Bedrijventerrein Stokeind � Dit bedrijventerrein heeft een kleinschalig karakter door de lineaire ordening langs een
slingerende ontsluitingsweg en het vele groen rond de bedrijfswoningen. � Doordat de bedrijfsgebouwen veelal achter de woningen liggen is het groene beeld
overheersend. Het smalle wegprofiel kan voor vrachtverkeer problemen geven. � Aan de oostzijde heeft een groot deel nog een agrarisch gebruik. Het in agrarisch gebruik
zijnde gebied aan de oostzijde is door de omvang en ligging naast camping en kloosterterrein van betekenis voor de relatie met het buitengebied. Dit penetreert als een soort groene long tot midden in het bedrijventerrein.
Bedrijventerrein De Sonman � Het bedrijventerrein De Sonman vindt de oorsprong nabij het knooppunt
Akkerweg-Schoolstraat-A58. In dat gedeelte is sprake van reeds lang bestaande bedrijfsgebouwen, die het perceel in grote mate vullen. Hierdoor is het een dichtbebouwd gebied. De bedrijfswoningen verzachten het beeld enigszins.
� Markant is het nieuwe gedeelte van het bedrijventerrein. Een gebogen verkeersstructuur zorgt voor een afwisselend beeld. Door de nadruk die is gelegd op beeldkwaliteit, heeft dit terrein een onderscheidende en eigentijdse uitstraling.
� Tussen de A58 en het bedrijventerrein is een specifieke groenstructuur aangebracht. Groen- en waterpartijen wisselen elkaar af. De groenstructuur maakt deel uit van de verkaveling. Vanaf de A58 gezien wordt het beeld van bedrijfsgebouwen passend afgewisseld met groene ´longen´. Dat is ook beleefbaar in het gebied zelf. Dit vormt een belangrijke kwaliteit van het bedrijventerrein.
1.3 Wat zijn de hoofddoelstellingen van het nieuwe bestemmingsplan?
� Het hoofddoel van de nieuwe bestemmingsplannen is om te voldoen aan de wettelijke verplichting op 1 juli 2013 de beschikking te hebben over actuele bestemmingsplannen.
� Het nieuwe bestemmingsplan is conserverend van aard. Uitgegaan wordt van het bevestigen van de bestaande situatie, waarbij op perceelsniveau gebruiks- en bouwmogelijkheden worden geboden die ruimte geven aan de wensen van deze tijd. Voorbeelden zijn enigszins verruimde erfbebouwingsmogelijkheden en het toestaan van een grotere diversiteit aan activiteiten vanuit het huis. Op de bedrijventerreinen zijn mogelijkheden voor intensivering van betekenis, zoals die voortvloeien uit de structuurvisie voor de bedrijventerreinen en de daarbij behorende ruimteplanner (gericht op optimalisering voor grondgebruik).
� Uitsluitend de veranderingen waarvoor de procedures zijn gevoerd, worden in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt. Indien rekening zou worden gehouden met uiteenlopende veranderingen en dus een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan, dan zijn aanzienlijk meer geld en tijd nodig voor de actualiseringsoperatie. Dat is geen optie.
� Voor ieder gebiedstype wordt een 'eigen bestemming' opgenomen. Zo krijgen burgers en anderen direct inzicht in de gebruiks- en bouwmogelijkheden in hun gebied.
15
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.4 En de andere bestemmingsplannen van de gemeente Oisterwijk?
� Voor het buitengebied is een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld (2011). Een nieuw bestemmingsplan voor de verblijfsrecreatieterreinen is in procedure.
� Daarnaast doorlopen bestemmingsplannen voor het bedrijvenpark Laarakkers, het bedrijventerrein Kerkhoven, de woongebieden in Oisterwijk en voor het centrum van Oisterwijk momenteel de procedure.
� Binnen enkele jaren beschikt de gemeente Oisterwijk over geheel nieuwe, digitale bestemmingsplannen die voldoen aan de meest recente inzichten en wettelijke vereisten. Nog belangrijker is dat de gemeente bewoners, bedrijven en gebruikers beter en sneller van dienst kan zijn met wensen en plannen.
16
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
17
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
2.1 Wat zijn de accenten in het nieuwe bestemmingsplan? Wat gaat er veranderen?
� In het centrumgebied wordt een algemene centrumbestemming opgenomen, zodat uitwisseling van functies direct tot de mogelijkheden behoort. Op de verdieping is alleen wonen toegestaan.
� Voor de woongebieden wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden voor enige verruiming van de erfbebouwing of oppervlakte van gebouwen in totaliteit op een perceel.
� In een woning zullen meer activiteiten worden toegestaan dan voorheen, wel met behoud van de woonfunctie. Ruimte wordt geboden voor mantelzorg. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
� Voor de verblijfsmogelijkheden van arbeidsmigranten is het beleid gericht op individuele afweging van situaties. Dit geldt ook voor kamerverhuur. Afweging vindt plaats in het kader van de kruimelgevallenregeling als bedoeld in het Bor. De regeling zorgt ervoor dat deze functies in beginsel zijn uitgesloten. Reden hiervoor is dat bij deze woonvormen de druk op het gebied groter is dan bij reguliere woningen.
� Voor de verspreide winkels, kantoren en vergelijkbare functies worden direct vervangende functies toegestaan. De oorspronkelijke mogelijkheden via vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden worden grotendeels direct toegestaan in de vorm van gemengde bestemmingen.
18
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Voor enkele locaties zijn plannen voor nieuwbouw in een vergaand stadium uitgewerkt.
Deze worden in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Plannen waar een uitgebreide planvorming en procedure aan vooraf zijn gegaan blijven buiten dit bestemmingsplan, worden niet opnieuw in procedure gebracht. Voorbeelden hiervan zijn de woningbouwontwikkelingen op het Avangterrein en aan De Scheerman.
� In het bestemmingsplan worden ruimere mogelijkheden geboden voor logies en ontbijt door het toestaan van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden. Een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan.
� Bouwregels worden opgenomen in tabellen. Tabellen bieden direct overzicht, zorgen voor minder regels, meer eenduidigheid en voorkomen interpretatiediscussies over bouwregels.
� De oorspronkelijk opgenomen afwijkingsregels die vaak werden toegepast, zoals voor grotere erfbebouwing, worden omgezet als direct bouwrecht. Andere regels waaraan geen directe behoefte bestaat, zijn vervallen.
2.2 Hoe wordt omgegaan met veranderingen in het centrumgebied?
� De bestaande winkelstructuur rondom het Sint Jansplein wordt behouden. De bestemmingsregeling zal voorzien in de mogelijkheid voor uitwisseling van functies op een perceel, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Gekozen wordt voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen in twee bestemmingen Centrum-1 en Centrum-2. De eerste centrumbestemming is voor het kernwinkelgebied opgenomen. De bestemming Centrum-2 is voor de aanloopstraten gekozen. In het kernwinkelgebied ligt het accent op het toestaan van functies met een baliefunctie: winkels, dienstverlening en horeca, maar geen kantoren. In de aanloopstraat gaat het om winkels, dienstverlening en
19
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
ook kantoren, maar geen horeca (ter voorkoming van overlast ter plaatse en versterking van het karakter van het kernwinkelgebied). Supermarkten zijn hier ook uitgezonderd. Wonen, met name op de verdieping, is belangrijk in het centrumgebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds.
� De eerste stappen voor herstructurering in het centrumgebied worden gezet aan de Schoolstraat. Het recent vastgestelde plan aan de Schoolstraat, Centrum Moergestel, fase 1, heeft de procedure doorlopen en blijft 'onaangetast'. Voor de locatie Ermelindishof is de verleende omgevingsvergunning ingetrokken. Als gevolg daarvan is de regeling afgestemd op de hiervoor geldende regeling, rekening houdend met de nieuwe bestemmingsmethodiek in het centrum van Moergestel.
� Uiteindelijk is transformatie van het voormalige Avangterrein een perspectiefvol eindbeeld. Het doorzetten van herontwikkeling op andere percelen is afhankelijk van initiatiefnemers. Aangezien concrete planuitwerking vooralsnog ontbreekt, wordt voorlopig uitgegaan van bevestiging van de bestaande situatie. Hierop wordt uitvoeriger ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 3.7).
� Nieuwe initiatieven in dit gebied binnen de reeds ontwikkelde kaders worden gefaciliteerd door hiervoor afzonderlijke procedures te voeren. Dat gebeurt in de vorm van partiële herzieningen of postzegel bestemmingsplannen op het moment dat concreet uitgewerkte plannen beschikbaar zijn, belangen zijn afgewogen, effecten zijn bekeken en geconstateerd is dat het initiatief een juiste invulling geeft aan de visie voor dit gebied. Deze plannen zullen buiten het nieuwe bestemmingsplan Kom Moergestel worden gehouden, zodat voor een initiatief één keer de afzonderlijke procedures wordt gevoerd.
2.3 Welke bouwmogelijkheden worden in Moergestel geboden?
� Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf de straat, de woningen mogen worden gesitueerd. Op de huidige plankaarten van de bestemmingsplannen is dat al gedaan met een stippellijn. Het is de bedoeling die lijnen zo veel mogelijk over te nemen.
� De hoogte van de woningen wordt ook grotendeels overgenomen van de vigerende bestemmingsplannen. Over het algemeen is een uniforme goothoogten van 6 meter en een bouwhoogte van 10 meter het streven. Daar waar een afwijkende (lagere) hoogtemaat wordt opgenomen, wordt dit specifiek vermeld en gemotiveerd.
� Voor de reguliere woongebieden wordt een dieptemaat voor de woning opgenomen, veelal 12,5 meter. Daarachter kan erfbebouwing worden gerealiseerd of vergroot. Voor percelen kleiner dan 1.600 m2 is het de bedoeling dat de oppervlaktematen voor erfbebouwing worden verruimd (van 40/50 m2 naar 50 m2 tot 60 m2). Voor percelen tussen 1.600 m2 en 4.000 m2 worden de huidige oppervlaktematen voor erfbebouwing van 75 m2 en 100 m2 gehandhaafd. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren voor kleinste categorie percelen. Nieuwe woningen zijn alleen toegestaan na afweging en toetsing, dus via een wijzigingsbevoegdheid. In dat opzicht worden het huidige beleid en regelgeving gecontinueerd, dit heeft tot op heden goed gewerkt. Het is niet uitgesloten dat buiten het bestemmingsplan om alsnog afzonderlijke procedures worden gevoerd voor specifieke veranderingen die ingrijpender zijn (meerdere woningen, appartementenbouw) en dus een bredere afweging vragen.
� In het bungalow- en villagebied wordt het vrijstaande karakter van de woningen op ruime woonpercelen behouden door afstanden aan te houden tot perceelsgrenzen (globaal 5 meter). De nieuwe regeling zal overeenkomen met de bestaande bouwmogelijkheden. Op basis van een analyse van verschillende percelen is ervoor gekozen dat het oorspronkelijke bebouwingspercentage van 20% voor alle gebouwen op het perceel wordt omgezet in een oppervlaktemaat van 350 m2. Er worden geen mogelijkheden geboden
20
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
voor nieuwe woningen. Indien hiertoe initiatieven worden ondernomen, worden die plannen afzonderlijk beoordeeld.
� Het woonzorgcentrum Stanislaus krijgt een globale regeling, waarin diverse maatschappelijke functies behorend bij een dergelijk centrum, worden toegestaan. Rekening wordt gehouden met de overgang naar het buitengebied. Dit geldt ook voor het bestaande Antoniushuis. In verband met onzekerheid over de toekomstige situatie van De Reuselhof wordt vooralsnog vastgehouden aan de oorspronkelijke bestemming.
� Aan het sportcomplex wordt een sportbestemming toegekend. Overeenkomstig de bestaande regeling, wordt een groot bouwvlak opgenomen met in de regels de maatvoering voor gebouwen, afgestemd op de behoefte.
� Van camping De Bosfazant wordt de bestaande situatie bevestigd. � Op de bedrijventerreinen Stokeind en De Sonman worden de hoogtematen verruimd
evenals het bebouwingspercentage. Tevens wordt de mogelijkheid van woonwerkwoningen (onder voorwaarden) toegevoegd.
� De bebouwing aan de Raadhuisstraat en Postelstraat wordt opgenomen als beschermd dorpsgezicht, zodat de karakteristieke bebouwing wordt behouden. De omschrijving hiervan is opgenomen in Bijlage 6.
2.4 Hoe wordt omgegaan met andere activiteiten in woningen en de verspreide functies?
� In de woningen zelf worden ook steeds vaker activiteiten ontplooid met behoud van de woonfunctie. Met de nieuwe regeling wordt invulling gegeven aan deze wensen. Dit krijgt de vorm van een duidelijk overzicht van welke activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn.
� In de woongebieden zijn verschillende winkels, dienstverleningsfuncties, kantoren en bedrijven gevestigd. Deze andere functies dan wonen kunnen zonder meer worden gecontinueerd. De bedoeling is om andere functies toe te staan als er bijvoorbeeld een winkel wordt beëindigd. Dan kunnen daar zonder procedure dienstverlening of kantoorachtige functies voor in de plaats komen. Mogelijkheden voor kinderdagopvang of ateliers zijn ook denkbaar.
� Op verschillende locaties staan scholen en andere maatschappelijke voorzieningen. Die worden zo veel mogelijk behouden. De mogelijkheden voor toevoeging van functies in de sfeer van een brede school, worden verruimd. Datzelfde geldt ook voor de hoogtematen, zodat er nieuwe, eigentijdse gebouwen kunnen worden gerealiseerd.
� Bedrijvigheid komt op diverse verspreide locaties voor. De bouwmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan worden gerelateerd aan het perceel door 60% bebouwing toe te staan. Andere bedrijfsvestigingen ter plaatse zijn toelaatbaar, waarbij afstemming plaatsvindt op de woonomgeving. Daarvoor zal een geheel vernieuwde Staat van Bedrijven, ontleend aan de laatste VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering, worden opgenomen.
� Ter plaatse van de bedrijventerreinen Stokeind en De Sonman gaat de nieuwe regeling meer ruimte bieden. Hiervoor worden het bebouwingspercentage en de bouwhoogte verruimd. Afstemming de structuurvisie voor bedrijventerrein (17 november 2011) wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld ten aanzien van bedrijfswoningen, woonwerkwoningen op Stokeind en regelingen inzake detailhandel en kantoorfuncties.
21
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
2.5 Hoe wordt omgegaan met water, groen, de openbare ruimte en archeologie?
� De gemeente Oisterwijk en zeker ook de Kom Moergestel en omgeving is 'de parel in het groen'. Dat betekent dat het groen in elke verschijningsvorm, wordt gekoesterd en behouden. Belangrijke groenstroken zoals aangegeven in het Kadernota Groen worden bestemd als Groen. Omzetting naar parkeerruimte wordt daarmee voorkomen.
� De openbare ruimte blijft op zich zoals die is. Waar sprake is van verkeersruimte en pleintjes, legt het bestemmingsplan de inrichting niet vast, maar biedt juist mogelijkheden voor verbetering of aanpassing aan de wensen van de buurt. Dit kan zonder het toepassen van extra procedures. Dit was in de huidige bestemmingsplannen al mogelijk en heeft goed gewerkt.
� Voor zover nieuwe ontwikkelingen leiden tot een grotere oppervlakte aan verharding, dan kunnen eisen worden gesteld die zijn gericht op voldoende waterberging. Hiervoor is het gemeentelijk Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) het toetsingskader.
� Monumenten worden in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen en voorzien van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.
� Voor archeologie is nieuw beleid vastgesteld; dat wordt meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
22
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
23
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 3 Bestemmingen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
3.1 Het bestemmingsplan is digitaal
Het bestemmingsplan is digitaal beschikbaar � De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit
brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen.
� Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008) bindende afspraken waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. De SVBP2008 kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de regels en het renvooi.
� Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de wettelijke vereisten en is dus raadpleegbaar en uitwisselbaar.
� Het bestemmingsplan is gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl.
3.2 Hoe kan het bestemmingsplan worden geraadpleegd?
Uitgangspunt: bestemmingsregeling raadplegen vanaf het beeldscherm � Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan op het beeldscherm verschijnt via de verbeelding
(kaart). De kleuren geven aan welke bestemmingen zijn gelegd. Bouwvlakken markeren de ruimte voor situering van gebouwen.
� Door met een muis op een perceel te klikken, komt een overzicht in beeld van de relevante gebruiksregels en bouwregels. Daartoe behoren ook de andere bepalingen, zoals voor afwijkingen, wijzing en omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde.
� In de digitale omgeving is een systeem nagestreefd waarbij vanaf het beeldscherm een doorverwijzing naar de regels en ook naar specifieke passage van de toelichting en bijlagen mogelijk is.
De toelichting � Voor een uitleg van de mogelijkheden die de bestemming op perceelsniveau biedt, kan
worden doorgeklikt naar de betreffende paragraaf van de toelichting (hoofdstuk 3). In iedere paragraaf worden antwoorden op de volgende vragen gegeven.
24
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1. Waarvoor is de betreffende bestemming opgenomen? 2. Welke functies zijn toegestaan? 3. Hoeveel mag er worden gebouwd? 4. Welke veranderingen worden verwacht? 5. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? 6. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling?
� Naast de bestemmingen op perceelsniveau, gelden er dubbelbestemmingen die van toepassing zijn op gebieden, zoals archeologie en leidingen. Een toelichting hierop is in hoofdstuk 3 opgenomen.
� Inzicht in de integrale opzet van het bestemmingsplan wordt geboden in hoofdstuk 1 en 2 van de toelichting. Deze hoofdstukken bevatten de oorspronkelijke, geactualiseerde nota van uitgangspunten.
� In de hoofdstukken 5 en 6 wordt aandacht besteed aan handhaving en uitvoerbaarheid. � De bijlagen geven nadere informatie over de volgende onderwerpen.
1. Bijlage 1 Achtergronden van het bestemmingsplan 2. Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Activiteiten 3. Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten 4. Bijlage 5 Toelichting op bijzondere woonvormen
3.3 Agrarisch
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 3 Agrarisch kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Agrarisch opgenomen? � De landbouwgronden zijn bestemd voor Agrarisch. � Deze percelen liggen aan de zuidzijde en tussen het Stanislaus-complex en het
bedrijventerrein Stokeind/camping De Bosfazant alsmede een 'spie' ten zuiden van de Van Rijckevorssellaan.
� De bestemming is vereenvoudigd ten opzichte van de agrarische bestemmingen in het bestemmingsplan Buitengebied.
Welke functies zijn toegestaan? � Op deze percelen is grondgebonden landbouw toegestaan, zoals akkerbouw of veeteelt. � De agrarische bedrijven kunnen ook andere teeltvormen kiezen, voor zover dit is gericht op
grondgebonden landbouw. � De locatie is niet geschikt voor volwaardige niet-grondgebonden activiteiten als gevolg van
de korte afstand tot woonbebouwing. Hoeveel mag er worden gebouwd en hoeveel? � Voor het agrarisch bedrijf aan de Schoolstraat is een bouwvlak van 1 ha opgenomen.
Binnen dit bouwvlak zijn bedrijfsgebouwen toegestaan. � De bouwregels zijn grotendeels afgestemd, in vereenvoudigde vorm, op het
bestemmingsplan Buitengebied.
25
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Op een agrarisch perceel buiten het bouwvlak, is een gebouw met een oppervlakte tot 20 m2 toegestaan, bijvoorbeeld als veldschuur.
Welke veranderingen worden verwacht? � Voor het agrarisch bedrijf aan de Schoolstraat en deze gronden worden geen bijzondere
veranderingen verwacht, waar een specifieke regeling voor nodig is. � Omzetting naar een woonfunctie is op het agrarisch bedrijf denkbaar en ook aanvaardbaar.
Er kan geen woonbestemming worden opgenomen voor het agrarisch perceel aan de Akkerweg, ten zuiden van de Van Rijckevorssellaan.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � In het vigerende bestemmingsplan was een relatief eenvoudige regeling opgenomen,
waarbinnen een gebruikelijke agrarische bedrijfsvoering mogelijk was. � In de nieuwe regels is dit gecontinueerd. Blijft dat het agrarisch bedrijf ontwikkelingsruimte
behoudt. � De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg) zijn
verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.4 Bedrijf
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 4 Bedrijf kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Bedrijf opgenomen? � Verspreid in de kern zijn bedrijven gevestigd, buiten de twee bedrijventerreinen Stokeind
en De Sonman. � Aan deze percelen is de bestemming Bedrijf toegekend. Welke functies zijn toegestaan? � De aanwezige bedrijven kunnen op deze percelen in ieder geval hun bedrijfsactiviteiten
voortzetten. � Mocht een bedrijf worden beëindigd, dan is eenzelfde bedrijfstype toegestaan. Ook is het
mogelijk dat zich andere bedrijven vestigen. Die bedrijven moeten passen in de omgeving. Welke bedrijven dit zijn, is aangegeven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. Deze Staat is afgeleid van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
26
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� De Staat 'functiemenging' is met name bedoeld voor gebieden waar verschillende functies op diverse percelen voorkomen, zoals in het centrum van het dorp, het gebied er direct omheen of in lintbebouwing. Enige hinder is aanvaardbaar aangezien er geen sprake is van een 'rustige woonwijk'. Daarop zijn de zonering en de aard van de bedrijven afgestemd.
� Per bedrijfsperceel is één woning toegestaan, behalve ter plaatse van nutsvoorzieningen. Woningen passen immers in de stedenbouwkundige structuur van de omgeving. De twee bestaande woningen (geen bedrijfswoning zijnde) op Prinses Irenestraat 7 en 7a zijn afzonderlijk bevestigd.
� Met behulp van deze Staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds in de kern aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 3).
� De LPG-contour is op de verbeelding opgenomen voor het benzineservicestation op de hoek Akkerweg-Schoolstraat. Hierbinnen worden geen gevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt.
� De nutsgebouwen zijn specifiek als zodanig op de verbeelding aangegeven en als nutsvoorziening bestemd.
� Voor specifieke detailhandelsvormen en de omvang van een kantoor zijn specifieke bepalingen opgenomen, ontleend aan de Structuurvisie Bedrijventerreinen en het vigerende bestemmingsplan Kom Moergestel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat met deze regeling aan alle bedrijven nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden.
� Het bouwvlak op de verbeelding begrenst de ruimte waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met voorerf/tuin) passen.
� De goothoogten en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte voor het bedrijf. Een grotere hoogte is ongewenst omdat anders een te grote afwijking ontstaat met de omgeving.
� Bij de inhoudsmaat van bedrijfswoningen worden het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen meegerekend. Bijgebouwen (vrijstaand) horen hier niet bij. Er is geen afzonderlijke oppervlakteregeling voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen opgenomen, omdat deze voor zowel de bedrijfswoning als voor het bedrijf kunnen worden gebruikt. In ieder geval dient de oppervlakte te passen binnen het bebouwingspercentage.
Welke veranderingen worden verwacht? � Op zich wordt uitgegaan van het behoud van de bedrijvigheid en mogelijk van enige
uitbreiding en vernieuwing van bedrijfsgebouwen. � In de afgelopen jaren zijn vanuit de kern enkele bedrijven verplaatst naar De Sonman. Dat
is ook denkbaar bij de nog gevestigde bedrijven. � Wanneer een bedrijf op de huidige locatie wordt beëindigd kan de bedrijfsbestemming
worden omgezet naar de bestemming Wonen - Woningen. Daarmee voegt het perceel zich goed in de omgeving. Toevoeging van enkele nieuwe woningen wordt niet direct verwacht, aangezien het om relatie smalle en diepe percelen gaat. Als er meer woningen worden gebouwd, zou dit tot gevolg het bouwen van woningen tot gevolg hebben, achterop het perceel en daarmee achter een andere woning (in de tweede lijn). Dit past niet in de omgeving.
27
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � In het vigerende bestemmingsplan was een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen die
uitging van een milieuzonering gebaseerd op het aanhouden van voldoende afstand. Echter, de bedrijfspercelen liggen buiten het bedrijventerrein. Daar komt bij dat jurisprudentie steeds meer is gericht op het 'halen' van het afstandsvereiste. De oorspronkelijke Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen is voor percelen in de kern niet goed bruikbaar.
� Gekozen is voor het toepassen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met 'functiemenging'. Hierin zijn bedrijven opgenomen die in dit soort omgevingstype tussen woonbebouwing passend zijn. De mogelijkheden die het vorige bestemmingsplan bood, zijn op die manier in feite overgenomen. Tegelijkertijd wordt op adequate wijze rekening gehouden met de omgeving en jurisprudentie.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
� Bij internethandel worden de volgende vormen onderscheiden: 1. internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt; 2. internetwinkel met opslag- en verzendfunctie; 3. internetwinkel met (beperkte) afhaal- en afrekenmogelijkheid; 4. internetbedrijf met afhaalmogelijkheid en mogelijkheid de goederen ter plaatse te
bekijken; 5. reguliere winkel met webwinkel (cross channel).
� Het uitgangspunt is dat detailhandel bij de centrum- en gemengde bestemmingen moet worden versterkt. Daarom zijn de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 3, 4 en 5 alleen toegestaan op locaties waar detailhandel ook is toegestaan. Dit omdat bij de vorm die genoemd staat onder 3 het risico ontstaat dat dit een winkelkarakter krijgt omdat de klanten naar het bedrijf komen om het product af te halen. Categorie 4 is de meest intensieve vorm van detailhandel via internet, waarbij de nadruk meer op de reguliere winkel komt te liggen. Categorie 5 vormt onderdeel van reguliere detailhandel.
� Buiten de locaties waar detailhandel is toegestaan zijn op de gronden met de bestemming bedrijf de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 1 en 2 toelaatbaar. Deze twee categorieën worden in de regels omschreven als internethandel.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.5 Bedrijventerrein
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 5 Bedrijventerrein kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
28
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Bedrijventerrein opgenomen? � In het noordelijk deel van Moergestel is het bedrijventerrein Stokeind gelegen, in het
zuidelijk deel De Sonman. � Voor de twee bedrijventerreinen is de bestemming Bedrijventerrein opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? � De bestaande bedrijvigheid kan worden voortgezet. � Mocht een bedrijf worden beëindigd, dan zijn andere bedrijven toegestaan. Die bedrijven
moeten passen in de omgeving, waarbij vooral gekeken is naar de ligging van de percelen ten opzichte van woonpercelen/woongebied. Welke bedrijven dit zijn, is aangegeven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. Deze Staat is afgeleid van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
� In de Staat zijn de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de categorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie kan worden vertaald naar een minimaal aan te houden richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies in de omgeving. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om indicatieve afstanden. In een concrete situatie wordt de werkelijk aan te houden afstand bepaald.
� Voor de milieuzonering van Stokeind wordt het volgende overwogen. Het bedrijventerrein Stokeind aan de noordzijde van de kern, grenst aan de lintbebouwing van de Oisterwijkseweg. In deze lintbebouwing komt enige menging van functies voor. 1. Daarom kan met 1 afstandsstap worden afgeweken. Dat wil zeggen dat voor bedrijven
uit categorie 2 en 3.1 in plaats van de afstanden van 30 en 50 meter ten opzichte van een rustige woonwijk, de afstand 10 meter en 30 meter mag bedragen.
2. De woningen aan de Oisterwijkseweg staan op ruim 20 meter en in sommige situaties op 40 meter van de bedrijfspercelen. Daarmee wordt voldaan aan het afstandsvereiste vanuit de VNG-brochure van circa 30 meter voor categorie 3.1-bedrijven. Uitzondering hierop vormen de woningen langs de zuidpunt van het bedrijventerrein (categorie 2 algemeen toelaatbaar).
3. De meeste bedrijfspercelen hebben een ontsluiting via het bedrijventerrein. Door de zelfstandige ontsluiting, ook bij het bedrijf Van Bommel tussen woonpercelen, zijn de verkeerseffecten aanvaardbaar. Tussen de bedrijfspercelen en de woningen is beplanting aanwezig. Dit is belangrijk voor de aanvaardbaarheid van de ligging van de percelen nabij woningen.
4. De oorspronkelijke milieuvergunningen zijn afgestemd op de ligging nabij de woningen aan de westzijde en zuidzijde van het bedrijventerrein.
5. Op grotere afstand van de woningen zijn op het overige deel van het bedrijventerrein bedrijven uit milieucategorie 3.2 toelaatbaar (50 meter).
� Voor de milieuzonering van De Sonman zijn de volgende overwegingen relevant. 1. Aan de zuidzijde van de Akkerweg ligt het bedrijventerrein De Sonman. De afstand tot
de woongebieden bedraagt meer dan 30 meter. Deze afstand is toereikend om ter plaatse van De Sonman categorie 3.1-bedrijven toelaatbaar te stellen.
2. In het zuidelijk deel van De Sonman is sprake van een afstand van 50 meter. Hierdoor is het aanvaardbaar om ook categorie 3.2-bedrijven toelaatbaar te stellen. Immers, voldaan wordt aan het afstandscriterium zoals in de brochure genoemd.
� Met behulp van deze Staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 3). De bedrijven uiteen hogere milieucategorie, dan algemeen toelaatbaar, worden specifiek geregeld.
� Belangrijk is dat ten opzichte van de huidige situatie geen verruiming wordt toegestaan.
29
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Er kunnen op het bedrijventerrein Stokeind ten opzichte van de huidige situatie geen zwaardere bedrijven worden gevestigd. In het vigerende bestemmingsplan worden bedrijven toegestaan tot en met categorie 3.1. In het nieuwe bestemmingsplan worden ook bedrijven toegestaan tot en met categorie 3.1. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waardoor een zwaarder bedrijf zich alleen kan vestigen, voor zover dit bedrijf qua effecten op de omgeving, hetzelfde is als een categorie 3.1-bedrijf. Die afwijking is nodig ingevolge jurisprudentie. Dezelfde afwijking is ook opgenomen in het huidige, geldende bestemmingsplan. Toepassing kan niet nadelig zijn, omdat de voorwaarde is opgenomen dat de effecten niet mogen toenemen (hetzelfde als categorie 3.1-bedrijven blijven).
� Ondergeschikte detailhandel is na een afwijkingsprocedure toegestaan. Voor ondergeschikte detailhandel op de bedrijventerreinen is een ontwerpbeleidsregel geformuleerd (19 januari 2011). Op basis van analyses is in de beleidsregel aangegeven wanneer sprake is van detailhandel ondergeschikt van de totale bedrijfsuitoefening. Dit is vertaald in de bestemmingsregeling.
� In de afwijkingsprocedure voor detailhandel behorende bij een groothandel, is toegevoegd dat uitsluitend ondergeschikte detailhandel is toegestaan in de volumineuze goederen.
� De zendmast en het nutsgebouw zijn in verband met de locatie en het karakter specifiek aangeduid. Ditzelfde geldt voor de waterberging op het bedrijfsperceel van Van Bommel.
� De parkeerruimte op een perceel aan de zuidzijde van De Sonman (nabij de Schoolstraat) blijft als zodanig in gebruik. Met de specifieke aanduiding wordt gewaarborgd dat hier geen opslag of andersoortige bedrijfsactiviteiten ontstaan. Dit is bezwaarlijk gezien het zicht vanaf de rijksweg A58 en de Schoolstraat (De Sonman).
� Er zijn geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. Hiermee wordt bereikt dat de bedrijfspercelen optimaal worden benut voor bedrijfsgebouwen. Naburige bedrijven hebben ook niet te maken met beperkingen in de bedrijfsvoering en milieuregelgeving in verband met nieuwe woningen. Het uitsluiten van bedrijfswoningen vloeit voort uit het provinciaal beleid, het reeds lange tijd scherpe toetsingsbeleid van de gemeente (beleidsnota 2 december 2003) en de nieuwe structuurvisie voor bedrijventerreinen in Oisterwijk (17 november 2011).
