102

• Bij het zogenaamde “nutcracker syndrome” zal er stuwing van de hepatische venen optreden.

Nutcracker phenomenon

• Compression of the left renal vein between aorta and superior mesenteric artery

• Syndrome = Clinical manifesation: – Increased renal vein pressure– Hematuria rupture of thin walled veins into

collecting system– Left flank pain

102

• Bij het zogenaamde “nutcracker syndrome” zal er stuwing van de hepatische venen optreden.

• Onjuist

103

• Een TIPS (Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt) procedure is een geëigende behandeling voor patiënten met een Budd-Chiari syndroom.

Budd Chiari Syndrome• Thrombosis of main hepatic veins/ branches of hepatic veins/ IVC• Possible extension to portal vein

• Clinical manifesation: – Ascites– Pain– Hepatomegaly– Splenomegaly

• Causes:– Idiopathic 50-75%– Coagulation disorders– Tumors– Trauma– Medication induced (OAC or chemo)

Budd-Chiari

• Colour-flow doppler– part of or the entire right hepatic vein with no

flow or inappropriately directed flow– discontinuity between the main hepatic vein

and the IVC– reversed flow in hepatic veins and intra and

extrahepatic collaterals– low or no flow in the IVC or balanced

bidirectional flow– thrombus or tumour within the IVC

TIPS

• A transjugular intrahepatic portosystemic shunt (TIPS) is a percutaneously created connection within the liver between the portal and systemic circulations

TIPS

• Accepted indications:– Acute variceal bleeding that cannot be successfully controlled

with medical treatment, including sclerotherapy – Recurrent and refractory variceal bleeding or recurrent variceal

bleeding in patients who cannot tolerate conventional medical treatment, including sclerotherapy and pharmacologic therapy

• Unproven but promising indications:– Therapy for refractory ascites– Portal decompression in patients with hepatic venous outflow

obstruction (Budd-Chiari syndrome), hepatic hydrothorax, or hepatorenal syndrome.

103

• Een TIPS (Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt) procedure is een geëigende behandeling voor patiënten met een Budd-Chiari syndroom.

• Juist

104

• Arteria tibialis anterior vult bij de meeste mensen direct de arteria dorsalis pedis.

104

• Arteria tibialis anterior vult bij de meeste mensen direct de arteria dorsalis pedis.

• Juist

105

• De 5-jaars primaire patency van een bypass van de arteria femoralis communis naar de arteria poplitea boven de knie, waarbij de vena saphena magna is gebruikt als prothese materiaal, is minder dan 50%.

Fem-Pop

• ANZ Journal of Surgery, Volume 71, Number 6, June 2001, Long-term prognosis of femoropopliteal bypass: An analysis of 349 consecutive revascularizations, H Lau, SWK Cheng

– overall primary patency rates of femoropopliteal bypass were 88%, 79% and 76% at 1, 3 and 5 years

• Cochrane library issue 2010, Graft type for femoro-popliteal bypass surgery, CP Twine, AD McLain :

– primary patency benefit for autologous vein compared to synthetic materials for above knee bypasses.

105

• De 5-jaars primaire patency van een bypass van de arteria femoralis communis naar de arteria poplitea boven de knie, waarbij de vena saphena magna is gebruikt als prothese materiaal, is minder dan 50%.

• Onjuist

106

• Bij de grote meerderheid van de patiënten met een traumatische aortaruptuur, die levend het ziekenhuis bereiken, bevindt de scheur zich op het niveau van de isthmus.

Isthmus aortae

• vernauwing tussen de arcus aortae en aorta thoracalis

Traumatic aortic injury

• Shear forces of deceleration• 15-20% survival• False aneurysm• Location:

– Isthmus 95%– Proximal descending aorta– Descending aorta

• Widened mediastinum (15% with widening after trauma have aortic tear)

106

• Bij de grote meerderheid van de patiënten met een traumatische aortaruptuur, die levend het ziekenhuis bereiken, bevindt de scheur zich op het niveau van de isthmus.

