Download - downloaden - Polar
NEDERLANDS – 5
INHOUD
De informatie over het gebruik van het product met de borstband wordt blauw weergegeven.
1. INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER ......................................................................................................................7 1.1 PRODUCTONDERDELEN ............................................................................................................................................7
1.2 DE FIETSCOMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN ........................................................................................8
1.3 DE STUURHOUDER, FIETSCOMPUTER EN SNELHEIDSSENSOR BEVESTIGEN ............................................................12
1.3.1 Stuurhouder en fi etscomputer ....................................................................................................................12
1.3.2 Snelheidssensor .........................................................................................................................................13
1.4 UW BORSTBAND DRAGEN .......................................................................................................................................15
2. TRAINING ........................................................................................................................................................................16 2.1 DE TRAINING REGISTREREN EN DE HARTSLAG METEN ...........................................................................................16
2.2 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING ............................................................................................................................18
2.3 DE TRAINING BEËINDIGEN EN HET OVERZICHTSBESTAND BEKIJKEN ......................................................................22
3. HET BESTAND MET GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN ...........................................................................................23
4. TOTAALWAARDEN ............................................................................................................................................................27
5. INSTELLINGEN .................................................................................................................................................................31 5.1 DE AFGELEGDE AFSTAND INSTELLEN VOOR DE GESCHATTE
AANKOMSTTIJD EN AUTOMATISCHE RONDEREGISTRATIE (CYCLING SET) ................................................................31
5.2 TIMERINSTELLINGEN (TIMER SET) ..........................................................................................................................33
5.3 INSTELLINGEN VOOR HARTSLAGLIMIETEN (LIMITS SET) ..........................................................................................34
5.3.1 OwnZone .....................................................................................................................................................36
5.4 FIETSINSTELLINGEN (BIKE SET) ..............................................................................................................................39
6 – NEDERLANDS
5.5 HORLOGE-INSTELLINGEN (WATCH SET)) .................................................................................................................43
5.6 PERSOONLIJKE GEGEVENS INSTELLEN (USER SET) .................................................................................................45
5.7 GELUIDSSIGNALEN EN EENHEDEN VOOR DE FIETSCOMPUTER INSTELLEN (GENERAL SET) .....................................48
6. INSTELLINGEN VAN DE FIETSCOMPUTER AANPASSEN VANAF DE PC ...............................................................................49
7. ONDERHOUD ...................................................................................................................................................................50
8. VEILIG GEBRUIK VAN DE FIETSCOMPUTER......................................................................................................................54
9. VEELGESTELDE VRAGEN ..................................................................................................................................................56
10. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................................58
11. INTERNATIONALE GARANTIE ............................................................................................................................................60
12. AANSPRAKELIJKHEID .......................................................................................................................................................61
13. INDEX ..............................................................................................................................................................................62
NEDERLANDS – 7
1. INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER
1.1 PRODUCTONDERDELENDe verpakking van de Polar Fietscomputer bevat de volgende onderdelen:
Fietscomputer Tijdens de training worden uw fi ets- en
trainingsgegevens op de fi etscomputer
weergegeven en geregistreerd. Voer uw
persoonlijke instellingen in en analyseer
de trainingsgegevens na uw sessie.
Polar Bike Mount™Zet de stuurhouder vast op de fi ets en
bevestig de fi etscomputer hieraan.
Polar Snelheid Sensor™Met een draadloze snelheidssensor wordt
gemeten welke afstand u met welke snelheid
hebt gefi etst.
Gecodeerde borstband van PolarBij de CS100 wordt standaard een borstband
meegeleverd. De borstband stuurt
het signaal van uw hartslag naar de
fi etscomputer. Met de elektroden achter op
de borstband wordt uw hartslag gemeten.
Een elastische band zorgt ervoor dat de
borstband goed om uw borst blijft zitten.
De CS100b set bevat geen borstband, u kunt deze aanschaffen als
accessoire.
Webservices van Polarwww.polarpersonaltrainer.com is een geavanceerde webservice
die speciaal is ontwikkeld om u te helpen bij het bereiken van uw
trainingsdoelen. Hier kunt u zich kosteloos registreren, waarna u
toegang krijgt tot een persoonlijk trainingsschema, een logboek,
handige artikelen en nog veel meer. Daarnaast kunt u op
www.polar.com on line actuele tips lezen en antwoorden op vragen
krijgen.
De meest recente versie van deze gebruiksaanwijzing kunt u
downloaden op www.polar.com/support.
De informatie over het gebruik van het product met de borstband is
blauw weergegeven.
8 – NEDERLANDS
1.2 DE FIETSCOMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN Voer de basisinstellingen in (tijd, datum, eenheden en persoonlijke instellingen).
Hoe Basisinstellingen invoerenAls u uw persoonlijke gegevens nauwkeurig invoert, bent u verzekerd van correcte feedback op basis van uw prestaties
(zoals calorieverbruik en bepaling van uw persoonlijke hartslagzone).
Schakel de fi etscomputer in door op de MIDDELSTE knop te drukken.
Op het display verschijnen cijfers en letters.
1. Druk op de MIDDELSTE knop. BASIC SET wordt weergegeven.Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
3. Time Set • Time Mode 24h / 12h
• AM / PM (voor 12-uurs notatie)
RECHTS• Stel 24-uurs of 12-uurs notatie in.
RECHTS• Stel AM of PM in.
MIDDEN
MIDDEN
NEDERLANDS – 9
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
• Hours
• Minutes
4. Date Set** • Day / Month
• Month / Day
• Year
RECHTS• Stel het aantal uren in.*
RECHTS• Stel het aantal minuten in.*
RECHTS• Stel de dag (in 24-uurs notatie) of
de maand (in 12-uurs notatie) in.*
RECHTS• Stel de maand (in 24-uurs notatie) of
de dag (in 12-uurs notatie) in.*
RECHTS• Stel het jaar in.*
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
2. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit:
Opmerking: • *De cijfers veranderen sneller als u de RECHTERKNOP ingedrukt houdt bij het aanpassen van de waarde.
• **De geselecteerde tijdsnotatie bepaalt hoe de datum wordt weergegeven (24 u: Dag - maand - jaar / 12 u: Maand - dag - jaar). • Als u de batterij hebt vervangen of de beginwaarden van de fi etscomputer hebt hersteld, hoeft u alleen maar de datum en tijd in te
stellen in de basisinstellingen. U kunt de overige instellingen overslaan door de LINKERKNOP ingedrukt te houden.
10 – NEDERLANDS
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Unit kg/cm of lb/ft
6. Weight kg/lb
7. Height cm/ft
8. Birthday • Day / Month
• Month / Day
• Year
RECHTS• Stel de eenheid voor gewicht en lengte in:
kg/cm of lb/ft.
RECHTS• Stel uw gewicht in kilogrammen of pounds in.
Opmerking: Als u de verkeerde eenheden hebt
gekozen, kunt u deze alsnog wijzigen door op de
LINKERKNOP te drukken en weer naar stap 5 te
gaan.
RECHTS• Stel uw lengte in cm of ft in.
• Stel het aantal inches in (als u lb/ft hebt gekozen).
RECHTS• Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand
(in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag
(in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel het jaar in.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
NEDERLANDS – 11
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
9. Sex Male / Female
RECHTS• Geef aan of u een man of vrouw bent.
MIDDEN
• Settings done wordt weergegeven.
• Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op de LINKERKNOP totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
• Als u de instellingen wilt accepteren, drukt u op de MIDDELSTE knop, hierna komt u in de functie Time.
De fi etscomputer schakelt over op de energiebesparende modus (leeg display) als u op de LINKERKNOP drukt of als u
gedurende vijf minuten op geen enkele knop in de functie Time hebt gedrukt. U kunt de fi etscomputer weer inschakelen door
op een willekeurige knop te drukken.
12 – NEDERLANDS
1.3 DE STUURHOUDER, FIETSCOMPUTER EN SNELHEIDSSENSOR BEVESTIGEN
1.3.1 STUURHOUDER EN FIETSCOMPUTER1. Bepaal waar u de stuurhouder en fi etscomputer wilt plaatsen: U kunt deze monteren op de linker- of rechterstang van
het stuur of op de stuurpen.
2. Plaats het rubberen deel
op de stuur- of stuurpen
en bevestig hierop de
stuurhouder.
3. Plaats de tie raps over de
stuurhouder en rond het
stuur- of de stuurpen.
Bevestig de stuurhouder
stevig. Knip overtollige
uiteinden van de tie raps af.
4. Plaats de fi etscomputer op de stuurhouder. Draai de
fi etscomputer rechtsom totdat u deze hoort vastklikken.
U kunt de fi etscomputer losmaken door deze naar
beneden te duwen en tegelijkertijd linksom te draaien.
2.
3.
NEDERLANDS – 13
1.3.2 SNELHEIDSSENSORVoor het installeren van de snelheidssensor en de spaakmagneet hebt u een mesje en een kleine schroevendraaier nodig.
1. Bevestig de snelheidssensor
(B) aan de voorvork van
uw fi ets, tegenovergesteld
van de bevestigde
fi etscomputer(A). De afstand
tussen de snelheidssensor
en de fi etscomputer mag niet
meer dan 30-40 cm/1’-1’3’’
2. Bevestig het rubberen
onderdeel aan de sensor.
3. Haal tie raps door de gaten
in de sensor en het rubberen
onderdeel.
4. Bevestig de sensor zodanig
op de voorvork dat het Polar
logo naar buiten is gericht.
Trek de tie raps zachtjes aan
(dus nog niet volledig strak).
zijn. Als de fi etscomputer bevestigt is op de stuurpen of
wanneer u een fi etstraining doet in een omgeving met
elektromagnetische interferentie, dient de afstand zo klein
mogelijk te zijn (minimaal 30 cm/1’). De snelheidssensor en
fi etscomputer moeten een hoek van ongeveer 90° vormen.
