werkboek inkoop (2)

34
INKOOPMANAGEMENT WERKBOEK

Upload: mohammed

Post on 23-Jul-2016

224 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Werkboek inkoop (2)

INKOOPMANAGEMENTWERKBOEK

Page 2: Werkboek inkoop (2)

2

Begrijpen hoe je leertMet dit artikel leg ik de link tussen neurowetenschap, cognitieve wetenschap en mijn dagelijkste praktijk als docent waarin ik mijn studenten wil helpen om te leren en hun potentieel eruit wil laten komen. Mijn ervaringen leren mij dat veel studenten vaak niet weten wanneer ze leren en dat ik ze beter kan helpen door ze inzicht te geven hoe ik als docent een rol probeer te spelen in hun leerproces. Middels dit artikel en een aantal instructies tijdens het lesarrangement “inkoop” wil ik jullie inzicht geven in jullie eigen brein (leerproces) en de didactische keuzes die ik maak om zo goed mogelijk aan te sluiten op jullie brein.

Brein plasticiteitOns brein is constant aan verandering onderhevig. Dit gebeurt omdat we reageren op intrinsieke en extrinsieke stimuli. Wetenschappers noemen deze verandering ook wel ervaringsgerichte maakbaarheid of plasticiteit van de hersenen. Vanaf nu zal ik spreken over plasticiteit. Hiermee wordt bedoeld dat je als lerende nieuwe neurale verbindingen vormt of bestaande gebieden (in de hersenen) en verbindingen versterkt.

Hoe komen deze verbindingen dan tot stand zal je jezelf nu afvragen. Wat gebeurt er wanneer je leert? Het is belangrijk om te beseffen dat je nu de basis van jouw eigen brein leert kennen en dat je met deze kennis makkelijker of anders zult gaan leren. De belangrijkste onderdelen die leren (plasticiteit) mogelijk maken zijn: de hersencel of het neuron. Een volwassen brein heeft naar schatting wel 60.000 tot 100 miljard neuronen. De opbouw van een hersencel kun je vergelijken met die van een boom. Er zijn takken die signalen ontvangen: de dendrieten (oortjes). Er is een stam die signalen doorgeeft: het axon. Om die stam zit een vetlaagje: myeline, dat ervoor zorgt dat het signaal makkelijker wordt geleid. Tot slot zijn er wortels die de signalen doorgeven aan andere cellen: de axonuiteinden (mondjes). De worteluiteinden leggen contact met andere neuronen om het signaal door te geven. Het contact verloopt via een kleine ruimte, de synaps genaamd. Een neuron kan naar schatting contact maken met wel 50.000 andere neuronen en hierdoor een boodschap doorgeven. Op het moment dat dit contact tot stand komt en de boodschap doorgegeven wordt is de cel aan het vuren. Tijdens dit vuren komen er chemische stofjes vrij die ervoor zorgen dat synapsen contact maken. Bij een gedachte of herinnering kunnen duizenden zo niet miljoenen neuronen betrokken zijn.

Als je iets hebt geleerd, het onthouden of een ervaring in je geheugen ‘gegrift’ staat, dan zijn de betrokken neurale netwerken structureel en chemisch veranderd. De wetenschapper Donald Hebb heeft in dit in 1949 verwoord in ‘Neurons that fi re together, wire togehter’.

Als puber heb je te maken met veel nieuwe verbindingen maar ook met de ontwikkeling (groei) van verschillende gebieden van de hersenen. Dit groeiproces van de hersenen houdt direct verband met de adolescentiefase (pubertijd). Later in dit artikel zal beschreven worden welke gebieden er volop in ontwikkeling bij jou in het brein.

Naarmate je ouder wordt daalt de plasticiteit. Dit komt omdat het myeline (vetlaagje) gehalte afneemt waardoor de verbindingen moeilijker tot stand komen. Dit resulteert in een daling van specifi eke cognitieve vaardigheden, onder andere op het gebied van reactietijden, werkgeheugen, verbanden leggen. Jij als jong volwassene hebt hier nog geen last van dus doe je voordeel met dit gegeven en maak gebruik van het hoge myeline gehalte in jouw brein

Page 3: Werkboek inkoop (2)

3

Aanrader: kijk dit fi lmpje https://www.youtube.com/watch?v=VaDlLD97CLM en verbaas je over de kracht van ons brein!

SpiegelneuronenEr zijn allerlei verschillende neuronen actief in jouw brein. De meesten hebben de taak die hierboven is beschreven. Maar er is een soort die ik even speciaal wil toelichten. Weet jij hoe het komt: - Dat je gaapt wanneer je een ander ziet gapen? - Dat je de intenties en emoties van een ander meestal wel kunt ‘aanvoelen’? - Dat een baby, zelfs als hij pas 48 uur oud is, zijn tong ook uitsteekt als jij je tong uitsteekt? - Dat als iemand iets naast de prullenbak gooit anderen dit ook gaan doen?