� De bestaande bedrijfswoningen worden als zodanig aangeduid, zodat deze woningen kunnen blijven staan. Indien een bedrijfswoning toelaatbaar is gesteld, wordt ook een woonwerkwoning toegestaan.
� In geldende bestemmingsplannen zijn bedrijfswoningen toegestaan. In de begripsbepaling van 'bedrijfswoning' staat vermeld dat die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is. Zoals uit jurisprudentie veelal blijkt is dat het zelden voorkomt dat aan het noodzaakcriterium wordt voldaan. Dat is een aanmerkelijk stringenter criterium dan dat een bedrijfswoning bedoeld is voor 'huisvesting van iemand woont die bij het bedrijf werkt of hoort'. In de structuurvisie die voor de bedrijventerreinen is opgesteld is aangegeven dat enkele delen van het bedrijventerrein Stokeind in aanmerking komen voor woonwerkwoningen. Voor een woonwerkwoning is geen noodzakelijkheid vereist. Wel moet er een relatie zijn tussen het bedrijf en de woning. Degene die de woning bewoont moet daadwerkelijk en duurzaam bij de dagelijkse bedrijfsvoering van het bedrijf betrokken zijn. Daarnaast is in de Structuurvisie een aantal voorwaarden aangegeven waaraan deze woningen moeten voldoen. Dit zijn onder meer het inpandig bouwen, verhouding van oppervlakte van gebouwen/percelen en het voorkomen van nadelige consequenties voor zwaardere bedrijvigheid. In de bestemming voor het bedrijventerrein Stokeind is voor de in de structuurvisie aangeduide gebieden een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze woonwerkcombinaties mogelijk te maken. Er wordt dan getoetst of voldaan wordt aan de voorwaarden. Is dit het geval, dan kan de wijzigingsprocedure worden gevoerd.
30
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Voor specifieke detailhandelsvormen en de omvang van een kantoor zijn specifieke bepalingen opgenomen, ontleend aan de Structuurvisie Bedrijventerreinen en het vigerende bestemmingsplan Kom Moergestel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 80% bedragen. Dit biedt ruim voldoende
uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf. Tegelijkertijd blijft nog een beperkt deel onbebouwd voor parkeren en groenvoorzieningen. Uit analyse blijkt dat alle bedrijven nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen.
� De bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 10 meter. Deze hoogtemaat zorgt voor extra mogelijkheden van intensief ruimtegebruik. Voor het bedrijventerrein Stokeind wordt langs de bestaande lintbebouwing aan de Oisterwijkseweg en andere woningen aan de zuidzijde, een zone aangehouden met een goothoogten en bouwhoogte van 6 meter en 10 meter. De zone is circa 20 meter breed. Op deze wijze is een goede balans gevonden tussen de belangen van een goed woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsbelangen. Het behoud van de groenstrook met opgaande beplanting is ook van belang.
Welke veranderingen worden verwacht? � Op zich wordt uitgegaan van het behoud van de bedrijvigheid en mogelijk enige uitbreiding
en vernieuwing van bedrijfsgebouwen. Intensivering van het gebruik van het bedrijfsperceel is wel te verwachten. Dit resulteert dan in uitbreiding van bedrijfsgebouwen.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � In het vigerende bestemmingsplan was een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen die
was gebaseerd op een VNG-brochure van destijds. Er is nu een nieuwe Staat opgenomen, die is ontleend aan de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering uit 2009.
� Met de nieuwe Staat is een actueler toetsingskader beschikbaar. Enkele bedrijven zijn ten opzichte van de oorspronkelijke Staat lager ingeschaald door veranderingen in de techniek (minder hinder).
� Het bebouwingspercentage van 70% (De Sonman) en 75% (Stokeind) is verhoogd naar 80% voor beide terreinen). Tevens zijn de hoogtematen opgeschaald naar 10 meter (was 6 tot 10 meter) om intensiever ruimtegebruik mogelijk te maken. Voor De Sonman betekent dit ook dat de regeling voor hoogteaccenten is veranderd in een algemeen grotere bouwhoogte voor het gehele bedrijfsgebouw.
� Bij internethandel worden de volgende vormen onderscheiden: 1. internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt; 2. internetwinkel met opslag- en verzendfunctie; 3. internetwinkel met (beperkte) afhaal- en afrekenmogelijkheid; 4. internetbedrijf met afhaalmogelijkheid en mogelijkheid de goederen ter plaatse te
bekijken; 5. reguliere winkel met webwinkel (cross channel).
� Het uitgangspunt is dat detailhandel bij de centrum- en gemengde bestemmingen moet worden versterkt. Daarom zijn de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 3, 4 en 5 alleen toegestaan op locaties waar detailhandel ook is toegestaan. Dit omdat bij de vorm die genoemd staat onder 3 het risico ontstaat dat dit een winkelkarakter krijgt omdat de klanten naar het bedrijf komen om het product af te halen. Categorie 4 is de meest intensieve vorm van detailhandel via internet, waarbij de nadruk meer op de reguliere winkel komt te liggen. Categorie 5 vormt onderdeel van reguliere detailhandel.
31
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Buiten de locaties waar detailhandel is toegestaan zijn op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 1 en 2 toelaatbaar. Deze twee categorieën worden in de regels omschreven als internethandel.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.6 Bos
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 6 Bos kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Bos opgenomen? � Aan de randen van Moergestel zijn een paar bospercelen gelegen en die als Bos zijn
bestemd. � Het betreft een bosperceel aan de Oirschotseweg en aan de Oisterwijkseweg (noordzijde). Welke functies zijn toegestaan? � Ter plaatse is bos toegestaan. � Hierbinnen is ook ruimte voor ondergeschikt recreatief medegebruik (voornamelijk
wandelen). Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Per bosperceel is een gebouwtje tot 12 m2 toegestaan. Welke veranderingen worden verwacht? � Er worden geen noemenswaardige veranderingen verwacht, waarvoor een specifieke
regeling nodig zou zijn. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � De regeling is enigszins verruimd door specifieke recreatief medegebruik toelaatbaar te
stellen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
32
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.7 Centrum - 1
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 7 Centrum - 1 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Centrum - 1 opgenomen? � Het Sint Jansplein is het hart van het centrumgebied van Moergestel. Rondom dit plein
staan gebouwen met een diversiteit aan architectuur, korrel en massa en vooral functies. Tot het centrumgebied horen ook de oorspronkelijke lintbebouwing aan Rootven en Kerkstraat/Schoolstraat.
� De Centrum - 1-bestemming is opgenomen voor het Sint Jansplein en de winkellinten tot aan het Rootven, gericht op versterking van het winkelgebied van Moergestel. De aanloopstraten zijn voorzien van de bestemming Centrum - 2, omdat de karakteristiek daar anders is en daar niet direct versterking van de winkelfunctie wordt beoogd.
� Het is gewenst in het centrumgebied van Moergestel, inclusief de lintbebouwing, ruime mogelijkheden te bieden voor de dynamiek, de wisseling van functies. Op zich is ieder pand geschikt voor een centrumfunctie. Voorwaarde is dat deze dynamiek zich afspeelt binnen dit gebied, waarbij met name ook woningen kunnen worden omgezet naar ander gebruik. De nieuwe bestemming Centrum - 1 maakt dit mogelijk.
� De Avang-locatie aan de Schoolstraat blijft buiten het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan. 1. Langs de Schoolstraat wordt op de locatie van de voormalige Avang-gebouwen een
woongebied ontwikkeld. Het is gewenst dat die ontwikkeling op basis van dat bestemmingsplan wordt gerealiseerd.
2. De uitkomsten van een intensief planproces zijn namelijk adequaat in het bestemmingsplan Centrum Moergestel, fase 1, vastgelegd.
3. Het vigerende bestemmingsplan heeft de procedure doorlopen en blijft 'onaangetast'. Welke functies zijn toegestaan? � In het centrumgebied zijn op de eerste plaats detailhandel en dienstverlening toegestaan.
Enkele functies die in de regel als maatschappelijke voorzieningen worden aangeduid, tegenwoordig als 'cultuur en ontspanning', zijn eveneens toelaatbaar. Hiermee wordt een gevarieerd centrumgebied nagestreefd. Kantoren passen echter niet in dit gebied. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst.
� Wonen, met name op de verdieping, is belangrijk in het centrumgebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds. Woningen zijn naast de centrumfunctie aanwezig en ook prima passend, ook op de begane grond. Langs Rootven en Kerkstraat kunnen zich winkels blijven vestigen.
� De aanwezige horecafunctie kan zonder meer worden gecontinueerd. De toelaatbaarheid is gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4.
33
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Uit milieuhygiënisch oogpunt worden op de percelen in de kern Moergestel horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden.
� Cafés en bars en dergelijke vallen in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; dancings en discotheken vallen in categorie 3 van de Staat. Categorie 2 en 3 horecabedrijven passen niet in de algemene toelaatbaarheid. De aanwezige cafés zijn op korte afstand van woningen gelegen en worden voorzien van een specifieke aanduiding ter bevestiging.
� In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden-beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
� De hiervoor genoemde activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel maximaal 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de centrumfuncties en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel centrumfunctie nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie en de karakteristiek van een dorpskern laten geen verdere uitbreiding toe. Het bestaande oppervlak is op die percelen het maximum.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. De voorste grens van het bouwvlak ligt meestal op de voorste perceelsgrens, met name rondom het Sint Jansplein. Op andere locaties, zoals verderop in de lintbebouwing, wordt door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, een ruimer straatbeeld (met voorerf/tuin) behouden.
� De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving.
� Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd.
34
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Welke veranderingen worden verwacht? � De bestaande centrumstructuur rondom het Sint Jansplein wordt behouden, zo ook in de
lintbebouwing. � Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de
gebouwen voordoen. Zoals nieuwe winkels op een perceel die nu nog als woon perceel in gebruik is of beëindiging van een winkel. Er zal sprake zijn van dynamiek in het dorpscentrum. Ook uitwisseling met andere functies is denkbaar en past in dit gebied. Tevens is wonen toelaatbaar.
� Voor het centrumgebied van Moergestel is een integrale visie vastgesteld. De eerste stappen voor herstructurering in het centrumgebied worden gezet aan de Schoolstraat. Uiteindelijk is transformatie van het voormalige Avangterrein een perspectiefvol eindbeeld. Het doorzetten van herontwikkeling op aangrenzende percelen is op zich toelaatbaar. Enkele jaren geleden resulteerde marktwerking in voortvarende plannen voor herstructurering van verscheidene locaties. Aangezien er voldoende vraag naar nieuwe woningen bestond, konden in die omstandigheid ook bedrijven en aangrenzende percelen worden aangekocht voor woningbouw. Al bij het starten van de planvorming bestond een redelijk tot sterk vertrouwen op het daadwerkelijk afzetten van de te realiseren woningbouw of centrumontwikkeling. Het doorzetten van herontwikkeling op aangrenzende terreinen is wellicht mogelijk. Deze afweging zal plaatsvinden buiten het kader van dit bestemmingsplan.
� Eventuele nieuwe initiatieven worden gefaciliteerd door hiervoor afzonderlijke procedures te voeren. Dit gebeurt in de vorm van partiële herzieningen of postzegel bestemmingsplannen op het moment dat concreet uitgewerkte plannen beschikbaar zijn, belangen zijn afgewogen, effecten zijn bekeken en geconstateerd is dat het initiatief een juiste invulling geeft aan de visie voor dit gebied. Deze plannen zullen buiten het nieuwe bestemmingsplan Kom Moergestel worden gehouden, zodat voor een initiatief één keer de afzonderlijke procedures wordt gevoerd.
� Voor de delen van percelen die in de bestemming Centrum - 1 zijn aangewezen voor 'parkeerterrein' (aan het Rootven), is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, zodat die gedeelten kunnen worden bebouwd op voorwaarde dat elders op het perceel of in de directe omgeving in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Voorheen waren alle percelen bestemd overeenkomstig het specifiek aanwezige gebruik.
Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. � Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen
(detailhandel, dienstverlening en wonen), in één bestemming Centrum - 1. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op de dynamiek van het centrumgebied van Moergestel.
� De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
35
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.8 Centrum - 2
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 8 Centrum - 2 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Centrum - 2 opgenomen? � Aan de Kerkstraat en Schoolstraat liggen percelen waarvoor de bestemming Centrum - 2 is
opgenomen. Het gaat om de aanloopstraten van het centrumgebied. Daar is niet direct versterking van de winkelfunctie beoogd. Bestaande winkels en (nieuwe) dienstverlening passen wel in dit gebied. Hier is horeca niet aanwezig en ook niet gewenst. Kantoren zijn wel toelaatbaar als vervanging van (leegstaande) winkelpanden.
� De percelen met 'bebouwing voor aan de weg' zijn voorzien van de bestemming Centrum - 2. Dat betekent dat onbebouwde achterterreinen (uitgezonderd parkeerplaatsen voor winkels), niet voor die bestemming in aanmerking komen. Daar is op dit moment geen sprake van gevestigde centrumfunctie.
Welke functies zijn toegestaan? � In dit gebied zijn detailhandel en dienstverlening toegestaan. Aanvullend zijn kantoren
toelaatbaar. Enkele functies die in de regel als maatschappelijke voorzieningen worden aangeduid, tegenwoordig als 'cultuur en ontspanning', zijn eveneens toelaatbaar. Hiermee wordt een gevarieerd functiepatroon in de aanloopstraten nagestreefd. Horecavoorzieningen worden in het Centrum - 1-gebied gewenst, niet in de aanloopstraten. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst. Echter, een supermarkt is uitgesloten. Dit vloeit voort uit de ruimtelijk-functioneel gewenste kracht van het centrumgebied, het veelal ontbreken van voldoende parkeergelegenheid en de onwenste druk op de (woon)omgeving.
� Wonen, zowel op de verdieping als op de begane grond, is belangrijk in het gebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds. Woningen zijn naast de andere functies aanwezig en ook prima passend.
� In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
� De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
36
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel maximaal 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de centrumfunctie en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel centrumfunctie nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie en de karakteristiek van een dorpskern laten geen verdere uitbreiding toe. Het bestaande oppervlak is op die percelen het maximum.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. De voorste grens van het bouwvlak ligt meestal op enige afstand tot de voorste perceelsgrens, om een ruimer straatbeeld (met voorerf/tuin) te behouden.
� De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving.
� Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd.
Welke veranderingen worden verwacht? � De bestaande karakteristiek van aanloopstraten wordt behouden. � Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de
gebouwen voordoen. Zoals nieuwe winkels op een perceel die nu nog als woon perceel in gebruik is of beëindiging van een winkel. Er zal sprake zijn van dynamiek in dit gebied. Beperkte uitwisseling met andere functies is denkbaar en past in dit gebied. Tevens is wonen toelaatbaar.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Voorheen waren alle percelen bestemd overeenkomstig het specifiek aanwezige gebruik.
Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. � Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen
(detailhandel, dienstverlening, kantoren en wonen), in één bestemming Centrum - 2. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op de dynamiek van het centrumgebied van Moergestel.
� De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
37
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.9 Gemengd
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 9 Gemengd kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Gemengd opgenomen? � In de kern Moergestel zijn in de woongebieden, dus buiten het centrumgebied, ook andere
functies verspreid aanwezig zijn, zoals winkels, kantoren en dienstverlening. � Voor deze percelen is de bestemming Gemengd gekozen. � Horecavestiging is niet gewenst in verband met de effecten op de omgeving, die anders zijn
dan van winkels en kantoren (latere openingstijden). Horecavormen vergelijkbaar met winkels (openingstijden) zijn in het centrumgebied gewenst en niet in woongebieden.
Welke functies zijn toegestaan? � De verschillende functies die in het gebied aanwezig zijn, zoals detailhandel,
dienstverlening en wonen, kunnen zonder meer worden gecontinueerd. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst.
� Winkels worden in Moergestel zoveel mogelijk in het centrumgebied geconcentreerd. Een toename van het aantal winkels op percelen met de bestemming Gemengd is niet gewenst. De bestaande winkels worden wel bevestigd. Echter, een supermarkt is uitgesloten. Dit vloeit voort uit de ruimtelijk-functioneel gewenste kracht van het centrumgebied, het veelal ontbreken van voldoende parkeergelegenheid en de ongewenste druk op de (woon)omgeving.
� De aanwezige opslag en detailhandel in consumentenvuurwerk ter plaatse van Rootven 66 is voor de duidelijkheid als zodanig aangegeven.
� De bedoeling is om wel andere functies toe te staan als er bijvoorbeeld een winkel wordt beëindigd, dus een kantoor of dienstverlening.
� Op vergelijkbare wijze zijn enkele functies toelaatbaar gesteld die volgens landelijke richtlijnen behoren tot de categorie 'cultuur en ontspanning' (Besluit ruimtelijke ordening; SVBP2008). Voorheen werden deze functie als maatschappelijke voorziening aangemerkt. Deze passen goed in het centrumgebied.
� De combinatie met wonen, op de verdieping en op de begane grond, is belangrijk op percelen in woongebieden.
� In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
� De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
38
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen.
� De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving.
� Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen en de voorste perceelsgrens is vastgelegd.
Welke veranderingen worden verwacht? � Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de
gebouwen voordoen. Zoals dienstverlening ter plaatse van een kantoor. Door marktwerking zullen immers functies worden beëindigd. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Oorspronkelijk waren alle functies anders dan wonen voorzien van de bestemming
Detailhandelsdoeleinden en Kantoordoeleinden. Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan.
� Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen (bestaande detailhandel, dienstverlening, kantoren en wonen), in één bestemming Gemengd. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op herinvulling van vrijkomende panden ter voorkoming van leegstand.
� De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies. Nieuwe winkels zijn echter niet toegestaan, die moeten in het centrumgebied worden gevestigd. Vervanging van bijvoorbeeld een bestaand kantoor door een winkel is niet mogelijk. De bestaande winkels zijn afzonderlijk aangeduid.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
39
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.10 Gemengd - Horeca
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 10 Gemengd - Horeca kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Gemengd - Horeca opgenomen? � In de kern Moergestel zijn enkele horecazaken buiten het centrumgebied gevestigd. � Voor deze percelen is de bestemming Gemengd - Horeca gekozen. Welke functies zijn toegestaan? � De aanwezige horecafunctie kan zonder meer worden gecontinueerd. De toelaatbaarheid is
gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4.
� Uit oogpunt van milieuhinder worden op de percelen in de kern Moergestel horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden.
� Cafés en bars en dergelijke vallen in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; dancings en discotheken vallen in categorie 3 van de staat. Categorie 2 en 3 horecabedrijven passen niet in de algemene toelaatbaarheid. De aanwezige horecabedrijven, zwaarder dan categorie 1b zoals cafés, worden voorzien van een specifieke aanduiding ter bevestiging.
� De bedoeling is om andere functies toe te staan als bijvoorbeeld de horecafunctie wordt beëindigd, zoals kantoor of dienstverlening. Winkels zijn gelet op het concentratiebeleid niet direct gewenst. Via een wijzigingsbevoegdheid zijn er wel enige mogelijkheden voor detailhandelsvestiging.
� De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst.
� De combinatie met wonen, met name op de verdieping, is belangrijk op percelen in woongebieden.
� In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
40
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen.
� De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving.
� Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd.
Welke veranderingen worden verwacht? � Gedurende de planperiode van tien jaar kan de horecafunctie of worden voortgezet of
beëindigd. Dan zijn er andere functies toelaatbaar: kantoor of dienstverlening. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand.
� Vervanging van een horecagelegenheid door een winkel is denkbaar. Daarbij speelt een rol dat het aantal percelen buiten het centrumgebied beperkt is en winkels niet snel geneigd zullen zijn zich in 'grote getale' buiten het centrum te vestigen. Van ontwrichting van de detailhandelsstructuur zal niet direct sprake zijn. Echter, gestreefd wordt naar concentratie van winkels in het centrumgebied. Vandaar dat detailhandel alleen via een wijzigingsbevoegdheid toelaatbaar is.
� Vervanging van een horecavoorziening door een winkel of andere functie zorgt in het algemeen voor minder hinder voor de omgeving. Dit kan met een wijzigingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Oorspronkelijk waren alle horecafuncties voorzien van de bestemming Horecadoeleinden.
Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. � Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen
(dienstverlening, kantoren, horeca en wonen), in één bestemming Gemengd - Horeca. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op herinvulling van vrijkomende panden ter voorkoming van leegstand.
41
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� De bestemmingsregeling biedt dus de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.11 Gemengd - Voorzieningen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 11 Gemengd - Voorzieningen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Gemengd - Voorzieningen opgenomen? � Binnen de kern Moergestel komt een diversiteit aan maatschappelijke voorzieningen voor. � Zoals gebruikelijk gaat het om scholen, de kerk, begraafplaatsen, medische voorzieningen
en Stanislaus en Antoniushuis. � Ook andere functies kunnen als voorziening worden aangemerkt en toegestaan, zoals
functies die tegenwoordig tot de categorie 'cultuur en ontspanning' horen. � De diversiteit aan functies brengt met zich mee dat gekozen is voor de bestemming
Gemengd - Voorzieningen. Welke functies zijn toegestaan? � De verschillende maatschappelijke functies hebben specifieke kenmerken ofwel effecten op
de omgeving, zoals verkeer en openingstijden. Om hierin een onderscheid in aan te brengen is een indeling van maatschappelijke functies gekozen.
� Op vergelijkbare wijze zijn enkele functies toelaatbaar gesteld die volgens landelijke richtlijnen behoren tot de categorie 'cultuur en ontspanning' (Besluit ruimtelijke ordening; SVBP2008). Voorheen werden deze functie als maatschappelijke voorziening aangemerkt. Deze passen goed in het centrumgebied.
� Ter plaatse van het complex Reuselhof zou met het opnemen van de hiervoor beschreven globale bestemming ruime mogelijkheden worden geboden voor herontwikkeling van het perceel, mede gelet op de omvang. Daarbij zijn relevante ruimtelijke effecten voor de omgeving niet uitgesloten. Anderzijds bood de geldende bestemming ook ruimte voor enkele andere gebruiksmogelijkheden. Op dit moment is nog onzeker welke toekomstige functie het gebied zal krijgen. Het is dan ook gewenst een specifieke bestemming op te
42
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
nemen die zo goed mogelijk de huidige gebruiksmogelijkheden bevestigt: de uitoefening van het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele doeleinden, de godsdienstuitoefening, het onderwijs, de bejaardenzorg met bijbehorende bewoning, de volksgezondheid en daarmee gelijkt te stellen instellingen, maar geen opvang van jongeren of psychische en/of verslavingszorginstelling.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds
voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe.
� Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen.
� De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. Afwijkend zijn de woonzorgcomplexen, de kerk en begraafplaats. De bestaande hoogtematen zijn overgenomen.
Welke veranderingen worden verwacht? � Gedurende de planperiode van tien jaar kan de aanwezige functie of worden voortgezet of
beëindigd. Dan zijn er andere functies toelaatbaar. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand.
� Voor herinvulling beidt de bestemming voldoende mogelijkheden, rekening houdend met de omgeving en de oorspronkelijke aard van de maatschappelijke voorziening met de daarbij kenmerkende effecten op de omgeving.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � In het vigerende bestemmingsplan was een ruime bestemming voor maatschappelijke
voorzieningen opgenomen. Echter, door jurisprudentie is duidelijk geworden dat het om een te 'ruime groep' functies ging, doordat de effecten op de omgeving onderling te verschillend zijn. Om dit te ondervangen is in het nieuwe bestemmingsplan een indeling van maatschappelijke functies geïntroduceerd.
� In de nieuwe regeling wordt ingespeeld op de algemene ontwikkeling van verbreding van maatschappelijke functies en combinaties met andere functies, zoals cultuur en ontspanning.
� Voor de begraafplaats aan Brieltje en het kerkhofje aan de Molenstraat, ter hoogte van de ontsluiting van de Bosfazant, is de aanduiding 'begraafplaats' opgenomen.
� De hoogtematen zijn voor diverse locaties 'opgeschaald' om intensivering en nieuwbouw met een bijzondere uitstraling en vormgeving mogelijk te maken.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn grotendeels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente
verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � Enkele percelen zijn eigendom van particuliere eigenaren of andere instanties dan de
gemeente. In dat geval zijn die personen en instanties verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling.
� In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
43
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.12 Groen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 12 Groen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Groen opgenomen? � De gemeente Oisterwijk is 'de parel in het groen'. Dat betekent dat het groen in elke
verschijningsvorm, wordt gekoesterd en behouden. Belangrijke groenstroken worden bestemd als Groen.
� De beeldbepalende groenstroken liggen langs de Akkerweg, omzomen de bedrijventerreinen en de sport- en recreatiecomplexen. Daarnaast zijn enkele groenstroken aangelegd in de woongebieden, zoals het bungalow- en villagebied aan de westzijde.
� Tussen het bedrijventerrein Stokeind en de woonpercelen aan met name de Oisterwijkseweg is afschermende beplanting aanwezig. Behoud hiervan is noodzakelijk in verband met de afschermende werking.
� Voor een groenstrook in het woongebied De Hoefkens is de bestemming Groen opgenomen voor behoud van de karakteristiek van dit gebied.
� De keuze dat een groenvoorziening van de bestemming Groen wordt voorzien, is hoofdzakelijk gebaseerd op de aanduiding van dat perceel in het Groenstructuurplan.
Welke functies zijn toegestaan? � De groenvoorzieningen mogen worden gebruikt als speelgelegenheid, waterberging en
vergelijkbare voorzieningen. Tevens is binnen deze bestemming beekherstel van de Reusel mogelijk.
� Omzetting van groenvoorzieningen naar parkeerruimte is niet toegestaan. � Voor de afschermende groenstroken rondom het bedrijventerrein Stokeind, met
afschermende beplanting, is een verplichting voor vergunning opgenomen. Dit is ook geregeld voor het groen rondom de sportvelden en de camping Bosfazant (oostzijde). Dit komt overeen met het vigerende bestemmingsplan.
� Het Pastoorspaadje wordt beschermd door de aanduiding 'cultuurhistorische waarde'. � De relevante waterbergingen zijn als zodanig aangegeven. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De gebruikelijke erfafscheiding van groenstroken is op zich toegestaan. � Verder zijn er geen noemenswaardige bouwmogelijkheden opgenomen. Welke veranderingen worden verwacht? � De groenstroken worden behouden. � Eventueel kan een ander beheer of herinrichting verandering aanbrengen in de
verschijningsvorm. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Er zijn geen verschillen ten opzichte van de eerdere bestemmingsregeling. � Er zijn enkele groenstroken veranderd qua bestemming. Dit is afgestemd op het
Groenstructuurplan.
44
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn overwegend in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat
geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � Andere gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren in die situaties
verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.13 Recreatie – Dagrecreatie
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Recreatie - Dagrecreatie opgenomen? � De volkstuincomplexen aan de Bosstraat en Scheerman zijn voorzien van de bestemming
Recreatie - Dagrecreatie met de aanduiding 'volkstuinen'. Welke functies zijn toegestaan? � Binnen de bestemming zijn volkstuinen mogelijk. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Het bouwvlak op de verbeelding komt overeen met de volkstuin als complex. � Binnen het bouwvlak zijn beheersgebouwen tot 75 m2 per complex toegestaan. � Op een volkstuin mag een gebouw tot 20 m2 worden gebouwd. Welke veranderingen worden verwacht? � Veranderingen worden niet verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Er zijn geen noemenswaardige verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke
bestemmingsregeling. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
45
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.14 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie opgenomen? � De camping De Bosfazant heeft de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie gekregen. Welke functies zijn toegestaan? � Toegestaan zijn kampeermiddelen: 50 vaste standplaatsen en 95 niet vaste standplaatsen.
Dit komt overeen met de vergunde 50 standplaatsen voor stacaravans en de 50 en 45 seizoens- respectievelijk toeristische standplaatsen (totaal 95).
� Tevens zijn beheers- en dienstgebouwen alsmede de horecavoorziening in de regeling bevestigd.
� Het aantal bedrijfswoningen bedraagt maximaal één. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � De bouwregeling is afgestemd op de vigerende bouwmogelijkheden. Welke veranderingen worden verwacht? � Op zich kan het kampeerterrein worden gecontinueerd. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling, met dien
verstande dat het aantal kampeermiddelen, recreatieve nachtverblijven en stacaravans is vastgelegd.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
46
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.15 Sport
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 15 Sport kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Sport opgenomen? � Het sportcomplex ligt aan de noordzijde van de kern. Aan de Postelstraat is een sportschool
gevestigd. � Onderscheid is gemaakt tussen de sportvelden (inclusief tennisbanen) en een
sportcomplex, waaronder een sporthal en sportschool. Die hebben immers een andere uitstraling (gebouw) dan bijvoorbeeld voetbalvelden met beheersgebouwen en kantine.
Welke functies zijn toegestaan? � Op alle gronden is een sportcomplex toegestaan. � Een sporthal en sportschool zijn alleen toelaatbaar gesteld op de bestaande locatie. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Rondom de sportvelden, sporthal en sportschool zijn bouwvlakken aangegeven. � Gebouwen worden binnen het bouwvlak gesitueerd. � Per bouwvlak zijn gebouwen toegestaan. De oppervlakte van bebouwing is gerelateerd aan
een bouwvlak. � De locatie van de sporthal en sportschool mag binnen het aangegeven bouwvlak volledig
worden bebouwd. � Voor de andere gronden is een maximum omvang van een gebouw per bouwperceel
vastgelegd. Daarbij gaat het dus om afzonderlijke bouwpercelen voor de verschillende accommodaties (sporten: voetbal, tennis). Hierbinnen zijn kantines, omkleedruimtes en vergelijkbare gebouwen toegestaan.
� De bouwhoogte zorgt ervoor dat eventuele nieuwbouw in de omgeving blijft passen. Welke veranderingen worden verwacht? � Er worden geen noemenswaardige veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Er zijn voor de omgeving geen merkbare, noemenswaardige verschillen ten opzichte van de
oorspronkelijke bestemmingsregeling. � Er is enige verruiming van de oppervlakte van gebouwen opgenomen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn grotendeels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente
verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � Daar waar sprake is van particulier eigendom (sportschool) is de betreffende eigenaar voor
het beheeronderhoud, beheer en ontwikkeling verantwoordelijk. � De meeste percelen worden gebruikt door verenigingen. In dat geval zijn die verenigingen
samen met de gemeente verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling.
47
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.16 Verkeer
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 16 Verkeer kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Verkeer opgenomen? � Alle doorgaande wegen, woonstraten en pleintjes zijn van de bestemming Verkeer
voorzien. � Hiertoe behoren ook de gebieden met speelgelegenheid of parkeervoorzieningen. Welke functies zijn toegestaan? � De gebruikelijke verkeersfuncties met daarnaast groen- en speelvoorzieningen en water
zijn toegestaan. � Omzetting naar de genoemde, andere functies dan de verkeersfunctie zijn binnen deze
verkeersbestemming dus toegestaan. � Evenementen zijn belangrijk voor de levendigheid van het centrumgebied. Op het Sint
Jansplein worden evenementen mogelijk gemaakt. Dit geldt ook voor terrassen en de weekmarkt. Deze aanduiding is overigens niet relevant in het kader van de APV of marktverordening.