Als de afstand tussen de fi etscomputer en de
snelheidssensor groter is dan voorgeschreven (bijvoorbeeld
op mountainbikes - dit wordt veroorzaakt door de
voorvering). Dan kan de snelheidssensor op de zelfde kant
als de fi etscomputer op de voorvork bevestigd worden. In
dit geval is de maximale afstand 50 cm/1’6’’.
3.
4.
1. 2.
14 – NEDERLANDS
5. Bevestig de magneet op een
spaak ter hoogte van de
sensor. De opening in de
magneet moet in de richting
van de snelheidssensor
wijzen. Bevestig de magneet
aan de spaak en draai deze
zachtjes aan met een
schroevendraaier (dus nog
niet volledig vast).
Plaats de magneet en de sensor zodanig ten opzichte van
elkaar dat ze vlak langs elkaar bewegen, maar elkaar niet
raken. Richt de sensor zo veel mogelijk in de richting van
het wiel/de spaken. De afstand tussen de snelheidssensor
en de magneet mag maximaal 4 mm / 0’16’’ zijn. De
afstand is juist wanneer een tie rap precies tussen de
magneet en de sensor past.
Draai het voorwiel zodat u een snelheid af kunt lezen op
het display. De snelheid geeft aan dat de magneet en de
snelheidssensor juist zijn gepositioneerd. Draai de schroef
van de magneet vast met een schroevendraaier nadat u de
magneet en de snelheidssensor correct hebt geplaatst. Trek
ook de tie raps stevig aan en knip de uiteinden af.
Uw veiligheid is belangrijk voor ons. Blijf tijdens het
fi etsen op het verkeer letten om ongelukken en letsel te
voorkomen. Controleer of u het stuur normaal kunt draaien
en de rem- en schakelkabel niet achter de stuurhouder
of de snelheidssensor blijven hangen. Contoleer ook of de
stuurhouder of de snelheidssensor het fi etsen, remmen of
schakelen niet belemmeren.
Voordat u gaat fi etsen, moet u de wielgrootte instellen in de
fi etscomputer. Zie pagina 39-42 voor meer informatie.
5.
max 4 mm / 0’16”
NEDERLANDS – 15
1.4 UW BORSTBAND DRAGEN Gecodeerde hartslagtransmissie verkleint de kans op interferentie van andere hartslagmeters die worden gebruikt door
mensen bij u in de buurt. Houd de fi etscomputer binnen het bereik van de borstband (één meter), zodat u er zeker
van bent dat het zoeken naar de gecodeerde gegevens lukt, waardoor problemen bij de controle van uw hartslag worden
voorkomen. Controleer of zich in uw nabijheid geen mensen bevinden die ook een hartslagmeter dragen en dat er in uw
omgeving geen elektromagnetische storingsbronnen zijn (zie “Veilig gebruik van de fi etscomputer” op pagina 54 voor meer
informatie over interferentie).
Als u uw hartslag wilt meten, moet u de borstband omdoen.
Zie de gedetailleerde wasinstructies in het hoofdstuk Onderhoud.
1.
2.
3.
4.
1. Bevestig een uiteinde van de
borstband aan het elastische
bandje.
2. Stel de lengte van het
elastische bandje zo in dat
de borstband strak maar
comfortabel zit. Doe de
borstband om uw borst, net
3. Trek de borstband iets van
de borst af en maak de twee
geribbelde elektrodeplaten
aan de binnenkant vochtig.
4. Zorg ervoor dat de vochtige
elektrodeplaten dicht tegen
de huid liggen en dat het
Polar logo rechtop in het
midden zit.
Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over het
meten van uw hartslag.
onder de borstspieren en bevestig het elastische bandje
aan de borstband.
16 – NEDERLANDS
2. TRAINING
2.1 DE TRAINING REGISTREREN EN DE HARTSLAG METENU kunt één trainingsbestand opslaan. U kunt een training op twee manieren registreren. Als u de functie AutoStart
inschakelt, wordt de registratie van uw training automatisch gestart en gestopt wanneer u respectievelijk begint en stopt
met fi etsen. Als de functie AutoStart is uitgeschakeld, kunt u de registratie van uw training starten door op de MIDDELSTE
knop te drukken. Zie pagina 39-40 voor meer informatie over het gebruik van de functie AutoStart.
Start de training zonder borstband:
1. Bevestig de stuurhouder en snelheidssensor op uw fi ets
volgens de instructies op pagina 12-14.
2. Stel de fi etscomputer op de stuurhouder in.
3. Activeer uw fi etscomputer (als uw display leeg is) door op de
MIDDELSTE knop te drukken. Wacht 15 seconde totdat het
hartslagsymbool met kader uit de Time functie verdwijnt,
voordat u gaat fi etsen. Nu is de fi etscomputer klaar om uw
training te registreren.
4. Als u AutoStart on hebt geselecteerd, wordt uw snelheid op het
display weergegeven zodra u begint met fi etsen. Als u
Autostart off hebt geselecteerd, kunt u beginnen met de
registratie van uw training door op de MIDDELSTE knop te
drukken zodra uw snelheid op het display wordt weergegeven.
Ook de timer voor de trainingsduur begint te lopen.
5. Wanneer u stopt met fi etsen, wordt de registratie van uw
training automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt
geselecteerd. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de
training beëindigen door 2 x op de LINKERKNOP te drukken.
Zie pagina 22 voor meer informatie over het beëindigen van de
training.
Start de training met borstband:
1. Draag de borstband zoals wordt beschreven in het gedeelte “De borstband dragen” op pagina 15. Zie pagina 12-14 voor meer informatie over het bevestigen van de stuurhouder en de snelheidssensor. 2. Activeer de fi etscomputer door op de MIDDELSTE knop te drukken. Start vanuit de functie Time. Uw hartslag wordt automatisch geregistreerd. Wacht 15 seconde totdat uw hartslag wordt waargenomen en het hartslagsymbool met kader verschijnt.* De trainingstijd wordt nog niet geregistreerd.3. Stel de fi etscomputer op de stuurhouder in. Als u AutoStart on hebt geselecteerd, worden uw hartslag en snelheid op het display weergegeven zodra u begint met fi etsen. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u beginnen met de registratie van uw training door op de MIDDELSTE knop te drukken zodra uw hartslag en snelheid op het display worden weergegeven. Ook de timer voor de trainings duur begint te lopen.4. Wanneer u stopt met fi etsen, wordt de registratie van uw training automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt geselecteerd. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de training beëindigen door op de LINKERKNOP te drukken. Zie pagina 22 voor meer informatie over het beëindigen van de training.
NEDERLANDS – 17
• Als uw hartslag niet wordt weergegeven en 00 op het display verschijnt, wordt uw hartslag niet langer waargenomen.
Houd de fi etscomputer dicht bij het Polar logo op de borstband om ervoor te zorgen dat uw hartslag weer wordt
waargenomen. U hoeft hierbij niet op een knop te drukken.
• Als u OwnZone® hebt geselecteerd, wordt de procedure voor de bepaling van uw hartslagzone gestart. Zie het gedeelte
OwnZone op pagina 36 voor meer informatie.
• Als u het bepalen van uw OwnZone wilt overslaan en de eerder vastgelegde persoonlijke hartslagzone wilt gebruiken,
drukt u op de MIDDELSTE knop zodra het OwnZone-symbool op het display wordt weergegeven. Als u uw
persoonlijke hartslagzone nog niet eerder hebt bepaald, worden de hartslaglimieten gebaseerd op uw leeftijd.
Opmerking: * Als er een kader om het hartslagsymbool staat, worden de hartslaggegevens gecodeerd verzonden.
• Als uw hartslag niet wordt weergegeven op de fi etscomputer, controleert u of de elektroden van de borstband vochtig zijn en de band
strak genoeg zit.
18 – NEDERLANDS
De snelheid en hartslag worden ook grafi sch weergegeven. Hoe meer balken worden weerge-
geven, des te hoger uw hartslag of snelheid is. Eén balk vertegenwoordigt een snelheid van 5 km/u of 3 mph. Wanneer alle
tien de balken worden weergegeven, bedraagt uw snelheid 50 km/h of 30 mph of meer.
2.Gemiddelde snelheid (Avg) en geeft aan of
de snelheid gedurende de laatste minuut is toe-
of afgenomen.
Fietssnelheid
Hartslag
Opmerking: U kunt ook de RECHTERKNOP ingedrukt
houden, zodat de weergaven automatisch na elkaar
worden weergegeven. Dit kunt u weer uitschakelen
door de RECHTERKNOP ingedrukt te houden.
1. De afgelegde afstand (Dist) en de trajectafstand (Trip) worden afwisselend
weergegeven wanneer u een rondetijd opneemt.
De trajectafstand begint altijd vanaf nul en wordt weer op nul teruggezet zodra u
tijdens de training een rondetijd registreert door op de MIDDELSTE knop te drukken.
Fietssnelheid (km/h of m/h)
Hartslag. Als er geen hartslagregistratie is of u hebt de gebruikersinstellingen niet
ingevoerd, verschijnt hier de fi etssnelheid op het display.
2.2 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING
Opmerking: Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch (de trainingsduur) langer dan één minuut is ingeschakeld
of als minimaal één ronde is opgeslagen.
Display informatie wijzigen: Druk op de RECHTERKNOP als u tijdens de training de volgende opties wilt weergeven:
NEDERLANDS – 19
5.
4.
3. Kilocalorieën die u tot nu toe hebt verbrand. Het totale calorieverbruik wordt bijgehouden vanaf
het moment dat uw hartslag wordt weergegeven. Als er geen hartslag wordt weergegeven of u
hebt de basisinstellingen niet ingevoerd, dan verschijnt de fi etssnelheid in beeld in plaats van
de caloriemeting.
Stopwatch, (trainingsduur).
