niet-patiënt afgeleide stalen in het klinisch ... zorgaanbod... · risico-analyse...
TRANSCRIPT
© 2014 Universitair Ziekenhuis Gent
Niet-patiënt afgeleide stalen in het
klinisch microbiologisch lab:
een niet-steriele discussie
Navormingsvergadering Klinische Biologie
23 april 2015
2 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Programma
Microbiologische analyses van de ziekenhuisomgeving:
van staalname tot interpretatie
Liesbeth De Cooman en Isabel Leroux-Roels, UZ Gent
“Schoon is niet schoon genoeg” – Microbiologische
monitoring van flexibele endoscopen
Julia Kovaleva – Universitair Ziekenhuis Antwerpen
© 2014 Universitair Ziekenhuis Gent
Microbiologische analyses van de
ziekenhuisomgeving: van staalname tot
interpretatie
Liesbeth De Cooman en Isabel Leroux-Roels
4 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Water
Lucht
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
5 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Water
Lucht
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
Micro-organisme
Patiënt
Omgeving
Antibiotica
Het ziekenhuis als risico-omgeving
voor het oplopen van een zorginfectie
±30% van de
gehospitaliseerde
patiënten krijgt ATB
MRSA, MRGN (bv. CPE), Clostridium difficile,
…
MRSA: methicilline resistente Staphylococcus aureus
CPE: carbapenemase producerende Enterobacteriaceae
MRGN: multiresistente gramnegatieve bacteriën
Transmissie van micro-organismen
in het ziekenhuis Endogene en exogene bronnen
ENDOGEEN
(eigen, vaak commensale microflora)
Direct contact
met zorgverstrekkers
(handen)
Zorgmaterialen, bloed/IV producten, …
(bv. endoscopen) Druppels en aërogeen
Ziekenhuisomgeving
- Lucht (Aspergillus spp.)
- Water (Legionella)
- Oppervlakken, linnen, voeding …
8 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Aanwezigheid van micro-organismen in
de directe patiëntenomgeving
Contaminatie van de vloer en de plaatsen met frequent
handcontact (‘high touch surfaces’)
Bv. MRSA: minimal infectious dose (MID): 4 CFU, kan
maandenlang in de omgeving overleven
Vloer
Bedlinnen
Pyjama van patiënt
Nachttafeltje
Bloeddrukmeter (manchet)
Bedsponden
Deurklink badkamer
Volumetrische pomp
Deurklink kamer
Boyce et al. Infect Control & Hospital Epidemiology, 1997
9 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overleven van micro-organismen in de
ziekenhuisomgeving
Virussen: enkele uren tot 2 weken
Schimmels: enkele dagen tot 2 weken
Bacteriën:
C. difficile: maanden (sporen)
Gramnegatieve bacteriën (Enterobacteriaceae): enkele
uren tot dagen, soms maanden (bv. A. baumannii,
Klebsiella pneumoniae)
Gram+ bacteriën (bv. stafylokokken, enterokokken):
meerdere weken tot maanden
A. Kramer et al. How long do nosocomial pathogens persist on inanimate surfaces?
A systematic review: BMC Infect. Dis. 2006; 6: 130
Centrale pijlers van infectiepreventie en –
beheersing
Identificatie van dragers
Screening (bv. MRSA, CPE)
Isolatie
Eliminatie van reservoirs Omgeving: lucht, water, reiniging en
desinfectie (R&D) oppervlakken
Zorgmaterialen: R&D, sterilisatie
Dekolonisatie van patiënten (bv.
wassen met chloorhexidine)
Reductie van
antibioticumverbruik
Educatie
Restrictie
Stop transmissie Standaard voorzorgen en
handhygiëne
Antibioticabeleidsgroep
Horizontale aanpak
Vertic
ale
aan
pak
Surveillance & audit
11 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Microbiologische surveillance van de
omgeving: wanneer?
Bacteriologische controles van de omgeving hebben een beperkte
toepassing. Elk ziekenhuis moet zelf bepalen wanneer dit nodig is.
De ziekenhuisomgeving moet zuiver zijn. Er moeten procedures zijn
voor reiniging (en desinfectie)
voor toezicht en bewaking (structuur-/procesindicator)
‘Andere indicatoren zijn vermoedelijk performanter en hebben
een betere kosten-effectiviteit dan bacteriologische controles’
HGR 8364, 2010
12 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
De ziekenhuisomgeving moet zuiver zijn…
http://zembla.vara.nl/seizoenen/2009/afleveringen/19-04-
2009
13 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Struikelblokken van omgevingskweken
(1/2)
Stalen: waar? wanneer? frequentie?