� De relevante waterbergingen zijn als zodanig aangegeven. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Het gebruikelijke straatmeubilair is toegestaan. � Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn toegestaan. � Verder zijn er geen noemenswaardige bouwmogelijkheden opgenomen. Welke veranderingen worden verwacht? � De verkeersruimte en andere functies hierbinnen worden behouden. � Eventueel kunnen een ander beheer of herinrichting verandering aanbrengen in de
verschijningsvorm of het gebruik op detailniveau. Op hoofdlijnen wordt het karakter van verkeers- en verblijfsgebied behouden.
� Het St. Jansplein wordt opnieuw ingericht. Hiervoor zijn plannen opgesteld. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � De openbare ruimte blijft op zich zoals die is. Waar sprake is van verkeersruimte en
pleintjes, legt het bestemmingsplan de inrichting niet vast, maar biedt juist mogelijkheden voor verbetering of aanpassing aan de wensen van de buurt. Dit kan zonder het toepassen van extra procedures.
� Dit was in de huidige bestemmingsplannen al mogelijk en heeft goed gewerkt. De toekenning van de bestemming is afgestemd op de Kadernota Groen.
� Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling.
48
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn overwegend in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat
geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � Andere gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren in die situaties
verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.17 Water
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 17 Water kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Water opgenomen? � De waterlopen rondom het Stanislaus-complex en de watergang richting de Akkerweg zijn
beeldbepalend. � Ook de waterpartijen ten zuiden van De Sonman bepalen het beeld. � Vandaar dat hiervoor de bestemming Water is opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? � Uitsluitend water. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Er mogen waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen in de bestemming worden
gebouwd. Welke veranderingen worden verwacht? � Er worden geen veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn deels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat geval
verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � Andere gronden zijn in particulier bezit of van het waterschap. Dat betekent dat in die
situaties de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. Het waterschap is ook verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de leggerwatergangen die niet in het bezit zijn van het waterschap.
� In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
49
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.18 Wonen - Bungalows en villa's
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 18 Wonen - Bungalow en Villa's kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Bungalows en villa's opgenomen? � Het bungalow- en villagebied aan de Van Rijckevorsellaan heeft een specifieke
woonkwaliteit. Vergelijkbare percelen liggen aan de zuidzijde van de Schoolstraat. � Voor deze buurten is een specifieke woonbestemming opgenomen. Hiermee wordt recht
gedaan aan de aanwezige bungalow- en villabebouwing op ruime percelen met een groene inrichting (met name voortuinen en gazons).
Welke functies zijn toegestaan? � Wonen is de hoofdfunctie van het woongebied. Daarnaast zijn ook andere functies als
ondergeschikte activiteit toegestaan. � In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een
aan-huis-gebonden-beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. Aanvullend zijn voor twee percelen afzonderlijke aanduidingen en regelingen opgenomen ter bevestiging van de zelfstandige uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep. Hieraan zijn maximum oppervlaktematen gesteld overeenkomstig de bestaande/vergunde situatie.
� De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
� De gazons en boombeplanting langs de Van Rijckevorssellaan zijn beeldbepalend. Voor het behoud is een verplichting voor omgevingsvergunning overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. Voorkomen wordt dat te veel verharding ontstaat.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf
de straat, de woningen mogen worden gesitueerd (minimale afstand vanaf de voorste perceelsgrens).
50
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� In de bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen, zoals hoogtes, afstanden en oppervlaktematen. Voor de maatvoeringeisen zijn de volgende aspecten relevant: 1. de maatvoering zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan; 2. voorop staat het behoud van het karakter van de bungalow- en villabuurt. De regels
bevatten voorwaarden dat de bebouwing blijft passen in de omgeving; 3. deze regels bieden tegelijkertijd voldoende uitbreiding smogelijkheden voor een
passend woonmilieu zodat wordt voldaan aan de behoefte gedurende de planperiode; 4. uniformering van met name de hoogtematen en de ligging van de voorste bouwgrenzen
(Schoolstraat); 5. behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de woonbuurt; 6. de aanduiding voor het woningtype is op deze woonbuurten afgestemd (vrijstaand).
� De oppervlaktemaat van gebouwen bedraagt 350 m2. Er is geen onderscheid nodig tussen hoofdgebouwen, aanbouwen en uitbouwen alsmede bijgebouwen. De percelen zijn zodanig ruim en ook op zo'n wijze bebouwd dat een gedetailleerde regeling niet passend is. In de architectuur zijn aanbouwen en uitbouwen ook lang niet altijd ondergeschikt door de relatief beperkte goothoogten van het hoofdgebouw.
� Nieuwe woningen zijn niet toegestaan in verband met het behoud van de karakteristiek van de buurten.
Welke veranderingen worden verwacht? � Een verbreding van de woonfunctie is de komende periode te verwachten. Hiervoor zijn
specifieke regels opgenomen die daarin voorzien. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Voor de bebouwing is een maximum oppervlakte opgenomen. Eerder was bepaald dat 20%
van het perceel mag worden bebouwd. Dit is globaal gezien verruimd en in een oppervlaktemaat van 350 m2 vastgelegd. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan hedendaagse bouwwensen. Het karakter van het gebied blijft echter behouden.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
� In de nieuwe regeling zijn de woonpercelen aan de Schoolstraat (zuidkant) aan de bungalow- en villabuurt toegevoegd. De omvang van de percelen en woningen is immers vergelijkbaar.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
51
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.19 Wonen - Woningen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 19 Wonen - Woningen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Woningen opgenomen? � Rondom het centrum liggen de woongebieden. � Het betreft hier de lintbebouwing, zoals Oisterwijkseweg en Schoolstraat. Daarnaast zijn
ook de andere woongebieden in deze bestemming opgenomen rondom het centrumgebied en daarbuiten (Hoefkens, Oostelvoortjes).
� Een uitzondering hierop vormen het Groot Bungalowpark aan de Van Rijckevorsellaan, percelen aan de Schoolstraat (zuidzijde). Hieraan is de bestemming Wonen - Bungalows en Villa's toegekend.
Welke functies zijn toegestaan? � Wonen is de hoofdfunctie van het woongebied. Daarnaast zijn ook andere functies als
ondergeschikte activiteit toegestaan. � In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden
beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
� De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting.
� Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
� Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
� Enkele percelen worden hobbymatig agrarisch gebruikt: het binnenterrein aan de zuidzijde van de Kerkstraat/Rootven, tussen de Akkerstraat en Schoolstraat. Voor een toelichting op de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden wordt verwezen naar de bestemming Centrum - 1.
� Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
� Op het perceel Oisterwijkseweg 68 is sprake van beoefening van het instructiezwemmen (zwemles) in een afzonderlijk ingericht gebouw. De eigenaren van het perceel zullen bepalingen over het beperken van overlast strikt naleven en overlast zo mogelijk nog verder beperken. Hierover bestaat met de bewoonster van Oisterwijkseweg 70
52
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
overeenstemming. Op basis hiervan is voor het gebruik van het zwembad een persoonsgebonden overgangsrecht toegekend zolang de huidige eigenaren op het perceel wonen. De hierbij opgenomen criteria zijn ontleend aan een eerder afgegeven gedoogbeschikking en nader overeengekomen voorwaarden.
� Met het toevoegen van de aanduiding 'tuin' voor gronden van het perceel De Hoefkens 39 en de daaraan gekoppelde regeling, is verharding van die gronden uitgesloten. Zie voorts de toelichting inzake het bouwen en dit perceel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf
de straat, de woningen mogen worden gesitueerd (minimale afstand vanaf de voorste perceelsgrens).
� In de bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen, zoals hoogtes, afstanden en oppervlaktematen. Voor de maatvoeringseisen zijn de volgende aspecten relevant. 1. De meeste bepalingen met betrekking tot de omvang van gebouwen zijn overgenomen
van het vigerende bestemmingsplan. 2. Voorop staat het behoud van het karakter van de dorpskern. De bouwregels zorgen
ervoor dat de bebouwing blijft passen in de omgeving. 3. Deze bouwregels bieden tegelijkertijd voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor een
passend woonmilieu zodat wordt voldaan aan de behoefte gedurende de planperiode. 4. Uniformering van met name de hoogtematen en de ligging van de voorste
bouwgrenzen. 5. Behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de woonbuurt. 6. De aanduidingen voor het woningtype zijn op de buurt afgestemd.
� Voor de volgende woonbuurten zijn afwijkingen van de maatvoeringen opgenomen ten opzichte van andere, grotere delen van het plangebied. 1. In enkele buurten is destijds op structuurniveau gekozen voor een beperkte
goothoogte (4 meter). In die buurten is dan ook 4 meter als goothoogten als maximum gesteld in plaats van 6 meter. Het betreft percelen aan bijvoorbeeld Hoefkens de kleine bungalowbuurt (omgeving Duyvekotstraat en Hogendriesplein) en Papenacker.
� Voor de hoofdgebouwen wordt een dieptemaat opgenomen, veelal 12,5 meter. Daarachter kan erfbebouwing worden gerealiseerd of vergroot. 1. Voor percelen kleiner dan 800 m2 en tussen 800 m2 en 1.600 m2 bedragen de
oppervlaktematen 50 m2 respectievelijk 60 m2. 2. Voor percelen tussen 1.600 m2 en 4.000 m2 bedraagt de oppervlaktemaat voor
erfbebouwing 75 m2. 3. Voor percelen groter dan 4.000 m² bedraagt de oppervlaktemaat voor erfbebouwing
ten hoogste 100 m². 4. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door
een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren voor de kleinste categorie percelen (tot 800 m2).
� Op hoekpercelen van woningen kan in de zijtuin, buiten het aangegeven bouwvlak, in beperkte mate erfbebouwing, onder voorwaarden en via een afwijzingsprocedure, worden gerealiseerd.
� Voor een deel van het perceel De Hoefkens 39 is de aanduiding 'tuin' opgenomen. De gronden zijn destijds aan het perceel toegevoegd zonder bouwmogelijkheden. Voor deze gronden zijn afzonderlijke regels opgenomen. Daarin is bepaald dat de gronden niet worden aangemerkt als een erf bij een woonperceel waar vergunningvrij bouwen is toegestaan. Alleen erfafscheidingen tot een hoogte van 1 meter zijn toegestaan.
� Nieuwe woningen zijn alleen toegestaan na afweging en toetsing, dus via een wijzigingsbevoegdheid. Het is niet uitgesloten dat buiten het bestemmingsplan om alsnog afzonderlijke procedures worden gevoerd voor specifieke veranderingen die ingrijpender zijn (meerdere woningen, appartementenbouw) en dus een bredere afweging vragen.
53
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Welke veranderingen worden verwacht? � Een verbreding van de woonfunctie is de komende periode te verwachten. Hiervoor zijn
specifieke regels opgenomen die daarin voorzien. � Er zijn niet zo veel locaties waar nog woningbouw is te realiseren. Waar dit aanvaardbaar is,
kan hieraan worden meegewerkt. � Op de perspectieven voor het binnenterrein tussen de Schoolstraat en Prinses
Margrietstraat wordt uitvoerig ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 2.2).
� Voor hoekpercelen wordt het in enkele gevallen mogelijk gemaakt om de bouwgrenzen te overschrijden, onder voorwaarden via een afwijkingsprocedure.
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � In de nieuwe regeling is een zekere mate van uniformiteit sterker doorgevoerd. Dit komt tot
uitdrukking in bouwgrenzen die nu als doorlopende lijn zijn opgenomen voor lintbebouwing in plaats van allerlei inspringingen. Een belangrijke overweging is dat tegen een aanvraag met voor een bouwplan dichter op de weg, in lijn met naburige woningen, altijd zal worden gehonoreerd. In de praktijk zal hiervan zeer incidentele gebruik worden gemaakt, zodat de structuur toch wordt behouden.
� De oppervlaktemaat voor erfbebouwing op percelen is enigszins verruimd, zodat aan de hedendaagse wensen kan worden meegewerkt. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren.
� De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
� Bij besluit van 13 maart 2012 heeft het college het wijzigingsplan 'Scheerman ongenummerd' vastgesteld. Dit wijzigingsplan biedt de mogelijkheid twee woningen te bouwen aan de Scheerman (Moergestel, sectie B, nummer 2567). Daarbij is getoetst aan de wijzigingsregels, zoals de stedenbouwkundige inpassing, volkshuisvestingsbeleid en effecten vanuit en voor de omgeving. Tegen dit wijzigingsplan is beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling heeft op 13 februari 2013 uitspraak gedaan. Hieruit is af te leiden dat aan alle relevante voorwaarden en wijzigingsregels is voldaan. Uitzondering hierop vormt de voorwaarde dat de woningen gebouwd dienen te worden binnen een afstand van ten hoogste 2 meter uit de voorste bouwgrens. Het wijzigingsplan maakte het mogelijk om de woningen tot 4 meter uit de voorste bouwgrens te bouwen. Omdat dit in strijd is met de wijzigingsvoorwaarden, is het vaststellingsbesluit van het wijzigingsplan vernietigd. Het wijzigingsplan is naar aanleiding van de uitspraak gewijzigd en op 19 maart 2013 opnieuw vastgesteld door het college. Het vastgestelde wijzigingsplan is, in lijn met de Wet ruimtelijke ordening, vertaald in dit bestemmingsplan. Daarbij is vastgehouden aan de wijzigingsvoorwaarden. Dit betekent dat ook in dit bestemmingsplan de afstand van de voorgevel van de woningen tot de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 meter mag bedragen.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
54
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.20 Wonen - Woonwagens
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 20 Wonen - Woonwagens kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Woonwagens opgenomen? � Voor de woonwagens aan de Bosstraat/'t Brieltje is de gelijknamige bestemming
opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? � Ter plaatse is bewoning van de woonwagens toegestaan. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? � Per woonwagen is 20 m2 aan erfbebouwing toelaatbaar. Welke veranderingen worden verwacht? � Er worden geen veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? � Tussen het vigerende en nieuwe bestemmingsplan zijn geen verschillen te benoemen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? � De gronden zijn in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is
voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. � In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of
regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
55
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
4.1 Leidingen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding, Artikel 22 Leiding - Koolwaterstof en 23 Leiding - Riool kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan � De ruimtelijk relevante hoogspanningsleiding, rioolleiding en vloeibare
koolwaterstoffenleiding zijn als zodanig bestemd. Aangezien leidingen in alle gevallen samenvallen met andere bestemmingen zijn deze bestemmingen als dubbelbestemming opgenomen.
� Ten behoeve van de dubbelbestemming Leiding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor de samenvallende bestemmingen dient het bouwen steeds aan het leidingenbelang te worden getoetst.
� De bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding ligt over percelen aan de noordzijde van de kern. Deze leiding is als zodanig bestemd met daarnaast een strook die het leidingbelang beschermt. De breedte van de strook bedraagt 17,5 meter aan weerszijden van de leiding.
� Bij de koolwaterstofleiding en rioolleiding is de belemmerende strook (4 of 5 meter) aangemerkt als bestemming Leiding. Daar waar de plaatsgebonden risicocontour breder is dan de belemmerende strook is een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding (naam)' opgenomen. Binnen de 'veiligheidszone - leiding' mag het aantal kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet toenemen.
56
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� Voor de koolwaterstofleiding bedraagt de breedte van het veiligheidsgebied, volgens de berekening van de leidingbeheerder, 13 meter. Die breedte is aangehouden in de zuidwestelijke punt van het plangebied (bedrijventerrein Sonman). In het aangrenzende bestemmingsplan Buitengebied is voor deze leiding een vergelijkbare regeling opgenomen, overigens met een breedte van 12 meter op basis van een RMD-rapportage van destijds. Wanneer 13 meter zou zijn aangehouden, zou de aanduiding het plangebied net raken, maar niet overlappen. Dat betekent dat het verschil tussen 12 meter of 13 meter geen invloed heeft op het plangebied Kom Moergestel, maar op het bestemmingsplan Buitengebied. Voorts is van belang dat woningen in het woongebied aan de Van Rijckevorssellaan op enige afstand van de perceelsgrenzen moeten worden gebouwd. Hiermee is gewaarborgd dat geen kwetsbare objecten binnen het veiligheidsgebied mogelijk zijn.
4.2 Waarde - Archeologie
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 24 Waarde - Archeologie - 1 en Artikel 25 Waarde - Archeologie - 3 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan � De gemeenteraad heeft op 5 november 2009 ingestemd met een nieuw gemeentelijk
archeologiebeleid. Daarmee is de eerste stap gezet in het voldoen aan de wettelijke taak om zelf archeologiebeleid op te stellen. Het Beleidsplan archeologie bevat een verwachtingskaart, een beleidskaart met bijbehorende matrixnormen.
� Besloten is dat deze kaarten met bijbehorende regels worden opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen.
� Voor het centrumgebied is de archeologische bestemming archeologie 1 opgenomen, voor andere hoger gelegen delen archeologie 3. Dit is op de beleidskaart weergegeven. In de tabel is aangegeven welke regels hierop van toepassing zijn.
� De opgenomen regels zijn grotendeels overeenkomstig het beleid zoals vastgelegd in de gemeentelijke archeologienota.
57
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
58
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
4.3 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Bijlage 6 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan � De bebouwing aan de Raadhuisstraat en Postelstraat wordt opgenomen als beschermd
dorpsgezicht, zodat de karakteristieke bebouwing wordt behouden. Het betreft de volgende gedeelten van de kern. 1. Raadhuisstraat 21 tot en met 37 (oneven), 12 tot en met 28 (even); 2. St. Jansplein 1 en 3; 3. Postelstraat 1 tot en met 13 (oneven), 2 tot en met 16 (even).
� Het gaat om behoud van de uitstraling van gebouwen aan de straatzijde. � Het gebied is gewaardeerd als zijnde van belang door architectuur/schoonheid,
cultuurhistorische waarde en de wetenschap (stedenbouwkundige historie, architectuurhistorie). De bestemming tot Beschermd Dorpsgezicht is niet bedoeld om tot een bevriezing van de situatie te komen, maar als toetsingkader voor verdere veranderingen, waarbij de genoemde zaken en kenmerken als uitgangspunt kunnen dienen bij wijzigingen, (her)bestemmingen en adviezen.
� In de bouwregels wordt bepaald dat een omgevingsvergunning moet passen in het beschermde dorpsgezicht. De aanvraag voor omgevingsvergunning wordt direct aan deze voorwaarde getoetst door het bevoegd gezag, in deze situatie het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk. In de praktijk wordt het college op dit onderdeel geadviseerd door de Monumentencommissie. Het staat het college altijd vrij advies in te winnen. Dit wordt meegenomen in de uiteindelijke beoordeling van de aanvraag voor omgevingsvergunning door het college.
� Het kan zijn dat de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit die direct past in het bestaande bebouwingsbeeld. Mocht het zo zijn dat gekozen wordt voor een afwijkende vormgeving, dan kan dit wellicht ook passen in het beschermd dorpsgezicht. Het is dan voor de hand liggend dat een en ander bij de aanvraag door de initiatiefnemer wordt toegelicht. Dit is geen vereiste, maar kan een bijdrage leveren aan een voortvarende toetsing door het college.
� De aanvraag voor het bouwen wordt getoetst op de volgende aspecten: 1. de architectonische waarde in verband met de afleesbare stijlontwikkelingen in de
bebouwing; 2. de gaafheid in hoofdvorm van stedenbouwkundige concepten; 3. de gaafheid in vorm èn details van gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische
waarde'; 4. de aanwezigheid van zowel vrijstaande, dubbele woonhuizen als ook grotere
complexen met bijzondere ensemblewaarde. � Tevens is een omgevingsvergunning, met voorwaarden, voor het eventueel slopen van
gebouwen voorgeschreven. � De beschrijving van het beschermd dorpsgezicht is opgenomen in Bijlage 6.
59
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
4.4 Waarde - Cultuurhistorie
� Aan de molenbiotoop van de molen aan Scheerman is de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie toegekend. Op de gronden met deze aanduiding gelden regels met betrekking tot de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de met de molenbiotoop samenvallende bestemmingen.
� Ook is een vereiste van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden opgenomen met betrekking tot de aanplant van bomen en het ophogen van gronden.
� Voor zover bebouwing of beplanting wordt gesitueerd die overeenkomt met de toelaatbare hoogte van bestaande bebouwing, dan zijn die bouwwerken en beplanting direct toegestaan.
4.5 Waterstaat
Voor de noordwestelijke hoek van de gronden van de Reuselhof is de bestemming Waterstaat opgenomen conform de regelgeving van het waterschap. Deze bestemming regelt de waterkeringsfunctie in verband met de Reusel.
4.6 Algemene regels
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in de Artikels 29, 30, 31, 32, 33, 34 en 35 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan In de algemene regels zijn de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels en de algemene wijzigingsregels opgenomen. Ook is een bepaling voor de werking van de wettelijke regelingen opgenomen, waarnaar elders in de regels wordt verwezen. Artikel 29 Antidubbeltelbepaling � Artikel 29 bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite
meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.
� Deze bepaling is conform artikel 3.2.4 van het Bro in het bestemmingsplan opgenomen. Artikel 30 Algemene bouwregels � Met de bepaling over bestaande maten (lid 2) wordt voorkomen dat bestaande situaties die
afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 - onbedoeld - geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht vallen.
� Op zich moeten bouwwerken die qua maatvoering afwijken van de regels, op dezelfde plaats worden terug gebouwd. Via een afwijkingsbepaling is het mogelijk dat bestaande afwijkingen worden verkleind, wanneer binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan wordt gebouwd. Hierbij kan gedacht worden aan een gebouw op een
60
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
smal perceel dat dichter op de zijdelingse perceelgrens staat dan het bestemmingsplan toelaat. Aan de andere kant mogen gebouwen, die groter zijn dan het bestemmingsplan toelaat, op een andere plek worden teruggebouwd als hiermee de afwijking met het plan gelijk blijft of kleiner wordt. In beide gevallen geldt dat er geen sprake mag zijn van onevenredige aantasting van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
� Het ondergronds bouwen is in de bouwregels van de nodige bepalingen voorzien. In dat kader kan ook een zwembad, via een afwijkingsprocedure, worden toegestaan.
Artikel 31 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening � In dit artikel wordt bepaald dat enkele bepalingen uit de bouwverordening niet van
toepassing zijn als aanvullende bepalingen op dit bestemmingsplan. Artikel 32 Algemene aanduidingsregels � Voor de gebieden die zijn gelegen in een 'veiligheidszone - leiding' geldt dat het aantal
kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten niet mag toenemen. In dit verband zijn wel de nodige begripsbepalingen opgenomen. De begripsbepalingen beperkt kwetsbaar object en kwetsbaar object zijn op maat gesneden voor dit bestemmingsplan. Objecten die zonder meer zijn uitgesloten, zijn in de opsomming achterwege gelaten.
Artikel 33 Algemene afwijkingsregels � Voor een aantal, ondergeschikte, afwijkingen ten opzichte van de planregels kan het
bevoegd gezag met dit artikel bij een omgevingsvergunning afwijken. Een uitzondering hierop vormen bepalingen waarvan reeds kan worden afgeweken of waarbij expliciet is bepaald dat geen afwijking is toegestaan.
Artikel 34 Algemene wijzigingsregels � In lid 1 is een algemene flexibiliteitsbepaling opgenomen om voor bepaalde onderdelen van
bestemmingen of gebouwen dan wel bouwwerken af te wijken van de bestemmingsgrenzen. Deze bepaling gaat verder dan die van artikel 30, vandaar dat hier altijd een wijziging voor nodig is van burgemeester en wethouders. Overigens geldt ook hier dat deze bepalingen als algemene regel gelden voor alle bestemmingen.
Artikel 35 Overige regels � Indien in dit bestemmingsplan verwezen wordt naar wettelijke regelingen geldt dat
verwezen wordt naar de tekst van de betreffende regeling zoals die gold op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.
4.7 Overgangs- en slotbepalingen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in 36 en 37 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
61
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 36 Overgangsrecht � In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van het gebruik en het bouwen in strijd met
het plan geregeld. In lid 1 is de in artikel 3.2.1 Bro voorgeschreven bepaling omtrent het overgangsrecht voor bouwwerken opgenomen.
� In lid 2 is de in artikel 3.2.2 Bro voorgeschreven bepaling omtrent het overgangsrecht voor gebruik opgenomen.
� In lid 3 is persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen voor het gebruik van het perceel Oisterwijkseweg 68 voor beperkte beoefening van instructiezwemmen. Deze bepaling geldt uitsluitend voor de in de bepaling genoemde personen. Voorts wordt verwezen naar de nadere toelichting in paragraaf 3.19.
Artikel 37 Slotregel � Dit bestemmingsplan heet Kom Moergestel.
62
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
63
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 5 Handhaving
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Actuele veranderingen � Handhaving van bestemmingsplannen en ruimtelijke regelgeving is de laatste jaren in een
steeds verder toenemende belangstelling komen te staan van bestuurlijk Nederland. � Door het plaatsvinden van enkele ingrijpende incidenten is de handhaving in een
stroomversnelling gekomen. In toenemende mate spreken burgers de gemeente aan op het handhaven van de (eigen) regels. Ook in de jurisprudentie is een verandering tot stand gekomen. De rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over het handhaven van de regelgeving en neemt zelfs in beginsel een plicht tot handhaving aan. Daarnaast krijgt de rechtszekerheid van bestemmingsplannen bij de rechterlijke toetsing een steeds belangrijker rol.
� Handhaving van regelgeving vraagt om actuele regels. Regels die zijn gebaseerd op gedateerde inzichten, hebben hun geloofwaardigheid verloren en kunnen in redelijkheid ook niet meer afgedwongen worden. Door verouderde regels neemt de kans op misbruik daarvan ook toe. Door de actualisering van de bestemmingsplannen worden nieuwe ruimtelijke kaders aangegeven en worden daarmee tevens de grenzen bepaald waarbinnen planologische veranderingen mogelijk zijn.
� De regels van het bestemmingsplan leggen een ruimtelijk relevante norm vast, met in bepaalde gevallen een daaraan gekoppelde ontheffingsmogelijkheid, die het bestuur de mogelijkheid geeft in te spelen op de dynamiek van de samenleving. Op die wijze wordt ook de gelegenheid geboden een belangenafweging te maken van de individuele belangen ten opzichte van het algemeen belang. Afwijkingen zijn echter gelimiteerd. Daar waar geen afwijkingen meer mogelijk zijn begint de handhaving.
� Gelet op de huidige (woning)marktsituatie kan sprake zijn van achterstallig onderhoud van panden of langdurige leegstand. Het bestemmingsplan is zodanig opgezet dat in een pand meer functies dan voorheen zijn toegestaan. Hiermee kan eenvoudiger worden voorzien in wensen die gericht zijn op intensivering, verbreding of vernieuwing van functies. Dit draagt bij aan de mogelijkheden voor behoud van de kwaliteit van het gebouw en de uitstraling alsmede behoud van het gebruik van panden.
Handhaving binnen de gemeente Oisterwijk Handhavingsbeleid � Op 31 januari 2012 heeft het college van Burgemeester & Wethouders ''het integraal
handhavingsplan gemeente Oisterwijk 2012-2015'' vastgesteld. Dit handhavingsplan bevat het beleidsmatig kader voor de handhaving van regels met betrekking tot gedrag van
64
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
mensen in relatie tot de fysieke omgeving. Het plan biedt een eenduidig kader voor de sturing van de uitvoering. Voor burgers en bedrijven is duidelijk hoe de gemeente haar handhavingstaak invult.
� Handhaving laat zich onderscheiden in toezicht en controle enerzijds en het opleggen van sancties anderzijds. Zowel toezicht als handhaving zijn gericht op twee typen regels. Allereerst zijn er regels voor gedrag dat de overheid niet wil verbieden, maar wel wil regelen, zoals het vestigen van bedrijven, het kappen van bomen of het uitbreiden van panden. Handhaving richt zich dan op de naleving van die regels. Daarnaast is er gedrag dat de overheid verbiedt, zoals het kweken van hennep en het dumpen van afval. Handhaving is dan gericht op bestrijding van dat gedrag. In beide gevallen kan het college handhavend optreden en waar nodig sancties opleggen. Zij kan dit doen met de tot haar beschikking staande bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en privaatrechtelijke handhavingsmiddelen.
Handhaving � Voor een aanvaardbaar handhavingsbeleid wordt in de eerste plaats gestreefd naar een
voldoende draagvlak. Een bestemmingsplan met weinig draagvlak houdt immers het risico in dat het slecht wordt nageleefd en is dan weinig zinvol. In verband hiermee is het bestemmingsplan zodanig opgezet dat het voor zoveel mogelijk betrokkenen een duidelijke, toegankelijke en op de hedendaagse behoeften en eisen afgestemde bestemmingsregeling bevat. Verder wordt informatie verstrekt omtrent de inhoud van het bestemmingsplan. Hiermee wordt onder andere beoogd het begrip bij de burger te vergroten. Het geven van voorlichting vormt daarmee ook een belangrijke schakel in de handhavingsactiviteiten.
� Van gemeentewege zijn in het kader van dit bestemmingsplan hiertoe de nodige activiteiten ondernomen. De uitgangspunten zijn op 15 september 2011 aan de bevolking, instanties en bedrijven gepresenteerd. Voorts is een inspraakbijeenkomst gehouden en is de vaststellingsprocedure doorlopen. Daarnaast worden de regels in de praktijk toegepast en gehandhaafd.
� Ten aanzien van overtredingen zal een actief handhavingsbeleid worden gevoerd. Getracht wordt de controlewerkzaamheden ten aanzien van geconstateerde overtredingen op een intensieve manier uit te voeren. Handhavingsactiviteiten worden zoveel mogelijk onderling afgestemd. Controle in het kader van het bestemmingsplan wordt gekoppeld aan controle in het kader van milieuwetgeving en omgekeerd. Dit is van belang om de benodigde inzet van extra middelen zo beperkt mogelijk te houden, maar ook om tot een samenhangend handhavingsbeleid te komen. Wanneer eenmaal sancties moeten worden getroffen, zal dit op consistente wijze, maar met oog voor de juridische spelregels, worden gedaan.
� Indien de activiteiten niet kunnen worden gelegaliseerd, zullen de instrumenten van aanschrijving, stillegging bouw, bestuursdwang en dwangsom worden toegepast. De uitvoering van de strafrechtelijke vervolging ligt in handen van het Openbaar Ministerie.
Verantwoording � De uitvoering en voortgang van de handhaving wordt jaarlijks vastgelegd in een verslag,
dat bestuurlijk wordt vastgesteld.
65
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
6.1 Economische uitvoerbaarheid
In de Wet ruimtelijke ordening is de grondexploitatiewet opgenomen. Deze afdeling regelt verplicht kostenverhaal door de gemeente. De gemeente legt dit kostenverhaal vast in een exploitatieplan. Kostenverhaal dient onder andere te worden verzekerd bij een bestemmingsplan wat rechtstreeks bouwplannen mogelijk maakt. Het voorliggende bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend. Om deze reden is door de raad besloten om voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen.
6.2 Wat ging er aan de procedure van het bestemmingsplan vooraf
� Binnen de gemeentelijke organisatie hebben twee rondes besprekingen plaatsgevonden. De uitgangspunten in dit bestemmingsplan komen onder andere uit deze besprekingen.
� Een informatiebijeenkomst is op 15 september 2011 gehouden in de Tiliander in Oisterwijk. Het was een druk bezochte bijeenkomst. De reacties waren met name gericht op de volgende aspecten.
� De keuzes worden voorzien van heldere motiveringen. � Duidelijkheid over het al dan niet toestaan van veranderingen in de kern is belangrijk.
1. Bij bebouwing achter op de percelen is specifiek aandacht nodig voor de effecten voor aangrenzende (woon)percelen, de ontsluiting en de parkeerdruk.