Hartslag
Geschatte aankomsttijd. Als de functie voor de afgelegde afstand is uitgeschakeld, wordt in
plaats hiervan de snelheid weergegeven. Als u instelt welke afstand u wilt afl eggen, wordt de
geschatte aankomsttijd berekend op basis van uw snelheid. Zie pagina 31 voor meer informatie.
Tijd
Hartslag
Hartslaglimieten: Links ziet u de onderlimiet en rechts de bovenlimiet voor uw hartslag.
Het hartslagsymbool schuift afhankelijk van uw hartslag naar links of rechts. Als er geen
hartsymbool wordt weergegeven, dit betekent dat uw hartslag onder of boven de knipperende
hartslaglimiet zit. Als dat het geval is, klinkt een alarm, als u deze functie tenminste hebt
ingeschakeld. Als er geen hartslag wordt waargenomen, worden de limieten niet weergegeven.
Zie pagina 34 voor meer informatie.
Tijd die u hebt getraind in de aanbevolen hartslagzone (binnen uw hartslaglimieten).
Hartslag
20 – NEDERLANDS
Target Zone Alarm: Met het Target Zone Alarm kunt u ervoor zorgen dat u traint met de juiste intensiteit. Als de limieten voor
deze zone zijn ingeschakeld, klinkt een alarmsignaal zodra uw hartslag boven of onder de limiet komt. U kunt de limieten
instellen in het menu Settings/Limits SET. Zie pagina 34 voor meer informatie. Als uw hartslag buiten de aanbevolen zone
valt, begint de waarde voor uw hartslag te knipperen en geeft de fi etscomputer bij elke hartslag een geluidssignaal.
Het symbool rechtsboven in het display geeft aan dat het Target Zone Alarm is geactiveerd. Via de functie Settings kunt u
het geluid bij het indrukken van knoppen in- of uitschakelen. Zie pagina 48 voor meer informatie over het in- of uitschakelen
van geluidssignalen.
Opmerking: Als de limieten voor de aanbevolen hartslagzone niet zijn ingeschakeld, klinkt in de trainingsregistratiestand geen alarmsignaal
en worden er ook geen gegevens over de hartslagzone opgenomen in het trainingsoverzicht of het bestand.
Ronde- en tussentijd opslaan: Druk op de MIDDELSTE knop om de ronde- en tussentijd op te slaan.
Lap time geeft de verstreken tijd voor één ronde aan. Split time is de tijd tussen het begin van de training en het moment
waarop een rondetijd wordt vastgelegd (bijvoorbeeld het begin van de training en het tijdstip waarop de vierde ronde wordt
geklokt).
Rondetijd
Rondenummer
Tussentijd
Gemiddelde hartslag vanaf het
begin van de ronde.
Opmerking: • Als u AutoLap hebt ingeschakeld via de functieSettings, worden ronden automatisch geregistreerd zodra u de ingestelde afstand bereikt
(bijvoorbeeld elke kilometer of mijl). Zie pagina 31 voor meer informatie.
• U kunt maximaal 50 rondetijden opslaan. Wanneer het geheugen vol is, wordt LapTime FULL weergegeven. U kunt tijdens de training de
rondetijden nemen, maar deze worden niet meer geregistreerd.
NEDERLANDS – 21
Timers: De timers van de fi etscomputer lopen tijdens de registratie van de training. De fi etscomputer geeft met een
geluidssignaal aan wanneer een timer de ingestelde tijd heeft bereikt. Als alleen timer 1 is ingeschakeld, geeft deze een
geluidssignaal zodra de ingestelde tijd tijdens de training is verstreken. Als ook timer 2 is ingeschakeld, worden de timers
tijdens de training afwisselend weergegeven. Zie pagina 33 voor meer informatie.
De training tijdelijk onderbreken:1. Druk op de LINKERKNOP. De registratie van de training, de stopwatch en andere berekeningen worden onderbroken.
2. Druk op de MIDDELSTE knop om weer door te gaan.
Trainen in het donker: Als u tijdens de registratie van een training de verlichting inschakelt door op de MIDDELSTE knop te
drukken, wordt de verlichting steeds opnieuw ingeschakeld zodra u op een knop drukt.
Opmerking: Als de maximale registratietijd (99 uur, 59 minuten en 59 seconden) wordt overschreden, geeft de fi etscomputer een geluids-
signaal. De registratie van de training wordt automatisch onderbroken en op het display wordt HALT weergegeven. U kunt de registratie
beëindigen door op de LINKERKNOP te drukken.
22 – NEDERLANDS
Geregistreerde trainingsgegevens
Duur van de geregistreerde training.
Gemiddelde hartslag.
Hartslaglimieten die tijdens de training worden gebruikt (indien ingesteld).
Tijd die u hebt getraind in de aanbevolen hartslagzone.
Aantal kilocalorieën die u tijdens de training hebt verbrand.
Gemiddelde snelheid.
Gemiddelde trapfrequentie.*
Afgelegde afstand.
Tijd dat u daadwerkelijk hebt gefi etst.Als u bijvoorbeeld stilstaat zonder dat u de registratie van de training hebt beëindigd, wordt deze timer automatisch stilgezet. De trainingstijd loopt echter door. Als u de functie AutoStart hebt ingeschakeld, hebben de trainingsduur en de tijd dat u daadwerkelijk hebt gefi etst dezelfde waarde. De registratie wordt namelijk automatisch gestart en gestopt zodra u respectievelijk begint en stopt met fi etsen.
Limits
In Zone
Kcal
AvgSpeed
Avg Cad.
Distance
RideTime
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
2.3 DE TRAINING BEËINDIGEN EN HET OVERZICHTSBESTAND BEKIJKEN1. Druk op de LINKERKNOP om de registratie van de training te onderbreken. Paused wordt weergegeven.
2. Druk op de LINKERKNOP. Summary FILE verschijnt, waarna automatisch de volgende gegevens achtereenvolgens worden
weergegeven:
NEDERLANDS – 23
3. HET BESTAND MET GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN
In het trainingsbestand kunt u uw fi etsgegevens en prestaties bekijken die tijdens een trainings-
sessie zijn verzameld. De gegevens worden in een bestand opgenomen zodra u de registratie
hebt gestart door op de MIDDELSTE knop te drukken of als u de functie AutoStart hebt
ingeschakeld. Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch langer dan
één minuut is ingeschakeld of als minimaal één ronde is opgeslagen.
Het trainingsbestand bekijken1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP. FILE wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Afwisselend worden Date en Time weergegeven.Druk op de MIDDELSTE knop
• Date/TimeDruk op de RECHTERKNOP• Exe.Time/Avg HR/Max HRDruk op de RECHTERKNOP• LimitsDruk op de RECHTERKNOP• In/Above/Below ZoneDruk op de RECHTERKNOP• KcalDruk op de RECHTERKNOP• DistanceDruk op de RECHTERKNOP• Avg/MaxSpeedDruk op de RECHTERKNOP• Avg/Max.Cad*Druk op de RECHTERKNOP• RideTimeDruk op de RECHTERKNOP• Laps
Geregistreerde trainingsgegevens
Op het display wordt afwisselend weergegeven op welke
datum en op welk tijdstip de registratie is gestart.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
24 – NEDERLANDS
Geregistreerde trainingsgegevens
Duur van de geregistreerde training.
Afwisselend worden de gemiddelde en maximale hartslag in hartslag per minuut (hsm) weergegeven.
Opmerking: Als u de hartslaglimieten als percentage van uw maximale hartslag instelt, worden deze
waarden ook als percentages van uw maximale hartslag (%) weergegeven.
De hartslaglimieten (hsm of %) die tijdens de training zijn gebruikt (indien limieten zijn ingesteld).
De duur van de training waarbij u respectievelijk binnen (In Zone), boven en onder uw
hartslaglimieten hebt gesport (indien ingesteld) worden afwisselend op het display weergegeven.
Aantal kilocalorieën die u tijdens de training hebt verbrand.
Afgelegde afstand.
Gemiddelde en maximale snelheid.
Exe.Time
Avg HR / Max HR
Limits
In/Above/BelowZone
Kcal
Distance
AvgSpeedMax
Opmerking: • De gegevens worden automatisch afwisselend op het display weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop als u snel door
de gegevens wilt bladeren.
• Houd de MIDDELSTE knop ingedrukt als u de verlichting in de functie File wilt inschakelen.
3. Druk op de RECHTERKNOP om door de geregistreerde gegevens te bladeren.
NEDERLANDS – 25
Geregistreerde trainingsgegevens
Gemiddelde en maximale trapfrequentie.*
Tijd dat u daadwerkelijk hebt gefi etst.
Aantal ronden tijdens de training.
Opmerking: Rondegegevens worden weergegeven als u tijdens de training
minimaal één ronde hebt geregistreerd.
4. Druk op de MIDDELSTE knop als u de snelste ronde wilt bekijken.
De gegevens voor de snelste ronde worden weergegeven:
Snelste ronde.
Nummer van de snelste ronde.
5. Blader door de ronden met de RECHTERKNOP. Als u op de MIDDELSTE
knop drukt, kunt u door de volgende gegevens voor elke ronde bladeren:
Tussentijd.
Rondetijd.
Op het display worden afwisselend uw maximale en gemiddelde hartslag
tijdens de ronde weergegeven.
Opmerking: De laatste ronde wordt automatisch geregistreerd wanneer u de
training hebt beëindigd door op de LINKERKNOP te drukken, maar is nooit de
snelste ronde.
Avg Cad.Max
RideTime
LAPS
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
26 – NEDERLANDS
Geregistreerde trainingsgegevens
SpeedDe snelheid, wanneer u de ronde hebt geregistreerd.
Gemiddelde snelheid tijdens de ronde.
Cadence*De trapfrequentie, wanneer u de ronde hebt geregistreerd.
Gemiddelde trapfrequentie tijdens de ronde.