Niet steeds causaal verband tussen aanwezigheid van een
micro-organisme in de omgeving en een infectie
Voor meeste micro-organismen is er geen drempelwaarde
(MID) bekend
Resultaten zijn multifactorieel en moeilijk interpreteerbaar,
normen zijn schaars
Enkel controle van bacteriën en schimmels, virussen
moeilijker
14 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Struikelblokken van omgevingskweken
(2/2)
Weinig gestandaardiseerde technieken van afname en
kweek, lage reproduceerbaarheid (bv. loskomen biofilm)
Staalname en kweken zijn arbeidsintensief en duur
Labo’s klinische biologie zijn niet erkend noch
geaccrediteerd
Geen specifieke financiering/terugbetaling
15 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Rol van omgevingskweken
Ze vormen een onderdeel van een globaal kwaliteitsplan
Ze laten een beoordeling toe van de algemene hygiënische
toestand
Ze kunnen een bijdrage leveren in het detecteren of
oplossen van problemen
Ze hebben een duidelijk pedagogisch effect en kunnen
bijdragen tot sensibilisatie
16 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Niet bij elk (vermoeden van) een outbreak!
Wél als onderdeel van een epidemiologisch veldonderzoek 1. Confirmeer dat het om een epidemie gaat
2. Verifieer de diagnose
3. Stel een ‘case definition’ op. Tel het aantal gevallen (‘cases’) en het aantal
blootstellingen, en zet deze in een lijst.
4. Orden de gegevens volgens tijd, plaats en personen (‘epidemische curve’)
5. Neem zo nodig onmiddellijke controlemaatregelen
6. Formuleer hypotheses
7. Test de hypotheses m.b.v. epidemiologisch onderzoek (bv. case controle studie)
8. Neem kweken van patiënten, personeel en omgeving voor identificatie (en
typering) in functie van de epidemiologische data
9. Implementeer en evalueer controlemaatregelen en preventieve maatregelen
10. Initieer surveillance
11. Communiceer de bevindingen en bereid een geschreven rapport voor
William Jarvis. Uit Mayhall: Hospital Epidemiology and Infection Control
17 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Voorbeeld: KPC-2 outbreak in Leipzig
2010-2013: 103 ptn KPC-2+
op SICU (41% mortaliteit)
Ondanks pakket maatregelen
(screening, isolatie,
handhygiëne, desinfectie,
ATB beleid), indicaties voor
persisterende bron
Omgevingsonderzoek:
> 1000 stalenomgeving en
personeel negatief
Uiteindelijke point source…
Vervangen van hoezen.
Stoomsterilisatie van matrassen en kussens Lippmann et al. Lancet 2014; 14: 271-2
18 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Water
Lucht
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
19 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Wetgeving: hoogrisicoafdelingen
KB 23/10/1964: bepaling van normen die door ziekenhuizen en
hun diensten nageleefd moeten worden:
“De graad van asepsie van de bevallingsafdeling moet
minstens elke 3 maanden met de daartoe geëigende
bacteriologische onderzoeken worden gecontroleerd”
KB 15/12/1978: bijzondere normen voor universitaire
ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten:
“De graad van asepsie van het operatiekwartier moet
minstens elke 3 maanden met de daartoe geëigende
bacteriologische onderzoeken worden gecontroleerd”
20 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Wetgeving: keuken
KB 07/02/1997 inzake algemene voedingsmiddelenhygiëne
(HACCP): Gids voor goede hygiënepraktijken bij de
voedselvoorziening in grootkeukens en
verzorgingsinstellingen (22/01/2008):
“Wanneer een keuken gepoetst is, mogen er geen
ziekteverwekkende micro-organismen meer aanwezig
zijn op de werkvlakken. De frequentie waarmee deze
hygiënetests worden uitgevoerd, moet worden
vastgelegd. Een aanbevolen minimum is 4 keer per jaar.”
21 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Wetgeving: wateranalyses
Vlaams, Waals en Brussels decreet inzake kwaliteit en
levering van water bestemd voor menselijke consumptie
(2002)
Vlaams decreet betreffende de preventie van
veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen (2007)
Nationale aanbevelingen van de HGR aangaande de
Preventie van Legionella-infecties (2002)
22 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Wetgeving: Legionellapreventie
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
preventie van veteranenziekte op publiekelijk
toegankelijke plaatsen (9 febr. 2007)
Staalname op plaatsen met frequentie aangegeven door het
beheersplan
Volgens erkende methode en door erkend labo
23 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Algemene richtlijnen
+ specifieke richtlijnen en normen volgens thema (zie verder)
• Indicaties tot staalname
• Methodologie
• Normen
24 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Lucht
Water
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
25 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Hoe? Van indicatiestelling tot staalname
en interpretatie
Op basis van wettelijk kader en risico-analyse
Globaal plan voor elk ziekenhuis, o.v.v. procedures en
beheersplannen
Indicatie
- Welke stalen?
- Aantal?
- Frequentie?
Staalname en
- verwerking
Water, lucht
en oppervlakken
Wat bij
afwijkende
resultaten?
26 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Lucht
Water
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
27 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1. Lucht
Belang van de luchtkwaliteit:
Natuurlijke en kunstmatige ventilatiesystemen
Aantal kiemen in lucht, bv
Streptococcus pyogenes
Staphylococcus aureus
Schimmelsporen (Aspergillus spp.)