Bij al deze voorbeelden zijn onze spiegelneuronen aan het werk. Zij spelen een belangrijke rol bij het inlevingsvermogen, inschatten van intenties van anderen en imiteren. Spiegelneuronen zijn actief wanneer je anderen iets ziet doen, wanneer je een geluid hoort dat voor jou is geassocieerd met een handeling, wanneer je een verhaal hoort dat handelingen uitdrukt en wanneer jij je voorstelt dat je iets doet. Vele gezegden beschrijven de werking van spiegelneuronen: - goed voorbeeld doet volgen; - de kunst afkijken; - als er een schaap over de dam is, volgen er meer; - waar je mee omgaat, daar word je mee besmet.

Wetenschappers vermoeden al een tijdje dat spiegelneuronen bij mensen met autisme anders functioneren. Een van de kenmerken van autisme is dat men zich minder goed kan inleven in gevoelens en handelingen van anderen. Een van de hypothesen is dat de activiteit van de spiegelneuronen bij autisten later op gang komt. Terwijl bij anderen de spiegelneuronen op jonge leeftijd als zeer actief zijn (C.Keysers, 2011). H&K Makram veronderstelt dat autisten niet te weinig maar juist te veel voelen. Al die indrukken zijn zo heftig dat ze zich uit een soort zelfbescherming terugtrekken in hun eigen wereld. # als docent wil ik natuurlijk ook gebruik maken van jullie spiegelneuronen. Als docent ben ik een rolmodel in mijn handelingen en acties zodat we op een juiste manier met elkaar omgaan.

De berijder en de olifantZoals eerder aangegeven zijn bepaalde onderdelen in jouw brein volop in ontwikkeling op dit moment. # Regelmatig stel ik mijzelf als docent de vraag: Waarom bereiden ze het huiswerk niet voor? Waarom houden zij zich niet aan de planning? Hoe kan het nou dat ze dit niet hebben onthouden? Waarom is b.v. Youtube/Facebook belangrijker tijdens mijn college?Nadat ik mijzelf heb verdiept in de ontwikkeling van het brein ben ik erachter gekomen dat voor bovenstaande oorzaken verklaringen zijn.

Ik wil nu de onbewuste en bewuste processen in het brein ter sprake brengen. Veel van onze keuzes maken we op basis van onbewuste processen, terwijl we vaak denken dat we heel bewust keuzes maken. J. Haidt heeft in 2006 een mooie metafoor bedacht die gaat over de ‘olifant’ en de ‘berijder’. De olifant staat voor onze emotionele en onbewuste kant, waaronder ook geautomatiseerde processen. De berijder staat voor onze rationele bewuste kant waarbij

Page 4: Werkboek inkoop (2)

4

met name de PFC (Prefrontale cortex) betrokken is. De PFC speelt een belangrijke rol bij bewust handelen en besluitvormingsprocessen. Deze PFC is pas rond het 23-24e levensjaar uitontwikkeld.De olifant heeft bovenop zijn rug de begeleider zitten die de olifant aanstuurt en ment. De berijder en de olifant hebben elkaar nodig om ergens te komen en ze rijden in een omgeving (context). De olifant zorgt voor de beweging en zorgt ervoor dat zowel de olifant als de berijder ergens komen. De olifant: staat voor emoties en geautomatiseerde onbewuste handelingen en denkpatronen. Hij wil pijn vermijden en bij voorkeur plezier en bevrediging beleven. Dan komt hij in beweging. Zo werkt dat met emoties, ze zetten je aan tot beweging. In principe zijn er twee basisbewegingen: toenaderingsgedrag en vermijdingsgedrag. Als de olifant een route een aantal keer heeft gelopen kan hij de route vinden zonder dat hij de berijder echt nodig heeft. De berijder: plant het doel en de route, en geeft richting (of probeert richting te geven) aan de olifant. Hij heeft de olifant nodig om ergens te komen. Als de olifant schrikt of impulsief ergens heen wil gaan dan probeert de berijder hem tegen te houden. Als de olifant een bekende route wil nemen en de berijder wil dit niet dan kost het heel veel gerichte en bewuste aandacht van de berijder om de olifant een onbekende route op te krijgen. De berijder staat voor de PFC.

Functies van de Prefrontale cortex zijn plannen, uitstellen van beloningen, het kunnen overzien van gevolgen van je daden, op de rem kunnen trappen.

Om de kracht van de olifant en de onmacht van de berijder te illustreren hoeven we niet ver te zoeken. Je wilt bijvoorbeeld afvallen of stoppen met roken. Je begint vol met goede moet en je houdt het ook een paar weken vol, maar voor je het weet ben je teruggevallen in het oude patroon en heb je je voornemen niet waargemaakt. De olifant neemt het dus over en zorgt ervoor dat de berijder geen langdurige invloed heeft.

#Als ik nu terugkijk op de vragen die ik stelde aan het begin van dit verhaal an zal je nu denken dat ik jullie niks kwalijk kan nemen. Immers jullie PFC is nog volop in ontwikkeling. Maar dat doe ik natuurlijk niet! Ik ben ervan overtuigd dat de kennis die jullie nu opdoen over het brein jullie helpt bij het beter kunnen besturen van de olifant.

BreindidactiekIn deze alinea zal ik jullie uitleggen middels welke principes ik mijn lessen opbouw. Door dit te doen hoop ik een zo hoog mogelijk leerrendement te behalen bij ieder individu.