DistanceOp het display worden afwisselend de rondetijd en de
tussentijd weergegeven.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
NEDERLANDS – 27
4. TOTAALWAARDEN
De totaalwaarden omvatten de cumulatieve en maximale waarden van gegevens die tijdens uw
trainingssessies zijn geregistreerd. Gebruik het bestand met de totaalwaarden als dagelijks
of wekelijks overzicht van uw trainingswaarden. Alle waarden worden automatisch bijgewerkt
wanneer u de registratie van de training beëindigt.
Naast de dagelijkse en wekelijkse waarden kunt u de cumulatieve en maximale waarden
voor een bepaalde periode weergeven. De waarden worden verzameld totdat u deze op nul
terugzet. Zodoende kunt u de functie bijvoorbeeld gebruiken als maandelijkse teller voor uw
trainingswaarden. Zie pagina 30 voor meer informatie over het terugzetten van waarden.
• Today’s TOTALS De totaalwaarden worden automatisch om middernacht op nul
teruggezet (00:00).
• ThisWeek TOTALS De totaalwaarden worden automatisch op zondag om middernacht
op nul teruggezet (00:00).
• Season’s TOTALS U kunt de totaalwaarden op elk gewenst moment op nul terugzetten.
Druk op de
MIDDELSTE knop
• Today’s TOTALSDruk op de RECHTERKNOP• ThisWeek TOTALSDruk op de RECHTERKNOP• Season’s TOTALS
Totaalwaarden bekijken1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat TOTALS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Today’s TOTALS wordt weergegeven.
3. Selecteer met de RECHTERKNOP het tijdsinterval (Today’s, ThisWeek of Season’s) dat u wilt bekijken.
4. Druk op de MIDDELSTE knop. Tot.Time en de totale tijd worden weergegeven.
5. Als u Today's TOTALS of ThisWeek TOTALS kiest, kunt u met de RECHTERKNOP door de volgende gegevens bladeren:
Tot.Time, Tot.Kcal, Distance1, Distance2*, MaxSpeed, Max.Cad** en RideTime.
*Als u de waarden voor fi ets 1 en fi ets 2 wilt bekijken, moet u fi etsinstellingen invoeren.
**Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
28 – NEDERLANDS
Totaalwaarden
6. Als u Season's TOTALS kiest, kunt u met de RECHTERKNOP door de volgende gegevens bladeren:
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Cumulatieve waarde voor trainingsduur.
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Cumulatieve waarde voor verbrande kilocalorieën.
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Afwisselend worden de cumulatieve afstand, de datum vanaf wanneer
de cumulatieve waarden worden berekend en de cumulatieve waarden
voor zowel fi ets 1 als fi ets 2 weergegeven.
Opmerking: Met de odometer wordt de cumulatieve afstand gemeten
en deze kan alleen via de UpLink op nul worden teruggezet.
Zie pagina 49 voor meer informatie.
NEDERLANDS – 29
Totaalwaarden
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Cumulatieve waarde voor de afstand die met fi ets 1 en fi ets 2 is afgelegd.
(Distance1 wordt bijgewerkt wanneer fi ets 1 wordt gebruikt en Distance2 wordt
bijgewerkt wanneer fi ets 2 wordt gebruikt).
Datum waarop de waarde is bijgewerkt.
Maximale snelheid tijdens de periode.
Datum waarop de waarde is bijgewerkt.
Maximale trapfrequentie tijdens de periode.*
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
30 – NEDERLANDS
Totaalwaarden
Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Cumulatieve waarde voor de tijd dat u daadwerkelijk hebt gefi etst.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
Season’s Totals op nul terugzetten of de vorige waarde voor de maximale snelheid of trapfrequentie* herstellenGebruik de totaalwaarden als seizoensoverzicht (of dagelijks/wekelijks) van uw trainingswaarden door deze eenmaal per
seizoen op nul terug te zetten. U kunt ook de vorige waarde voor de maximale snelheid en trapfrequentie* herstellen in
plaats van deze waarde op nul terug te zetten. Als u eenmaal een waarde hebt teruggezet of hersteld, kunt u de vorige
waarde niet meer ophalen.
Begin met een weergave in de vorige tabel (Tot.Time, Tot.Kcal, Distance1/2, MaxSpeed, Max.Cad*, Ride Time).
1. Druk op de MIDDELSTE knop om de gewenste waarde op nul terug te zetten. Reset? wordt weergegeven. In de MaxSpeed
en Max.Cad* displays kunt u door op de RECHTERKNOP te drukken, teruggaan naar uw vorige waarde. Selecteer Return Old door op de MIDDELSTE knop te drukken.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Are You Sure wordt weergegeven.
3. Druk op de MIDDELSTE knop als u uw keuze wilt bevestigen. Druk op de LINKERKNOP als u uw keuze wilt annuleren.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
Opmerking: U kunt de odometer alleen via de UpLink op nul terugzetten. Zie pagina 49 voor meer informatie.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
NEDERLANDS – 31
5. INSTELLINGEN
U kunt de instellingen bekijken of wijzigen in het menu Settings.
Tip: Daarnaast kunt u instellingen met het programma Polar UpLink™ confi gureren en vervolgens vanaf
de fi etscomputer naar de pc overbrengen. Zie pagina 49 voor meer informatie.
Waarden instellen:• Gebruik de RECHTERKNOP om een waarde aan te passen of te selecteren.
• Accepteer uw selectie en doorloop het menu met de MIDDELSTE knop.
• Annuleer de selectie of ga terug naar de vorige functie of het vorige menu door op de
LINKERKNOP te drukken.
5.1 DE AFGELEGDE AFSTAND INSTELLEN VOOR DE GESCHATTE AANKOMSTTIJD EN AUTOMATISCHE RONDEREGISTRATIE (CYCLING SET)Met Cycling Set kunt u twee verschillende instellingen confi gureren:
• RideDist: Afgelegde afstand.
Als u instelt welke afstand u wilt afl eggen, wordt de geschatte aankomsttijd berekend op
basis van uw snelheid.
• AutoLap: Automatische ronderegistratie.
Als u de afstand voor automatische ronderegistratie instelt, worden telkens de ronde-
gegevens berekend wanneer u deze afstand hebt afgelegd. Als u bijvoorbeeld 1 km/m instelt,
worden de rondegegevens elke kilometer of mijl geregistreerd.
Druk op de MIDDELSTE knop
• Cycling SETDruk op de RECHTERKNOP• Timer SETDruk op de RECHTERKNOP• Limits SETDruk op de RECHTERKNOP• Bike SETDruk op de RECHTERKNOP• Watch SETDruk op de RECHTERKNOP• User SETDruk op de RECHTERKNOP• General SET
32 – NEDERLANDS
Beide functies zijn actief tijdens de registratie van de training. Zie pagina 18-20 voor meer informatie.
1. Druk tijdens de functie Tijd op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
4. RideDist On / OFF
5. RideDist On
6. AutoLap
On / OFF
7. AutoLap
On
RECHTS• Schakel de functie voor de afgelegde afstand
in of uit.
RECHTS• Pas het aantal kilometers of mijlen aan.
RECHTS• Schakel de automatische ronderegistratie
in of uit.
RECHTS• Pas het aantal kilometers of mijlen aan.
MIDDEN(Sla stap 5 over als u de functie hebt
uitgeschakeld)
MIDDEN
MIDDEN(Sla stap 7 over als u de functie hebt
uitgeschakeld)
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
NEDERLANDS – 33
5.2 TIMERINSTELLINGEN (TIMER SET)De fi etscomputer bevat twee timers die afwisselend worden weergegeven. Beide timers zijn actief tijdens de registratie
van de training.
Tip: Gebruik de timers bijvoorbeeld als herinnering om regelmatig te drinken of als hulpmiddel tijdens een intervaltraining,
zodat u weet wanneer u moet overschakelen van een intensieve naar een minder intensieve interval en andersom.
1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP. Timer SET wordt weergegeven.
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit:
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Timer 1 On / OFF
6. Timer 1
On
RECHTS• Schakel de timer in of uit.
RECHTS• Pas het aantal minuten aan (0-99 minuten).
RECHTS• Pas het aantal seconden aan (0-59 seconden).
MIDDEN(Sla stap 6 over als u de functie hebt
uitgeschakeld)
MIDDEN
MIDDEN
• Herhaal stap 5 en 6 als u timer 2 wilt instellen.
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
34 – NEDERLANDS
5.3 INSTELLINGEN VOOR HARTSLAGLIMIETEN (LIMITS SET)Met de instellingen voor hartslaglimieten (Limits SET) kunt u drie verschillende opties instellen:
• Manual Limits: U kunt een hartslagzone defi niëren door de boven- en onderlimiet voor de hartslag handmatig
in te stellen.
• OwnZone: De fi etscomputer kan uw persoonlijke hartslagzone voor aërobe (cardiovasculaire) trainingen
automatisch bepalen. Op de fi etscomputer heet dit OwnZone. Hiermee weet u zeker dat u binnen
veilige limieten traint. Zie pagina 36 voor meer informatie.
• Limits Off: U kunt limieten voor de aanbevolen hartslagzone ook uitschakelen wanneer u deze niet wilt gebruiken
tijdens de registratie van de training. Er worden dan geen waarden voor de hartslagzone berekend in
het trainingsoverzicht of het bestand.
Gebruik OwnZone om een bepaald inspanningsniveau aan te houden, afhankelijk van uw doelstellingen.
1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP totdat Limits SET wordt weergegeven.
NEDERLANDS – 35
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. TYPE
Manual / OwnZone / Off
6. HR / HR%
SET
7. HighLimit
8. LowLimit
RECHTS• Selecteer Manual, OwnZone (waarmee uw
persoonlijke hartslagzone automatisch wordt
bepaald) of Off.
RECHTS• Selecteer of u uw hartslag wilt weergeven als
aantal slagen per minuut (hsm) of als percentage
van uw maximale hartslag (% HFmax).