2. Op zich geeft dit niet direct aanleiding tot beperking van uitbreidingsmogelijkheden voor erfbebouwing. Daaruit vloeit geen extra parkeerdruk voort.
3. De huidige wetgeving (Wabo) staat immers uitbreiding tot bepaalde maatvoeringen toe zonder vergunning.
� De vraagstukken van parkeerdruk en verkeersdrukte in de straten zijn met name belangrijke aspecten bij activiteiten in een woning. Een duidelijke uitstraling van zo'n activiteit (reclamebord voor in de tuin) is ongewenst. 1. In de regeling zijn voorwaarden opgenomen gericht op kleinschaligheid en bijvoorbeeld
de 'begrenzing' dat er geen extra parkeerdruk mag ontstaan. Hiermee worden excessen voorkomen.
66
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
2. Het idee van bijvoorbeeld onderlinge afstandsmaten tussen activiteiten aan huis (bijvoorbeeld 50 of 100 meter) wordt niet voorgestaan. Dit belemmert individuele burgers; in de praktijk komen al meerdere situaties voor die zouden afwijken van een afstandsmaat.
3. Het accent zal vooral liggen op een stringente toetsing van dit aspect. In bijlage Achtergronden van het bestemmingsplan is een specifieke toelichting opgenomen van de toepassing van de voorwaarden die in de regeling zijn genoemd. Dit biedt een goede basis om in voorkomend geval op te treden of medewerking te onthouden.
� Wie zorgt waarvoor? Dat is een vraag die vaker aan de orde kwam. Gevraagd is om in de toelichting van het bestemmingsplan inzicht te geven in bijvoorbeeld of een bepaald aspect wel of niet in het bestemmingsplan wordt geregeld? Genoemde aspecten zijn de verkeersstructuur, parkeergelegenheid, verkeerssnelheid, groen- en wegenonderhoud.
� Behoefte bestaat aan het goed informeren in het communicatietraject over: a. de momenten waarop eenieder kan reageren; b. de aanpassingen in het bestemmingsplan; c. de status van het bestemmingsplan.
� De gegeven reacties betekenen dat in de toelichting en regeling extra aandacht is gegeven aan duidelijkheid, uitleg en (korte) motiveringen van gemaakte keuzes.
� Het al dan niet bieden van ontwikkelingsmogelijkheden in het centrum van Moergestel vraagt in de communicatie veel aandacht. 1. In goed leesbare overzichten zullen de keuzes worden weergegeven, voorzien van
heldere motiveringen. 2. Ongeacht een goede uitleg zullen diverse partijen verschillend aankijken tegen de
keuzes. Dit is ook logisch omdat de belangen en perspectieven in dit gebied complex zijn, mede door de huidige onzekere marktsituatie.
3. Hierop wordt uitvoerig ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 3.7).
6.3 Hoe verloopt de procedure?
� Het concept ontwerpbestemmingsplan Kom Moergestel is afgerond in het voorjaar van 2012.
� Van 16 maart tot en met 26 april 2012 heeft het plan ter inzage gelegen. Gedurende deze periode konden er inspraakreacties worden ingediend.
� Op internet is de mogelijkheid geboden het plan vanaf de gemeentelijke website of vanaf de website 'ruimtelijke plannen' in te zien.
� Op 29 maart heeft er een inloopbijeenkomst plaatsgevonden. � Instanties hebben in het kader van het vooroverleg de kans gekregen om te reageren. � Ambtshalve is het gewenst een aantal wijzigingen door te voeren. � In totaal zijn er 119 inspraakreacties en 3 overlegreacties. Deze zijn samengevat en
samen met de wijzigingen van commentaar voorzien in 'Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijziging, gemeente Oisterwijk, augustus 2012' (toegevoegd in Bijlage 7).
� De inspraak- en overlegreacties en de wijzigingen op het bestemmingsplan zijn door het college vastgesteld.
� Eenieder is opnieuw de gelegenheid geboden hierop te reageren door middel van een zienswijze (najaar 2012) De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan vastgesteld (27 juni 2013), waarna de indieners van een zienswijze zijn geïnformeerd over de beantwoording en/of verwerking van de reacties in het bestemmingsplan.
� Op de website van de gemeente Oisterwijk kan iedereen steeds nagaan hoe het staat met de werkzaamheden en planning van het bestemmingsplan voor Kom Moergestel.
67
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
� In Bijlage 10 zijn het raadsbesluit en de nota zienswijzen en wijzigingen bij vaststelling opgenomen. Daaraan is een werkdocument toegevoegd van het raadsbesluit; zie voor een toelichting de aanhef van het werkdocument.
68
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
69
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Bijlage 1 Achtergronden van het bestemmingsplan Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Activiteiten Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bijlage 4 Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Bijlage 5 Toelichting op bijzondere woonvormen Bijlage 6 Beschermd dorpsgezicht Kom Moergestel Bijlage 7 Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijzigingen Bijlage 8 Kwantitatieve risicoanalyse PRB-leiding Bijlage 9 Herprogrammering woningbouw gemeente Bijlage 10 Raadsbesluit en nota zienswijzen en raadsbesluit werkdocument
70
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
regels
72
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
73
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan het bestemmingsplan Kom Moergestel van de gemeente Oisterwijk, nummer NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003.
1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 achterste perceelsgrens de van de weg af gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg afgekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een achterste perceelsgrens aan.
1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aanbouw en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.7 aaneengebouwde woningen woningen waarbij meer dan twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.
1.8 aan-huis-gebonden beroep een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch gebied, dat in een woning, aanbouw en uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Activiteiten.
1.9 agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en / of het houden van dieren, nader te onderscheiden in: a. grondgebonden agrarisch bedrijf:
74
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
2. bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen;
3. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond; 4. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee waarbij de productie
(nagenoeg) geheel afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel;
5. paardenhouderij: het fokken van paarden, het houden, stallen of africhten van paarden ten behoeve van de vlees- en/of melkproductie, handel en/of de gebruiksgerichte paardenhouderij;
6. sierteelt: de teelt van siergewassen op open grond al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
b. niet-grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; 2. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder begrepen, in
gebouwen; 3. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en
(nagenoeg) zonder weidegang waarbij de productie (nagenoeg) niet afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel;
c. aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen waaronder begrepen zagers, schelpdieren en vissen;
d. overige teelten van gewassen of dieren, al dan niet in gebouwen.
1.10 agrarische deskundige Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen.
1.11 agrarische hulp- en nevenbedrijf a. een bedrijf dat is gericht op het opslaan van en leveren van goederen aan uitsluitend of
overwegend agrarische bedrijven en/of het opslaan en verwerken van producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder begrepen mestopslagruimten met een regionale functie;
b. een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur (zoals loonbedrijven).
1.12 archeologisch deskundige een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek, in het bezit van een opgravingsbevoegdheid.
1.13 archeologisch onderzoek onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.14 archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied in het bodemarchief voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden.
1.15 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
75
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.16 bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.17 beperkt kwetsbare objecten als beperkt kwetsbare objecten worden aangemerkt: a. (agrarische) bedrijfsgebouwen; b. bedrijfswoningen; c. woonwerkwoningen; d. woningen in lintbebouwing (zijnde een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een
weg, doorgaans dubbelzijdig aanwezig).
1.18 bestaande bouwwerken bouwwerken die bestaan of kunnen worden gebouwd op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.19 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.20 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.21 Bevi-inrichtingen bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.22 bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.23 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.24 bouwgrens de grens van een bouwvlak.
1.25 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 bouwperceelsgrens een grens van een bouwperceel.
1.27 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.28 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
76
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.29 bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf een eenvoudig bouwwerk voor recreatief verblijf, niet zijnde een recreatiewoning, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
1.30 bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.31 bijzondere woonvorm een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.
1.32 bruto vloeroppervlak de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.33 centrale voorzieningen gebouwen ten dienste van verblijfsrecreatieve bedrijfsuitoefening, zijnde sanitaire voorzieningen, kantines, kantoren, recepties, zalen, beheerloodsen, overdekte zwembaden en overige overdekte sport-, spel- en speelvoorzieningen.
1.34 consumentenvuurwerk vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.35 cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.36 dagrecreatie vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie.
1.37 dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.38 dakopbouw een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
1.39 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
77
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.40 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel in de volgende categorieën: a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten,
motoren, caravans, landbouwwerktuigen, zwembaden en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
c. tuincentra; d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met
woninginrichting en stoffering; e. bouwmarkten.
1.41 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
1.42 evenementen gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
1.43 extensieve dagrecreatie niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.44 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.45 gestapelde woning een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
1.46 hobbymatig houden van vee het houden van vee in geringe aantallen ten behoeve van eigen genot en gebruik.
1.47 hobbymatige paardrijactiviteiten het hobbymatig houden van paarden en/of pony's hoofdzakelijk ten behoeve van eigen gebruik en ondergeschikt ten behoeve van verhuur en het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
1.48 hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.49 hoofdverblijf de plaats die fungeert als het centrum van sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene, die voor permanente bewoning geschikt is en tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid, zijnde een gebouw of een deel van een gebouw dat:
78
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
a. of door eenzelfde persoon of huishouden gebruikt wordt als woonruimte op een wijze die, ingevolge het bepaalde in artikel 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de basisadministratie van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen;
b. of indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres is waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; met dien verstande dat van een gebruik als hoofdverblijf voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdverblijf kan worden beschikt.
1.50 huishouden de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.
1.51 internethandel verkoop via internet aan particulieren, zonder showroom en waarvan de bestelling en betaling voornamelijk via internet verloopt en bezorging per post, alsmede opslag zonder dat producten ter plaatse worden afgehaald, bekeken of betaald.
1.52 kamerverhuur het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
1.53 kampeermiddelen niet als bouwvergunningplichtig bouwwerk aan te merken tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel.
1.54 kantoor voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.55 kassen bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 meter of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
1.56 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.57 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
79
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.58 kwetsbare objecten als kwetsbare objecten worden aangemerkt: a. woningen, voor zover geen beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in beperkt kwetsbare
objecten; b. verblijfsrecreatieve voorzieningen bestemd voor recreatief nachtverblijf van meer dan 50
personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
1.59 logies voor arbeidsmigranten het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
1.60 mantelzorg het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.61 milieudeskundige een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieuhygiëne.
1.62 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.63 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
1.64 permanente bewoning gebruik van een gebouw door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in de basisadministratie van de gemeente Oisterwijk.
1.65 peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruin van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van
het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.66 perceel een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik.
1.67 standplaats het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in een kampeermiddelen en/of voor bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief de bij dat middel behorende ondergeschikte onderkomens en deze mogen gedurende het gehele jaar aanwezig zijn en gebruikt worden.
80
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.68 recreatief nachtverblijf nachtverblijf door één of meerdere personen in een kampeermiddelen en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoning die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.69 reëel agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf, dat duurzaam werkgelegenheid biedt aan ten minste een halve arbeidskracht (afhankelijk van het aantal dieren, aard van de gewassen de hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf), waarbij de continuïteit op langere termijn gewaarborgd is.
1.70 Staat van Activiteiten de Staat van Activiteiten die deel uitmaakt van deze regels.
1.71 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die deel uitmaakt van deze regels.
1.72 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die deel uitmaakt van deze regels.
1.73 Staat van Horeca-activiteiten de Staat van Horeca-activiteiten die deel uitmaakt van deze regels.
1.74 standplaatsgrens de grens van een standplaats.
1.75 standplaatsgrootte de oppervlakte van een standplaats.
1.76 teeltondersteunende voorziening voorzieningen of constructies die bij agrarische bedrijven worden toegepast om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te bevorderen, de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren of de kwaliteit van producten te verbeteren, nader te onderscheiden in: a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen: voorzieningen die niet langer dan 6 maanden
gedurende een jaar worden geplaatst, te onderscheiden in: 1. lage tijdelijke voorzieningen: voorzieningen zoals afdekfolies, acryldoek, insectengaas,
tunnels met een bouwhoogte van niet meer dan 1,50 meter; 2. hoge tijdelijke voorzieningen: voorzieningen zoals hagelnetten, schaduwhallen,
wandelkappen en regenkappen met een bouwhoogte van meer dan 1,50 meter; b. permanente teeltondersteunende voorzieningen, te onderscheiden in:
1. lage permanente voorzieningen: voorzieningen zoals containervelden; 2. hoge permanente voorzieningen; voorzieningen zoals kassen, tunnelkassen,
rolkassen, gaaskassen, stellingen en regenkappen met een bouwhoogte van meer dan 1,50 meter.
1.77 twee-aaneen gebouwde woning woning waarbij twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.
1.78 verblijfsrecreatie het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
81
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.79 verkoopvloeroppervlak de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
1.80 voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.81 voorgevelrooilijn de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.
1.82 voorste bouwgrens de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.
1.83 voorste perceelsgrens de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan.
1.84 vrijstaande woning een woning waarbij het hoofdgebouw niet direct is verbonden met een naastgelegen hoofdgebouw en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
1.85 voorgevelrooilijn de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.
1.86 voorste bouwgrens de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.
1.87 voorste perceelsgrens de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan.
1.88 voorzieningen voor opslag voorzieningen voor de opslag van onder andere voer, (kunst)mest, water, warmte, CO2 of daarmee vergelijkbare stoffen, nader te onderscheiden in: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals mestsilo's, voedersilo's, sleufsilo's, watertanks
en CO2-opslagtanks; b. geen bouwwerken zijnde, zoals mestzakken, verhardingen of foliebassins.
1.89 woning een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.90 waterhuishoudkundige voorzieningen voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
82
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1.91 Wgh-inrichtingen bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.92 woonwagen een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.93 woonwerkwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, behorend bij een bedrijf op hetzelfde perceel, waarbij de bewoner daadwerkelijk en duurzaam bij de dagelijkse bedrijfsvoering van het bedrijf is betrokken.
1.94 zomerseizoen de periode van 1 maart tot 15 november.
1.95 zijdelingse perceelsgrens de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
83
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 2 Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste
punt van de (schotel)antenne-installatie; b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de
voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
2.5 dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten: a. indien zich aan de voorgevelzijde een goot/druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk
te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde; b. indien zich – ingeval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen
goot/druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte.
2.7 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.8 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.10 vloeroppervlakte de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
84
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
85
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.3.
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven; en tevens voor: b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1': uitsluitend voor
hobbymatig en ondergeschikt agrarisch gebruik, zoals hobbymatig houden van vee, hobbymatige paardrijactiviteiten;
c. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets- en wandelpaden en voorzieningen;
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Binnen het bouwvlak a. binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd:
1. gebouwen; 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' is geen woning
toegestaan; d. de goothoogten, bouwhoogte, oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk,
geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
86
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
bouwwerk goothoogte bouwhoogte oppervlakte/inhoud 1. bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)
7 m 11 m 750 m³
2. bijgebouwen bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen
3,5 m 6 m 100 m2
3. silo's (met uitzondering van mestopslagruimten)
12 m
4. mestopslagruimten als zelfstandig bouwwerk
6 m 2.500 m³
5. biomassa- en mestvergistingsinstallaties
6 m 10 m
6. warmtekrachtkoppeling, opslagtanks
8 m
7. wateropslagruimten als zelfstandig bouwwerk
6 m
8. overige bedrijfsgebouwen en overkappingen
7 m 11 m
9. erf- of terreinafscheidingen
2 m
10. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
6 m
11. bestaande maten lid 30.2.2 e. de afstand van gebouwen en/of voorzieningen voor opslag tot de zijdelingse perceelsgrens
bedraagt ten minste 5 meter. 3.2.2 Buiten het bouwvlak a. buiten bouwvlakken zijn uitsluitend toegestaan:
1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen en voorzieningen voor opslag;
2. één gebouw per perceel, waarvan de oppervlakte ten hoogste 20 m2 bedraagt en de bouwhoogte ten hoogste 3 meter, op gronden zonder de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1';
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste
6 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels: 3.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan.
87
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 3.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 3.2.1; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 3.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
88
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
3.4 Afwijken van de gebruiksregels 3.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 3.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
3.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 3.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
3.5 Wijzigingsregels 3.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen of de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen of de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's wordt
opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen n de betreffende straat;
c. het aantal woningen mag niet toenemen; d. de wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke
vorm van agrarisch - 1 '.
89
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 4 Bedrijf
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4.
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
'functiemenging'; b. een bedrijfswoning, daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroep en
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; c. een woonwerkwoning, daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroep
en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; d. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne; e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen; f. ter plaatse van de aanduiding 'tuin': uitsluitend een tuin; g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; uitsluitend een
verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel;
h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens twee woningen; i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
90
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
gebouwen en overkappingen
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk/wijz
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee ja nee b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning per perceel 1 nee c. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tussen gebouwen onderling indien niet aaneen gebouwd
1 m nee
2. tot aan zijdelingse perceelsgrens 3 m nee d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de bedrijfswoning of woonwerkwoning tot aan voorgevelrooilijn
5 m nee
e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'
43 m nee
3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m nee f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel 60% nee 2. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' 100% nee g. inhoud bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning 750 m³ nee h. bestaande maten lid 30.2.2
91
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
4.3 Specifieke gebruiksregels 4.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen zijn niet toegestaan, met
uitzondering van productiegebonden ondergeschikte detailhandel en detailhandel als genoemd in lid 4.1 en als bedoeld onder b, c, d en e;
b. de oppervlakte van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 125 m²;
c. productiegebonden ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot 10% van het totale brutovloeroppervlak tot een maximum van 150 m² verkoopvloeroppervlak;
d. detailhandel in auto's, caravans, motorfietsen en vrachtauto's is toegestaan; e. internethandel is toegestaan; f. ondergeschikte kantoorruimten behorende bij het bedrijf is toegestaan tot 20% van de
bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; j. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
k. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan; tussen de voorste perceelsgrens en voorste bouwgrens is geen opslag van goederen toegestaan;
l. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan. 4.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.
92
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
4.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 4.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 4.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels 4.4.1 Ondergeschikt kantoor Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 onder e voor een grotere oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten ten behoeve van het gevestigde bedrijf, met dien verstande dat: a. de oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten niet meer mag bedragen dan 40% van
de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; b. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende
parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 4.4.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het
betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
met inachtneming van de volgende bepalingen: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan; e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn
niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; g. de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden
93
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
h. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige omtrent de vraag of aan de genoemde criteria voor het afwijken van de gebruiksregels is voldaan.
4.4.3 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 4.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
4.4.4 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 4.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid 4.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van
aangrenzende percelen n de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; d. van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt;
94
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
e. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja 4.5.2 Nutsvoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemmingen Groen, Verkeer of Water indien de nutsvoorziening wordt opgeheven.
95
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 5 Bedrijventerrein
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.5.
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met
categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met
categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met
categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 10': tevens een
bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste de voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':
aanduiding
SBI-code uit ten hoogste milieucategorie
1. specifieke vorm van bedrijf - 1 3101 3.2 2. specifieke vorm van bedrijf – 2 2511 3.2 3. specifieke vorm van bedrijf – 3 2041 4.2 4. specifieke vorm van bedrijf – 4 2562 3.2 5. specifieke vorm van bedrijf – 5 2932 3.2 6. specifieke vorm van bedrijf – 6 2561 3.2 7. specifieke vorm van bedrijf – 7 152 3.1 8. specifieke vorm van bedrijf – 8 310 3.2 9. specifieke vorm van bedrijf - 9 3101 3.2 10. specifieke vorm van bedrijf - 10 4332 3.2 e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning of een
woonwerkwoning; f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor; g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; tevens een
verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg, en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel, een en ander deel uitmakend en ondergeschikt aan het aanwezige bedrijf;
h. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; i. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': tevens een windturbine; j. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': uitsluitend een
zend-/ontvangstinstallatie; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
96
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
5.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk/ wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee ja nee b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning per aanduiding 'bedrijfswoning'
1 lid 5.6.1
c. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tussen gebouwen onderling indien niet aaneen gebouwd
1 m nee
2. tot aan zijdelingse perceelsgrens 3 m nee d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de bedrijfswoning of woonwerkwoning tot aan voorgevelrooilijn
5 m nee
e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2,5 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m ja, zie lid 5.3
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. windturbine ter plaatse van de aanduiding 'windturbine'
28 m nee
3h. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'
43 m nee
3i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m nee f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel 80 % nee g. inhoud bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning 750 m³ nee h. bestaande maten lid 30.2.2
97
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
5.2.1 Woonwerkwoning Voor een woonwerkwoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' gelden tevens de volgende regels: a. per bouwperceel is ten hoogste 1 woonwerkwoning toegestaan; b. een woonwerkwoning is toegestaan, indien op het bouwperceel een bedrijfsgebouw
aanwezig is en/of gelijktijdig met de woning wordt gebouwd, waarbij de oppervlakte van het bedrijfsgebouw minimaal drie maal zo groot is als van de woonwerkwoning;
c. de woonwerkwoning vormt één bouwmassa met of is aangebouwd aan een bedrijfsgebouw.
5.3 Afwijken van de bouwregels 5.3.1 Terreinafscheiding Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot
ten hoogste b. lid 5.2 onder d.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
4 m
5.4 Specifieke gebruiksregels 5.4.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen zijn niet toegestaan, met
uitzondering van productiegebonden ondergeschikte detailhandel en detailhandel als genoemd in lid 5.1 en als bedoeld onder h en in dit lid onder b, c, d en e;
b. het verkoopvloeroppervlak van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 75 m²;
c. productiegebonden ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot 10% van het totale brutovloeroppervlak tot een maximum van 150 m² verkoopvloeroppervlak;
d. detailhandel in auto's, caravans, motorfietsen en vrachtauto's is toegestaan; e. internethandel is toegestaan; f. ondergeschikte kantoorruimten behorende bij het bedrijf is toegestaan tot 20% van de
bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; j. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
k. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan; tussen de voorste perceelsgrens en voorste bouwgrens is geen opslag van goederen toegestaan;
l. het onbebouwde deel van de gronden gelegen tussen het hoofdgebouw en de voorgevelrooilijn voor meer dan 25% anders te gebruiken dan voor groenvoorzieningen;
m. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan.
98
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
5.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 5.4.3 Afhankelijke woonruimte Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 5.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels 5.5.1 Ondergeschikte detailhandel Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4.1 voor het toestaan van ondergeschikte detailhandel indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de detailhandel is ondergeschikt in termen van omzet tot ten hoogte 10% van de totale
jaaromzet; b. de detailhandelsfunctie bedraagt ten hoogte 10% van het totale bruto vloeroppervlak, met
een maximale omvang van 150 m2 verkoopvloeroppervlak; c. de detailhandel vindt in een afgeschermde ruimte plaats; de overige bedrijfsruimte is niet
toegankelijk voor consumenten (dus 1 gebouw/ 1 geheel); d. de detailhandel staat in directe relatie met de aanwezige bedrijfsvoering; e. voor de detailhandel gelden de openingstijden die ook voor reguliere detailhandel van
toepassing zijn; f. er wordt voorzien in parkeerruimte op eigen terrein; g. inzake de brandveiligheid wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving; h. bij afwijking voor detailhandel bij groothandel is uitsluitend ondergeschikte detailhandel als
bedoeld in lid 5.5.1 onder a en b toegestaan in volumineuze goederen; i. er is geen sprake van ontoelaatbare verkeersafwikkeling.
99
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
5.5.2 Ondergeschikt kantoor Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.1 onder f voor een grotere oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten ten behoeve van het gevestigde bedrijf, met dien verstande dat: a. het de oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten niet meer mag bedragen dan 40%
van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; b. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende
parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 5.5.3 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het
betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
met inachtneming van de volgende bepalingen: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan; e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn
niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; g. de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
h. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige omtrent de vraag of aan de genoemde criteria voor het afwijken van de gebruiksregels is voldaan.
5.5.4 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 5.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid 5.6.1 Woonwerkwoningen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijventerrein wijzigen voor het toestaan van een woonwerkwoning, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wijzigingsgebied
woonwerkwoningen';
100
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
b. in het wijzigingsplan wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' opgenomen; c. voldaan wordt aan het bepaalde als bedoeld in lid 1.93 en lid 5.2.1; d. in aanvulling op het vorenstaande wordt tevens aan de volgende aspecten getoetst: c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie lid 5.2.1) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja
101
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 6 Bos
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.6.
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. water; c. waterhuishoudkundige voorzieningen, d. extensieve dagrecreatie; e. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.
6.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: ja ja b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'maximale goothoogten (m)'
2. bouwhoogte zie aanduiding 'maximale
bouwhoogte (m)'
1 m
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m 3b. lichtmasten en overige masten 10 m 3c. vrijstaande antennes 15 m 3d. speelvoorzieningen 3 m 3e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m c. de afstand bedraagt niet minder dan 1. tot perceelsgrens 5 m d. de oppervlakte bedraagt niet minder dan: 1. gezamenlijk per bestemmingsvlak 12 m²
102
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 6.1 onder d: omgevingsvergunning
vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
ja
2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
ja
3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds
ja
4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage
ja
5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen
ja
6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur
ja
7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties
ja
8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen
nee
9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
103
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 7 Centrum - 1
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.7.
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein,
museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. detailhandel; c. dienstverlening; d. evenementen; e. horecabedrijven tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; f. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse
opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
g. wonen in een woning; h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van
de cultuurhistorische waarde; i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met
categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
104
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
7.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw aanbouw en
uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk/ wijz
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan:
1. woningen per aanduiding zie aanduiding 'Maximum aantal wooneenheden'
lid 7.4.1
c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand ja nee 2. twee-aaneen ja nee 3. aaneengebouwd ja nee 4. gestapeld ja nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan:
1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn
5 m
e. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogten zie aanduiding 'Maximale
goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
6 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per perceel 60% nee
g. bestaande maten lid 30.2.2
105
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
7.3 Specifieke gebruiksregels 7.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane
grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de
voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 7.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 7.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 7.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
106
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
7.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 7.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 7.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 7.1 genoemd. 7.3.6 Afwijken uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 7.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
7.3.7 Afwijken logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 7.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
107
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
7.4 Wijzigingsbevoegdheid 7.4.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja
7.4.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Centrum - 1 wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform
de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu
opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
108
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm'
opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -
bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
7.4.3 Parkeerterrein Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'parkeerterrein' verwijderen of verplaatsen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. aangetoond wordt dat elders ter plaatse van het perceel of in de directe omgeving
voldoende parkeergelegenheid aanwezig is of wordt aangelegd, zoals dit wordt getoetst aan de Parkeerverordening gemeente Oisterwijk 2010;
b. als waarborg van voldoende parkeergelegenheid kan de aanduiding 'parkeerterrein' elders op het perceel worden opgenomen;
c. bij het toestaan van nieuwe gebouwen mag dit geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
109
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 8 Centrum - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein,
museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. detailhandel; c. dienstverlening; d. evenementen; e. kantoor; f. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse
opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
g. wonen in een woning; h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van
de cultuurhistorische waarde; i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met
categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeer': tevens
ontsluiting voor langzaam verkeer; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
110
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
8.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw aanbouw en
uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen ge-bouw zijnde
afwijk wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan:
1. woningen per aanduiding zie aanduiding 'Maximum aantal wooneenheden'
lid 8.5.1
c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand ja nee 2. twee-aaneen ja nee 3. aaneengebouwd ja nee 4. gestapeld ja nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan:
1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn
5 m
e. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogten zie aanduiding 'Maximale
goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
6 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per perceel 60 %
g. bestaande maten lid 30.2.2
111
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
8.3 Specifieke gebruiksregels 8.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane
grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de
voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan; j. een supermarkt is niet toegestaan. 8.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 8.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 8.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
112
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
8.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 8.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 8.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 8.1 genoemd.
8.4 Afwijken van de gebruiksregels 8.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 8.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
8.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 8.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
113
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
8.5 Wijzigingsbevoegdheid 8.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en
moet hier aan voldoen: wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a.een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja
8.5.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Centrum - 2 wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform
de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu
opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
114
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm'
opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -
bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
115
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 9 Gemengd
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9.
9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. kantoor; c. wonen in een woning; d. bedrijfswoning; e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van
de cultuurhistorische waarde; f. ter plaats van de aanduiding detailhandel: tevens detailhandel; g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1': tevens voor
detailhandel en opslag van consumentenvuurwerk tot ten hoogste 10.000 kg; h. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; uitsluitend een
verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel;
i. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': uitsluitend een vulpunt lpg; j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
116
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
9.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw aanbouw en
uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan:
1. woningen per aanduiding zie aanduiding 'Maximum aantal wooneenheden'
lid 9.5.1
c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand ja nee 2. twee-aaneen ja nee 3. aaneengebouwd ja nee 4. gestapeld ja nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan:
1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn
5 m nee
e. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogten zie aanduiding 'Maximale
goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
7 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3f. pergola's 2,75 m nee 3g. speelvoorzieningen 3 m nee 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per perceel 60% nee
g. bestaande maten lid 30.2.2
117
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
9.3 Specifieke gebruiksregels 9.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane
grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de
voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan, met uitzondering van het
bepaalde in lid 9.1 sub g; e. de oppervlakte van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor
motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 125 m²; f. detailhandel in volumineuze goederen en / of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; i. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
j. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan; k. een supermarkt is niet toegestaan. 9.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 9.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 9.2;
118
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
9.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels 9.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 9.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
9.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 9.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
119
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
9.5 Wijzigingsbevoegdheid 9.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en
moet hier aan voldoen: wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja 9.5.2 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van
aangrenzende percelen in de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen;
120
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn;
d. van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
e. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja 9.5.3 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform
de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu
opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm'
opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -
bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
121
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 10 Gemengd - Horeca
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.10.
10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd - Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. horecabedrijven tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met
categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; d. kantoor; e. wonen in een woning; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
122
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
10.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw aanbouw en
uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk / wijz
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan:
1. woningen per aanduiding zie aanduiding 'Maximum aantal wooneenheden'
lid 10.5.1
c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand ja nee 2. twee-aaneen ja nee 3. aaneengebouwd ja nee 4. gestapeld ja nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan:
1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn
5 m nee
e. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogten zie aanduiding 'Maximale
goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
7 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3f. pergola's 2,75 m nee 3g speelvoorzieningen 3 m nee 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
g. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per perceel 60% nee
h. bestaande maten lid 30.2.2
123
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
10.3 Specifieke gebruiksregels 10.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. dienstverlening en kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane grond; b. de toegang tot dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de voorste
perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en / of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit
milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 10.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 10.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 10.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
124
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
10.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 10.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 10.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels 10.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 10.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
10.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 10.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
125
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
10.5 Wijzigingsbevoegdheid 10.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja
10.5.2 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van
aangrenzende percelen in de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen;
126
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn;
d. van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
e. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja 10.5.3 Omzetting naar detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen in de bestemming Gemengd om functiewisseling naar detailhandel mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. in het wijzigingsplan wordt de bestemming Gemengd met functieaanduiding 'detailhandel'
opgenomen; c. de detailhandelsvestiging mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu
opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; d. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende
parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 10.5.4 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform
de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen en in de omgeving;
127
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm'
opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -
bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
128
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 11 Gemengd - Voorzieningen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.11.