Stofproductie bij (ver)bouwen: risico op (pulmonaire)
schimmelinfecties, vnl. bij immuungecompromitteerden
Ulrich et al. 2004; CTIN 2002; CDC
1999 en 2000; WIP 2005; Bartley 2000
28 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Meeste aanbevelingen restrictief over routinematige
luchtsampling
Beter voorkomen dan genezen
Preventief onderhoud luchtbehandelingssystemen
Registratie drukverschillen/ luchtstroompatronen
Risico-analyse (multi-disciplinair)
Bewaken bouwwerken
Surveillance invasieve aspergillose infecties bij
immuungecompromittereerden
Belang risico-analyse plaats + frequentie staalname
CDC-HICPAC 2003; CDC 2004 en 1999;
Bartley 2000; CTIN 2002, WIP 2005
29 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.1. Indicaties
Geen routinematige staalnames
Wel:
Bronopsporing bij epidemie
Ingangscontrole na installatie ventilatie
Discussie omtrent opsporen van schimmels tijdens (ver)bouwen?
Neen: Momentopname, te variabel
Ja: na risico-analyse (plaats/frequentie) i.k.v. algemeen
kwaliteitsbeleid
Methode:
D.m.v. partikelteller
D.m.v. microbiologische air sampler
D.m.v. settle plates
CDC 2003; CTIN 2002, WIP 2005
30 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden en interpretatie (1/8)
A. PARTIKELTELLER
Meettoestel dat partikels ≥ 0,5 µm en ≥ 5 µm meet
(deeltjesteller met 2 kanalen)
Bv. aan hoofdeinde operatietafel op 1m hoogte +
instrumenttafel
Interpretatie, bv:
ISO 14644-1 Max. conc. Partikels
≥ 0,5 µm/m3
Max. conc. Partikels
≥ 5,0 µm/m3
ISO 5 (bv. Zone tafel) 3.520 29
ISO 7 (bv. Perifeer) 352.000 2.930
31 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden (2/8)
32 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden (3/8)
PARTIKELTELLING
Voordelen Nadelen
Goed om doeltreffendheid van
ventilatiesysteem of afscherming bij
(ver)bouwing te beoordelen
Geen goede correlatie aantal partikels
met aantal kiemen
Microbiologische analyse van de lucht
Snel Zeer gevoelige toestellen (laser)
Zuiverheidsklasse met duidelijke normen Netspanning (vaak slecht onderhoud
herlaadbare batterij)
Makkelijke detectie technische
problemen (bv lek in filter)
Inherente schommeling meetresultaten
min. 3x elk meetpunt
Continue monitoring mogelijk (bv. clean
rooms)
Duur in aankoop en jaarlijkse kalibratie
Eenvoudige bediening
CTIN 2002; Pittet 2001; Pasquarella 2008
33 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden (4/8)
B. AIR SAMPLER
Hoogvolume airsampling
Capaciteit 1m3 100L/min, impactsnelheid agar <20m/sec
Goed onderhoud, ontsmetting, regelmatige kalibratie nodig
Keuze toestel op basis van handelbaarheid/gewicht/grootte
Indien mogelijk met optie bedienen toestel in afwezigheid van
personeel (afstandsbediening)
Labo:
TSA 48 uur incuberen op 30°C + telling
Sabouraud 7 dagen incuberen op 25°C
WIP 2005, Schuermans 2008, CDC-
HICPAC 2003; CTIN 2002, HIS 2001
34 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden (5/8)
Meting
3 metingen op elke plaats (~schommelingen
luchtsamenstelling)
Noteer:
Deuren/ramen open/gesloten
Aantal aanwezigen
Activiteit in ruimte
Gebruik evt. correctietabellen (richtlijnen fabrikant)
Norm NF S 90-351; WIP
2005; CTIN 2002, HIS 2001
35 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
RUST ACTIVITEIT1,2
Type
OPK
Niet gespecificeerd of
conventioneel geventileerde
ruimte
Ultraclean
Plaats 3x gespreid op OK tafel1
of
3x op 1m van afzuigrooster1
(0,5m hoogte1 of onbepaald2);
Min 2 metingen2
Nabij wondgebied m.b.v
steriele antistatische
slang gekoppeld aan
meetapparatuur
T.h.v instrumenttafel
T.h.v afzuigrooster
Volume Min 300 L1
Min 1000 L2
Min 2000 L2
Opm: pre-geïncubeerde
platen
Min 300 L
Moment Niemand aanwezig
Voldoende lang wachten eer
start meting2
Volledig in rust
Start incisie
Halverwege OK
Sluiten wonde
1.2. Methoden (6/8)
1. WIP 2005; 2. HIS 2001
36 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden en interpretatie (7/8)
Bacteriologische normen bij luchtanalyse (CFU/m2):
Sedimentatiegraad: 350 CFU/m2 = contaminatiegraad 10 CFU/m3 (WIP 2005)
Type zaal/ zone WIP
CFU/m3
HIS
CFU/m3
CTIN
CFU/m3
SWKI 99-3
CFU/m3
CDC
CFU/m3
Klasse 1 OK – ultraclean < 10 <1 tot <10 < 5
(verdringend
systeem)
< 10 35-70
Klasse 2 OK – niet erg
infectiegevoelige ingreep
< 200 <35 tot <185
(activiteit)
< 20 (mengend
systeem)
50-200 50-200
Klasse 3 – behandelkamer < 500 - - - -
Isolatiekamer + LAF - - 0 (Aspergillus) - -
Sterilisatie eenheid - - < 200 activiteit - -
37 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
1.2. Methoden (8/8)
C. SETTLE PLATES
Principe: sedimenterende kiemdragende partikels
Contaminatiegraad in CFU/m2
Labo: TSA 48 uur incuberen op 30°C
Voordelen Nadelen
Goedkoop Minder gevoelig
Gemakkelijk Moeilijker reproduceerbaar
Idee van risico op besmetting van
oppervlaken
Niet bruikbaar om schimmels op te
sporen
Minder invloed op leefbaarheid MO Hoe lang open staan? CFU/m2/u?