RECHTS• Pas de bovenste hartslaglimiet aan.
RECHTS• Pas de onderste hartslaglimiet aan.
MIDDEN(Sla stap 6-8 over als u de functie hebt
uitgeschakeld)
MIDDEN(Sla stap 7-8 over als u OwnZone kiest)
MIDDEN
MIDDEN
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
36 – NEDERLANDS
5.3.1 OWNZONEDe Polar fi etscomputer kan uw persoonlijke hartslagzone voor aërobe (cardiovasculaire) trainingen automatisch bepalen.
Op de fi etscomputer heet dit OwnZone.
Bij deze methode worden variaties in uw hartslag gemeten tijdens de warming-up. Een veranderende hartslag geeft
wijzigingen in uw lichaamsfuncties aan. Bij de meeste volwassenen ligt deze zone tussen 65-85% van de maximale
hartslag. Uw persoonlijke hartslagzone kan tijdens de warming-up in 1-5 minuten worden bepaald terwijl u fi etst, loopt
of jogt. OwnZone wordt eenvoudiger bepaald tijdens indoor cycling dan outdoor cycling, omdat de snelheid eenvoudiger
gecontroleerd kan worden. Het uitgangspunt is dat u de training rustig en weinig intensief begint, namelijk met een
hartslag van minder dan 100 slagen per minuut of 50% van uw maximale hartslag. Vervolgens verhoogt u geleidelijk de
trainingsintensiteit, zodat uw hartslag stijgt. OwnZone maakt trainen eenvoudiger en aangenamer.
OwnZone is ontwikkeld voor gezonde mensen. Bepaalde medische factoren kunnen ertoe leiden dat variaties in uw hartslag
niet kunnen worden bepaald, zoals een hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en het gebruik van bepaalde medicijnen.
NEDERLANDS – 37
Limieten voor uw persoonlijke hartslagzone bepalenControleer het volgende voordat u uw persoonlijke hartslagzone bepaalt:
• U hebt de juiste persoonlijke instellingen ingevoerd. De fi etscomputer vraagt u naar ontbrekende gegevens
(bijvoorbeeld uw geboortedatum) voordat de limietinstellingen worden geaccepteerd.
• U hebt de OwnZone-limieten ingeschakeld. Als de functie OwnZone is ingeschakeld, wordt telkens uw persoonlijke
hartslagzone bepaald wanneer u de registratie van een trainingssessie start.
Uw persoonlijke hartslagzone moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald:
• U verandert van trainingsomgeving of voert een ander soort training uit.
• U begint weer met trainen nadat u meer dan een week niets hebt gedaan.
• U voelt zich aan het begin van de training niet helemaal fi t. U bent bijvoorbeeld gespannen, nog niet volledig hersteld
van de vorige training of u voelt zich niet helemaal lekker.
• U hebt uw instellingen gewijzigd.
1. Druk tijdens de functie Time op de MIDDELSTE knop. Het OwnZone-symbool wordt weergegeven. Druk op de
MIDDELSTE knop als u de bepaling van uw persoonlijke hartslagzone wilt overslaan en de eerder vastgestelde
hartslagzone wilt gebruiken.
2. Uw persoonlijke hartslagzone wordt bepaald. Dit verloopt in vijf stappen.
Fiets of wandel gedurende één minuut in een rustig tempo. Zorg ervoor dat uw hartslag tijdens deze eerste
stap onder de 100 slagen per minuut / 50% van uw maximale hartslag blijft. Na elke stap hoort u een
geluidssignaal (als de geluidsfunctie is ingeschakeld) en wordt het display automatisch verlicht (als u de
verlichting eerder hebt ingeschakeld). Dit signaal geeft het einde van deze stap aan.
Fiets of wandel gedurende één minuut in een normaal tempo. Voer uw hartslag geleidelijk op met 10-20
slagen per minuut / 5% van uw maximale hartslag.
Fiets of wandel gedurende één minuut in een vlot tempo. Voer uw hartslag geleidelijk op met 10-20 slagen
per minuut / 5% van uw maximale hartslag.
Fiets in een vlot tempo of jog in een langzaam tempo gedurende één minuut. Voer uw hartslag geleidelijk op
met 10-20 slagen per minuut / 5% van uw maximale hartslag.
Fiets of jog in een vlot tempo of ren gedurende één minuut.
38 – NEDERLANDS
3. Op een bepaald moment tussen de stappen hoort u twee geluidssignalen. Uw persoonlijke hartslagzone is bepaald,
OwnZone en Updated worden bovendien met hartslaglimieten weergegeven. De limieten worden weergegeven als aantal
slagen per minuut (hsm) of als percentage van uw maximale hartslag (%HFmax) afhankelijk wat u hebt ingesteld.
4. Als de bepaling van uw persoonlijke hartslagzone is mislukt, dan worden de limieten van uw vorige OwnZone gebruikt
en weergegeven op het display. Als u OwnZone voor het eerst bepaalt, dan worden de limieten gebaseerd op uw leeftijd
(65-85% van HFmax).
U kunt nu doorgaan met uw training. Probeer binnen de opgegeven hartslaglimieten te blijven voor een optimaal
trainingsresultaat.
Zie www.polar.com voor meer informatie over de persoonlijke hartslagzone.
NEDERLANDS – 39
5.4 FIETSINSTELLINGEN (BIKE SET)U kunt twee fi etsvoorkeuren instellen voor de fi etscomputer. Confi gureer de instellingen voor beide fi etsen. Selecteer fi ets
1 of 2 wanneer u met de registratie van de training begint. Voor beide fi etsen kunt u de volgende opties instellen:
• AutoStart on/off Met de functie AutoStart wordt de training automatisch gestart of gestopt wanneer u respectievelijk
begint of stopt met fi etsen.
• Cadence on/off Met een draadloze trapfrequentiesensor wordt gemeten hoe snel u de trappers van de fi ets beweegt.
Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
• Wheel De wielgrootte moet worden ingesteld voor de fi etsgegevens. Zie de volgende pagina voor meer
informatie.
1. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP totdat Bike SET wordt weergegeven.
40 – NEDERLANDS
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Bike 1 / 2
6. AutoStart On / OFF
7. Cadence* On / OFF
8. Wheel
RECHTS• Selecteer welke fi ets u wilt instellen:
fi ets 1 of fi ets 2.
RECHTS• Schakel de functie AutoStart in of uit.
RECHTS• Schakel de trapfrequentiefunctie in of uit.
RECHTS• Pas de wielgrootte (mm) van uw fi ets aan.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Tijd wilt terugkeren.
Opmerking: • De wielgrootte wordt altijd in millimeters aangegeven, omdat dit nauwkeuriger is.
• De functies voor het meten van de snelheid en afstand zijn altijd ingeschakeld.
*Hiervoor hebt u een aparte Polar Trapfrequentie Sensor nodig.
NEDERLANDS – 41
U heeft de volgende mogelijkheden om achter het formaat van uw wiel te komen:*
METHODE 1.
Kijk op het wiel van uw fi ets en onderzoek of de diameter op het wiel gedrukt staat. In onderstaand overzicht
vindt u de wieldiameter in inches of in ETRTO en de wielmaat in millimeters in de rechterkolom.
Opmerking: *De bovenstaande wielmaten worden geadviseerd, echter de wielmaat is afhankelijk van het type wiel en luchtdruk.
25-559 26 x 1.0 1884
23-571 650 x 23C 1909
35-559 26 x 1.50 1947
37-622 700 x 35C 1958
47-559 26 x 1.95 2022
20-622 700 x 20C 2051
52-559 26 x 2.0 2054
23-622 700 x 23C 2070
25-622 700 x 25C 2080
28-622 700 x 28 2101
32-622 700 x 32C 2126
42-622 700 x 40C 2189
47-622 700 x 47C 2220
ETRTO Wiel diameter (inches) Wielmaat instelling (mm)
42 – NEDERLANDS
METHODE 2.
Markeer eerst het loopvlak van uw voorwiel met een streep. U kunt ook het ventiel gebruiken als markering. Trek op gelijke
hoogte een lijn op de grond. Duw op een vlakke ondergrond uw fi ets één complete omwenteling van het wiel vooruit.
Controleer dat uw wiel loodrecht op de grond staat. Trek nu nog een lijn op de grond, precies op de plaats waar de streep
op het wiel de grond raakt.
mm
-4 mm
mm
Meet de afstand tussen de twee lijnen op de grond om de omtrek van het wiel te bepalen.
Trek 4 mm af vanwege uw gewicht op de fi ets.
Deze waarde (wielmaat) stelt u in uw fi etscomputer in.
NEDERLANDS – 43
5.5 HORLOGE-INSTELLINGEN (WATCH SET)In het menu Watch SET kunt u de tijd- en datuminstellingen wijzigen.
1. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP totdat Watch SET wordt weergegeven.
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Time • Time Mode 24h/12h
• AM / PM
(als u 12-uurs notatie
gebruikt)
RECHTS• Stel de 12-uurs of 24-uurs notatie in.
RECHTS• Stel AM of PM in.
RECHTS• Stel het aantal uren in.
RECHTS• Stel het aantal minuten in.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
44 – NEDERLANDS
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
6. Date* • Day / Month
• Month / Day
• Year
RECHTS• Stel de dag (in 24-uurs notatie) of
de maand (in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel de maand (in 24-uurs notatie) of
de dag (in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel het jaar in.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
Opmerking: *De volgorde waarin u datuminstellingen confi gureert, hangt af van de gekozen tijdsnotatie in de functie Time
(24 h: Dag - maand - jaar / 12 h: Maand - dag - jaar).
NEDERLANDS – 45
5.6 PERSOONLIJKE GEGEVENS INSTELLEN (USER SET)Wanneer u uw persoonlijke informatie invoert, wordt het calorieverbruik zo nauwkeurig mogelijk gemeten.
1. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP totdat User SET wordt weergegeven.
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Weight kg/lb
6. Height cm/ft
RECHTS• Stel uw gewicht in kilogrammen of pounds in.
RECHTS• Stel uw lengte in cm of ft in.
• Stel het aantal inches in (als u lb/ft hebt gekozen).
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
46 – NEDERLANDS
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
7. Birthday • Day / Month
• Month / Day
• Year
8. HR Max
9. HR Sit
10. Sex• Male / Female
RECHTS• Stel de dag (in 24-uurs notatie) of
de maand (in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel de maand (in 24-uurs notatie) of
de dag (in 12-uurs notatie) in.
RECHTS• Stel het jaar in.
RECHTS• Wijzig deze waarde als u de waarde voor uw in het laboratorium gemeten huidige maximale hartslag kent. Als u deze waarde voor het eerst
instelt, wordt op het display standaard de
maximale hartslag weergegeven die naar
verwachting bij uw leeftijd hoort (220-leeftijd).
RECHTS• Pas de waarde voor uw hartslag in zittende
positie aan (zie de instructies op de volgende
pagina).
RECHTS• Geef aan of u een man of vrouw bent.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
NEDERLANDS – 47
Maximale hartslag (HFmax)HFmax wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut bij een
maximale fysieke inspanning. HFmax is tevens handig bij het bepalen van de trainingsintensiteit. Uw maximale hartslag kan
het nauwkeurigst worden bepaald via een maximale inspanningstest in een laboratorium.
Hartslag in zittende positie (HFsit)HFsit wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. HFsit is uw normale hartslag wanneer u geen lichamelijke
inspanningen verricht (zittend). U kunt de waarde voor HFsit gemakkelijk bepalen: Doe de borstband om, ga zitten en voer
geen lichamelijke activiteiten uit. Druk tijdens de functie Time na twee tot drie minuten op de MIDDELSTE knop om uw
hartslag te bekijken. Dit is de waarde voor HFsit.
Als u de waarde voor HFsit nauwkeuriger wilt bepalen, herhaalt u deze procedure een aantal malen en berekent u het
gemiddelde.
48 – NEDERLANDS
5.7 GELUIDSSIGNALEN EN EENHEDEN VOOR DE FIETSCOMPUTER INSTELLEN (GENERAL SET)Met General SET kunt u de volgende instellingen bekijken en wijzigen:
• Sounds Hiermee schakelt u geluidssignalen voor activiteiten in of uit .
• KeySound Hiermee schakelt u geluidssignalen bij het indrukken van knoppen in of uit.
• Units Deze instelling is van invloed op uw persoonlijke gegevens en de horloge-instellingen.
1. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
2. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven.
3. Druk op de RECHTERKNOP totdat General SET wordt weergegeven.
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit:
Displayweergave: Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde in te stellen waarde te accepteren
5. Sound On / OFF
6. KeySound On / OFF
7. kg/cm of lb/ft Unit
RECHTS• Schakel geluidssignalen voor activiteiten in of uit.
RECHTS• Schakel geluidssignalen voor het indrukken van
knoppen in of uit.
RECHTS• Selecteer kg/cm of lb/ft.
MIDDEN
MIDDEN
MIDDEN
• Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
NEDERLANDS – 49
6. INSTELLINGEN VAN DE FIETSCOMPUTER AANPASSEN VANAF DE PC
De Polar Fietscomputer biedt u de mogelijkheid om instellingen te bewerken met het programma Polar UpLink en de PC.
U kunt ook het display van uw fi etscomputer personaliseren door logo’s te downloaden. U hebt de Polar UpLink Tool™
hiervoor nodig.
U kunt dit programma downloaden vanaf www.polar.com of www.polarpersonaltrainer.com. Als u Polar UpLink wilt
gebruiken, hebt u een pc met een geluidskaart, luidsprekers en een koptelefoon nodig. Lees de “Technische gegevens” voor
meer informatie over de systeemvereisten. Zie www.polar.com of www.polarpersonaltrainer.com voor meer informatie.
50 – NEDERLANDS
7. ONDERHOUD
Onderhoud van het product Net als met elk ander elektronisch instrument dient u zorg-
vuldig om te gaan met de Polar fi etscomputer. De volgende
aanwijzingen helpen u om de garantievoorwaarden in acht
te nemen en om nog vele jaren plezier te hebben van dit
product.
Maak de borstband na gebruik regelmatig schoon met
water en zachte zeep en gebruik zonodig een zachte borstel.
Maak de borstband alleen droog met een zachte handdoek.
Bij een onjuiste behandeling kan de borstband worden
beschadigd. Buig of vouw de borstband niet, aangezien de
elektroden hierdoor kunnen beschadigen.
Bewaar de fi etscomputer, de zender en de sensoren op
een droge en koele plaats. Bewaar ze niet in een vochtige
omgeving, niet-ademend materiaal (een plastic zak of
een sporttas), of samen met geleidend materiaal (een
natte handdoek). De fi etscomputer, de borstband en de
sensoren zijn waterbestendig en kunnen in de regen worden
gebruikt. Voor behoud van de waterbestendigheid mogen de
fi etscomputer en de sensoren niet met een hogedrukreiniger
worden gereinigd of onder water worden gehouden. Stel ze
niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Laat ze bijvoor-
beeld niet in de auto liggen of op de stuurhouder zitten.
Houd de fi etscomputer schoon. Reinig de fi etscomputer en
de sensoren met een oplossing van zachte zeep en water
en spoel ze af met schoon water. Dompel ze niet in water.
Droog ze zorgvuldig af met een zachte handdoek. Gebruik
nooit alcohol of schuurmiddelen als staalwol of chemische
reinigingsmiddelen.
Vermijd harde schokken voor de fi etscomputer en de snel-
heidssensor, anders kunnen deze schade oplopen.
NEDERLANDS – 51
ServiceHet is raadzaam om servicewerkzaamheden tijdens de
garantieperiode van twee jaar uitsluitend te laten uitvoeren
door een erkend Polar Service Center. De garantie geldt
niet voor schade of gevolgschade die is veroorzaakt door
services die niet door Polar Electro zijn goedgekeurd.
Ga naar www.polar.com/support en de lokale websites
voor contactinformatie en alle adressen van Polar Service
Centers.
Registreer uw Polar product via http://register.polar.fi / om
te zorgen dat wij onze producten en diensten steeds beter
op uw wensen kunnen blijven afstemmen.
Opmerking: De gebruikersnaam voor uw Polar-account is
altijd uw e-mailadres. Dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde
wachtwoord zijn van toepassing voor registratie van het Polar-
product, polarpersonaltrainer.com, het Polar discussieforum en
de nieuwsbrief.
Batterij van de borstband en snelheidssensorVoor een vervangende borstband of snelheidssensor kunt u
contact opnemen met een erkend Polar Service Center.
Batterijen verwisselen
De gebruiker kan zelf de batterij van de fi etscomputer
CS100 vervangen. Volg nauwgezet de instructies in het
hoofdstuk Batterijen zelf vervangen als u zelf de batterij
wilt vervangen.
Opmerking: Open het afsluitklepje van de batterijhouder alleen
wanneer u de batterij moet vervangen. Dit om een maximale
levensduur van het klepje te waarborgen
• Het symbool voor een bijna lege batterij en LowBatt. worden weergegeven wanneer de batterij van de
fi etscomputer nog een capaciteit van 10-15% heeft. In
dit geval moet u de batterij vervangen. De verlichting
en het geluid van de fi etscomputer worden automatisch
uitgeschakeld wanneer wordt weergegeven.
• Als u de verlichting vaak gebruikt, raakt de batterij van de
fi etscomputer sneller leeg.
• In koude weersomstandigheden kan de batterijwaarschuwing
ten onrechte worden weergegeven. De waarschuwing
verdwijnt zodra de temperatuur weer normaal is.
52 – NEDERLANDS
Batterijen zelf vervangen Zorg bij het vervangen van de batterij dat de afsluitring
niet wordt beschadigd; anders dient u deze te vervan-
gen door een nieuwe. Afsluitringen en batterijsetjes zijn
verkrijgbaar bij de offi ciële Polar-dealer, de Polar webshop
of een erkend Polar Service Center. In de Verenigde Staten
en Canada zijn afsluitringen verkrijgbaar bij erkende Polar
Service Centers. In de Verenigde Staten zijn de afsluitringen
en batterijsets ook beschikbaar via www.shoppolar.com.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Raadpleeg bij
inslikken onmiddellijk een arts.
Batterijen dienen in overeenstemming met de plaatselijke
regelgeving te worden opgeruimd.
Als u een nieuwe, volle batterij vastpakt, houdt u deze
dan niet aan beide zijden tegelijk vast met een metalen of
elektrisch geleidend gereedschap zoals een pincet. Hierdoor
kan kortsluiting ontstaan en de batterij sneller leeg raken.
Meestal raakt de batterij niet beschadigd door kortsluiting,
maar de capaciteit en de gebruiksduur van de batterij
nemen af.
Als u de batterij door een onjuist type
batterij vervangt, bestaat het risico op
explosie.
NEDERLANDS – 53
3. Plaats de negatieve (–) pool van de batterij tegen de
fi etscomputer en de positieve (+) pool tegen het klepje.
4. De afsluitring van het batterijklepje is ook hieraan
bevestigd. Vervang de afsluitring alleen als deze
beschadigd is. Controleer vóór het sluiten van
het batterijklepje of de afsluitring van het klepje
onbeschadigd is en op de juiste wijze in de gleuf is
geplaatst.
5. Plaats het klepje terug en draai het met een muntstuk
rechtsom vast. Zorg ervoor dat het klepje goed wordt
gesloten!
Opmerking: Voer de basisinstellingen opnieuw in nadat u de
batterij hebt vervangen. Zie pagina 8 voor meer informatie.