De volgende breinprincipes gebruik ik tijdens mijn lessen: - Focus: maak het aandachtig, nuttig, voorstelbaar en realistisch; - Herhaal: herhalen, oefenen, spreiden en pauzeren; - Creatie: actief aan de slag en dieper laten nadenken; - Voortbouwen: Activeer voorkennis en helpende associaties en refl ecteer; - Emotie: maak het spannend en uitdagend; - Zintuiglijk rijk: zet zo vele mogelijk zintuigen in en laat bewegen. - Positieve feedback op het juiste moment: verschillende soorten feedback op momenten dat de lerende er iets aan heeft leiden tot een hogere leermotivatie; - Veilige leeromgeving: iedereen is gelijk en mag zijn mening zonder gevolgen delen.

Ik kies er voor om nu niet de onderbouwing te beschrijven voor bovenstaande principes. Deze onderbouwing is er natuurlijk wel maar is in deze fase niet van toegevoegde waarde. Wil je hier meer over weten dan kun jij mij dit natuurlijk te allen tijde vragen.

Page 5: Werkboek inkoop (2)

5

Wat vind jij?Lees onderstaande uitspraken eens. Ben jij het ermee eens of oneens?

- Als ik van tevoren weet dat ik niet goed ga presteren op een specifi eke taak, begin ik er waarschijnlijk niet eens aan, ook al zou ik er veel van kunnen leren.

- Ik ben niet goed in verhalen schrijven dus laat ik dat over aan iemand anders uit mijn projectgroep.

- Ongeacht wat voor soort persoon je bent, je kunt sterk veranderen. - Je intelligentie staat min of meer vast. - Ik kan niet tekenen, dat heb ik gewoon niet in me.

Het antwoord dat je geeft op bovenstaande vragen geeft een goede indicatie van jouw mening ten opzichte van de ontwikkelbaarheid van intelligentie en andere vaardigheden of kwaliteiten. De wetenschapper Carol Dweck noemt dit mindset. Zij onderzoekt als zo’n vijfentwintig jaar leermotivatie en heeft aangetoond dat niet alleen talent de mate van succes bepaalt. Dweck bewijst dat de wijze waarop iemand zijn leervermogen ziet, in hoge mate bepaalt hoe deze zich zal ontwikkelen. Ze onderscheidt een groei mindset en een fi xed mindset, waar je in meer of mindere mate een voorkeur voor kunt hebben. Het zijn wel twee uitersten die ze tegenover elkaar zet. Je brein staat cognitief open voor leren als je een groeimindset hebt.

Je ziet hieronder twee lijnen in het schema, een blauwe en een groene lijn. De blauwe staat voor leerstrategieën van mensen met een fi xed mindset: hoe gaan ze om met uitdagingen, hindernissen, inspanning, kritiek en succes van anderen? De vijf elementen staat met een rood symbool op de kaart aangegeven. De blauwe lijn gaat om al deze taken heen, letterlijk en fi guurlijk. De groene lijn staat voor de strategieën van mensen met een groeimindset. De groene lijn omarmt juist deze zaken en wordt steeds dikker. Het is wel belangrijk om te weten dat je op verschillende domeinen of vaardigheden een andere mindset kan hebben.

Kijk hier een fi lmpje van Michael Jordan in combinatie met de groei/fi xed mindset: https://www.youtube.com/watch?v=cEVCjUG1Mww

Groeimindset stimulerenDe manieren die ik nu ga beschrijven gebruik ik om samen met jullie een groeimindset te ontwikkelen, deze zijn gebaseerd op onderzoek van o.a. wetenschappers Heslin en Dweck. Je eigen mindset herkennen is wel een voorwaarde voordat je aan een mindshift kunt werken.

Vertellen over de maakbaarheid van het breinAls je als lerende meer weet over de werking van het brein en met name over de plasticiteit dan heeft dat invloed op de leermotivatie en ontwikkelbereidheid. Het heeft niks met ‘dom’ of ‘slim’ te maken maar meer met het besef dat een lerende heeft dat hij inspanningen moet verrichten om beter in iets te worden.

Page 6: Werkboek inkoop (2)

6

Voorbeelden geven van mijn eigen ontwikkeling en lerenIk wil jullie graag laten zien dat ik ook nog iedere dag leer. Het proces dat ik zelf meemaak als ik leer wat ingegeven is door vallen en opstaan is erg belangrijk om met jullie te delen. Ik zie mijzelf niet als een alwetende docent maar als een co-learner die samen met jullie iedere dag leert.

Stimuleren om te leren van foutenHet is belangrijk dat je als lerende niet bang bent om fouten te erkennen of herkennen. Het is beter om er trots op te zijn, zodoende kun je laten zien dat je ontwikkeling hebt doorgemaakt. Ik wil daarom regelmatig gemaakte fouten bespreken en er waarde uithalen voor ons allen.

Feedback geven op aanpak, proces en inspanningAlles wat je aandacht geeft groeit in het brein. Het geven van feedback op het proces van leren is voor mij belangrijker dan het geven van feedback op het eindproduct.