Vnl epidemiologisch of didactisch Minder gebruikt in de praktijk
WIP 2005; Pasquarella et al. 2008, HGR 8364
38 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Lucht
Water
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
39 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2. Water
Overdrachtwegen
Direct contact, bv. hydrotherapie
Indirect contact, bv. besmet medisch materiaal
Ingestie, bv. ijsblokjes
Inhalatie van aërosol, bv. Legionella pneumophila
Aspiratie
40 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Micro-organismen:
Gramnegatieven (in bijzonder non-fermenters, bv. P. aeruginosa)
Atypische mycobacteriën (leidingwater voor reinigen/ontsmetten/spoelen van medisch materiaal)
Cryptosporidium spp. (immuungecompromitteerden)
Risicopatiënten
Neutropenie
IZ
Brandwonden
Hydrotherapie
Mucoviscidose
Dialyse
Transplantatie
41 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.1. Indeling volgens behandeling/gebruik
Onbehandeld water: geen bacteriologische analyse door instelling noodzakelijk (leidingwatercontrole door leverancier)
versus behandeld water, m.n. verwarmd, opgeslagen, gefilterd, verzacht, ontsmet…
Water voor consumptie: K.B. 14/01/2002, procedure toezicht waterkwaliteit (nota FAVV 16/02/2007) en Besluit van de Vlaamse Regering inzake kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie (13/02/2002, wijziging 12/01/2007)
Versus water voor andere toepassingen
Waterverdelingssystemen: groei van micro-organismen oor oneigenlijk gebruik/onderhoud,
bv.douches, kranen, ijsmachine, therapiebad, dialysetoestel, endoscopendesinfector
42 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.2. Beheersplan
Plan van het verdelingsnetwerk
Kennis van voedingsbronnen (bv. dode zones)
Identificatie kritische punten
Toezicht- en onderhoudsplan
Bemonsteringsplan
Mogelijke preventieve en curatieve maatregelen
Noodscenario bij technische problemen
Maatregelen bij problemen en heringebruikname moeten
beschreven staan
43 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.3. Indicaties en staalname (1/3)
Geen studies die het nut van microbiologische monitoring
kunnen aantonen buiten epidemische context
Soms nuttig om bronnen of reservoirs van bepaalde micro-
organismen te identificeren om onmiddellijk maatregelen tot
ontsmetting of verwijdering te nemen, bv.
Isolatie van weinig/niet-pathogene MO in klinische stalen (bv.
pseudo-epidemie met NTM)
Verhoogd aantal kolonisaties/infecties van water-gerelateerde
MO zoals non-fermenters (epidemie)
Infecties door gebruik van toestel/medische techniek die met
water werkt
HGR 8364, 2010
44 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
45 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.3. Indicaties en staalname (2/3)
46 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.3. Indicaties en staalname (3/3)
47 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.4. Techniek van staalname
Afname op koud of gemengd water
Na steriel afvlammen kraan (indien mogelijk)
Eerst 1-2 min laten lopen (warm + koud)
Straalbeker evt. wegnemen (beoordeling kwaliteit intern
waterleidingennet) of vooraf reinigen indien zwaar bevuild
Gechloreerd water: neutralisatie m.b.v. min. 0,5 mg Na-
thiosulfaat/100mL
Min 200 mL water in steriel waterflesje (en evt Na-thiosulfaat)
Snel naar labo of bewaren tussen 2-8°C
HGR 8364, 2010
48 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.5. Kweek en rapportering
Enten:
0.1 en 1 ml op agar (indien sterke contaminatie, > 10 CFU/ml)
Membraanfiltratie van min. 100 ml waterige oplossing (indien lage contaminatie vermoed wordt)
Incubatie
Op niet-voedingsrijk medium (bv. wel diluted peptone en R2A)
Ideaal: 7 dagen op 22°C (omgevingskiemen) en 48u op 37°C (pathogenen)
Pragmatisch: 48u op TSA op 37°C
Rapportering:
Telling van aëroben op 22°C (omgevingskiemen) na 7d en 37°C (pathogenen) na 48u incuberen.
