de prioriteiten van de nederlandse burger - veldkamp.net prioriteiten... · meting in augustus 2010...
TRANSCRIPT
De prioriteiten van de Nederlandse burger
Het waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding2. De belangrijkste vraagstukken3. Nederland en de wereld4. Links en rechts5. Tot slot6. Onderzoeksverantwoording
Prioriteiten van de Nederlandse burgerHet waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2007 en 2010
Veldkamp
Dieter Verhue en Bart Koenen
29 november 2010
3
Inleiding
Het waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
4
Inleiding
� In onze samenleving spelen veel maatschappelijke vraagstukken die om een oplossing vragen. Voor de oplossing van deze vraagstukken isvoldoende draagvlak onder de bevolking een belangrijke voorwaarde. Bij vraagstukken die hoog op de agenda staan, zal er ‘vanzelf’ vanuit de samenleving een roep ontstaan om oplossing. Bij vraagstukken die laag op de agenda staan, zullen pogingen tot oplossing op weerstand stuiten. In zo’n geval past eerder een beleid dat is gericht op agendasetting.
� Hoe ziet de prioriteitenlijst van Nederlandse burgers er uit? Veldkampheeft samen met het Planbureau voor de Leefomgeving een methode ontwikkeld waarmee van een groot aantal vraagstukken de prioriteit in kaart kan worden gebracht. We hebben al diverse metingen met deze methode uitgevoerd. In dit document presenteren wij de uitkomsten van de meting in augustus 2010 en zetten dit af tegen de vorige meting, die vlak voor de start van de economische crisis plaatsvond, in mei 2007. Deze metingen zijn in samenwerking tussen het PBL en Veldkamp uitgevoerd.
5
De belangrijkste vraagstukken
Het waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
6
De belangrijkste vraagstukken in 2010
(27)
(8)
(32)
(3)
(31)
(1)
(9)
(2)
(7)
(4)
Dat de werkloosheid in Nederland vermindert
Dat de vervuiling van zeeën, rivieren en meren op de wereld in de toekomst afneemt
Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst beter op orde zullen zijn
Dat er in de toekomst minder honger op de wereld is
Dat de economie in Nederland groeit
Dat er minder oorlog en terrorisme in de wereld is
Dat er meer wordt gedaan aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland
Dat de mensen in Nederland verdraagzamer zijn en zich socialer gedragen
Dat de gezondheidszorg in Nederland verbetert
Dat de oudedagsvoorzieningen van mensen in Nederland in de toekomst goedgeregeld blijven
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Positie 2010 Positie 2007
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten: ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld. De vraagstukken zijn gesorteerd op de hoogste gemiddelde rangordepositie. Bij vraagstukken die significant veranderden is dit aangegeven met een pijl (alles is dus significant veranderd). De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
7
Oudedagsvoorzieningen, gezondheidszorg en omgangsvormen belangrijkst
� Eind augustus 2010 wordt de toekomstbestendigheid van de oudedagsvoorzieningen in Nederland het belangrijkste maatschappelijke vraagstuk gevonden. Dit vraagstuk steeg van de vierde plek in 2007 tot de eerste plaats in 2010. Op nummer twee en drie vinden we respectievelijk de gezondheidszorg in Nederland en de achteruitgang van omgangsvormen in de Nederlandse samenleving.
� Opvallende dalers in de top-10 worden gevormd door oorlog en terrorisme, honger in de wereld en wereldwijde vervuiling van zeeën, rivieren en meren. De prioriteit van deze vraagstukken is ten opzichte van 2007 afgenomen.