Neuromythen ontmaskerdUit onderzoek van S. Dekker (2012) blijkt dat docenten in aardig wat zogenoemde ‘neuro-nonsens’ geloven. In haar onderzoek worden vijftien neuromythen voorgelegd en gemiddeld genomen geloven docenten in 50 procent van die mythen. Ik denk dat dit niet alleen geldt voor docenten maar ook voor studenten. In het laatste stuk van dit artikel wil ik de in mijn ogen belangrijkste neuromythen ontmaskeren zodat je hier als lerende je voordeel mee kunt doen.

We gebruiken maar 10% van ons breinWaarschijnlijk is deze mythe ontstaan naar een uitspraak van Einstein. Hij heeft schijnbaar gezegd dat hij maar 10% van zijn brein gebruikte. Of zou dat ook een mythe zijn? Er bestaat geen enkel wetenschappelijk bewijs voor deze 10% claim. Alle hersenscans tonen aan dat er altijd en overal in het brein activiteit is. Wel is het zo dat deze activiteit vaak relatieve activiteit is. Dat betekent dat de actieve gebieden wit oplichten en de relatief rustige gebieden eruit zien als zwarte gaten, hierdoor lijkt het dat ze niet actief zijn. Echter zijn alle gebieden altijd op een bepaalde manier actief. Tevens zou het evolutionair gezien ook niet logisch zijn om capaciteit van het brein niet te benutten. Als je nagaat dat zo’n 20% van ons totale energieverbruik door het brein wordt verbruikt. En een ander argument is dat een verlies van veel minder dan 10% van de hersenen al grote gevolgen kan hebben voor het functioneren van een mens. Een kleine beschadiging in de hersenen kan al zeer grote gevolgen hebben voor ons gedrag en functioneren.

Iedereen heeft een dominante linker- of rechterhersenhelft?De mythe gaat uit van grote verschillen tussen de linker- en rechterhersenhelft bij leren. In de linkerhersenhelft zou dan grofweg logica, taal en analytisch denken domineren.

De rechterhersenhelft zou vooral beelden verwerken en holistisch denken domineren. Wat wel klopt is dat bij concrete specialistische taken meer activiteit in een van de twee hersenhelften is. Het klopt ook dat de linkerhersenhelft de rechterkant van ons lichaam aanstuur en de rechterhersenhelft de linkerkant van ons lichaam. Echter bij meer complexe functies, werken de linker en rechterhelft altijd samen en zijn beide actief. In een onderzoek van J.Nielsen e.a. (2013) onder 1011 personen met verschillende leeftijden blijkt er geen voorkeur te zijn voor dominantie van een hersenhelft.

Geheugen is een soort opslagruimte in het brein?Als iemand zegt “ik heb een goed geheugen” dan zegt hij eigenlijk dat hij in zijn brein een speciale opslagplaats heeft (de zogenaamde harde schijf). Maar uit onderzoek blijkt dat het geheugen

Page 7: Werkboek inkoop (2)

7

geen vaste plek heeft in het brein. Leren is het vormen van nieuwe en sterke uitgebreide neurale netwerken (G.Dirksen, 2005). Je hebt vast ook wel eens gehoord van de termen korte en lange termijn geheugen? Men heeft lang gedacht wanneer je iets vaak genoeg herhaalde dat het van het korte termijn geheugen naar het lange termijn geheugen werd overgebracht. Dit versterkt het idee dat ons brein verschillende opslag plaatsen heeft. Echter is het proces van een korte termijn herinnering hetzelfde als die van een lange termijn herinnering. Men spreekt steeds vaker over het lange termijngeheugen en het werkgeheugen.

We kunnen multitasken?Ons brein kan maar aan een ding tegelijk bewust aandacht schenken. Wel kunnen we onze focus snel verleggen en zo onze aandacht op iets anders richten. Onze aandacht springt dan razendsnel van het ene naar het andere. Onderzoek toont aan dat onderbrekingen tijdens een oefening of een taak er toe leidt dat je gemiddeld 2x zo lang over de taak doet en 50% meer fouten maakt. Hoe meer aandacht ons brein geeft aan een ervaring, des te beter we die ervaring onthouden. Als je aandacht heel gericht ergens aan moet besteden kost dit veel inspanning en doen we een groot beroep op ons werkgeheugen en de PFC. Denk hierbij aan het voorstellen van jezelf aan je nieuwe voetbalteam. Hoe onthoud je al die namen tijdens de indrukken die je op doet?

Mensen hebben verschillende leerstijlen!Er bestaan op dit moment al meer dan vijftig leerstijltheorieen! De leerstijl is te vergelijken met cognitieve stijl of denkstijl. Men gaat ervan uit dat mensen voorkeuren hebben in wijze van informatieverwerking en dat mensen beter leren als je informatie aanbiedt en laat verwerken op een manier die aansluit op hun voorkeursstijl. F. Coffi eld (2004) en H.Pashler (2009) hebben een meta-analyse uitgevoerd en zij concluderen dat mensen niet beter leren als je aansluit op hun mogelijke leervoorkeur. Het is in het geval van deze mythe zo dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor de meerwaarde in de klas.