Batterij van fi etscomputer vervangen
1. Open het klepje van de
batterijhouder door met een
goed passend muntstuk
zachtjes op de groef te
drukken en het klepje linksom
te draaien.
2. Verwijder het klepje. De
batterij zit vast aan het klepje
en moet voorzichtig omhoog
worden getild met een
stevig stokje of staafje van
geschikte afmetingen, zoals
een tandenstoker. Gebruik bij
voorkeur een niet-metalen
voorwerp. Verwijder de
batterij en vervang deze door
een nieuwe. Pas op dat u de
schroefdraad van het klepje
niet beschadigt.
1.
2.
54 – NEDERLANDS
8. VEILIG GEBRUIK VAN DE FIETSCOMPUTER
De Polar fi etscomputer toont uw prestatie-indicatoren. Uw
trainingscomputer geeft tijdens de training het niveau van
de lichamelijke belasting en de inspanning aan. Als u met
een Polar snelheidssensor fi etst, meet hij ook de snelheid
en de afstand. Het product is niet geschikt of bedoeld voor
andere doeleinden.
Elektromagnetische interferentieEr kunnen zich storingen voordoen in de buurt van
hoogspanningskabels, verkeerslichten, de leidingen van
een tram, trein of trolleybus, televisietoestellen, auto’s,
fi etscomputers, fi tnessapparatuur, mobiele telefoons maar
ook als u door een elektronisch beveiligingspoortje loopt.
Risico's tijdens trainen beperkenTrainen kan enige risico's met zich meebrengen.
Beantwoord de volgende vragen betreffende uw gezondheid
voordat u aan een vast trainingsprogramma begint. Als u
ja antwoordt op een van deze vragen, raadpleeg dan een
arts voordat u met een trainingsprogramma begint.
• Hebt u de afgelopen vijf jaar niets aan sport gedaan?
• Hebt u een hoge bloeddruk of een hoog
cholesterolgehalte?
• Vertoont u symptomen van een ziekte?
• Gebruikt u medicijnen voor uw bloeddruk of uw hart?
• Hebt u wel eens last van ademhalingsproblemen?
• Bent u herstellende van een zware ziekte of medische
ingreep?
• Gebruikt u een pacemaker of andere geïmplanteerde
elektronische apparatuur?
• Rookt u?
• Bent u in verwachting?
Behalve de trainingsintensiteit, kunnen ook medicijnen voor
het hart, de bloeddruk, psychische aandoeningen, astma,
luchtwegen enz. en sommige energiedranken, alcohol,
nicotine en drugs de hartslag beïnvloeden.
Het is belangrijk om te weten hoe uw lichaam tijdens het
sporten reageert. Als u tijdens het sporten plotseling pijn voelt of u uitzonderlijk moe voelt, is het raadzaam om te stoppen of op een lager inspanningsniveau door te gaan.
Opmerking! Dragen van een pacemaker is geen
belemmering voor het gebruik van Polar
trainingscomputers. In theorie kunnen Polar-producten
geen storing veroorzaken met pacemakers. In de praktijk
NEDERLANDS – 55
zijn er geen rapporten die erop wijzen dat iemand ooit
storing heeft ondervonden. Vanwege de verscheidenheid
aan pacemakers en andere geïmplanteerde apparaten,
kunnen wij nochtans niet offi cieel garanderen dat onze
producten geschikt zijn voor al deze instrumenten. Als u
twijfels hebt of uitzonderlijke gevoelens ervaart tijdens het
gebruik van Polar-producten, raadpleeg dan uw arts of
neem contact op met de fabrikant van het elektronische
apparaat om na te gaan de veiligheid in uw geval voldoende
gewaarborgd is.
Als u overgevoelig bent voor een stof die in contact komt met de huid of als u vermoedt dat het product een allergische reactie veroorzaakt, controleert u de
materialen op pagina 58. Draag de borstband over een
shirt om de kans op huidreacties te verkomen. Voor een
probleemloze werking moet u het shirt onder de elektroden
echter goed vochtig maken.
Opmerking: Door de combinatie van vocht en het schuren van
de borstband kan deze afgeven en zwarte vlekken achterlaten
op lichtkleurige kleding. Als u een insectenwerend middel op uw
huid aanbrengt, moet u voorkomen dat dit met de borstband in
contact komt.
Trainingsapparatuur met elektronica kan storing veroorzaken. Probeer het volgende om deze problemen te
verhelpen:
1. Doe de borstband af en gebruik de trainingsapparatuur
zoals u gewend bent.
2. Verplaats de polsunit totdat u een plaats vindt waar
deze geen ongewenste signalen weergeeft en het
hartsymbool niet knippert. Interferentie is vaak het
sterkst recht voor het display van de apparatuur,
terwijl links of rechts van het display relatief weinig
interferentie optreedt.
3. Doe de borstband weer om en houd de polsunit zoveel
mogelijk op deze storingsvrije plaats.
Als de CS100 ook dan nog niet goed werkt, is er mogelijk
sprake van te veel elektronische storing voor draadloze
hartslagmeting.
56 – NEDERLANDS
9. VEELGESTELDE VRAGEN
Wat moet ik doen als...
...niets op het display van de fi etscomputer wordt weergegeven?Als u de fi etscomputer voor het eerst gebruikt:
De fi etscomputer wordt standaard geleverd met de batterij in de
spaarstand. Druk tweemaal op de MIDDELSTE knop om de computer
te activeren. De basisinstellingen worden gestart. Zie pagina 8 voor
meer informatie.
Als u de fi etscomputer al eerder hebt gebruikt:
De fi etscomputer schakelt over op de energiebesparende modus
(leeg display) als u gedurende vijf minuten op geen enkele knop
in de functie Time hebt gedrukt. U kunt de fi etscomputer weer
inschakelen door op een willekeurige knop te drukken. Mogelijk is
de batterij leeg (zie de volgende vraag voor verdere instructies).
...de batterij van de fi etscomputer moet worden vervangen?Het is raadzaam alle onderhoud door het Polar Service Center te
laten verrichten. Vooral tijdens de garantieperiode is dit nodig om
aanspraak te kunnen maken op garantie. De garantie vervalt als het
apparaat wordt gerepareerd door onbevoegden. Het Polar Service
Center test na het vervangen van de batterij of uw fi etscomputer
waterdicht is en voert een volledige periodieke controle uit.
...de knoppen niet reageren?Als de knoppen niet reageren, dient u de fi etscomputer te
resetten. Hiermee wist u alleen de datum en de tijd, dus niet
de geregistreerde bestanden of totalen. Reset de fi etscomputer door
alle knoppen ingedrukt te houden totdat het display wordt gevuld
met cijfers. Als u een knop indrukt, gaat u naar de functie Basic
Settings (BASIC SET) wordt weergegeven). Zie pagina 8 voor meer
informatie. Laat de batterijen controleren als deze oplossing niet
werkt.
Opmerking: Als u na het resetten van de fi etscomputer niet binnen
één minuut op een knop drukt, keert u terug naar de functie Time.
... als het symbool wordt weergegeven?Als eerste teken dat de batterij bijna leeg is, wordt het symbool weergegeven op het display. Zie pagina 51 voor meer informatie.
Opmerking: In koude weersomstandigheden kan de batterij-
waarschuwing ten onrechte worden weergegeven. De waarschuwing
verdwijnt zodra de temperatuur weer normaal is.
...een andere persoon met een fi etscomputer of hartslagmeter interferentie veroorzaakt?Neem afstand tot die persoon en vervolg uw gebruikelijke training.
Desgewenst kunt u het volgende doen om de hartslagsignalen van
de andere persoon te vermijden:
1. Houd de borstband 30 seconden lang van uw borst af. Houd
afstand tot de persoon met het andere apparaat.
2. Bevestig de borstband weer en houd de fi etscomputer dicht bij
het Polar logo op de borstband. De fi etscomputer zoekt opnieuw
naar een hartslagsignaal.
Vervolg uw gebruikelijke training.
NEDERLANDS – 57
...de fi etscomputer de calorieën niet meet?Als u wilt meten hoeveel calorieën u verbrandt, moet u tijdens de
registratie de borstband dragen.
...een onregelmatige of buitengewoon hoge waarde voor de hartslag, snelheid of afstand wordt gemeten?Krachtige elektromagnetische signalen kunnen leiden tot
onregelmatige metingen. Blijf dus uit de buurt van mogelijke
storingsbronnen, zoals hoogspanningskabels, verkeerslichten,
treinen of trams, auto’s, fi etscomputers, bepaalde met een motor
aangedreven trainingsuitrustingen (bijvoorbeeld conditietesters) of
mobiele telefoons.
Verlaag uw snelheid en controleer uw pols handmatig als er nog
steeds een verkeerde hartslag wordt gemeten nadat u de afstand
tot de storingsbron hebt vergroot. Als de waarde overeen lijkt te
komen met de hoge waarde op het display, hebt u mogelijk last van
hartritmestoornissen. De meeste gevallen van hartritmestoornissen
zijn niet ernstig, maar u kunt beter toch uw arts raadplegen.
Houd een afstand van minimaal 1 m tussen uw fi etscomputer
en de snelheidssensoren van andere fi etsers om interferentie te
voorkomen.
...de hartslag niet wordt weergegeven (00)?• Controleer of de elektroden (geribbelde delen) aan de binnenkant
van de borstband vochtig zijn en of u de borstband draagt
volgens de instructies.
• Controleer of de borstband schoon is.
• Controleer of u zich niet in de buurt van hoogspanningskabels,
televisies, mobiele telefoons of andere bronnen van
elektromagnetische interferentie bevindt. Zorg er ook voor dat de
afstand tot andere gebruikers van een hartslagmeter minimaal
1 meter bedraagt wanneer u begint met het registreren van uw
training.
• Hartritmestoornissen kunnen onregelmatige waarden
veroorzaken of een cardiac event kan uw ECG-diagram
veranderd hebben. Neem dan contact op met uw arts.