11.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein,
museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse
opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats: uitsluitend een begraafplaats; d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van
de cultuurhistorische waarde; e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd - 1': uitsluitend de uitoefening van het openbaar
bestuur, de dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele doeleinden, de godsdienstuitoefening, het onderwijs, de bejaardenzorg met bijbehorende bewoning, de volksgezondheid en daarmee gelijkt te stellen instellingen, maar geen opvang van jongeren of psychische en/of verslavingszorginstelling;
f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
129
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
11.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee ja nee b. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tot zijdelingse perceelsgrens 3 m nee c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m lid 11.3
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3f. pergola's 2,75 m nee 3g. speelvoorzieningen 3 m nee 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per bouwvlak zie aanduiding 'Maximum
bebouwings- percentage (%)'
nee
2. gezamenlijk per perceel indien geen maatvoeringsaanduiding
60% nee
3. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats'
100 m2 nee
e. bestaande maten lid 30.2.2
130
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
11.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot
ten hoogste a. lid 11.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
2 m
11.4 Specifieke gebruiksregels 11.4.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid 11.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Voorzieningen wijzigen in de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's of Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's of Wonen - Woningen wordt opgenomen
overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen n de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; d. van het bepaalde onder d mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
131
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
f. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder d en e) ja 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja 2b. het beleid inzake water ja 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja
132
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 12 Groen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.12.
12.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': tevens een begraafplaats; c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van
de cultuurhistorische waarde; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - afschermende beplanting':
uitsluitend afschermende beplanting; e. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; f. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige
voorzieningen.
12.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: nee ja b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m 2. lichtmasten en overige masten 10 m 3. vrijstaande antennes 15 m 4. speelvoorzieningen 3 m 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m
12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 12.1 onder d: omgevingsvergunning
vereist a. werken en werkzaamheden: 1. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere afschermende beplanting
ja
2. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen
nee
3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning: De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.3 onder d zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de afschermende werking van de beplanting niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
133
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
12.4 Wijzigingsbevoegdheid 12.4.1 Verkeer en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Groen wijzigen in de bestemmingen Verkeer of Water, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
134
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.13.
13.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': volkstuinen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals beheers- en dienstgebouwen, groen,
parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee ja nee b. aantal bedraagt niet meer dan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' per perceel
1
2. per volkstuin 2 c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. per volkstuin 20 m² nee 2. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' per bestemmingsvlak voor beheers- en dienstgebouwen
75 m² nee
e. bestaande maten lid 30.2.2
135
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
13.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 13.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
2 m
136
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.14.
14.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatie; a. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': voor verblijfsrecreatie in een
kampeermiddelen en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf; b. voorzieningen voor dienstverlening, beheer, onderhoud en sanitaire voorzieningen voor
gezamenlijk gebruik ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein alsmede horeca tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
c. kampeermiddelen voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel;
d. een bedrijfswoning; e. centrale voorzieningen voor gezamenlijk gebruik ten behoeve van de verblijfsrecreatie op
hetzelfde terrein; f. de bij deze bestemming behorende spel-, sport- en speelvoorzieningen en kleinschalige
dagrecreatieve voorzieningen; g. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water,
waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen.
14.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 14.2.1 Toelaatbare bebouwing Op deze gronden mag worden gebouwd: a. ter plaatse van het bouwvlak:
1. gebouwen en overkappingen ten behoeve van alle voorzieningen; 2. bouwwerk, geen gebouwen zijnde;
b. ter plaatse van het bouwvlak op een standplaats; 1. bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met bijbehorende aan- of
uitbouwen en bijgebouwen; 2. bouwwerk, geen gebouwen zijnde;
c. buiten het bouwvlak: 1. bouwwerk, geen gebouwen zijnde.
14.2.2 Maatvoeringen Afstanden a. de afstand van gebouwen tot aan perceelsgrenzen bedraagt minimaal 2,5 m; b. de afstand van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf tot aan de grens van een
standplaatsgrens bedraagt 0 of ten minste 1 m; c. de afstand tussen een bijgebouw en de grens van een standplaatsgrens bedraagt 0 of ten
minste 1 m.
137
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Oppervlakten, goot- en bouwhoogten d. het totale oppervlak van gebouwen en overkappingen als bedoeld in lid 14.2.1 onder a
bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
e. de oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf bedragen ten hoogste de navolgende maten:
gebouw en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf
oppervlakte inhoud goothoogte bouwhoogte
1. bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief aan-, uit- en bijgebouwen per standplaats
54 m² - - 3,5 m
2. bedrijfswoning inclusief aanbouw en uitbouw
- 750 m³ 5,5 m 10 m
3. bijgebouw bij een bedrijfswoning 100 m² 2,75 m 4,75 m 4. gebouwen en overkappingen ten behoeve van de voorzieningen
zie 'Maximum bebouwingsperc
entage'
- 3,5 m 7 m
met dien verstande dat: f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de
navolgende maten: bouwwerk, geen gebouwen zijnde bouwhoogte 1. licht- en vlaggenmasten 10 m 2. erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak
1 m
3. erf- en terreinafscheidingen elders 2 m 4. speeltoestellen 2,5 m 5. pergola's 2,75 m 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m
14.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 onder e voor het toestaan van een hogere goot en/of bouwhoogte met inachtneming van het volgende: a. de goot en/of bouwhoogte mag ten hoogste met 1 m worden verhoogd; b. de bebouwing dient aan te sluiten bij de bebouwingselementen uit de omgeving.
14.4 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels: Algemeen a. permanente bewoning of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken ten behoeve
van recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen is niet toegestaan; b. recreatief nachtverblijf in bijgebouwen is niet toegestaan; c. het gebruik of te laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken als seksinrichting of voor
straatprostitutie is niet toegestaan; d. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
138
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
1. de opslag van voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten; 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.
Aantallen e. het maximale aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximale
aantal standplaatsen' aangegeven aantal; f. bij ten hoogste 95 kampeermiddelen is verblijfsrecreatie alleen toegestaan tijdens het
zomerseizoen; g. het aantal bijgebouwen bij vaste kampeermiddelen of bij een recreatiewoning bedraagt ten
hoogste 1. 14.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.
14.5 Afwijken van de gebruiksregels 14.5.1 Aanleg onoverdekt zwembad Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad met inachtneming van het volgende: a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde
verblijfsrecreatiebedrijf; b. de afstand van het onoverdekte zwembad tot aan de perceelsgrens bedraagt ten minste
5 m; c. de grootte van het zwembad dient afgestemd te zijn op de omvang van het
verblijfsrecreatiebedrijf en mag niet meer bedragen dan 250 m²; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet
onevenredig aangetast;
139
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
e. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassingen van het zwembad in de omgeving.
14.5.2 Realiseren parkwinkel Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor het realiseren van een parkwinkel met inachtneming van het volgende: a. de parkwinkel mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatse gevestigde
recreatiebedrijf; b. per bouwvlak is ten hoogste 1 parkwinkel toegestaan; c. de verkoopvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 100 m²; d. vooraf dient uit onderzoek te blijken dat de parkwinkel vanuit oogpunt van exploitatie van
het desbetreffende verblijfsrecreatiebedrijf noodzakelijk is; e. een parkwinkel is alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde
recreatieterrein; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet
onevenredig aangetast; g. ter plaatse van de aanduiding 'wellness' is een parkwinkel niet toegestaan. 14.5.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 14.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 14.5.4 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4.1 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 14.4.1 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
140
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
14.6 Wijzigingsbevoegdheid 14.6.1 Vergroting oppervlakte bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en recreatiewoningen Burgemeester en wethouders kunnen de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoningen met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen, zoals genoemd in lid 14.2.2 onder e vergroten met inachtneming van het volgende: a. de oppervlakte van de nieuwe bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of
recreatiewoningen inclusief aan-, uit en bijgebouwen is gekoppeld aan de grootte van de percelen en bedragen ten hoogste de navolgende maten:
standplaatsgrootte tot 150 m² 150 - 300 m² 300 - 500 m² groter dan 500 m² maximum oppervlakte bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief aan-, uit- en bijgebouwen
54 m² 72 m² 82 m² 95 m²
b. er wordt voldaan aan de overige regels zoals genoemd in lid 14.2 en lid 14.5; met inachtneming van het volgende: c. op het verblijfsrecreatieterrein is geen sprake van illegaal gebruik in de vorm van
permanente bewoning; d. de betrokken ondernemer dient aan de hand van een ondernemingsplan aan te tonen dat
een (verdere)uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden noodzakelijk is vanuit een oogpunt van een goede bedrijfsexploitatie;
e. een verzoek tot wijziging dient vergezeld te gaan van een kwaliteitsverbeteringsplan, dat tevens inzicht verschaft omtrent de mogelijke gevolgen van de voorgestane ontwikkelingen voor de omgeving (ontsluiting, verkeersaantrekkende werking, parkeervoorzieningen, gevolgen voor natuur en landschap, groenvoorzieningen);
f. de wijziging mag geen onevenredige schade tot gevolg hebben voor omringende recreatieve, natuur, abiotische en/of landschappelijke waarden en/of de belangen van derden, ook niet door cumulatie van activiteiten;
g. voorzieningen zijn alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde recreatieterrein;
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
i. voor zover de wijziging betrekking heeft op nieuwe bouwmogelijkheden dient: 1. er steeds een goede landschappelijke inpassing plaats te vinden, afgestemd op de
landschappelijke en/of ecologische waarden uit de omgeving; 2. de bebouwingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwingselementen;
j. wijziging leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk;
k. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend mogelijk indien op het verblijfsrecreatieterrein sprake is van verblijfsrecreatie met een bedrijfsmatige exploitatie of deze bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid krijgt;
l. de wijziging geen onevenredige nadelige gevolgen mag hebben voor het waterbeheer en indien nodig voldoende extra waterberging wordt gerealiseerd;
m. de wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
n. er is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met de gemeente waarin in ieder geval
141
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
toepassing wordt gegeven aan: 1. (het behoud van) de kwaliteitsverbetering; 2. afspraken ten aanzien van aanleg en onderhoud van de landschappelijke inpassing; 3. afspraken ten aanzien van eventuele benodigde waterberging.
14.6.2 Uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van: a. het veranderen van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie zonder functieaanduiding
in de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie met een functieaanduiding (uitsluitend de aanduidingen zoals genoemd in lid 14.1 en 14.4) en omgekeerd alsmede het veranderen van een aanduiding in een andere of extra aanduiding teneinde wisseling en uitbreiding van gebruiksfuncties mogelijk te maken;
b. het veranderen van de contouren en/of situering van de bouwvlakken; c. het vergroten van het aantal bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Met inachtneming van het volgende: d. op het verblijfsrecreatieterrein is geen sprake van illegaal gebruik in de vorm van
permanente bewoning; e. de betrokken ondernemer dient aan de van een ondernemingsplan aan te tonen dat een
(verdere)uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden noodzakelijk is vanuit een oogpunt van een goede bedrijfsexploitatie;
f. een verzoek tot wijziging dient vergezeld te gaan van een kwaliteitsverbeteringsplan, dat tevens inzicht verschaft omtrent de mogelijke gevolgen van de voorgestane ontwikkelingen voor de omgeving (ontsluiting, verkeersaantrekkende werking, parkeervoorzieningen, gevolgen voor natuur en landschap, groenvoorzieningen);
g. voorzieningen zijn alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde recreatieterrein;
h. de wijziging mag geen onevenredige schade tot gevolg hebben voor omringende recreatieve, natuur, abiotische en/of landschappelijke waarden en/of de belangen van derden, ook niet door cumulatie van activiteiten;
i. voor zover de wijziging betrekking heeft op nieuwe bouwmogelijkheden dient: 1. er steeds een goede landschappelijke inpassing plaats te vinden, afgestemd op de
landschappelijke en/of ecologische waarden uit de omgeving; 2. de bebouwingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwingselementen;
j. de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing mag bij wijziging niet meer bedragen dan 20% van het huidige toegestane bebouwingspercentage;
k. een uitbreiding van het aantal verblijfseenheden mag niet meer bedragen dan 20% van het maximum aantal dat op basis dat ingevolge de regels is toegestaan;
l. wijziging leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk;
m. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend mogelijk indien op het verblijfsrecreatieterrein sprake is van verblijfsrecreatie met een bedrijfsmatige exploitatie of deze bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid krijgt;
n. de wijziging mag geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor het waterbeheer en indien nodig voldoende extra waterberging wordt gerealiseerd;
o. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
p. er is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met de gemeente waarin in ieder geval toepassing wordt gegeven aan: 1. (het behoud van) de kwaliteitsverbetering; 2. afspraken ten aanzien van aanleg en onderhoud van de landschappelijke inpassing; 3. afspraken ten aanzien van eventuele benodigde waterberging.
142
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 15 Sport
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.15.
15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': sportvelden; b. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': een sportcentrum; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad-
en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee ja nee
b. aantal bedraagt niet meer dan: 1. hoofdgebouw per bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'sportveld'
2 nee
c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m lid 15.3
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3e. pergola's 2,75 m nee 3f. speelvoorzieningen 3 m nee 3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m nee
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' per bouwvlak
700 m² nee
2. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' 5.000 m2
e. bestaande maten lid 30.2.2
143
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
15.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 15.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt:
2 m
15.4 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. ondergeschikte horeca is toegestaan.
144
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 16 Verkeer
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.16.
16.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook; b. evenementen; c. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie: tevens een
zend-/ontvangstinstallatie; d. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen,
groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: nee ja b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m 2. lichtmasten en overige masten 10 m 3. vrijstaande antennes en alarmpalen 15 m 4. speelvoorzieningen 3 m 5. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'
16m
6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 9 m
16.3 Wijzigingsbevoegdheid 16.3.1 Groen en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Verkeer wijzigen in de bestemmingen Groen of Water, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
145
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 17 Water
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.17.
17.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water'' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. water ten behoeve van de waterhuishouding; b. verkeer te water; c. waterhuishoudkundige voorzieningen; d. ondergeschikt groen; e. bruggen ten behoeve van langzaam verkeer.
17.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: nee ja b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m 2. lichtmasten en overige masten 10 m 3. vrijstaande antennes 15 m 4. speelvoorzieningen 3 m 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 9 m
17.3 Wijzigingsbevoegdheid 17.3.1 Groen en verkeer Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Water wijzigen in de bestemmingen Groen of Verkeer, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. Voor vaststelling van het wijzigingsplan wordt met het waterschap overleg gevoerd.
146
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 18 Wonen - Bungalow en Villa's
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.18.
18.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - Bungalow en Villa's' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen in een omgeving met bungalows en villa's op ruime en groen ingerichte
percelen; b. het behoud en herstel van gazons en/of beplanting, voor zover de gronden zijn gelegen
tussen de voorgevelrooilijn en de voorste bouwgrens; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van
gemengd - 2': tevens de zelfstandige uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen
parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
147
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
18.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
hoofdgebouw aanbouw en uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding zie aanduiding
'Maximum aantal wooneenheden'
nee
c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand ja nee 2. twee-aaneen nee nee 3. aaneengebouwd nee nee 4. gestapeld nee nee
d. de diepte bedraagt niet meer dan: 1. vanuit de voorgevel 20 m
e. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn
f. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tot zijdelingse perceelsgrens 5 m 3 m nee 2. tot achterste perceelsgrens 5 m 0 of > 1 m nee
g. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale
bouwhoogte (m)'
6 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m lid 18.3
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3f. pergola's 2,75 m nee 3g. speelvoorzieningen 3 m nee 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
h. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel 350 m² nee
i. bestaande maten lid 30.2.2
148
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
18.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot
ten hoogste a. lid 18.2 onder g.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt:
2 m
18.4 Specifieke gebruiksregels 18.4.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 18.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, zonder de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1', met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 18.4.3 Zelfstandige uitoefening aan-huis-gebonden beroep Zelfstandige uitoefening van aan-huis-gebonden beroep is toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. per woningen is er tussen de activiteiten naar aard en omvang samenhang, zodanig dat
deze behoren tot één zelfstandig aan-huis-gebonden beroep; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang is ondergeschikt aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en neemt ter plaatse van 'specifieke vorm van gemengd - 1' in totaal niet meer dan 80 m2 in beslag en ter plaatse van 'specifieke vorm van gemengd - 2' in totaal niet meer dan 120 m2;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
149
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
e. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen;
f. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt. 18.4.4 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 18.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 18.4.5 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
18.5 Afwijken van de gebruiksregels 18.5.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 18.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
150
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
18.5.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.4.5 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 18.4.5 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
18.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 18.1 onder b: omgevings-
vergunning vereist
a. werken en werkzaamheden 1. totaal aan verharding meer dan 10% van het perceel ja 2. oppervlakte benodigd voor oprijpaden naar bestaande garages tot een breedte van meer dan 2 m
ja
3. normaal beheer of onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen nee 4. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn nee b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.6 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor het groene karakter niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
151
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 19 Wonen - Woningen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.19.
19.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - Woningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een woning; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2': tevens erven en tuinen
behorende bij woningen, alsmede voor hobbymatig en ondergeschikt agrarisch gebruik, zoals hobbymatig houden van vee, hobbymatige paardrijactiviteiten, een volkstuin of siertuin;
c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde;
d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'tuin' is uitsluitend een tuin toegestaan; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen,
parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
152
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
19.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
hoofdgebouw aanbouw en uit-bouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee 2. buiten het bouwvlak nee nee ja lid 19.3 3. op de gronden met de aanduiding 'tuin' nee nee ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding zie aanduiding 'Maxi-
mum aantal wooneenheden'
lid 19.6.1
c. als woningtype is toegestaan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': lid 19.6.1 1a. vrijstaand ja 1b. twee-aaneen nee 1c. aaneengebouwd nee 1d. gestapeld nee 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': lid 19.6.1 2a. vrijstaand ja 2b. twee-aaneen ja 2c. aaneengebouwd nee 2d. gestapeld nee 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd':
lid 19.6.1
3a. vrijstaand ja 3b. twee-aaneen ja 3c. aaneengebouwd ja 3d. gestapeld nee 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': lid 19.6.1 4a. vrijstaand ja 4b. twee-aaneen ja 4c. aaneengebouwd ja 4d. gestapeld ja
d. de diepte vanuit de voorgevel bedraagt niet meer dan:
1. vrijstaand 15 m nee 2. twee-aaneen 12,5 m nee 3. aaneengebouwd 12,5 m nee
e. de afstand bedraagt niet meer dan: 1a. van de voorgevel van een vrijstaande woning tot voorgevelrooilijn
4 m nee
1b. van de voorgevel van een twee-aaneen gebouwde woning tot voorgevelrooilijn
2 m nee
1c. van de voorgevel van een aaneengebouwde woning tot voorgevelrooilijn
2 m nee
1d. in afwijking van het bepaalde onder 1a ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1': van de voorgevel van een vrijstaande woning tot de voorgevelrooilijn
2 m
153
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
f. de afstand bedraagt niet minder dan: 1a. vrijstaand tot zijdelingse perceelsgrens 3 m nee 1b. vrijstaand tot achterste perceelsgrens 5 m nee 2a. twee-aaneen tot één zijdelingse perceelsgrens 3 m nee 2b. twee-aaneen tot achterste perceelsgrens 5 m nee 3a. aaneengebouwd tot achterste perceelsgrens 5 m nee 3b. achtergevel aaneengebouwd ten opzichte van tot achtergevel aangebouwd hoofdgebouw
2,5 m
4. gestapeld tot zijdelingse perceelsgrens 0 m nee 5. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen tot de voorgevel van het hoofdgebouw
1 m
g. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten zie aanduiding
'Maximale goothoogten (m)'
3 m nee
2. bouwhoogte zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte
(m)'
6 m nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m nee 3b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen of ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'tuin'
1 m nee
3e. vrijstaande antennes 15 m nee 3f. pergola's 2,75 m nee 3g. speelvoorzieningen 3 m nee 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m nee 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2'
3 m
h. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. perceel kleiner dan 800 m² 50 % en ten hoogste
50 m²
nee
2. perceel tussen 801 en 1.600 m² 60 m² nee 3. perceel tussen 1.601 en 4.000 m² 75 m² nee 4. perceel groter dan 4.000 m² 100 m² nee 5. voor zover de gronden onder 1 tot en met 4 zijn gelegen op een afstand van meer dan de onder d genoemde afstandsmaat uit de voorgevel van het hoofdgebouw
6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2' per perceel
20 m²
i. bestaande maten lid 30.2.2
154
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
19.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 19.2 onder a.2: 1. voor het bouwen van een aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping bij een woning op een hoekperceel tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt en met dien verstande dat: 2. de afstand van de aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping tot de voorgevel van het hoofdgebouw ten minste 3 meter bedraagt; 3. de bouwhoogte ten hoogste 3 meter bedraagt; 4. De gezamenlijke oppervlakte voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 19.2 onder h5, en ter plaatse van het gedeelte van het perceel dat ligt tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens, mag niet meer bedragen dan het bepaalde in lid 19.2 onder h1 tot en met h4.
19.4 Specifieke gebruiksregels 19.4.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 19.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 19.4.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning;
155
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 19.2, met dien verstande dat in plaats van het daar genoemde percentage van 40%, voor huisvesting voor mantelzorg 50% bedraagt;
d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
19.4.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen
toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en
ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 19.4.5 Aanduiding tuin Gebruik van gronden met de aanduiding 'tuin' is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende regels: a. verharding is niet toegestaan; b. deze gronden worden niet aangemerkt als erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het
Besluit omgevingsrecht.
19.5 Afwijken van de gebruiksregels 19.5.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 19.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
19.5.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.4.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 19.4.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals
sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt;
156
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
19.6 Wijzigingsbevoegdheid 19.6.1 Woningaantal of woningtype Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen of woningtype wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige
samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op
aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving
aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype,
wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de
hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt.
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen aantal woningen
wijzigen woning type
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b)
ja ja
1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden ja ja 1c. voldoende parkeermogelijkheden ja ja 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid ja ja 2b. het beleid inzake water ja nee 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden nee nee 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden ja nee 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie ja nee 3b. vereisten van de Wet geluidhinder ja nee 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie
ja nee
3d. vereisten inzake externe veiligheid ja ja
157
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
19.6.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - Woningen wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform
de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu
opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen;
c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm'
opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -
bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
158
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 20 Wonen - Woonwagens
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.20.
20.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een woonwagen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen
parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
hoofdgebouw aanbouw en uitbouw, bijgebouw en overkapping
bouwwerk, geen gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. ter plaatse van het bouwvlak ja ja ja nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding zie aanduiding
'Maximum aantal wooneenheden'
nee
c. als woningtype is toegestaan: 1. woonwagen ja nee
d. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bouwhoogte zie aanduiding
'Maximale bouwhoogte (m)'
6 m nee
2. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
2a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m nee
2b. lichtmasten en overige masten 10 m nee 2c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen
2 m nee
2d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen
1 m nee
2e. vrijstaande antennes 15 m nee 2f. pergola's 2,75 m nee 2g. speelvoorzieningen 3 m nee 2h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1 m nee
e. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. gezamenlijk per perceel 20% nee
i. bestaande maten lid 30.2.2
159
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
20.3 Specifieke gebruiksregels 20.3.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 20.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de
woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de
vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten
hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en
bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of
gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de
bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 20.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op
hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt
meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 20.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een
zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
20.4 Afwijken van de gebruiksregels 20.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 20.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand
van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
160
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van bovengrondse hoogspanningsverbindingen waarvan de veiligheidsafstand valt binnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', waaronder in ieder geval zijn begrepen de aanwezige, bestaande hoogspanningsverbindingen.
21.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen bouwwerk,
geen gebouwen
zijnde
afwijking
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde bestemming
nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk 20 m c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en)
1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
ja ja lid 21.3
21.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2 onder c, voor het toepassen van afwijkingsbevoegdheden in de andere bestemmingen, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van afwijking te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoelt in lid 21.1.
161
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
omgevingsvergunning
vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanbrengen van beplanting en bomen ja 2. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
3. het indrijven van voorwerpen in de bodem ja 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen
ja
5. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren
ja
6. het permanent opslaan van goederen ja 7. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de verbinding en belemmeringenstrook en functies van de andere bestemmingen
nee
8. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
nee
9. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 21.1
nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 21.4 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
162
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 22 Leiding - Koolwaterstof
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
22.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Koolwaterstof' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van vloeibare koolwaterstofleidingen met een diameter van maximaal 8 inch en een druk van maximaal 80 bar.
22.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen bouwwerk,
geen gebouw zijnde
afwijking
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming
nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk 3 m c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en)
1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
lid 22.3
163
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 22.1: omgevingsvergunning
vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
ja
2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren
ja
3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds
ja
4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage
ja
5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen
ja
6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur
ja
7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties
ja
8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen
nee
9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
nee
10. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 22.2
nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.1 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
164
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 23 Leiding - Riool
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
23.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolwatertransportleiding.
23.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen bouwwerk,
geen gebouw zijnde
afwijking
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming
nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk 3 m c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en)
1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
lid 23.2
165
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 23.1: omgevingsvergunning
vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
ja
2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren
ja
3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds
ja
4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage
ja
5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen
ja
6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur
ja
7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties
ja
8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen
nee
9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
nee
10. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 23.2
nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.1 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
166
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 24 Waarde - Archeologie - 1
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.2.
24.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
24.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 24.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 24.1 genoemde bestemming uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter;
b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
24.2.2 Voorwaarden Indien uit het in lid 24.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische
waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op
het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
24.2.3 Bouwverbod Indien uit het in lid 24.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 24.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd. 24.2.4 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 24.2.1 onder b, 24.2.2 en 24.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. vervanging, vernieuwing, vergroting of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de
oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, wordt uitgebreid binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande fundering;
b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²; c. een bouwwerk waarvoor de graafwerkzaamheden om het bouwwerk te plaatsen niet dieper
reiken dan 0,30 meter onder peil.
167
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 24.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, verlagen of afgraven van de bodem, zulks indien de oppervlakte 2.500 m² of
meer bedraagt; b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of
parkeergelegenheden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt;
c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt;
d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil; e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere
leidingen en de daarmee verband houdende constructies, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt waarbij de breedte van deze werken tenminste 1,25 meter bedraagt;
f. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt en de bodem te verstoren op een grotere diepte dan 0,30 m;
g. het aanleggen van bos of boomgaard, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt en de bodem verstoren op een grotere diepte dan 0,30 m;
h. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,30 m, waartoe ook wordt gerekend het verwijderen van bestaande funderingen, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt.
24.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 24.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 24.2 in acht is genomen; c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden
uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 24.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning a. de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt
verleend, indien is gebleken dat de in lid 24.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal;
b. voor zover de in lid 24.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één of meerdere van de volgende voorschriften wordt verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische
resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te
laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen
168
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
kwalificaties; c. de vergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd,
waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
24.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door: a. de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien
op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of;
b. aan gronden zonder of met een andere archeologische waarde de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' toe te kennen, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bestemming van deze gronden, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
169
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 25 Waarde - Archeologie - 3
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.2.
25.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
25.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 25.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 25.1 genoemde bestemming uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter;
b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
25.2.2 Voorwaarden Indien uit het in lid 25.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische
waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op
het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
25.2.3 Bouwverbod Indien uit het in lid 25.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 25.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd. 25.2.4 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 25.2.1 onder b, 25.2.2 en 25.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. vervanging, vernieuwing, vergroting of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de
oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, wordt uitgebreid binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande fundering;
b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 250 m²; c. een bouwwerk waarvoor de graafwerkzaamheden om het bouwwerk te plaatsen niet dieper
reiken dan 0,50 meter onder peil.
170
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 25.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, verlagen of afgraven van de bodem, zulks indien de oppervlakte 2.500 m² of
meer bedraagt; b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of
parkeergelegenheden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt;
c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt;
d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil; e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere
leidingen en de daarmee verband houdende constructies, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt waarbij de breedte van deze werken tenminste 1,25 meter bedraagt;
f. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt en de bodem te verstoren op een grotere diepte dan 0,50 m;
g. het aanleggen van bos of boomgaard, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt en de bodem verstoren op een grotere diepte dan 0,50 m;
h. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,50 m, waartoe ook wordt gerekend het verwijderen van bestaande funderingen, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt.
25.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 25.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 25.2 in acht is genomen; c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden
uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 25.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning a. de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt
verleend, indien is gebleken dat de in lid 25.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal;
b. voor zover de in lid 25.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één of meerdere van de volgende voorschriften wordt verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische
resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te
laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen
171
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
kwalificaties; c. de vergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd,
waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
25.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door: a. de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien
op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of;
b. aan gronden zonder of met een andere archeologische waarde de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' toe te kennen, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bestemming van deze gronden, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
172
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 26 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.3.
26.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het beschermd dorpsgezicht.
26.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 26.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde bestemming uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter;
b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen mag het bouwen de waarden van het beschermd dorpsgezicht niet aantasten ten aanzien van: 1. de architectonische waarde in verband met de afleesbare stijlontwikkelingen in de
bebouwing; 2. de gaafheid in hoofdvorm van stedenbouwkundige concepten; 3. de gaafheid in vorm èn details van gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische
waarde'; 4. de aanwezigheid van zowel vrijstaande, dubbele woonhuizen als ook grotere
complexen met bijzondere ensemblewaarde. 26.2.2 Bouwverbod Indien de waarden van het beschermd dorpsgezicht door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, dan wordt de vergunning geweigerd.
26.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk 26.3.1 Sloopvergunningvereiste a. het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en
wethouders (sloopvergunning) de aanwezige bouwwerken te slopen; b. de omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop en
onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van de gronden dan wel van de omringende bebouwing tot gevolg heeft
c. de omgevingsvergunning kan wel worden verleend indien aan de sloopvergunning in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.
173
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie
27.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming van de molen als werktuig en als beeldbepalend cultuurhistorisch waardevol element.
27.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. binnen een afstand van 100 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing
opgericht met een bouwhoogte van meer dan 0 meter; b. binnen een afstand van 100 meter tot 200 meter tot het middelpunt van de molen wordt
geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 5 meter; c. binnen een afstand van 200 meter tot 300 meter tot het middelpunt van de molen wordt
geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 7 meter; d. binnen een afstand van 300 meter tot 400 meter tot het middelpunt van de molen wordt
geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 9 meter; e. binnen een afstand van 400 meter tot 500 meter tot het middelpunt van de molen wordt
geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 11 meter; f. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a
t/m e indien: 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige
bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
2. toepassing van de in dit lid onder a t/m e bedoelde maten de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
g. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de andere bestemmingen;
h. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een hogere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de bestaande bouwwerken.
27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 27.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is binnen een afstand van 500 meter van de molen verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting; b. het ophogen van gronden. 27.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 27.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal beheer of onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen; b. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;
174
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
c. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ingevolge deze regels een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend;
d. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting die als zij volgroeid zijn, niet hoger zijn dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de bouwwerken een ander als bedoeld in lid 27.2.
27.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de belangen van de molen als werktuig en als beeldbepalend element. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen, wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de molendeskundige.
175
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 28 Waterstaat
28.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waterstaat aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor onderhoud en beheer van de waterstaatkundige functie van de Reusel en voor de waterkering.