Bronnen • Coffi eld, F. , Moseley, D., Hall, E. & Ecclestone (2004) Learning styles and pedagogy in post-16 learning. • Crone, E. (2009) Het puberende brein. Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van adolescentie. Amsterdam: Bert Bakker. • Keysers, C. (2011) The empathic brain. • Dweck, C.S. (2006) Mindset, the new psychology of succes. New York: Rangedom House. • Hardiman, M (2012) The Brain-targeted Teaching model for 21st century schools. • Haidt, J. (2006) The happiness hypothesis: fi nding modern truth in ancient wisdom. • Dekker, S. (2012) Over het vóórkomen en voorkómen van neuromythen in het onderwijs. • Dirksen, G. (2005) Het brein achter leren. • Bruyckere, De, P., Hulshof, C. (2014) Jongens zijn Slimmer dan Meisjes. • Dirksen, G., Boer, De, M.,Moller, H.,Willemse, J. Brein didactiek.

Page 8: Werkboek inkoop (2)

8

Page 9: Werkboek inkoop (2)

9

Page 10: Werkboek inkoop (2)

10

Page 11: Werkboek inkoop (2)

11

Page 12: Werkboek inkoop (2)

12

Case: Een inkoopnachtmerrie

Probeert u zich eens te verplaatsen in de schoenen van de inkoper die de volgende ‘nachtmerrie’ mee moest maken. U ondergaat de minicase als een opeenvolging van situaties en ontwikkelingen waarmee u, als inkoper, te maken krijgt. Na afl oop vragen we u te refl ecteren op hetgeen u is overkomen, waar u ‘de mist bent ingegaan’ en hoe een en ander voorkomen had kunnen worden.

U bent net aangenomen als inkoper in een middelgroot industrieel bedrijf. De inkoopmanager heeft u direct duidelijk gemaakt dat u als inkoper de taak krijgt om een aanzienlijke bezuiniging te realiseren. U krijgt de nodige ruimte en vrijheid om met baanbrekende voorstellen te komen. Enthousiast gaat u aan het werk, een buitenkans om te bewijzen wat het bedrijf aan u kan hebben.Systematisch analyseert u kosten en besparingsmogelijkheden. U komt uit bij een van uw main suppliers, die met te hoge winstmarges werkt. U pakt de zaken grondig aan. U neemt uw verantwoordelijkheden, inmiddels kent u de inkoopmarkt, u heeft al contact gelegd met een alternatieve leverancier. U komt al gauw tot overeenstemming met deze leverancier: u brengt een deel van het inkoopvolume onder bij deze concurrent (van de main supplier), die bereid is een interessante introductiekorting te geven. Tegelijkertijd onderhandelt u scherp met de main supplier en u sleept een aanzienlijke prijsverlaging in de wacht.Tijd om te oogsten, zo redeneert u. U schrijft een bondig verslag aan uw baas waarin u voorgaande, geslaagde inkoopactie in enthousiaste bewoordingen weergeeft. Gespannen wacht u op diens reactie. Echter, in de tussentijd meldt uw eerste leverancier zich met een nieuw voorstel: in ruil voor meer inkoopvolume, biedt hij nog lagere prijzen! Lager dan welke concurrent ook. U aarzelt, u vertrouwt de zaak niet helemaal en legt het voorstel aan uw baas voor. Dan begint uw inkoopnachtmerrie...

Om te beginnen verliest u intern direct een stuk prestige. Uw baas is furieus! Hij bestookt u met vragen waarop u het antwoord schuldig moet blijven: hoe succesvol heeft u onderhandeld, gezien de veel lagere prijzen die nu op tafel liggen? En waarom bent u zelf niet met deze optie gekomen?U krijgt de opdracht uit te zoeken hoe de marktverhoudingen ‘echt’ zijn, bijvoorbeeld door informatie in te winnen bij de concurrent van de main supplier. Het tij keert zich nog meer tegen u. De concurrent reageert zeer geprikkeld: de eerder gegeven korting wordt blijkbaar niet gewaardeerd, hij voelt zich sterk onder druk gezet. Door de telefoon krijgt u te horen: ‘Gaan we op deze manier met elkaar om? Waarom praat je eerst met mijn concurrent, en nu pas met mij?’ Weer heeft u geen echt antwoord.Ondertussen voelt u zich zeer ongemakkelijk. Wat te doen? U heeft onderhand met iedereen problemen, intern en extern.

Bij het ontwikkelen van de case is gebruikgemaakt van het artikel ‘Ethics - the day of judgement’ van J.A. Elton, Purchasing & Supply Management, februari 1996, blz. 24-25.

© Wolters-Noordhoff Groningen/Houten

Page 13: Werkboek inkoop (2)

13

Vragen:

1. Wat zou jij doen als je de nieuwe inkoper was?

2. Wat deed hij verkeerd volgens jou?

Antwoord:

Naam en student nummer:

Ik vraag je hier om jezelf te verplaatsen in een ander persoon. Dat betekent dat je gebruik

moet maken van jouw spiegelneuronen en dat de olifant in jouw brein in beweging komt.