...er tijdens het fi etsen geen snelheid wordt weergegeven?• Controleer de juiste positie en afstand van de sensor met de
magneet en de fi etscomputer.
• Controleer of u de juiste fi etsinstellingen hebt ingesteld in
de fi etscomputer. Zie pagina 39 voor meer informatie.
• Als af en toe de snelheid 00 wordt weergegeven, kan dit worden
veroorzaakt door tijdelijke elektromagnetische interferentie in de
directe omgeving.
• Als doorlopend 00 wordt weergegeven, hebt u in totaal mogelijk
langer dan 4500 uur gefi etst en is de batterij leeg.
58 – NEDERLANDS
10. TECHNISCHE GEGEVENS
FietscomputerMateriaal:Behuizing van thermoplastisch polymeer
Nauwkeurigheid horloge: Beter dan ± 0,5 seconden per dag bij
een temperatuur van 25 °C.
Nauwkeurigheid hartslag: ± 1% of 1 hsm (waarbij de hoogste
waarde geldt), gedefi nieerd bij
gelijkmatige inspanning. De hartslag
wordt weergegeven als aantal slagen
per minuut (hsm) of als percentage
van de maximale hartslag (HFmax%).
Meetbereik hartslag: 15-240
Maximale tijd in
registratiebestand: 99 u 59 min 59 sec
Limietwaarden voor in
trainingsbestand
geregistreerde gegevens: 1 trainingsbestand
Snelheid bereik op display: 0-127 km/h
Gebruikstemperatuur: Tussen -10 °C en +50 °C
Levensduur batterij: Gemiddeld 2 jaar bij normaal gebruik
(1 uur/dag, 7 dagen/week)
Batterijtype: CR 2032
Afdichtring batterij: OR 23,6 x 1,0 (siliconenrubber)
ZenderBatterijtype: Ingebouwde lithiumbatterij
Gebruikstemperatuur: Tussen -10 °C en +50 °C
Materiaal: Polyurethaan
Elastische bandjeMateriaal gesp: Polyurethaan
Materiaal elastisch bandje: Nylon, polyester en natuurlijk rubber,
inclusief een kleine hoeveelheid latex
SnelheidssensorLevensduur batterij
snelheidssensor: Gemiddeld 4500 uur
(1 uur/dag, 7 dagen/week)
Nauwkeurigheid: ± 1%
Materiaal: Behuizing van thermoplastisch
polymeer
Gebruikstemperatuur: Tussen -10 °C en +50 °C
SYSTEEMVEREISTEN
Polar UpLink Tool– Pc
– Microsoft Windows XP/Vista/7
– Geluidskaart
– Dynamische luidsprekers of koptelefoon
De Polar CS100 fi etscomputer maakt gebruik van onder meer de
volgende gepatenteerde technologieën:
• OwnZone®-evaluatie voor het bepalen van persoonlijke
dagelijkse hartslaglimieten
• OwnCode® gecodeerde overdracht
• WearLink®-technologie voor hartslagmeting
NEDERLANDS – 59
De waterdichtheid van de Polar producten is getest volgens de Internationale Standaard ISO 2281. De producten zijn onderverdeeld in drie
categorieën van waterdichtheid. Controleer op de achterzijde van uw Polar product de waterdichtheidcategorie en vergelijk deze met de
onderstaande tabel. Let op, de onderstaande defi nities hoeven niet noodzakelijk van toepassing te zijn op de waterdichtheid van andere
fabrikanten.
Markering op de bodemplaat
Water resistant
Water resistant 30m / 50m
Water resistant 100m
Waterspatten, zweet,regen etc.
X
X
X
Baden en zwemmen
X
X
Snorkelen (zonder zuurstoffl essen)
X
Duiken (met zuurstoffl essen)
Waterdichtkenmerken
Waterspatten, regen etc.
Minimaal voor baden en zwemmen
Voor frequent gebruik in het water, met uitzondering van DUIKEN
60 – NEDERLANDS
11. INTERNATIONALE GARANTIE
• Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant volgens de geldende nationale en Europese regelgeving, noch op de
rechten van de klant ten opzichte van de dealer ten gevolge van een verkoop-/aankoopovereenkomst.
• Polar Electro Inc. verleent deze beperkte internationale garantie aan klanten die dit product in de Verenigde Staten of Canada hebben aan-
geschaft. Polar Electro Oy verleent deze beperkte internationale garantie aan klanten die dit product in andere landen hebben aangeschaft.
• Polar Electro Oy/Polar Electro Inc. verleent de oorspronkelijke gebruiker of koper van dit product garantie tegen materiaal- en productie-
fouten gedurende twee (2) jaar na de aankoopdatum.
• De kassabon van de oorspronkelijke aanschaf is uw aankoopbewijs!• De garantie geldt niet voor de batterij, normale slijtage, schade ten gevolge van onjuist of oneigenlijk gebruik, ongevallen, het niet voldoen
aan de voorzorgsmaatregelen, onjuist onderhoud, commercieel gebruik, gebarsten of gebroken behuizingen of displays, de elastische band
en Polar-kleding.
• De garantie geldt niet voor schade, verlies, kosten of uitgaven die direct, indirect of incidenteel als gevolg van of als zodanig voortvloeien
uit of samenhangen met het product.
• Tweedehands gekochte artikelen zijn niet gedekt door de garantie van twee (2) jaar, tenzij door plaatselijke wetgeving anders is bepaald.
• Gedurende de garantieperiode zal het product worden gerepareerd of vervangen door een van de erkende Polar Service Centers, ongeacht
het land van aankoop.
Garantie ten aanzien van enig product zal beperkt zijn tot landen waarin het product oorspronkelijk op de markt is gebracht.
Dit product voldoet aan de richtlijnen 93/42/EEC, 1999/5/EC en 2011/65/EU.
De desbetreffende conformiteitsverklaring is beschikbaar op www.polar.com/support.
Het symbool van de doorgekruiste verrijdbare afvalcontainer geeft aan dat de Polar-producten elektronische apparaten zijn en onder
de richtlijn 2002/96/EC vallen van het Europese Parlement en de Raad van elektrische en elektronische afvalproducten (WEEE).
In de producten gebruikte batterijen en accu's vallen onder de richtlijn 2006/66/EC van het Europese Parlement en de Raad van 6
september 2006 inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s. Deze producten en de batterijen en accu's in
Polar-producten moeten dus afzonderlijk worden opgeruimd in de EU-landen.
Dit symbool geeft aan dat het product beveiligd is tegen elektrische schokken.
0537
NEDERLANDS – 61
12. AANSPRAKELIJKHEID
• De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant.• Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze handleiding of de hierin beschreven producten.• Op geen enkele wijze kan Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy aansprakelijk worden gesteld voor schade die direct of incidenteel, voortvloeit uit of samenhangt met het gebruik van dit materiaal of de producten die hierin worden beschreven.
Dit product is gepatenteerd door een van de volgende patenten:FI68734, DE3439238, GB2149514, HK812/1989, US4625733, FI88223, DE4215549, FR92.06120, GB2257523, HK113/1996, SG9591671-4, US5491474, FI88972, FR92.09150, GB2258587, HK306/1996, SG9592117-7, US5486818, FI96380, US5611346, EP665947, DE69414362, FI4150, DE20008882.3, US6477397, FR0006504, FI4069, DE29910633, GB2339833, US6272365, FI107776, US6327486, FI110915, US6537227, US6277080, FI111514, GB2326240, US6361502, US6418394, US6229454, EP836165, FI100924, WO96/20640, US6104947, US5719825, US5848027, EP1055158, US6714812, FI88972, FR92.09150, GB2258587, HK306/1996, SG9592117-7, US5486818. In afwachting van andere patenten.
Polar Electro Oy is een ISO 9001:2008 gecertifi ceerd bedrijf.Copyright © 2005–2013 Polar Electro Oy, FI-90440 KEMPELE, Finland.Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze gebruiksaanwijzing mag worden gebruikt of gereproduceerd in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Polar Electro Oy.De namen en logo's in deze gebruiksaanwijzing of op de verpakking van dit product zijn handelsmerken van Polar Electro Oy. De namenen logo's die in deze gebruiksaanwijzing of op de verpakking van dit product met het symbool ® zijn gemarkeerd, zijn gedeponeerdehandelsmerken van Polar Electro Oy. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation en Mac OS is een geregistreerd handelsmerk van Apple Inc.
Fabrikant:Polar Electro Oy, Professorintie 5, FI-90440 KEMPELE
Tel +358 8 5202 100, fax +358 8 5202 300www.polar.com
62 – NEDERLANDS
13. INDEX
12-/24-uursnotatie ............................................................ 9
AutoLap ............................................................................ 20
AutoStart ......................................................................... 16
Backlight.......................................................................... 21
Batterij vervangen.......................................................51-53
Bestand............................................................................ 23
Borstband ........................................................................ 15
Datuminstellingen.......................................................43-44
Eenheden instellen ........................................................... 48
Fietsinstellingen............................................................... 39
Geluid on/off .................................................................... 48
Hartslag ................................................................16-17
Hartslaglimieten .............................................................. 34
HFsit.................................................................................. 47
Instellingen ...................................................................... 31
Maximale registratietijd overschreden ............................ 20
Persoonlijke gegevens instellen........................................ 45
Reset de fi etscomputer..................................................... 56
Snelheidssensor ............................................................7, 13
Start met hartslagmeting................................................. 16
Stoppen ........................................................................... 21
Stopwatch ........................................................................ 18
Symbool voor bijna lege batterij ............................... 51
Target Zone Alarm ......................................................20
Timers .............................................................................. 33
Trainingsregistratie.......................................................... 16
Totaalwaarden ................................................................. 27
UpLink Tool....................................................................... 49
17945734.01 EMANUAL CS100 NLD