8
De tien sterkste stijgers ten opzichte van 2007
+10
+11
+12
+13
+17
+17
+17
+22
+24
+25
Dat vrouwen en mannen in Nederland gelijke kansen hebben werk te vinden en promotiete maken
Dat de belastingen in Nederland worden verlaagd
Dat er in de toekomst voldoende, betaalbare en passende woningen in Nederland zijn
Dat de arbeidsparticipatie in Nederland wordt bevorderd
Dat de Nederlandse overheid kleiner en slagvaardiger wordt
Dat de werkloosheid in Nederland vermindert
Dat de betrouwbaarheid van de Nederlandse overheid toeneemt
Dat we in de toekomst in Nederland meer inkomenszekerheid hebben
Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst beter op orde zullen zijn
Dat de economie in Nederland groeit
3410
399
278
337
256
105
114
123
82
61
Positie 2010
Aantal plaatsen gestegen
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten (N=872 in 2007). Ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld (N=286 in 2007). De vraagstukken zijn gesorteerd op de grootste verschuiving sinds 2007. Bij alle weergegeven vraagstukken is de verandering significant. De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
Sterkste stijgers
9
Vooral economische vraagstukken stegen sterk in belang
� Vlak na de meting in 2007 begon de wereldwijde economische crisis. Het ligt daarom voor de hand dat burgers een grotere prioriteit geven aan economische vraagstukken. Dit is precies wat we zien: economische groei, overheidsfinanciën en inkomenszekerheid stegen alle drie meer dan twintig plaatsen in de lijst, wat een enorme verschuiving betekent.
� Andere vraagstukken die in waargenomen belang toenamen, hebben te maken met de overheid: vergeleken met 2007 vindt men in sterkere mate dat die betrouwbaarder, kleiner en slagvaardiger moet worden.
� Tot slot zien we dat het belang van voldoende, passende en betaalbare woningen tussen nu en drie jaar geleden toenam. Dit kan te makenhebben met de dalende woningmarkt en de problemen van veel mensen met het verkopen van hun woning.
10
De tien sterkste dalers ten opzichte van 2007
-10
-10
-10
-10
-11
-12
-15
-16
-22
-22
Dat de integratie van minderheden in Nederland verbetert
Dat er in de toekomst meer schoon drinkwater in ontwikkelingslanden zal zijn
Dat vervuilde bodems in Nederland worden schoongemaakt
Dat door minder ontbossing (zeldzame) planten en dieren op de wereld in de toekomstblijven voortbestaan
Dat er in de toekomst minder kinderarbeid op de wereld is
Dat er in de toekomst op de wereld minder spanningen tussen religies zullen zijn
Dat in de toekomst de mensenrechten wereldwijd minder worden geschonden
Dat de welvaart in ontwikkelingslanden toeneemt
Dat het gat in de ozonlaag in de toekomst kleiner wordt
Dat de luchtvervuiling in Nederland vermindert
4610
289
478
367
236
175
214
403
382
371
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten (N=872 in 2007). Ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld (N=286 in 2007). De vraagstukken zijn gesorteerd op de grootste verschuiving sinds 2007. Bij alle weergegeven vraagstukken is de verandering significant. De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
Positie 2010
Aantal plaatsen gedaaldSterkste dalers
11
Stijging van economische onderwerpen ging ten koste van milieu en ontwikkelingssamenwerking
� De stijging van het waargenomen belang van economische vraagstukken is enerzijds ten koste gegaan milieuvraagstukken. Vooral het belang van luchtvervuiling en het gat in de ozonlaag daalde daarbij sterk. Anderzijds verdwenen de onderwerpen welvaart in ontwikkelingslanden, mensenrechten en spanningen tussen religies uit de top 10.
12
Nederland en de wereld
Het waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
13
Stijgers en dalers bij Nederlandse en wereldwijde vraagstukken
gedaald t.o.v. 2007gestegen t.o.v. 2007
aantal voorgelegd: 47
vraagstukken die in Nederland spelen
18
9
gedaald t.o.v. 2007gestegen t.o.v. 2007
aantal voorgelegd: 17
vraagstukken die wereldwijd spelen
0
11
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten (N=872 in 2007). Ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld (N=286 in 2007). Deze analyse is gebaseerd op alle vraagstukken die ten opzichte van 2007 significant in belang zijn toe- of afgenomen.