Tijdens het lezen van de case heb je focus nodig omdat je anders niet de olifant in de

juiste richting krijg. Daarnaast maak ik middels deze case gebruik van zowel jouw linker

als rechterkant van het brein, om jezelf in te leven en de emoties te snappen van de

inkoper gebruik je vooral de rechterkant. Om tot een juiste conclusie te komen heb je de

linkerkant nodig om voorkennis te koppelen aan de juiste vraagstelling.

Page 14: Werkboek inkoop (2)

14

Page 15: Werkboek inkoop (2)

15

Page 16: Werkboek inkoop (2)

16

Case: Nystar (Budel)

Nyrstar Budel is de enige zinkproducent in Nederland en al meer dan 120 jaar gevestigd in Budel-Dorplein, in het zuid-oosten van Nederland. Met ongeveer 460 medewerkers produceert Nyrstar Budel jaarlijks circa 275.000 ton zink van zeer hoge kwaliteit.

Gebruik van zink is een kost effectieve manier om staal te beschermen tegen corrosie. Door staal te beschermen tegen corrosie helpt zink het verbruik van natuurlijke bronnen, zoals ijzererts en energie te verminderen. Zink verlengt de levensduur en duurzaamheid van staal, het beschermt dus ook investeringen, zoals huizen, bruggen en bijvoorbeeld schepen. Zo helpt zink mee om onderhoudskosten te reduceren.

Nystar biedt zijn klanten een hoogwaardige dienstverlening, productinnovatie en gespecialiseerde technische ondersteuning. De belangrijkste producten van Budel zijn SHG-zink en legeringen voor de zinkgalvanisering. Het basismateriaal voor Budel komt vooral van de Century mijn in Australië, waarmee ze een levenslange mijnovereenkomst hebben. Ongeveer 15% van het basismateriaal voor Budel bestaat uit secundaire zinkoxides, die worden gerecycled uit residu’s van de staalindustrie in Europa.

Samenvatting van de procesvolgorde:

Stap 1: Ontvangst van grondstoffen (concentraten en secundaire grondstoffen zoals zinkoxides) en opslag. Stap 2: Roosting: een oxidatiefase waarbij zwavel wordt verwijderd uit de sulfi degrondstoffen met als resultaat roostgoed. Stap 3: Loging: lost het zink dat in het roostgoed zit op in een oplossing onder de vorm van zinksulfaat, waarbij gebruik wordt gemaakt van verdund zwavelzuur. Stap 4: Zuivering: het verwijderen van onzuiverheden die invloed kunnen hebben op de kwaliteit van het elektrolyseproces (zoals cadmium, koper, kobalt of nikkel) uit de loogoplossing. Stap 5: Elektrolyse of elektrowinning: de extractie van zinkmetaal uit de gezuiverde oplossing door middel van elektrolyse waarbij een neerslag van zinkmetaal achterblijft (zinkkathodes). Stap 6: Smelten en gieten: het smelten van de zinkkathodes waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van elektrische inductieovens en het gieten van het gesmolten zink in staven. Aanvullende stappen kunnen aan het proces worden toegevoegd waardoor het pure zink (gewoonlijk 99,995% puur zink onder de naam Special High Grade (“SHG”)) wordt omgezet in diverse soorten legeringen of andere verkoopbare producten.

Bij het ontwikkelen van de case is gebruikgemaakt van de website http://www.nyrstarbudel.nl

Page 17: Werkboek inkoop (2)

17

Vraag:

1. Plaats Nyrstar (Budel) in een bedrijfskolom waar boven zinkerts staat en onder een auto die gekocht wordt door een consument. Gebruik hiervoor het sjabloon in Nearpod.

Ik vraag nu van je om te analyseren en te creëren. Hiervoor heeft je brein absolute focus

nodig. Je hebt namelijk meerdere zintuigen nodig want je gaat dit eerst bespreken met

jouw buurman of buurvrouw waardoor je moet luisteren en samenvatten wat er wordt

gezegd. Vervolgens moet je van de voorkennis die je al had en de nieuwe kennis die

je hebt gehoord een nieuwe creatie maken. Je bent dus bezig om nieuwe neuroon

verbindingen te leggen en bewandeld waarschijnlijk met jouw olifant voor het eerste een

geitenpad. Ben jij ook benieuwd of dit geitenpad uiteindelijk een snelweg wordt?

Page 18: Werkboek inkoop (2)

...

18

Page 19: Werkboek inkoop (2)

19

Page 20: Werkboek inkoop (2)

20

Articel: Zeldzame aarde

Page 21: Werkboek inkoop (2)

21

Vraag:

De prijzen zijn de afgelopen jaren uit de pan gerezen (tot wel 30 keer), maar nu dalen zeWat hebben bedrijven gedaan om minder afhankelijk te worden?

Antwoord:

Naam en student nummer:

Tijdens deze opdracht ga je wederom analyseren en een mening gebaseerd op feiten

ontwikkelen. Ik vraag dus van je om nieuwe paden aan te leggen in jouw brein maar

dit kunnen ook verkeerde paden zijn. Dat betekent dat je de geleerde informatie

misschien anders hebt geïnterpreteerd dan de bedoeling was. Hiervoor gebruik ik mijn

spiegelneuronen, in het geval je het niet begrijpt ga ik het proberen uit te leggen aan

de hand van praktijkvoorbeelden. Verder is het belangrijk om te weten dat afl eren 100x

moeilijker is dan aanleren. Dit is natuurlijk wel zo als het aangeleerde als een snelweg is

geworden.