Telling totaal aantal coliformen
Pseudomonas aeruginosa: normen K.B. 14/01/2002
Epidemie: opsporing van specifiek/pathogeen MO
HGR 8364, 2010; HICPAC, 2003
49 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Leidingwater/drinkwater (< leverancier)
Flessen/containerwater
Norm # CFU
E. coli 0/100 mL
Enterokokken 0/100 mL
Pathogene MO en parasieten Federaal + Wallonië: afwezig
Brussel + Vlaanderen: niet vermeld
2.6 Interpretatie
Normen voor water voor menselijke
consumptie (K.B. 01/01/2002)
Norm # CFU
E. coli 0/ 250 mL
Enterokokken 0/ 250 mL
Pseudomonas aeruginosa 0/ 250 mL
Totaal kiemgetal bij 22°C 100/ mL
Totaal kiemgetal bij 37°C 20/ mL
Pathogene MO en parasieten Afwezig
50 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Normen voor water voor zwembaden en
therapiebaden (K.B. 14/01/2002) Zwembadwater: maandelijkse controle door de onderhoudsfirma
Bubbelbaden en hydrotherapiebaden: maandelijkse bacteriologische controles
Hoog risico van aërosolvorming: HGR-advies 7509, 2002: “Aanbevelingen ter voorkoming van Legionella infecties in verzorgingsinstellingen” en Legionella-decreet Vlaamse Gemeenschap”
Zwembad Voetbad
Aëroben, 1 mL bij 37°C 100/mL 1000/mL
Pseudomonas aeruginosa 0/100mL 10/50 mL
Fecale streptokokken 0/100mL 10/50 mL
Coagulase positieve stafylokokken 0/100mL 10/50 mL
51 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.7. Legionella
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie
van veteranenziekte op publiekelijk toegankelijke plaatsen (9
febr. 2007)
Staalname op plaatsen en
Met frequentie aangegeven door het beheersplan
Identificatie van bron bij geïsoleerd nosocomiaal geval of cluster
Ter evaluatie van efficiënte sanering
Volgens de WAC methode, erkend door VITO
WAC: Compendium voor de monsterneming, meting en analyse
van water (MB, zie http://emis.vito.be/lne-erkenningen-water)
VITO voert audits uit en erkent labo’s (zie website www.lne.be)
Labo klinische biologie UZA en Jessa ziekenhuis Hasselt
52 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Legionella kweek(1/2)
Concentratie d.m.v filtratie (polycarbonaat filter 0,2 µL)
Resuspenderen of filter op agar
Behandeld (na aanzuring of na opwarmen tot 50°C) en onbehandeld enten op niet-selectieve (BCYE) en selectieve agar (GVPC)
Controle groei op bloedagar
Incubatie: 5d
Serotype bepalen met agglutinatie (serotype 1, 2-14, niet-typeerbaar)
Kwaliteitscontrole
Intern: controlestam
KIWA
Bron: WAC
53 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Legionella kweek (2/2)
Wettelijke drempelwaarden
Niveau van waakzaamheid: >30% stalen >1000 CFU/L
Verhoogde waakzaamheid: >30% stalen >10.000 CFU/L
Maatregelen nemen en frequentie staalname verhogen
maatregelen: o.a. heatshock en flushen, wegwerken van dode
punten
Melding gezondheidsinspectie indien
3x niveau verhoogde waakzaamheid
3x >10.000 CFU/L op zelfde punt
>30% stalen >100.000 CFU/L
Vlaams Decreet, 2007
54 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
2.8. Dialysewater
Europese Farmacopee
Specifieke microbiologische testen (HICPAC 2003)
Water en dialysaat: min 1x/mnd en bij outbreaks
Standaard kwantitatieve methoden
Membraan filter techniek (100 mL) of 0,1 mL direct op agar
Methode om heterotrofe, mesofiele bacteriën (bv Pseudomonas
sp.) te detecteren
Gebruik geen voedingsrijk medium (bv. wel diluted peptone en
R2A), telling na 7 dagen op 20-22°C
Endotoxine op water voor reprocessing
55 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Interpretatie
Microbiologische zuiverheid van dialysewater
Regular (RO) of
pure water
Ultrapure water Steriel
CFU/mL < 100 < 0,1 < 0,1 x 10-5
Endotoxines
IU/mL
< 0,25 < 0,03 < 0,03
Frequentie 1x/maand of bij
outbreak
1x/maand of bij
outbreak
Nephrol. Dialysis Transplant 2002, European
Pharmacopoeia recommendation
56 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Endotoxines
Endotoxines = belangrijke component van de buitenste
celwand van gram negatieve bacteriën.