14
Vraagstukken ‘dichtbij’ werden belangrijker dan vraagstukken ‘ver weg’
� Van de voorgelegde vraagstukken spelen er 47 in Nederland. Hiervan stegen er 18 significant, terwijl 9 ‘Nederlandse’ vraagstukken daalden. Van de 17 voorgelegde vraagstukken die wereldwijd spelen, steeg er geen enkele significant, terwijl van 11 vraagstukken het waargenomen belang afnam.
� We kunnen concluderen dat burgers op dit moment vooral prioriteit geven aan vraagstukken die in eigen land spelen en dat dit ten koste gaat van het waargenomen belang van vraagstukken die wereldwijd spelen.
15
Stijgers en dalers in Nederland
gedaald t.o.v. 2007gestegen t.o.v. 2007
aantal voorgelegd: 47
vraagstukken die in Nederland spelen
18
9
Sterkste stijgers in Nederland:� Dat de economie in Nederland groeit� Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst
beter op orde zullen zijn� Dat we in de toekomst in Nederland meer
inkomenszekerheid hebben� Dat de betrouwbaarheid van de Nederlandse overheid
toeneemt� Dat de werkloosheid in Nederland vermindert
Sterkste dalers in Nederland� Dat de luchtvervuiling in Nederland vermindert� Dat vervuilde bodems in Nederland worden
schoongemaakt� Dat de integratie van minderheden in Nederland
verbetert� Dat er in de toekomst meer natuur in Nederland zal zijn� Dat er in Nederland minder discriminatie naar ras,
sekse, religie en geaardheid is
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten (N=872 in 2007). Ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld (N=286 in 2007). Deze analyse is gebaseerd op de vraagstukken die in Nederland spelen en ten opzichte van 2007 significant in belang zijn toe- of afgenomen.
16
In Nederland namen ook integratie en discriminatie in belang af
� Ook als we inzoomen op de vraagstukken die in Nederland spelen, zien we dat men vooral meer prioriteit geeft aan economische vraagstukken. Veel vraagstukken die minder prioriteit krijgen, hebben te maken met natuur en milieu.
� Opvallend is dat ook de onderwerpen integratie van minderheden en discriminatie aan belang hebben ingeboet. Hoewel er in de afgelopen jaren veel media-aandacht voor deze onderwerpen was, nam het waargenomen belang van deze onderwerpen onder de Nederlandse bevolking af.
17
Stijgers en dalers wereldwijd
gedaald t.o.v. 2007gestegen t.o.v. 2007
aantal voorgelegd: 17
vraagstukken die wereldwijd spelen
0
11
Sterkste dalers wereldwijd:� Dat het gat in de ozonlaag in de toekomst kleiner wordt� Dat de welvaart in ontwikkelingslanden toeneemt� Dat in de toekomst de mensenrechten wereldwijd
minder worden geschonden� Dat er in de toekomst op de wereld minder spanningen
tussen religies zullen zijn� Dat er in de toekomst minder kinderarbeid op de wereld
is� Dat door minder ontbossing (zeldzame) planten en
dieren op de wereld in de toekomst blijven voortbestaan
� Dat er in de toekomst meer schoon drinkwater in ontwikkelingslanden zal zijn
� Dat de wereld in de toekomst geen last zal hebben van het broeikaseffect
� Dat olie en gas worden vervangen door andere energiebronnen
� Dat er in de toekomst minder honger op de wereld is
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=1.551 respondenten (N=872 in 2007). Ieder vraagstuk is door gemiddeld N=240 respondenten beoordeeld (N=286 in 2007). Deze analyse is gebaseerd op de vraagstukken die wereldwijd spelen en ten opzichte van 2007 significant in belang zijn toe- of afgenomen.