28.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 28.1 genoemde bestemming uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mogen - met
inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels - uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
176
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
177
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 29 Antidubbeltelbepaling
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6. Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
178
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 30 Algemene bouwregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
30.1 Afwijking bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen,
balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
30.2 Bestaande maten 30.2.1 Bouwregels a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op
het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als
ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen
als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op
dezelfde plaats plaatsvindt. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen
in dit plan niet van toepassing. 30.2.2 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2.1 onder b voor: a. het toestaan van herbouw van een gebouw met dezelfde oppervlakte of kleiner, indien de
afstand tot perceelsgrenzen: 1. gelijk blijft of wordt verkleind bij een maximum maat; 2. gelijk blijft of wordt vergroot bij een minimum maat;
b. het toestaan van uitbreiding van een gebouw tot ten hoogste de maximum diepte of oppervlakte, indien de afstand tot perceelsgrenzen: 1. gelijk blijft of wordt verkleind bij een maximum maat; 2. gelijk blijft of wordt vergroot bij een minimum maat;
c. afwijking is toegestaan voor zover geen sprake is van een onevenredige aantasting van: 1. de woonsituatie; 2. het straat- en bebouwingsbeeld; 3. de verkeersveiligheid; 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
179
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
30.3 Ondergronds bouwen 30.3.1 Ondergrondse bouwwerken Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane
oppervlak boven het peil; c. de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken wordt bij de in hoofdstuk 2 opgenomen
oppervlaktematen meegeteld voor zover niet op dezelfde plaats boven peil een gebouw aanwezig is;
d. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil, met dien verstande dat een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding tot maximaal 6 meter onder peil gebouwd mag worden.
30.3.2 Afwijking Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 30.1 onder c omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat: a. de waterhuishouding niet wordt verstoord; b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. 30.3.3 Bouwen van zwembaden Op een perceel is ten hoogste 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel van een hoofdgebouw of het
verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van de zijdelingse en van de achterste perceelsgrens;
b. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; c. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 100 m² bedragen; d. de diepte van het zwembad bedraagt maximaal 3 meter onder peil.
180
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 31 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6. De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft: a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen; b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. de ruimte tussen bouwwerken; d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
181
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 32 Algemene aanduidingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
32.1 Veiligheidszone - lpg In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' de volgende regel: a. binnen deze zone worden geen nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten
toegestaan in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
32.2 Veiligheidszone - koolwaterstof In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - koolwaterstof' de volgende regel: a. binnen deze zone worden geen nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten
toegestaan in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
182
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 33 Algemene afwijkingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
33.1 Maten en bouwgrenzen Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is en voor zover in hoofdstuk 2 expliciet is bepaald dat geen afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van
belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
183
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 34 Algemene wijzigingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
34.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
184
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 35 Overige regels
35.1 Werking wettelijke regeling De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
185
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 36 Overgangsrecht
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.7.
36.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig
of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
36.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van
het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a,
te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
186
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
36.3 Persoonsgebonden overgangsrecht a. In afwijking van het bepaalde in lid 36.2 is het gebruik van het gebouw midden op het
perceel en direct achter de woning op het perceel Oisterwijkseweg 68 voor het door de heer P.J. Gelden en/of mevrouw E.P.C. Gelden-Koks bieden van beperkte beoefening van instructiezwemmen;
b. het persoonsgebonden overgangsrecht zoals genoemd onder a eindigt zodra de genoemde personen komen te overlijden dan wel dat genoemde personen het eigendom van het betreffende perceel vervreemden of elders gaan wonen;
c. onder beperkte beoefening van instructiezwemmen zoals genoemd onder a wordt verstaan een beperkte tijd, beperkte omvang van het zwembad en beperkte effecten voor de omgeving, een en ander voor zover: 1. overlast voor omwonenden tot een minimum wordt beperkt; 2. het aantal lesuren en lesdagen gedurende de periode 1 april - 1 oktober ten hoogste 16
uur en vijf dagen per week bedraagt en gedurende de periode 1 oktober tot 1 april ten hoogste 12,5 uur en vier dagen per week bedraagt een en ander tot uiterlijk 19.00 uur;
3. tijdens de weekenden en de schoolvakanties geen zweminstructies worden gegeven; 4. de oppervlakte van het onder a genoemde gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt; 5. direct voorafgaand en tijdens zweminstructie parkeren door bezoekers plaatsvindt ten
noorden en noordoosten van het onder a bedoelde gebouw op een afstand van ten minste 4 meter van de noordgrens van het perceel;
6. bezoekers voor zweminstructie uitsluitend de in- en uitgang gebruiken aan de oostzijde van het onder a genoemde gebouw en het verblijf/wachten door bezoekers op een te creëren wachtplaats binnen het gebouw of buiten het gebouw binnen een afstand van 15 meter van de oostgrens van het perceel plaatsvindt (aan de achterzijde van het perceel);
7. direct voorafgaand en tijdens zweminstructie het gebruik van de verharding aan de noordzijde en ter hoogte van de woning Oisterwijkseweg 68 voor parkeren niet mogelijk is.
187
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Artikel 37 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kom Moergestel'.
bijlagen bij de regels
191
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Bijlage 1 Staat van Activiteiten
192
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Staat van Activiteiten Aan-huis-gebonden beroep • advocaat • accountant • administratieconsulent • alternatieve genezer • belastingconsulent • bouwkundig architect • dierenarts • fysiotherapeut • gerechtsdeurwaarder • huidtherapeut • huisarts • interieurarchitect • juridisch adviseur • kunstenaar • leraar • logopedist • medisch specialist • notaris• oefentherapeut • cesar/mensendieck • organisatieadviseur• orthopedagoog • psycholoog • raadgevend adviseur • redacteur • registeraccountant • stedenbouwkundige • tandarts • tandarts-specialist • tolkvertaler (al dan niet beëdigd) • tuin- en landschapsarchitect • verloskundige • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis • bloemschikker • computerservice (o.a. systeembouw/-analyse) • decorateur • fietsenreparateur • fotograaf • glazenwasser • goud- en zilversmid • hoedenmaker • instrumentenmaker • kaarsenmaker • kledingatelier • klompenmaker • koeriersdienst • loodgieter • lijstenmaker • meubelmaker • muziekinstrumentenmaker • pottenbakker • prothesemaker • reparatie kleine consumentenartikelen (antiek, tv's, radio's, horloges etc.) • traiteur • tv/radio reparateur • zadelmaker • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten
Dienstverlening • autorijschool • bankfiliaal • fitness-studio • hondentrimmer • internethandel • kapsalon • makelaarskantoor • nagelstudio • pedicure • reclamebureau (kleinschalig) • reisbureau • reisorganisatie (kleinschalig) • schoonheidsspecialist • uitzendbureau • wasserette • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten
193
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
194
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' 1
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
- niet van toepassing of niet relevant < kleiner dan > groter = gelijk aan cat. categorie e.d. en dergelijke kl. klasse n.e.g. niet elders genoemd
o.c. opslagcapaciteit p.c. productiecapaciteit p.o. productieoppervlak b.o. bedrijfsoppervlak v.c. verwerkingscapaciteit u uur d dag w week j jaar
2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING
VN
G-n
r.
CA
TEG
OR
IE
01 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW 014 016 0 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw: 014 016 2 - algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m² B1 014 016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m² B1 15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 151 101,102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 151 101 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m² B2 1552 1052 2 Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² B1 1581 1071 1 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg
meel/week B1
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1584 10821 3 - cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <
200 m² B1
1584 10821 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² B1 1593 t/m 1595
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke B1
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren B2 176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen B2 18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 181 141 Vervaardiging kleding van leer B2 182 141 Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief leer) C 20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN
DERGELIJKE
203, 204, 205
162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² B2
205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken B1 22 18 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B1 2223 1814 A Grafische afwerking A 2223 1814 B Binderijen B1 2224 1813 Grafische reproductie en zetten B1 2225 1814 Overige grafische activiteiten B1 223 182 Reproductiebedrijven opgenomen media A 24 20, 21 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN 2442 2120 0 Farmaceutische productenfabrieken: 2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken C 26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN
GIPSPRODUCTEN
2612 2312 Glas-in-lood-zetterij B1 2615 231 Glasbewerkingsbedrijven B2 262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken: 262, 263 232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW B1 267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 267 237 2 - indien p.o. < 2.000 m² B2 2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken B2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' 3
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING
VN
G-n
r.
CA
TEG
OR
IE
28 25, 33 - VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² B2 284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² B2 2852 2562,
3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² B2
287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² B2 30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS 30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken, incl. reparatie B1 33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke B1 36 95/32 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² A 362 321 Fabricage van munten, sieraden en dergelijke B1 363 322 Muziekinstrumentenfabrieken B1 3661.1 32991 Sociale werkvoorziening B1 40 35 - PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM
WATER
40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 40 35 C1 - < 10 MVA B1 40 35 D0 Gasdistributiebedrijven: 40 35 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A A 40 35 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C B1 40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 40 35 E2 - blokverwarming B1 41 36 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER 41 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 41 36 B1 - < 1 MW B1 45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID 45 41, 42, 43 3 Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m² B1 453 432 Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij) B1 453 4321 Elektrotechnische installatie B1 50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 501, 502, 504
451, 452, 454
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)
B1
5020.4 45204 B Autobeklederijen A 5020.5 45205 Autowasserijen B1 503, 504 453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires B1 51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 5134 4634 Groothandel in dranken C 5135 4635 Groothandel in tabaksproducten C 5136 4636 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk C 5137 4637 Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen C 514 464,
46733 Groothandel in overige consumentenartikelen C
4 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING
VN
G-n
r.
CA
TEG
OR
IE
5148.7 46499 0 Groothandel in vuurwerk en munitie: 5148.7 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton C 5153 4673 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen: 5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² C 5153 4673 2 - indien b.o. <= 2.000 m² B1 5153.4 46735 4 Zand en grind: 5153.4 46735 6 - indien b.o. <= 200 m² B1 5154 4674 0 Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 5154 4674 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² C 5154 4674 2 - indien b.o. <= 2.000 m² B1 5156 4676 Groothandel in overige intermediaire goederen C 518 466 2 Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief
machines voor de bouwnijverheid C
518 466 Groothandel in machines en apparaten, opp < 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
B1
519 466, 469 Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
C
52 95 - REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN 527 952 Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) A 60 49 - VERVOER OVER LAND 6022 493 Taxibedrijven B1 6024 494 1 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m² C 603 495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen B1 63 52 - DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER 6321 5221 Caravanstalling B1 64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE 641 531, 532 Post- en koeriersdiensten C 71 77 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE
GOEDEREN
711 7711 Personenautoverhuurbedrijven B2 712 7712,
7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) C
713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen C 72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 72 62 A Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke A 72 58, 63 B Datacentra B1 73 72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK 732 722 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek A 74 63, 69 t/m
71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
- OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales C 7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke A
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' 5
SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING
VN
G-n
r.
CA
TEG
OR
IE
90 37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING 9001 3700 B Rioolgemalen B1 93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING 9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen B1
SBI 93/08/SvB f maart 2012
195
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
196
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
S
taat
van
Bed
rijf
sact
ivit
eite
n 'b
edri
jven
terr
ein
' 1
Lijs
t va
n a
fkor
tin
gen
in d
e S
taat
van
Bed
rijf
sact
ivit
eite
n '
bed
rijv
ente
rrei
n'
-
niet
van
toe
pass
ing
of n
iet
rele
vant
<
kl
eine
r da
n >
gr
oter
=
ge
lijk
aan
cat.
ca
tego
rie
e.d.
en
der
gelij
ke
kl.
klas
se
n.e.
g.
niet
eld
ers
geno
emd
o.c.
op
slag
capa
cite
it
p.c.
pr
oduc
tiec
apac
itei
t p.
o.
prod
uctieo
pper
vlak
b.
o.
bedr
ijfso
pper
vlak
v.
c.
verw
erki
ngsc
apac
itei
t u
uu
r d
da
g
w
wee
k j
jaar
B
bode
mve
ront
rein
igin
g C
cont
inu
D
dive
rs
L
luch
tver
ontr
eini
ging
Z
zone
ring
op
basi
s va
n W
et g
elui
dhin
der
R
risi
co (
Bes
luit e
xter
ne v
eilig
heid
inrich
ting
en m
ogel
ijk v
an
toep
assi
ng)
V
Vuu
rwer
kbes
luit v
an t
oepa
ssin
g G
/P
verk
eers
aant
rekk
ende
wer
king
goe
dere
nver
voer
/per
sone
nver
-vo
er:
1.
pote
ntie
el g
erin
ge v
erke
ersa
antr
ekke
nde
wer
king
2.
po
tent
ieel
aan
zien
lijke
ver
keer
saan
trek
kend
e w
erki
ng
3.
pote
ntie
el z
eer
grot
e ve
rkee
rsaa
ntre
kken
de w
erki
ng
2 Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
01
01
- LA
ND
BO
UW
EN
DIE
NSTV
ERLE
NIN
G T
EN B
EHO
EVE
VAN
DE
LAN
DBO
UW
01
12
011,
012
, 01
3,
016
0 Tu
inbo
uw:
0112
01
13
4 -
cham
pign
onkw
eker
ijen
(alg
emee
n)
30
10
30
C
10
30
2
1 G
01
12
0113
5
- ch
ampi
gnon
kwek
erije
n m
et m
estf
erm
enta
tie
100
10
30
C
10
100
3.
2 1
G
0112
01
63
6 -
bloe
mbo
llend
roog
- en
pre
pare
erbe
drijv
en
30
10
30
C
10
30
2
1 G
01
12
011
7 -
witlo
fkw
eker
ijen
(alg
emee
n)
30
10
30
C
10
30
2
1 G
01
4 01
6 0
Die
nstv
erle
ning
ten
beh
oeve
van
de
land
bouw
:
01
4 01
6 1
- al
gem
een
(ond
er a
nder
e lo
onbe
drijv
en):
b.o
. >
500
m²
30
10
50
10
50
D
3.
1 2
G
014
016
2 -
alge
mee
n (o
nder
and
ere
loon
bedr
ijven
): b
.o. <
= 5
00 m
² 30
10
30
10
30
2
1 G
01
4 01
6
- al
gem
een
met
ops
lag
best
rijd
ings
mid
dele
n >
10
ton:
zie
SBI-
code
51.
55
014
016
3 -
plan
tsoe
nend
iens
ten
en h
oven
iers
bedr
ijven
: b.
o. >
500
m²
30
10
50
10
50
3.1
2 G
01
4 01
6 4
- pl
ants
oene
ndie
nste
n en
hov
enie
rsbe
drijv
en:
b.o.
<=
500
m²
30
10
30
10
30
2 1
G
0142
01
62
KI-
stat
ions
30
10
30
C
0
30
2 1
G
05
03
- VIS
SER
IJ-
EN V
ISTE
ELTB
EDRIJ
VEN
05
01.1
03
11
Zee
viss
erijb
edrijv
en
100
0 10
0 C
50
R
100
3.
2 2
G
0501
.2
0312
Bin
nenv
isse
rijb
edrijv
en
50
0 50
C
10
50
3.
1 1
G
0502
03
2 0
Vis
- en
sch
aald
ierk
wek
erije
n
05
02
032
1 -
oest
er-,
mos
sel-
en
sche
lpen
teel
tbed
rijv
en
100
30
50
C
0
10
0
3.2
1 G
05
02
032
2 -
vist
eeltbe
drijv
en
50
0 50
C
0
50
3.1
1 G
15
10
, 11
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
VO
EDIN
GSM
IDD
ELEN
EN
DRAN
KEN
15
1 10
1, 1
02
0 Sla
chte
rije
n en
ove
rige
vle
esve
rwer
king
:
15
1 10
1, 1
02
1 -
slac
hter
ijen
en p
luim
vees
lach
terije
n 10
0 0
100
C
50
R
100
D
3.2
2 G
15
1 10
1 2
- ve
tsm
elte
rije
n 70
0 0
100
C
30
700
5.
2 2
G
151
101
3 -
bew
erki
ngsi
nric
htin
g va
n da
rmen
en
vlee
safv
al
300
0 10
0 C
50
R
300
4.
2 2
G
151
101
4 -
vlee
swar
en-
en v
lees
cons
erve
nfab
riek
en:
p.o.
> 1
.000
m²
100
0 10
0 C
50
R
100
3.
2 2
G
151
101
5 -
vlee
swar
en-
en v
lees
cons
erve
nfab
riek
en:
p.o.
<=
1.0
00 m
² 50
0
50
C
30
50
3.
1 1
G
151
101
6 -
vlee
swar
en-
en v
lees
cons
erve
nfab
riek
en:
p.o.
<=
200
m²
30
0 50
10
50
3.
1 1
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
3
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
151
101,
102
7
- lo
onsl
acht
erije
n 50
0
50
10
50
3.1
1 G
15
1 10
8 8
- ve
rvaa
rdig
ing
van
snac
ks e
n ve
rvaa
rdig
ing
van
kant
-en-
klaa
rmaa
ltijd
en
met
p.o
. <
2.0
00 m
² 50
0
50
10
50
3.1
2 G
152
102
0 Vis
verw
erki
ngsb
edrijv
en:
152
102
1 -
drog
en
700
100
200
C
30
700
5.
2 2
G
152
102
2 -
cons
erve
ren
200
0 10
0 C
30
200
4.
1 2
G
152
102
3 -
roke
n 30
0 0
50
C
0
30
0
4.2
1 G
15
2 10
2 4
- ve
rwer
ken
ande
rszi
ns:
p.o.
> 1
.000
m²
300
10
50
C
30
300
D
4.2
2 G
15
2 10
2 5
- co
nser
vere
n of
ver
wer
ken
ande
rszi
ns:
p.o.
<=
1.0
00 m
² 10
0 10
50
30
100
3.
2 1
G
152
102
6 -
cons
erve
ren
of v
erw
erke
n an
ders
zins
: p.
o. <
= 3
00 m
² 50
10
30
10
50
3.
1 1
G
1531
10
31
0 Aar
dapp
elpr
oduc
tenf
abriek
en:
1531
10
31
1 -
verv
aard
igin
g va
n aa
rdap
pelp
rodu
cten
30
0 30
20
0 C
50
R
300
4.
2 2
G
1531
10
31
2 -
verv
aard
igin
g va
n sn
acks
met
p.o
. <
2.0
00 m
² 50
10
50
50
R
50
3.
1 1
G
1532
,153
3 10
32, 10
39
0 G
roen
te-
en fru
itco
nser
venf
abriek
en:
1532
,153
3 10
32, 10
39
1 -
jam
50
10
10
0 C
10
100
3.
2 1
G
1532
,153
3 10
32, 10
39
2 -
groe
nte
alge
mee
n 50
10
10
0 C
10
100
3.
2 2
G
1532
,153
3 10
32, 10
39
3 -
met
koo
lsoo
rten
10
0 10
10
0 C
10
100
3.
2 2
G
1532
,153
3 10
32, 10
39
4 -
met
dro
gerije
n 30
0 10
20
0 C
30
300
4.
2 2
G
1532
,153
3 10
32, 10
39
5 -
met
uie
ncon
serv
erin
g (z
outin
legg
erij)
30
0 10
10
0 C
10
300
4.
2 2
G
1541
10
4101
0
Ver
vaar
digi
ng v
an r
uwe
plan
taar
dige
en
dier
lijke
olië
n en
vet
ten:
15
41
1041
01
1 -
p.c.
< 2
50.0
00 t
on/j
aar
200
30
100
C
30
R
200
4.
1 3
G
1541
10
4101
2
- p.
c. >
= 2
50.0
00 t
on/j
aar
300
50
300
C
Z
50
R
300
4.
2 3
G
1542
10
4102
0
Raf
finag
e va
n pl
anta
ardi
ge e
n di
erlij
ke o
liën
en v
ette
n:
1542
10
4102
1
- p.
c. <
250
.000
ton
/jaa
r 20
0 10
10
0 C
10
0 R
200
4.
1 3
G
1542
10
4102
2
- p.
c. >
= 2
50.0
00 t
on/j
aar
300
10
300
C
Z
200
R
300
4.
2 3
G
1543
10
42
0 M
arga
rine
fabr
ieke
n:
1543
10
42
1 -
p.c.
< 2
50.0
00 t
on/j
aar
100
10
200
C
30
R
200
4.
1 3
G
1543
10
42
2 -
p.c.
>=
250
.000
ton
/jaa
r 20
0 10
30
0 C
Z
50
R
300
4.
2 3
G
1551
10
51
0 Zui
velp
rodu
cten
fab
riek
en:
1551
10
51
1 -
gedr
oogd
e pr
oduc
ten,
p.c
. >
= 1
,5 t
on/u
ur
200
100
500
C
Z
50
R
500
5.
1 3
G
1551
10
51
2 -
geco
ncen
tree
rde
prod
ucte
n, v
erda
mpi
ngsc
apac
itei
t >
= 2
0 to
n/uu
r 20
0 30
50
0 C
Z
50
R
500
5.
1 3
G
4 Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
1551
10
51
3 -
mel
kpro
duct
enfa
brie
ken
v.c.
< 5
5.00
0 to
n/ja
ar
50
0 10
0 C
50
R
100
3.
2 2
G
1551
10
51
4 -
mel
kpro
duct
enfa
brie
ken
v.c.
>=
55.
000
ton/
jaar
10
0 0
300
C
Z
50
R
300
4.
2 3
G
1551
10
51
5 -
over
ige
zuiv
elpr
oduc
tenf
abriek
en
50
50
300
C
50
R
300
4.
2 3
G
1552
10
52
1 Con
sum
ptie
-ijs
fabr
ieke
n: p
.o. >
200
m²
50
0 10
0 C
50
R
100
3.
2 2
G
1552
10
52
2 -
cons
umpt
ie-i
jsfa
brie
ken:
p.o
. <
= 2
00 m
² 10
0
30
0
30
2
1 G
15
61
1061
0
Mee
lfabr
ieke
n:
1561
10
61
1 -
p.c.
>=
500
ton
/uur
20
0 10
0 30
0 C
Z
100
R
300
4.
2 2
G
1561
10
61
2 -
p.c.
< 5
00 t
on/u
ur
100
50
200
C
50
R
200
4.
1 2
G
1561
10
61
G
rutt
ersw
aren
fabr
ieke
n 50
10
0 20
0 C
50
200
D
4.1
2 G
15
62
1062
0
Zet
mee
lfabr
ieke
n:
1562
10
62
1 -
p.c.
< 1
0 to
n/uu
r 20
0 50
20
0 C
30
R
200
4.
1 1
G
1562
10
62
2 -
p.c.
>=
10
ton/
uur
300
100
300
C
Z
50
R
300
4.
2 2
G
1571
10
91
0 Vee
voer
fabr
ieke
n:
1571
10
91
1 -
dest
ruct
iebe
drijv
en
700
30
200
C
50
700
D
5.2
3 G
15
71
1091
2
- be
ende
r-,
vere
n-,
vis-
en
vlee
smee
lfabr
iek
700
100
100
C
30
R
700
D
5.2
3 G
15
71
1091
3
- dr
oger
ijen
(gra
s, p
ulp,
gro
envo
eder
, ve
evoe
der)
cap
acitei
t <
10
ton/
uur
wat
er
300
100
200
C
30
300
4.
2 2
G
1571
10
91
4 -
drog
erije
n (g
ras,
pul
p, g
roen
voed
er,
veev
oede
r) c
apac
itei
t >
= 1
0 to
n/uu
r w
ater
70
0 20
0 30
0 C
Z
50
70
0
5.2
3 G
1571
10
91
5 -
men
gvoe
der,
p.c
. <
100
ton
/uur
20
0 50
20
0 C
30
200
4.
1 3
G
1571
10
91
6 -
men
gvoe
der,
p.c
. >
= 1
00 t
on/u
ur
300
100
300
C
Z
50
R
300
4.
2 3
G
1572
10
92
Ver
vaar
digi
ng v
an v
oer
voor
hui
sdie
ren
200
100
200
C
30
200
4.
1 2
G
1581
10
71
0 Bro
odfa
brie
ken,
bro
od-
en b
anke
tbak
kerije
n:
1581
10
71
1 -
v.c.
< 7
.500
kg
mee
l/w
eek,
bij
gebr
uik
van
char
ge-o
vens
30
10
30
C
10
30
2
1 G
15
81
1071
2
- v.
c. >
= 7
.500
kg
mee
l/w
eek
100
30
100
C
30
100
3.
2 2
G
1582
10
72
Ban
ket,
bis
cuit-
en k
oekf
abriek
en
100
10
100
C
30
100
3.
2 2
G
1583
10
81
0 Sui
kerf
abriek
en:
1583
10
81
1 -
v.c.
< 2
.500
ton
/jaa
r 50
0 10
0 30
0 C
10
0 R
500
5.
1 2
G
1583
10
81
2 -
v.c.
>=
2.5
00 t
on/j
aar
1000
20
0 70
0 C
Z
200
R
1000
5.3
3 G
15
84
1082
1 0
Ver
wer
king
cac
aobo
nen
en v
erva
ardi
ging
cho
cola
de-
en s
uike
rwer
k:
1584
10
821
1 -
caca
o- e
n ch
ocol
adef
abriek
en:
p.o.
> 2
.000
m²
500
50
100
50
R
500
5.
1 2
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
5
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
1584
10
821
2 -
caca
o- e
n ch
ocol
adef
abriek
en
verv
aard
igen
van
cho
cola
dew
erke
n m
et p
.o.
< 2
.000
m²
100
30
50
30
10
0
3.2
2 G
1584
10
821
3 -
caca
o- e
n ch
ocol
adef
abriek
en
verv
aard
igen
van
cho
cola
dew
erke
n m
et p
.o.
<=
200
m²
30
10
30
10
30
2 1
G
1584
10
821
4 -
suik
erw
erkf
abriek
en m
et s
uike
rbra
nden
30
0 30
50
30
R
300
4.
2 2
G
1584
10
821
5 -
suik
erw
erkf
abriek
en z
onde
r su
iker
bran
den:
p.o
. >
200
m²
100
30
50
30
R
100
3.
2 2
G
1584
10
821
6 -
suik
erw
erkf
abriek
en z
onde
r su
iker
bran
den:
p.o
. <
= 2
00 m
² 30
10
30
10
30
2
1 G
15
85
1073
Dee
gwar
enfa
brie
ken
50
30
10
10
50
3.1
2 G
15
86
1083
0
Kof
fiebr
ande
rije
n en
the
epak
kerije
n:
1586
10
83
1 -
koffie
bran
derije
n 50
0 30
20
0 C
10
500
D
5.1
2 G
15
86
1083
2
- th
eepa
kker
ijen
100
10
30
10
10
0
3.2
2 G
15
87
1084
01
Ver
vaar
digi
ng v
an a
zijn
, sp
ecer
ijen
en k
ruid
en
200
30
50
10
20
0
4.1
2 G
15
89
1089
Ver
vaar
digi
ng v
an o
verige
voe
ding
smid
dele
n 20
0 30
50
30
200
D
4.1
2 G
15
89.1
10
89
Bak
kerijg
rond
stof
fenf
abriek
en
200
50
50
50
R
200
4.
1 2
G
1589
.2
1089
0
Soe
p- e
n so
epar
omaf
abriek
en:
1589
.2
1089
1
- zo
nder
poe
derd
roge
n 10
0 10
50
10
100
3.
2 2
G
1589
.2
1089
2
- m
et p
oede
rdro
gen
300
50
50
50
R
300
4.
2 2
G
1589
.2
1089
Bak
mee
l- e
n pu
ddin
gpoe
derf
abriek
en
200
50
50
30
20
0
4.1
2 G
15
91
1101
01
D
estille
erde
rije
n en
like
urst
oker
ijen
300
30
200
C
30
300
4.
2 2
G
1592
11
0102
0
Ver
vaar
digi
ng v
an e
thyl
alco
hold
oorg
isting
:
15
92
1101
02
1 -
p.c.
< 5
.000
ton
/jaa
r 20
0 30
20
0 C
30
R
200
4.
1 1
G
1592
11
0102
2
- p.
c. >
= 5
.000
ton
/jaa
r 30
0 50
30
0 C
50
R
300
4.
2 2
G
1593
t/m
159
5 11
02 t
/m 1
104
Ver
vaar
digi
ng v
an w
ijn,
cide
r en
der
gelij
ke
10
0 30
C
0
30
2 1
G
1596
11
05
Bie
rbro
uwer
ijen
300
30
100
C
50
R
300
4.
2 2
G
1597
11
06
M
oute
rije
n 30
0 50
10
0 C
30
300
4.
2 2
G
1598
11
07
M
iner
aalw
ater
- en
frisd
rank
fabr
ieke
n 10
0
100
50
R
100
3.
2 3
G
16
12
- VER
WER
KIN
G V
AN
TABAK
160
120
Ta
bakv
erw
erke
nde
indu
strie
200
30
50
C
30
200
4.
1 2
G
6 Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
17
13
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
TEX
TIEL
17
1 13
1
Bew
erke
n en
spi
nnen
van
tex
tielv
ezel
s 10
50
10
0
30
100
3.
2 2
G
172
132
0 W
even
van
tex
tiel
:
17
2 13
2 1
- aa
ntal
wee
fget
ouw
en <
50
10
10
100
0
100
3.
2 2
G
172
132
2 -
aant
al w
eefg
etou
wen
>=
50
10
30
300
Z
50
30
0
4.2
3 G
17
3 13
3
Text
ielv
ered
elin
gsbe
drijv
en
50
0 50
10
50
3.
1 2
G
174,
175
139
Ver
vaar
digi
ng v
an t
extie
lwar
en
10
0 50
10
50
3.
1 1
G
1751
13
93
Ta
pijt
-, k
okos
- en
vlo
erm
atte
nfab
riek
en
100
30
200
10
20
0
4.1
2 G
17
6,17
7 13
9, 1
43
Ver
vaar
digi
ng v
an g
ebre
ide
en g
ehaa
kte
stof
fen
en a
rtik
elen
0
10
50
10
50
3.1
1 G
18
14
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
KLE
DIN
G;
BER
EID
EN E
N V
ERVEN
VAN
BO
NT
181
141
Ver
vaar
digi
ng k
ledi
ng v
an le
er
30
0 50
0
50
3.1
1 G
18
2 14
1
Ver
vaar
digi
ng v
an k
ledi
ng e
n –t
oebe
hore
n (e
xclu
sief
van
leer
) 10
10
30
10
30
2
2 G
18
3 14
2, 1
51
Ber
eide
n en
ver
ven
van
bont
; ve
rvaa
rdig
ing
van
artike
len
van
bont
50
10
10
10
50
3.
1 1
G
19
15
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
LEE
R E
N L
EDER
WAREN
(EX
CLU
SIE
F KLE
DIN
G)
191
151,
152
Lede
rfab
riek
en
300
30
100
10
30
0
4.2
2 G
19
2 15
1
Lede
rwar
enfa
brie
ken
(exc
lusi
ef k
ledi
ng e
n sc
hoei
sel)
50
10
30
10
50
D
3.1
2 G
19
3 15
2
Sch
oene
nfab
riek
en
50
10
50
10
50
3.1
2 G
20
16
-
HO
UTI
ND
USTR
IE E
N V
ERVAARD
IGIN
G A
RTI
KEL
EN V
AN
HO
UT,
RIE
T, K
URK E
N
DER
GEL
IJKE
2010
.1
1610
1
Hou
tzag
erije
n 0
50
100
50
R
100
3.
2 2
G
2010
.2
1610
2 0
Hou
tcon
serv
erin
gsbe
drijv
en:
2010
.2
1610
2 1
- m
et c
reos
ooto
lie
200
30
50
10
20
0
4.1
2 G
20
10.2
16
102
2 -
met
zou
topl
ossi
ngen
10
30
50
10
50
3.
1 2
G
202
1621
Fine
er-
en p
laat
mat
eria
lenf
abriek
en
100
30
100
10
10
0
3.2
3 G
20
3,20
4,20
5 16
2 0
Tim
mer
wer
kfab
riek
en,
verv
aard
igin
g ov
erig
e ar
tike
len
van
hout
0
30
100
0
100
3.