Endotoxines in dialysaat
activatie monocyten
pro-inflammatoire cytokines
acute en chronische problemen, micro-
inflammatie
57 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Endotoxines: LAL test
Limulus amoebocyt (krab) lysaat vormt een bloedklonter wanneer de krab in contact
komt met endotoxines
Detecteert pyrogenen en meet endotoxine gehalte
Staalname voor schoonmaak/desinfectie
Staalname van distaal segment in de ‘loop’
Water eerst min 60 sec laten lopen
Kranen niet eerst desinfecteren
Neem volume af zoals aangegeven door leverancier van de kit
Noteer locatie staalname, datum, tijd, naam onderzoeker…
Voer de LAL test uit
Gel-clot
Turbidimetrisch
Chromogeen
Staalvoorbehandeling kan noodzakelijk zijn om inhibitie te voorkomen (kan door bv
heparine, EDTA, …). Normaal niet noodzakelijk indien het staal louter water betreft.
LOD aangegeven door fabrikant (bv 0,25 EU)
58 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Water
Lucht
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
59 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3. Oppervlakken
HGR8364:
Nosocomiale pathogenen aanwezig in de omgeving van
patiënt die drager is (bv VRE, C. difficile, …), vnl.
high touch oppervlakken en medisch zorgmateriaal
Relatie tussen besmetting omgeving en noscomiale infecties
is aangetoond voor MRSA, VRE, C. difficile
Causaal verband: moleculaire typering
60 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
High touch
oppervlakken
61 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.1. Indicaties en frequentie staalname
Routinecontroles?
Geen wetenschappelijke evidentie
Oppervlakken moeten steeds macroscopisch zuiver zijn
Routinematig (min elke 3 maand):
Operatiekwartier (K.B.), verloskwartier (K.B), (Melk)keuken (HACCP)
Evt. high risk afdelingen: Intensieve Zorgen, hematologie, spoed
Gerichte oppervlakkencontroles
I.k.v. epidemie / bronopsporing belang aan/afwezigheid itt. aantallen (site-specifiek, evt. na aanrijking)
Gericht i.fv. mogelijke bron en kiem
Causaal verband? typering
Pedagogisch effect!
HGR 8364, 2010; Isenberg, 2004; KB 23/10/1964, KB 15/12/1978
62 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.2. Techniek van staalname (1/3)
Grote oppervlakken: RODAC plaatjes of agar slides
Belang reproduceerbaarheid:
Contactduur (10-tal sec, niet draaien/bewegen)
Uitgeoefende druk
Fabrikant: 15-30sec met gewichtje om druk te standaardiseren
Kleinere/moeilijk toegankelijke oppervlakken (groeven):
Wisser bevochtigd met steriel water / Amies medium
Grootte oppervlak bepalen (liefst 10 cm2)
In parallelle strepen wrijven over oppervlak in een draaiende beweging. Handeling loodrecht op 1e herhalen.
Kleine onregelmatige oppervlakken: grootte bepalen, wisser in een neutraliserende oplossing brengen en 0,1 mL enten.
- Katoen, kunstzijde, microfoam
- ‘Tipped’ of ‘flocked’ S. Galvin et al. J. of Hosp Inf., 2012
63 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Grote oppervlakken: RODAC plaatjes of agar slides
Belang reproduceerbaarheid:
Contactduur (10-tal sec, niet draaien/bewegen)
Uitgeoefende druk
Fabrikant: 15-30sec met gewichtje om druk te standaardiseren
Kleinere/moeilijk toegankelijke oppervlakken (groeven):
Wisser bevochtigd met steriel water / Amies medium
Grootte oppervlak bepalen (liefst 10 cm2)
In parallelle strepen wrijven over oppervlak in een draaiende beweging. Handeling loodrecht op 1e herhalen.
Kleine onregelmatige oppervlakken: grootte bepalen, wisser in een neutraliserende oplossing brengen en 0,1 mL enten.
Flocked nylon swabs: hogere recovery dan katoen
3.2. Techniek van staalname (1/3)
64 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Bodems
Afhankelijk van gezocht micro-organisme (bv MRSA, Aspergillus…)
Liefst met stof die ontsmettingsmiddel neutraliseert, bv
Tween 80
Lecithine,
Natriumthiosulfaat
L-histidine
D/E neutralizing agent (in Rodac plaatjes)
Cave: mogelijk toxisch voor micro-organisme zelf
Vb:
TSA + Tween + Lecithine
Letheen agar
3.2. Techniek van staalname (2/3)
65 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.2. Techniek van staalname (3/3)
Enkele swab-methodes
Swab-Rinse (Manheimer-Ybanez): gebruik van vooraf nat gemaakte swab.
Koller: hoeveelheid vloeistof op oppervlak, swabben, vloeistof uitplaten.