18
Wereldwijde vraagstukken daalden, ongeacht het thema
� Van de vraagstukken die wereldwijd spelen, lijkt het erop dat deze vooral in waargenomen belang zijn gedaald omdat ze op deze schaal spelen: er zijn geen verschillen naar thema, onder de dalers vinden we zowel milieuvraagstukken, mensenrechten, armoede, als spanningen tussen religies.
19
Links en rechtsHet waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
20
De prioriteiten per politieke kleur
� Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen mensen met een verschillende politieke voorkeur? Om deze vraag te beantwoorden,vergelijken we in de volgende slides de prioriteiten van twee groepen:
� Kiezers van CDA, VVD en PVV (‘rechts’)� Kiezers van PvdA, SP en Groenlinks (‘links’)
� Hierbij is uitgegaan van het stemgedrag in 2006 (voor de meting 2007) en het stemgedrag in 2010 (voor de meting 2010)
21
De belangrijkste vraagstukken in 2010 voor linkse en rechtse kiezers
PvdA, SP en GroenLinks stemmersCDA, VVD en PVV stemmers
Dat er in de toekomst op de wereld minder spanningen tussen religies zullen zijn
Dat de vervuiling van zeeën, rivieren en meren op de wereld in de toekomst afneemt
Dat olie en gas worden vervangen door andereenergiebronnen
Dat in de toekomst de kwaliteit van het onderwijsin Nederland hoger zal zijn
Dat er in de toekomst minder kinderarbeid op de wereld is
Dat er minder oorlog en terrorisme in de wereld is
Dat de gezondheidszorg in Nederland verbetert
Dat er in de toekomst minder honger op de wereldis
Dat de mensen in Nederland verdraagzamer zijn en zich socialer gedragen
Dat de oudedagsvoorzieningen van mensen in Nederland in de toekomst goed geregeld blijven
Dat we in de toekomst in Nederland meerinkomenszekerheid hebben
Dat de betrouwbaarheid van de Nederlandseoverheid toeneemt
Dat wetten en regels beter worden nageleefd in Nederland
Dat er minder oorlog en terrorisme in de wereldis
Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst beter op orde zullen zijn
Dat de gezondheidszorg in Nederland verbetert
Dat er meer wordt gedaan aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland
Dat de mensen in Nederland verdraagzamer zijnen zich socialer gedragen
Dat de economie in Nederland groeit
Dat de oudedagsvoorzieningen van mensen in Nederland in de toekomst goed geregeld blijven
1010
99
88
77
66
55
44
33
22
11
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=606 rechtse kiezers en N=534 linkse kiezers. Ieder vraagstuk is door gemiddeld 95 rechtse kiezers en N=83 linkse kiezers beoordeeld. Bij vraagstukken die significant veranderden is dit aangegeven met een pijl. De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
22
Links en rechts verschillen op de geijkte onderwerpen, maar er zijn ook overeenkomsten
� Vraagstukken die rechtse kiezers relatief belangrijk vinden zijn economie, criminaliteit, naleving van wetten en regels, betrouwbaarheid van de overheid en inkomenszekerheid. Deze vraagstukken komen bij linkse kiezers niet in de top 10 voor.
� Vraagstukken die linkse kiezers relatief belangrijk vinden zijn honger en de bestrijding van kinderarbeid, de kwaliteit van het onderwijs, het vervangen van olie en gas door andere energiebronnen en vervuiling van zeeën, meren en rivieren.
� Bij een aantal vraagstukken zitten ‘linkse’ en ‘rechtse’ kiezers in Nederland op één lijn: beide groepen vinden de oudedagsvoorzieningen, omgangsvormen, gezondheidszorg en oorlog en terrorisme het belangrijkst.