2 2
G
203,
204,
205
162
1 Ti
mm
erw
erkf
abriek
en,
verv
aard
igin
g ov
erig
e ar
tike
len
van
hout
, p.
o. <
20
0 m
² 0
30
50
0
50
3.
1 1
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
7
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
205
1629
02
Kur
kwar
en-,
rie
t- e
n vl
echt
wer
kfab
riek
en
10
10
30
0
30
2
1 G
21
17
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
PAPI
ER, KARTO
N E
N P
API
ER-
EN K
ARTO
NW
AREN
21
11
1711
Ver
vaar
digi
ng v
an p
ulp
200
100
200
C
50
R
200
4.
1 3
G
2112
17
12
0 Pa
pier
- en
kar
tonf
abriek
en:
2112
17
12
1 -
p.c.
< 3
ton
/uur
50
30
50
C
30
R
50
3.
1 1
G
2112
17
12
2 -
p.c.
3 -
15
ton/
uur
100
50
200
C
Z
50
R
200
4.
1 2
G
2112
17
12
3 -
p.c.
>=
15
ton/
uur
200
100
300
C
Z
100
R
300
4.
2 3
G
212
172
Pa
pier
- en
kar
tonw
aren
fabr
ieke
n 30
30
10
0 C
30
R
100
3.
2 2
G
2121
.2
1721
2 0
Gol
fkar
tonf
abriek
en:
2121
.2
1721
2 1
- p.
c. <
3 t
on/u
ur
30
30
100
C
30
R
100
3.
2 2
G
2121
.2
1721
2 2
- p.
c. >
= 3
ton
/uur
50
30
20
0 C
Z
30
R
200
4.
1 2
G
22
18
- U
ITG
EVER
IJEN
, D
RU
KKER
IJEN
EN
REP
RO
DU
CTI
E VAN
OPG
ENO
MEN
MED
IA
2221
18
11
D
rukk
erije
n va
n da
gbla
den
30
0 10
0 C
10
100
3.
2 3
G
2222
18
12
D
rukk
erije
n (v
lak-
en
rota
tied
iepd
rukk
erije
n)
30
0 10
0
10
100
3.
2 3
G
2222
.6
1812
9
Kle
ine
druk
kerije
n en
kop
ieer
inrich
ting
en
10
0 30
0
30
2 1
P 22
23
1814
A
Gra
fisch
e af
wer
king
0
0 10
0
10
1 1
G
2223
18
14
B
Bin
derije
n 30
0
30
0
30
2
2 G
22
24
1813
Gra
fisch
e re
prod
uctie
en z
ette
n 30
0
10
10
30
2 2
G
2225
18
14
O
verige
gra
fisch
e ac
tivi
teite
n 30
0
30
10
30
D
2
2 G
22
3 18
2
Rep
rodu
ctie
bedr
ijven
opg
enom
en m
edia
0
0 10
0
10
1 1
G
23
19
- AARD
OLI
E-/S
TEEN
KO
OLV
ERW
ERKEN
DE
IND
USTR
IE;
BEW
ERKIN
G S
PLIJ
T-/K
WEE
KSTO
FFEN
231
191
Cok
esfa
brie
ken
1000
70
0 10
00
C
Z
100
R
1000
5.3
2 G
23
20.1
19
201
Aar
dolie
raffin
ader
ijen
1500
10
0 15
00
C
Z
1500
R
1500
6 3
G
2320
.2
1920
2 A
Sm
eero
liën-
en
vett
enfa
brie
ken
50
0 10
0
30
R
100
3.
2 2
G
2320
.2
1920
2 B
Rec
yclin
gbed
rijv
en v
oor
afge
wer
kte
olie
30
0 0
100
50
R
300
4.
2 2
G
2320
.2
1920
2 C
Aar
dolie
prod
ucte
nfab
riek
en n
.e.g
. 30
0 0
200
50
R
300
D
4.2
2 G
8 Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
233
210,
212
, 24
4
Spl
ijt-
en k
wee
ksto
ffen
bew
erki
ngsb
edrijv
en
10
10
100
1500
1500
D
6
1 G
24
20
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
CH
EMIS
CH
E PR
OD
UCTE
N
2411
20
11
0 Ver
vaar
digi
ng v
an in
dust
riël
e ga
ssen
:
24
11
2011
1
- lu
chts
chei
ding
sins
talla
tie
v.c.
>=
10
ton/
dag
luch
t 10
0
700
C
Z
100
R
700
5.
2 3
G
2411
20
11
2 -
over
ige
gass
enfa
brie
ken,
nie
t ex
plos
ief
100
0 50
0 C
10
0 R
500
5.
1 3
G
2411
20
11
3 -
over
ige
gass
enfa
brie
ken,
exp
losi
ef
100
0 50
0 C
30
0 R
500
5.
1 3
G
2412
20
12
Kle
ur-
en v
erfs
toffen
fabr
ieke
n 20
0 0
200
C
20
0 R
200
D
4.1
3 G
24
13
2012
0
Ano
rgan
isch
e ch
emis
che
gron
dsto
ffen
fabr
ieke
n:
2413
20
12
1 -
niet
val
lend
ond
er 'p
ost-
Sev
eso-
rich
tlijn
' 10
0 30
30
0 C
30
0 R
300
D
4.2
2 G
24
13
2012
2
- va
llend
ond
er 'p
ost-
Sev
eso-
rich
tlijn
' 30
0 50
50
0 C
70
0 R
700
D
5.2
3 G
24
14.1
20
141
A0
Org
anis
che
chem
isch
e gr
onds
toffen
fabr
ieke
n:
2414
.1
2014
1 A1
- ni
et v
alle
nd o
nder
'pos
t-Sev
eso-
rich
tlijn
' 30
0 10
20
0 C
30
0 R
300
D
4.2
2 G
24
14.1
20
141
A2
- va
llend
ond
er 'p
ost-
Sev
eso-
rich
tlijn
' 10
00
30
500
C
70
0 R
1000
D
5.
3 2
G
2414
.1
2014
1 B0
Met
hano
lfabr
ieke
n:
2414
.1
2014
1 B1
- p.
c. <
100
.000
ton
/jaa
r 10
0 0
200
C
10
0 R
200
4.
1 2
G
2414
.1
2014
1 B2
- p.
c. >
= 1
00.0
00 t
on/j
aar
200
0 30
0 C
Z
200
R
300
4.
2 3
G
2414
.2
2014
9 0
Vet
zure
n en
alk
anol
enfa
brie
ken
(nie
t sy
nthe
tisc
he):
24
14.2
20
149
1 -
p.c.
< 5
0.00
0 to
n/ja
ar
300
0 20
0 C
10
0 R
300
4.
2 2
G
2414
.2
2014
9 2
- p.
c. >
= 5
0.00
0 to
n/ja
ar
500
0 30
0 C
Z
200
R
500
5.
1 3
G
2415
20
15
Kun
stm
ests
toffen
fabr
ieke
n 50
0 30
0 50
0 C
50
0 R
500
5.
1 3
G
2416
20
16
Kun
stha
rsen
fabr
ieke
n en
der
gelij
ke
700
30
300
C
50
0 R
700
5.
2 3
G
242
202
0 La
ndbo
uwch
emic
alië
nfab
riek
en:
242
202
1 -
fabr
icag
e 30
0 50
10
0 C
10
00
R
1000
5.3
3 G
24
2 20
2 2
- fo
rmul
erin
g en
afv
ulle
n 10
0 10
30
C
50
0 R
500
D
5.1
2 G
24
3 20
3
Ver
f, la
k en
ver
nisf
abriek
en
300
30
200
C
30
0 R
300
D
4.2
3 G
24
41
2110
0
Farm
aceu
tisc
he g
rond
stof
fenf
abriek
en:
2441
21
10
1 -
p.c.
< 1
.000
ton
/jaa
r 20
0 10
20
0 C
30
0 R
300
4.
2 1
G
2441
21
10
2 -
p.c.
>=
1.0
00 t
on/j
aar
300
10
300
C
50
0 R
500
5.
1 2
G
2442
21
20
0 Fa
rmac
eutisc
he p
rodu
cten
fabr
ieke
n:
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
9
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
2442
21
20
1 -
form
uler
ing
en a
fvul
len
gene
esm
idde
len
50
10
50
50
R
50
3.
1 2
G
2442
21
20
2 -
verb
andm
idde
lenf
abriek
en
10
10
30
10
30
2 2
G
2451
20
41
Zee
p-, w
as-
en r
eini
ging
smid
dele
nfab
riek
en
300
100
200
C
10
0 R
300
4.
2 3
G
2452
20
42
Pa
rfum
erie
- en
cos
met
icaf
abriek
en
300
30
50
C
50
R
300
4.
2 2
G
2462
20
52
0 Li
jm-
en p
lakm
idde
lenf
abriek
en:
2462
20
52
1 -
zond
er d
ierlijk
e gr
onds
toffen
10
0 10
10
0
50
100
3.
2 3
G
2462
20
52
2 -
met
die
rlijk
e gr
onds
toffen
50
0 30
10
0
50
500
5.
1 3
G
2464
20
5902
Foto
chem
isch
e pr
oduc
tenf
abriek
en
50
10
100
50
R
100
3.
2 3
G
2466
20
5903
A
Che
mis
che
kant
oorb
enod
igdh
eden
fabr
ieke
n 50
10
50
50
R
50
3.
1 3
G
2466
20
5903
B
Ove
rige
che
mis
che
prod
ucte
nfab
riek
en n
.e.g
. 20
0 30
10
0 C
20
0 R
200
D
4.1
2 G
24
7 20
60
Kun
stm
atig
e sy
nthe
tisc
he g
aren
- en
vez
elfa
brie
ken
300
30
300
C
20
0 R
300
4.
2 3
G
25
22
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
PRO
DU
CTE
N V
AN
RU
BBER
EN
KU
NSTS
TOF
2511
22
1101
Rub
berb
ande
nfab
riek
en
300
50
300
C
10
0 R
300
4.
2 2
G
2512
22
1102
0
Loop
vlak
vern
ieuw
ings
bedr
ijven
:
25
12
2211
02
1 -
vloe
ropp
ervl
ak <
100
m²
50
10
30
30
50
3.1
1 G
25
12
2211
02
2 -
vloe
ropp
ervl
ak >
= 1
00 m
² 20
0 50
10
0
50
R
200
4.
1 2
G
2513
22
19
Rub
bera
rtik
elen
fabr
ieke
n 10
0 10
50
50
R
100
D
3.2
1 G
25
2 22
2 0
Kun
stst
ofve
rwer
kend
e be
drijv
en:
252
222
1 -
zond
er fen
olha
rsen
20
0 50
10
0
10
0 R
200
4.
1 2
G
252
222
2 -
met
fen
olha
rsen
30
0 50
10
0
20
0 R
300
4.
2 2
G
252
222
3 -
prod
uctie
van
verp
akki
ngsm
ater
iaal
en
asse
mbl
age
van
kuns
tsto
fbou
w-
mat
eria
len
50
30
50
30
50
3.1
2 G
26
23
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
GLA
S,
AARD
EWER
K,
CEM
ENT-
, KALK
- EN
G
IPSPR
OD
UCTE
N
261
231
0 G
lasf
abriek
en:
261
231
1 -
glas
en
glas
prod
ucte
n, p
.c. <
5.0
00 t
on/j
aar
30
30
100
30
10
0
3.2
1 G
26
1 23
1 2
- gl
as e
n gl
aspr
oduc
ten,
p.c
. >
= 5
.000
ton
/jaa
r 30
10
0 30
0 C
Z
50
R
300
4.
2 2
G
261
231
3 -
glas
wol
en
glas
veze
ls,
p.c.
< 5
.000
ton
/jaa
r 30
0 10
0 10
0
30
300
4.
2 1
G
261
231
4 -
glas
wol
en
glas
veze
ls,
p.c.
>=
5.0
00 t
on/j
aar
500
200
300
C
Z
50
R
500
5.
1 2
G
10
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
2612
23
1
Gla
s-in
-loo
dzet
terij
10
30
30
10
30
2 1
G
2615
23
1
Gla
sbew
erki
ngsb
edrijv
en
10
30
50
10
50
3.1
1 G
26
2, 2
63
232,
234
0
Aar
dew
erkf
abriek
en:
262,
263
23
2, 2
34
1 -
verm
ogen
ele
ktrisc
he o
vens
tot
aal <
40
kW
10
10
30
10
30
2 1
G
262,
263
23
2, 2
34
2 -
verm
ogen
ele
ktrisc
he o
vens
tot
aal >
= 4
0 kW
30
50
10
0
30
100
3.
2 2
G
264
233
A
Bak
stee
n en
bak
stee
nele
men
tenf
abriek
en
30
200
200
30
20
0
4.1
2 G
26
4 23
3 B
Dak
pann
enfa
brie
ken
50
200
200
100
R
200
4.
1 2
G
2651
23
51
0 Cem
entf
abriek
en:
2651
23
51
1 -
p.c.
< 1
00.0
00 t
on/j
aar
10
300
500
C
30
R
500
5.
1 2
G
2651
23
51
2 -
p.c.
>=
100
.000
ton
/jaa
r 30
50
0 10
00
C
Z
50
R
1000
5.3
3 G
26
52
2352
01
0 Kal
kfab
riek
en:
2652
23
5201
1
- p.
c. <
100
.000
ton
/jaa
r 30
20
0 20
0
30
R
200
4.
1 2
G
2652
23
5201
2
- p.
c. >
= 1
00.0
00 t
on/j
aar
50
500
300
Z
50
R
500
5.
1 3
G
2653
23
5202
0
Gip
sfab
riek
en:
2653
23
5202
1
- p.
c. <
100
.000
ton
/jaa
r 30
20
0 20
0
30
R
200
4.
1 2
G
2653
23
5202
2
- p.
c. >
= 1
00.0
00 t
on/j
aar
50
500
300
Z
50
R
500
5.
1 3
G
2661
.1
2361
1 0
Bet
onw
aren
fabr
ieke
n:
2661
.1
2361
1 1
- zo
nder
per
sen,
triltaf
els
en b
ekis
ting
trill
er
10
100
200
30
20
0
4.1
2 G
26
61.1
23
611
2 -
met
per
sen,
triltaf
els
of b
ekis
ting
trill
ers,
p.c
. <
100
ton
/dag
10
10
0 30
0
30
300
4.
2 2
G
2661
.1
2361
1 3
- m
et p
erse
n, t
riltaf
els
of b
ekis
ting
trill
ers,
p.c
. >
= 1
00 t
on/d
ag
30
200
700
Z
30
70
0
5.2
3 G
26
61.2
23
612
0 Kal
kzan
dste
enfa
brie
ken:
26
61.2
23
612
1 -
p.c.
< 1
00.0
00 t
on/j
aar
10
50
100
30
10
0
3.2
2 G
26
61.2
23
612
2 -
p.c.
>=
100
.000
ton
/jaa
r 30
20
0 30
0
Z
30
30
0
4.2
3 G
26
62
2362
Min
eraa
lgeb
onde
n bo
uwpl
aten
fabr
ieke
n 50
50
10
0
30
100
3.
2 2
G
2663
, 26
64
2363
, 23
64
0 Bet
onm
orte
lcen
tral
es:
2663
, 26
64
2363
, 23
64
1 -
p.c.
< 1
00 t
on/u
ur
10
50
100
10
10
0
3.2
3 G
26
63, 26
64
2363
, 23
64
2 -
p.c.
>=
100
ton
/uur
30
20
0 30
0
Z
10
30
0
4.2
3 G
26
65, 26
66
2365
, 23
69
0 Ver
vaar
digi
ng v
an p
rodu
cten
van
bet
on, (v
ezel
)cem
ent
en g
ips:
26
65, 26
66
2365
, 23
69
1 -
p.c.
< 1
00 t
on/d
ag
10
50
100
50
R
100
3.
2 2
G
2665
, 26
66
2365
, 23
69
2 -
p.c.
>=
100
ton
/dag
30
20
0 30
0
Z
200
R
300
4.
2 3
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
11
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
267
237
0 N
atuu
rste
enbe
wer
king
sbed
rijv
en:
267
237
1 -
zond
er b
reke
n, z
even
en
drog
en:
p.o.
> 2
.000
m²
10
30
100
0
100
D
3.2
1 G
26
7 23
7 2
- zo
nder
bre
ken,
zev
en e
n dr
ogen
: p.
o. <
= 2
.000
m²
10
30
50
0
50
3.
1 1
G
267
237
3 -
met
bre
ken,
zev
en o
f dr
ogen
, v.
c. <
100
.000
ton
/jaa
r 10
10
0 30
0
10
300
4.
2 1
G
267
237
4 -
met
bre
ken,
zev
en o
f dr
ogen
, v.
c. >
= 1
00.0
00 t
on/j
aar
30
200
700
Z
10
70
0
5.2
2 G
26
81
2391
Slij
p- e
n po
lijst
mid
dele
nfab
riek
en
10
30
50
10
50
D
3.
1 1
G
2682
23
99
A0
Bitum
ineu
ze m
ater
iale
nfab
riek
en:
2682
23
99
A1
- p.
c. <
100
ton
/uur
30
0 10
0 10
0
30
300
4.
2 3
G
2682
23
99
A2
- p.
c. >
= 1
00 t
on/u
ur
500
200
200
Z
50
50
0
5.1
3 G
26
82
2399
B0
Isol
atie
mat
eria
lenf
abriek
en (
excl
usie
f gl
asw
ol):
26
82
2399
B1
- st
eenw
ol,
p.c.
>=
5.0
00 t
on/j
aar
100
200
300
C
Z
30
30
0
4.2
2 G
26
82
2399
B2
- ov
erig
e is
olat
iem
ater
iale
n 20
0 10
0 10
0 C
50
200
4.
1 2
G
2682
23
99
C
Min
eral
e pr
oduc
tenf
abriek
en n
.e.g
. 50
50
10
0
50
100
D
3.2
2 G
26
82
2399
D
0 Asf
altc
entr
ales
: p.
c. <
100
ton
/uur
10
0 50
20
0
30
200
4.
1 3
G
2682
23
99
D1
- as
faltce
ntra
les:
p.c
. >
= 1
00 t
on/u
ur
200
100
300
Z
50
30
0
4.2
3 G
27
24
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
MET
ALE
N
271
241
0 Ruw
ijzer
- en
sta
alfa
brie
ken:
27
1 24
1 1
- p.
c. <
1.0
00 t
on/j
aar
700
500
700
200
R
700
5.
2 2
G
271
241
2 -
p.c.
>=
1.0
00 t
on/j
aar
1500
10
00
1500
C
Z
300
R
1500
6 3
G
272
245
0 IJ
zere
n- e
n st
alen
buiz
enfa
brie
ken:
27
2 24
5 1
- p.
o. <
2.0
00 m
² 30
30
50
0
30
500
5.
1 2
G
272
245
2 -
p.o.
>=
2.0
00 m
² 50
10
0 10
00
Z
50
R
1000
5.3
3 G
27
3 24
3 0
Dra
adtr
ekke
rije
n, k
oudb
andw
alse
rije
n en
pro
fielz
ette
rije
n:
273
243
1 -
p.o.
< 2
.000
m²
30
30
300
30
30
0
4.2
2 G
27
3 24
3 2
- p.
o. >
= 2
.000
m²
50
50
700
Z
50
R
700
5.
2 3
G
274
244
A0
Non
-fer
ro-m
etaa
lfabr
ieke
n:
274
244
A1
- p.
c. <
1.0
00 t
on/j
aar
100
100
300
30
R
300
4.
2 1
G
274
244
A2
- p.
c. >
= 1
.000
ton
/jaa
r 20
0 30
0 70
0
Z
50
R
700
5.
2 2
G
274
244
B0
Non
-fer
ro-m
etaa
lwal
serije
n, -
trek
kerije
n en
der
gelij
ke:
12
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
274
244
B1
- p.
o. <
2.0
00 m
² 50
50
50
0
50
R
500
5.
1 2
G
274
244
B2
- p.
o. >
= 2
.000
m²
200
100
1000
Z
100
R
1000
5.3
3 G
27
51, 27
52
2451
, 24
52
0 IJ
zer-
en
staa
lgie
terije
n/-s
mel
terije
n:
2751
, 27
52
2451
, 24
52
1 -
p.c.
< 4
.000
ton
/jaa
r 10
0 50
30
0 C
30
R
300
4.
2 1
G
2751
, 27
52
2451
, 24
52
2 -
p.c.
>=
4.0
00 t
on/j
aar
200
100
500
C
Z
50
R
500
5.
1 2
G
2753
, 27
54
2453
, 24
54
0 N
on-f
erro
-met
aalg
iete
rije
n/-s
mel
terije
n:
2753
, 27
54
2453
, 24
54
1 -
p.c.
< 4
.000
ton
/jaa
r 10
0 50
30
0 C
30
R
300
4.
2 1
G
2753
, 27
54
2453
, 24
54
2 -
p.c.
>=
4.0
00 t
on/j
aar
200
100
500
C
Z
50
R
500
5.
1 2
G
28
25,
31
- VER
VAARD
IGIN
G E
N R
EPARATI
E VAN
PRO
DU
CTE
N V
AN
MET
AAL
(EXCLU
SIE
F M
ACH
INES
/TRAN
SPO
RTM
IDD
ELEN
)
281
251,
331
0
Con
stru
ctie
wer
kpla
atse
n:
281
251,
331
1
- ge
slot
en g
ebou
w
30
30
100
30
10
0
3.2
2 G
28
1 25
1, 3
31
1a
- ge
slot
en g
ebou
w,
p.o.
< 2
00 m
² 30
30
50
10
50
3.
1 1
G
281
251,
331
2
- in
ope
n lu
cht,
p.o
. <
2.0
00 m
² 30
50
20
0
30
200
4.
1 2
G
281
251,
331
3
- in
ope
n lu
cht,
p.o
. >
= 2
.000
m²
50
200
300
Z
30
30
0
4.2
3 G
28
21
2529
, 33
11
0 Ta
nk-
en r
eser
voir
bouw
bedr
ijven
:
28
21
2529
, 33
11
1 -
p.o.
< 2
.000
m²
30
50
300
30
R
300
4.
2 2
G
2821
25
29, 33
11
2 -
p.o.
>=
2.0
00 m
² 50
10
0 50
0
Z
50
R
500
5.
1 3
G
2822
, 28
30
2521
, 25
30,
3311
Ver
vaar
digi
ng v
an v
erw
arm
ings
kete
ls, ra
diat
oren
en
stoo
mke
tels
30
30
20
0
30
200
4.
1 2
G
284
255,
331
A
Sta
mp-
, pe
rs-,
die
ptre
k- e
n fo
rcee
rbed
rijv
en
10
30
200
30
20
0
4.1
1 G
28
4 25
5, 3
31
B
Sm
eder
ijen,
lasi
nric
htin
gen,
ban
kwer
kerije
n en
der
gelij
ke
50
30
100
30
10
0 D
3.
2 2
G
284
255,
331
B1
Sm
eder
ijen,
lasi
nric
htin
gen,
ban
kwer
kerije
n en
der
gelij
ke,
p.o.
< 2
00 m
² 30
30
50
10
50
D
3.1
1 G
28
51
2561
, 33
11
0 M
etaa
lopp
ervl
akte
beha
ndel
ings
bedr
ijven
:
28
51
2561
, 33
11
1 -
alge
mee
n 50
50
10
0
50
100
3.
2 2
G
2851
25
61, 33
11
10
- st
rale
n 30
20
0 20
0
30
200
D
4.1
2 G
28
51
2561
, 33
11
11
- m
etaa
lhar
den
30
50
100
50
10
0 D
3.
2 1
G
2851
25
61, 33
11
12
- la
kspu
iten
en
mof
fele
n 10
0 30
10
0
50
R
100
D
3.2
2 G
28
51
2561
, 33
11
2 -
scop
eren
(op
spui
ten
van
zink
) 50
50
10
0
30
R
100
D
3.2
2 G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
13
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
2851
25
61, 33
11
3 -
ther
mis
ch v
erzi
nken
10
0 50
10
0
50
100
3.
2 2
G
2851
25
61, 33
11
4 -
ther
mis
ch v
ertinn
en
100
50
100
50
10
0
3.2
2 G
28
51
2561
, 33
11
5 -
mec
hani
sche
opp
ervl
akte
beha
ndel
ing
(slij
pen,
pol
ijste
n)
30
50
100
30
10
0
3.2
2 G
28
51
2561
, 33
11
6 -
anod
iser
en, el
oxer
en
50
10
100
30
10
0
3.2
2 G
28
51
2561
, 33
11
7 -
chem
isch
e op
perv
lakt
ebeh
ande
ling
50
10
100
30
10
0
3.2
2 G
28
51
2561
, 33
11
8 -
emai
llere
n 10
0 50
10
0
50
R
100
3.
2 1
G
2851
25
61, 33
11
9 -
galv
anis
eren
(ve
rnik
kele
n, v
erch
rom
en,
verz
inke
n, v
erko
pere
n en
de
rgel
ijke)
30
30
10
0
50
100
3.
2 2
G
2852
25
62, 33
11
1 O
verige
met
aalb
ewer
kend
e in
dust
rie
10
30
100
30
10
0 D
3.
2 1
G
2852
25
62, 33
11
2 O
verige
met
aalb
ewer
kend
e in
dust
rie,
inpa
ndig
, p.
o. <
200
m²
10
30
50
10
50
D
3.
1 1
G
287
259,
331
A0
Gro
fsm
eder
ijen,
ank
er-
en k
ettin
gfab
riek
en:
287
259,
331
A1
- p.
o. <
2.0
00 m
² 30
50
20
0
30
200
4.
1 2
G
287
259,
331
A2
- p.
o. >
= 2
.000
m²
50
100
500
Z
30
50
0
5.1
3 G
28
7 25
9, 3
31
B
Ove
rige
met
aalw
aren
fabr
ieke
n n.
e.g.
30
30
10
0
30
100
3.
2 2
G
287
259,
331
B
Ove
rige
met
aalw
aren
fabr
ieke
n n.
e.g.
; in
pand
ig,
p.o.
< 2
00 m
² 30
30
50
10
50
3.
1 1
G
29
27,
28,
33
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
MACH
INES
EN
APP
ARATE
N
29
27,
28,
33
0 M
achi
ne-
en a
ppar
aten
fabr
ieke
n, in
clus
ief re
para
tie:
29
27
, 28
, 33
1
- p.
o. <
2.0
00 m
² 30
30
10
0
30
100
D
3.2
2 G
29
27
, 28
, 33
2
- p.
o. >
= 2
.000
m²
50
30
200
30
20
0 D
4.
1 3
G
29
28,
33
3 -
met
pro
efdr
aaie
n ve
rbra
ndin
gsm
otor
en >
= 1
MW
50
30
30
0
Z
30
30
0 D
4.
2 3
G
29
27,
28,
33
-
repa
ratie
van
mac
hine
s en
app
arat
en,
zond
er p
roef
draa
ien
verb
rand
ings
-m
otor
en �
= 1
MW
30
30
50
30
50
3.
1 1
G
30
26,
28,
33
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
KAN
TOO
RM
ACH
INES
EN
CO
MPU
TERS
30
26,
28,
33
A
Kan
toor
mac
hine
s- e
n co
mpu
terf
abriek
en, in
clus
ief re
para
tie
30
10
30
10
30
2 1
G
31
26,
27,
33
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
OVER
IGE
ELEK
TRIS
CH
E M
ACH
INES
, APP
ARATE
N E
N
BEN
OD
IGD
HED
EN
311
271,
331
Elek
trom
otor
en-
en g
ener
ator
enfa
brie
ken,
incl
usie
f re
para
tie
200
30
30
50
20
0
4.1
1 G
31
2 27
1, 2
73
Sch
akel
- en
inst
alla
tiem
ater
iaal
fabr
ieke
n 20
0 10
30
50
200
4.
1 1
G
14
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
313
273
El
ektr
isch
e dr
aad-
en
kabe
lfabr
ieke
n 10
0 10
20
0
10
0 R
200
D
4.1
2 G
31
4 27
2
Acc
umul
ator
en-
en b
atte
rije
nfab
riek
en
100
30
100
50
10
0
3.2
2 G
31
5 27
4
Lam
penf
abriek
en
200
30
30
300
R
300
4.
2 2
G
316
293
El
ektr
otec
hnis
che
indu
strie
n.e.
g.
30
10
30
10
30
2 1
G
3162
27
90
Koo
lele
ktro
denf
abriek
en
1500
30
0 10
00
C
20
0 R
1500
6 2
G
32
26,
33
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
AU
DIO
-, V
IDEO
-, T
ELEC
OM
MU
NIC
ATI
EAPP
ARATE
N E
N
-BEN
OD
IGD
HED
EN
321
t/m
323
26
1, 2
63,
264,
33
1
Ver
vaar
digi
ng v
an a
udio
-, v
ideo
- en
tel
ecom
mun
icat
ieap
para
tuur
en
derg
elijk
e, in
clus
ief re
para
tie
30
0 50
30
50
D
3.1
2 G
3210
26
12
Fa
brie
ken
voor
ged
rukt
e be
drad
ing
50
10
50
30
50
3.1
1 G
33
26
, 32
, 33
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
MED
ISCH
E EN
OPT
ISCH
E APP
ARATE
N E
N
INSTR
UM
ENTE
N
33
26,
32,
33
A
Fabr
ieke
n vo
or m
edis
che
en o
ptis
che
appa
rate
n en
inst
rum
ente
n en
de
rgel
ijke,
incl
usie
f re
para
tie
30
0 30
0
30
2 1
G
34
29
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
AU
TO'S
, AAN
HAN
GW
AG
ENS E
N O
PLEG
GER
S
341
291
0 Aut
ofab
riek
en e
n as
sem
blag
ebed
rijv
en:
341
291
1 -
p.o.
< 1
0.00
0 m
² 10
0 10
20
0 C
30
R
200
D
4.1
3 G
34
1 29
1 2
- p.
o. >
= 1
0.00
0 m
² 20
0 30
30
0
Z
50
R
300
4.
2 3
G
3420
.1
2920
1
Car
ross
erie
fabr
ieke
n 10
0 10
20
0
30
R
200
4.
1 2
G
3420
.2
2920
2
Aan
hang
wag
en-
en o
pleg
gerf
abriek
en
30
10
200
30
20
0
4.1
2 G
34
3 29
3
Aut
o-on
derd
elen
fabr
ieke
n 30
10
10
0
30
R
100
3.
2 2
G
35
30
- VER
VAARD
IGIN
G V
AN
TRAN
SPO
RTM
IDD
ELEN
(EX
CLU
SIE
F AU
TO'S
, AAN
HAN
GW
AG
ENS)
351
301,
331
5 0
Sch
eeps
bouw
- en
rep
arat
iebe
drijv
en:
351
301,
331
5
1 -
hout
en s
chep
en
30
30
50
10
50
3.1
2 G
35
1 30
1, 3
315
2 -
kuns
tsto
f sc
hepe
n 10
0 50
10
0
50
R
100
3.
2 2
G
351
301,
331
5 3
- m
etal
en s
chep
en <
25
m
50
100
200
30
20
0
4.1
2 G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
15
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
351
301,
331
5 4
- m
etal
en s
chep
en >
= 2
5 m
en/
of p
roef
draa
ien
mot
oren
>=
1 M
W
100
100
500
C
Z
50
50
0
5.1
2 G
35
1 30
1, 3
315
-
onde
rhou
d/re
para
tie
met
alen
sch
epen
< 2
5 m
, in
cide
ntee
l bou
wen
30
50
50
30
50
3.