Moistured swab-Rinse-Dry swab methode (Hedin et al. 2010) goede resultaten
RODAC
Goed voor gladde, stevige, niet-poreuze oppervlakken
Minder goed voor zwaar gecontamineerde oppervlakken. Als contaminatiegraad ≥100 CFU/21-25 cm2
Mogelijke verspreiding van MO
Mogelijke onderschatting contaminatie oppervlak (samenklitten bacteriën aan oppervlak)
Belang gestandaardiseerd werken (contacttijd, uitgeoefende druk…)!
Contact platen (ook dip slides) beter om gram positieven op te sporen t.o.v. swabs
S. Galvin et al. J. of Hosp Inf., 2012
66 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.4. Kweek (1/3)
48u incubatie
30°C (omgevingskiemen) en 37°C (meeste klinische
stammen) en 44°C (Acinetobacter)
OF
24 u incubatie bij 37°C
Nadien 24-48u bij omgevingstemperatuur
Semi-kwantitatief:
RODAC: # CFU (is 16 cm2 groot)
Petriplaat: # CFU reduceren tot # op 16 cm2
HGR 8364, 2010
67 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.4. Kweek (2/3)
Isenberg (2004)
Geen algemene regel
Criteria vastleggen voor elk type staal bepaald door
multidisciplinair team voorafgaandelijk aan staalname en dit per
situatie
Vb. Arbitrair gekozen – afhankelijk van situatie
#CFU/16 cm2 Goed Middelmatig Slecht
Normaal
oppervlak
5 15 > 15
Lavabo’s 15 25 > 25
Vloer 25 50 > 50
68 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.4. Kweek (3/3)
5 hygiëneklassen (keuken)
HACCP normering, Noso-info 2008
Aantal CFU/ 25
cm2
Hygiëneklasse Beoordeling
0 0-3 Zeer goed
1 3-9 Goed
2 10-29 Voldoende
3 30-90 Onvoldoende
4 >90 Slecht
69 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Oppervlakken
Methoden / normen
Methode van staalname en bacteriologische analyse ifv
verwachte micro-organismen
Goede en reproduceerbare methode noodzakelijk
Welke? Geen algemeen aanvaarde procedure
Eigen (maximaal gevalideerde) procedure
Interpretatie?
Bv. 2,5 – 5 CFU/cm2 aanvaard als indicator van goede
hygiëne van ‘high touch surfaces’
Galvin et al., J. Hosp Infection, 2012
70 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Oppervlakken: cave!
Moment staalname belangrijke invloed op resultaat!
Bv. voor/na poetsen
Activiteit, aantal aanwezigen
Frequentie?
Als onderdeel beoordeling hygiëne
Waar?
Niet steeds dezelfde plek: Poetsend personeel kent na verloop
van tijd de steeds geteste oppervlakken!
71 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.5. ATP (1/2)
Adenosine Trifosfaat Bioluminescentie
Detectie van organisch debris (ook niet-levend)
Niet specifiek voor de aanwezigheid van bacteriën
Wel een maat voor cel contaminatie
Snel
Problemen:
Lage sensitiviteit/specificiteit
Geen gevalideerde cut-off
Meestal reeds lage bioburden op de oppervlakken moeilijk
om ATP swabs te gebruiken
71
72 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Verontreinging oppervlak ~ hoeveelheid ATP (aanwezig in cellen)
Oppervlak afstrijken met steriel wattenstaafje
In buis met ATP-vrij water, luciferine en luciferase
Licht meten met ATP-meter
Resultaat <500 RLU aanvaardbaar
>500 RLU onaanvaardbaar
In vergelijking met kweek: Sensitiviteit: 78%
Specificiteit: 38%
luciferase
ATP + O2 + luciferine ADP + oxyluciferine + licht
Davidson CA et al., 1999; Malik et al., 2003; Luick et al., 2013
3.5. ATP (2/2)
73 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
3.6. PCR?
Voordelen
Korte TAT
Indien real-time kwantificatie
Nadelen
Epidemiologische vergelijkingen niet mogelijk zonder eveneens staalname te doen
Kost
Soms problemen met specificiteit
Detectie van kleine aantallen in een gemengde bacteriële populatie noodzakelijk – sensitiviteit?
Veranderingen en variatie op genetisch niveau limiteren het gebruik van PCR
74 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Overzicht
Het ziekenhuis als risico-omgeving
Microbiologische surveillance van de omgeving*
Wanneer? Wetgeving en (inter)nationale richtlijnen
Hoe? Van staalname tot interpretatie
Lucht
Water
Oppervlakken
Wie? Lab klinische biologie vs lab voor
omgevingsonderzoek?
* Worden niet besproken: cleanrooms, toepassingen uit de Farmacopee
(IVF labo’s, weefselbanken)
75 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Situatie UZ Gent (1/2)
Wat doen we zelf?