23
De sterkste stijgers bij rechts en links
CDA, VVD en PVV stemmers
Dat Nederland in de toekomst blijft meetellen in de wetenschap en techniek
Dat de werkloosheid in Nederland vermindert
Dat de betrouwbaarheid van de Nederlandse overheidtoeneemt
Dat Nederlandse bedrijven in de toekomst beter kunnenconcurreren met bedrijven uit het buitenland
Dat olie en gas worden vervangen door andereenergiebronnen
Dat in de toekomst de kwaliteit van het onderwijs in Nederland hoger zal zijn
Dat de Nederlandse overheid kleiner en slagvaardigerwordt
Dat de economie in Nederland groeit
Dat we in de toekomst in Nederland meerinkomenszekerheid hebben
Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst beter op orde zullen zijn
PvdA, SP en GroenLinks stemmers
10
10
10
11
13
15
18
18
18
19
Dat de werkloosheid in Nederland vermindert
Dat de betrouwbaarheid van de Nederlandseoverheid toeneemt
Dat de belastingen in Nederland wordenverlaagd
Dat de koopkracht in Nederland verbetert
Dat er in de toekomst voldoende, betaalbare en passende woningen in Nederland zijn
Dat de arbeidsparticipatie in Nederland wordtbevorderd
Dat de Nederlandse overheid kleiner en slagvaardiger wordt
Dat de economie in Nederland groeit
Dat de overheidsfinanciën in Nederland in de toekomst beter op orde zullen zijn
Dat we in de toekomst in Nederland meerinkomenszekerheid hebben
1610
169
178
177
186
195
204
203
212
301
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=606 rechtse kiezers (in 2007 N=340) en N=534 linkse kiezers (in 2007 N=326). Ieder vraagstuk is door gemiddeld 95 rechtse kiezers (2007: 112) en 83 linkse kiezers beoordeeld (2007: 107). De vraagstukken zijn gesorteerd op de grootste verschuiving sinds 2007. Bij alle weergegeven vraagstukken is de verandering significant. De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
plaatsen gestegen
plaatsen gestegen
24
Rechtse kiezers leggen de focus op economische vraagstukken, links verdeelt de prioriteiten
� Vergelijken we tussen rechtse en linkse kiezers die vraagstukken die het meeste in belang gestegen zijn, dan zien we dat de top vier tussen links en rechts gelijk is: inkomenszekerheid, overheidsfinanciën, economische groei en een kleinere en slagvaardiger overheid zijn voor linkse én rechtse kiezers het meest in belang toegenomen.
� Vanaf de vijfde plek zien we verschillen: waar aan de rechterkant van het spectrum ook hier de financieel-economische vraagstukken terugkomen, zien we bij linkse kiezers een stijging van het belang van onderwijs, duurzame energie en van de Nederlandse wetenschappelijke concurrentiepositie.
25
De sterkste dalers bij rechts en links
CDA, VVD en PVV stemmers
Dat sport in Nederland meer wordt gestimuleerd
Dat er in Nederland minder files komen en de bereikbaarheid verbetert
Dat het openbaar vervoer in Nederland verbetert
Dat vervuilde bodems in Nederland wordenschoongemaakt
Dat er in de toekomst meer natuur in Nederland zalzijn
Dat de verkeersveiligheid in Nederland toeneemt
Dat er in de toekomst zuiniger wordt omgaan met de olie- en gasvoorraden op de wereld
Dat de luchtvervuiling in Nederland vermindert
Dat er in de toekomst meer democratieen op de wereld zullen zijn en minder dictaturen
Dat het gat in de ozonlaag in de toekomst kleinerwordt
PvdA, SP en GroenLinks stemmers
-4
-7
-8
-9
-9
-9
-10
-12
-13
-19
Dat olie en gas worden vervangen door andereenergiebronnen
Dat er in de toekomst minder kinderarbeid op de wereld is
Dat de integratie van minderheden in Nederland verbetert
Dat de wereld in de toekomst geen last zalhebben van het broeikaseffect
Dat er in de toekomst op de wereld minder spanningen tussen religies zullen zijn
Dat er in de toekomst meer schoon drinkwater in ontwikkelingslanden zal zijn
Dat de welvaart in ontwikkelingslanden toeneemt
Dat in de toekomst de mensenrechtenwereldwijd minder worden geschonden
Dat de luchtvervuiling in Nederland vermindert
Dat het gat in de ozonlaag in de toekomst kleinerwordt
-1010
-129
-138
-157
-196
-215
-244
-243
-262
-351
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=606 rechtse kiezers (in 2007 N=340) en N=534 linkse kiezers (in 2007 N=326). Ieder vraagstuk is door gemiddeld 95 rechtse kiezers (2007: 112) en 83 linkse kiezers beoordeeld (2007: 107). De vraagstukken zijn gesorteerd op de grootste verschuiving sinds 2007. Bij alle weergegeven vraagstukken is de verandering significant. De significantietoets is uitgevoerd op de gemiddelde rangordepositie van de vraagstukken.