• Juist

107

• Wegens claudicatio intermittens graad Fontaine II B overweegt u een PTA van de arteria iliaca communis uit te voeren bij een patiënt, die met acenocoumarol (Sintrom mitis®) wordt behandeld. U doet tevoren bloedonderzoek. De International Normalised Ratio (INR) bedraagt 4,2. Dit is een contra-indicatie voor een dergelijke procedure.

107

108

• Clopidogrel (Plavix®) is een bloedverdunner die zijn werking ontleent aan het antagoneren van vitamine K afhankelijke stollingsfactoren

108

108

• Clopidogrel (Plavix®) is een bloedverdunner die zijn werking ontleent aan het antagoneren van vitamine K afhankelijke stollingsfactoren

• Onjuist

134

• Een bicuspide aortaklep is de meest voorkomende congenitale hartafwijking. Deze afwijking geeft in meer dan de helft van de gevallen al een aortaklepstenose op kinderleeftijd.

Bicuspid aortic valve

• 1-2% of the population

• Complications arise in one third of patients over their lifetimes

• Stenosis of a bicuspid aortic valve is more likely to develop in persons older than 20 years and is caused by progressive sclerosis and calcification

134

• Een bicuspide aortaklep is de meest voorkomende congenitale hartafwijking. Deze afwijking geeft in meer dan de helft van de gevallen al een aortaklepstenose op kinderleeftijd.

• Onjuist

135

• Bij een acute reumatische endocarditis zal er eerder een mitraalklep insufficiëntie dan mitraalklep stenose optreden.

Acute rheumatic heart disease

• Often pancarditis characterized by endocarditis, myocarditis, and pericarditis.

• Endocarditis is manifested as valve insufficiency. – mitral valve (65-70% of patients)– aortic valve (25%)– tricuspid valve (10%) almost always associated with

mitral and aortic lesions. – pulmonary valve rarely affected.

• Severe valve insufficiency during the acute phase may result in congestive heart failure and even death (1% of patients).

135

• Bij een acute reumatische endocarditis zal er eerder een mitraalklep insufficiëntie dan mitraalklep stenose optreden.

• Juist

136

• Op een thoraxfoto ziet u een hart dat de vorm heeft van een sneeuwpop. Dit past beter bij een Ebstein anomalie, dan bij een "Total Anomalous Pulmonary Venous Return/Connection".

Snowman sign

• A rounded, figure-of-eight-like cardiac contour seen on a plain AP CXR of infants

• Total anomalous drainage of the pulmonary veins

• Common pulmonary vein dilatation• Supracardiac drainage• Dilated left ventricle and superior vena cava and

left innominate vein• Similar appearance may be caused by a

prominent thymic shadow

• All pulmonary veins drain into systemic veins or the right atrium with or without pulmonary venous obstruction

• Atrial septal defect

• 1.5% of all patients with cardiovascular malformations

Total Anomalous Pulmonary Venous Return/Connection

Total Anomalous Pulmonary Venous Return/Connection

• Supracardiac (50%): blood drains to one of the innominate veins (brachiocephalic veins) or the superior vena cava

• Cardiac (20%): blood drains into coronary sinus or directly into right atrium

• Infradiaphragmatic (20%): blood drains into portal or hepatic veins

• Mixed (10%)

Ebstein's anomaly

• the opening of the tricuspid valve is displaced towards the apex of the right ventricle.

135

• Op een thoraxfoto ziet u een hart dat de vorm heeft van een sneeuwpop. Dit past beter bij een Ebstein anomalie, dan bij een "Total Anomalous Pulmonary Venous Return/Connection".

• Onjuist

137

• De coronair arterie anomalie, waarbij de linkercoronair arterie (LCA) anterieur van de arteria pulmonalis verloopt, kan de oorzaak vormen voor acute hartdood.