Page 22: Werkboek inkoop (2)

22

Page 23: Werkboek inkoop (2)

23

Page 24: Werkboek inkoop (2)

Case: Ophtimalia

24

Page 25: Werkboek inkoop (2)

Vraag:

Wat koopt Ophtimalia allemaal in en binnen welke productcategorie behoren ze? Geef vervolgens aan in welke markttype ze passen?

Antwoord:

Naam en student nummer:

25

Page 26: Werkboek inkoop (2)

26

Page 27: Werkboek inkoop (2)

27

Page 28: Werkboek inkoop (2)

28

© Wolters-Noordhoff Groningen/Houten

Case: Offertevergelijking bij Etamax

Hans de Visser is inkoper bij Etamex, een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en fabricage van medische apparatuur en producten. Het bedrijf beschikt over een eigen kunststofafdeling. De afdeling Ontwikkeling is al geruime tijd bezig met de ontwikkeling van een spuit die zich in positieve zin onderscheidt van de spuiten die nu op de markt zijn. Ze zijn geschikt om de naalden te gebruiken die nu standaard op de markt verkrijgbaar zijn. Het eindproduct wordt een driedelige spuit die bestaat uit een cilinder, een zuiger en een naald. De spuit zal steriel verpakt worden geleverd.

Gezien het grote kostenaandeel dat de kunststofafdeling heeft op de totale kostprijs van de spuit, is het van belang om de standaardkostprijs vast te stellen van de kunststof onderdelen. Intern gaat men uit van een standaardkostprijs, inclusief opslag voor indirecte kosten, van € 320 voor 1.000 injectiespuiten. Hierbij moeten nog de kosten van de naalden en de steriele verpakking worden geteld. De totale prijs blijkt nogal wat hoger te liggen dan de prijzen van injectiespuiten die op de markt verkrijgbaar zijn. Het ligt voor de hand om vast te stellen dat de prijs van de kunststofonderdelen te hoog is.

Hans de Visser krijgt daarom de opdracht om na te gaan of die onderdelen op de markt tegen lagere prijzen te verkrijgen zijn. Hij besluit dit in eerste instantie te onderzoeken voor de zuiger van de injectiespuit. Uit inkoopmarktonderzoek komen drie potentiële leveranciers naar voren, namelijk:• Elternato uit Harderwijk• Arkadex uit München• Contimetta uit Milaan.

Deze leveranciers worden uitgenodigd om een offerte te maken voor levering van de zuiger voor een injectiespuit. Ze krijgen in de aanvraag de volgende informatie:

• Specifi catie met tekeningen etc. van de zuiger.• Afname per jaar 4.000.000 stuks, echter het eerste jaar zal de afname 3.000.000 zijn.• Levensduur project twee jaar. Na twee jaar zal een nieuw model spuit uitgebracht worden.• Gereedschap (matrijs) en monsters met het gereedschap vervaardigd moeten binnen drie maanden na opdracht gereed zijn. De monsters moeten direct ter keuring aan Etamex worden aangeboden. • Binnen één maand na levering van de monsters moeten eventuele aanpassingen aan het gereedschap klaar zijn en moet de serielevering aanvangen.• Levering jaarbehoefte zal in maandelijkse deelleveringen moeten geschieden.• In de offerte moeten derhalve de stuksprijs ook de gereedschapskosten worden opgegeven. Deze kosten zullen na goedkeuring monsters door Etamex worden betaald. Het gereedschap is eigendom van Etamex.• Garantie moet gegeven worden dat de kwaliteitszorg met systeemcertifi catie structureel goed is geregeld.• Leveringsconditie: Af fabriek.

Uiteraard zullen, als resultaat van deze offerteaanvragen, marktprijzen naar voren komen. Naar aanleiding van de aanvragen krijgt Hans de Visser al snel de offertes binnen.

Page 29: Werkboek inkoop (2)

29

Vraag:

Maak een offertevergelijking op basis van de fi nanciële gegevens uit de drie offertes. Hierbij moet de integrale prijs per 100 per leverancier zijn af te lezen. Welke leverancier komt het eerst in aanmerking om de opdracht te krijgen? Motiveer je antwoord. Gebruik hiervoor het sjabloon in Nearpod.

Bijlage offertes

Van geitenpad naar snelwegJullie zullen de situatie zoals hiernaast op

de foto staat allemaal herkennen. Men heeft

een fi etspad aangelegd maar dit blijkt niet

helemaal logisch aangelegd, waardoor men

zelf een pad creëert door de afgekorte weg

te herhalen. Dit is een mooie metafoor om

de werking van leren en de verandering in

het brein te illustreren. Het geitenpad staat

voor alles wat voor je brein nieuw is: een

nieuwe gedachte, een feit dat je voor het

eerst hoort of iets wat je voor de eerste keer

doet of leert. Hierdoor maken een aantal

neuronen verbinding met elkaar waardoor

er een paadje ontstaat. Als dit patroon zich

vaker herhaal dan verandert er iets in de verbinding. Het contact verloopt makkelijker en

sneller, er ontstaat een snelweg in je brein. Er vormt zich een herinnering, een attitude,

een overtuiging, een geleerd feit, vaardigheid of procedure. Kortom: je hebt geleerd.