plaatsen gedaald
plaatsen gedaald
26
Bij het ‘opofferen’ van vraagstukken maken rechtse en linkse kiezers duidelijk andere afwegingen
� Voor wat betreft de vraagstukken die in belang zijn gedaald, zien we dat bij zowel linkse als rechtse kiezers het gat in de ozonlaag de lijst aanvoert. Daarnaast is de luchtvervuiling in Nederland bij beide groepen sterk in belang gedaald.
� Bij de andere vraagstukken zien we dat rechtse en linkse kiezers andere afwegingen maken. Rechtse kiezers zijn vooral minder belang gaanhechten aan vraagstukken die in ontwikkelingslanden spelen, zoals armoede, schoon drinkwater en kinderarbeid.
� Bij linkse kiezers is vooral het belang gedaald van mobiliteitsvraagstukken (filebestrijding, verkeersveiligheid, openbaar vervoer) en van natuur- en milieuvraagstukken in Nederland.
27
Stijgers en dalers links en rechts, bij Nederlandse en wereldwijde vraagstukken
Links
Rechts
gedaaldgestegen
aantal voorgelegd: 47
vraagstukken die in Nederland spelen
gedaaldgestegen
aantal voorgelegd: 17
vraagstukken die wereldwijd spelen
18
5
-
1111
8
1
3
De uitkomsten zijn gebaseerd op N=606 rechtse kiezers (in 2007 N=340) en N=534 linkse kiezers (in 2007 N=326). Ieder vraagstuk is door gemiddeld 95 rechtse kiezers (2007: 112) en 83 linkse kiezers beoordeeld (2007: 107). Deze analyse is gebaseerd op alle vraagstukken die ten opzichte van 2007 significant in belang zijn toe- of afgenomen.
28
Rechtse kiezers stelden hun prioriteiten veel sterker bij dan linkse kiezers� Kiezers van rechtse partijen stelden hun prioriteitenlijst meer bij dan linkse
kiezers: bij hen verschoven 34 van de 64 vraagstukken significant van plaats. Bij linkse kiezers is dit bij 23 vraagstukken het geval.
� We zien daarbij dat rechtse kiezers vooral meer belang zijn gaan hechten aan vraagstukken die in eigen land spelen, en minder belang aan wereldwijde vraagstukken.
� Linkse kiezers bleven daarentegen even veel waarde hechten aan wereldwijde vraagstukken, en ruilden vooral vraagstukken die binnen Nederland spelen tegen elkaar uit.
29
Tot slotHet waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
30
Tot slot
� De prioriteiten van Nederlandse burgers veranderden tussen 2007 en 2010 dramatisch. Sommige verschuivingen kunnen worden teruggevoerd op veranderingen in de wereld om ons heen. In 2007 was er nog geen economische crisis, nu wel. Het is niet verwonderlijk dat burgers dientengevolge meer prioriteit zijn gaan geven aan economische vraagstukken. Minder vanzelfsprekend is dat dit vooral ten koste is gegaan van de prioriteit die men geeft aan vraagstukken op het terrein van milieu en ontwikkelingssamenwerking. Hiermee ruilden burgers belangen in Nederland uit tegen belangen die op wereldwijde schaal spelen.