Sudden coronary death under age 20

• Risk < 0.2/100,000• RCA uit linker

coronaire sinus van Valsalva – Meestal inspanning

• LCA uit rechter coronaire sinus van Valsalva– Tijdens inspanning

• LCA uit truncus pulmonalis – meestal in rust

137

• De coronair arterie anomalie, waarbij de linkercoronair arterie (LCA) anterieur van de arteria pulmonalis verloopt, kan de oorzaak vormen voor acute hartdood.

• Onjuist

138

• Bij coronair CT-angiografie heeft ‘Prospective Triggering’ het voordeel van een lagere stralingsdosis voor de patiënt in vergelijk met ‘Retrospective Gating’.

ECG gating vs. triggering

Retrospectieve gating

Prospectieve triggering

Table movement

R R

R R

138

• Bij coronair CT-angiografie heeft ‘Prospective Triggering’ het voordeel van een lagere stralingsdosis voor de patiënt in vergelijk met ‘Retrospective Gating’.

• Juist

139

• Pericardcysten bevinden zich in de meerderheid van de gevallen in de rechter pericardiofrenische hoek.

139

• 1:100.000• Geen kliniek• Locatie: Middelste mediastium (92%)• 70% in the rechter cardiophrenische hoek (22%

links)• Dx mediastinale cyste: bronchogene cyste

(34%)• Dx mediastinale massa: 1. lymfoom 2. brochogene/pericardiale cyste

139

139

• Pericardcysten bevinden zich in de meerderheid van de gevallen in de rechter pericardiofrenische hoek.

• Juist

140

• Het belangrijkste kenmerk van Hypertrofische Obstructieve CardioMyopathie (HOCM) is een verkalkte stenose van de aortaklep.

140

• Definitie HCM: a hypertrophied left ventricle, defined as diastolic wall thickness 15mm or more, without any identifiable cause such as hypertension or valvular disease.

• 1:4 HCM: obstructie LVOT (=HCOM)• Kenmerken: - asymetrische wandverdikking (m.n. basale

interventiculaire septum)- mitralisklepinsufficientie

140

140

• Het belangrijkste kenmerk van Hypertrofische Obstructieve CardioMyopathie (HOCM) is een verkalkte stenose van de aortaklep.

• Onjuist

141

• Voor het herkennen van het morfologische linker- en rechteratrium, wordt onder andere gekeken naar de hartoren. Het rechter hartoor heeft in vergelijking met het linker een bredere basis.

141

• Herkennen RA: ontvangt VCI, sinus coronarius en heeft breed-basisch, driehoekig hartoor

• Herkennen LA: heeft een smal, tubulair hartoor

141

141

• Voor het herkennen van het morfologische linker- en rechteratrium, wordt onder andere gekeken naar de hartoren. Het rechterhartoor heeft in vergelijking met het linker een bredere basis.

• Juist

142

• Op een X-thorax bij een neonaat ziet u onder andere verwijde pulmonaal arteriën. Dit past beter bij een open ductus arteriosus, dan bij de tetralogie van Fallot.

142

Patent ductus arteriosus (PDA)

• Subgroep: (centrale) links-rechts shunts (VSD, ASD, PDA) acyanotisch

• Vebinding prox. aorta descendens- a.pulmonalis

• 1:3000 (8-10% van alle CHD)

• Meestal asymptomatisch

142

• X-Thorax

142

Tetralogie van Fallot

• Subgroep: Rechtszijdige obstructie (Tricuspid atresie, Ebstein anomalie) cyanotisch

• RVOT obstructie, VSD, RV hypertofie en overriding aorta (+/- pulmomalis atresie)

• Meestal symptomatisch

142

• X-thorax

142

• Op een X-thorax bij een neonaat ziet u onder andere verwijde pulmonaal arteriën. Dit past beter bij een open ductus arteriosus, dan bij de tetralogie van Fallot.

• Juist