Therapiebad revalidatie
Endoscopie
Luchtkweken hematologie (SCT) en bij bouwwerken
I.g.v. problemen/outbreaks
Wat wordt uitbesteed aan externe laboratoria?
HACCP (keuken en melkkeuken)
Drinkwater, incl. reservoirs, RO water + legionella
Nierdialyse (water + endotoxines)
Luchtkweken OK (partikelmetingen intern)
Therapiebaden (gedeeltelijk)
Wat doen we niet? Oppervlaktekweken op kritische
plaatsen/schoonmaakcontrole
76 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Situatie UZ Gent (2/2)
Kostprijs van uitbesteding aan externe laboratoria
50-65 euro per kweek (water/oppervlakken), incl. staalname
Totaal aantal kweken: inventarisatie bezig i.k.v. voorbereiding
van een business case besparen indien we het zelf
uitvoeren?
77 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Kosten-effectief om zelf
omgevingskweken uit te voeren? (1/2)
Bv. Labo Klinische Biologie Jessa ziekenhuis (988 bedden)
voert zelf bijna alle omgevingskweken uit, zijnde Cleanroom: opp + lucht
Klinisch laboratorium: opp + water
Nierdialyse: water + endotoxines
Drinkwater, incl. Legionella
Grootkeuken
Kritische diensten (OK, hemato, IZ): lucht + opp
Endoscopie, vlg advies HGR
Oppervlakken in ziekenhuis: schoonmaakcontrole
0,2 FTE MLT (1 dag/week)
Staalname door VPK (afdeling) of VPK-ZHH
Interne verrekening: variabel per type staal
78 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Kosten-effectief om zelf
omgevingskweken uit te voeren? (2/2)
Bv. Labo Ziekenhuishygiëne UZ Leuven (1995 bedden) voert
zelf bijna alle omgevingskweken uit (uitz. Legionella)
± 12000 stalen per jaar
2700 waterstalen
3500 Rodacplaatjes
4000 cleanrooms
Rest: lucht, koelfonteinen, probleemmeldingen
1,3 MLT (die deel uitmaken van het team ZHH)
Staalname door dezelfde MLT
Interne verrekening: ZHH valt onder directie
79 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Enkele beschouwingen… (1/2)
Allerbelangrijkste is om als Team/Comité ZHH het overzicht te
bewaren van staalnames en –resultaten
De methodiek in eigen handen hebben helpt om expertise en
ervaring op te bouwen
Je kan zelf veel gemakkelijker/sneller bijkomende staalnames
en analyses uit te voeren (antibiogram, typering, …)
Staalnames door eigen personeel belangrijke bron van
informatie
80 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Enkele beschouwingen… (2/2)
Sommige analyses zullen steeds uitbesteed worden (bv.
Staalnames bij patiënten thuis ikv HHD, chemische
wateranalyses)
Kosten-baten verhouding:
Verschillend voor elk ziekenhuis
Extra personeel (MLT) nodig?
Interne verrekening: aan technische dienst, ZHH (directie)?
Inspanning voor accreditatie (VITO/legionella) en om te voldoen
aan alle normen (ISO/NEN) en richtlijnen
81 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Conclusie
Wanneer? Microbiologisch onderzoek van de omgeving
heeft enkel zin als onderdeel van een groter geheel:
Globaal beheersplan gebaseerd op wetgeving en risico-analyse
Procedures voor reiniging/desinfectie, voor toezicht en
bewaking
Hoe?
Goede indicatiestelling
Staalname en kweek zo gestandaardiseerd mogelijk
Rapportering/interpretatie: beschikbare normen
Wie?
Klinisch microbiologisch lab én externe laboratoria
82 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Bijzondere dank aan…
Prof. Dr. Annette Schuermans en Katja Beesemans,
UZ Leuven
Dr. Koen Magerman, Jessa Ziekenhuis, Hasselt
Dr. Kristien Van Vaerenbergh, OLV Aalst
Dr. Jerina Boelens, UZ Gent
Apr. Biol. Liselotte Coorevits, UZ Gent
Pascal De Waegemaeker, Team ZHH UZ Gent
Ir. Lieven Deblaere, UZ Gent
83 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
I found nothing
and that is
good news!
84 © 2010 Universitair Ziekenhuis Gent
Voor- en nadelen van microbiologische
controles van de omgeving
Voordelen Nadelen
Onderdeel van globaal kwaliteitsplan
Causaal verband aanwezigheid kiem op bepaalde
plaats en optreden van infectie: niet altijd duidelijk,
dure typeringstechnieken kunnen hiervoor nodig
zijn.
Beoordeling algemene hygiënische toestand
Meeste kiemen: geen drempelwaarden (minimaal
infectieuze dosis) waarboven risico op infectie
Kan problemen detecteren / oplossen Technieken zijn weinig gestandaardiseerd
Pedagogisch effect / sensibilisatie
Afname en verwerking van omgevingsstalen is
arbeidsintensief – kostprijs
geen financiering voor uitvoering
toezichtsanalyses en interpretatie