� Opvallend is dat deze uitruil vooral is gemaakt door kiezers van CDA, VVD en PVV. Kiezers van PvdA, SP en Groenlinks zijn ook meer belang aan economische vraagstukken gaan hechten, maar laten dit ten koste gaan van andere vraagstukken op Nederlandse schaal.
31
Tot slot
� Door de veranderde prioriteiten ligt het voor de hand dat er in de samenleving meer bereidheid is om beleid te ondersteunen dat gericht is op de oplossing van economische vraagstukken. Het doorvoeren van maatregelen op dit terrein zal op dit moment op relatief weinig weerstand stuiten. Het is te verwachten dat dezeweerstand snel toe zal nemen als de economie herstelt.
� Organisaties die zich richten op milieu en ontwikkelings-samenwerking zullen op dit moment weinig steun vinden voor intensivering van hun beleid. Een mogelijkheid is dat deze organisaties zich in de komende tijd zullen richten op agendasetting. Een andere mogelijkheid is dat zij zich richten op de continuering van bestaand beleid, zodat het mogelijk blijft de doelstellingen, die vaak pas op langer termijn spelen, te behalen.
32
OnderzoeksverantwoordingHet waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007
33
Onderzoeksverantwoording (1)
� Het onderzoek is online uitgevoerd, waarbij gebruik is gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase.
� Het veldwerk liep van 27 augustus tot en met 1 september 2010. In 2007 is het veldwerk uitgevoerd van 24 t/m 30 april 2007.
� Er zijn voor het onderzoek 2.145 Nederlanders van 18 jaar of ouder benaderd. Van hen hebben 1.551 respondenten aan het onderzoek meegedaan; een respons van 72%. In het 2007-onderzoek zijn 872 personen ondervraagd.
� De steekproef is representatief getrokken naar de kenmerken sekse, leeftijd, opleidingsniveau, grootte huishouden, regio en politieke voorkeur.
� Na afronding van de gegevensverzameling heeft een herweging op deze kenmerken plaatsgevonden om te corrigeren voor afwijkingen van normgegevens. Na weging kan de steekproef als representatief op deze kenmerken worden beschouwd.
34
Onderzoeksverantwoording (2)� In het onderzoek zijn 64 maatschappelijke vraagstukken voorgelegd. De lijst is het
resultaat van een uitgebreid selectieproces, waarbij zowel gebruik is gemaakt van deskresearch en experts als antwoorden van respondenten op open vragen (“Wat is volgens u het belangrijkste probleem dat moet worden opgelost?”). Daarnaast is veel aandacht besteed aan de mate van concreetheid van de vraagstukken en de formulering. Aan ieder vraagstuk is een perspectief in termen van tijd en ruimte gekoppeld.
� Voor iedere respondent zijn random 10 vraagstukken geselecteerd uit de totale set*. Ieder voorgelegd vraagstuk is eerst toegelicht. Vervolgens is gevraagd: “Welke van de volgende maatschappelijke vraagstukken is volgens u het belangrijkste probleem dat moet worden opgelost?” Deze vraag is herhaald totdat alle vraagstukken waren gerangordend.
� Uit de rangordening van alle respondenten tezamen is vervolgens de totale prioriteitenlijst samengesteld.
� Het voordeel van deze aanpak is dat een groot aantal specifieke maatregelen in het onderzoek kan worden opgenomen, terwijl de belasting voor een individuele respondent beperkt is. Dit biedt meerwaarde boven de gebruikelijke korte lijstjes, waarin veelal met containerbegrippen wordt gewerkt. Deze methode is gevalideerd in wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving.
*in 2007 zijn per respondent 21 vraagstukken random geselecteerd
35
Veldkamp is een onderzoeksbureau gespecialiseerd in onderzoek voor overheid en non-profitsector, allochtonenonderzoek en communicatieonderzoek. Veldkamp is onderdeel van Taylor Nelson Sofres.
www.veldkamp.net020 522 5999
Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact op metDieter Verhue: [email protected]