Vanuit het brein gezien is leren het vormen van nieuwe paden, snelwegen, opritten,

afritten en onderlinge verbindingen noodzakelijk hetzelfde als leren.

Denk eraan dat je niet kunt multitasken! In deze opdracht ben je veel aan het switchen

tussen de verschillende offertes. Hiervoor heb je wederom focus nodig maar ga je ook

bepaalde geitenpaden opnieuw bewandelen waardoor het waarschijnlijk een snelweg

gaat worden. Je moet dus al veel switchen tussen bepaalde informatie, maak het jezelf

dus niet lastig door nog meer te switchen door bijvoorbeeld je Whatsapp, FB en Instagram

account. Ik wil je herinneren aan het gegeven dat meer switchen betekent dat je twee

keer zo lang bezig bent en dubbel zoveel fouten maakt.

Page 30: Werkboek inkoop (2)

30

Page 31: Werkboek inkoop (2)

31

Page 32: Werkboek inkoop (2)

32

Case: Smart phones van HTC en de Kraljic-matrix

HTC is een fabrikant van mobiele “smartphones”. Ze brengen onder andere mobiele telefoons op de markt die het operating system Android supporten. Aanvankelijk hielden zij zich alleen bezig met ontwikkeling en productie en werden de mobiele telefoons verkocht aan mobiele operators die hun eigen merk erop aanbrachten. De laatste jaren verkoopt HTC echter zeer succesvol onder eigen merk.

Een smartphone bestaat uit heel veel onderdelen. Een aantal hiervan zijn aangegeven in onderstaande tabel, waarin een selectie van inkoop-items van een mobiele telefoon fabrikant staan opgenomen.

Plastic behuizing

Groot LCD touch screen

Core chipset: microprocessor, digital signal processor, radio frequency chips plus software = operating system en communicatiesoftware

RF Filters

Geheugen chips

Neem aan dat de fabrikant zelf deze behuizing produceert maar de benodigde grondstoffen of “processed materials” inkoopt. Deze stoffen vormen een klein percentage van de kostprijs.

Het wordt ingekocht en vormt een heel signifi cant deel van de totale kostprijs.

Deze wordt ingekocht. Een mobiele telefoon fabrikant kiest een core chipset (of beter: familie van core chipsets) bij aanvang van de ontwikkeling. Zulk een chipset wordt maar door één leverancier geleverd en vormt een heel signifi cant deel van de kostprijs. De mobiele telefoon fabrikant investeert heel veel rond deze chipset familie (applicatiesoftware en hardware circuit). Het kost veel tijd en geld om over te schakelen naar een core chipset van een andere leverancier.

Deze worden ingekocht. Er zijn weinig leveranciers (moeilijk vak). Ze zijn relatief goedkoop. Regelmatig echter zijn er leverproblemen door capaciteitsgebrek en technische problemen.

Worden ingekocht. Zijn standaard producten die geleverd worden door een handvol leveranciers. Vormen een signifi cant deel van de kostprijs.

Page 33: Werkboek inkoop (2)

33

Vragen:

1. Plaats de inkoopitems van de tabel in de Kraljic-matrix. Maak hiervoor gebruik van Nearpod sjabloon.

2. Wat kan HTC doen om minder afhankelijk te zijn van de core chipset leverancier? Wat is daarvan het nadeel?

3. Wat kan HTC doen aan het negatieve effect van de leverproblemen rond de RF fi lters?

FM chip

Batterij

Oortelefoon

Verpakking (karton)

Machines voor het fabriceren van de behuizing en voor de assemblage

Kantoormeubilair

Schoonmaakvloeistoffen voor de machines

Een tamelijk goedkope perifere chip; er zijn een handvol leveranciers, maar de specs van de chips verschillen.

Wordt ingekocht. Vormt een klein percentage van de kostprijs.

Wordt ingekocht. Is een accessoire. Tamelijk goedkoop.

De doosjes worden zelf gemaakt, maar het karton wordt ingekocht.

Worden ingekocht

Wordt ingekocht

Worden ingekocht

Je hebt een nieuwe matrix leren kennen tijdens deze les. De eerste neuron verbindingen

zijn gelegd. Nu is het zaak dat we dit gaan herhalen. Ik besef mijzelf dat ik veel van jullie

vraag maar door jullie actief aan de slag te laten gaan met dit soort nieuwe informatie

ontstaan er sterkere verbindingen.

Doordat je een mening moet vormen vanuit nieuwe kenniscreatie moet je jouw olifant en

berijder goed laten samenwerken. Zorg dat je de olifant niet laat overheersen en daag

jezelf echt uit tot het bewandelen van nieuwe paden. Uiteindelijk mag je jouw mening

verkondigen in de veilige leeromgeving die we samen hebben gecreëerd.

Page 34: Werkboek inkoop (2)