1 2
G
3511
38
31
Sch
eeps
slop
erije
n 10
0 20
0 70
0
10
0 R
700
5.
2 2
G
352
302,
317
0
Wag
onbo
uw-
en s
poor
weg
wer
kpla
atse
n:
352
302,
317
1
- al
gem
een
50
30
100
30
10
0
3.2
2 G
35
2 30
2, 3
17
2 -
met
pro
efdr
aaie
n va
n ve
rbra
ndin
gsm
otor
en >
= 1
MW
50
30
30
0
Z
30
R
300
4.
2 2
G
353
303,
331
6 0
Vlie
gtui
gbou
w e
n -r
epar
atie
bedr
ijven
:
35
3 30
3, 3
316
1 -
zond
er p
roef
draa
ien
mot
oren
50
30
20
0
30
200
4.
1 2
G
353
303,
331
6 2
- m
et p
roef
draa
ien
mot
oren
10
0 30
10
00
Z
100
R
1000
5.3
2 G
35
4 30
9
Rijw
iel-
en
mot
orrijw
ielfa
brie
ken
30
10
100
30
R
100
3.
2 2
G
355
3099
Tran
spor
tmid
dele
nind
ustr
ie n
.e.g
. 30
30
10
0
30
100
D
3.2
2 G
36
31
-
VER
VAARD
IGIN
G V
AN
MEU
BEL
S E
N O
VER
IGE
GO
EDER
EN N
.E.G
.
36
1 31
0 1
Meu
belfa
brie
ken
50
50
100
30
10
0 D
3.
2 2
G
361
9524
2
Meu
bels
toffee
rder
ijen
b.o.
< 2
00 m
² 0
10
10
0
10
1
1 P
362
321
Fa
bric
age
van
mun
ten,
sie
rade
n en
der
gelij
ke
30
10
10
10
30
2 1
G
363
322
M
uzie
kins
trum
ente
nfab
riek
en
30
10
30
10
30
2 2
G
364
323
Spo
rtar
tike
lenf
abriek
en
30
10
50
30
50
3.1
2 G
36
5 32
4
Spe
elgo
edar
tike
lenf
abriek
en
30
10
50
30
50
3.1
2 G
36
61.1
32
991
Soc
iale
wer
kvoo
rzie
ning
0
30
30
0
30
2
1 P
3661
.2
3299
9
Ver
vaar
digi
ng v
an o
verige
goe
dere
n n.
e.g.
30
10
50
30
50
D
3.1
2 G
37
38
-
VO
ORBER
EID
ING
TO
T REC
YCLI
NG
37
1 38
3201
Met
aal-
en
auto
schr
edde
rs
30
100
500
Z
30
50
0
5.1
2 G
37
2 38
3202
A0
Puin
brek
erije
n en
-m
aler
ijen:
37
2 38
3202
A1
- v.
c. <
100
.000
ton
/jaa
r 30
10
0 30
0
10
300
4.
2 2
G
372
3832
02
A2
- v.
c. >
= 1
00.0
00 t
on/j
aar
30
200
700
10
70
0
5.2
3 G
37
2 38
3202
B
Rub
berr
egen
erat
iebe
drijv
en
300
50
100
50
R
300
4.
2 2
G
372
3832
02
C
Afv
alsc
heid
ings
inst
alla
ties
20
0 20
0 30
0 C
50
300
4.
2 3
G
16
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
40
35
- PR
OD
UCTI
E EN
DIS
TRIB
UTI
E VAN
STR
OO
M,
AARD
GAS, STO
OM
EN
WARM
W
ATE
R
40
35
A0
Elek
tric
itei
tspr
oduc
tieb
edrijv
en (
elek
tris
ch v
erm
ogen
>=
50
MW
e)
40
35
A1
- ko
leng
esto
okt
(inc
lusi
ef m
eest
ook
biom
assa
), t
herm
isch
ver
mog
en
> 7
5 M
Wth
10
0 70
0 70
0 C
Z
200
70
0
5.2
2 G
40
35
A2
- ol
iege
stoo
kt,
ther
mis
ch v
erm
ogen
> 7
5 M
Wth
10
0 10
0 50
0 C
Z
100
50
0
5.1
2 G
40
35
A3
- ga
sges
took
t (i
nclu
sief
bijs
took
bio
mas
sa),
the
rmis
ch v
erm
ogen
> 7
5 M
Wth
10
0 10
0 50
0 C
Z
100
R
500
5.
1 1
G
40
35
A5
- w
arm
tekr
acht
inst
alla
ties
(ga
s), th
erm
isch
ver
mog
en >
75
MW
th
30
30
500
C
Z
100
R
500
5.
1 1
G
40
35
B0
Bio
-ene
rgie
inst
alla
ties
ele
ktrisc
h ve
rmog
en <
50
MW
e:
40
35
B1
- co
verg
isting
, ve
rbra
ndin
g en
ver
gass
ing
van
mes
t, s
lib,
gft
en r
ests
trom
en
voed
ings
indu
strie
100
50
100
30
R
100
3.
2 2
G
40
35
B2
- ve
rgis
ting
, ve
rbra
ndin
g en
ver
gass
ing
van
over
ige
biom
assa
50
50
10
0
30
R
100
3.
2 2
G
40
35
C0
Elek
tric
itei
tsdi
stribu
tieb
edrijv
en, m
et t
rans
form
ator
verm
ogen
:
40
35
C1
- <
10
MVA
0 0
30
C
10
30
2
1 P
40
35
C2
- 10
- 1
00 M
VA
0 0
50
C
30
50
3.
1 1
P 40
35
C3
- 10
0 -
200
MVA
0 0
100
C
50
100
3.
2 1
P 40
35
C4
- 20
0 -
1.00
0 M
VA
0 0
300
C
Z
50
30
0
4.2
1 P
40
35
C5
- >
= 1
.000
MVA
0 0
500
C
Z
50
50
0
5.1
1 P
40
35
D0
Gas
dist
ribu
tieb
edrijv
en:
40
35
D1
- ga
scom
pres
sors
tation
s ve
rmog
en <
100
MW
0
0 30
0 C
10
0
300
4.
2 1
P 40
35
D
2 -
gasc
ompr
esso
rsta
tion
s ve
rmog
en >
= 1
00 M
W
0 0
500
C
20
0 R
500
5.
1 1
P 40
35
D
3 -
gas:
red
ucee
r-, co
mpr
esso
r-, m
eet-
en
rege
linst
alla
ties
, ca
tego
rie
A
0 0
10
C
10
10
1
1 P
40
35
D4
- ga
sdru
kreg
el-
en m
eetr
uim
ten
(kas
ten
en g
ebou
wen
), c
ateg
orie
B e
n C
0 0
30
C
10
30
2
1 P
40
35
D5
- ga
sont
vang
- en
-ve
rdee
lsta
tion
s, c
ateg
orie
D
0 0
50
C
50
R
50
3.
1 1
P 40
35
E0
W
arm
tevo
orzi
enin
gsin
stal
laties
, ga
sges
took
t:
40
35
E1
- st
adsv
erw
arm
ing
30
10
100
C
50
100
3.
2 1
P 40
35
E2
-
blok
verw
arm
ing
10
0 30
C
10
30
2
1 P
41
36
- W
INN
ING
EN
DIS
TRIB
UTI
E VAN
WATE
R
41
36
A0
Wat
erw
inni
ng-/
bere
idin
gbed
rijv
en:
41
36
A1
- m
et c
hloo
rgas
50
0
50
C
10
00
R
1000
D
5.
3 1
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
17
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
41
36
A2
- be
reid
ing
met
chl
oorb
leek
loog
en
derg
elijk
e en
/of st
ralin
g 10
0
50
C
30
50
3.
1 1
G
41
36
B0
Wat
erdi
stribu
tieb
edrijv
en m
et p
ompv
erm
ogen
:
41
36
B1
- <
1 M
W
0 0
30
C
10
30
2
1 P
41
36
B2
- 1
- 15
MW
0
0 10
0 C
10
100
3.
2 1
P 41
36
B3
- >
= 1
5 M
W
0 0
300
C
10
300
4.
2 1
P
45
41
, 42
, 43
-
BO
UW
NIJ
VER
HEI
D
45
41,
42,
43
Bou
wbe
drijv
en/a
anne
mer
s al
gem
een
45
41,
42,
43
0 -
bouw
bedr
ijven
/aan
nem
ers
alge
mee
n: b
.o. >
2.0
00 m
² 10
30
10
0
10
100
3.
2 2
G
45
41,
42,
43
1 -
bouw
bedr
ijven
/aan
nem
ers
alge
mee
n: b
.o. >
1.0
00 m
²: b
.o. <
= 2
.000
m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
45
41
, 42
, 43
2
- bo
uwbe
drijv
en/a
anne
mer
s al
gem
een:
b.o
. <
= 1
.000
m²
0 10
30
10
30
2
1 G
45
3 43
2
Bou
win
stal
latie
alge
mee
n 10
10
30
30
30
2
1 G
45
3 43
22
In
stal
latie
sani
tair/c
entr
ale
verw
arm
ings
appa
ratu
ur in
dien
met
spu
iter
ij 50
30
50
30
50
3.
1 1
G
453
4321
Elek
trot
echn
isch
e in
stal
latie
10
10
30
10
30
2 1
G
50
45,
47
- H
AN
DEL
/REP
ARATI
E VAN
AU
TO'S
, M
OTO
RFI
ETSEN
; BEN
ZIN
ESER
VIC
ESTA
TIO
NS
501,
502
, 50
4 45
1, 4
52,
454
G
root
hand
el in
aut
o's
en m
otor
fiets
en,
repa
ratie-
en
serv
iceb
edrijv
en
10
0 30
10
30
2
2 P
501
451
G
root
hand
el in
vra
chta
uto'
s (i
nclu
sief
impo
rt e
n re
para
tie)
10
10
10
0
10
100
3.
2 2
G
5020
.4
4520
4 A
Aut
opla
atw
erke
rije
n 10
30
10
0
10
100
3.
2 1
G
5020
.4
4520
4 B
Aut
obek
lede
rije
n 0
0 10
10
10
1
1 G
50
20.4
45
204
C
Aut
ospu
itin
rich
ting
en
50
30
30
30
R
50
3.
1 1
G
5020
.5
4520
5
Aut
owas
serije
n 10
0
30
0
30
2
3 P
503,
504
45
3
Gro
otha
ndel
in a
uto-
en
mot
orfie
tson
derd
elen
en
-acc
esso
ires
0
0 30
10
30
2
1 P
51
46
- G
RO
OTH
AN
DEL
EN
OPS
LAG
51
21
4621
0
Gro
otha
ndel
in a
kker
bouw
prod
ucte
n en
vee
voed
ers
30
30
50
30
R
50
3.
1 2
G
5121
46
21
1 G
root
hand
el in
akk
erbo
uwpr
oduc
ten
en v
eevo
eder
s m
et e
en
verw
erki
ngsc
apac
itei
t va
n 50
0 to
n/uu
r of
mee
r 10
0 10
0 30
0
Z
50
R
300
4.
2 2
G
5122
46
22
G
root
hand
el in
blo
emen
en
plan
ten
10
10
30
0
30
2
2 G
18
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
5123
46
23
G
root
hand
el in
leve
nde
dier
en
50
10
100
C
0
10
0
3.2
2 G
51
24
4624
Gro
otha
ndel
in h
uide
n, v
elle
n en
lede
r 50
0
30
0
50
3.
1 2
G
5125
, 51
31
4621
7, 4
631
G
root
hand
el in
ruw
e ta
bak,
gro
ente
n, fru
it e
n co
nsum
ptie
aard
appe
len
30
10
30
50
R
50
3.
1 2
G
5132
, 51
33
4632
, 46
33
G
root
hand
el in
vle
es,
vlee
swar
en,
zuiv
elpr
oduc
ten,
eie
ren,
spi
jsol
iën
10
0 30
50
R
50
3.
1 2
G
5134
46
34
G
root
hand
el in
dra
nken
0
0 30
0
30
2 2
G
5135
46
35
G
root
hand
el in
tab
aksp
rodu
cten
10
0
30
0
30
2
2 G
51
36
4636
Gro
otha
ndel
in s
uike
r, c
hoco
lade
en
suik
erw
erk
10
10
30
0
30
2
2 G
51
37
4637
Gro
otha
ndel
in k
offie
, th
ee, ca
cao
en s
pece
rije
n 30
10
30
0
30
2 2
G
5138
, 51
39
4638
, 46
39
G
root
hand
el in
ove
rige
voe
ding
s- e
n ge
notm
idde
len
10
10
30
10
30
2 2
G
514
464,
467
33
G
root
hand
el in
ove
rige
con
sum
ente
nart
ikel
en
10
10
30
10
30
2 2
G
5148
.7
4649
9 0
Gro
otha
ndel
in v
uurw
erk
en m
unitie
:
51
48.7
46
499
1 -
cons
umen
tenv
uurw
erk,
ver
pakt
, op
slag
< 1
0 to
n 10
0
30
10
V
30
2
2 G
51
48.7
46
499
2 -
cons
umen
tenv
uurw
erk,
ver
pakt
, op
slag
10
tot
50 t
on
10
0 30
50
V
50
3.
1 2
G
5148
.7
4649
9 5
- m
unitie
0
0 30
30
30
2
2 G
51
51.1
46
711
0 G
root
hand
el in
vas
te b
rand
stof
fen:
51
51.1
46
711
1 -
klei
n, lo
kaal
ver
zorg
ings
gebi
ed
10
50
50
30
50
3.1
2 P
5151
.1
4671
1 2
- ko
lent
erm
inal
, op
slag
opp
ervl
ak >
= 2
.000
m²
50
500
500
Z
100
50
0
5.1
3 G
51
51.2
46
712
0 G
root
hand
el in
vlo
eiba
re b
rand
stof
fen:
51
51.2
46
712
-
onde
rgro
nds,
K1/
K2/
K3-
klas
se
10
0 10
10
10
1
1 G
51
51.2
46
712
-
bove
ngro
nds,
K1/
K2-
kl.:
o.c
. <
10
m³
10
0 10
50
R
50
3.
1 1
G
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, K
1/K2-
kl.:
o.c
. 10
- 1
.000
m³
30
0 30
10
0 R
100
3.
2 1
G
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, K
3-kl
asse
: o.
c. <
10
m³
10
0 10
10
30
2
1 G
51
51.2
46
712
-
bove
ngro
nds,
K3-
klas
se:
o.c.
10
- 1.
000
m³
30
0 30
50
50
3.
1 1
G
5151
.2
4671
2 1
- o.
c. >
1.0
00 m
³, <
100
.000
m³
50
0 50
20
0 R
200
D
4.1
2 G
51
51.2
46
712
2 -
o.c.
>=
100
.000
m³
100
0 50
50
0 R
500
D
5.1
2 G
51
51.2
46
712
3 -
tot
vloe
isto
f ve
rdic
hte
gass
en
50
0 50
30
0 R
300
D
4.2
2 G
51
51.2
46
712
0 G
root
hand
el in
gas
vorm
ige
bran
dsto
ffen
(bu
taan
, pr
opaa
n, lp
g (i
n ta
nks)
):
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, <
2 m
³ 0
0 0
30
30
2 1
G
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, 2
- 8
m³
10
0 0
50
R
50
3.
1 1
G
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, 8
- 8
0 m
³ 10
0
10
100
R
100
3.
2 1
G
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
19
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
5151
.2
4671
2
- bo
veng
rond
s, 8
0 -
250
m³
30
0 30
30
0 R
300
4.
2 2
G
5151
.2
4671
2
- on
derg
rond
s, <
80
m³
10
0 10
50
R
50
3.
1 1G
G
51
51.2
46
712
-
onde
rgro
nds,
80
- 25
0 m
³ 30
0
30
200
R
200
4.
1 2
G
5151
.2
4671
2 1
- o.
c. >
1.0
00 m
³, <
100
.000
m³
50
0 50
20
0 R
200
D
4.1
2 G
51
51.2
46
712
2 -
o.c.
>=
100
.000
m³
100
0 50
50
0 R
500
D
5.1
2 G
51
51.2
46
712
0 G
asvo
rmig
e br
ands
toffen
in g
asfle
ssen
51
51.2
46
712
-
klei
ne h
oeve
elhe
den
< 1
0 to
n 0
0 0
10
10
1 1
G
5151
.2
4671
2
- be
perk
te h
oeve
elhe
den
(< 1
50 t
on)
en h
oog
besc
herm
ings
nive
au
10
0 10
30
R
30
2
1 G
51
51.2
46
712
-
grot
e ho
evee
lhed
en (
> 1
50 t
on)
en/o
f la
ag b
esch
erm
ings
nive
au
30
0 30
50
0 R
500
5.
1 2
G
5151
.2
4671
2
Nie
t-re
actiev
e ga
ssen
(in
clus
ief zu
urst
of),
gek
oeld
10
0
10
50
50
3.1
1 G
51
51.3
46
713
G
root
hand
el m
iner
ale
olie
prod
ucte
n (e
xclu
sief
bra
ndst
offe
n)
100
0 30
50
100
3.
2 2
G
5152
.1
4672
1 0
Gro
otha
ndel
in m
etaa
lert
sen:
51
52.1
46
721
1 -
opsl
ag o
pper
vlak
< 2
.000
m²
30
300
300
10
30
0
4.2
3 G
51
52.1
46
721
2 -
opsl
ag o
pper
vlak
>=
2.0
00 m
² 50
50
0 70
0
Z
10
70
0
5.2
3 G
51
52.2
/.3
46
722,
467
23
G
root
hand
el in
met
alen
en
-hal
ffab
rika
ten
0 10
10
0
10
100
3.
2 2
G
5153
46
73
0 G
root
hand
el in
hou
t en
bou
wm
ater
iale
n:
5153
46
73
1 -
alge
mee
n: b
.o.
> 2
.000
m²
0 10
50
10
50
3.
1 2
G
5153
46
73
2 -
alge
mee
n: b
.o.
<=
2.0
00 m
² 0
10
30
10
30
2 1
G
5153
.4
4673
5 4
Zan
d en
grind
:
51
53.4
46
735
5 -
alge
mee
n: b
.o.
> 2
00 m
² 0
30
100
0
100
3.
2 2
G
5153
.4
4673
5 6
- al
gem
een:
b.o
. <
= 2
00 m
²
0 10
30
0
30
2 1
G
5154
46
74
0 G
root
hand
el in
ijze
r- e
n m
etaa
lwar
en e
n ve
rwar
min
gsap
para
tuur
:
51
54
4674
1
- al
gem
een:
b.o
. >
2.0
00 m
² 0
0 50
10
50
3.
1 2
G
5154
46
74
2 -
alge
mee
n: b
.o.
<=
2.0
00 m
² 0
0 30
0
30
2 1
G
5155
.1
4675
1
Gro
otha
ndel
in c
hem
isch
e pr
oduc
ten
50
10
30
100
R
100
D
3.2
2 G
51
55.2
46
752
G
root
hand
el in
kun
stm
ests
toffen
30
30
30
30
R
30
2
1 G
51
55.2
46
752
G
root
hand
el in
bes
trijd
ings
mid
dele
n in
em
balla
ge o
f in
gas
fless
en
5155
.2
4675
2
- kl
eine
hoe
veel
hede
n <
10
ton
0 0
0
10
10
1
1 G
51
55.2
46
752
-
bepe
rkte
hoe
veel
hede
n (<
150
ton
) e
n ho
og b
esch
erm
ings
nive
au
0 0
0
30
R
30
2
1 G
51
55.2
46
752
-
grot
e ho
evee
lhed
en (
>15
0 to
n) e
n/of
laag
bes
cher
min
gsni
veau
0
0 0
500
R
500
5.
1 1
G
20
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
5156
46
76
G
root
hand
el in
ove
rige
inte
rmed
iaire
goed
eren
10
10
30
10
30
2
2 G
51
57
4677
0
Aut
oslo
perije
n: b
.o. >
1.0
00 m
² 10
30
10
0
30
100
3.
2 2
G
5157
46
77
1 -
auto
slop
erije
n: b
.o. <
= 1
.000
m²
10
10
50
10
50
3.1
2 G
51
57.2
/3
4677
0
Ove
rige
gro
otha
ndel
in a
fval
en
schr
oot:
b.o
. >
1.0
00 m
² 10
30
10
0
10
100
D
3.2
2 G
51
57.2
/3
4677
1
- ov
erig
e gr
ooth
ande
l in
afva
l en
schr
oot:
b.o
. <
= 1
.000
m²
10
10
50
10
50
3.1
2 G
51
8 46
6 0
Gro
otha
ndel
in m
achi
nes
en a
ppar
aten
:
51
8 46
6 1
- m
achi
nes
voor
de
bouw
nijv
erhe
id
0 10
10
0
10
100
3.
2 2
G
518
466
2 -
over
ige
0 10
50
0
50
3.1
2 G
51
8 46
6 3
- ov
erig
met
opp
ervl
ak <
= 2
.000
m²
0 10
30
0
30
2 1
G
519
466,
469
Ove
rige
gro
otha
ndel
(be
drijf
smeu
bels
, em
balla
ge,
vakb
enod
igdh
eden
en
derg
elijk
e)
0 0
30
0
30
2
2 G
52
47
- REP
ARATI
E TE
N B
EHO
EVE
VAN
PARTI
CU
LIER
EN
527
952
Rep
arat
ie t
en b
ehoe
ve v
an p
artic
ulie
ren
(exc
lusi
ef a
uto'
s en
mot
orfie
tsen
) 0
0 10
10
10
1
1 P
60
49
- VER
VO
ER O
VER
LAN
D
6022
49
3
Taxi
bedr
ijven
0
0 30
C
0
30
2 2
P 60
23
493
To
urin
gcar
bedr
ijven
10
0
100
C
0
10
0
3.2
2 G
60
24
494
0 G
oede
renw
egve
rvoe
rbed
rijv
en (
zond
er s
choo
nmak
en t
anks
): b
.o.
> 1
.000
m²
0 0
100
C
30
100
3.
2 3
G
6024
49
4 1
- go
eder
enw
egve
rvoe
rbed
rijv
en (
zond
er s
choo
nmak
en t
anks
): b
.o.
<
= 1
.000
m²
0 0
50
C
30
50
3.
1 2
G
63
52
- D
IEN
STV
ERLE
NIN
G T
EN B
EHO
EVE
VAN
HET
VER
VO
ER
631
522
Lo
swal
10
30
50
30
50
3.
1 2
G
6312
52
102,
521
09
A
Dis
trib
utie
cent
ra,
pak-
en
koel
huiz
en
30
10
50
C
50
R
50
D
3.1
2 G
63
12
5210
9 B
Ops
lagg
ebou
wen
(ve
rhuu
r op
slag
ruim
te)
0 0
30
C
10
30
2
2 G
63
21
5221
2
Sta
lling
van
vra
chtw
agen
s (m
et k
oelin
stal
laties
) 10
0
100
C
30
100
3.
2 2
G
6321
52
21
3 Car
avan
stal
ling
10
0 30
C
10
30
2
2 P
64
53
- PO
ST
EN T
ELEC
OM
MU
NIC
ATI
E
64
1 53
1, 5
32
Po
st-
en k
oerier
sdie
nste
n 0
0 30
C
0
30
2 2
P
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
21
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
71
77
- VER
HU
UR V
AN
TRAN
SPO
RTM
IDD
ELEN
, M
ACH
INES
, AN
DER
E RO
EREN
DE
GO
EDER
EN
711
7711
Pers
onen
auto
verh
uurb
edrijv
en
10
0 30
10
30
2
2 P
712
7712
, 77
39
Ver
huur
bedr
ijven
voo
r tr
ansp
ortm
idde
len
(exc
lusi
ef p
erso
nena
uto'
s)
10
0 50
10
50
D
3.1
2 G
71
3 77
3
Ver
huur
bedr
ijven
voo
r m
achi
nes
en w
erkt
uige
n 10
0
50
10
50
D
3.
1 2
G
7133
77
33
Ver
huur
bedr
ijven
voo
r ka
ntoo
rmac
hine
s en
com
pute
rs
10
0 30
10
2 2
G
72
62
- CO
MPU
TERSER
VIC
E- E
N I
NFO
RM
ATI
ETEC
HN
OLO
GIE
72
62
Ond
erho
ud e
n re
para
tie
com
pute
rs e
n ka
ntoo
rmac
hine
s 0
0 10
0
10
1 1
P 72
58
, 63
B
Dat
acen
tra
0 0
30
C
0
30
2 1
P
73
72
-
SPE
UR-
EN O
NTW
IKKEL
ING
SW
ERK
731
721
N
atuu
rwet
ensc
happ
elijk
spe
ur-
en o
ntw
ikke
lings
wer
k 30
10
30
30
R
30
2
1 P
74
63,
69 t
/m 7
1,
73,
74,
77, 78
, 80
t/m
82
- O
VER
IGE
ZAKEL
IJKE
DIE
NSTV
ERLE
NIN
G
747
812
Rei
nigi
ngsb
edrijv
en v
oor
gebo
uwen
50
10
30
30
50
D
3.1
1 P
7481
.3
7420
3
Foto
- en
film
ontw
ikke
lcen
tral
es
10
0 30
C
10
30
2
2 G
74
84.3
82
991
Vei
linge
n vo
or la
ndbo
uw-
en v
isse
rijp
rodu
cten
50
30
20
0 C
50
R
200
4.
1 3
G
7484
.4
8299
2
Vei
linge
n vo
or h
uisr
aad,
kun
st e
n de
rgel
ijke
0 0
10
0
10
1
2 P
90
37,
38,
39
- M
ILIE
UD
IEN
STV
ERLE
NIN
G
9001
37
00
A0
RW
ZI's
en g
ierv
erw
erki
ngsi
nric
ht.,
met
afd
ekki
ng v
oorb
ezin
ktan
ks:
9001
37
00
A1
- <
100
.000
i.e.
20
0 10
10
0 C
10
200
4.
1 2
G
9001
37
00
A2
- 10
0.00
0 -
300.
000
i.e.
300
10
200
C
Z
10
30
0
4.2
2 G
90
01
3700
A3
- >
= 3
00.0
00 i.
e.
500
10
300
C
Z
10
50
0
5.1
3 G
90
01
3700
B
Rio
olge
mal
en
30
0 10
C
0
30
2 1
P 90
02.1
38
1 A
Vui
loph
aal-
, st
raat
rein
igin
gsbe
drijv
en e
n de
rgel
ijke
50
30
50
10
50
3.1
2 G
90
02.1
38
1 B
Gem
eent
ewer
ven
(afv
alin
zam
elde
pots
) 30
30
50
30
R
50
3.
1 2
G
22
Sta
at v
an B
edrijfsa
ctiv
itei
ten
'bed
rijv
ente
rrei
n'
SB
I-1
99
3
SB
I-2
00
8
O
MS
CH
RIJ
VIN
G
AFS
TAN
DEN
IN
MET
ERS
IND
ICES
VNG-nr.
GEUR
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
9002
.1
381
C
Vui
love
rsla
gsta
tion
s 20
0 20
0 30
0
30
300
4.
2 3
G
9002
.2
382
A0
Afv
alve
rwer
king
sbed
rijv
en:
9002
.2
382
A1
- m
estv
erw
erki
ng/k
orre
lfabr
ieke
n 50
0 10
10
0 C
10
500
5.
1 3
G
9002
.2
382
A2
- ka
belb
rand
erije
n 10
0 50
30
10
100
3.
2 1
G
9002
.2
382
A3
- ve
rwer
king
rad
ioac
tief
afv
al
0 10
20
0 C
15
00
15
00
6
1 G
90
02.2
38
2 A4
- pa
thog
een
afva
lver
bran
ding
(vo
or z
ieke
nhui
zen)
50
10
30
10
50
3.
1 1
G
9002
.2
382
A5
- op
losm
idde
lter
ugw
inni
ng
100
0 10
30
R
100
D
3.2
1 G
90
02.2
38
2 A6
- af
valv
erbr
andi
ngsi
nric
htin
gen,
the
rmis
ch v
erm
ogen
> 7
5 M
W
300
200
300
C
Z
50
30
0 D
4.
2 3
G
9002
.2
382
A7
- ve
rwer
king
fot
oche
mis
ch e
n ga
lvan
oafv
al
10
10
30
30
R
30
2
1 G
90
02.2
38
2 B
Vui
lsto
rtpl
aats
en
300
200
300
10
30
0
4.2
3 G
90
02.2
38
2 C0
Com
post
eerb
edrijv
en:
9002
.2
382
C1
- ni
et-b
eluc
ht v
.c. <
5.0
00 t
on/j
aar
300
100
50
10
30
0
4.2
2 G
90
02.2
38
2 C2
- ni
et-b
eluc
ht v
.c. 5.
000
tot
20.0
00 t
on/j
aar
700
300
100
30
70
0
5.2
2 G
90
02.2
38
2 C3
- be
luch
t v.
c. <
20.
000
ton/
jaar
10
0 10
0 10
0
10
100
3.
2 2
G
9002
.2
382
C4
- be
luch
t v.
c. >
20.
000
ton/
jaar
20
0 20
0 10
0
30
200
4.
1 3
G
9002
.2
382
C5
- gf
t in
ges
lote
n ge
bouw
20
0 50
10
0
10
0 R
200
4.
1 3
G
93
96
- O
VER
IGE
DIE
NSTV
ERLE
NIN
G
9301
.1
9601
1 A
Was
serije
n en
linn
enve
rhuu
r 30
0
50
C
30
50
3.
1 2
G
9301
.1
9601
1 B
Tapi
jtre
inig
ings
bedr
ijven
30
0
50
30
50
3.1
2 G
93
01.2
96
012
Che
mis
che
was
serije
n en
ver
verije
n 30
0
30
30
R
30
2
2 G
93
01.3
96
013
A
Was
verz
endi
nric
htin
gen
0 0
30
0
30
2
1 G
SBI
93/0
8/SvB
b
maa
rt 2
012
197
Adviesbureau RBOI 0824.008793.00 Rotterdam / Middelburg
Bijlage 4 Staat van Horeca-activiteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
SvH 2011
Staat van Horeca-activiteiten Categorie I 'lichte horeca' Horeca bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en 's avonds zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van etenswaren, maaltijden en dranken al dan niet in combinatie met het tegen vergoeding verstrekken van logies. Hierdoor veroorzaken zij slechts beperkte hinder voor omwonenden. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
Horeca bedrijven zoals: - broodjeszaak, crêperie, croissanterie; - cafetaria, koffiebar, theehuis; - lunchroom; - ijssalon; - snackbar;
1b. Overige lichte horeca Horeca bedrijven zoals:
- Bed & Breakfast; - bistro, eetcafé; - hotel; - hotel-restaurant; - kookstudio; - poffertjeszaak/pannenkoekenhuis; - pension; - restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); - shoarmazaak/grillroom; - wijn- of whiskyproeverij.
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
Horeca bedrijven zoals: - bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een vloeroppervlak1) van meer dan
400 m²; - restaurant met bezorg- en/of afhaalservice.
Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend ook delen van de nacht zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en maaltijden. Hierdoor kunnen zij aan-zienlijke hinder voor omwonenden veroorzaken: Horeca bedrijven zoals: - bedrijven uit categorie 1 die gelet op de aard van hun omgeving ook delen van de nacht
geopend zijn; - bar, bierhuis, café, pub; - biljartcentrum; - café-restaurant.
1) Zie toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten.
Staat van Horeca-activiteiten 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg SvH 2011
Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met etenswaren en maaltijden en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: Horeca bedrijven zoals: - bar-dancing; - dancing; - discotheek; - nachtclub; - zalenverhuur/partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-
/dansevenementen).
kaart(en)